Het Roode Kenteeken FEUILLETON OTTWELL BINNS. (Nadruk verboden) 17) „Drijft nog, maar zal waarschijnlijk wel voor het ochtend is naai den kelder gaan, maar dai heeft er niets mee te maken. Ga door!" „Wel, u zag me op dien koffer staan, ter wijl ik probeerde Miss Charlton voor een reis in een open boot klaai te maken en abso luut niet in staat haar wakker te krijgen Gelooft u, dat we hier met een geval van slaapziekte te doen hebben? Wanneer dat zoo is „Lig niet te zeuren!" viel het meisje hem kort en bondig in de rede. „Ga twee stappen naar links. En gauw wat en geen hokus-pokus of dit wapen gaat af. De kogel is niet grooter dan een erwt, maar het is een dumdumkogel en doet zijn werk prima, dus heb niet het lef". Terry deed twee stappen naar links in een stijl, die het hart van een sergeant-majoor verheugd zou hebben en toen gaf Miss Wakin- shaw verdere bevelen. „En nou marsch! Recht de gang door en het dek op!" Terry deed gehoorzaam wat hem gezegd werd, want hij voelde het pistool op zijn rug gericht en al spoedig stond hij aan dek aan den voet van de trap. die naai de brug leidde waai hij flauw de gestalte van den dikken zeeman ontwaarde Hij keek met belangstel ling om zich heen. Aan den anderen kant van de verschansing en een beetje naar achte ren zag nij een donkere vlek op 't water en hij maakte bij zichzell uit, dat dat de jonk was waarmee de ,Dusty Miller" ina aanvaring gekomen was. Bij den boeg van het schip was een troepje mannen met iets bezig en terwijl hij daar stond kwam Parry de stuurman naar voren geloopen en schreeuwde naar den man op de brug. „Er- is niks ergs gebeurd, een of twee platen omgebogen en een lek, dat met een beetje breeuwen gestopt kan worden. We hebben geboft". „Geboft!" Kapitein Smith gaf zijn meening daarover in ongematigde termen te kennen en toen hij daarmee klaar was, riep Miss Wakinshaw hem aan. „Zeg eens, Amos wat moet ik met dezen kerel doen? Hij is uit zijn hut losgebroken en loopt het meisje achterna". Kapitein Amos die op dat oogenblik ge dwongen was om op de brug te blijven, staarde naar beneden en vervloekte Terry. Toen vroeg hij: „Hoe lang is die idioot los geweest?" „Hij beweert dat de aanvaring hem uit zijn slaap gewekt heeft en dat ie het slot los geschroefd heeft of zoo iets en naar buiten gegaan is om zijn leven te redden. Maar hij is niet te vertrouwen „Miss Wakinshaw!" protesteerde Terry. „Houd je kop dicht. Ik ben aan het woord!" zei het meisje woest terzijde en vervolgde toen haar gesprek met den kapitein. „Het is best mogelijk dat hij al meer dan een half uur over het schip dwaalt en dat hij luistervinkie gespeeld heeft naar dingen, die hem niks aangingenHet beste zou zijn als we het heerschap maar over den kant lieten springen en naar die jonk zwemmen". „Nee", brulde de kapitein. „Daar heb je geen gelijk an, Janey. Tusscken hier en Broome kan hij geen kwaad. Stop hem maar weer in zijn hut, dan zal ik hem morgen wel krijgen". Miss Wakinshaw snöof ten teeken, dat ze het er niet mee eens was, maar gehoorzaamde net bevel. „Loop maar weer door, sukkel", zei ze tegen Terry. „En pas maar op, dat je niet over je eigen beenen valt, als je de trap af gaat". Terry grinnikte in zichzelf en liep naar de trap. Daar ondanks de dreiging van Miss Wakinshaw's pistool, bleef hij staan eh zich met zijn hand aan de railing vasthoudend, staarde hij ingespannen over de donkere zee. „Vooruit"! zei het meisje en porde hem met den loop van het pistool in zijn rug. „Heb toch niet zoo'n haast", zei Terry vriendelijk. „Ik zoek iets". Miss Wakinshaw kon eengevoelloos wezen zijn, maar ze had tenminste een van de zwak heden van haar sexe. Haar nieuwsgierigheid was sterker, dan haar ongeduld en ze wachtte een volle drie minuten tot Terry een kreet gaf. „Aha". „Heb je het gevonden?" vroeg het meisje. „Inderdaad, dank u Miss Wakinshaw en ik geloof, dat ik het prettig zou vinden als u het ook vondKijk naar bakboord recht achter de lamp en vertelt u me eens of u iets ziet". Miss Wakinshaw keek in de aangewezen richting en antwoordde na een oogenblik: „Daar is een schip! Ik ka-n.de lichten zien. Als dat Is wat je bedoelt „Precies", antwoordde Terry opgewekt. „En als u me naar mijn hut geleid hebt, kunt u voor mij een boodschap naar kapitein Amos Smith brengen". „Dat zou je wel verdraaid graag willen, hè!" .Juist zooals u dat zoo aardig uitdrukt! kunt hem die lichten aanwijzen en hem zeggen, dat ik mijn weddenschap vast en zeker win en dat ik mijn loon wel kom halen als hij In Broome zijn anker laat vallen. „Ik snap niet wat voor onzin je nou weer kletst!" „Maar de schipper wel. Die zal het best be grijpen! Dus stop me nu maar lekker in mijn bed en huppel dan maar naar den kapitein terug en zeg hem dat het een witte boot moet zijn". Hij liet haar geen tijd om verdere vragen te stellen. Voorzichtigheid zoowel als nieuws gierigheid zouden er haar toe dwingen de boodschap over te brengen en hoewel hij er heelemaal geen reden toe had aan te nemen, dat die verre lichten aan de „Kestrel" toebe hoorden, deed dat er niets toe zoolang de kapitein van de „Dusty Miller" ertoe gebracht kon worden het wel te gelooven. Zonder verder een woord te zeggen, draaide hij zich om en liep met twee treden tegelijk de trap af. Miss Wakinshaw moest hollen om hem hij te hou den, maar ze loodste hem getrouw in zijn hut en bleef nog een oogenblik staan, totdat hij het licht opgedraaid had. Toen keek hij haar stralend aan. „Goedennacht, Miss Wakinshaw. Het was erg vriendelijk van u om me thuis te bren gen. U wilt mijn boodschap wel niet vergeten, wel? Ik geloof wel, dat kapitein Amos er be lang bij heeft". Hij sloot zijn deur en deed het slot er zoo goed en zoo kwaad als het ging weer op. Toen bleef hij ingespannen staan luisteren. Hij hoorde haar naar de hut gaan, waar ftrma Charlton nog in haar bedwelming lag en bleef wachten met een nogal be zorgde uitdrukking op zijn gezicht. Drie of vier minuten gingen voorbij, toen hoorde hij weer het geluid van haar trippelende voetje, langs zijn deur gaan en lachte opgelucht. „Dat dacht ik wel! Daar gaat mijn bood schap. Ik hoop, dat de boef ervan geniet". Een paar seconden bleef hij staan, half ge neigd opnieuw naar de naburige hut te gaan, maaT zag bij nadere overpeinzing in dat er met een bedwelmd meisje toch niets uit te richten was. Hij twijfelde er niet aan, of ze was bedwelmd om Miss Wakinshaw in de ge legenheid te stellen een nauwkeurig onderzoek van Norma's bezittingen te kunnen instellen, maar hij kon het meisje zelfs niet waarschu wen en in ieder geval zou het waarschijnlijk toch al te laat zijn. Dat klein dametje uit de onderwereld van Chicago of welke andere plaats de eer ook had, was niet een type, di^ er gras over zou laten groeien. Hij schroefd« het slot er weer op .zette de deur zorgvuldig vast met een ijzeren haak, die hij van zijl kapstok rukte en klom in zijn kooi, terwijl hij het licht liet branden. Toen hij daar zoo lag, hoorde hij Miss Wa kinshaw weer naar haar hut terug gaan en was benieuwd hoe Amos Smith het nieuwi opgevat zou hebben. Toen vlogen zijn ge dachten terug naar het gesprek, dat hij on middellijk voor de aanvaring afgeluisterd had Toen hij 't overdacht, vond hij de gissingen ol vermoedens, die hij voorheen slechts mogelijS geacht had, dubbel en dwars bevestigd. Dal geval van het kenteeken was ingewikkeld» dan het op het eerste gezicht geleken had. Ka pitein Amos Smith, de gebochelde Chan en die dikke ton van een Parry hadden een ge meenschappelijke grief tegen Maurice Charl ton. Blijkbaar had hij met het trio zaken ge daan en ze bedrogen en bijna zeker waren ze de mannen, waar hij volgens zijn zuster, reden had om bang voor te zijn en die hij trachtte uit den weg te blijven. Maar achter hen en oneindig veel gevaarlijker in zooverre het het succes van Norma Charlton's zending betrof, was die onbekende man, wiens be langstelling niet Maurice Charlton gold, maar zijn zoontje. Die man hing nu als een dreigende schaduw over de geheele onderneming van het meisje. Wie was hij? Was het de man, die in het thee huis te Kowloon geweest was? De advocaat wenschte niet wegens laster aangeklaagd te worden en had daarom gezwegen, terwijl hij misschien veel had kunnen zeggen. Toen hij het ermee eehs was, dat Norma Charlton haar sporen zou verbergen, had hij klaarblijkelijk een reden gezien, die zoo'n manier van doen wenschelijk maakte en die reden was onaf hankelijk van die, waardoor Maurice Charlton wenschte, dat zijn zuster haar gangen geheim zou houden. (Wordt vorvolgdt), De Burger Ruitersport Vereeniging organiseerde te Doetinchem een groot ruiterfeest Eenige deelnemers onderweg Een .bloembollenmarsch* werd Zondag door de Wandelsportveieeniging .Jan Passtoors" in de omgeving van Haarlem gehouden. De deelnemers trekken langs de kleurrijke velden Minister Slotemaker de Bruine bracht Zaterdag een bezoek aan de Volksmuziekschool te Amsterdam, die haar eerste lustrum vierde. Ministerieele belangstelling voor een jeugdig accordeonist Gedurende den bloeitijd der ker- senboomen wor den de bijenvolken in grooten getale naar de boom gaarden gebracht ter verzameling van honing en het bestuiven der bloemen De .Doejoeng", de grootste tinbaggermolen ter wereld, gebouwd in opdracht van de Mijnbouw Mij. .Billiton te den Haag, i« Zaterdag van de w^rl rfpr fa. J. en K. Smit te Kinderdijk te water qelaten De Nederlandsche Kennelclub .Cyno- philia* organiseerde in het R.A.I.-gebouw te Amsterdam een hondententoonstel ling. Wachtend op de opening der expositie Ajax behaalde Zondag in den te Amsterdam tegen P.S.V. gespeelden wedstrijd om het landskampioenschap een 5 2 overwinning op de Zuidelijke kampioenen. Een spelmoment

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 14