1937 v
VICTOR HUGO
^nieuu>e"u*Uen
4 6 8
PRIMA KWALITEIT
VECTQtHÜ60
WOEXSDAG 24 MAART 1037
HAAKLEM'S DAGBLAD
8
Nederlandsche Kinderbond.
25-jarig bestaan der afdeeling Haarlem
Omstreken.
Ter gelegenheid van de herdenking
van het 25-jarig bestaan der afd.
Haarlem van den Nederlandschen
Kinderbond werd gisteravond in het
gebouw van den H. K B. een feeste
lijke bijeenkomst gehouden. De tal-
looze blijken van belangstelling die
het bestuur van vele kanten ten deel
vielen bewezen wel hoezeer het werk
van den Kinderbond gewaardeerd
wordt.
De presidente der afd. Haarlem mej. C.
Westendorp, sprak een openingswoord.
Spreekster heette alle aanwezigen harte
lijk welkom.
Tot onze vreugde mogen wij ook heden
avond Mevr. Th. Thiel-Wehrbein, mede-op
richtster van de afdeeling, in ons midden
zien.
Mevrouw G. DekkerDuyvis, Eerelid van
de afdeeling, die sinds eenige jaren in Ber
gen woont, kan vanavond tot onzen spijt niet
aanwezig zijn. Zij verblijdde ons met een
prachtige gift waarvoor wij haar hartelijk
dank zeggen.
Met weemoed herdenken wij Mevr. G. S.
Mees-Schuckinck Kool die wij in het bestuur
zeer missen.
U zult begrijpen, dat ik zoo vervuld ben
van herinneringen, aldus spr., dat ik haast
niet weet, wat ik kiezen moet om U te ver
tellen in de enkele oogenblikken, die ik ge
bruiken mag.
Het clubwerk ging gedurende de 25 jaar ge
regeld zijn gang. Het aantal kinderen varieer
de van 100 tot 150. Op !t oogenblik zijn 144
kinderen ingeschreven
U weet, dat in hoofdzaak het streven van
den Bond is bij kinderen, in hun vrijen tijd.
onder het verrichten van aardige bezighe
den. 1 p ongezochte wijze rechtvaardigheid
en degevoel aan te kweeken.
Dit legt de leidsters en leiders de verplich
ting op iedere week een middag of avonduur
met lust en opgewektheid aan het clubwerk
te besteden! Wij kunnen niet dankbaar ge
noeg zijn. dat dames en heeren dezen taak
met zooveel liefde vervullen.
Mevrouw van der Hucht-Kerkhoven en
Mej. wijthoff en Suze Groshans, die zoozeer
doo rongen waren van de humanitaire be-
g len van Dierenbescherming en Wereld-
vvt e. brachten de kinderen reeds dadelijk
in aanraking met de beste lectuur en de mooi
ste verhalen op dit gebied.
Wijlen Mevr Willekes-Macdonald Reyvaert
brr ■■>t haar liefde voor de natuur over op de
k aren door ze mee naar buiten te nemen
or- loemen te kweeken.
i. Mondriaan, met haar muzikalen aan-
1p vacht de kinderen aan het zingen en
r een operettskoor op.
fijn kunstzinnige Mevrouw de Vogel
s ef en componeerde „Het Parelsnoer",
t sprookje van liefde voor al wat leeft. En
u al deze nobele gedachten groeiden de
•F lertuinen, de Vredeslichtommegang, de
u aering van het Parelsnoer,
Dg studie, die achter deze uitvoering lag,
heeft de kinderen een jaar lang bezig ge
houden, heeft hun gemoed verrijkt, en kleur
g 'bracht in hun leven. En zij kunnen de vol
doening hebben eenige opvoeringen te heb
ben gegeven ten bate van enkele vereenigin-
gen die het goede voorstaan.
Mevr. de Voogt. die ons altijd voorlicht op
het gebied van aardige dingen op den kin-
de. bond te brengen, heeft de vriendelijkheid
gehad een Paaschtafel klaar te maken. Hier
mede wil zij laten zien, dat men eigenlijk
zonder onkosten een aardig effect kan berei
ken. Ook haar poppenhuis, waarin de meu-
belties van lucifersdoosjes gemaakt zijn, be-
ho-it zoo goed als niets te kosten.
Ik kan U spreken van de vriendschap van
Mevr. Blomberg-Zeeman voor den Kinder-
bc- Zij maakte, door haar prachtige ver-
li? 'i zoo warm voor te dragen, onze Ver
te" onden tot heerlijke feesten.
Mej Westendorp dankte verder het Hoofd-
bs U:ur van den Ned. Kinderbond, de be-
strursleden van de Ver. van Huisvrouwen, de
Dierenbescherming, de Kindertuinen, de
Doopsgezinde Gemeente, Het Nut van 't Al
gemeen, van welke vereenigingen de Kinder
bond zooveel steun mocht ontvangen.
Wij hebben nog veel goede voornemens en
willen nog mooie plannen verwezenlijken.
Spr. besloot haar rede met een opwekking
om het mooie werk van den Kinderbond zoo
veel mogelijk te steunen.
Na de rede van mej. Westendorp werd door
de k.nderen die in aardige kaboutercostuum-
pjes waren gestoken aan mej. Westendorp en
aan het bestuur dank gebracht voor het vele
wat zij voor hen gedaan hebben. Alle leden
van het bestuur kregen een naaidoos en een
bloembakje, terwijl verder een vlag werd ont
huld. waarvoor door de kinderen zelf het
geld bijeengebracht was.
Namens het hoofdbestuur van den Neder
landschen Kinderbond sprak mej. A. Buis
man. die zeide dat de afd. Haarlem vele
malen ten voorbeeld wordt gesteld om de
voorbeeldige wijze waarop zijn de liefde voor
vredesbeweging en de dierenbescherming aan
de kinderen bijbrengt. Aan mej. Westendorp
werd een geschenk en een boekje overhan
digd ter aanvulling van de bibliotheek.
Voor de afd. Amsterdam sprak mej. Banet
die een fraaie mand bloemen aanbood.
Namens de Ver. voor Dierenbescherming
en de maatschappij tot Nut van 't Algemeen
spraken de heeren mr J. P. A. C. ten Sokkel
en Ir. R. G. Venenbos.
De presidente der afdeeling Haarlem van
de Ned. Ver. van Huisvrouwen, mevr. A. J.
Visser-Brutel de la Rivière releveerde de
goede verstandhouding en de prettige sa
menwerking die er altijd tusschen de Ned.
Ver. van Huisvrouwen en den Ned. Kinder
bond bestaat.
Hierna was het woord aan Mevr. Th. Thiel-
Wehrbein. medeoprichtster van de afdeeling
Haarlem, die mej. Westendorp en het bestuur
op buitengewoon hartelijke wijze complimen
teerde. Spr. bood mej. Westendorp twee zil
veren kandelaars en een electrische klok aan.
Namens het Hoofdbestuur werd nog aan
mej Mondriaan' die het operettekoor opge
richt heeft een boekje aangeboden.
Mevr. R de Voogt-de Vogels sprak mej.
Westerdorp namens 't bestuur der afd. Haar
lem toe en bood haar een mooie bloemen
mand aan.
Mej. Westendorp dankte alle spreeksters
en sprekers hartelijk en bood aan mej.
Hartgers die 15 jaar in het huis der afd.
dienst heeft gedaan een fraai bloemstuk en
een oorkonde aan.
Aan mej. Rika Melchior, die reeds 10 jaar
lid der afdeeling Haarlem is. overhandigde
spr. een boek.
Verder spraken nog mej. van der Geer en
mei. Bloemhof.
Het Hoofdbestuur was bovendien nog ver-
tegenwoordigd door mej. Jolles uit Den Haag,
Zeer vele bloemstukken en telegrammen,
oa. van de afd. Apeldoorn waren nog bin
nengekomen.
Na het officieele gedeelte was het de beurt
aan de kinderen, die de talrijke aanwezigen
met aardige dansjes, liedjes en voordrachten
op aangename wijze bezig hielden.
Na de pauze werden o.m. nog liedjes met
Chineesche schimmen vertoond van Hendrika
van Tusschenbroek.
De afd. Haarlem van den Nederlandschen
Kinderbond kan met zeer veel genoegen op
deze uitstekend geslaagden jubileumavond
terugzien.
De heer A. Meilink huldigde namens het
bestuur der afdeeling Haarlem van Schooi
en Werktuinen mej. Westendorp niet alleen
als de grondlegster dezer vereeniging, maar
ook als een trouw en toegewijd bestuurslid,
die eerst als voorzitster, later als penning-
meesteresse, zeer veel voor de vereeniging
heeft gedaan. Steeds zal ons in dankbare her
innering blijven, wat zij voor de vereeni
ging heeft gedaan.
T. B. C.-BESTRUDING.
Het secretariaat van de Vereeniging tot be
vordering der belangen van T. B. C.-patiën-
ten in Nederland, afdeeling Haarlem, is ver
plaatst van Havikstraat 51 naar Patrimo
niumstraat 20 te Haarlem.
FAILLISSEMENTEN.
Uitgesproken faillissementen door de Ar-
rondissements-Rechtbank te Haarlem op
Dinsdag 23 Maart 1937.
1. P. Humme, caféhouder, wonende te Haar
lem, Koningstraat 33.
Curator: Mr. A. van Leyenhorst. te Haar
lem.
2. L. J. Pieters. houder van een taxibe
drijf, wonende te Overveen, gemeente Bloe-
mendaal, Zijlweg 12A.
Curator: Mr. K. A. F. J. Pliester, te Haar
lem.
3. E. Brink. Stucadoor en ijsfabrikant, wo
nende te Hillegom, Endelaan 57.
Curatrice: mevr. Mr. L.' M. I. L. van
TaalingenDols te Haarlem.
4. H. W. A. Janssen, bloemkweeker, wonende
te Aalsmeer, Dorpsstraat 102.
Curatrice: Mej. Mr. D. M. 't Hooft, te
Aalsmeer.
5. C. Blokker, zonder beroep, wonende te
Koog aan de Zaan, Hyacinthenstraat 13
p.a. mevr. A. E. Blokker.
Curator: Mr. B. E. van Tijn te Haarlem.
Rechter-commissaris in al deze faillisse
menten: Mr. L. Vliegenthart te Haarlem.
Opgeheven wegens gebrek aan actief zijn
de faillissementen van:
1. G. Schoenmaker, melkhandelaar, wonende
te Haarlem, Waldeck Pyrmontstraat 12.
Curator: Mr. P. Tideman te Haarlem.
2. H. van Gameren, chauffeur, wonende te
Beverwijk, Meerstraat 2.
Curator: Mr. Dr. A. van der Flier, te IJmui-
den-Oost.
3. J. G. N. Aggenbach, groentenhandelaar,
wonende te Beverwijk Regulierstraat 22
Curator: Mr. Dr. A. van der Flier, te IJmui-
den-Oost.
PROGRAMMA VAN Uii HAAKLEMSCHE
RARIOCENTRALE OP DONDERDAG
25 MAART.
Progr. 3: 8.00 Keulen; 9.20 Pauze. 11.20 Keu
len; 12.05 Parijs Radio; 1.05 Vlaamsch Brus
sel. 2.20 Diversen. 2.50 Parijs Radio. 3.35 Lon
don Regional. 4.20 Parijs Radio. 5.20 Keulen.
7.05 Weenen. 8.15 Pauze. 8.20 Fransch Brussel.
10.20 Berlijn. 11.20 Diversen.
Progr. 4: 8.00 Vlaamsch Brussel. 9.20 Pauze.
10.35 London Regional. 1.35 Droitwich. 2.20
London Regional. 3.35 Droitwich. 6.40 Fransch
Brussel. 7.00 Droitwich.
Progr. 5: 8.007.00 Div. 7.00 Eigen gra-
mofoonplaten concert: Zang: 1. Showboat,
Paul Robeson; 2. Dort wo du hingehst, Herbert
Ernst Groh; 3. Potpourri van Chansons, Lys
Gauty; 4. Heut' und alle Tage, Herbert Ernst
Groh; 5. Calling me home, Joe Petersen; 6.
Home sweet home, idem; 7. Sally, idem; 8.
Love's old Sweet song, idem; 9. Violon dans
la nuit, Miss Martira; 10. Flirtation Walk
Dick Powell; 11. Chante Gitana, Miss Batira;
12. Mr. and mrs. is the name, Dick Powell;
13. Vergiss deine Sehnsueht, Pola Negri; 14.
Du bist mein Glück, Benjamino Gigli; 15.
Wenn die Sonne, Pola Negri; 16. Notte a Vene-
tia, Benjamino Gigli; 8.0012.00 Diversen.
Engelsche Volksliederen.
Zang en voordracht door Mrs. Ethel Lewis
voor de English Association.
i Adv. ingezMedj
Voor een kleine schare toehoorders trad
gisteravond voor de afdeeling Haarlem van de
English Association Mrs. Ethel Lewis op, die
met zang en explicatie haar auditorium een
indruk heeft gegeven van het karakter der
Britsche folk-songs.
Mrs. Lewis, die een groote Europeesche tour-
née achter den rug heeft en thans op het punt
staat naar haar vaderland terug te keeren,
werd bij het begin van den avond toegespro
ken door den voorzitter, dr. F. P. van der
Voorde. Deze zeide, dat de zangeres bekend
heid heeft verworven door haar radio-recitals
uit Lenden en Belfast, terwijl zij bovendien op
haar jongste tournée o.a. voor den zender van
Zagreb is opgetreden.
Het woord was daarna aan Mrs. Lewis.
Spreekster constateerde, dat het volkslied in
het eigenlijke Engeland aan het afsterven is.
De moderne „hits" hebben helaas de mooie
oude folk-songs verdrongen, waaraan radio en
gramofoon het hunne hebben bijgedragen. De
echte Engelsche volksliederen worden nog
slechts door weinigen gezongen. Anders staat
het echter in Ierland den geboortegrond
van Mrs. Lewis waar het volkslied in eere
is gebleven en in nog sterker mate geldt dit
voor de Hebriden.
De Engelsche folk-song is luchtig en vroo-
lijk van inslag. Het zijn dikwijls liedekens, die
bij den eenvoudigen volksdans hooren. Het
onderwerp is zelden tragisch en behandelt
geen roemrijke veldslagen of daden van on
versaagde helden, gelijk dat bijvoorbeeld in
het Iersche volkslied doorgaans het geval is.
Het meest muzikale deel van Engeland noem
de Mrs. Lewis Wales. De liederen van dit ge
bied herkent men door hun zeer melodieuzen,
vloeienden toonaard. Iedereen zingt in Wales,
het liefst met anderen tezamen. Het is bij
voorbeeld typisch op te merken, hoe de
mijnwerkers zich gemeenschappelijk zingend
en dit geschiedt in treffende harmonie
naar hun werk begeven.
Als voorbeelden van Engelsche volksliede
ren zong Mrs. Lewis „The Oak and the Ash"
en „I will give my love an apple" en als spe
cifiek Welsh lied „The Ashgroves", dat in
dit landsdeel welhaast de nationale hymne
•geworden is.
Schotland's folk-songs dragen een zeer ge
varieerd karakter. Groot is het aantal balla
den, dat hier ontstaan is. „The Skye-boat-
man", pittig door Mrs. Lewis voorgedragen,
behoort wel tot de bekendste. De humor ont
breekt evenmin in het Sehotsche volkslied, ge
tuige het oolijke liedje van den kuiper, die
zoo'n origineel en probaat middel vond om
zijn wederhelft aan het werken te krijgen.
Op de Hebriden, de eilandengroep ten wes
ten van Schotland, is het volkslied nog het
best geconserveerd gebleven. De bewoners
leven er nog altijd vrij sterk geïsoleerd en
zijn blijkbaar niet van zins hun oude songs
voor de moderne prijs te geven. Het Hybri
dische volkslied bezingt de alledaagsche din
gen van het leven, zooals het melken en de
gewone beslommeringen van moeder-de-
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans; 6 voor 8 ct. en 25% zwaarder dan de meeste andere.
(Adv. Ingez. Med.)
Een vergissing
door BERT LOVEN.
Daisy Croner zat met halfgesloten oogen,
zonder iets te zien, naar de helder verlichte
ramen van de groote villa te staren.
Zachtjes klonken de vroolijke tonen van
de dansmuziek in haar ooren. Ze schonk er
geen aandacht aan. Haar gedachten vertoef
den op een geheel andere plaats. Nog geen
half uur geleden had Tom Westmore, de
jonge luitenant, haar zijn diepste hartsgehei
men geopenbaard.
Tom was de vriend van Daisy's broer. John
Croner was, evenals Tom, subaltern officier
bij het leger en de laatste kwam dikwijls bij
hem aan huis. Het meisje beschouwde deze
bezoeken als een gevolg van de vriendschap
tusschen de beide jongelui. Nooit had ze er
iets anders achter gezocht. Daarom was de
verklaring van Westmore haar te plotseling
gekomen en nog wel tijdens een feestavondje
bij haar oom, Sir Henry Croner.
Ze had nog geen besluit kunnen nemen en
was den tuin ingegaan, om na te denken.
Haar hart klopte sneller, als zij er aan dacht
dat Tom inderdaad in haar binnenste een
groote plaats had weten te veroveren.
Langzaam stond ze op en richtte haar
schreden naar de villa. Ze had geen lust.
zich naar de feestzaal te begeven, daarom
ging ze rechtstreeks naar haar kamer, welke
naast het vertrek van haar oom was gele
gen. Daar liet zij zich op den divan vallen.
Hoelang ze daar gelegen had, zou ze niet
hebben kunnen zeggen: toen een knarsend
geluid, afkomstig uit het vertrek van Sir
Henry, haar deed opschrikken. Ze dacht aan
de vele inbraken en diefstallen, welke de
laatste dagen in de omgeving waren ge
pleegd en ze huiverde. Haar oom kon het
niet zijn. die was een uur geleden plotseling
naar een patiënt buiten de stad geroepen.
In haar angst wilde ze om hulp roepen,
maar haar keel werd als dichtgesnoerd, toen
in een opwelling van moed. klemde ze
de lippen opeen en schier onhoorbaar voort
schrijdende begaf zij zich naar de kamer,
vanwaar het geluid tot haar was doorge
drongen.
Een smalle lichtstreep vertoonde zich on
der de deur. De inbreker was dus nog bezig.
Zachtjes, zonder het minste geruisch, open
de ze de kamerdeur en haar blik viel op een
man, die met zijn rug naar haar toegekeerd
stond. De deur van de brandkast stond open
en hij bemerkte in zijn ijver niet, dat het
meisje achter hem stond.
Op dat oogenblik voelde zij niet de minste
angst. Zonder aarzelen liep ze verder de
kamer in en bleef als aan den grond gena
geld staan. Ze wankelde en moest zich aan
een stoel vastgrijpen, om niet te vallen. On
willekeurig slaakte ze een zucht. De man
voor de brandkast wendde zich om.
„Daisy!
„Tom!lispelde zij. „Jij een inbreker
een dief
„Stil", fluisterde de jonge luitenant. „Spreek
niet zoo hard, men zou ons kunnen hooren
en dat zou onder deze omstandigheden niet
prettig zijn".
„Mijnheer Westmore!" beet ze hem toe,
„hoe durf u onder deze omstandigheden te
spotten?"
„Ik spot niet, Daisy".
Met uitgestrekte armen kwam hij naar
haar toe, maar ze week angstvallig terug.
„Berg alles weer in de kast!" beval ze met
van toorn fonkelende oogen.
Hij gehoorzaamde werktuigelijk en sloot de
brandkast.
„Ik smeek je, Daisy, mij niet te verraden".
Ze haalde minachtend de schouders op.
„Ik weet het nog niet", zei ze langzaam.
„Ik moet er over nadenken".
Hij keek haar doordringend aan en ver
volgde:
„Ik begrijp het. Er is een beetje medelij
den in uw hart met den man. die u nog zoo
kort geleden zijn liefde verklaarde, niet
waar? Bovendien is hij de vriend van uw
broeder. Maar toch hebt u gevoel voor recht
vaardigheid. Een dief mag niet vrijuit gaan".
Ze knikte haast onmerkbaar, maar hij zag
het en vervolgde haastig:
„Mag ik een voorstel doen? Wilt u wach
ten tot morgen, alvorens uw ontdekking aan
uw oom mede te deelen? Misschien zijn er
voor mij nog verzachtende omstandigheden
te vinden".
Daisy weerde met haar hand zijn voorstel
af en heftig voegde ze hem toe:
„Ik zou niet weten, welke omstandigheden
uw handelwijze zouden kunnen verontschul
digen. Ongetwijfeld bent u ook schuldig aan
de diefstallen, die den laatsten tijd in de
omgeving zijn gepleegd".
„Daisy
„Zwijg mijnheer. Ik verbied u, mij zoo aan
te spreken. U hebt daar het recht niet meer
toe. Ik veracht u!"
Een duistere trek gleed over zijn gelaat en
zijn lippen klemden zich opeen.
,Ik kan u niet vertrouwen", vervolgde zij
koel. „Een dief is een dief en ik ben ver
plicht. alles aan mijn oom te vertellen. U
hebt immers niet anders gewild?"
„Wacht dan in elk geval tot morgen",
vroeg hij, smeekend zijn handen naar haar
uitstrekkend.
Het meisje dacht geruimen tijd na, toen
sprak ze, boos op zichzelf over haar zwak
heid:
„Nu, goed dan. Morgen na het ontbijt ver
wacht ik een nadere verklaring van u. Ik
ben werkelijk benieuwd, welke verontschul
diging u zult aanvoeren"
Den volgenden morgen trad de jonge luite
nant met een krant in zijn hand de eetzaal
binnen. Het meisje wachtte hem reeds.
„Hebt u al een beslissing genomen?" vroeg
hij kalm. Ze knikte.
„Ik kan en mag u niet sparen", fluisterde
ze met tranen in haar oogen. „Ware dit de
eerste maal, dan kon ik denken, dat u voor
de verleiding bezweken was, maar die an
dere diefstallen
,Jk begrijp het volkomen", zei hij. „Maar
waarom raadpleegt ge uw broeder niet?"
„Was hij maar hier", zei ze zuchtend. „Gis
teravond is hij vertrokken".
„Schrijf hem dan. Ik beloof u, dat ik mij
niet aan de gevolgen van mijn handelingen
zal onttrekken, voor u antwoord van hem
hebt ontvangen".
Ze haalde de schouders op.
„Schrijf hem alles", vervolgde de jonge
man. „Vertel hem ook van mijn brutaliteit,
om u mijn liefde te verklaren".
Vragend keek zij hem aan.
„Waarom moet ik dat schrijven? Het zal
hem nog bitterder jegens u stemmen. Ik acht
het overbodig".
„Toch niet", glimlachte hij. „John zal be
ter kunnen oordeelen, als hij alles weet".
Twee dagen later ontving miss Daisy het
antwoord van haar broer. Ze zat in den tuin,
toen de postbode haar den brief overhan
digde en ze wenkte den luitenant haar te
volgen. In de bibliotheek zette zij zich aan
de tafel en hij nam tegenover haar plaats.
Ze waren de eenigen in het vertrek en kon
den vrijuit spreken.
Haastig opende ze den brief en Westmore
keek haar met een verborgen glimlach aan.
Hij zag, dat ze verbleekte en het papier uit
haar bevende vingers liet vallen. Hij snelde
op haar toe en ondersteunde haar.
„Lees den brief", lispelde ze.
Hij raapte den brief van den grond op en
las den inhoud. Aandachtig bestudeerde
Daisy zijn gelaatstrekken, maar deze bleven
tijdens het lezen onbewogen.
De brief bevatte de bekentenis van John
Croner. dat hij schuldig was aan de diefstal
len in de buurt. Ook den diefstal bij zijn oom
had hij begaan, maar zijn vriend, Tom, die
hem reeds eerder verdacht, door zijn losban
dig leven, had hem in het oog gehouden en
op heeterdaad betrapt, juist toen hij met de
gestolen sieraden het huis wilde verlaten.
In den tuin had Tom hem het verkeerde van
zijn handelwijze onder het oog gebracht en
Daisy's broer had hem de gestolen voorwer
pen overhandigd, om ze weer in de brand
kast te leggen. Toen Tom Westmore daar
mede bezig was, overviel het meisje hem.
„Tom was altijd een ware vriend voor mij",
schreef hij. „Hij beloofde mij niet over mijn
misstap te spreken, als ik voortaan mijn le
ven anders wilde inrichten. Ik begreep hem
niet. Hij. die altijd en tegenover iedereen
rechtvaardig is, maar ook van anderen eer
lijkheid en oprechtheid verlangt, hij liet mij
gaan. zonder een enkel verwijt. Nu begrijp
ik het. Na jouw brief Daisy, is mij eensklaps
alles duidelijk geworden. Hij handelde alleen
terwille van jou. terwille van mijn lieve zus
ter. Hij wilde jou niet aan de schande prijs
geven. en daarom nam hij tot dit oogenblik
de schuld op zich. Hij deed het voor jou,
Daisy. Zonder hem was onze naam ge
schandvlekt en dat zal ik nooit vergeten, zoo
lang ik leef. Als Tom zijn woord houdt, komt
nooit iemand mijn misstap te weten. Ik ben
slecht geweest, maar ik beloof je, dat dit de
laatste maal is geweest. Vergeef het mij
Westmore legde den brief zwijgend in haar
schoot. Er viel een traan uit haar oog on de
enveloppe.
„John is niet slecht", sprak hij zacht en
medelijdend. ..Slecht gezelschap is de oor
zaak van alles. Er is veel goeds in hem en
ik zal trachten, die goede eigenschappen in
rustige banen te leidenmiss...*. Cro
ner
Een stortvloed van tranen volgde op zijn
woorden.
„Soreek niet zoo. Tom. Noem mij Daisy,
zooals voorheen. Hethet was een vergis
sing van mij".
Ze zweeg en keek hem angstig vragend
aan.
„Wat ga je nu doen?" vroeg ze zacht.
De jongeman gaf geen antwoord. Hij nam
den brief uit haar schoot en scheurde hem
aan snippers, die hij in den haard wierp.
..Nu is er geen enkel bewijs meer", sprak
hij effen, „en uw oom is niet bestolen. Ik
verlaat Engeland voorgoed, miss Croner. Ik
zal John opzoeken en mijn belofte houden.
Wat er daarna zal gebeuren, weet- ik nog
niet. Mijn afwezigheid zal u misschien rusti
ger stemmen".
Smeekend strekte ze haar armen naar
hem uit.
..O neen, Tom, dat kun je niet meenen.
Dat kan je geen ernst zijn. Ga niet weg
bliif hier.ik smeek het je.
Haar handen beefden, toen hij ze in de
zijne nam en ze weerstreefde niet, toen hij
haar in zijn armen nam en voor de eerste
maal haar gelaat met kussen bedekte.
vrouw. Opvallend van roerende naïveteit is
het hier veelgezongen wiegelied „Christchild's
Lullaby", Ook kent men op de Hebriden vele
vroolijke dansliedjes.
Van Ierschen bodem hoorden wij eenige
liederen, die eenmaal door de minstreels bij
de harp werden gezongen, romantisch en
gedragen van melodie. Veel succes oogstte
Mrs. Lewis met de ballade „The Low Lands of
Holland", waarin we vreemde dingen over ons
vaderland te hooren krijgen en met name de
lof van het Hollandsche suikerriet hooren
verkondigen
Mrs. Lewis, die aan den vleugel door mej.
E de Haan begeleid werd, had aan het einde
van haar „lecture" een dankbaar applaus in
ontvangst te nemen. Dr. van der Voorde
dankte de artiste in waardeerende bewoordin
gen voor het gebodene.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Inlichtingen over gevonden voorwerpen aan
het bureau van politie Smedestraat, uitslui
tend tusschen 11 en 13 uur.
Terug te krijgen bij: Politiebureau, Smede
straat, handschoenen en ceinturen; schoolétui
met inhoud; Warmerdam, Talmastraat 5. no
titieboekje; Kolderie, Gr. Houtstraat 97, bal;
v. Pruisen, Indischestraat 70, horloge; v.
Langelaar, L. Heerenstraat 48 en v. d. Werff,
Gr. Heiligland 1 rd., jongensjasje; Hendriks,
Florisstraat 49 en Koning, Nauwe Geldelooze-
pad 40, kettinkje; v. Roon, Scheeperstraat 31
zw-, medaille; Smit. Schouwtjeslaan 2 rd., oor
bel: Wijt, Leidschevaart 222, pakje, inh.
vleesch; Tol, Gerardusstraat 5 te Volendam en
v. Veen, v. Zeggelenstraat 3, rijwielplaatje: de
Vries, Jan Gij zenkade 269, padvindersriemv.
Duffelen, Baljuwslaan 17, gouden ring; Opdam,
Minahassastraat 20, hangslot met sleuteltje;
Spronk, v. Nesstraat 15, damestasch met in
houd; v. Haaren, Gr. Houtstraat 64 en v. Wo
ning, Zuidpolderstraat 64 rd., damestasch met
inhoud; Luttiik, v. Nieveltstraat 14, vulpotlood.
Onze wereld ontstond uit
„gedachten van God".
De mensch heeft deze „na-gedacht", zegt
prof. Wulf.
Op de elfde bijeenkomst van dit
seizoen van de vereeniging „Geloof
en Wetenschap", die gisteren in den
Stadsschouwburg te Haarlem gehou
den werd, sprak prof. dr. Th. Wulf
S. J. uit Valkenburg over ,Die mo
derne Naturwissenschaft und die Ka-
tholisohe Weltanschauung", waarbij
spr. betoogde, dat deze moderne we
tenschap en de resultaten er van niet
met het geloof in strijd zijn, doch
dat in tegendeel het geloof er- door
wordt gesterkt.
De voorzitter van „Geloof en Wetenschap",
mr. F. Vorstman, wees er in zijn openings
woord, waarin hij spreker en publiek harte
lijk verwelkomde, op dat de opvatting, dat
wetenschap en geloof vaak met elkaar in
strijd zijn, bijna zoo oud is als de wereld.
Doch beide ontspringen aan dezelfde bron
en de wetenschap wordt door het geloof ge
steund, zooals een vuurtoren den zeeman den
weg naar de haven wijst
Prof. Wulf 'wees er vervolgens ou, dat de
natuurkunde in ons leven een zoodanige rol
is gaan spelen, dat dit zonder deze weten
schap niet goed denkbaar zou zijn, Wij mo
gen daarom deze wetenschap ook niet gering
schatten.
Doch naast de wetenschap staat het geloof,
dat den mensch veel nader is. Daar is in het
geheel geen aarzeling mogelijk en vinden
we slechts een rotsvast vertrouwen.
Geloof en wetenschap kunnen niet .met
elkaar dn strijd komen, omdat zij op ver
schillende bases staan. Het zijn geen tegen
stellingen, doch zij vullen elkaar juist aan.
De wetenschap is werk van den mensch.
van den mensehelijken geest. Zij is gebaseerd
op hypothesen, en haar grondbegrippen kun
nen veranderen, die van het geloof nimmer.
Wanneer die grondbegrippen van de weten
schap veranderen, moet de mensch zich daar
aan aanpassen.
Spr. wees hierbij op het geschil tusschen
Galileï en de kerk. De toenmalige wereldbe
schouwing was die van Aristoteles, den
Griekschen wijsgeer, wiens theorieën door
Galilei's onderzoekingen onjuist bleken. De
tijdsenooten van dezen geleerde wilden ech
ter zijn opvattingen niet erkennen. De grond
van dien tegenstand was, dat men zijn stel
lingen niet kon begrijpen.
Daaruit vloeide ook de strijd met de kerk
voort. Want de dienaren van de kerk waren
tevens de dragers van de wetenschap en ook
zij konden de gedachten van den geleerde
niet volgen en begrijpen.
Nog in onzen tijd verwekten Einstein's
theorieën een dergelijke opschudding. Hieruit
blijkt dat wij, wanneer oude waarden on
juist blijken en verloren gaan, de nieuwe op
vattingen niet mogen verwerpen, doch een
nieuwe wereldbeschouwing moeten opbou
wen.
Newton bouwde nieuwe theorieën over den
loop der hemellichamen op, doch men ging
verder en ontdekte, dat elke stof was te split
sen in steeds kleinere deeltjes, tot we ten
slotte het kleinste deeltje, het atoom over
houden. Via het atoomgewicht kwam men
tot de conclusie, dat de samenstelling van
alle elementen is terug te voeren op water
stof. Dit was echter eerst mogelijk na de
ontdekking van de Röntgenstralen en het
radium, welke een mijlpaal in de geschiede
nis van de natuurwetenschap was. Spr.
noemde deze onderzoekingen „boeiend als
een detective-roman".
Na de pauze zette spr. uiteen, dat geluid,
warmte en licht tenslotte alle terug te bren
gen zijn op stralingen, zij het van een ver
schillende golflengte. Spr. noemde daarbij
den naam van den Nederlandschen onder
zoeker, prof. Zeeman, wiens onderzoekingen
op dit gebied van onschatbare waarde ble
ken.
Zoo is tenslotte alles terug te brengen op
stralen en waterstof-atomen. Doch spr. vroeg
zich af, of we daarmede aan het eind van
de onderzoekingen gekomen zijn. De mo
gelijkheid bestaat immers, dat deze laatste
twee oerbegrippen tenslotte nog tot een enkel
begrip zijn samen te vatten, waarmede we
dan inderdaad aan het einde zouden staan.
Resumeerende meende spr., dat deze hui
dige opvattingen in de physica niet in strijd
zijn met het geloof. Onze oude geloofsopvat
ting leert ons, dat de wereld naar God's even
beeld geschapen werd. Dit wordt door de
uitkomsten der physica bevestigd. Als wij de
wereldverschijnselen bestudeeren, zien wij
overal het werk van God. De wereld is Zijn
getrouwe evenbeeld.
Doch de geest van den mensch staat nog
nader tot God. Want de mensch heeft de „ge
dachten van God", waaruit de wereld ont
stond, „na-gedacht", zij het dat hij daar vele
eeuwen voor noodig had.