IBIS SHAG
Boidoot
WD**
Dobbelmann
lekker... man!
VERTELLING
DONDERDAG 4 M X A R T 193 7
HAARLEM'S DAGBLAD
9
Uit Haarlem's
Gemeenteraad
(Vervolg van pag. 8.)
Zijn er goed betaalde ambtenaren die bij
baantjes foekleeden? Dat moet tegengegaan
worden. Eenige bijbaantjes zouden aan een
werküooze arbeid en inkomen kunnen geven.
Niemand denkt er aan te eischen dat de
de posities van ambtenaren precies verdeeld
worden onder de politieke partijen. Maar het
is verkeerd, dat er ook geen enkel R.K. be-
drijfshoofd is. Ook bij ambtenaarsbenoemin
gen moeten de RE. niet achtergesteld wor
den.
Een niet goed gesitueerd raadslid kan zelf
geen telefoon betalen en toch heeft hij die
noodig om zijn taak behoorlijk te vervullen.
Dan krijgt men ook twee klassen onder de
raadsleden, zij die een telefoon kunnen be
talen en zij die dat niet kunnen.
De heer Me ij er s (S.D.A.P.) besprak de
positie van de menschen die bij het eigen be
heer werk der gemeente arbeiden. Is het niet
noodig, voor die arbeiders de bepalingen
van het collectief arbeidscontract van toepas
sing te verklaren? B. en W. hebben in de me
morie van antwoord toegezegd, dat zij deze
quaestie zullen bekijken.
Er wordt veel te veel werk dat zuiver nor
maal is in werkverschaffing gebracht. Er
loopen veel bouwvakarbeiders zonder werk en
daarom is het verkeerd, dat andere werkloozen
in werkverschaffing aan werken gezet worden
die zuiver tot de vakken van de bouwvakar
beiders behooren.
Als wij de werkloosheid willen bestrijden,
moeten wij niet, zooals de heer Castricum wil,
de tarieven voor stroom voor de industrie ver
hoogen.
De industrie moet zooveel mogelijk gesteund
worden.
Over collega's.
De heer Bouman (Vrije Kiezers) be
treurde de door B. en W. voorgestelde ver
hooging van het vergunningsrecht. Het tarief
wordt van 10 op 12.50 gesteld. Als iemand
dus eerst 100 vergunningsrecht betaalde,
dan wordt het nu 125. De collega's kunnen
dat niet betalen
De heer Drilsma (S.D.A.P.): Collega's
wij(gelach).
De heer Bouman: Ik bedoelde mijn col
lega's caféhouders, ik ben grijs geworden in
dat vak. Deze verhooging die nu wordt voor
gesteld is zeer onredelijk.
De wethouders aan het
woord.
W. Koodenburg, wethouder van financiën,
constateerde dat de nood der tijden tot eens
gezindheid in de financiëele politiek heeft
geleid.
De heer Roodenburg (C.H.) merkte op,
dat weinig critiek op het financieele beleid
van B. en W. is gehoord. Maar eigenlijk ligt
in deze verklaring -g^n de raadsleden een te
leurstelling voor B. en W., want het wil eigen
lijk zeggen, dat de nood ons allemaal in het
zelfde schuitje heeft gebracht.
Vroeger toen gedebatteerd kon worden over
belasting en bedrijfspolitiek was het aange
namer. Ei- zijn nu geen voorstellen uit den
raad gekomen, de heele raad is het met B. en
W. eens, dat de beLcfingen, ook al staat
Haarlem nog niet aan den top, niet verhoogd
moeten worden.
B. en W. hebben de begrooting eerst aan
Ged. Staten moeten sturen in verband met
de aangevraagde extra rijkssubsidie.
Haarlem heeft 400.000 aan de
regeering gevraagd. Wij weten niet of
wij die zullen krijgen. Het vermoeden
is dat wij niet het geheele bedrag
zullen krijgen. Uit de memorie van
antwoord van B. en W. is reeds ge
bleken, dat B. en W. met de mogelijk
heid rekenen, dat slechts 200.000
door het rijk gegeven zal worden. Dan
moet de 200.000 die de gemeente nog
uit belastingverhooging zou kunnen
halen, als tekort naar een later jaar
verschoven worden. Dat zouden B. en
W. liever doen dan de belasting ver-
hoogen.
Het is niet bekend welke voorwaar
den het rijk voor een extra subsidie
zal stellen. Spreker is evenwel over
tuigd, dat die voor Haarlem niet te
zwaar zullen zijn.
De begrooting van Haarlem heeft aan Den
Haag slechts aanleiding gegeven tot eonige
wijzigingen: le. de verlaging van de presentie
gelden; 2e. de afschaffing van de vrije tele
foon voor raadsleden: 3e. de verlaging van
de vergoeding aan leden van stembureaux.
Wat het laatste betreft is gezegd, dat een
vergoeding van 28 cent per uur geen betaling
is. Spreker is het daarmee volkomen eens,
maar het is ook slechts als een vergoeding
bedoeld.
Hebben raadsleden een telefoon noodig?
Spreker zegt ja, maar de raadsleden in
Utrecht, Groningen, Eindhoven, Nijmegen en
Arnhem hebben ook geen telefoon. (Wel de
raadsleden te Amsterdam, Rotterdam en Den
Haag). Het is ook jammer dat de presentie
gelden van de raadsleden verlas i moeten
worden omdat die niet te hoog waren. Maar
nu het rijk ons zoo weinig bezuinigingen op
legt, is het beter om zich daartegen niqt te
verzetten, maar die te accepteeren.
B. en W. overwegen of aan raadsleden die
veel commissievergaderingen hebben een ver
goeding gegeven kan worden.
Haarlem zal ook moeten voldoen aan den
Rookt IBIS bij voorkeur uit een IBIS-pijp.
Bij Uw winkelier verkrijgbaar.
(Adv. Ingez. Med.)
wensch om het vergunningsrecht te ver-
hoogen.
Geen belasting verhooging.
Als het rijk niet meer extra subsidie wil
geven dan f 200.000 moet de gemeente het
wagen, één jaar het dan overblijvende tekort
van f 200.000 te verschuiven naar een later
jaar, om op die wijze te ontkomen aan be
lastingverhooging. Maar als het dan niet be
ter gaat met de gemeentefinanciën, dan ziet
het er voor de gemeente helaas niet best uit.
Daarom kan niet gedacht worden aan verla
ging van de tarieven der bedrijven. De ge
meente kan op dat oogenblik niet buiten die
hooge winsten. Bovendien stijgen de pro
ductiekosten van gas en electrieiteit in ver
band met het opgeven van den gouden
standaard.
Als het in de naaste toekomst beter gaat
met onze financiën zal de gemeente eerst
haar uitgeputte reserves weer moeten aan
vullen. Dat zal noodig zijn wil Haarlem zijn
goeden naam op de geldmarkt behouden.
B. en W. zijn bereid elk jaar weer een lijst
te geven van aanhangig gebleven stukken.
B. en W. zullen alsnog trachten eenige
geldleeningen te verlagen. Ook wordt- met de
•regeering onderhandeld over de 5 pet. lee
ning van Tuinwijk-Zuid. De regeering hoopt
mét 15 September de rente van de leeningen
van de rijksfondsen ten opzichte van wo-
ningbouwvereenigingen te verlagen tot 4 pet.
B. en W. zijn bereid om een onderzoek in
te stellen naar de hoogere huur voor films
die de bioscoopdirecteuren moeten betalen,
maar de Bioscoopbond wensch nog geen cij
fers daarover te geven. Er is-door de regeè-
ring nog geen beslissing genomen op het
raadsbesluit tot verhooging van de vermake
lijkheidsbelasting voor de bioscopen. Vermoe
delijk komt die getij ktijdig met de beslissing
van de regeering over de extra subsidie uit
het werkloosheidssubsidiefonds.
De gelden die de gemeente nu uit het Werk
fonds gekregen heeft, moeten in latere jaren
afgelost worden, terwijl dan ook rente be
taald moet worden.
Er zal van B. en W. een voorstel komen om
een straat naar Prins Bernhard te noemen.
De fout van het voorstel-Visser was, dat hij
reeds een bepaalde straat daarvoor aanwees.
Met den heer van Tetering vindt spreker
het jammer dat de Middenstand nog weinig
gedaan heeft om Haarlem's Bloei te steunen.
Misschien zal het gevolg van zijn voorstel zijn
dat de Middenstand alsnog een andere hou
ding gaat aannemen, ook al verwerpt de
raad dat voorstel.
De heer van Liemt (R.K.) zei, dat bin
nenkort begonnen zal worden met het regis-
treeren der jeugdige werkloozen.
B. en W. zullen alleen werken in werkver
schaffing brengen die zich daarvoor leenen.
Als B. en W. dat beginsel niet streng zouden
aanhouden, zou veel meer werk in werkver
schaffing komen. B. en W. gaan voort met
het zoeken van goede objecten
B. en W. hebben als een object in
studie het dempen van de Bakenes-
s er gracht.
(Geroep: het Haarlemsche Rokin).
Wij hebben al de instemming gekregen van
een instantie, die vroeger niet wilde meewer
ken. Dit zou een object zijn waardoor vele
handen werk kunnen krijgen.
Spreker heeft in vorige zittingen meerma
len de beweringen van den heer Castricum
inzake de werkverschaffing weersproken. Dit
opnieuw doen is onnoodig.
De contact-commissie uit de vakcentrales
werkt uitstekend.
Wat de heer Meyers zei over het te werk
steden van werkloozen in hun eigen vak is
spreker uit het hart gegrepen. Het zou in
het belang zijn van de werkloozen en van de
aannemers van zulke werken.
Spreker hoopte alsnog dat de burgers en
de Middenstand tot inkeer zal komen wat de
sympathie voor Haarlem's Bloei betreft. De
bestuurders zijn vol enthousiasme voor het
welslagen, maar dan moet de geheele burgerij
de zaak financieel steunen. Voor een gulden
kan men reeds lid worden. Als men dat niet
doet, dan heeft men later ook geen recht om
te kankeren, dan heeft men het aan zich zelf
te wijten als er geen vreemdelingen komen
en zich geen nieuwe ingezetenen in onze ge
meente vestigen. Een groote garagehouder en
een hotelhouder hebben geweigerd voor één
gulden lid te worden. Dat is zeer kort gezien.
In afwijking van de meerderheid van het
college wil spreker zeggen, dat hij het ook
als een onrecht voelt, dat de RE., wat de be
noemingen betreft, achtergesteld zijn. Die
verhoudingen zijn zeer onjuist'. Bij vele dien
sten zijn in verhouding veel te weinig R.K. De
verhouding lijkt naar niets.
Wethouder W. J. B. van Liemt deelde mede
dat het vraagstuk van de demping der
Bakenessergracht in studie genomen is.
De oorzaak van dezen toestand ligt niet bij
het college van B. en W. Evenmin bij enkele
bedrijfshoofden, maar er zijn bedrijven, waar
de verhouding bij eenige welwillendheid wel
verbeterd kon worden. De R.K. willen het niet
precies uittellen en 1/3 van de posten vragen,
maar zooals het nu is voelen de R.K. het als
een achteruitstelling.
De heer Boes (V.D.) constateerde, dat geen
punten van onderwijs zijn aangeroerd. Wat de
ambtenaren-benoemingen betreft, is sprekers
standpunt, dat niemand moet worden aange
steld, omdat hij R.K. is, maar ook moet nie
mand niet benoemd worden omdat hij R.K. is.
Als B. en W. zich zouden gaan bemoeien met
de politieke richting van sollicitanten, dan zou
een ongewenschte toestand ontstaan. Als
mocht blijken, dat bij sommige voordrachten,
die aan B. en W. gezonden worden voor be
noemingen, politieke overwegingen een rol
spelen, dan zullen B. en W. daartegen optre
den.
De heer Reinalda (S.D.A.P.) zei dat de
wet van 22 Dec. 1933 aan raadsleden het ge
voel geeft, dat zij in een bedompte atmosfeer
leven. Het college van B. en W. denkt er pre
cies zoo over als de raadsleden, maar moet ge
volg geven aan de wenken die de hoogere col
leges gegeven hebben. Die voorstellen zijn fei
telijk klein gedoe. Maar het is toch het beste
als de raad zich niet tegen die voorstellen ver
zet. Het college van B. en W. zal evenwel te
genover de hoogere bestuurscolleges mededee-
len hoe de opvatting van den raad over deze
voorstellen is.
B. en W. hebben er behoefte aan om bij de
ze behandeling van de begrooting te zeggen
dat, hoewel het Haarlemsche personeel veel
financieele offers heeft moeten brengen, het
wérk toch met de meeste nauwgezetheid wordt
volbracht. (Applaus).
B. en W. zijn steeds bezig om de belangen
van het personeel zooveel mogelijk te bevor
deren binnen het raam dat aan de gemeente
is opgelegd. Zoo mogelijk worden werklieden
in een hoogere groep gebracht, als het kan
worden ambtenaren tot een hoogeren -rang be
vorderd. Zoo wordt getracht zooveel mogelijk
leed en onrecht te verzachten.
Voor de hoofden van takken van dienst is
geen promotie mogelijk. Daarom hebben B. en
W. in enkele gevallen voorstellen gedaan om
toelagen te geven. Behalve "hetgeen reeds in
de begrooting is opgenomen, stellen B. en W.
voor nog 1633.50 uit te trekken voor Lucht
bescherming. Daaronder is 1000 als toelage
aan den Commissaris van Politie als hoofd van
dén dienst voor de luchtbescherming.
Ambtenaren hebben geen nevenbetrek
kingen van beteekenis. Er zijn enkele geval
len waarin ambtenaren voor kerkelijke en
burgerlijke bestuursfuncties een kleine vergoe
ding krijgen.
B. en W. hebben nimmer een geval
in hun college gehad, waarin de godsdienst
een rol speelde bij benoemingen. Het zou tot
groote willekeur leiden als niet naar be
kwaamheid maar naar godsdienst gevraagd
zou worden. Als andere autoriteiten in de ge
meente iemand niet zouden voordragen in ver
band met zijn godsdienst, dan zouden B. en W.
dit zeer sterk afkeuren. Het zou een aanran
ding van de rechten van de Grondwet betee
kenen. B. en W. willen alleen de b e s te heb'
ben. Het gevoel waaraan de R.K. uiting ge
geven hebben, kan spreker zich indenken; de
cijfers die gegeven zijn, zijn inderdaad spre
kend. Spreker zou ook wel eens kunnen gaan
onderzoeken hoeveel sociaal-democraten er
onder de ambtenaren zijn en hij is bij voor
baat overtuigd, dat het cijfer ook laag zou
zijn.
B. en W. hebben geen hautaine houding aan
genomen in hun antwoord op het afdeelings-
verslag. Die bedoeling hebben B. en W. geens
zins gehad.
B. en W. houden zich wat benoemingen be
treft, niet bezig met overwegingen van gods
dienst en politiek, maar beoordeelen objec
tief wie de beste is. En er is thans voor alle
betrekkingen een gedrang van zeer veel ge
schikte personen.
Het vraagstuk van de betaling van lossi
werklieden en ambtenaren is zeer moeilijk. B.
en W. hebben eenige adressen over deze aan
gelegenheid voor praeadvies genomen. B. en
W. hebben evenwel reeds in beginsel besloten
dat dit personeel aangenomen zal worden naar
de bepalingen van de collectieve arbeidsover
eenkomsten, met al de sociale bepalingen die
daaraan vast zitten.
6 o I d o o t
Scheercrême
maakt de stug
ste baard zacht,
zoodat het mes er,
snel en gemakkelijk
doorglijdt. Binnen
twee minuten klaar 1
De lanoline welke in deze
crème is verwerkt voorkomt
trekken en schrijnen van
de huid.
Een groote tube voor 50 ct.
Probeer het eens.
NEDERL/fgr FABRIKAAT
SCHEERCRÈME
(Adv. Ingez. Med.)
De Palm
door ANDRIES BUYS
Tante Cato is een erfstuk van de familie;
gezet, opgewekt, naief en op leeftijd, om niet
te zeggen bepaald oud. Ik heb haar van mijn
prilste jeugd af gekend, mijn vrouw heeft
haar van de eerste schuchtere dagen onzer
verloving af gezien, zij is onafscheidelijk ver
bonden met de geschiedenis van het geslacht
Buys. Maar er is eens iets gebeurd, dat een
ernstige bèdreiging vormde voor de diepe en
traditioneele genegenheid, die er onder ons
Buyzen bestaat voor Tante Cato.
Het gebeurde op onzen trouwdag. Tante Cato,
het is reeds gezegd, is een opgewekte vrouw,
wie men niets kwalijk neemt en zoo was het
dan ook zeker geen reden tot ontstemming,
dat zij de eenige van mijn gansche uitgebrei
de familie was. die mijn ondertrouw onopge
merkt voorbij liet gaan. Tante Cato kan nu
eenmaal een potje, om niet te zeggen een heel
servies, breken. We hoorden niets van haar,
heel den gezelligen bruidstijd door en hadden
reeds de hoop opgegeven, dat er van die zijde
nog „iets" zou „loskomen", zooals dat heel on
eerbiedig heette, toen onze trouwdag aan
brak. Alles ging goed het huwelijk was met de
gebruikelijke plechtigheid voltrokken en de
gansche schaar van genoodigden zat aan een
uitgebreide lunch, die wij gemakshalve in de
plaats van het diner hadden gesteld. En ziet.
juist op het oogenblik dat oom Andries, mijn
plechtige peetoom van het departement uit
den Haag, zijn even plechtige rede uitsprak.
hij had het net over het bouwen van nestjes
met de gebruikelijke indiscreties, aan trouw-
speeches eigen, wie kwam daar binnen? Wie
kón daar anders binnen komen dan tante
Cato?
Het oogenblik was onvergetelijk. Een tafel
vol opgewekte menschen, oom Andries, staan
de in het smetteloos zwart, een milde glimlach
om de lippen en een passende aardigheid in
den mond, en in de deuropening tante Cato,
breeduit, in zwarte gitten overal waar haar
opperst kleed er plaats voor had, een breede,
glanzende glimlach op het gelaat en in de
armen
In haar armen iets geweldig, iets wits ter
hoogte van anderhalven meter, dat haar het
uitzicht vrijwel benam en hevig ritselde. Oom
Andries stopte, glimlachte toegevend, bleef
staan en wij allen stonden op. De begroeting
was roerend, de gelukwenschen eerste klas en
toen kwam het cadeau.
Het moest iets onvergetelijks zijn, iets.
waardoor wij o, overbodigheid steeds aan
haar zouden denken. Toen ritselde het papier
en kwam te voorschijn wat wij reeds hadden
zien aankomen, een palm!
Imana en ik keken elkaar aan. O, ja,' juist
wat wij zoo graag wilden hebben, nét iets
voor het nieuwe huis. En in stilte verwensch-
ten wij tante Cato en haar palm, die als een
woudreus moest staan in dat kleine twee-en-
dertig-gulden-per-maand-huis, dat nauwelijks
plaats bood aan twee jonge menschen en wat
huisraad. Later op den middag moet oom An
dries zijn toespraak nog hebben voltooid. Ik
kan het mij niet meer herinneren. Ik weet nog
slechts, dat ik aan een palm dacht. In de
oogen van Imana lag en nadenkende glans, die
mij voorkwam, door een palm geïnspireerd te
zijn.
Er bestonden voor Imana en mij geen witte
broodsweken; er bestond slechts een palm.
Groot en geweldig stond hij in de voorkamer,
verhuisde hij naar de achterkamer, de gang.
het trapportaal. Alleen op de slaapkamer wil-
de ik hem beslist niet hebben. En de palm
bleef. Radeloos zagen Imana en ik elkaar aan.
Wat moest er gedaan worden? Dit kon zoo
niet blijven! En tenslotte, als steeds inspi
reerde Imana mij, geheel onbewust. In den
vroegen Zondagmorgen kwam zij beneden en
floot. FlootEn ik herkende de ouverture „Lu-
cretia Borgia".
Niemand weet. waarom zij .Xucretia Borgia"
floot, zij, die 's morgens geen mond kan open
doen. Maar zij floot dien morgen en gaf mij
het idee. Wij moesten de palm ombrengen,
langzaam en geraffineerd om hals brengen.
Om twaalf uur dien dag goot ik voorzichtig
een halve liter heet water op een pond keu
kenzout, Met het dampende mengsel schreed
ik naar de palm. Vol genegenheid floot ik
„Lucretia Borgia" en stortte het vocht in de
bloempot. Mijn Zondag was goed.
Doch de palm verwelkte niet. Jodium, zei
Imana, maar jodium ruikt! Jodium is een van
de weinige dingen, die naar zichzelf ruiken en
tante Cato is de vrouw van een drogist en be
zoekt vrijwel iedere maand ons en haar palm.
En zij is tevreden. Azijn, meende Imana en
het werd azijn. En de palm bleef.
Imana raadpleegde een boek over planten,
palmen en zoo.
„Luis", zei Imana, „daar kan hij vast niet
tegen".
Een dag later zaten de cactussen van Ima
na en mijn eenige tuinmansliefde, een moe
derplantje uit mijn vrijgezellenjaren, vol luis.
Waar Imana ze gekocht, gehuurd of gekregen
heeft, is mij niet bekend. Wel weet ik. dat de
palm trotsch en fier zijn wuivende bladeren
rondwaaierde en stand hield.
Wij maakten de rekening op. Een pond
zout, een halve liter azijn, een half fleschje
Worcester-sauce. Niets had geholpen. En de
vacantie stond voor de deur. Wie kon aan een
vacantie denken terwijl een palm in zijn ver
laten huis stond en naar alle waarschijnlijk
heid alle verdorsting zou trotseeren?
Op den tweeden dag van ons verblijf te
Driebergen ontving ik een brief, doorgezonden
van huis.
„Door een ongelukkig toeval", zoo luidde
het schrijven, „ging het adres van mevrouw
C. Anten (dat is tante Cato), voor wier reke
ning wij ten Uwen huize een palm afleverden
op 10 Januari, verloren. Gaarne zouden wij dit
van u vernemen. HoogachtendSmit en
Zoon. Fabriek van kunstbloemen en planten'
Eén fikse regenbui, dadelijk bij onze thuis
komst toegediend, deed. wat een pond zout
een halve liter azijn en mijn kostbare Wor- I
cester-sauce niet vermochten. Exit palma.
M. A. Reinalda. wethouder van Openbare
Werken, gaf zijn visie op het Haarlem van de
toekomst.
De motie-Peper over deze aangelegenheid is
dus overbodig geworden.
Het debat over de uitvoering van groote
openbare werken heeft spreker met genoegen
aangehoord. Inderdaad zal men er bij de
overheidslichamen toe moeten komen om een
program van groote openbare werken voor een
reeks van jaren te overzien. Het Plan van den
Arbeid heeft daarop ook aangestuurd. Ook het
Werkfonds heeft dienzelfden opzet. Er is tus-
schen het Werkfonds en de gemeente Haarlem
een goede samenwerking. Er wordt getracht
zooveel mogelijk objecten te verkrijgen. Daar
om moet de heer Noordhoff niet aandringen
op samenwerking met de Vereeniging van Ne-
derlandsche gemeenten, want dat zou de zaak
vertragen. Als wij zoo blijven voortwerken is
er kans. dat in dezen crisistijd veel goeds voor
Haarlem tot stand komt. De objecten die uit
gevoerd worden, dienen economisch verant
woord te zijn. Natuurlijk kost dat geld en dat
komt in de begrooting tot uiting, maar nie
mand kan daar op redelijke gronden tegen
zijn.
Over het achterstallige
onderhoud.
Er is achterstand op het gebied van onder
houdswerken. De raad was het met B. en W.
eens, dat die werken niet in werkverschaffing
moeten worden gebracht. Maar die beslissing
was alleen negatief. Er moet iets positiefs voor
komen. De torens, bruggen, gebouwen en
de straten moeten goed onderhouden worden.
B. en W. hopen, dat de regeering, bij het
overleg, dat nu gaande is alsnog zullen erken
nen, dat deze onderhoudswerken door vak-
menschen moet worden uitgevoerd. Tot nu tce
staat de regeering op het standpunt dat het
in werkverschaffing moet, maar er is reden
om te veronderstellen, dat de regeering tot
andere gedachten gaat komen.
20 jaar geleden werd reeds in den raad bij
de behandeling der begrooting gevraagd „wan
neer gaan wij de Bakenessergracht dempen".
Toen was er evenwel de omstandigheid dat
het niet mocht van Rijnland, maar dit hoog
heemraadschap heeft nu zijn bezwaren opge
geven. Maar nu zijn wij nog niet toe aan de
conclusie dat wij de gracht gaan dempen. Er
zijn verschillende bezwaren tegen de demping
omdat de gracht een mooi stukje oud Haar
lem is. B. en W. zullen het voor en tegen
nauwgezet overwegen en dan met een voor
stel bij den raad komen.
De motie Peper om geen werken meer in
werkverschaffing uit te voeren ontraadt het
college van B. en W.
Tenslotte de quaestie der ordening. De nor
men van de Vestigingswet zijn niet voldoende.
De gemeente moet trachten met samenwer
king met den Middenstand tot een betere re
geling te komen.
De enquête over de winkels en bedrijven
die pas is ingesteld bracht een bedroevend re
sultaat. Het is een chaos, er is wanorde. De
burgemeester tracht den broodprijs laag te
houden, maar het lukt hem niet. omdat de
bakkerijen voor groote moeilijkheden zitten.
Zoo is het met de sigarenwinkeliers, kappers,
caféhouders en hotels. Zoo lang de Midden
stand zelf niet voldoende medewerkt, kan de
gemeente niet veel doen. B. en W. zijn even
wel bereid om te helpen. Daarom willen B. en
W. meedoen aan de verzoeken van de bak
kers om hier tot saneering te komen.
Hoe zal de toekomst van Haarlem zijn? De
positie van de stad, die mooi gelegen is in
het hart van Kennemerland, is zeer gunstig.
Wij trachten de bevolking aan te bieden wat
noodig is. Het beste wat kan. In Kennemer
land "heeft. Haarlem een belangrijke rol te
vervullen.
Ook de industrie wil de gemeente zooveel
mogelijk bevorderen.
Daarom heeft de raad besloten om
een haven te graven en een industrie
terrein aan te leggen.
Een van de groote maatschappijen
in ons land is bezig met de gemeente
te contracteeren om bij het haven en
industrieterrein een nieuwe industrie
te vestigen. Met twee andere kleine
industrieën wordt onderhandeld.
De positie van Haarlem heeft beloften voor
de toekomst.
Moeilijk is evenwel de verhouding tot de
randgemeenten. De wet op de financieele ver
houding heeft gelijkstelling willen brengen,
maar dat is niet voldoende gebleken.
Daarom heeft het college van B. en W. zich
tot de regeering gewend onder overlegging
van cijfers over de gevolgen van de belasting-
vlucht. Nu is er evenwel gezegd, dat bij een
annexatie geen financieele argumenten mo
gen worden aangevoerd, maar ik vraag u hoe
kan men een gemeente besturen als men niet
op deze dingen mag wijzen.
B. en W. hopen dat de raad zich achter het
college zal scharen wat betreft de eerste po
gingen om tot een nieuwe annexatie te komen.
Voorts de quaestie der ordening. De nor-
Het moet evenwel een oplossing op groote
schaal zijn, die in het belang van de geheele
streek is.
Het college is evenwel overtuigd, dat daar er
in de allernaaste toekomst nog wreinig kans op
verwezenlijking zal zijn.
De raad besloot van replieken af te zien.
De motie Peper over de betaling van het
losse personeel en het niet meer uitvoeren van
werken in werkverschaffing, werden met en
kele stemmen voor verworpen. De heer van
Tetering trok zijn voorstel voor Haarlem's
Bloei in.
Heden, Donderdag, begint de raad aan de
behandeling der hoofdstukken.
ZANGAVOND NOORDER KINDERKOOR.
Het Noorder-Kinderkoor (afdeellng van het
Noorderkerkkoor) geeft op Vrijdagavond 5
Maart a.s. een zanguitvoering voor "leden en
begunstigers. Medewerking verleenen het
Noorderkerkkoor, mevr. Pauline Terstal, alt en
de heer P. P. Boogaard, tenor.