IBIS SHAG Boidoot WD** Dobbelmann lekker... man! VERTELLING DONDERDAG 4 M X A R T 193 7 HAARLEM'S DAGBLAD 9 Uit Haarlem's Gemeenteraad (Vervolg van pag. 8.) Zijn er goed betaalde ambtenaren die bij baantjes foekleeden? Dat moet tegengegaan worden. Eenige bijbaantjes zouden aan een werküooze arbeid en inkomen kunnen geven. Niemand denkt er aan te eischen dat de de posities van ambtenaren precies verdeeld worden onder de politieke partijen. Maar het is verkeerd, dat er ook geen enkel R.K. be- drijfshoofd is. Ook bij ambtenaarsbenoemin gen moeten de RE. niet achtergesteld wor den. Een niet goed gesitueerd raadslid kan zelf geen telefoon betalen en toch heeft hij die noodig om zijn taak behoorlijk te vervullen. Dan krijgt men ook twee klassen onder de raadsleden, zij die een telefoon kunnen be talen en zij die dat niet kunnen. De heer Me ij er s (S.D.A.P.) besprak de positie van de menschen die bij het eigen be heer werk der gemeente arbeiden. Is het niet noodig, voor die arbeiders de bepalingen van het collectief arbeidscontract van toepas sing te verklaren? B. en W. hebben in de me morie van antwoord toegezegd, dat zij deze quaestie zullen bekijken. Er wordt veel te veel werk dat zuiver nor maal is in werkverschaffing gebracht. Er loopen veel bouwvakarbeiders zonder werk en daarom is het verkeerd, dat andere werkloozen in werkverschaffing aan werken gezet worden die zuiver tot de vakken van de bouwvakar beiders behooren. Als wij de werkloosheid willen bestrijden, moeten wij niet, zooals de heer Castricum wil, de tarieven voor stroom voor de industrie ver hoogen. De industrie moet zooveel mogelijk gesteund worden. Over collega's. De heer Bouman (Vrije Kiezers) be treurde de door B. en W. voorgestelde ver hooging van het vergunningsrecht. Het tarief wordt van 10 op 12.50 gesteld. Als iemand dus eerst 100 vergunningsrecht betaalde, dan wordt het nu 125. De collega's kunnen dat niet betalen De heer Drilsma (S.D.A.P.): Collega's wij(gelach). De heer Bouman: Ik bedoelde mijn col lega's caféhouders, ik ben grijs geworden in dat vak. Deze verhooging die nu wordt voor gesteld is zeer onredelijk. De wethouders aan het woord. W. Koodenburg, wethouder van financiën, constateerde dat de nood der tijden tot eens gezindheid in de financiëele politiek heeft geleid. De heer Roodenburg (C.H.) merkte op, dat weinig critiek op het financieele beleid van B. en W. is gehoord. Maar eigenlijk ligt in deze verklaring -g^n de raadsleden een te leurstelling voor B. en W., want het wil eigen lijk zeggen, dat de nood ons allemaal in het zelfde schuitje heeft gebracht. Vroeger toen gedebatteerd kon worden over belasting en bedrijfspolitiek was het aange namer. Ei- zijn nu geen voorstellen uit den raad gekomen, de heele raad is het met B. en W. eens, dat de beLcfingen, ook al staat Haarlem nog niet aan den top, niet verhoogd moeten worden. B. en W. hebben de begrooting eerst aan Ged. Staten moeten sturen in verband met de aangevraagde extra rijkssubsidie. Haarlem heeft 400.000 aan de regeering gevraagd. Wij weten niet of wij die zullen krijgen. Het vermoeden is dat wij niet het geheele bedrag zullen krijgen. Uit de memorie van antwoord van B. en W. is reeds ge bleken, dat B. en W. met de mogelijk heid rekenen, dat slechts 200.000 door het rijk gegeven zal worden. Dan moet de 200.000 die de gemeente nog uit belastingverhooging zou kunnen halen, als tekort naar een later jaar verschoven worden. Dat zouden B. en W. liever doen dan de belasting ver- hoogen. Het is niet bekend welke voorwaar den het rijk voor een extra subsidie zal stellen. Spreker is evenwel over tuigd, dat die voor Haarlem niet te zwaar zullen zijn. De begrooting van Haarlem heeft aan Den Haag slechts aanleiding gegeven tot eonige wijzigingen: le. de verlaging van de presentie gelden; 2e. de afschaffing van de vrije tele foon voor raadsleden: 3e. de verlaging van de vergoeding aan leden van stembureaux. Wat het laatste betreft is gezegd, dat een vergoeding van 28 cent per uur geen betaling is. Spreker is het daarmee volkomen eens, maar het is ook slechts als een vergoeding bedoeld. Hebben raadsleden een telefoon noodig? Spreker zegt ja, maar de raadsleden in Utrecht, Groningen, Eindhoven, Nijmegen en Arnhem hebben ook geen telefoon. (Wel de raadsleden te Amsterdam, Rotterdam en Den Haag). Het is ook jammer dat de presentie gelden van de raadsleden verlas i moeten worden omdat die niet te hoog waren. Maar nu het rijk ons zoo weinig bezuinigingen op legt, is het beter om zich daartegen niqt te verzetten, maar die te accepteeren. B. en W. overwegen of aan raadsleden die veel commissievergaderingen hebben een ver goeding gegeven kan worden. Haarlem zal ook moeten voldoen aan den Rookt IBIS bij voorkeur uit een IBIS-pijp. Bij Uw winkelier verkrijgbaar. (Adv. Ingez. Med.) wensch om het vergunningsrecht te ver- hoogen. Geen belasting verhooging. Als het rijk niet meer extra subsidie wil geven dan f 200.000 moet de gemeente het wagen, één jaar het dan overblijvende tekort van f 200.000 te verschuiven naar een later jaar, om op die wijze te ontkomen aan be lastingverhooging. Maar als het dan niet be ter gaat met de gemeentefinanciën, dan ziet het er voor de gemeente helaas niet best uit. Daarom kan niet gedacht worden aan verla ging van de tarieven der bedrijven. De ge meente kan op dat oogenblik niet buiten die hooge winsten. Bovendien stijgen de pro ductiekosten van gas en electrieiteit in ver band met het opgeven van den gouden standaard. Als het in de naaste toekomst beter gaat met onze financiën zal de gemeente eerst haar uitgeputte reserves weer moeten aan vullen. Dat zal noodig zijn wil Haarlem zijn goeden naam op de geldmarkt behouden. B. en W. zijn bereid elk jaar weer een lijst te geven van aanhangig gebleven stukken. B. en W. zullen alsnog trachten eenige geldleeningen te verlagen. Ook wordt- met de •regeering onderhandeld over de 5 pet. lee ning van Tuinwijk-Zuid. De regeering hoopt mét 15 September de rente van de leeningen van de rijksfondsen ten opzichte van wo- ningbouwvereenigingen te verlagen tot 4 pet. B. en W. zijn bereid om een onderzoek in te stellen naar de hoogere huur voor films die de bioscoopdirecteuren moeten betalen, maar de Bioscoopbond wensch nog geen cij fers daarover te geven. Er is-door de regeè- ring nog geen beslissing genomen op het raadsbesluit tot verhooging van de vermake lijkheidsbelasting voor de bioscopen. Vermoe delijk komt die getij ktijdig met de beslissing van de regeering over de extra subsidie uit het werkloosheidssubsidiefonds. De gelden die de gemeente nu uit het Werk fonds gekregen heeft, moeten in latere jaren afgelost worden, terwijl dan ook rente be taald moet worden. Er zal van B. en W. een voorstel komen om een straat naar Prins Bernhard te noemen. De fout van het voorstel-Visser was, dat hij reeds een bepaalde straat daarvoor aanwees. Met den heer van Tetering vindt spreker het jammer dat de Middenstand nog weinig gedaan heeft om Haarlem's Bloei te steunen. Misschien zal het gevolg van zijn voorstel zijn dat de Middenstand alsnog een andere hou ding gaat aannemen, ook al verwerpt de raad dat voorstel. De heer van Liemt (R.K.) zei, dat bin nenkort begonnen zal worden met het regis- treeren der jeugdige werkloozen. B. en W. zullen alleen werken in werkver schaffing brengen die zich daarvoor leenen. Als B. en W. dat beginsel niet streng zouden aanhouden, zou veel meer werk in werkver schaffing komen. B. en W. gaan voort met het zoeken van goede objecten B. en W. hebben als een object in studie het dempen van de Bakenes- s er gracht. (Geroep: het Haarlemsche Rokin). Wij hebben al de instemming gekregen van een instantie, die vroeger niet wilde meewer ken. Dit zou een object zijn waardoor vele handen werk kunnen krijgen. Spreker heeft in vorige zittingen meerma len de beweringen van den heer Castricum inzake de werkverschaffing weersproken. Dit opnieuw doen is onnoodig. De contact-commissie uit de vakcentrales werkt uitstekend. Wat de heer Meyers zei over het te werk steden van werkloozen in hun eigen vak is spreker uit het hart gegrepen. Het zou in het belang zijn van de werkloozen en van de aannemers van zulke werken. Spreker hoopte alsnog dat de burgers en de Middenstand tot inkeer zal komen wat de sympathie voor Haarlem's Bloei betreft. De bestuurders zijn vol enthousiasme voor het welslagen, maar dan moet de geheele burgerij de zaak financieel steunen. Voor een gulden kan men reeds lid worden. Als men dat niet doet, dan heeft men later ook geen recht om te kankeren, dan heeft men het aan zich zelf te wijten als er geen vreemdelingen komen en zich geen nieuwe ingezetenen in onze ge meente vestigen. Een groote garagehouder en een hotelhouder hebben geweigerd voor één gulden lid te worden. Dat is zeer kort gezien. In afwijking van de meerderheid van het college wil spreker zeggen, dat hij het ook als een onrecht voelt, dat de RE., wat de be noemingen betreft, achtergesteld zijn. Die verhoudingen zijn zeer onjuist'. Bij vele dien sten zijn in verhouding veel te weinig R.K. De verhouding lijkt naar niets. Wethouder W. J. B. van Liemt deelde mede dat het vraagstuk van de demping der Bakenessergracht in studie genomen is. De oorzaak van dezen toestand ligt niet bij het college van B. en W. Evenmin bij enkele bedrijfshoofden, maar er zijn bedrijven, waar de verhouding bij eenige welwillendheid wel verbeterd kon worden. De R.K. willen het niet precies uittellen en 1/3 van de posten vragen, maar zooals het nu is voelen de R.K. het als een achteruitstelling. De heer Boes (V.D.) constateerde, dat geen punten van onderwijs zijn aangeroerd. Wat de ambtenaren-benoemingen betreft, is sprekers standpunt, dat niemand moet worden aange steld, omdat hij R.K. is, maar ook moet nie mand niet benoemd worden omdat hij R.K. is. Als B. en W. zich zouden gaan bemoeien met de politieke richting van sollicitanten, dan zou een ongewenschte toestand ontstaan. Als mocht blijken, dat bij sommige voordrachten, die aan B. en W. gezonden worden voor be noemingen, politieke overwegingen een rol spelen, dan zullen B. en W. daartegen optre den. De heer Reinalda (S.D.A.P.) zei dat de wet van 22 Dec. 1933 aan raadsleden het ge voel geeft, dat zij in een bedompte atmosfeer leven. Het college van B. en W. denkt er pre cies zoo over als de raadsleden, maar moet ge volg geven aan de wenken die de hoogere col leges gegeven hebben. Die voorstellen zijn fei telijk klein gedoe. Maar het is toch het beste als de raad zich niet tegen die voorstellen ver zet. Het college van B. en W. zal evenwel te genover de hoogere bestuurscolleges mededee- len hoe de opvatting van den raad over deze voorstellen is. B. en W. hebben er behoefte aan om bij de ze behandeling van de begrooting te zeggen dat, hoewel het Haarlemsche personeel veel financieele offers heeft moeten brengen, het wérk toch met de meeste nauwgezetheid wordt volbracht. (Applaus). B. en W. zijn steeds bezig om de belangen van het personeel zooveel mogelijk te bevor deren binnen het raam dat aan de gemeente is opgelegd. Zoo mogelijk worden werklieden in een hoogere groep gebracht, als het kan worden ambtenaren tot een hoogeren -rang be vorderd. Zoo wordt getracht zooveel mogelijk leed en onrecht te verzachten. Voor de hoofden van takken van dienst is geen promotie mogelijk. Daarom hebben B. en W. in enkele gevallen voorstellen gedaan om toelagen te geven. Behalve "hetgeen reeds in de begrooting is opgenomen, stellen B. en W. voor nog 1633.50 uit te trekken voor Lucht bescherming. Daaronder is 1000 als toelage aan den Commissaris van Politie als hoofd van dén dienst voor de luchtbescherming. Ambtenaren hebben geen nevenbetrek kingen van beteekenis. Er zijn enkele geval len waarin ambtenaren voor kerkelijke en burgerlijke bestuursfuncties een kleine vergoe ding krijgen. B. en W. hebben nimmer een geval in hun college gehad, waarin de godsdienst een rol speelde bij benoemingen. Het zou tot groote willekeur leiden als niet naar be kwaamheid maar naar godsdienst gevraagd zou worden. Als andere autoriteiten in de ge meente iemand niet zouden voordragen in ver band met zijn godsdienst, dan zouden B. en W. dit zeer sterk afkeuren. Het zou een aanran ding van de rechten van de Grondwet betee kenen. B. en W. willen alleen de b e s te heb' ben. Het gevoel waaraan de R.K. uiting ge geven hebben, kan spreker zich indenken; de cijfers die gegeven zijn, zijn inderdaad spre kend. Spreker zou ook wel eens kunnen gaan onderzoeken hoeveel sociaal-democraten er onder de ambtenaren zijn en hij is bij voor baat overtuigd, dat het cijfer ook laag zou zijn. B. en W. hebben geen hautaine houding aan genomen in hun antwoord op het afdeelings- verslag. Die bedoeling hebben B. en W. geens zins gehad. B. en W. houden zich wat benoemingen be treft, niet bezig met overwegingen van gods dienst en politiek, maar beoordeelen objec tief wie de beste is. En er is thans voor alle betrekkingen een gedrang van zeer veel ge schikte personen. Het vraagstuk van de betaling van lossi werklieden en ambtenaren is zeer moeilijk. B. en W. hebben eenige adressen over deze aan gelegenheid voor praeadvies genomen. B. en W. hebben evenwel reeds in beginsel besloten dat dit personeel aangenomen zal worden naar de bepalingen van de collectieve arbeidsover eenkomsten, met al de sociale bepalingen die daaraan vast zitten. 6 o I d o o t Scheercrême maakt de stug ste baard zacht, zoodat het mes er, snel en gemakkelijk doorglijdt. Binnen twee minuten klaar 1 De lanoline welke in deze crème is verwerkt voorkomt trekken en schrijnen van de huid. Een groote tube voor 50 ct. Probeer het eens. NEDERL/fgr FABRIKAAT SCHEERCRÈME (Adv. Ingez. Med.) De Palm door ANDRIES BUYS Tante Cato is een erfstuk van de familie; gezet, opgewekt, naief en op leeftijd, om niet te zeggen bepaald oud. Ik heb haar van mijn prilste jeugd af gekend, mijn vrouw heeft haar van de eerste schuchtere dagen onzer verloving af gezien, zij is onafscheidelijk ver bonden met de geschiedenis van het geslacht Buys. Maar er is eens iets gebeurd, dat een ernstige bèdreiging vormde voor de diepe en traditioneele genegenheid, die er onder ons Buyzen bestaat voor Tante Cato. Het gebeurde op onzen trouwdag. Tante Cato, het is reeds gezegd, is een opgewekte vrouw, wie men niets kwalijk neemt en zoo was het dan ook zeker geen reden tot ontstemming, dat zij de eenige van mijn gansche uitgebrei de familie was. die mijn ondertrouw onopge merkt voorbij liet gaan. Tante Cato kan nu eenmaal een potje, om niet te zeggen een heel servies, breken. We hoorden niets van haar, heel den gezelligen bruidstijd door en hadden reeds de hoop opgegeven, dat er van die zijde nog „iets" zou „loskomen", zooals dat heel on eerbiedig heette, toen onze trouwdag aan brak. Alles ging goed het huwelijk was met de gebruikelijke plechtigheid voltrokken en de gansche schaar van genoodigden zat aan een uitgebreide lunch, die wij gemakshalve in de plaats van het diner hadden gesteld. En ziet. juist op het oogenblik dat oom Andries, mijn plechtige peetoom van het departement uit den Haag, zijn even plechtige rede uitsprak. hij had het net over het bouwen van nestjes met de gebruikelijke indiscreties, aan trouw- speeches eigen, wie kwam daar binnen? Wie kón daar anders binnen komen dan tante Cato? Het oogenblik was onvergetelijk. Een tafel vol opgewekte menschen, oom Andries, staan de in het smetteloos zwart, een milde glimlach om de lippen en een passende aardigheid in den mond, en in de deuropening tante Cato, breeduit, in zwarte gitten overal waar haar opperst kleed er plaats voor had, een breede, glanzende glimlach op het gelaat en in de armen In haar armen iets geweldig, iets wits ter hoogte van anderhalven meter, dat haar het uitzicht vrijwel benam en hevig ritselde. Oom Andries stopte, glimlachte toegevend, bleef staan en wij allen stonden op. De begroeting was roerend, de gelukwenschen eerste klas en toen kwam het cadeau. Het moest iets onvergetelijks zijn, iets. waardoor wij o, overbodigheid steeds aan haar zouden denken. Toen ritselde het papier en kwam te voorschijn wat wij reeds hadden zien aankomen, een palm! Imana en ik keken elkaar aan. O, ja,' juist wat wij zoo graag wilden hebben, nét iets voor het nieuwe huis. En in stilte verwensch- ten wij tante Cato en haar palm, die als een woudreus moest staan in dat kleine twee-en- dertig-gulden-per-maand-huis, dat nauwelijks plaats bood aan twee jonge menschen en wat huisraad. Later op den middag moet oom An dries zijn toespraak nog hebben voltooid. Ik kan het mij niet meer herinneren. Ik weet nog slechts, dat ik aan een palm dacht. In de oogen van Imana lag en nadenkende glans, die mij voorkwam, door een palm geïnspireerd te zijn. Er bestonden voor Imana en mij geen witte broodsweken; er bestond slechts een palm. Groot en geweldig stond hij in de voorkamer, verhuisde hij naar de achterkamer, de gang. het trapportaal. Alleen op de slaapkamer wil- de ik hem beslist niet hebben. En de palm bleef. Radeloos zagen Imana en ik elkaar aan. Wat moest er gedaan worden? Dit kon zoo niet blijven! En tenslotte, als steeds inspi reerde Imana mij, geheel onbewust. In den vroegen Zondagmorgen kwam zij beneden en floot. FlootEn ik herkende de ouverture „Lu- cretia Borgia". Niemand weet. waarom zij .Xucretia Borgia" floot, zij, die 's morgens geen mond kan open doen. Maar zij floot dien morgen en gaf mij het idee. Wij moesten de palm ombrengen, langzaam en geraffineerd om hals brengen. Om twaalf uur dien dag goot ik voorzichtig een halve liter heet water op een pond keu kenzout, Met het dampende mengsel schreed ik naar de palm. Vol genegenheid floot ik „Lucretia Borgia" en stortte het vocht in de bloempot. Mijn Zondag was goed. Doch de palm verwelkte niet. Jodium, zei Imana, maar jodium ruikt! Jodium is een van de weinige dingen, die naar zichzelf ruiken en tante Cato is de vrouw van een drogist en be zoekt vrijwel iedere maand ons en haar palm. En zij is tevreden. Azijn, meende Imana en het werd azijn. En de palm bleef. Imana raadpleegde een boek over planten, palmen en zoo. „Luis", zei Imana, „daar kan hij vast niet tegen". Een dag later zaten de cactussen van Ima na en mijn eenige tuinmansliefde, een moe derplantje uit mijn vrijgezellenjaren, vol luis. Waar Imana ze gekocht, gehuurd of gekregen heeft, is mij niet bekend. Wel weet ik. dat de palm trotsch en fier zijn wuivende bladeren rondwaaierde en stand hield. Wij maakten de rekening op. Een pond zout, een halve liter azijn, een half fleschje Worcester-sauce. Niets had geholpen. En de vacantie stond voor de deur. Wie kon aan een vacantie denken terwijl een palm in zijn ver laten huis stond en naar alle waarschijnlijk heid alle verdorsting zou trotseeren? Op den tweeden dag van ons verblijf te Driebergen ontving ik een brief, doorgezonden van huis. „Door een ongelukkig toeval", zoo luidde het schrijven, „ging het adres van mevrouw C. Anten (dat is tante Cato), voor wier reke ning wij ten Uwen huize een palm afleverden op 10 Januari, verloren. Gaarne zouden wij dit van u vernemen. HoogachtendSmit en Zoon. Fabriek van kunstbloemen en planten' Eén fikse regenbui, dadelijk bij onze thuis komst toegediend, deed. wat een pond zout een halve liter azijn en mijn kostbare Wor- I cester-sauce niet vermochten. Exit palma. M. A. Reinalda. wethouder van Openbare Werken, gaf zijn visie op het Haarlem van de toekomst. De motie-Peper over deze aangelegenheid is dus overbodig geworden. Het debat over de uitvoering van groote openbare werken heeft spreker met genoegen aangehoord. Inderdaad zal men er bij de overheidslichamen toe moeten komen om een program van groote openbare werken voor een reeks van jaren te overzien. Het Plan van den Arbeid heeft daarop ook aangestuurd. Ook het Werkfonds heeft dienzelfden opzet. Er is tus- schen het Werkfonds en de gemeente Haarlem een goede samenwerking. Er wordt getracht zooveel mogelijk objecten te verkrijgen. Daar om moet de heer Noordhoff niet aandringen op samenwerking met de Vereeniging van Ne- derlandsche gemeenten, want dat zou de zaak vertragen. Als wij zoo blijven voortwerken is er kans. dat in dezen crisistijd veel goeds voor Haarlem tot stand komt. De objecten die uit gevoerd worden, dienen economisch verant woord te zijn. Natuurlijk kost dat geld en dat komt in de begrooting tot uiting, maar nie mand kan daar op redelijke gronden tegen zijn. Over het achterstallige onderhoud. Er is achterstand op het gebied van onder houdswerken. De raad was het met B. en W. eens, dat die werken niet in werkverschaffing moeten worden gebracht. Maar die beslissing was alleen negatief. Er moet iets positiefs voor komen. De torens, bruggen, gebouwen en de straten moeten goed onderhouden worden. B. en W. hopen, dat de regeering, bij het overleg, dat nu gaande is alsnog zullen erken nen, dat deze onderhoudswerken door vak- menschen moet worden uitgevoerd. Tot nu tce staat de regeering op het standpunt dat het in werkverschaffing moet, maar er is reden om te veronderstellen, dat de regeering tot andere gedachten gaat komen. 20 jaar geleden werd reeds in den raad bij de behandeling der begrooting gevraagd „wan neer gaan wij de Bakenessergracht dempen". Toen was er evenwel de omstandigheid dat het niet mocht van Rijnland, maar dit hoog heemraadschap heeft nu zijn bezwaren opge geven. Maar nu zijn wij nog niet toe aan de conclusie dat wij de gracht gaan dempen. Er zijn verschillende bezwaren tegen de demping omdat de gracht een mooi stukje oud Haar lem is. B. en W. zullen het voor en tegen nauwgezet overwegen en dan met een voor stel bij den raad komen. De motie Peper om geen werken meer in werkverschaffing uit te voeren ontraadt het college van B. en W. Tenslotte de quaestie der ordening. De nor men van de Vestigingswet zijn niet voldoende. De gemeente moet trachten met samenwer king met den Middenstand tot een betere re geling te komen. De enquête over de winkels en bedrijven die pas is ingesteld bracht een bedroevend re sultaat. Het is een chaos, er is wanorde. De burgemeester tracht den broodprijs laag te houden, maar het lukt hem niet. omdat de bakkerijen voor groote moeilijkheden zitten. Zoo is het met de sigarenwinkeliers, kappers, caféhouders en hotels. Zoo lang de Midden stand zelf niet voldoende medewerkt, kan de gemeente niet veel doen. B. en W. zijn even wel bereid om te helpen. Daarom willen B. en W. meedoen aan de verzoeken van de bak kers om hier tot saneering te komen. Hoe zal de toekomst van Haarlem zijn? De positie van de stad, die mooi gelegen is in het hart van Kennemerland, is zeer gunstig. Wij trachten de bevolking aan te bieden wat noodig is. Het beste wat kan. In Kennemer land "heeft. Haarlem een belangrijke rol te vervullen. Ook de industrie wil de gemeente zooveel mogelijk bevorderen. Daarom heeft de raad besloten om een haven te graven en een industrie terrein aan te leggen. Een van de groote maatschappijen in ons land is bezig met de gemeente te contracteeren om bij het haven en industrieterrein een nieuwe industrie te vestigen. Met twee andere kleine industrieën wordt onderhandeld. De positie van Haarlem heeft beloften voor de toekomst. Moeilijk is evenwel de verhouding tot de randgemeenten. De wet op de financieele ver houding heeft gelijkstelling willen brengen, maar dat is niet voldoende gebleken. Daarom heeft het college van B. en W. zich tot de regeering gewend onder overlegging van cijfers over de gevolgen van de belasting- vlucht. Nu is er evenwel gezegd, dat bij een annexatie geen financieele argumenten mo gen worden aangevoerd, maar ik vraag u hoe kan men een gemeente besturen als men niet op deze dingen mag wijzen. B. en W. hopen dat de raad zich achter het college zal scharen wat betreft de eerste po gingen om tot een nieuwe annexatie te komen. Voorts de quaestie der ordening. De nor- Het moet evenwel een oplossing op groote schaal zijn, die in het belang van de geheele streek is. Het college is evenwel overtuigd, dat daar er in de allernaaste toekomst nog wreinig kans op verwezenlijking zal zijn. De raad besloot van replieken af te zien. De motie Peper over de betaling van het losse personeel en het niet meer uitvoeren van werken in werkverschaffing, werden met en kele stemmen voor verworpen. De heer van Tetering trok zijn voorstel voor Haarlem's Bloei in. Heden, Donderdag, begint de raad aan de behandeling der hoofdstukken. ZANGAVOND NOORDER KINDERKOOR. Het Noorder-Kinderkoor (afdeellng van het Noorderkerkkoor) geeft op Vrijdagavond 5 Maart a.s. een zanguitvoering voor "leden en begunstigers. Medewerking verleenen het Noorderkerkkoor, mevr. Pauline Terstal, alt en de heer P. P. Boogaard, tenor.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 15