Visscherij nog steeds belangrijke industrie.
Toen er nog veel grachten
in Haarlem waren.
Primula's
Wiener Sangerknaben
WOENSDAG 31 MAART 1937
HAARLE M'S DAGBLAD
Productie in 1936 in ons land
ruim 232 millioen K.G.!
Drijfnetvisscherij overtrof
trawlvisscherij.
De Nederlandsche visscherij heeft met
meer dezelfde beteekenis die zij had voordat
de crisis in 1930 haar intrede deed in het in
ternationale bestel; zij is niet langer de leve
rancier van een groot deel van West-Europa
De tijd is voorbij, dat dagelijksch eenige lange
vischtreinen het vischstation van IJmuiden
verlieten, bestemd voor de dichtbevolkte cen
tra van Rijnland en Westfalen, dat van Am
sterdam en Rotterdam vrachtschepen, volge
laden met het wereldberoemde Hollandsche
zeebanket, vertrokken naar Duitsche en Rus
sische havens, dat, wanneer men in een hotel
in Parijs, Brussel of Antwerpen een gebakken
tongetje of een moot kabeljauw bestelde, men
er haast zeker van kon zijn, dat deze visch
afkomstig was van een Nederlandsch vis-
schersvaartuig.
Maar nog is de visscherij een belangrijke
tak van nationale industrie. Wie daaraan
mocht twijfelen moet maar eens kennis nemen
van de jaarcijfers over de visscherij geduren
de het jaar 1936, medegedeeld door de afdee-
ling Visscherij en van het Departement van
Landbouw en Visscherij
De vloot ging hard achteruit
Het aantal zee- en kustvisschersvaartuigen,
dat in de versschillende gemeenten van ons
land staat ingeschreven, is de laatste jaren
hard verminderd. In 1930 bedroeg hun aantal
nog 4867 met een inhoud van 342494 ton. In
1936 telde ons land nog „slechts" 3443 vis-
schersvaartuigen met een inhoud van 260807
ton.
Het is vooral de achteruitgang van de IJmui-
densche trawlervloot, die een sterken terug
gang van het inhoudscijfer heeft veroorzaakt.
In 1930 stonden er nog 209 stoomtrawlers in
geschreven, in 1936 was dit gedaald tot 119.
Maar deze achteruitgang van slechts 90 sche
pen of nog geen 2 pCt. van de totale vloot, had
een vermindering van den totalen tonnen
inhoud van ca. 40000 ton of ruim 12 pCt. ten
gevolge.
Bij de drijfnetvisscherij is de achteruitgang
minder ernstig. Het aantal stoomloggers, dat
in 1930 53 bedroeg met een inhoud van 26735
ton, was in 1936 nog 52 (waarvan thuis be
hoorden in Vlaardingen 46, in Katwijk 5 en in
Scheveningen 1) met een inhoud van 26938
ton.
Ondanks de groote verliezen, welke de vloot
van IJmuiden heeft geleden, staat deze nog
steed bovenaan. IJmuiden's visschersvloot
telt thans nog 176 schepen met een inhoud
van 63151 ton. Tot voor eenige jaren was de
inhoud echter ver over de 100.000 ton. Op de
tweede plaats komt Scheveningen, dat een
vloot bezit van 210 schepen met een inhoud
van 40490 ton, nummer 3 is Katwijk met 135
schepen met een inhoud van 38822 ton. Ach
tereenvolgens komen dan Vlaardingen met 92
schepen total 29555 ton, Urk met 213 schepen
totaal 16689 ton. Wieringen met 319 schepen
totaal 9846 ton enz. Rotterdam staat met 52
schepen en 3470 ton op de tiende plaats. Wat
het aantal betreft staat dus Wieringen met
319 schepen bovenaan.
De uitkomsten beter.
Bij alle takken van visscherij is, vergeleken
bij het jaar 1935, een vrij aanzienlijke voor
uitgang te constateeren. Deze vooruitgang is
het grootst bij de drijfnetvisscherij, waarvan
de opbrengst was 81.753661 K.G. met een
waarde van 7.792722 tegen 57.857114 K.G.
met een opbrengst van 5.241618 in 1935
De trawlvisscherij bracht op 37.940311 K.G.
ter waarde van 6.097897 tegen 34.547160 K.G
ter waarde van 6.001251, de beugvisscherij
276839 K.G. ter waarde van 48321 (v.j. 223386
K.G. en 41796), de visscherij met den zee-
vischzegen ,snurrevaad) 1.307401 K.G. ter
waarde van 191.806 (v.j. 1.280403 en ƒ204112).
De totale opbrengst der zeevisscherij bedroeg
derhalve 121.278212 K.G. ter waarde van
14.130746 tegen 93.908063 K.G. ter waarde
van 11.488777 in 1935.
Naar de hoeveelheid gerekend, doet, de kust-
visscherij voor de zeevisscherij haast niet on
der. Doordat eerstgenoemde visscherij een
groot percentage ternauwernood marktwaar
dige visch oplevert, zijn de geldelijke uitkom
sten veel geringer, hetgeen blijkt uit de vol
gende cijfers:
De totale opbrengst der visscherij in het
IJsselmeer, de Waddenzee en het niet-afgeslo-
ten gedeelte van de Zuiderzee, de Lauwerszee
en Dollart, de Zuid-Hollandsche en Zeeuw-
sche stroomen en zeegaten bedroeg niet min
der dan 111.182109 K.G. ter waarde van
4.263471 tegen resp. 102.610930 K.G. en
3.963353 in 1935.
Dat niet alleen bij de zeevisscherij,
maar ook bij de kleine kustvissckerij
wel eens mag worden gedacht aan het
nemen van maatregelen tegen het ver
nielen van nest visch blijft hieruit, dat
AFSCHEIDSRECEPTIE VAN LUIT.-GEN.
JHR. W. RöELL.
In zijn bureau aan het Lange Voorhout te
Gravenhage, heeft de scheidende commandant,
van het Veldleger, luit.gen. jhr. W. Röel!
Dinsdagmiddag een receptie gehouden, die
bezocht werd door tal van hoofdofficieren van
het Veldleger, divisiecommandanten wapen
inspecteurs, vertegenwoordigers van corpora
ties, enz.
Er waren vele bloemstukken o.a. van den
oud-hoofdaalmoezenier van leger en vloot
Kol. Evers, van vereenigingen van onderoffi
cieren. van de bodes van het bureau van den
commandant-veldleger en van verschillende
andere belangstellenden.
LOONSVERHOOGING BIJ DE A. K. U.
Naar de Tel. verneemt heeft de directie van
de A. K. U. ter uitvoering van de overeenkomst
welke zij met de contracteerende vakvereeni-
gingen in het begin van het jaar 1936 heeft
aangegaan, toen tot een tijdelijke korting op
de loonen werd besloten, thans een regeling
ingevoerd, waarbij de loonen. die in den aan
vang van 1936 gegolden hebben, weer zullen
worden hersteld.
Met ingang van 9 Maart 1936 werden de loo
nen van de geschoolde arbeiders met 7]o pet.
en die van de ongeschoolden met 5 pet. vermin
derd. Met deze percentages worden de tegen
woordige loonen verhoogd.
van de totale opbrengst dezer vissche
rij, die zooals wij zagen ruim 111 mil
lioen K.G. bedroeg, niet minder dan 46
millioen K.G. bestond uit nestvisch en
voor de consumptie onverkoopbare
mosselen (resp. 251/2 en 201/2 mil
lioen K.G.) met een totale opbrengst
van slechts f 315000!
De visscherij op trekvisch in de rivieren, de
Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche stroomen van
geringe beteekenis. Deze visscherij leverde in
1936 op 228437 K.G. tre waarde van f 61742,
tegen 251324 K.G. en 59188 in 1935. De voor
naamste producten dezer visscherij zijn zalm
(21450 K.G. t.w.v. f 41107) en fint (204798 K.G.
t.w.v. f 20186).
De totale opbrengst van de hierboven
genoemde takken van visscherij be
droeg derhalve 232.688758 K.G. met
een waarde van f 18.455959 tegen
196.770317 K.G. en 15.511318 in 1935.
De uitvoer in 1936 bedroeg 141.255344
K.G. ter waarde van 12.095065 tegen
125.C33472 K.G. en 10.796508 in 1935.
Onze voornaamste buitenlandsche
afnemers waren België 3.262565),
Frankrijk 2.331765), Duitschland
2.121375), V.S. van N. Amerika
869950) en Groot Brittannië
557602).
Uitgevoerd werd o.a. 55 millioen K.G. pekel
en steurharing t.w. van 5.318.000, 3.215.000
K.G. bokking t. w. van 527.000, 14V2 millioen
K.G. versche en met zout besprenkelde haring
t. w. van 750000. 8,4 millioen K.G. versche
zeevisch t. w. van 2 millioen, 41 millioen
K.G. mosselen 'en mosselzaad t. w. van /"616000,
1,3 millioen K.G. oesters t. w. van f 938000.—.
2.8 millioen K.G. garnalen t. w. van 556.000.
VRIJZINNIG HERVORMDEN.
De vereeniging van Vrijzinnig Hervormden
houdt haar jaarvergadering Maandag 19 April
a.s. in het gebouw van den Nederlandschen
Protestantenbond, Vestestraat. De agenda be
helst o.m. de volgende punten: jaarverslagen
van secretaresse en penningmeester, bestuurs-
en commissie-verkiezing (vacature P. Jong
bloed, herkiesbaar; vacature mr. A. Klein,
wegens vertrek)Voorgesteld wordt de heer J.
J. Klimbie. Voorts aanvulling commissie voor
de versiering van het kerkgebouw. (Voorge
steld wordt mej. J. M. van Schelven), vaststel
len collecten in 1937, beschrijvingsbrieven
provinciale en algemeene vergadering, ver
lenging van den duur, waarvoor de vereeni
ging is aangegaan, statuten en reglements
wijziging, inleiding van ds. G. H. Moll van
Charante: „Een half jaar arbeid te Haar
lem".
Zij die voor de bestuursverkiezing candi-
daten willen stellen, kunnen dezen opgeven
aan de secretaresse, mevr. Mazee, Jan Steen
straat 75.
FILIAAL STADSBIBLIOTHEEK EN
LEESZAAL.
.JIuis te Zaanen".
Nieuwe aanwinsten:
Kunst:
Braak, ter. De absolute film.
Ellens. De disch.
Otten. Amerikaansche filmkunst.
Roos, De. Fransche filmkunst.
Wigman. Deutsche Tanzkunst.
Letterkunde.
Brand. Werden und Wandlung; eine Ge-
schichte der deutschen Literatur von 1880
bis heute.
Houwink. Inleiding tot de hedendaagsche
Nederiandssche letterkunde.
Liefde, De. Cent poèmes francais.
Poètes francais.
Roland Holst-Van der Schalk. Helden
sage.
Land- en Volkenkunde.
Blink. Opkomst van Nederland als eco-
nomisch-geografisch gebied.
Ferrand. Grenoble en de Alphen van
Dauphiné.
Ven, van der. Ken ons land en heb het
lief.
Nederlandsche en in het Ned. vert, romans.
Hamsun. De ontwrichten.
Kuyle. Tusschen Keulen en Parijs.
Limburg. Wie(Chr.)
Praag, Van. De weegschaal.
Engelsche romans.
Lewis. The trail over the hawk.
McKenna. Superstition.
Sinclair. Roman holiday.
Thirkell. Wild strawberries.
Op natuwtlifke uiifze slank wmden
door SYNARRHEEN-voetbaden. w.rn m«> ia»«-
Vroogi br«hu>» aan. Per kuur van 10 baden Fl. 2.75
Import-Mootschappij „Varia" - Oegslgeeit (bij Leiden)
(Adv. Ingez. Med.)
Provinciale vergadering van
Postduivenliefhebbers.
Het bestuur geschorst.
In Hotel „Oud Meerensteyn" werd een
vergadering gehouden van de afdeeling Noord-
Holland van den Alg. Ned. Bond van Post-
juivenliefhebbers.
Na de opening der vergadering en de vast
stelling der notulen is men aan de afhande
ling der agenda niet toegekomen, omdat het
afdeelingsbestuurgeschorst werd.
Door eenige Amsterdamsche afdeelingen
werd namelijk een motie ingediend, waarin
de vergadering zich zou moeten uitspreken
voor schorsing van het bestuur. De oppositie
gold een der bestuursleden, wiens aftreden
men wenschte.
De discussies zijn, toen deze motie met
een kleine meerderheid was aangenomen, ge-
ruimen tijd voortgezet onder leiding van den
voorzitter, den heer Peeters, die weliswaar
eveneens onder het schorsingsbesluit viel,
maar die daarna als voorzitter van het
hoofdbestuur de leiding op zich nam.
Het dagelijksch bestuur van den Algemee-
nen Bond heeft zich intusschen over de
houding van de provinciale vergadering be
raden.
Het schorsingsbesluit moet volkomen in
JUBILEUM.
Donderdag 1 April zal het 25 jaar geleden
zijn, dat de heer P. F. van Cranenbroek bij
de N.V. Technische Maatschappij Heringa en
Wutrich alhier, in dienst trad. Sedert 1920,
is hij als chef-monteur der afdeeling electri-
citeit.
ZIGEUNERKONING TER AARDE BESTELD.
De teraardebestelling van den Poolschen
Zigeunerkoning .baron" Kwiek, heeft gisteren
met groote praal plaatsgevonden in Warschau,
in aanwezigheid van Roemeensche en Hon-
gaarsche Zigeunerdelegaties.
HEEMSTEDE
Tentoonstelling van werk
stukken.
Vervaardigd door werkloozen.
Van morgen tot Zondag zullen in de groote
tooneelzaal van het R. K. Vereenigingsgebouw
aan den Heerenweg de werkstukken tentoon
gesteld worden, die dezen winter, tijdens de
huisvlijtcursussen welke georganiseerd wa
ren door het algemeen Comité tot ontwikke
ling en ontspanning van Werkloozen. door de
werkloozen zijn vervaardigd. Dat de leiders
dezer cursussen de heeren Kennis. L. Attema
en W. Bulten, niet vergeefs hun tijd voor
dit doel hebben disponibel gesteld bleek reeds
gisteren, toen men bezig was de vele voor
werpen op te stellen. Wat het vervaardigde
uit hout betreft, zijn het pl.m. 110 werkstuk
ken, terwijl uit koper niet minder dan 80
voorwerpen vervaardigd zijn, door in totaal
120 cursisten.
Dat de animo zoo groot is, vindt wel zijn
oorzaak in het feit, dat het vervaardigde
het eigendom der cursisten wordt.
Zoo zal het R.K. Vereenigingsgebouw een
viertal dagen gelijken op een toonzaal van
een groote meubelfabriek. Men vindt er letter
lijk van alles wat in een gezin onontbeer
lijk is: ledikanten .in alle maten, keurig afge
werkt en in frissche kleuren geschilderd, lin
nenkasten, nachtkastjes, schitterende dres
soirs, schrijf bureaux, boekenkasten, tuinban
ken, rookfauteuils, salontafels, keukenkasten
en keukentafels, trappen, vuilnisbakken, raam-
horren, waschbakken, strijkplanken, sjoelbak
ken, zelfs een paar flinke konijnenhokken,
schemerlampen e.d.
Voor dat betreft het koperdrijfwerk zijn er
heel wat prachtige voorwerpen te bewonderen.
Lampen, fruitschalen, bloempotten in diver
sen vormen, een prachtige bloemenbak. de-
votielichtjes. kandelaars, asch- en sierbakjes
zelfs het J. B.-bordje ontbreekt niet.
Het meerendee: werd vervaardigd door lee-
ken op dit gebied.
Langs de wanden zijn verschillende boxen
tot miniatuur-toonkamertjes ingericht
midden in de zaal en op op het tooneel
de grootere voorwerpen als ledikanten, tuin
meubelen e.d., aardig versierd met palmen
en kleinere plantjes. Schilderwerk van den
heer Boting geeft wat fleur aan het geheel.
Door de Heemsteedsche radio-centrale (fir
ma van Amerongen) is toegezegd geheel be
langeloos voor wat muzikale opluistering te
zorgen.
Morgen zal de officieele opening door den
burgemeester plaats vinden. De tentoonstel
ling is dan tot Zondag voor het publiek gratis
toegankelijk. Mogen velen eens komen kijken
hoe bijzonder nuttig de subsidie door de ge
meente verstrekt hier besteed is geworden.
MET PENSIOEN UIT DE
GEMEENTEDIENST
Door het eenigèn tijd geleden genomen be
sluit, dat de stokers van de gasfabriek met
vervroegd pensioen den dienst moeten ver
laten. zal morgen een viertal stokers n.l. de
heeren S. J. Smit, C. Sluijter, Jan Welters
en W. Verhoef afscheid nemen van hun werk
kring en hun kameraden.
De meesten van hen hebben reeds hun zil
veren jubileum aan de bedrijven gevierd.
Het verlaten van den dienst zal eenigszins
officieel geschieden, waarbij alle collega^s in
de gelegenheid gesteld zullen worden bij dit
afscheid aanwezig te zijn.
OPDRACHT.
Het bouwen van een woonhuis voor den
heer R. B. Lommerse te Bennebroek is na on-
derhandsche inschrijving opgedragen aan
den heer G. Kloos, Aannemer te Heemstede.
^CIJN/T IN lETÏtllN^J
HET TOONEEL
Gezelschap Saalborn—Parser.
MIJN ZOON DE MINISTER.
Door ongesteldheid van mevrouw Magda
Janssens kon de voorstelling van De Markie
zin van Arcis, welk stuk gisteren en vandaag
door het gezelschap Saalborn-Parser voor de
leden van den Nieuwen Haarlemschen Kunst
kring zou worden gegeven, niet doorgaan.
Inplaats daarvan is thans Mijn zoon de Mi
nister, het geesteige blijspel van Birabeau,
waarin Saalborn zoo prachtig en komisch
den bode speelt, opgevoerd, een verandering,
waarover de leden van den N. H. Kunstkring
zich allerminst behoeven te beklagen.
In ons blad van Woensdag jl. heeft de heer
J. B. Schuil uitvoerig over^dit blijspel van
Birabeau en de voorstelling te Amsterdam
geschreven. Ook te Haarlem had Mijn zoon
de Minister een uitbundig succes. Vooral
naar Saalborn en Julia Cuypers ging ook
hier evenals in de hoofdstad de bijval
uit.
MUZIEK
«>ude Gracht tusschen Groot Heiligland en Kleine Houtstraat.
Nu het denkbeeld de Bakenessergracht te
dempen, door het Haarlemsche gemeente
bestuur in overweging genomen is, vinden wij
daarin aanleiding een serie reproducties van
teekeningen te geven uit den tijd toen Haarlem
nog rijk aan grachten was.
Hierboven geven wij de eerste. Eenige dagen
achtereen zullen de lezers zoo'n afbeelding
vinden.
Haarlemsche
Polifie-Muziekvereeniging.
Hoewel deze jongste avond der muziekver-
eeniging van Haarlem's politiemannen eigen
lijk niet was bedoeld als het officieele jaar
lij ksche concert, kon het korps toch met het
uitgevoerd programma voor den dag komen.
Weliswaar domineerde op dit pvogramma de
mai'sch een tikje te veel, maar de gastvrijheid
die het politiekorps aan ieder belangstellende
zoo volgaarne biedt, wilde het ook aan zijn
donateurs en begunstigers niet onthouden en
laarom vex*weIkomde de feestgevende vereeni
ging haar nog altijd groote schare van belang
stellenden nxet een programma, dat hoofdzake
lijk als amusementsmuziek was bedoeld.
Men zal tegenwerpen dat Chopin en Weber
niet behooren tot het genre als bovenbedoeld.
Toch mag deze muziek, in den vorm waarin zij
hier werd gegeven, gerust aldus worden gety
peerd. Een selectie uit Weber's opera's en piano
muziek, in los verband samengevoegd, heeft
toch altijd iets vluchtigs, iets speelsch; en
dikwijls is aan de opeenvolging dier stukken
een tikje humor niet vreemd. Zoo zag men
Weber's troetelkind Agathe uit „Freischütz"
één enkele accoordwending was daartoe vol
doende het door de maan beschenen ven
ster te verwisselen voor de balzaal. En ook in de
muziek van Willem Ciere zweefden we „vol
plané" naar oorden die wij 't minst in de ge
dachte hadden. De hoorder heeft zijn ernstig
en ingespannen luisteren verruild voor het
aangenaam bezig zijn. Maar dirigent Peters
heeft hierbij zorg gedragen, dat toch ook ons
muzikaal gevoel niet onbevredigd bleef. Hij
zelf is 't zich natuurlijk bewust, dat Chopin
?ich uitsluitend laat vertolken aan het klavier,
naar begrijpt evenzeer dat een Polonaise zich
nog het minst slecht leent voor een arrange-
nent. Weliswaar zou de weergave dezer Polo-
xaise losser en beweeglijker kunnen zijn, ook
n' het arrangement voor fanfarekorps en zou
iok aan klankverfijning nog het een en ander
cunnen gedaan worden. Veel beter voelden de
jpelers zich thuis in den Kloostertuin van
Ketelbey, waar zij zich bovendien, al was 't
met behulp van eenige goed geschoolde krach
ten. ook als verdienstelijke zangers ontpopten.
Die stukken'van Ketelbey leenen zich tevens
xij uitstek tot andere bezettingen dan waar
voor zij bedoeld zijn. Door die eigenschap moge
de muziek iets inboeten aan gehalte, maar in
tegenstelling met Chopin blijft ze wat ze be
doelt te zijn: verpoozingsmuziek.
Het was dan een programma van lichten
aard.
Exx zelfs de componist A, L. Doyen, al had
nij reeds door zijn hoog opusgetal (294!) recht
op den eeretitel „doyen de la musique" heeft
ons in het stuk .Are de triomphe" slechts een
vriendelijk gelaat getoond. Hieraan kon zelfs
het leger van tambours, dat zich rondom den
Triomfboog had geschaard, niets veranderen.
Het stuk was en bleef, ondanks zijn schijn
van gewicht, tenslotte niet anders dan het toch
beoogde te zijn: een blij en vrooüjk slot van
een aardig programma.
O. J. KALT.
Wie houdt niet van Sleutelbloemen? Ze
bloeiden vroeger bij honderden om dezen tijd
in het Naalden veld; dat was in de dagen dat
het daar nog een brok ongerepte natuur was.
Wie ze wist te vinden, kon dan in de Maart-
sche nadaseix en aaxx het begin van Apnl ge
nieten van die bleek-gele, laaggroeiende toef
jes die daar tusschen het dunne hout ston
den verspreid zoo mooi als de beste tuinarchi
tectuur ze niet zou kunnen planten.
Maar het Naaldenveld is verkaveld en het
„primulaslootje" dichtgegooid, overigens zoxx-
der noodzaak, omdat er op die plek geen huis
is gezet en het slootje, niet meer dan een
vochtige helling, heusch geen malariamuggen
herbergde. Gebeurd is gebeurd, maan- menig
plantenliefhebber betreurt, het.
Maar niet alleen in de weinige stukjes vrije
natuur om deze stad bloeit nu de primula; ook
in onze tuinen, waar haai* bestaan overigens
heel wat beter verzekerd is. De boschprimula
heet officieel P. acaulis. waarvan de gele. vul
garis. die uit 't Naaldenveld is. De kweekers
hebben zich met Primula, die veel en ge
makkelijk zaad geeft, druk bezig gehouden en
niet alleen Primula acaulis verbeterd, maar
ook kruisingen gemaakt en ons verrijkt met
een heeie serie hybriden, waar de Primula
veris elatior, de welbekende Sleutelbloem, niet
vreemd aan is. Ik weet niet of u ooit de blauwe
Primula acaulis hebt gezien. Wel wat opti
mistisch is haar naam coerulea, dat is: de he
melsblauwe. Wie 'n beetje op de hoogte is én
van de verbazende variaties die er in vox*m en
kleur van een Primula bestaan dubbele bloe
men treden b.v. heel gemakkelijk op én van
het optimisme des kweekers als hij iets blauws
wint, begrijpt dat we dat „hemelsblauw" cum
gxano salis mogen nemen. In het allex-beste
geval is de blauwe Primula acaulis mooi indigo:
Verder varieert de kleur in donker en lichter
paars-blauw, waartegen de gele harten mooi
afsteken. Hoe het zij. mooi is de bloem en ze
mocht feitelijk ook in uw tuin niet ontbreken.
Behalve acaulis en veris zijn ook de Primula
Juliae en acaulis onderling gekruist, en met
succes. Primula Juliae is een kruiper, nog veel
lager van stengel dan de acaulis. De hybriden
heeft men heel aardig Juliana genoemd en ze
komen voor in prachtige warme kleux*en: kar
mijn, violetrood, robijm-ood en mauve-rose.
Dit zijn enkele van de vele, vele Primula's
die nu en later zullen bloeien: er zijn ontstel
lend tenminste voor een leek veel soor
ten en variëteiten en kx*uisingspx*oducten. Er
zijn heel zeldzame en dure soorten uit Azië
en gewone, sterke inheemsche planten; er zijn
er die witbepoeierde bladeren en sten-gels heb
ben en bloemen in de wonderlijkste kleuren.
Sommige dragen hun bloemen in verdiepingen
rond den stengel. andex*en in 'n zuivere bolvorm,
zooals de Primula denticulata, een soort die
over een paar weken bloeit en die niet genoeg
aan te bevelen is voor den tuin. Ze komt voor
in licht- en dorukerlila en wit en al is het na
tuurlijk een kwestie van smaak, mij pex*soon-
lijk bevalt de witte eigenlijk het allerbeste. Die
blanke bollen op hoogen steixgel maken altijd
weer een verrassend effect.
En tenslotte is er de ouderwetsche Primula
auricula, de „aurikel" of her ..berenoor" of, in
sommige streken, het „riekelaöntje". We moe
ten voor dit plantje uit onze boerentuinen de
neus niet ophalen. Geel. wit en dofpaai*s zijn
de meest voorkomende tinten, bescheiden dus
en weinig opvallend, maar dat er t-och nog heel
wat inzit bewijst deverbetering, de grootbloe-
mige Primula auricula gigantea. En ijzersterk
is de plant, wat helaas van alle uitheemsche
soorten niet gezegd kan worden.
Pi-imula's vragen voedzamen, vocht-opge-
venden grond, maar kunnen niet in het water
groeien. Het mooiste gedijen ze onder half
schaduw.
L. S.
Waren de indrukken van het vorige op
treden der Wiener Sangerknaben hier ter
stede minder onverdeeld gunstig dan die
van een vroeger bezoek in herinnering wa
ren gebleven: Dinsdagavond hebben zij zich
in de bijkans' uitverkochte Gemeentelijke
Concertzaal weer gerehabiliteerd. Ten deele
althans. Hun vertolking der eerste drie gees
telijke liederen leek me nog lang geen ideale
kerkelijke koorzang. Er waren, vooral in
„Canite Tuba" van Jacob Gallus, talrijke on
zuiverheden waar te nemen en een neiging
tot zakken openbaarde zich in alle drie: het
meest wel in het tweede, „Tenebrae factae
sunt" van DaVittoria, waar het toon peil
ruim een groote secunde daalde. De klank
was in deze liederen veelal mooi, maar toch
ook vaak wat gekunsteld, onnatuurlijk, alsof
een soort van supercultuur het oorspronke
lijke timbre der jongensstemmen gewijzigd
en tot meisjesachtige weekheid verzacht
heeft, 't Is misschien een kwestie van smaak,
maar ik voor mij houd meer van den éenlgs-
zins rinschen klank, dien b.v. nog kort ge
leden het jongenskoor van „Zanglust" in de
Matthaus-Passion te hooren gaf. al zullen
deze zangertjes wel niet de Wiener Sanger
knaben In vocale virtuositeit kunnen
evenaren.
Bij het vierde der Geestelijke Liederen, de
„23ste Psalm" van Schubert, werd met kla-
viei-begelelding gezongen; hier bleef het door
dus vanzelf op toon en kon men zich zonder
voorbehoud in den zang vermeien.
Het zangspel „Der Prïnz hat 's gesagt" gaf
weer gelegenheid enkele goede solostemmen
benevens de aardige en vrijmoedige actie van
de hoofdpersoontjes te bewonderen. Van een
zuiver tooneelstandpunt uit beoordeeld is
zoo'n opvoering zeer onvolledig: alle decor
ontbreekt, de figuurtjes lijken op het groote
podium nog veel kleiner dan ze zijn. de tekst
woorden zijn in de niimte meerendealsonver
staanbaar, Vooral de ..Wethouder", de
„Schoolmeester" en ,Uesje" blonken uit door
zang en spel en verwierven dan ook meer
dere bijvalsbetuigingen, die men „opendoek
jes" zou hebben kunnen noemen, als er een
„doek" geweest was. De muziek van Conra-
din Kreutzer, wiens opex*a „Das Nachtlager
in Granada" destijds beroemdheid genoot,
deed me vaak aan die van Weber denken. De
dirigent Haymo Tauber vertolkte het klavier
arrangement der orkestpartij zeer goed.
Na de pauze kregen we als naar gewoonte
„Volksliederen" te hooren. Daaronder waren
zeer aardige, als „Sandmannchen" en de
twee „Tiroler Kerstliederen", waarvan het in
zeer snel tempo gezongen tweede gebisseerd
werd. Maar er waren ook een paar zeer on
kinderlijke stukken bij, nl. het koor uit
Rienzi en Schubert's „Die Nachtigall". De
solopartijen werden door „Liesje", die zich
na het travesti weer in jongensdos gestoken
had, heel mooi gezongen.
Strauss' „An der schonen blauen Donau"
was weer de gevierde hekkensluiter, maar
moest toch voor een toegift het hek nog even
openlaten.
Het was onderwijl kwart voor elven gewor
den. „Veel te laat voor zulke kleine jongens",
zal misschien menigeen zeggen of denken.
3uiten stond de groote autobus, die de Wie
ner Sangerknaben weer zou vervoeren. Hun
dag was nog niet ten einde. Mijn verslag is
dat wél.
K. DE JONG.