„Marisa" maakt geslaagden proeftocht Kunst in Haarlem en daarbuiten WOENSDAG 24 MAART 1937 HA ARE EM'S DAGBLAD 3 De De Ruyter-medaille uit gereikt. Aan Smit Co's internatio nalen sleepdienst. Onze naam over de zeeën hoog gehouden. In tegenwoordigheid van een aan zienlijk gezelschap is vandaag te Am sterdam aan L. Smit en Co.'s interna tionalen sleepdienst de gouden „De Ruyter-medaille" uitgereikt. Deze onderscheiding is een buitengewoon huldeblijk, dat slechts eenmaal in de vijf jaar wegens bijzondere verdien sten voor de zeevaart wordt toege kend. De Kweekschool voor de Zeevaart had voor deze plechtigheid haar recreatiezaal (be schikbaar gesteld. Te half twaalf kwamen de genoodigden bijeen in de directiezaal. waar zij door het bestuur van de stichting fonds voor de de De Ruyter-medaille en de commissie van beoordeeling werden ontvan gen. In de recreatiezaal, waaraan door leer lingen van de Zeevaartschool een feestelijk aanzien was gegeven, hield hierna de voor zitter van het fonds, de gepensionn eerde vice-admiraal L. J. Quant, een toespraak. Be halve de beide directeuren van de onder scheiden onderneming, de heeren Murk Leis en Vuyk Jr., waren aanwezig mevrouw Murk Leis en de dochter van den heer Vuyk. Bene vens de burgemeesters van Rotterdam en Maassluis Mr. P. Droogleever Fortuyn en Mr. P. A. Schwartz, de Amsterdamsehe wethou der S. R. de Miranda, en voorts vele bekende figuren uit Rotterdamsche en Amsterdam sehe scheepvaartkringen. De Koninklijke Marine was vertegenwoor digd door vier vlagofficieren. Rede vice-admiraal Quant. Vice-admiraal Quant heette allen welkom, in het bijzonder directeuren en personeel van L. Smit en Co.'s internationalen sleep dienst. Op de oorkonde aldus spreker staat geschreven, dat zij wordt toegewezen: „Uit waardeering voor het belangrijke werk door haar op het gebied van internationale zee sleepvaart en hulpverleening ter zee ver richt, waardoor krachtig is bijgedragen tot het hoog houden van den Nederlandschen naam in den vreemde". De commissie van beoordeeling. welke be- ■taat uit twintig deskundigen, heeft de me daille met algemeene stemmen toegekend aan L. Smit en Co.'s internationalen sleep dienst te Rotterdam. Zoo zijn wij dan nu bijeengekomen om deze hooge onderscheiding uit te reiken aan een dier oer-vaderlandsche ondernemingen, wier naam over de geheele wereld bekend en beroemd is, die onze nationale driekleur in alle werelddeelen eere aandoet, en die op 1 Mei 1923 werd opgericht door de fusie in één exploitatie maatschappij der beide oude maatschappijen, N.V. L. Smit en Co. en de N.V. Internationale Sleepdienst Maatschap pij. Dit hield van zelfsprekend verband met het grooter worden van de sleepobjecten, waartoe nu ook gingen behooren droogdok ken. Om een denkbeeld te igeven van de om vangrijke transportdiensten, welke Smit en Co. aan reeders, werven en ook sloopers heb ben bewezen moge worden vermeld, dat in de laatste 40 jaar in totaal ruim 6.000 ob jecten zijn versleept, waaronder 60 dokken, 1500 baggermolens, enkele tinmolens (o.a. voor Banka), 165 drijvende kranen en een kleine 500 voor afbraak bestemde schepen. Toch gaf dit alles op den duur geen vol doend loonend bedrijf om de groote-zee-slee- pers van het type „Zwarte Zee" tusschen hunne lange afstand reizen bezig te houden, vooral niet nadat de zeilschepen van de zeeën waren verdwenen. Om aanvulling van em plooi te vinden moesten de bakens worden verzet en het was de heer Murk Leis, die in 1922 het plan opvatte om gedurende de win termaanden groote zeesleepers te stationnee- ren te Horta op de Azoren. en te Queens- town (Ierland) en die daarmede den grond slag heeft gelegd van het tweede soort bij zonder verdienstelijk werk, dat de commissie van het fonds aanleiding heeft gegeven tot haar voordracht, nl. de Atlantische hulp verleening. Behalve op de reeds genoemde stations werden ook nog sleepbooten gelegd in St. Johns (New-Foundland) en Coruna (Spanje), waardoor het Westelijk, Oostelijk en midden gedeelte van den Atlantischen Oceaan wer den bestreken, alsmede de gevaarlijke golf van Biscaye. Elk van deze booten ligt gereed om bin nen het kwartier zee te kiezen. Het wachten, dat soms weken, ja zelfs maanden kan duren, is nu sechts op een SO.S. of op een draadloos bericht, dat een schip in nood verkeert of averij heeft gekre gen en hulp noodig heeft. In de praktijk behoeven in Rotterdam in het geheel geen maatregelen meer te wor den genomen, want op de sleepers wordt dag en nacht door een der beide aanwezige mar conisten geluisterd, die het S.O.S. of „verzoek om hulp" even goed hebben opgevangen, waarna de gezagvoerder geen oogenblik tijd verliest om een opdracht van zijn maat schappij af te wachten, maar onmiddellijk uitvaart om. zoo mogelijk, het. eerst bij het hulpbehoevende schip te zijn. Daarom is ook de snelheid der booten op gevoerd en zijn b.v. de elkaar opvolgende „Zwarte Zee-en" altijd de grootste, de krach tigste en de snelste zeesleep- en bergings booten van de wereld geworden. De vice-admiraal besprak dan de meest frappante gevallen van Atlantische hulpver leening. Alvorens nu over te gaan tot den daad, waarvoor men bijeen was gekomen, vroeg spreker nog een oogenblik aandacht voor hen, zonder wie, de booten geen booten zijn, namelijk voor de bemanningen. Dit 'groote sleepdienstgezin,waartoe de directie zich ook rekent en waarbij ook ge noemd moeten worden het technisch, het wal- en het administratiepersoneel woont grootendeels te Maassluis en is voortgekomen uit Groninger zeilschippers en verder opge-' kweekt uit de laagste rangen, welke door de instelling van het „sleepvaart-diploma- stuurman" alle in staat zijn den kapiteins- rang te bereiken zonder meer schoolopleiding dan de lagere school en zeevaartschoolcur sussen. Het zijn stoere Hollandsche jongens van stavast, die niet hun geluk zoeken in mooie pakken of geriefelijke verblijven, maar evenals onze visschers ronde, eenvoudige zeelui, die onder de zwaarste omstandighe den hun kalmte bewaren, die vast weten te houden aan hun doel, al eischt dit nog zoo- 1 veel geduld, die op andere momenten ook weer snel en beslist weten te handelen en voor wie de zee niet genoeg kan razen en bulderen. Aan hen nogmaals een eeresaluut. Spr. overhandigde hierna de gouden me daille met oorkonde. Marconist Uytermerk onder scheiden. Voor zijn plichtsbetrachting tot in den dood. De minister van Binnenlandsche Zaken heeft bepaald, dat aan de nabestaanden van wijlen M. J. Uijtermerk, radiotelegrafist van het s.s. .,Van der Wijok" zal worden uitgereikt de gou den eerepenning voor menschlievend hulpbe toon en een loffelijk getuigschrift, wegens de door wijlen M. J. Uijtermerk met verlies van eigen leven verrichte pogingen tot redding van de opvarenden bij het vergaan van het s.s. „Van der Wijck" op de Noordkust van Java bij Tandjoeng Pakis, op 20 October 1936. Arnhemsche inbrekers ver oordeeld. Hoofdpersonen krijgen drie en vier jaar. De Arnhemsche rechtbank deed Dinsdag uit spraak hi de strafzaken tegen een inbrekers bende, die gedurende eenigen tijd Arnhem on veilig maakte. De twee hoofddaders H. J. B. en N. van V., beiden te Arnhem, werden, overeenkomstig den eisch van het O.M.. veroordeeld tot resp. vier en drie jaar gevangenisstraf. B. F., monteur te Arnhem, werd wegens het uit winstbejag vervoeren van gestolen goede ren, veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf met aftrek van voorarrest; G. D. H., eveneens te Arnhem woonachtig, werd wegens heling, meermalen gepleegd, veroordeeld tot negen maanden gevangenisstraf met aftrek van voor arrest; T. J. M. te Zevenaar, wien heling ten laste was gelegd, werd overeenkomstig den eisch vrijgesproken; J. E. te Ede werd, wegens diefstal veroordeeld tot acht maanden gevan genisstraf met aftrek van voorarrest en de pakhuisknecht G. B. werd terzake medeplich tigheid veroordeeld tot acht maanden gevan genisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Tachtigjarige overvallen. Dader maakt echter niets buit. Grijsaard door slagen op het hoofd gewond. Jongens trekken de wijde wereld in. De jeugd heeft tegenwoordig wel reisplan nen. Te Amsterdam zijn twee jongens van resp. 14 en 15 jaar oud verdwenen. Men weet niet, of ze naar Spanje of naar Zuid-Afrika willen gaan. Twee twaalfjarigen hebben te Schiedam de ouderlijke woning verlaten voor een uit stapje naar de Ardennen. Eén van hen had een bedrag van 70 gulden uit huis meegeno men. Deze beide knapen zijn te Zundert aan gehouden. waar bleek, dat zij nog zestig gul den in hun bezit hadden. DRUKKERIJ „DE SPAARNESTAD" In de vergadering van aandeelhouders is het dividend op de gewone aandeelen op 12 pet. en op de preferentie aandeelen op 7 pet. bepaald. Als commissaris is herkozen mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen te Haarlem. Lijken van vermiste vrouw en kind gevonden. Uit de Piushaven te Tilburg zijn Dinsdag middag de lijken opgehaald van de vrouw en haai- zesjarig dochtertje, die evenals het twee jarige zoontje, sinds einde Februari vermist werden. Zooals gemeld, werd het lijkje van het laatstgenoemde kind reeds Maandagmiddag in genoemde haven gevonden. Men heeft hier ongetwijfeld met een wanhoopsdaad te doen. NEDERLANDSCHE BOND VAN GEMEENTE AMBTENAREN. Het hoofdbestuur van den Nederlandschen Bond van Gemeente-ambtenaren vergaderde dezer dagen te Amsterdam. De bondsvoorzitter, de heer Kamman, deelde o.m. mede dat de vice-voorzitter, de heer N. Vos, besloten had zich niet meer als lid van het hoofdbestuur verkiesbaar te stellen, omdat hij zijn plaats voor een jonger lid beschikbaar wenschte te stellen. Spreker dankte den heer Vos zoowel persoonlijk als namens het hoofdbestuur voor het vele, dat hij in de afgeloopen vijftien jaren als hoofdbestuurslid voor den bond had ver richt. Bij de daarna volgende behandeling der agenda werd mededeeling gedaan van enkele door het dagelijksch bestuur ondernomen stappen met betrekking tot de bestrijding der excessen van het volontairsstelsel in de ge meente-administratie. Verder kwamen o.m. in bespreking de ont- werp-begrooting 1938, de voorloopige rekening 1936 en het jaarverslag 1936. De ontwerp- begrooting sluit in ontvangst en uitgaaf met een bedrag van 49500 gulden. Uit de voorloo pige rekening bleek, dat het jaar 1936 een voordeelig saldo heeft opgeleverd. Dat de toe stand der vereeniging niet alleen financieel gunstig is, valt ook uit het jaarverslag op te maken, volgens hetwelk het aantal leden in 1936 met 190 steeg, zoodat het op 31 December 1936, 4463 bedroeg. Maandagavond is op den 80-jarigen landbouwer A. Druif, wonende in de buurtschap Heetveld, gemeente Leus den, een brutale roofoverval gepleegd. De man, die zich om ongeveer negen uur ter ruste had begeven, hoorde na een half uur ge stommel hi de koestal. Na eenige oogenblik- ken hoorde hij een zwaar voorwerp vallen, dat achteraf een looden gewicht bleek te zijn, dat gebruikt werd om de deur van den stal geslo ten 'te hebben. De schonk aan het ge-val weinig aandacht en sliep weer in. Toen hij tegen half twaalf wakker werd, zag hij tot zijn ontzet ting een forsch gebouwden man voor de in de kamer staande secretarie staan. Nauwelijks had hij beseft wat er gaande was, of de in dringer liep op de bedstede toe en gaf D. met een stuk looden kabel een zestal slagen op het hoofd. Daarna nam hij ijlings de vlucht. Ofschoon de landbouwer behalve een ernsti ge hoofdwonde ook een neusfractuur had op- geloopen en hem bovendien drie tanden uit den mond waren geslagen, stond hij onmiddel lijk op, greep een sabel, die aan den muur- -hing, en zette den vluchteling na. Hij moest even wel spoedig onverrichter zake terugkeeren. Een knecht en een dienstbode, die bij den landbouwer inwonen, waren inmiddels wakker geworden en waarschuwden onmiddellijk om wonenden en de marechaussee te Leusden. Tot dusverre is het nog niet gelukt, den da der aan te houden. HOLLANDSCHE SOCIËTEIT VAN LEVENSVERZEKERINGEN N.V. Naar wij vernemen zal op de vergadering van aandeelhouders der Hollandsche Socië teit van Levensverzekeringen N.V., welke op Vrijdag 9 April a.s. wordt gehouden worden voorgesteld een dividend van 10 pot. (vorig jaar 8 pet.) uit te keeren Belangrijke vondst in de Groote Kerk te Breda. Bij het voortschrijden der werkzaamheden in verband met de restauratie van het inte rieur der Groote Kerk te Breda, is men er in geslaagd een houten vloer, welke meer dan honderd jaar den bodem van het schip bedekt heeft, weg te breken. Zooals men verwachtte, bleek deze houten vloer een groot aantal zer ken, een veertig stuks, aan het oog onttrokken te hebben. Meerendeels zijn het laat-gotische zerken, de eenige bronnen voor de kennis van de hoogtepunten in het leven, geboorte, hu welijk en overlijden, van de leden van menig aanzienlijk geslacht. De oudste thans gevonden zerk is er een van het jaar 1457, voor Aert van Wisschel. Het is een zeer mooi voorbeeld van vijftiende eeuw- sche sierkunst met eenvoudige medaillon in het midden. Verder zijn nog talrijke zeer fraaie steenen gevonden. Shell-vloot een mooi schip rijker geworden. Eén lading is: vijftien millioen liter. Dinsdag heeft het door de N.V, Ne- derlandsche Scheepsbouw Maatschap pij te Amsterdam voor de Koninklijke Shell groep gebouwd twaalf duizend tons motortankschip „Marisa" met goed gevolg zijn officieelen proef tocht op de Noordzee gemaakt. We derom is een, zowel uit oogpunt van zuiver technische uitvoering, als van aan de accomodatie der opvarenden bestede zorg tot in alle onderdeelen superieur schip aan de groote vloot der Koninklijke Shell toegevoegd, een schip, dat tijdens zijn bouw vele handen werk heeft gegeven en bij welks exploitatie anders georiënteerde arbeidskracht van eveneens velen, ieder naar de mate van de hem op gelegde taak, onontbeerljk zal zijn. Tot degenen, die aan den proeftocht deel namen, behoorden behalve uiteraard de bouwers van het schip, van wie in de eerste plaats, als gastheeren, genoemd moeten worden de heeren ir. D. Goedkoop Dzn. en ir. H. Goedkoop, directeuren der Ned. Scheepsbouw .Mij., de burgemeester der hoofd stad dr. W. de Vlugt. pres.-commissaris der Ned. Scheepsbouw Mij., het hoofd van de vierde af deeling van het departement van defensie, vice-admiraal A. Vos, de gedelegeerd commis saris der N.S.M., de heer F. M. L. baron Van Geen, de wethouder van financiën te Am sterdam, de heer Jac. Rustige, en voorts vele autoriteiten. Technische bijzonderheden. Van de genoodigden bleek overigens de belangstelling verdeeld te zijn tusschen de nautische en technische bezienswaardigheden van het prachtige schip. De Werkspoor-diesel motor van de „Marisa' ontwikkelt 3600 as P.K. voor een dienstvaart- snelheid van twaalf mijl. Het schip, dat komt te varen onder de vlag van de N.V. Petroleum Maatschappij „La Corona" te 's Gravenhage, is gebouwd vol gens de plannen en ontwerpen van de op drachtgevers. Specale zorg is besteed aan de verblijven van de opvarenden, zulks in ver band met den dienst in de tropen en in koude klimaten. Het schip voldoet aan de hoogste eischen van Lloyds en Nederlandsche en Ne- derlandsch-Indische schepenwet, alsook aan de speciale wetten van de verschillende lan den waar het laadt of lost. Het schip kan in totaal vijftien millioen liter benzine ver voeren. Sprekers aan den lunch. Aan den lunch, welke werd opgediend in een op ingenieuze wijze tot eetzaal ge ïmproviseerd gedeelte van het tusschendek, was de eerste der sprekers de burgemeester van Amsterdam, dr. W. de Vlugt. De Koninklijke Shell heeft - zoo zeide spr. voortdurend getoond, een open oog te hebben voor de belangen van den Neder landschen scheepsbouw. Spr. herinnerde in dit verband aan den zwaren crisistijd welken de Ned. Scheepsbouw Mij. heeft doorge maakt, een tijd, waarin er oogenblikken waren dat men er aan dacht, de poorten der werf te sluiten. In deze moeilijke oogenblik ken heeft de Koninklijke Shell klaar gestaan om de helpende hand te reiken en te bevor deren dat de pooi'ten van de werf konden openblijven. Dr. de Vlugt gaf tenslotte uiting aan de hoop', dat, als de „Marisa" straks onder haar nieuwe vlag zal gaan varen, zij zal mogen bijdrasen aan den bloei van de Koninklijke Shell en dat van dezen bloei de heer Zuiver nog jarenlang getuige zal mogen zijn (ap plaus). Toon Kelder's portret van den Hofprediker Ds. Weiter. Uit belangstelling voor het. werk en gene genheid voor de persoonlijkheid van dezen Haagschen schilder, ben ik naar het portret van Dominé Weiter gaan kijken, dat hem van regeeringswege werd opgedragen nadat be doelde hofprediker in Januari j.l.-het huwelijk van Prinses Juliana met Prins Bernhard had ingezegend. Dit portret, als zittend figuur ge schilderd, blijft nog korten tijd in de Ko ninklijke Kunstzaal Kleykamp in Den Haag te bezichtigen en een bijzonder hooggestemd ar tikel van den Haagschen kunstcorrespondent van het Handelsblad, den heer Elout, had mij aangezet diens indrukken met de mijne te gaan vergelijken. Niet dat ik beangst was, het enthousiasme van den ouderen, maar nog altijd even actie ven collega te moeten decimeeren, maar een ietsje te hoog scheen het mij toch wel toe, dat deze ervaren reporter geklouterd was, toen hij over dit portret de loftrompet ging steken. Met des te meer genoegen kon ik vaststellen dat Elout, ook naar mijn inzicht, niet te veel had gezegd en het portret van Ds. Weiter in derdaad een merkwaardig goed, modern por tret is. In deze rubriek had ik over Kelder en zijn kunst wel al iets eerder kunnen vertellen. In Haarlem was een vorig jaar een kleine ver zameling van zijn laatste werk te zien en me de naar aanleiding daarvan werd hem het schilderen opgedragen van het portret van den Aerdenhoutschen philosoof Dr. Bierens de Haan, ter opluistering van diens zeventigsten verjaardag. Maar bij die beide feiten was ik persoonlijk te nauw betrokken, om er ook als verslaggever in mee te willen spreken. Met het Welter-portret staat het anders en ik daarbuiten, zoodat ik nu vrijelijk kan zeg den wat ik in Kelder's arbeid waardeer. Zijn kleur om te beginnen is, nadat hij zich de laatste vier, vijf jaren van het zware, vaak duistere palet heeft afgewend, geheel geëvo lueerd tot een kleurig en transparant ensem ble, dat een lichten Franschen geest ademt en een hedendaagsche vertaling van de acht tiende eeuw, iets van Boucher, iets 'van Fragonard, iets van die levensperiode ten slotte, zou kunnen zijn. Vooral voor zijn vele naaktschilderingen geldt dat. Hij is buitendien niet de eenige on der de levende schilders, op wie het herbe- schouwen van de kunst der dix-huitième in druk gemaakt heeft. Men denke onder de Franschen van onzen tijd bij voorbeeld aan De La' Fresnaye. Het is dan ook verklaarbaar dat die genegenheid zich voor het serieuser salon-portret, het representatie-stuk, naar de verwante Engelsche portretschilders der 18e eeuw richt. Doch men vermoeie zich niet te zeer met het uitspinnen van al deze toevallige verwant schappen, daar in den grond van de zaak alle goede kunst onderling verwant is en de uiterlijke, in het oog springende relaties dik wijls van te groot belang geacht worden. Hoofdzaak bij een kunstwerk blijft of de aandrift, waardoor het ontstaat echt, dan wel tweedehandsch is, of een prachtig oud palet door jong enthousiasme, weer met nieuw he- dendaagsch leven bezield wordt óf dat er van een onpersoonlijke navolging sprake is. Kelder nu is te enthousiast om bloot navolger te zijn. Zijn naakten hebben in natuurgetrouwheid niets van de exactheid van een Greuze of Fragonard, het lichaam is hem, veel meer dan den ouden meesters, slechts pretext tot kleu- renschoon en dat geeft hij. verglijdend en doorzichtig, met de bewegelijke glanzing van paarlmoer. En zoo worden ook zijn portretten in de eerste plaats kleurfestijnen die hij aan richt over de hoofden zijner modellen heen. Ge zoudt zoo zeggen dat hij ze uitsluitend voor zijn eigen plezier zoo schilderde en zich om het wezen daar vóór hem, weinig bekommerde. Maar bij het ouder worden is ook bij dezen schilder het intuïtieve wezensbegrip gegroeid tot vlug-vattende en snelwerkende capaciteit, zijn portretten kregen het zuiver begrepen ty peeren van den gemoedstoestand van het oogenblik, hetgeen nog iets anders is dan de monotone gemiddelde, die de leek het liefst in portretten verbeeld wil zien. En zijn kleur voerde hij daarbij niet minder op tot de ele gance van zijn naaktfiguren. Tot een dame. die eens tot Kelder zei: „ik dacht dat u nooit portretten, alleen maar naakten schilderde" antwoordde hij met zijn gewone slagvaardigheid: „maar, lieve me vrouw, dat is precies hetzelfde". Ik weet niet of de dame de juistheid van dat antwoord be grepen heeft, juistheid, die vóór Kelder bo vendien reeds door andere schilders was aan getoond. In het portret van Ds. Weiter treft aller eerst het samengaan der gelaatsexpressie met de prachtig opgelegde kleur van het geheel en de virtuositeit waarmee kop, kleed en lin kerhand geschilderd zijn. De toga met haar doorschijnend blauwig-zwart, dun als a l'im- proviste geschilderd, de kop nobel en met zorg behandeld, met eerbied voor een levenswijs ge laat, waarin veel-begrijpende oogen nog vol belangstelling staan,maar vooral die afhangen de linkerhand, een aristocratische hand van een geestelijk werkerdat alles is inder daad prachtig van factuur. Het bewijst dat Kelder, een veertiger thans, gearriveerd is op een punt waar hij vrij meester over zijn ver mogens kan zijn en de beloften aan het inlos sen is, die hij een vijftiental jaren geleden, bij zijn eerste tentoonstelling in een Haag schen boekwinkel van Mensing in de Prin sestraat uitsprak. Ik kende den schilder toen nog niet maar gevoel nog steeds de vol doening hem toen zijn eerste goede critiek in de Avondpost bezorgd te hebben. J. H. DE BOLS De heer C. Zuiver, marine superintendent die de Koninklijke Shell vertegenwoordigde, dankte hierna Dr. de Vlugt voor zijn harte lijke woorden en gaf eveneens uiting aan zijn erkentelijkheid voor de aanwezigheid van zoo vele gasten aan boord. De heer Zuiver gaf voorts uiting aan de hoop, dat de omstandigheden het zullen toe laten dat binnen niet al te langen tijd de Koninklijke Shell weer schepen zal kunnen bestellen bij Nederlandsche scheepsbouwers. Vele andere sprekers hebben hierna nog het woord gevoerd, waarbij het schip aan de Koninklijke werd overgedragen. Gesloten vischtijd gaat 15 April in. De minister van Landbouw en Visscherij heeft bepaald, dat dit jaar op 15 April zul len ingaan: a. de gesloten tijd voor barbeel, blankvoorn, brasem, karper, kolblei. meun. ruischvoorn, serpeling, sneep, snoekbaars, winde en zeelt. b. de gesloten tijd voor het visschen met eenig vischtuig in de rivieren. c. de gesloten tijd voor het visschen in de Zuidhollandsche stroomen met het spiering drijfnet, de vischzegen. den hengel, het schut- want met een maaswijdte kleiner dan 80 mM. en wargarens met een maaswijdte kleiner dan 75 mM. Duitschland koopt tabak voor een schip. Een groote partij Sumatra tabak zal aan Duitschland geleverd kunnen worden, door dat men een compensatie-object heeft ge vonden in den aanbouw van een schip voor Nederlandsche rekening ter waarde van ruim 3 millioen rijksmark. Bovendien zal. volgens de Tel. het bedrag dat ter beschikking van tabaksleveranciers ten laste van de clearing gebracht wordt met R.M. 1 millioen worden verhoogd, zoodat het van RM. 16 millioen op R.M. 17 millioen zal worden gebracht. KNAAPJE DOOR AUTO AANGEREDEN. Het zevenjarig zoontje van de familie Van der Wal te Krimpen a. d. IJsel is Dinsdagmid dag omstreeks vijf uur bij het oversteken van den straatweg door een bestelauto van den heer R. Verkalk te Krimpen a. d. IJsel aange reden. Het knaapje werd ernstig gewond naar het Iterson-ziekenhuis te Gouda vervoerd. De toestand van den jongen is levensgevaarlijk. Avond-onderwijs voor jeugdige werklieden gewenscht geacht. Kwestie in een vergadering van „Vakopleiding" besproken. De vereeniging tot bevordering van de vak opleiding voor handwerkslieden in Nederland kwam Dinsdagmiddag in de Commercieele Club te 's-Gravenhage in vergadering bij een ter bespreking van de uitvoering van een eindconclusie, aangenomen op de 82e alge meene vergadering dezer vereeniging, welke op 28 December 1936 te Amsterdam werd gehouden. In deze eindconclusie droeg de algemeene vergadering aan het hoofdbestuur op: 1. De vakopleiding van jeugdige werklieden, na afloop van de dagnijverheidschool te be vorderen, voor zooyer mogelijk door dagnij- verheidsonderwijs gedurende een of meer dagen per week, voor het overige door avond- nij ver he idsonderwij s 2. Krachtig te bevorderen 't tot stand komen van praktijk onderwijs gedurende de avond uren, ook voor lien, die daaraan behoefte heb ben en overdag werkzaam zijn in de bedrij ven. Het hoofdbestuur zou zich daartoe in ver binding stellen met de organisaties van de ondernemers, werknemers en technici, met de besturen, de directies en de leeraren der nij verheidsscholen om te trachten voor elk vak tot een doeltreffende oplossing te komen. De voorzitter van de vergadering, ir. J. M. Steffelaar, sprak een woord van welkom, in het bijzonder tot den heer G. A. Groote Haar, inspecteur van het Nijverheidsonder wijs, die ook als vertegenwoordiger van den inspecteur-generaal van dat onderwijs aan wezig was. Spreker zette het doel dezer vergadering uiteen en verdedigde het avondpraktij kond er- wijs. De heer M. Worp (Delft), vice-voorzitter der vereeniging, hield een inleiding over de perspectieven en over hetgeen in Delft se dert een tiental jaren bereikt is op het ge bied van de technische nazorg. Aanleiding tot de bespreking van het avond onderwijs bestond reeds lang. ook voordat de cursus daar van de ambachtsscholen van re geeringswege van 3 op 2 jaar werd ge bracht, aldus spreker. Het ambacht van he den is niet meer dat van vroeger en door deze deze verandering is het avondonderwijs urgent geworden. Verschillende rapporten dienaangaande somde spreker op. De stellers dringen allen op avondonderwijs aan, opdat de as. ambachts lieden met de elementaire practijk in aanra king komen. Van de nazorg is het avondpractijkonder- wijs een zeer voornaam element. Wat nu de beperking van den cursusduur betreft, gepoogd is dit kwaad zooveel mogelijk te niet te doen. In Delft bijv., waar spreker directeur is van de Nijverheidsscholen, werd van 1925 af al avondonderwijs voor meer gevorderden gegeven. Aanvullend practisch avond-onderwijs, be hoort ook te leeren. datgene, wat men in de bedrijven thans niet meer leert en het zal ook tot de bekwaamheid van den toekomsti- gen ambachtsman, mede in verband met de vestigingswet, bijdragen. De inleider besprak vervolgens de ministe- rieele richtsnoeren voor het avondpractijk- onderwijs. Na de pauze bestond er gelegenheid met den inleider van gedachten te wisselen, waar van o.m. Ir. Koningh (Haarlem) gebruik maakte, die het avondonderwijs tot theore tisch onderwijs wenschte te beperken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 5