Visscherij nog steeds belangrijke industrie. Toen er nog veel grachten in Haarlem waren. Primula's Wiener Sangerknaben WOENSDAG 31 MAART 1937 HAARLE M'S DAGBLAD Productie in 1936 in ons land ruim 232 millioen K.G.! Drijfnetvisscherij overtrof trawlvisscherij. De Nederlandsche visscherij heeft met meer dezelfde beteekenis die zij had voordat de crisis in 1930 haar intrede deed in het in ternationale bestel; zij is niet langer de leve rancier van een groot deel van West-Europa De tijd is voorbij, dat dagelijksch eenige lange vischtreinen het vischstation van IJmuiden verlieten, bestemd voor de dichtbevolkte cen tra van Rijnland en Westfalen, dat van Am sterdam en Rotterdam vrachtschepen, volge laden met het wereldberoemde Hollandsche zeebanket, vertrokken naar Duitsche en Rus sische havens, dat, wanneer men in een hotel in Parijs, Brussel of Antwerpen een gebakken tongetje of een moot kabeljauw bestelde, men er haast zeker van kon zijn, dat deze visch afkomstig was van een Nederlandsch vis- schersvaartuig. Maar nog is de visscherij een belangrijke tak van nationale industrie. Wie daaraan mocht twijfelen moet maar eens kennis nemen van de jaarcijfers over de visscherij geduren de het jaar 1936, medegedeeld door de afdee- ling Visscherij en van het Departement van Landbouw en Visscherij De vloot ging hard achteruit Het aantal zee- en kustvisschersvaartuigen, dat in de versschillende gemeenten van ons land staat ingeschreven, is de laatste jaren hard verminderd. In 1930 bedroeg hun aantal nog 4867 met een inhoud van 342494 ton. In 1936 telde ons land nog „slechts" 3443 vis- schersvaartuigen met een inhoud van 260807 ton. Het is vooral de achteruitgang van de IJmui- densche trawlervloot, die een sterken terug gang van het inhoudscijfer heeft veroorzaakt. In 1930 stonden er nog 209 stoomtrawlers in geschreven, in 1936 was dit gedaald tot 119. Maar deze achteruitgang van slechts 90 sche pen of nog geen 2 pCt. van de totale vloot, had een vermindering van den totalen tonnen inhoud van ca. 40000 ton of ruim 12 pCt. ten gevolge. Bij de drijfnetvisscherij is de achteruitgang minder ernstig. Het aantal stoomloggers, dat in 1930 53 bedroeg met een inhoud van 26735 ton, was in 1936 nog 52 (waarvan thuis be hoorden in Vlaardingen 46, in Katwijk 5 en in Scheveningen 1) met een inhoud van 26938 ton. Ondanks de groote verliezen, welke de vloot van IJmuiden heeft geleden, staat deze nog steed bovenaan. IJmuiden's visschersvloot telt thans nog 176 schepen met een inhoud van 63151 ton. Tot voor eenige jaren was de inhoud echter ver over de 100.000 ton. Op de tweede plaats komt Scheveningen, dat een vloot bezit van 210 schepen met een inhoud van 40490 ton, nummer 3 is Katwijk met 135 schepen met een inhoud van 38822 ton. Ach tereenvolgens komen dan Vlaardingen met 92 schepen total 29555 ton, Urk met 213 schepen totaal 16689 ton. Wieringen met 319 schepen totaal 9846 ton enz. Rotterdam staat met 52 schepen en 3470 ton op de tiende plaats. Wat het aantal betreft staat dus Wieringen met 319 schepen bovenaan. De uitkomsten beter. Bij alle takken van visscherij is, vergeleken bij het jaar 1935, een vrij aanzienlijke voor uitgang te constateeren. Deze vooruitgang is het grootst bij de drijfnetvisscherij, waarvan de opbrengst was 81.753661 K.G. met een waarde van 7.792722 tegen 57.857114 K.G. met een opbrengst van 5.241618 in 1935 De trawlvisscherij bracht op 37.940311 K.G. ter waarde van 6.097897 tegen 34.547160 K.G ter waarde van 6.001251, de beugvisscherij 276839 K.G. ter waarde van 48321 (v.j. 223386 K.G. en 41796), de visscherij met den zee- vischzegen ,snurrevaad) 1.307401 K.G. ter waarde van 191.806 (v.j. 1.280403 en ƒ204112). De totale opbrengst der zeevisscherij bedroeg derhalve 121.278212 K.G. ter waarde van 14.130746 tegen 93.908063 K.G. ter waarde van 11.488777 in 1935. Naar de hoeveelheid gerekend, doet, de kust- visscherij voor de zeevisscherij haast niet on der. Doordat eerstgenoemde visscherij een groot percentage ternauwernood marktwaar dige visch oplevert, zijn de geldelijke uitkom sten veel geringer, hetgeen blijkt uit de vol gende cijfers: De totale opbrengst der visscherij in het IJsselmeer, de Waddenzee en het niet-afgeslo- ten gedeelte van de Zuiderzee, de Lauwerszee en Dollart, de Zuid-Hollandsche en Zeeuw- sche stroomen en zeegaten bedroeg niet min der dan 111.182109 K.G. ter waarde van 4.263471 tegen resp. 102.610930 K.G. en 3.963353 in 1935. Dat niet alleen bij de zeevisscherij, maar ook bij de kleine kustvissckerij wel eens mag worden gedacht aan het nemen van maatregelen tegen het ver nielen van nest visch blijft hieruit, dat AFSCHEIDSRECEPTIE VAN LUIT.-GEN. JHR. W. RöELL. In zijn bureau aan het Lange Voorhout te Gravenhage, heeft de scheidende commandant, van het Veldleger, luit.gen. jhr. W. Röel! Dinsdagmiddag een receptie gehouden, die bezocht werd door tal van hoofdofficieren van het Veldleger, divisiecommandanten wapen inspecteurs, vertegenwoordigers van corpora ties, enz. Er waren vele bloemstukken o.a. van den oud-hoofdaalmoezenier van leger en vloot Kol. Evers, van vereenigingen van onderoffi cieren. van de bodes van het bureau van den commandant-veldleger en van verschillende andere belangstellenden. LOONSVERHOOGING BIJ DE A. K. U. Naar de Tel. verneemt heeft de directie van de A. K. U. ter uitvoering van de overeenkomst welke zij met de contracteerende vakvereeni- gingen in het begin van het jaar 1936 heeft aangegaan, toen tot een tijdelijke korting op de loonen werd besloten, thans een regeling ingevoerd, waarbij de loonen. die in den aan vang van 1936 gegolden hebben, weer zullen worden hersteld. Met ingang van 9 Maart 1936 werden de loo nen van de geschoolde arbeiders met 7]o pet. en die van de ongeschoolden met 5 pet. vermin derd. Met deze percentages worden de tegen woordige loonen verhoogd. van de totale opbrengst dezer vissche rij, die zooals wij zagen ruim 111 mil lioen K.G. bedroeg, niet minder dan 46 millioen K.G. bestond uit nestvisch en voor de consumptie onverkoopbare mosselen (resp. 251/2 en 201/2 mil lioen K.G.) met een totale opbrengst van slechts f 315000! De visscherij op trekvisch in de rivieren, de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche stroomen van geringe beteekenis. Deze visscherij leverde in 1936 op 228437 K.G. tre waarde van f 61742, tegen 251324 K.G. en 59188 in 1935. De voor naamste producten dezer visscherij zijn zalm (21450 K.G. t.w.v. f 41107) en fint (204798 K.G. t.w.v. f 20186). De totale opbrengst van de hierboven genoemde takken van visscherij be droeg derhalve 232.688758 K.G. met een waarde van f 18.455959 tegen 196.770317 K.G. en 15.511318 in 1935. De uitvoer in 1936 bedroeg 141.255344 K.G. ter waarde van 12.095065 tegen 125.C33472 K.G. en 10.796508 in 1935. Onze voornaamste buitenlandsche afnemers waren België 3.262565), Frankrijk 2.331765), Duitschland 2.121375), V.S. van N. Amerika 869950) en Groot Brittannië 557602). Uitgevoerd werd o.a. 55 millioen K.G. pekel en steurharing t.w. van 5.318.000, 3.215.000 K.G. bokking t. w. van 527.000, 14V2 millioen K.G. versche en met zout besprenkelde haring t. w. van 750000. 8,4 millioen K.G. versche zeevisch t. w. van 2 millioen, 41 millioen K.G. mosselen 'en mosselzaad t. w. van /"616000, 1,3 millioen K.G. oesters t. w. van f 938000.—. 2.8 millioen K.G. garnalen t. w. van 556.000. VRIJZINNIG HERVORMDEN. De vereeniging van Vrijzinnig Hervormden houdt haar jaarvergadering Maandag 19 April a.s. in het gebouw van den Nederlandschen Protestantenbond, Vestestraat. De agenda be helst o.m. de volgende punten: jaarverslagen van secretaresse en penningmeester, bestuurs- en commissie-verkiezing (vacature P. Jong bloed, herkiesbaar; vacature mr. A. Klein, wegens vertrek)Voorgesteld wordt de heer J. J. Klimbie. Voorts aanvulling commissie voor de versiering van het kerkgebouw. (Voorge steld wordt mej. J. M. van Schelven), vaststel len collecten in 1937, beschrijvingsbrieven provinciale en algemeene vergadering, ver lenging van den duur, waarvoor de vereeni ging is aangegaan, statuten en reglements wijziging, inleiding van ds. G. H. Moll van Charante: „Een half jaar arbeid te Haar lem". Zij die voor de bestuursverkiezing candi- daten willen stellen, kunnen dezen opgeven aan de secretaresse, mevr. Mazee, Jan Steen straat 75. FILIAAL STADSBIBLIOTHEEK EN LEESZAAL. .JIuis te Zaanen". Nieuwe aanwinsten: Kunst: Braak, ter. De absolute film. Ellens. De disch. Otten. Amerikaansche filmkunst. Roos, De. Fransche filmkunst. Wigman. Deutsche Tanzkunst. Letterkunde. Brand. Werden und Wandlung; eine Ge- schichte der deutschen Literatur von 1880 bis heute. Houwink. Inleiding tot de hedendaagsche Nederiandssche letterkunde. Liefde, De. Cent poèmes francais. Poètes francais. Roland Holst-Van der Schalk. Helden sage. Land- en Volkenkunde. Blink. Opkomst van Nederland als eco- nomisch-geografisch gebied. Ferrand. Grenoble en de Alphen van Dauphiné. Ven, van der. Ken ons land en heb het lief. Nederlandsche en in het Ned. vert, romans. Hamsun. De ontwrichten. Kuyle. Tusschen Keulen en Parijs. Limburg. Wie(Chr.) Praag, Van. De weegschaal. Engelsche romans. Lewis. The trail over the hawk. McKenna. Superstition. Sinclair. Roman holiday. Thirkell. Wild strawberries. Op natuwtlifke uiifze slank wmden door SYNARRHEEN-voetbaden. w.rn m«> ia»«- Vroogi br«hu>» aan. Per kuur van 10 baden Fl. 2.75 Import-Mootschappij „Varia" - Oegslgeeit (bij Leiden) (Adv. Ingez. Med.) Provinciale vergadering van Postduivenliefhebbers. Het bestuur geschorst. In Hotel „Oud Meerensteyn" werd een vergadering gehouden van de afdeeling Noord- Holland van den Alg. Ned. Bond van Post- juivenliefhebbers. Na de opening der vergadering en de vast stelling der notulen is men aan de afhande ling der agenda niet toegekomen, omdat het afdeelingsbestuurgeschorst werd. Door eenige Amsterdamsche afdeelingen werd namelijk een motie ingediend, waarin de vergadering zich zou moeten uitspreken voor schorsing van het bestuur. De oppositie gold een der bestuursleden, wiens aftreden men wenschte. De discussies zijn, toen deze motie met een kleine meerderheid was aangenomen, ge- ruimen tijd voortgezet onder leiding van den voorzitter, den heer Peeters, die weliswaar eveneens onder het schorsingsbesluit viel, maar die daarna als voorzitter van het hoofdbestuur de leiding op zich nam. Het dagelijksch bestuur van den Algemee- nen Bond heeft zich intusschen over de houding van de provinciale vergadering be raden. Het schorsingsbesluit moet volkomen in JUBILEUM. Donderdag 1 April zal het 25 jaar geleden zijn, dat de heer P. F. van Cranenbroek bij de N.V. Technische Maatschappij Heringa en Wutrich alhier, in dienst trad. Sedert 1920, is hij als chef-monteur der afdeeling electri- citeit. ZIGEUNERKONING TER AARDE BESTELD. De teraardebestelling van den Poolschen Zigeunerkoning .baron" Kwiek, heeft gisteren met groote praal plaatsgevonden in Warschau, in aanwezigheid van Roemeensche en Hon- gaarsche Zigeunerdelegaties. HEEMSTEDE Tentoonstelling van werk stukken. Vervaardigd door werkloozen. Van morgen tot Zondag zullen in de groote tooneelzaal van het R. K. Vereenigingsgebouw aan den Heerenweg de werkstukken tentoon gesteld worden, die dezen winter, tijdens de huisvlijtcursussen welke georganiseerd wa ren door het algemeen Comité tot ontwikke ling en ontspanning van Werkloozen. door de werkloozen zijn vervaardigd. Dat de leiders dezer cursussen de heeren Kennis. L. Attema en W. Bulten, niet vergeefs hun tijd voor dit doel hebben disponibel gesteld bleek reeds gisteren, toen men bezig was de vele voor werpen op te stellen. Wat het vervaardigde uit hout betreft, zijn het pl.m. 110 werkstuk ken, terwijl uit koper niet minder dan 80 voorwerpen vervaardigd zijn, door in totaal 120 cursisten. Dat de animo zoo groot is, vindt wel zijn oorzaak in het feit, dat het vervaardigde het eigendom der cursisten wordt. Zoo zal het R.K. Vereenigingsgebouw een viertal dagen gelijken op een toonzaal van een groote meubelfabriek. Men vindt er letter lijk van alles wat in een gezin onontbeer lijk is: ledikanten .in alle maten, keurig afge werkt en in frissche kleuren geschilderd, lin nenkasten, nachtkastjes, schitterende dres soirs, schrijf bureaux, boekenkasten, tuinban ken, rookfauteuils, salontafels, keukenkasten en keukentafels, trappen, vuilnisbakken, raam- horren, waschbakken, strijkplanken, sjoelbak ken, zelfs een paar flinke konijnenhokken, schemerlampen e.d. Voor dat betreft het koperdrijfwerk zijn er heel wat prachtige voorwerpen te bewonderen. Lampen, fruitschalen, bloempotten in diver sen vormen, een prachtige bloemenbak. de- votielichtjes. kandelaars, asch- en sierbakjes zelfs het J. B.-bordje ontbreekt niet. Het meerendee: werd vervaardigd door lee- ken op dit gebied. Langs de wanden zijn verschillende boxen tot miniatuur-toonkamertjes ingericht midden in de zaal en op op het tooneel de grootere voorwerpen als ledikanten, tuin meubelen e.d., aardig versierd met palmen en kleinere plantjes. Schilderwerk van den heer Boting geeft wat fleur aan het geheel. Door de Heemsteedsche radio-centrale (fir ma van Amerongen) is toegezegd geheel be langeloos voor wat muzikale opluistering te zorgen. Morgen zal de officieele opening door den burgemeester plaats vinden. De tentoonstel ling is dan tot Zondag voor het publiek gratis toegankelijk. Mogen velen eens komen kijken hoe bijzonder nuttig de subsidie door de ge meente verstrekt hier besteed is geworden. MET PENSIOEN UIT DE GEMEENTEDIENST Door het eenigèn tijd geleden genomen be sluit, dat de stokers van de gasfabriek met vervroegd pensioen den dienst moeten ver laten. zal morgen een viertal stokers n.l. de heeren S. J. Smit, C. Sluijter, Jan Welters en W. Verhoef afscheid nemen van hun werk kring en hun kameraden. De meesten van hen hebben reeds hun zil veren jubileum aan de bedrijven gevierd. Het verlaten van den dienst zal eenigszins officieel geschieden, waarbij alle collega^s in de gelegenheid gesteld zullen worden bij dit afscheid aanwezig te zijn. OPDRACHT. Het bouwen van een woonhuis voor den heer R. B. Lommerse te Bennebroek is na on- derhandsche inschrijving opgedragen aan den heer G. Kloos, Aannemer te Heemstede. ^CIJN/T IN lETÏtllN^J HET TOONEEL Gezelschap Saalborn—Parser. MIJN ZOON DE MINISTER. Door ongesteldheid van mevrouw Magda Janssens kon de voorstelling van De Markie zin van Arcis, welk stuk gisteren en vandaag door het gezelschap Saalborn-Parser voor de leden van den Nieuwen Haarlemschen Kunst kring zou worden gegeven, niet doorgaan. Inplaats daarvan is thans Mijn zoon de Mi nister, het geesteige blijspel van Birabeau, waarin Saalborn zoo prachtig en komisch den bode speelt, opgevoerd, een verandering, waarover de leden van den N. H. Kunstkring zich allerminst behoeven te beklagen. In ons blad van Woensdag jl. heeft de heer J. B. Schuil uitvoerig over^dit blijspel van Birabeau en de voorstelling te Amsterdam geschreven. Ook te Haarlem had Mijn zoon de Minister een uitbundig succes. Vooral naar Saalborn en Julia Cuypers ging ook hier evenals in de hoofdstad de bijval uit. MUZIEK «>ude Gracht tusschen Groot Heiligland en Kleine Houtstraat. Nu het denkbeeld de Bakenessergracht te dempen, door het Haarlemsche gemeente bestuur in overweging genomen is, vinden wij daarin aanleiding een serie reproducties van teekeningen te geven uit den tijd toen Haarlem nog rijk aan grachten was. Hierboven geven wij de eerste. Eenige dagen achtereen zullen de lezers zoo'n afbeelding vinden. Haarlemsche Polifie-Muziekvereeniging. Hoewel deze jongste avond der muziekver- eeniging van Haarlem's politiemannen eigen lijk niet was bedoeld als het officieele jaar lij ksche concert, kon het korps toch met het uitgevoerd programma voor den dag komen. Weliswaar domineerde op dit pvogramma de mai'sch een tikje te veel, maar de gastvrijheid die het politiekorps aan ieder belangstellende zoo volgaarne biedt, wilde het ook aan zijn donateurs en begunstigers niet onthouden en laarom vex*weIkomde de feestgevende vereeni ging haar nog altijd groote schare van belang stellenden nxet een programma, dat hoofdzake lijk als amusementsmuziek was bedoeld. Men zal tegenwerpen dat Chopin en Weber niet behooren tot het genre als bovenbedoeld. Toch mag deze muziek, in den vorm waarin zij hier werd gegeven, gerust aldus worden gety peerd. Een selectie uit Weber's opera's en piano muziek, in los verband samengevoegd, heeft toch altijd iets vluchtigs, iets speelsch; en dikwijls is aan de opeenvolging dier stukken een tikje humor niet vreemd. Zoo zag men Weber's troetelkind Agathe uit „Freischütz" één enkele accoordwending was daartoe vol doende het door de maan beschenen ven ster te verwisselen voor de balzaal. En ook in de muziek van Willem Ciere zweefden we „vol plané" naar oorden die wij 't minst in de ge dachte hadden. De hoorder heeft zijn ernstig en ingespannen luisteren verruild voor het aangenaam bezig zijn. Maar dirigent Peters heeft hierbij zorg gedragen, dat toch ook ons muzikaal gevoel niet onbevredigd bleef. Hij zelf is 't zich natuurlijk bewust, dat Chopin ?ich uitsluitend laat vertolken aan het klavier, naar begrijpt evenzeer dat een Polonaise zich nog het minst slecht leent voor een arrange- nent. Weliswaar zou de weergave dezer Polo- xaise losser en beweeglijker kunnen zijn, ook n' het arrangement voor fanfarekorps en zou iok aan klankverfijning nog het een en ander cunnen gedaan worden. Veel beter voelden de jpelers zich thuis in den Kloostertuin van Ketelbey, waar zij zich bovendien, al was 't met behulp van eenige goed geschoolde krach ten. ook als verdienstelijke zangers ontpopten. Die stukken'van Ketelbey leenen zich tevens xij uitstek tot andere bezettingen dan waar voor zij bedoeld zijn. Door die eigenschap moge de muziek iets inboeten aan gehalte, maar in tegenstelling met Chopin blijft ze wat ze be doelt te zijn: verpoozingsmuziek. Het was dan een programma van lichten aard. Exx zelfs de componist A, L. Doyen, al had nij reeds door zijn hoog opusgetal (294!) recht op den eeretitel „doyen de la musique" heeft ons in het stuk .Are de triomphe" slechts een vriendelijk gelaat getoond. Hieraan kon zelfs het leger van tambours, dat zich rondom den Triomfboog had geschaard, niets veranderen. Het stuk was en bleef, ondanks zijn schijn van gewicht, tenslotte niet anders dan het toch beoogde te zijn: een blij en vrooüjk slot van een aardig programma. O. J. KALT. Wie houdt niet van Sleutelbloemen? Ze bloeiden vroeger bij honderden om dezen tijd in het Naalden veld; dat was in de dagen dat het daar nog een brok ongerepte natuur was. Wie ze wist te vinden, kon dan in de Maart- sche nadaseix en aaxx het begin van Apnl ge nieten van die bleek-gele, laaggroeiende toef jes die daar tusschen het dunne hout ston den verspreid zoo mooi als de beste tuinarchi tectuur ze niet zou kunnen planten. Maar het Naaldenveld is verkaveld en het „primulaslootje" dichtgegooid, overigens zoxx- der noodzaak, omdat er op die plek geen huis is gezet en het slootje, niet meer dan een vochtige helling, heusch geen malariamuggen herbergde. Gebeurd is gebeurd, maan- menig plantenliefhebber betreurt, het. Maar niet alleen in de weinige stukjes vrije natuur om deze stad bloeit nu de primula; ook in onze tuinen, waar haai* bestaan overigens heel wat beter verzekerd is. De boschprimula heet officieel P. acaulis. waarvan de gele. vul garis. die uit 't Naaldenveld is. De kweekers hebben zich met Primula, die veel en ge makkelijk zaad geeft, druk bezig gehouden en niet alleen Primula acaulis verbeterd, maar ook kruisingen gemaakt en ons verrijkt met een heeie serie hybriden, waar de Primula veris elatior, de welbekende Sleutelbloem, niet vreemd aan is. Ik weet niet of u ooit de blauwe Primula acaulis hebt gezien. Wel wat opti mistisch is haar naam coerulea, dat is: de he melsblauwe. Wie 'n beetje op de hoogte is én van de verbazende variaties die er in vox*m en kleur van een Primula bestaan dubbele bloe men treden b.v. heel gemakkelijk op én van het optimisme des kweekers als hij iets blauws wint, begrijpt dat we dat „hemelsblauw" cum gxano salis mogen nemen. In het allex-beste geval is de blauwe Primula acaulis mooi indigo: Verder varieert de kleur in donker en lichter paars-blauw, waartegen de gele harten mooi afsteken. Hoe het zij. mooi is de bloem en ze mocht feitelijk ook in uw tuin niet ontbreken. Behalve acaulis en veris zijn ook de Primula Juliae en acaulis onderling gekruist, en met succes. Primula Juliae is een kruiper, nog veel lager van stengel dan de acaulis. De hybriden heeft men heel aardig Juliana genoemd en ze komen voor in prachtige warme kleux*en: kar mijn, violetrood, robijm-ood en mauve-rose. Dit zijn enkele van de vele, vele Primula's die nu en later zullen bloeien: er zijn ontstel lend tenminste voor een leek veel soor ten en variëteiten en kx*uisingspx*oducten. Er zijn heel zeldzame en dure soorten uit Azië en gewone, sterke inheemsche planten; er zijn er die witbepoeierde bladeren en sten-gels heb ben en bloemen in de wonderlijkste kleuren. Sommige dragen hun bloemen in verdiepingen rond den stengel. andex*en in 'n zuivere bolvorm, zooals de Primula denticulata, een soort die over een paar weken bloeit en die niet genoeg aan te bevelen is voor den tuin. Ze komt voor in licht- en dorukerlila en wit en al is het na tuurlijk een kwestie van smaak, mij pex*soon- lijk bevalt de witte eigenlijk het allerbeste. Die blanke bollen op hoogen steixgel maken altijd weer een verrassend effect. En tenslotte is er de ouderwetsche Primula auricula, de „aurikel" of her ..berenoor" of, in sommige streken, het „riekelaöntje". We moe ten voor dit plantje uit onze boerentuinen de neus niet ophalen. Geel. wit en dofpaai*s zijn de meest voorkomende tinten, bescheiden dus en weinig opvallend, maar dat er t-och nog heel wat inzit bewijst deverbetering, de grootbloe- mige Primula auricula gigantea. En ijzersterk is de plant, wat helaas van alle uitheemsche soorten niet gezegd kan worden. Pi-imula's vragen voedzamen, vocht-opge- venden grond, maar kunnen niet in het water groeien. Het mooiste gedijen ze onder half schaduw. L. S. Waren de indrukken van het vorige op treden der Wiener Sangerknaben hier ter stede minder onverdeeld gunstig dan die van een vroeger bezoek in herinnering wa ren gebleven: Dinsdagavond hebben zij zich in de bijkans' uitverkochte Gemeentelijke Concertzaal weer gerehabiliteerd. Ten deele althans. Hun vertolking der eerste drie gees telijke liederen leek me nog lang geen ideale kerkelijke koorzang. Er waren, vooral in „Canite Tuba" van Jacob Gallus, talrijke on zuiverheden waar te nemen en een neiging tot zakken openbaarde zich in alle drie: het meest wel in het tweede, „Tenebrae factae sunt" van DaVittoria, waar het toon peil ruim een groote secunde daalde. De klank was in deze liederen veelal mooi, maar toch ook vaak wat gekunsteld, onnatuurlijk, alsof een soort van supercultuur het oorspronke lijke timbre der jongensstemmen gewijzigd en tot meisjesachtige weekheid verzacht heeft, 't Is misschien een kwestie van smaak, maar ik voor mij houd meer van den éenlgs- zins rinschen klank, dien b.v. nog kort ge leden het jongenskoor van „Zanglust" in de Matthaus-Passion te hooren gaf. al zullen deze zangertjes wel niet de Wiener Sanger knaben In vocale virtuositeit kunnen evenaren. Bij het vierde der Geestelijke Liederen, de „23ste Psalm" van Schubert, werd met kla- viei-begelelding gezongen; hier bleef het door dus vanzelf op toon en kon men zich zonder voorbehoud in den zang vermeien. Het zangspel „Der Prïnz hat 's gesagt" gaf weer gelegenheid enkele goede solostemmen benevens de aardige en vrijmoedige actie van de hoofdpersoontjes te bewonderen. Van een zuiver tooneelstandpunt uit beoordeeld is zoo'n opvoering zeer onvolledig: alle decor ontbreekt, de figuurtjes lijken op het groote podium nog veel kleiner dan ze zijn. de tekst woorden zijn in de niimte meerendealsonver staanbaar, Vooral de ..Wethouder", de „Schoolmeester" en ,Uesje" blonken uit door zang en spel en verwierven dan ook meer dere bijvalsbetuigingen, die men „opendoek jes" zou hebben kunnen noemen, als er een „doek" geweest was. De muziek van Conra- din Kreutzer, wiens opex*a „Das Nachtlager in Granada" destijds beroemdheid genoot, deed me vaak aan die van Weber denken. De dirigent Haymo Tauber vertolkte het klavier arrangement der orkestpartij zeer goed. Na de pauze kregen we als naar gewoonte „Volksliederen" te hooren. Daaronder waren zeer aardige, als „Sandmannchen" en de twee „Tiroler Kerstliederen", waarvan het in zeer snel tempo gezongen tweede gebisseerd werd. Maar er waren ook een paar zeer on kinderlijke stukken bij, nl. het koor uit Rienzi en Schubert's „Die Nachtigall". De solopartijen werden door „Liesje", die zich na het travesti weer in jongensdos gestoken had, heel mooi gezongen. Strauss' „An der schonen blauen Donau" was weer de gevierde hekkensluiter, maar moest toch voor een toegift het hek nog even openlaten. Het was onderwijl kwart voor elven gewor den. „Veel te laat voor zulke kleine jongens", zal misschien menigeen zeggen of denken. 3uiten stond de groote autobus, die de Wie ner Sangerknaben weer zou vervoeren. Hun dag was nog niet ten einde. Mijn verslag is dat wél. K. DE JONG.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 11