„Nieuw-Amsterdam" in zijn element. Schip door de Koningin gedoopt Tragische dood 2en machinist. Koninklijke Vóór of tegen mentingsdwang b'j v e y Instantine Belangrijk stuk K.N.A.C. werk MAANDAG 12 APRIL 1937 HAARLEM'S DA GPL AD 3 Minuten van intense spanning. Bijna dertigduizend paar oogen zagen Zaterdag H. M. de Koningin de hand opheffen en met een klein bijltje een kabel doorslaan. Dan zag en hoorde men een champagneflesch tegen den boeg van de „Nieuw-Amsterdam" uiteen slaan. Een luid gejuich gaat op, enkele seconden slechtsdan sterft het langzaam uit en verstomt weer geheel...., want het machtige gevaarte verroert zich niet. Zwaar en dreigend rijst thans het enorme casco boven de tribunes uit. Er volgt een moment van intense span ningZou de stapelloop mislukken? Het lijkt, of het minuten duurt, doch het ?ijn slechts seconden, waarin men ingenieurs en werkbazen bezig ziet bij de hydraulische persen onder den boeg. Dan hoort men een nauw merkbaar gekraak. Het lijkt, alsof het reusachtige gevaarte eenige centimeters verschuift, men ziet eenige beweging en dan klinkt opnieuw een daverend gejuich, dat echter overstemd wordt door het gelui van den bel der scheepswerf en door het geloei der sirenen van alle dokken en schepen in de omgeving. Ruim een minuut nadat de Koningin de doopplechtigheid heeft verricht, loopt onder de triomfale tonen van de muziek, het triomf geroep van de menigte en vreugdetonen van de Rotterdamsche haven, de „Nieuw-Amsterdam" vlot te water. Binnen de halve minuut is het gevaarte van de helling gegleden en nauwelijks 20 Meter van den wal verwijderd, ligt het reeds vrijwel stil in zijn element. Overal hingen Zaterdag te Rotterdam de vlaggen uit. Tegen 1 uur beginnen drommen menschen uit de stations te komen en een onafgebroken verkeersstroom richtte zich naar de haven, om met bootjes en schepen van allerlei soort naar de werf te worden vervoerd, of begaf zich naar den linker Maasoever, om over land het terrein te he reiken. Op de Maas waren alle schepen, kleine van de binnenvaart en voor het havenverkeer, zoowel als de groote zeekasteelen gepavoi- seerd en zelfs de buitenlandsche schepen deelden in de vreugde van de haven en had den de vlaggenlijnen over de masten gehe- schen. Bij de Rotterdamsche Droogdok Maat schappij waren tegen 3 uur de tribunes, die speciaal voor deze plechtigheid waren ge bouwd, tjokvol. Meer dan 25.000 toegangs kaarten zijn verkocht en daarbij waren nog eenige duizenden kaarten aan genoodigden verzonden. Van de regeering waren aanwezig de mi nister-president, dr. H, Colijn, en de minis ters Gelissen, van Schaik, van Lidth de Jeude enSlingenberg. Verder waren er de Rotter damsche wethouders, de gezanten van de Vereenigde Staten, van Engeland en andere leden van het corps diplomatique. Te kwart over 3 arriveerde de Koningin. Even later betrad zij, komend uit de lift, die haar snel naar om hoog had gevoerd, de kleine tribune en dankte wuivend en bui gend voor de luide toejuichingen, die uit duizenden kelen weerklonken. De muziek, met behulp van luidsprekers over het ge- heele terrein hoorbaar, speelde het door allen meegezongen Wilhelmus. Tegen half 4 hield de muziek middenin op, waardoor er merkbare spanning onder de aanwezigen ontstond, vooral toen men zag. dat de Koningin naar voren was ge- getreden en de kleine bijifwaarmee zij den kabel zou doorhakken ter hand nam. De kettingpeuren. Bij de te waterlating hebben de MOO ton wegende kettingpeuren uit stekend hun werk verricht. Toen het schip van d§ helling gleed, zag men de zware kettingen ter weerszijden er achter aanslepen, roodbruine stofwolken van roest op werpend. Langs het casco gleden de kettingen mee te water. Het was als of zij zich spanden en alsof het schip door een krachtige hand met teu gels werd tegengehouden. Nauwelijks een minuut na den sta pelloop naderden 8 sleepbooten, die mede hun aandeel in het fluitcon cert hadden gehad, en maakten vast, o rnhet schip naar de afbouwkade te trekken. Plechtigheid in de loods. Ongeveer 800 genoodigden verzamelden zich na de tewaterlating in een der groote loodsen, die voor dezen dag was uitgeruimd en met fraaie vlaggen versierd. Even later trad, door de heeren van den Raad van Commissarissen, leden der directies van H. A. L. en R. D. M. en de leden van het gevolg vergezeld, de Koningin de zaal binnen, waar Zij plaats nam op een met groen en bloe men versierd podium dat tegen een der zij wanden was opgeslagen. De heer D. C. Endert, directeur der R.D.M. sprak een rede uit, waarin hij o.m. zeide: Dit is een dag, waarop sinds lang de oogen gevestigd zijn van allen, die belang stellen in onze Nederlandscbe scheepvaart en Ne- derlandschen scheepsbouw. En terecht, want dit schip met zijn 36.000 bruto register ton zal niet alleen een belangrijke aanwinst zijn voor de reederij en daarmede voor onze al oude vaart op Noord-Amerika, het zal ook beteekenen een stap vooruit voor onze scheepsbouwnijverheid, en alles, wat daar mede samenhangt. En dat niet alleen om zijn grootte, hoe respectabel die op ziclizelve reeds is, doch ook om de voornaamheid van zijn wezen, De HollandAmerika lijn heeft geen overdre ven luxe gewenscht. wel verlangde zij. dat haar nieuwe schip naast innerlijke kwaliteit, welke het slechts een verwerven door toe passing van het beste, wat op ieder gebied verkrijgbaar is of kan worden uitgebracht, ook uiterlijk zou doen blijken van den wil om met het goede, ook iets moois te ver krijgen. Daarnaast vraagt de „Nieuw Amsterdam" echter om een nog heel andere reden de aandacht, als devies zou dit schip den zin spreuk kunnen voeren; „Eendracht maakt Macht", want alleen door eendrachtig sa menwerken is de bouw in Nederland mogelijk geworden. Spr. bracht de Koningin dank voor de be langstelling, welke H.M. heeft getoond en onderscheidingen. Minister Gelissen heeft in een rede na de tewaterlating van de „Nieuw Amsterdam meegedeeld, dat het aan H. M. de Koningin heeft behaagd den president-commissaris van de Hol- land-Amerika Lijn, den heer W. van der Vorm te benoemen tot comman deur in de orde van Oranje-Nassau. De heer D. C. Endert, oudste direc- tot ridder in de orde van den Neder- landschen Leeuw, terwijl ir. J, B. Giljam, directeur van P. Smit Jr. te Rotterdam, en de heer S. van West, hoofdinspecteur bij de H. A. L., be noemd zijn tot officier in de orde van Oranje-Nassau. De eeremedaille, verbonden aan de orde van Oranje-Nassau in goud is toegekend aan L. van der Reyden, hoofdbaas van de ketelmakerij bij de R. D. M., in zilver aan W. F. van Brugge, baas bij P. Smit Jr., en in brons aan A. Leenheer, ijzerwerker bij de R. D. M. en aan P. C. Timmer mans, voorman-ketelmaker-plaat werker bij „De Schelde" te Vlissin- gen. bood haar de doos aan, waarin het kleine bijltje, dat de Koningin bij de te waterlating had gehandteerd. Deze doos is gemaakt van materiaal, dat ook voor het schip ter versiering, gebruikt zal worden, terwijl het ontwerp aan een der medewerkende architecten te danken is. Spr. eindigde met de Koningin uit te noo- digen een dronk te wijden aan de toekomst van het schip „Nieuw Amsterdam". „Dat het onder goede en slechte omstan digheden van wind en weer behoed moge blijven tot voldoening van de reeders, die in zoo zware tijden een zoo groot werk heb ben aangevat, en in het algemeen tot meer dere glorie van ons geliefde vaderland". Het antwoord van de Koningin. Na de woorden van den heer Endert hief de Koningin een glas champagne omhoog en zeide met heldere, duidelijke stem: „Aan het welzijn en de gelukkige vaart van het nieuwe schip, de „Nieuw- Amsterdam", wijd ik dezen dronk". De Koningin klonk met den heer Endert en de overige directieleden op het podium. Luid applaus weer klonk door de hal en een stem riep: „Leve de Koningin", een kreet, die werd overgenomen en door honderden kelen herhaald. Hierna is nog het woord gevoerd door den heer W. van der Vorm, president-commis saris van de II. A. L. en door minister Gelis sen die mededeeling- deed van Koninklijke onderscheidingen, welke in verband met dit voor onze Scheepvaart en onzen scheepsbouw zoo belangrijke gebeuren zijn uitgereikt. Hiermee was de plechtigheid geëindigd, Terwijl binnen de redevoeringen nog aan den gang waren lag het casco der „Nieuw-Amsterdam" reeds gemeerd aan de afbouwkade. Nog ongeveer een jaar en opnieuw zal Rotterdam een grooten dag be leven, als het vlaggeschip onzer koopvaardijvloot gereed zal zijn ge komen om zijn eerste reis over den Oceaan te gaan ondernemen. Mail na gebruik van genees middel overleden. Meer dan de voorgeschreven hoeveelheid genomen? Te Zaandam is een 35-jarige man onder verdachte omstandigheden plotseling over leden. De man leed aan voortdurende hoofd pijn en had als middel daartegen op de markt een geneesmiddel gekocht. Op dit fleschje stond vermeld, dat niet meer dan vijftien druppels mochten worden hngenomen, waar aan hij zich waarschijnlijk niet gehouden heeft. Of de dood aan dit laatste of aan een andere oorzaak is te wijten, wordt nagegaan. De justitie heeft sectie op het lijk gelast. Het geneesmiddel zal scheikundig worden onder zocht. Rheumatiek, Ischias, enz. Hardnekkige ge vallen worden met succes behandeld door de genees krachtige zout waterbronnen van (Adv. Ingez. Med.) Maatschappij voor Geneeskunst is vóór Zondagmorgen is onder groote belangstel ling te Amsterdam een buitengewone alge- meene vergadering van de Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der' Genees kunst gehouden, gewijd aan het vaccinatie- vraagstuk. De hoofdinspecteur voor de Volksgezond- heer, dr. R. N. M. Eijkel en het lid van den gezondheidsraad prof. van Loghem woon den de vergadering bij, terwijl de voorzitter van den gezondheidsraad dr. N. M. Josephus Jitta door ongesteldheid verhinderd was. De voorzitter wees op het algemeen er kende nut van de vaccinatie, de slechte im muniteitstoestand en de onmogelijkheid de oude, indirecte dwang thans te herstellen. De keus gaat in hoofdzaak tusschen de directe vaccinatiedwang op den leeftijd van 6 maan den tot V/z jaar of de propaganda voor vrij willige inenting. De leeftijdskeus wordt be paald door het minder encephalitisgevaar dat op i/2—l 1/2 jarigen leeftijd verondersteld wordt. Gewenscht is een positieve uitspraak, waar de regeering houvast aan heeft Een motie-Utrecht: „totdat blijkt, dat de kans op een invasie van pok ken gering is en (of) dat de gevaren van een invasie van pokken te duch ten, door een gewijzigd karakter dezer ziekte belangrijk verminderd zijn, is, behoudens uitzonderingsbepalingen ter tegemoetkoming aan gemoeds bezwaren en bij medische contra-in dicatie, invoering van een directe 5^ kiespijn zenuwpijn f A [BAY ER) \R/ (Adv. Ingez. Med.) vaccinatie-plicht op zeer jeugdigen leeftijd, zooals de meeste andere Euro- peesche landen die kennen, noodig", werd aangenomen niet 103 (31 af- deelingen) voor en 78 (15 afdeelin- gen) tegen. De maatschappij zal in afwachting van wettelijke regeling propaganda voor vrijwillige vaccinatie voeren. Succesvolle inval in speelhol. Drie personen in bewaring gesteld. De Haagsche politie heeft in den nacht van Zaterdag op Zondag wederom met succes een inval gedaan in een perceel, waarvan ver moed werd, dat er gelegenheid werd gegeven tot hazardspel. Deze keer betrof het een huls In de van Lansbergenstraat. Zeventien bezoekers werden in het huls aangetroffen. In bewaring werden gesteld de 34-jarige ingenieur C. M. v. d. L., hoofdbe woner van het perceel; de bankhouder, de 41- jarige koopman H. J. P. G. en de 42-jarige koopman C. B. Trawler eenige minuten na de aanvaring gezonken. Groot gat bij machinekamer. Het is bij de scheepsramp, tenge volge waarvan de stoomtrawler Lies- beth Betty IJM. 183 van de de Vissche- rij Mij. Mercurius te IJmuiden ten on der ging, gelukkig slechts bij één slachtoffer gebleven. Maar weinig had het gescheeld of de geheele beman ning was met den trawler in de diepte verdwenen. Want nauwelijks was het Engelsche s.s. Leo uit den mist opge doemd of het had reeds den steven in den trawler geboord, waardoor ter hoogte van de machinekamer zulk een groot gat in het schip ontstond, dat dit eenige minuten later reeds gezon ken was. Een der opvarenden deed ons èen sober verhaal van de aanvaring. Vrijdag 2 April was de Liesbeth Betty van IJmuiden uitgevaren om op de Noordzee te gaan visschen. De visscherij verliep bevredi gend en reeds had men een aardige vangst, toen Donderdagmorgen het ongeluk ge schiedde, dat den ondergang van den trawler tengevolge had. (Van onzen G.P.D.-redacteur) Mr. B. Ph. baron Harinxma thoe Slooten secretaris der K. N. A. C. Dezer dagen hebben wij kennis gemaakt met de K.N.A.C.-experts en een praatje met hen gemaakt in het K.N.A.C.-gebouw in Den Haag'. De secretaris der Automobiel Club, mi'. B. Ph. baron van Harinxma Thoe Slooten leidde het onderwerp „technische dienst" ir. J. W. van Wamelen is chef van dien dienst, M. P. J. van der Loo expert no. 1' en C. Loeven expert no. 2. „Deze dienst is speciaal georganiseerd voor leden, doch ook ten dienst van niet- leden, zij het vanzelfsprekend tegen andere condities", aldus hoor ik „omvat deze dienst in de eerste plaats een uitgebreide correspon dentie over automobielexploitatie. Van vele zijden stelt men ons vragen hieromtrent, waarop wij antwoord geven. Of het wel eens voorkomt dat men het ons lastig maakt?" De heer Van Harinxma lacht; „Ik kan U wel zeggen dat wij wel eens alles op alles moeten zetten om vragen bevredigend te beantwoor den. Meestal lukt dit echter wel". De secretaris somt de werkzaamheden der experts op. „Om voor de vuist weg op te noemen: zij leiden cursussen voor politieagenten en veld wachters inzake het verkeer en motorkennis. Ten tweede taxeeren zij de waarde van auto's, welke op het aanslagbiljet voor de perso- neele belasting ingevuld moet worden (taxa tie-dienst). Ten derde keuren zij tweede- handsch auto's. Ten vierde nemen zij rij-in structeurs, die als zoodanig door dë K.N.A.C. erkend willen worden, een examen af. Ten vijfde zijn zij arbiters bij geschillen ontstaan na aanrijding of bij kwesties, gerezen tusschen auto-bestuurders en garagehouders over een verrichte reparatie". Kunt U zich nu voorstellen dat het den toe hoorder duizelde, vooral toen Ir. Van Wame len deze opsomming ging toelichten? „Wat den taxatiedienst betreft, het is de K.N.A.C. gebleken, dat vele autobezitters de waarde van hun wagen niet juist weten te schatten. En dan komen zij in moeilijkheden met den fiscus, ofzij betalen te veel. De expert is hierbij een niet te onderschat ten hulp. En mocht men, ook na zijn taxatie in conflict komen met den fiscus, welnu dan laat de K.N.A.C. zich ook daarbij gelden. De expert verdedigt den betrokkene dan voor den Raad van Beroep. Over het algemeen mogen wij met zeer veel tevredenheid op de resultaten van dezen tak van dienst terugzien. Zoo langzamerhand erkent men ook offi cieel de experts als technische deskundigen. Het komt tegenwoordig herhaaldelijk voor, d'at rechtsbanken hen als zoodanig consulteeren. Ook met de verkeerscursussen heeft de K.N.A.C. succes." En nu: de handel in gebruikte auto's, welke in ons land zeer groote afmetingen heeft aan genomen. Ir. Van Wamelen licht mij in over de rol der experts hierbij. „Toen de K. N. A. C. zag, dat deze handel zulk een omvang aannam, dat voorlichting der automobilisten op dit gebied zeer wen- schëlijfc was, heeft de technische dienst ge meend, niet werkeloos te moeten blijven toe zien. En zoo is men er toe gekomen de ex perts in te schakelen. Zij, die een gebruikte auto willen koopen, kunnen zicli dan ook met de Automobiel Club in verbinding stellen. Deze stuurt er dan een deskundige op af, die den wagen uitwendig keurt. Uitwendig wil hier niet zeggen uiterlijk. Het onderzoek is wel degelijk diepgaand. En natuurlijk maakt de expert een proefrit met den wagen, alvorens hij zijn ad vies geef. Soms ontdekt hij gebreken, waarvan de eigenaar niets wist, meestal bemerkt hij fouten, dié eerst verholpen moeten worden, alvorens hij den koop aanraadt." Een ander onderdeel der K. N. A. C.-service is: de regeling voor het instructeursdiploma. De K. N. A. C. en het psycho-technisch- onderzoek.... het vo**aatste onderwerp van dit gesprek. De heer Van Harinxma trekt een paar rimpels in het voorhoofd, eer hij ant woordt op mijn vraag hoe de K. N. A. C. daar tegenover staat. Dan zegt hij „Zooals u misschien bekend is, zijn de des kundigen het nog niet met elkaar eens omtrent de waarde van een zoodanig onderzoek. Ik ben van meeninig dat het voor bedrijven zijn nut kan hebben, de chauffeurs op een dergelijke manier te testen. Maar om dat over de ge heele linie door te voeren lijkt mij ongewenscht en onmogelijk. Wij zullen den gang van zaken maar rustig afwachten. Er zijn argumenten vóór en tegen een psycho - techn isch -on d e r- zoek. Mocht men het in de toekomst willen aansturen op een wettelijke regeling van deze materie en een dusdanig onderzoek dwingend voorschrijven, welnu, dan zal de K. N. A. C. haar standpunt wel tijdig genoeg bepalen." Het proefstation. De chef van den technischen dienst heeft een troetelkind en dat heet:, het proefstation, dat in October 1936 in Den Haag geopend is. En natuurlijk komt ook daarop het gesprek. „Wij zijn werkelijk heel tevreden over de tot nu toe bereikte resultaten", aldus het be vredigende begin. „Zoo langzamerhand is men gaan beseffen, dat wij ook hiermede nastreven ieders belang in de autowereld, zoowel van autobezitter, garagehouder als fabrikant, te dienen. Momen teel beschikken wij reeds over een heel arsenaal van gegevens. De primaire functie van het proefstation is het doen van vergelijkende metingen vóór en na afstellings- of conditie wijziging van een auto. De particuliere automobilist of garagevak man, die b.v. probeeren wil met een andere carburatorafstelling een lager benzinever bruik te bereiken, moest vroeger den weg op om daar te trachten de topsnelheid vóór en na de bewerking te meten, het brandstofver bruik over een bepaalden afstand vast te stellen enz. enz. Zuiver kunnen zijn metingen nimmer zijn, mede in verband met het ver keer, de windrichting, den toestand van den weg en de manier van rijden. Neen, op den weg blijft het gissen. En dat is in het proef station uitgesloten. Daar meten wij op den zoo-1 genaamden „home trainer". Hier leggen wij op snelle wetenschappelijke wijze vast wat het practisch resultaat is van nastellingen of re paraties. En nu doet het ons goed te bemerken, dat de Hollander, die altijd zoo graag de kat uit den boom kijkt, belangstelling gaat toonen voor ons station. Er zijn er al die heelemaal uit Groningen of Limburg komen om hun auto te laten beproeven. Een dezer dagen verscheen zelfs een auto uit België. We zouden juist het net uitzetten, aldus onze zegsman. Het was een kal me zee, maar dik van mist. We bevon- de ons op de Groote Visschersbank ten N.O. van de Doggersbank. Plotseling hoorden we een fluit. Het was toen 11 uur in den voormiddag. Tot onzen grooten schrik zagen we een schip uit den mist opdoemen, dat met een flin- ken gang recht op ons af stoomde. Direct zagen we, dat het mis zou gaan en door het geschreeuw gewaarschuwd was in een ommezien de geheele be manning aan dek, behalve de tweede machinist Spek, die achterin te kooi lag. Dit was zijn noodlot en, aldus onze zegsman, als de anderen niet op het moment van de aanvaring aan dek geweest waren, zouden we allemaal met de Liesbeth Betty mee in de diep te zijn gegaan. Het was ons geluk, dat we juist de lijnen van het net zou den gaan vieren en dus zoowat de ge heele bemanning reeds aan dek was. Zóó zagen we de boot, die achteraf bleek te zijn het Engelsche s.s. Leo op weg van Noorwegen naar Hull, of zij had reeds haar steven in ons schip geboord. De Leo trof ons aan bakboordzijde ter hoogte van de machi nekamer, die evenals de bunkers direct vol water moet zijn geloopen. Het was een geluk, dat de schepen eenige oogenblikken aan el kaar vast bleven zitten. Iedereen trachtte zich zoo gauw mogelijk te redden. Zoo onver wacht kwam het noodlot over ons, dat we eerst in het geheel niet aan Spek dachten, die wellicht op dat tijdstip nog rustig lag te slapen We zijn toen allen op de brug van onzen trawler geklommen. Ik weet niet eens meer na te vertellen, hoe alles precies in zijn werk is gegaan, maar ten slotte kwamen we met ons negenen allen vei lig aan dek van den Engelschman. Dit weet ik me nog te herinneren, vertelde ons de schip breukeling, dat op een gegeven oogenblik schipper Gravemaker aan het hekwerk van de Leo hing met twee man aan zich vastgeklemd. Deze drie hebben eenige benauwde oogenblik ken beleefd, maar ook zij waren, dank zij het kordate optreden van de bemanning van de Leo, spoedig in veiligheid. De machinist, die een der laatsten was, die op de Leo over sprong, kon zich ook maar op het nippertje redden, want op dat oogenblik was onze trawler reeds een eind weggezonken. Waar is de tweede machinist Spek? Zooals gezegd, dachten we op het kritieke oogenblik geen van allen aan Spek. Maar toen we op de Leo stonden en we wat tot bezinning waren geko men, misten we onzen kameraad. En reeds was de Liesbeth Betty op punt van zinken. We hebben toen, zoo hard we konden, naar hem geroepen. En tot onze groote verrassing zagen we hem te voorschijn komen, terwijl alles om hem heen reeds water was. Want het water stond toen al gelijk met de verschansing. „Waar moet ik wezen?" hoorden we hem roepen. „Loop naar de brug of de koelkast!" riepen we te rug. Spek is toen nog op de kombuis geklommen, maar even later zagen we hem al te water en verdween de Lies beth Betty in de diepte; Spek ging door de zuiging mee Kort daarop kwam hij nagenoeg op de zelfde plaats weer boven. Maar hij gaf geen teeken van leven, zoodat wij al het ergste vreesden. Spoedig werd door de bemanning van de Leo een boot uitgezet en even later hadden we onzen kameraad opgehaald. Langen tijd werd getracht met kunstmatige ademha ling de levensgeesten op te wekken. Helaas baatte dit niet. Het vermoeden is dat hij reeds dood was toen hij te water geraakte, wel licht door den schrik of door den plotselingen overgang van zijn warme kool naar het koude water.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 5