„Marisa" maakt geslaagden proeftocht
Kunst in Haarlem
en daarbuiten
WOENSDAG 24 MAART 1937
HA ARE EM'S DAGBLAD
3
De De Ruyter-medaille uit
gereikt.
Aan Smit Co's internatio
nalen sleepdienst.
Onze naam over de zeeën hoog gehouden.
In tegenwoordigheid van een aan
zienlijk gezelschap is vandaag te Am
sterdam aan L. Smit en Co.'s interna
tionalen sleepdienst de gouden „De
Ruyter-medaille" uitgereikt. Deze
onderscheiding is een buitengewoon
huldeblijk, dat slechts eenmaal in de
vijf jaar wegens bijzondere verdien
sten voor de zeevaart wordt toege
kend.
De Kweekschool voor de Zeevaart had voor
deze plechtigheid haar recreatiezaal (be
schikbaar gesteld. Te half twaalf kwamen
de genoodigden bijeen in de directiezaal.
waar zij door het bestuur van de stichting
fonds voor de de De Ruyter-medaille en de
commissie van beoordeeling werden ontvan
gen. In de recreatiezaal, waaraan door leer
lingen van de Zeevaartschool een feestelijk
aanzien was gegeven, hield hierna de voor
zitter van het fonds, de gepensionn eerde
vice-admiraal L. J. Quant, een toespraak. Be
halve de beide directeuren van de onder
scheiden onderneming, de heeren Murk Leis
en Vuyk Jr., waren aanwezig mevrouw Murk
Leis en de dochter van den heer Vuyk. Bene
vens de burgemeesters van Rotterdam en
Maassluis Mr. P. Droogleever Fortuyn en Mr.
P. A. Schwartz, de Amsterdamsehe wethou
der S. R. de Miranda, en voorts vele bekende
figuren uit Rotterdamsche en Amsterdam
sehe scheepvaartkringen.
De Koninklijke Marine was vertegenwoor
digd door vier vlagofficieren.
Rede vice-admiraal
Quant.
Vice-admiraal Quant heette allen welkom,
in het bijzonder directeuren en personeel
van L. Smit en Co.'s internationalen sleep
dienst.
Op de oorkonde aldus spreker staat
geschreven, dat zij wordt toegewezen: „Uit
waardeering voor het belangrijke werk door
haar op het gebied van internationale zee
sleepvaart en hulpverleening ter zee ver
richt, waardoor krachtig is bijgedragen tot
het hoog houden van den Nederlandschen
naam in den vreemde".
De commissie van beoordeeling. welke be-
■taat uit twintig deskundigen, heeft de me
daille met algemeene stemmen toegekend
aan L. Smit en Co.'s internationalen sleep
dienst te Rotterdam.
Zoo zijn wij dan nu bijeengekomen om
deze hooge onderscheiding uit te reiken aan
een dier oer-vaderlandsche ondernemingen,
wier naam over de geheele wereld bekend en
beroemd is, die onze nationale driekleur in
alle werelddeelen eere aandoet, en die op 1
Mei 1923 werd opgericht door de fusie in één
exploitatie maatschappij der beide oude
maatschappijen, N.V. L. Smit en Co. en de
N.V. Internationale Sleepdienst Maatschap
pij. Dit hield van zelfsprekend verband met
het grooter worden van de sleepobjecten,
waartoe nu ook gingen behooren droogdok
ken.
Om een denkbeeld te igeven van de om
vangrijke transportdiensten, welke Smit en
Co. aan reeders, werven en ook sloopers heb
ben bewezen moge worden vermeld, dat in
de laatste 40 jaar in totaal ruim 6.000 ob
jecten zijn versleept, waaronder 60 dokken,
1500 baggermolens, enkele tinmolens (o.a.
voor Banka), 165 drijvende kranen en een
kleine 500 voor afbraak bestemde schepen.
Toch gaf dit alles op den duur geen vol
doend loonend bedrijf om de groote-zee-slee-
pers van het type „Zwarte Zee" tusschen
hunne lange afstand reizen bezig te houden,
vooral niet nadat de zeilschepen van de zeeën
waren verdwenen. Om aanvulling van em
plooi te vinden moesten de bakens worden
verzet en het was de heer Murk Leis, die in
1922 het plan opvatte om gedurende de win
termaanden groote zeesleepers te stationnee-
ren te Horta op de Azoren. en te Queens-
town (Ierland) en die daarmede den grond
slag heeft gelegd van het tweede soort bij
zonder verdienstelijk werk, dat de commissie
van het fonds aanleiding heeft gegeven tot
haar voordracht, nl. de Atlantische hulp
verleening.
Behalve op de reeds genoemde stations
werden ook nog sleepbooten gelegd in St.
Johns (New-Foundland) en Coruna (Spanje),
waardoor het Westelijk, Oostelijk en midden
gedeelte van den Atlantischen Oceaan wer
den bestreken, alsmede de gevaarlijke golf
van Biscaye.
Elk van deze booten ligt gereed om bin
nen het kwartier zee te kiezen.
Het wachten, dat soms weken, ja zelfs
maanden kan duren, is nu sechts op een
SO.S. of op een draadloos bericht, dat een
schip in nood verkeert of averij heeft gekre
gen en hulp noodig heeft.
In de praktijk behoeven in Rotterdam in
het geheel geen maatregelen meer te wor
den genomen, want op de sleepers wordt dag
en nacht door een der beide aanwezige mar
conisten geluisterd, die het S.O.S. of „verzoek
om hulp" even goed hebben opgevangen,
waarna de gezagvoerder geen oogenblik tijd
verliest om een opdracht van zijn maat
schappij af te wachten, maar onmiddellijk
uitvaart om. zoo mogelijk, het. eerst bij het
hulpbehoevende schip te zijn.
Daarom is ook de snelheid der booten op
gevoerd en zijn b.v. de elkaar opvolgende
„Zwarte Zee-en" altijd de grootste, de krach
tigste en de snelste zeesleep- en bergings
booten van de wereld geworden.
De vice-admiraal besprak dan de meest
frappante gevallen van Atlantische hulpver
leening.
Alvorens nu over te gaan tot den daad,
waarvoor men bijeen was gekomen, vroeg
spreker nog een oogenblik aandacht voor
hen, zonder wie, de booten geen booten zijn,
namelijk voor de bemanningen.
Dit 'groote sleepdienstgezin,waartoe de
directie zich ook rekent en waarbij ook ge
noemd moeten worden het technisch, het
wal- en het administratiepersoneel woont
grootendeels te Maassluis en is voortgekomen
uit Groninger zeilschippers en verder opge-'
kweekt uit de laagste rangen, welke door de
instelling van het „sleepvaart-diploma-
stuurman" alle in staat zijn den kapiteins-
rang te bereiken zonder meer schoolopleiding
dan de lagere school en zeevaartschoolcur
sussen.
Het zijn stoere Hollandsche jongens van
stavast, die niet hun geluk zoeken in mooie
pakken of geriefelijke verblijven, maar
evenals onze visschers ronde, eenvoudige
zeelui, die onder de zwaarste omstandighe
den hun kalmte bewaren, die vast weten te
houden aan hun doel, al eischt dit nog zoo- 1
veel geduld, die op andere momenten ook
weer snel en beslist weten te handelen en
voor wie de zee niet genoeg kan razen en
bulderen.
Aan hen nogmaals een eeresaluut.
Spr. overhandigde hierna de gouden me
daille met oorkonde.
Marconist Uytermerk onder
scheiden.
Voor zijn plichtsbetrachting tot in den dood.
De minister van Binnenlandsche Zaken heeft
bepaald, dat aan de nabestaanden van wijlen
M. J. Uijtermerk, radiotelegrafist van het s.s.
.,Van der Wijok" zal worden uitgereikt de gou
den eerepenning voor menschlievend hulpbe
toon en een loffelijk getuigschrift, wegens de
door wijlen M. J. Uijtermerk met verlies van
eigen leven verrichte pogingen tot redding van
de opvarenden bij het vergaan van het s.s.
„Van der Wijck" op de Noordkust van Java bij
Tandjoeng Pakis, op 20 October 1936.
Arnhemsche inbrekers ver
oordeeld.
Hoofdpersonen krijgen drie en vier jaar.
De Arnhemsche rechtbank deed Dinsdag uit
spraak hi de strafzaken tegen een inbrekers
bende, die gedurende eenigen tijd Arnhem on
veilig maakte.
De twee hoofddaders H. J. B. en N. van V.,
beiden te Arnhem, werden, overeenkomstig
den eisch van het O.M.. veroordeeld tot resp.
vier en drie jaar gevangenisstraf.
B. F., monteur te Arnhem, werd wegens het
uit winstbejag vervoeren van gestolen goede
ren, veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf
met aftrek van voorarrest; G. D. H., eveneens
te Arnhem woonachtig, werd wegens heling,
meermalen gepleegd, veroordeeld tot negen
maanden gevangenisstraf met aftrek van voor
arrest; T. J. M. te Zevenaar, wien heling ten
laste was gelegd, werd overeenkomstig den
eisch vrijgesproken; J. E. te Ede werd, wegens
diefstal veroordeeld tot acht maanden gevan
genisstraf met aftrek van voorarrest en de
pakhuisknecht G. B. werd terzake medeplich
tigheid veroordeeld tot acht maanden gevan
genisstraf voorwaardelijk met een proeftijd
van drie jaar.
Tachtigjarige overvallen.
Dader maakt echter niets buit.
Grijsaard door slagen op het hoofd gewond.
Jongens trekken de wijde
wereld in.
De jeugd heeft tegenwoordig wel reisplan
nen. Te Amsterdam zijn twee jongens van
resp. 14 en 15 jaar oud verdwenen. Men weet
niet, of ze naar Spanje of naar Zuid-Afrika
willen gaan.
Twee twaalfjarigen hebben te Schiedam
de ouderlijke woning verlaten voor een uit
stapje naar de Ardennen. Eén van hen had
een bedrag van 70 gulden uit huis meegeno
men. Deze beide knapen zijn te Zundert aan
gehouden. waar bleek, dat zij nog zestig gul
den in hun bezit hadden.
DRUKKERIJ „DE SPAARNESTAD"
In de vergadering van aandeelhouders is
het dividend op de gewone aandeelen op 12
pet. en op de preferentie aandeelen op 7 pet.
bepaald. Als commissaris is herkozen mr. J. N.
J. E. Heerkens Thijssen te Haarlem.
Lijken van vermiste vrouw en
kind gevonden.
Uit de Piushaven te Tilburg zijn Dinsdag
middag de lijken opgehaald van de vrouw en
haai- zesjarig dochtertje, die evenals het twee
jarige zoontje, sinds einde Februari vermist
werden. Zooals gemeld, werd het lijkje van het
laatstgenoemde kind reeds Maandagmiddag
in genoemde haven gevonden. Men heeft hier
ongetwijfeld met een wanhoopsdaad te doen.
NEDERLANDSCHE BOND VAN GEMEENTE
AMBTENAREN.
Het hoofdbestuur van den Nederlandschen
Bond van Gemeente-ambtenaren vergaderde
dezer dagen te Amsterdam. De bondsvoorzitter,
de heer Kamman, deelde o.m. mede dat de
vice-voorzitter, de heer N. Vos, besloten had
zich niet meer als lid van het hoofdbestuur
verkiesbaar te stellen, omdat hij zijn plaats
voor een jonger lid beschikbaar wenschte te
stellen. Spreker dankte den heer Vos zoowel
persoonlijk als namens het hoofdbestuur voor
het vele, dat hij in de afgeloopen vijftien jaren
als hoofdbestuurslid voor den bond had ver
richt.
Bij de daarna volgende behandeling der
agenda werd mededeeling gedaan van enkele
door het dagelijksch bestuur ondernomen
stappen met betrekking tot de bestrijding der
excessen van het volontairsstelsel in de ge
meente-administratie.
Verder kwamen o.m. in bespreking de ont-
werp-begrooting 1938, de voorloopige rekening
1936 en het jaarverslag 1936. De ontwerp-
begrooting sluit in ontvangst en uitgaaf met
een bedrag van 49500 gulden. Uit de voorloo
pige rekening bleek, dat het jaar 1936 een
voordeelig saldo heeft opgeleverd. Dat de toe
stand der vereeniging niet alleen financieel
gunstig is, valt ook uit het jaarverslag op te
maken, volgens hetwelk het aantal leden in
1936 met 190 steeg, zoodat het op 31 December
1936, 4463 bedroeg.
Maandagavond is op den 80-jarigen
landbouwer A. Druif, wonende in de
buurtschap Heetveld, gemeente Leus
den, een brutale roofoverval gepleegd.
De man, die zich om ongeveer negen uur ter
ruste had begeven, hoorde na een half uur ge
stommel hi de koestal. Na eenige oogenblik-
ken hoorde hij een zwaar voorwerp vallen, dat
achteraf een looden gewicht bleek te zijn, dat
gebruikt werd om de deur van den stal geslo
ten 'te hebben. De schonk aan het ge-val weinig
aandacht en sliep weer in. Toen hij tegen half
twaalf wakker werd, zag hij tot zijn ontzet
ting een forsch gebouwden man voor de in de
kamer staande secretarie staan. Nauwelijks
had hij beseft wat er gaande was, of de in
dringer liep op de bedstede toe en gaf D. met
een stuk looden kabel een zestal slagen op het
hoofd. Daarna nam hij ijlings de vlucht.
Ofschoon de landbouwer behalve een ernsti
ge hoofdwonde ook een neusfractuur had op-
geloopen en hem bovendien drie tanden uit
den mond waren geslagen, stond hij onmiddel
lijk op, greep een sabel, die aan den muur- -hing,
en zette den vluchteling na. Hij moest even
wel spoedig onverrichter zake terugkeeren.
Een knecht en een dienstbode, die bij den
landbouwer inwonen, waren inmiddels wakker
geworden en waarschuwden onmiddellijk om
wonenden en de marechaussee te Leusden.
Tot dusverre is het nog niet gelukt, den da
der aan te houden.
HOLLANDSCHE SOCIËTEIT VAN
LEVENSVERZEKERINGEN N.V.
Naar wij vernemen zal op de vergadering
van aandeelhouders der Hollandsche Socië
teit van Levensverzekeringen N.V., welke op
Vrijdag 9 April a.s. wordt gehouden worden
voorgesteld een dividend van 10 pot. (vorig
jaar 8 pet.) uit te keeren
Belangrijke vondst in de
Groote Kerk te Breda.
Bij het voortschrijden der werkzaamheden
in verband met de restauratie van het inte
rieur der Groote Kerk te Breda, is men er in
geslaagd een houten vloer, welke meer dan
honderd jaar den bodem van het schip bedekt
heeft, weg te breken. Zooals men verwachtte,
bleek deze houten vloer een groot aantal zer
ken, een veertig stuks, aan het oog onttrokken
te hebben. Meerendeels zijn het laat-gotische
zerken, de eenige bronnen voor de kennis van
de hoogtepunten in het leven, geboorte, hu
welijk en overlijden, van de leden van menig
aanzienlijk geslacht.
De oudste thans gevonden zerk is er een van
het jaar 1457, voor Aert van Wisschel. Het is
een zeer mooi voorbeeld van vijftiende eeuw-
sche sierkunst met eenvoudige medaillon in
het midden.
Verder zijn nog talrijke zeer fraaie steenen
gevonden.
Shell-vloot een mooi schip
rijker geworden.
Eén lading is:
vijftien millioen liter.
Dinsdag heeft het door de N.V, Ne-
derlandsche Scheepsbouw Maatschap
pij te Amsterdam voor de Koninklijke
Shell groep gebouwd twaalf duizend
tons motortankschip „Marisa" met
goed gevolg zijn officieelen proef
tocht op de Noordzee gemaakt. We
derom is een, zowel uit oogpunt van
zuiver technische uitvoering, als van
aan de accomodatie der opvarenden
bestede zorg tot in alle onderdeelen
superieur schip aan de groote vloot
der Koninklijke Shell toegevoegd, een
schip, dat tijdens zijn bouw vele
handen werk heeft gegeven en bij
welks exploitatie anders georiënteerde
arbeidskracht van eveneens velen,
ieder naar de mate van de hem op
gelegde taak, onontbeerljk zal zijn.
Tot degenen, die aan den proeftocht deel
namen, behoorden behalve uiteraard de
bouwers van het schip, van wie in de eerste
plaats, als gastheeren, genoemd moeten
worden de heeren ir. D. Goedkoop Dzn. en
ir. H. Goedkoop, directeuren der Ned.
Scheepsbouw .Mij., de burgemeester der hoofd
stad dr. W. de Vlugt. pres.-commissaris der
Ned. Scheepsbouw Mij., het hoofd van de vierde
af deeling van het departement van defensie,
vice-admiraal A. Vos, de gedelegeerd commis
saris der N.S.M., de heer F. M. L. baron Van
Geen, de wethouder van financiën te Am
sterdam, de heer Jac. Rustige, en voorts vele
autoriteiten.
Technische bijzonderheden.
Van de genoodigden bleek overigens de
belangstelling verdeeld te zijn tusschen de
nautische en technische bezienswaardigheden
van het prachtige schip.
De Werkspoor-diesel motor van de „Marisa'
ontwikkelt 3600 as P.K. voor een dienstvaart-
snelheid van twaalf mijl.
Het schip, dat komt te varen onder de vlag
van de N.V. Petroleum Maatschappij „La
Corona" te 's Gravenhage, is gebouwd vol
gens de plannen en ontwerpen van de op
drachtgevers. Specale zorg is besteed aan de
verblijven van de opvarenden, zulks in ver
band met den dienst in de tropen en in koude
klimaten. Het schip voldoet aan de hoogste
eischen van Lloyds en Nederlandsche en Ne-
derlandsch-Indische schepenwet, alsook aan
de speciale wetten van de verschillende lan
den waar het laadt of lost. Het schip kan in
totaal vijftien millioen liter benzine ver
voeren.
Sprekers aan den lunch.
Aan den lunch, welke werd opgediend in
een op ingenieuze wijze tot eetzaal ge
ïmproviseerd gedeelte van het tusschendek,
was de eerste der sprekers de burgemeester
van Amsterdam, dr. W. de Vlugt.
De Koninklijke Shell heeft - zoo zeide
spr. voortdurend getoond, een open oog
te hebben voor de belangen van den Neder
landschen scheepsbouw. Spr. herinnerde in
dit verband aan den zwaren crisistijd welken
de Ned. Scheepsbouw Mij. heeft doorge
maakt, een tijd, waarin er oogenblikken
waren dat men er aan dacht, de poorten der
werf te sluiten. In deze moeilijke oogenblik
ken heeft de Koninklijke Shell klaar gestaan
om de helpende hand te reiken en te bevor
deren dat de pooi'ten van de werf konden
openblijven.
Dr. de Vlugt gaf tenslotte uiting aan de
hoop', dat, als de „Marisa" straks onder haar
nieuwe vlag zal gaan varen, zij zal mogen
bijdrasen aan den bloei van de Koninklijke
Shell en dat van dezen bloei de heer Zuiver
nog jarenlang getuige zal mogen zijn (ap
plaus).
Toon Kelder's portret van den
Hofprediker Ds. Weiter.
Uit belangstelling voor het. werk en gene
genheid voor de persoonlijkheid van dezen
Haagschen schilder, ben ik naar het portret
van Dominé Weiter gaan kijken, dat hem van
regeeringswege werd opgedragen nadat be
doelde hofprediker in Januari j.l.-het huwelijk
van Prinses Juliana met Prins Bernhard had
ingezegend. Dit portret, als zittend figuur ge
schilderd, blijft nog korten tijd in de Ko
ninklijke Kunstzaal Kleykamp in Den Haag te
bezichtigen en een bijzonder hooggestemd ar
tikel van den Haagschen kunstcorrespondent
van het Handelsblad, den heer Elout, had mij
aangezet diens indrukken met de mijne te
gaan vergelijken.
Niet dat ik beangst was, het enthousiasme
van den ouderen, maar nog altijd even actie
ven collega te moeten decimeeren, maar een
ietsje te hoog scheen het mij toch wel toe, dat
deze ervaren reporter geklouterd was, toen hij
over dit portret de loftrompet ging steken.
Met des te meer genoegen kon ik vaststellen
dat Elout, ook naar mijn inzicht, niet te veel
had gezegd en het portret van Ds. Weiter in
derdaad een merkwaardig goed, modern por
tret is.
In deze rubriek had ik over Kelder en zijn
kunst wel al iets eerder kunnen vertellen. In
Haarlem was een vorig jaar een kleine ver
zameling van zijn laatste werk te zien en me
de naar aanleiding daarvan werd hem het
schilderen opgedragen van het portret van
den Aerdenhoutschen philosoof Dr. Bierens de
Haan, ter opluistering van diens zeventigsten
verjaardag. Maar bij die beide feiten was ik
persoonlijk te nauw betrokken, om er ook als
verslaggever in mee te willen spreken.
Met het Welter-portret staat het anders en
ik daarbuiten, zoodat ik nu vrijelijk kan zeg
den wat ik in Kelder's arbeid waardeer. Zijn
kleur om te beginnen is, nadat hij zich
de laatste vier, vijf jaren van het zware, vaak
duistere palet heeft afgewend, geheel geëvo
lueerd tot een kleurig en transparant ensem
ble, dat een lichten Franschen geest ademt
en een hedendaagsche vertaling van de acht
tiende eeuw, iets van Boucher, iets 'van
Fragonard, iets van die levensperiode ten
slotte, zou kunnen zijn.
Vooral voor zijn vele naaktschilderingen
geldt dat. Hij is buitendien niet de eenige on
der de levende schilders, op wie het herbe-
schouwen van de kunst der dix-huitième in
druk gemaakt heeft. Men denke onder de
Franschen van onzen tijd bij voorbeeld aan
De La' Fresnaye. Het is dan ook verklaarbaar
dat die genegenheid zich voor het serieuser
salon-portret, het representatie-stuk, naar de
verwante Engelsche portretschilders der 18e
eeuw richt.
Doch men vermoeie zich niet te zeer met het
uitspinnen van al deze toevallige verwant
schappen, daar in den grond van de zaak
alle goede kunst onderling verwant is en de
uiterlijke, in het oog springende relaties dik
wijls van te groot belang geacht worden.
Hoofdzaak bij een kunstwerk blijft of de
aandrift, waardoor het ontstaat echt, dan wel
tweedehandsch is, of een prachtig oud palet
door jong enthousiasme, weer met nieuw he-
dendaagsch leven bezield wordt óf dat er van
een onpersoonlijke navolging sprake is. Kelder
nu is te enthousiast om bloot navolger te zijn.
Zijn naakten hebben in natuurgetrouwheid
niets van de exactheid van een Greuze of
Fragonard, het lichaam is hem, veel meer dan
den ouden meesters, slechts pretext tot kleu-
renschoon en dat geeft hij. verglijdend en
doorzichtig, met de bewegelijke glanzing van
paarlmoer. En zoo worden ook zijn portretten
in de eerste plaats kleurfestijnen die hij aan
richt over de hoofden zijner modellen heen.
Ge zoudt zoo zeggen dat hij ze uitsluitend voor
zijn eigen plezier zoo schilderde en zich om het
wezen daar vóór hem, weinig bekommerde.
Maar bij het ouder worden is ook bij dezen
schilder het intuïtieve wezensbegrip gegroeid
tot vlug-vattende en snelwerkende capaciteit,
zijn portretten kregen het zuiver begrepen ty
peeren van den gemoedstoestand van het
oogenblik, hetgeen nog iets anders is dan de
monotone gemiddelde, die de leek het liefst in
portretten verbeeld wil zien. En zijn kleur
voerde hij daarbij niet minder op tot de ele
gance van zijn naaktfiguren.
Tot een dame. die eens tot Kelder zei: „ik
dacht dat u nooit portretten, alleen maar
naakten schilderde" antwoordde hij met
zijn gewone slagvaardigheid: „maar, lieve me
vrouw, dat is precies hetzelfde". Ik weet niet
of de dame de juistheid van dat antwoord be
grepen heeft, juistheid, die vóór Kelder bo
vendien reeds door andere schilders was aan
getoond.
In het portret van Ds. Weiter treft aller
eerst het samengaan der gelaatsexpressie met
de prachtig opgelegde kleur van het geheel
en de virtuositeit waarmee kop, kleed en lin
kerhand geschilderd zijn. De toga met haar
doorschijnend blauwig-zwart, dun als a l'im-
proviste geschilderd, de kop nobel en met zorg
behandeld, met eerbied voor een levenswijs ge
laat, waarin veel-begrijpende oogen nog vol
belangstelling staan,maar vooral die afhangen
de linkerhand, een aristocratische hand van
een geestelijk werkerdat alles is inder
daad prachtig van factuur. Het bewijst dat
Kelder, een veertiger thans, gearriveerd is op
een punt waar hij vrij meester over zijn ver
mogens kan zijn en de beloften aan het inlos
sen is, die hij een vijftiental jaren geleden,
bij zijn eerste tentoonstelling in een Haag
schen boekwinkel van Mensing in de Prin
sestraat uitsprak. Ik kende den schilder
toen nog niet maar gevoel nog steeds de vol
doening hem toen zijn eerste goede critiek
in de Avondpost bezorgd te hebben.
J. H. DE BOLS
De heer C. Zuiver, marine superintendent
die de Koninklijke Shell vertegenwoordigde,
dankte hierna Dr. de Vlugt voor zijn harte
lijke woorden en gaf eveneens uiting aan
zijn erkentelijkheid voor de aanwezigheid van
zoo vele gasten aan boord.
De heer Zuiver gaf voorts uiting aan de
hoop, dat de omstandigheden het zullen toe
laten dat binnen niet al te langen tijd de
Koninklijke Shell weer schepen zal kunnen
bestellen bij Nederlandsche scheepsbouwers.
Vele andere sprekers hebben hierna nog
het woord gevoerd, waarbij het schip aan de
Koninklijke werd overgedragen.
Gesloten vischtijd gaat
15 April in.
De minister van Landbouw en Visscherij
heeft bepaald, dat dit jaar op 15 April zul
len ingaan:
a. de gesloten tijd voor barbeel, blankvoorn,
brasem, karper, kolblei. meun. ruischvoorn,
serpeling, sneep, snoekbaars, winde en zeelt.
b. de gesloten tijd voor het visschen met
eenig vischtuig in de rivieren.
c. de gesloten tijd voor het visschen in de
Zuidhollandsche stroomen met het spiering
drijfnet, de vischzegen. den hengel, het schut-
want met een maaswijdte kleiner dan 80 mM.
en wargarens met een maaswijdte kleiner dan
75 mM.
Duitschland koopt tabak voor
een schip.
Een groote partij Sumatra tabak zal aan
Duitschland geleverd kunnen worden, door
dat men een compensatie-object heeft ge
vonden in den aanbouw van een schip voor
Nederlandsche rekening ter waarde van ruim
3 millioen rijksmark. Bovendien zal. volgens
de Tel. het bedrag dat ter beschikking van
tabaksleveranciers ten laste van de clearing
gebracht wordt met R.M. 1 millioen worden
verhoogd, zoodat het van RM. 16 millioen op
R.M. 17 millioen zal worden gebracht.
KNAAPJE DOOR AUTO AANGEREDEN.
Het zevenjarig zoontje van de familie Van
der Wal te Krimpen a. d. IJsel is Dinsdagmid
dag omstreeks vijf uur bij het oversteken van
den straatweg door een bestelauto van den
heer R. Verkalk te Krimpen a. d. IJsel aange
reden. Het knaapje werd ernstig gewond naar
het Iterson-ziekenhuis te Gouda vervoerd. De
toestand van den jongen is levensgevaarlijk.
Avond-onderwijs voor jeugdige
werklieden gewenscht geacht.
Kwestie in een vergadering van
„Vakopleiding" besproken.
De vereeniging tot bevordering van de vak
opleiding voor handwerkslieden in Nederland
kwam Dinsdagmiddag in de Commercieele
Club te 's-Gravenhage in vergadering bij
een ter bespreking van de uitvoering van een
eindconclusie, aangenomen op de 82e alge
meene vergadering dezer vereeniging, welke
op 28 December 1936 te Amsterdam werd
gehouden.
In deze eindconclusie droeg de algemeene
vergadering aan het hoofdbestuur op:
1. De vakopleiding van jeugdige werklieden,
na afloop van de dagnijverheidschool te be
vorderen, voor zooyer mogelijk door dagnij-
verheidsonderwijs gedurende een of meer
dagen per week, voor het overige door avond-
nij ver he idsonderwij s
2. Krachtig te bevorderen 't tot stand komen
van praktijk onderwijs gedurende de avond
uren, ook voor lien, die daaraan behoefte heb
ben en overdag werkzaam zijn in de bedrij
ven.
Het hoofdbestuur zou zich daartoe in ver
binding stellen met de organisaties van de
ondernemers, werknemers en technici, met de
besturen, de directies en de leeraren der nij
verheidsscholen om te trachten voor elk vak
tot een doeltreffende oplossing te komen.
De voorzitter van de vergadering, ir. J. M.
Steffelaar, sprak een woord van welkom, in
het bijzonder tot den heer G. A. Groote
Haar, inspecteur van het Nijverheidsonder
wijs, die ook als vertegenwoordiger van den
inspecteur-generaal van dat onderwijs aan
wezig was.
Spreker zette het doel dezer vergadering
uiteen en verdedigde het avondpraktij kond er-
wijs.
De heer M. Worp (Delft), vice-voorzitter
der vereeniging, hield een inleiding over
de perspectieven en over hetgeen in Delft se
dert een tiental jaren bereikt is op het ge
bied van de technische nazorg.
Aanleiding tot de bespreking van het avond
onderwijs bestond reeds lang. ook voordat de
cursus daar van de ambachtsscholen van re
geeringswege van 3 op 2 jaar werd ge
bracht, aldus spreker. Het ambacht van he
den is niet meer dat van vroeger en door deze
deze verandering is het avondonderwijs urgent
geworden.
Verschillende rapporten dienaangaande
somde spreker op. De stellers dringen allen op
avondonderwijs aan, opdat de as. ambachts
lieden met de elementaire practijk in aanra
king komen.
Van de nazorg is het avondpractijkonder-
wijs een zeer voornaam element.
Wat nu de beperking van den cursusduur
betreft, gepoogd is dit kwaad zooveel mogelijk
te niet te doen. In Delft bijv., waar spreker
directeur is van de Nijverheidsscholen, werd
van 1925 af al avondonderwijs voor meer
gevorderden gegeven.
Aanvullend practisch avond-onderwijs, be
hoort ook te leeren. datgene, wat men in de
bedrijven thans niet meer leert en het zal
ook tot de bekwaamheid van den toekomsti-
gen ambachtsman, mede in verband met de
vestigingswet, bijdragen.
De inleider besprak vervolgens de ministe-
rieele richtsnoeren voor het avondpractijk-
onderwijs.
Na de pauze bestond er gelegenheid met
den inleider van gedachten te wisselen, waar
van o.m. Ir. Koningh (Haarlem) gebruik
maakte, die het avondonderwijs tot theore
tisch onderwijs wenschte te beperken.