Verlicht die rheumatiek die U zoo erg UÜ0D0NAL Het leed der olievogels Zonnebloemen. H.D.-'V ertellim WOENSDAG 21 APRIL 1937 HAARLEM'S DAGBLAD 6 Jaarverslag „De Eendracht'. Sombere klanken. Wij ontvingen het verslag over het 32e boekjaar (1936) van de coöperatieve verbrui- kersvereeniging „De Eendracht" U.A., waaruit een somber en pessimistisch geluid opklinkt. Zoo lezen we in de inleiding: „Nog nimmer is de economische duisternis zoo zwart ge weest als in het jaar, dat thans achter ons ligt. Dat onze leden en daardoor ook onze Coöperatie de gevolgen hebben onder vonden, lag voor de hand. Kon andere jaren de vermindering van de koopkracht onzer leden nog opgevangen worden door bezuini ging, door uitbreiding van het terrein, waar op onze vereenging haar bemoeiingen uit strekt, door vergrooting van het ledental, in 1936 Is dit niet mogen gelukken, en zoo moeten wij tot onze groote spijt de mede- deeling doen, dat voor het eerst nu 1928 de ondanks crisis en chaos steeds stijgende lijn onzer omzetten een begin van daling ver toont: de omzet van afdeeling I verminderde met f 11.637.19, die van afdeeling n met f 2.S91.62". Uitvoerig worden de oorzaken van deze daling nagegaan, waarna het verslag ver volgt: „Het jaar 1936 is weggezonken. Maar de tijd zet zich voort; de moeilijkheden en zorgen zijn gebleven en het kwaad, dat in dit en vorige jaren werd gesticht, sleept naar de bekende wet, dat uit het kwaad reeds weer nieuw kwaac geboren wordt, zijn onheildra-' gende werking voort. Doch met de herin nering aan wat vergane jaren ons gaven en met de ervaring, die we opdeden, worstelen we verder, door de schaduw van heden en van morgen. Er is een troost. Een ding kan alleen scha duw geven, als er een licht achter is. Een licht, dat ons trekt en leidt. En naar dat licht van overmorgen trekken we met de er varing van gisteren. Er zijn enkele teekenen, die wijzen op een ontwakend, op een nieuw spruitend ver trouwen, op een kleine opleving. En als die opleving niet enkel het gevolg is van een beangstigend verhoogde bedrijvigheid in de oorlogsindustrie, dan mag men ze beschouwen als een aanwijzing dat het internationaal economisch weerstandsvermogen zich uit in een aarzelend, maar geleidelijk herstel. Teekenend en voor de coöperatieve beweging veelzeggend, is het, dat de eerste berichten van dat herstel kwamen uit de Scandinavische landen, waar de coöperatieve beweging het diepst wortel geschoten heeft en het mach tigst is". Tenslotte wordt aangedrongen op verster king van de coöperatieve en verbreiding van de coöperatieve gedachte. Het aantal leden is teruggeloopen van 3591 In December 1935 op 3438 in Januari 1937. De Volkenbond in onzen tijd. Lezing van den heer C. J. E. Dinaux. Voor de Vereeniging van oud-leerlingen dei- Handelsschool (H. B. S. a) heeft de heer C. J. E. Dinaux gisteravond in een der zalen van restaurant Brinkmann een lezing gehouden over het onderwerp „De beteekenis van den Volkenbond in onzen tijd". Na een korte inleiding van den vice-voor- zitter, den heer P. C. André de la Porte, be gon de heer Dinaux met zijn rede, waarin hij hij zich allereerst keerde tegen de velen, die den Volkenbond hoon en met de welbekende „zie je nou wel" en „ja maar" argumenten. Het is volgens spreker onmogelijk over den Volkenbond te oordeelen zonder dat men weet, wat de Volkenbond eigenlijk is. Wat vóór alles van belang is, is het doel van den Volkenbond. De heer Dinaux ging uitvoerig in op de ge dachte, die aan het Geneefsche instituut ten grondslag ligt. Deze gedachte is, dat de staat deel uitmaakt van een statengemeenschap, waarin hij rechten en plichten heeft. Over het volkenrecht bestaan verschillende theo rieën, van welke spreker in het bijzonder het „natuurecht" behandelde, dat tot Aristo- teles teruggaat en door Hugo de Groot be sproken wordt in zijn beroemde werk „Over het recht van oorlog en vrede", waarin de grondslagen van het volkenrecht vervat zijn. In het Volkenbondsstatuut heeft men ge tracht, het volkenrecht effectief te maken, In de préambule van het pact erkennen alle staten-leden het volkenrecht als norm en beloven zij een overeenkomst na te leven. Spreker toonde hierbij aan, hoezeer het sou- vereiniteitsbeginsel, dat ten allen tijde tus- schen de volken onderling zoo'n groote rol heeft gespeeld, ook in het Volkenbondspact niet vermeden kon worden en hierin een groot struikelblok vormt. In het pact wordt verder de wenschelijk- heid en noodzakelijkheid van een beperking der bewapening tot uiting gebracht. Helaas hebben de Geneefsche ontwapeningsbespre kingen totnutoe practisch tot niets geleid. Van de artikelen van het pact noemde spre ker die van 10 tot en met 16 zeer belangrijk. Artikel 11 stelt vast, dat een bedreiging met oorlog alle leden van den Volkenbond aan gaat. Het verplicht den Bond die maatrege len te nemen, welke noodig zijn om den vrede effectief te verdedigen. In dat geval komt de Baad bijeen. Bovendien kan elk lid van den Volkenbond de aandacht van de Assemblée vragen voor een conflict, dat waar ook in de wereld dreigt uit te breken. Artikel 16 Is het beruchte sanctie-artikel, dat betreft het ver breken van alle betrekkingen met het land, dat een oorlogsdaad begaat. Dit artikel is onder de huidige omstandigheden nog mis lukt. De heer Dinaux constateerde, dat het Vol kenbondsverdrag zeer zeker lacunes heeft. Maar dit is nog geen rede om met Genève te breken. Nationaal schaft men toch ook niet de politie en de brandweer af, omdat de mis daden en de branden blijven voortduren. Be ter een onvolmaakte, dan géén Volkenbond. Bovendien staat de Geneefsche instelling nog in haar kinderschoenen. Tenslotte behandelde spreker de verschil lende stroomingen, die herziening van het Volkenbondspact wenschen. Dit verschijnsel houdt zijns inziens niet alleen verband met de verandering van be paalde regels, maar ook met de heerschende mentaliteit. De internationale verdragen wor den herhaaldelijk geschonden, z.g. gentle man's agreements gesloten om ze even later te breken en men vraagt zich met beklem ming af of het opgroeiende geslacht nog wel eenig respect voor het recht zal hebben. Zij, die herziening van het Volkenbonds pact wenschen, dienen echter te bedenken, dat de rechtsorde niet ineens kan ontstaan, maar om geduld vraagt en geleidelijk tot ont wikkeling; moet komen. Met een dankwoord van den heer André de la Porte aan den spreker werd de bijeen komst gesloten. Geslaagde Amusementsavond. Piano- en Accordeonorkest „Accordia". De vierde amoisementsavond die het Eerste Haarlemsche Piano-accordeonorkest „Accor dia" gisteravond in den H. K. B. hield is in alle opzichten geslaagd. De groote zaal van den H. K. B. was geheel gevuld met een pu bliek dat zeer ingenomen was met het gébo- dene. En onsinziens volkomen terecht. Daar was in de eerste plaats „Accordia" zelf dat onder leiding van haar bekwamen directeur Herman Tennissen op vlotte en muzikale wijze haar nummers ten gehoore bracht. Voor de pauze werden o.m. gespeeld: de „Ball Sirenen" van Franiz Léhar, het bekende Largo van Handel, van dit moeilijke stuk gaf het orkest een voortreffelijke vertolking en de „Follies Bergères" van Paul Lincke, Hierna was de beurt aan de bekende Haar lemsche soubrette, Dora Schrama, die met haar operetteliedjes zeer bijzonder veel succes oogstte. Herman Teunissen speelde vervolgens eeni- ge accordeon-soli. Wat hij ons gisteravond liet hooren bevestigde wederom den uitstekenden indruk die we reeds eerder van dezen begaaf den accordeonist hadden. Ook de heer J. H. Schrama had als muzikale clown veel succes evenals de Hestojo's die eenige voortreffelijke acordeon-soli te beste gaven. Na de pauze werd door het orkest o.m. nog een populake potpourri gespeeld waarvan het arrangement van Herman Tennissen zelf was. Overbodig te zeggen dat ook nu het succes zeer groot was. „Accordia" kan met veel genoegen op dezen gelslaagden amusementsavond terugzien. NED BOND TOT HET REDDEN VAN DRENKELINGEN De heer A. J. Meijerink heeft voor den Ned. Bond tot het Redden van Drenkelingen weer tal van plaatsen bezocht om daar belangstel ling te wekken voor het reddingwezen. Hij sprak de laatste dagen in. Culemborg, Dor drecht, Volendam, Aduard in Groningen, Vries, Drente, Vlissingen (waar 'ook door den heer Joh. Schmidt de Bondsfilm werd ver toond), voorts in Sas van Gent, Terneuzen en te Amsterdam. Overal was de belangstelling zeer groot. Voor April staan nog op de agenda: Ter Aar en Haarlem voor „Snelverband" over het onderwerp: „Hulp aan drenkelingen uit auto's", op Dinsdagavond 27 April in hotel Lion d'Or aan den Kruisweg. Doe een Uro~ donalkuur, die, jA doordat ze het IftsgO urinezuur, de oorsprong, van al dat *:waad, oplost, de pijnen doet ver- wijnen en Uw organisme weer rachtiger en gezonder maakt. verjaagt dit kwaad OMDAT HET HET URINEZUUR OPLOST Goedgekeurd door Professor POUCHET Lid oaii de Académie de Médeclne le Parijs. BIJ APOTHEKERS EN DROGISTEN Het is een product CH ATE LAIN HET MERK DAT WAARBORG BIEDT (Adv. Ingez. Med.) Men schrijft ons: Reeds eenige malen meende de Nederland- sche vereeniging tot bescherming van dieren door middel van de pers de aandacht te moe ten vestigen op het leed der olievogels welke als slachtoffers van de afgewerkte teerpro- ducten - der motorschepen in grooten getale op het strand worden geworpen, waar zij doorgaans tot een wreeden dood gedoemd zijn. Gelukkig blijkt er bij het publiek be langstelling te bestaan om, waar mogelijk deze arme stakkkers te helpen en hun leed te ver zachten. Het publiek doet echter goed bij de verzorging dezer vogels de volgende wenken in acht te nemen: Wanneer men een strandwandeling gaat maken, steke men wat oude lappen in den zak ten einde de vogels gemakkelijker te kunnen dragen en eigen kleeding te sparen. Beter nog is een triplex kistje te maken van 60 bij 26 c.m. en 30 c.m. hoog, voorzien van een dek sel, dat voldoende lucht toelaat, met een dia gonaal tusschenschot, d.w.z. van den bene denhoek naar den bovenhoek, zoodat twee vogels met de borst in het breede gedeelte, er gemakkelijk een plaats in kunnen vinden. Een lederen riem met handvat vergemakke lijkt het dragen. Men doet het best een la,p (Met te groot) over den rug van den vogel te gooien en hem dan met beide handen de vleugels tegen het lichaam drukkend, op te pakken, waarbij een hand onder den buik te schuiven en met de andere hand losjes den hals van achteraf te omsluiten direct onder den kop en den vogel zoo te dragen. Dit verhinderd pikken en is rustig voor mensch en dier. In geen geval aan vleugels of onder ste boven dragen. Men plaatse den vogel op een veilige, rustige en beschutte plek. Hij is doodmoe, bovendien niet meer beschermd tegen inwerking van het zeewater en gevoe lig voor weersinvloeden. Een bakje met zoet water bij hem zetten, heeft men rauwe visch, bijv. spiering, dan eveneens wat stukjes visch of vischjes in een bakje met water. Zee-eenden eten ook wel geweekt brood of goed doorweek te kaak.- Nog niet. schoonmaken, behalve klodders teer, die men zoo maar met 'n lapje eraf kan nemen en ook nog niet voeren. De vogel heeft voor alles rust noodig, het verlost zijn van zijn ondragelijke angst voor mensch en dier die het strand voor hem tot een hel maakte. Denk er aan geen meeuwen te plaat sen bij andere vogels. Zoo mogelijk de soorten apart. Is de vogel wat uitgerust en eet hij uit zich zelf het ongewende voedsel niet, dan kan men hem voeren, doch niet teveel tegelijk. Gaat alles goed en maakt hij den volgenden dag een kraehtigen indruk, dan-kan men aan den schoonmaak beginnen. Met een lapje rauwe lijnolie de stijve teerplekken wat verzachten, vooral niet inwrijven en de voornaamste lichaamsopeningen, neusgaten, aarsopening, smeerklier sparend, en een lauw sopje geven van goede gele of groene keukenzeep, om het vuil zooveel mogelijk af te spoelen en een schoon lauw sopje na. Dan voorzichtig'afdro gen en verder laten drogen in verwarmde sfeer. Men neme bij voorkeur stevige werk handschoenen, teneinde zich tegen pikken te vrijwaren. Men werke niet te lang aan één vogel. Een volgende maal komt er licht weer wat vuil af. Niet alle vogels echter beleven „volgende dagen". Bedenk dan, dat ge een verzwakten vogel den grootsten weldaad hebt bewezen door hem de gelegenheid te geven rustig te sterven. De levenskrachtige vogels kunt ge verzor gen in een oud kippenhok met rennetje, een schuurtje, bij vrienden, die wellicht een tuin met glooiend waterpartijtje bezitten en daarr een hokje willen afschieten, enz. Bedenk echter, dat hun badgelegenheid ondiep moet zijn, deze vogels kunnen niet drijven, ook als ze reeds schoon zijn en in een teil zouden ze jammerlijk verdrinken. De Ned. Ver. tot b'escheming van dieren beoogt een georganiseerde actie in het leven te roepen om zooveel mogelijk aan het leed der olievogels en ook aan dat van de z.g. vorst- vogels tegemoet te komen. Overwogen wordt om op bepaalde plaatsen langs onze kunst te komen tot het stichten van asyls, waar N de verpleging der vogels kan worden ter hand genomen. Hulp van particulieren, zoowel voor het aanbrengen van vogels als financieelen steun, zal de vereeniging, bureau: Prinses Marie 40, Den Haag, giro 25685 daarbij ze ker niet kunnen ontbeeren. (Adv. Ingez. Med.) KAMERVERKIEZINGEN. Ter inzagelegging lijsten van candidaten. De voorzitter van het Hoofdstembureau in den kieskring XI (Haarlem) deelt mede dat de bij hem ingeleverde lijsten der candida ten, gesteld voor de op Woensdag 26 Mei a.s. te houden stemming ter verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Gé- neraal, ter gemeentesecretarie, Bureau Bur gerlijke Stand, Bevolking en Verkiezingen, Zijlstraat 70, voor een ieder ter inzage zijn nedergelegd. De openbare zitting, waarin over de geldig heid der ingeleverde lijsten, en over de hand having van de daarop voorkomende candi daten wordt beslist, zal worden gehouden ten Raadhuize der gemeente Haarlem, op Zater dag, 24 April 1937, des voormiddags ten 10 ure. Ingevolge artikel 45 der kieswet kan bin nen twee dagen daarna, ieder kiezer van die beslissing in beroep komen bij de Gedepu teerde Staten der provincie. HAARLEMSCHE REDDINGSBRIGADE. Dinsdagavond werd in de bestuurskamer van het Sportfondsenbad een medisch examen afgenomen voor den Ned. Bond tot het Redden van Drenkelingen. De examencommissie bestond uit de genees- heeren W. H. Brouwer, P. Floor en W. B. Smit, directeur van den G. G. dienst. Voor het medisch deel diploma A waren 20 candidaten opgegeven, waarvan 3 niet op kwamen; 7 werden afgewezen; 10 leden slaagden. De geslaagden zijn: diploma A: mejufrrouw R. Weers en de heeren: W. Brakel, R. Brusek- ker, J. C. Kroes, A. J. van der Meer, E. Metse laar, C. Maschhaupt, M. F. Serné, P. J. Velden en C. Wielsma. Het examen voor diploma B werd met goed gevolg afgelegd door mejuffrouw H. Wielenga en de heeren B. van Berk en A. F. J. Kempen. Het waterwerk, het technische gedeelte voor deze diploma's, zal op een Zondagmorgen in de open inrichting aan de Houitvaart in Juni, worden afgenomen. PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE RADIOCENTRALE OP DONDERDAG 22 APRIL. Progr. 1: Hilversum I. Progr. 2: Hilversum n Progr. 3: 8.00 Keulen; 9.50 Pauze; 10.05 Droitwich; 11.05 Parijs Radio; 12.20 Vlaamsch Brussel; 12.35 Parijs Radio; 1.20 London Regi onal; 3.20 Deutsehland sender; 5.20 London Regional; 6.20 Vlaamsch Brussel; 6.45 Keulen; 7.05 Parijs Radio; 7.20 Fransch Brussel; 8.20 Rome. Progr. 4: 8.00 Vlaamsch Brussel; 8.20 Pauze; 9.35 London Regional; 12,35 Droitwich; 8.40 London Regional; 9.20 Droitwich; 11.20 Danmarks Radio. Progr. 5: 8.00—7.— Diversen. 7.00 Eigen gramofoonplaten concert: Film en cabaret. 1. Ernst eine Walzernacht, Martha Eggerth; 2. Was kann so schön sein, Gitta Alpar; 3. Ich bin heut' so Froh, Martha Eggerth; 4. Dort wo die Walder Grüh'n, Gitta Alpar; 5. Vil ja Lied, Richard Tauber; 6. Een lied aus meiner Hei mat, idem; 7. Schlösser die im Monde liegen, idem; 8. Es was einmal ein Baby, idem; 9. Ciribiribin, Grace Moore; 10. I'm falling in love, James Melton; 11. One night of love, Grace Moore; 12 Ah, sweet mystery of live James Melton; 13. Parle moi d'autre chose, Lucienne Boyer; 14. Home sweet home, Joe Peterson; 15. J'ai laissé mon coeur, Lucienne Boyer; Love's old sweet song, Joe Peterson. 8.0012.Diversen. Langzamerhand wordt het tijd om zonne bloemen te gaan zaaien. En er is over Helian- thus annuus, de eenjarige zonnebloemen, nog wel een en ander te vertellen. Allereerst zijn er al die verschillende vormen, want we zijn werkelijk niet aangewezen op hooge, forsche planten met enorme bloemen alléén. U wist waarschijnlijk niet, dat er b.v. een zonnebloem is die slechts 30 cM. groot wordt en een ge drongen struikje vol kleine gele bloemen vormt; als andere uiterste is ér de macrophyl- lus giganteus, de grootbladige reuzen-zonne bloem, die gemakkelijk twee meter hoog wordt en kolossale enkele bloemen heeft. Tusschen beide, de uiterst groote en de aller kleinste, ligt een heele rij van mooie en bruik bare zonnebloemen voor iederen tuin, in en kel- en dubbel, ook halfdubbelbloemig, licht en donkergeel, met groote of kleine bloemen. En niet alleen dat de bloemvorm soms sterk wisselt, doordat de bloemblaadjes spits of vrij rond, gedraaid of recht zijn, ook de kleur biedt verrassingen. Zoo is er werkelijk, met wat goeden wil, te spreken van een roode zonnebloem al moeten we ons hierbij geen effen helderroode bloemen voorstellen. De Helianthus annuus sanguineus heeft enkele bloemen, niet groot maar talrijk, en donker bloedrood van kleur. Tamelijk groot zijn de bloemen van Helianthus annuus Sutton's Red, ook enkele, geel van kleur, maar dan loopt om het hart een ring van bruinrood. En als we nu toch merkwaardige zonne bloemen van dichtbij bekijken, dan is er de zeer hooggroeiende, maar bijzonder mooie Helianthus anuus chrysanthemiflorus fl.pl., wat zooveel zeggen wil als: de eenjarige, dub bele, ehrysanth-bloemige zonnebloem. 'Het is m.i. wel de mooiste van de nieuwere zonne bloemen. De bloemen zijn groot, plat en vol komen dubbel. Ieder bloempje want zoo'n zonnebloem is niet anders dan een schijf vol kleine bloempjes is uitgegroeid tot een lang buis-je, dat zich aan het einde verwijdt en dan gespleten is. Als schubben liggen die buisjes over elkander. De bloemkleur is hel dergeel. Het ligt voor de hand, dat zonnebloemen veel ruimte noodig hebben. De hooggroeiende soorten mogen daarom gerust 60 tot 75 c.M. tusschenruimte hebben: de lagere zoowat een halve meter. We bereiken dat het ge makkelijkst door nu in den vollen grond te zaaien, en dan later ifit te dunnen. Zonne bloemen vragen een plaatsje in de volle zon, maar beschut tegen de wind. Ze wortelen na melijk niet diep en waaien gemakkelijk om. Voordat we gaan zaaien, werken we den grond eerst goed om. Wij hier in Holland en over 't algemeen in. West-Europa planten de zonnebloemen aan voor 't mooi; hoogstens denken we dan daar bij aan de pitten, die zoo'n mooi voedsel voor de vogels zijn, In Egypte en Rusland wordt de plant echter in groote hoeveelheden aan geplant omdat ze zoo nuttig is. De rauwe pit ten worden gegeten; uit de zaden perst men. olie; de uitgeperste pitten zijn een veevoe der. Uit de olie worden zeep en kaarsen ge maakt, de vezels van de stengels leveren pa pier, de gedroogde takken en bladeren brand stof, de bloemen verfstof. Tenslotte is het groene blad nog veevoer en kunnen ook daar de kippen, net als hier, van de pitten smul len. Een bruikbare plant dus! Ook in En- gelsch-Indië wordt de zonnebloem voor van alles- en nog-wat gebruikt. Het land van oor sprong, waar de eenjarige zonnebloem dus wild voorkomt, is Midden-Amerika.. De tijd vernielt door J. P. BALJE. Vreemd, dacht Nico Verhage, terwijl hij te gen de verschansing leunde, en zijn blik gretig de blanke duinen afzocht, waarlangs zij nu voeren, vreemd, dat dit me zoo ontroert. Ik ben toch niet sentimenteel, en ruim achttien jaar ben ik weggeweest. In dien tijd heb ik nooit meer dan een vluchtige gedachte hier aan gewijd. Is het, omdat ik hier geboren ben, omdat hier al mijn herinneringen liggen? Hij ijsbeerde op en neer, de handen in de zakken en hoe meer het schip de haven na derde, hoe minder zijn oogen de kust loslieten. Daar was de boulevard, ginds de groote kra nen van de fabriek en de rustige, slanke kerk toren, die ze op school altijd hoorden, als hij ieder kwartier zijn liedje dreunde. Nico Verhage had niet veel tijd, zijn zaken riepen hem in Amsterdam, maar een dag had hij zich beloofd, een dag, dat hij alle zaken- beslommeringen van zich af zou schudden en zich heelemaal onder zou dompelen in zijn herinneringen. En toen hij dan ook als een der eersten voet aan wal zette, en hij haastig zijn koffers in het bagagedepöt had afgege ven, richtte hij zijn schreden onmiddellijk naar de stad. In jaren had hij zich niet zoo op iets verheugd als juist op dezen éénen dag in zijn kleine geboortestadje, dat hij achttien jaar geleden verlaten had. Sjonge, wat was er gebouwd in de buiten wijken. Dit gedeelte herkende hij maar nau welijks. Maar de goede oude binnenstad, daar zou alles wel bij het oude gebleven zijn, daar zou hij die oude vertrouwde plekjes terugvin den. Hij lachte om zijn eigen sentimentaliteit. Idioot! Hier liep hij nou, en hij merkte, dat hij onbewust of was het eigenlijk wel zoo heelemaal onbewust? het eerste zijn schre den richtte naar zijn oude H.B.S., het gebouw waar hij in zijn jeugd het meest op gemop perd had, dat hij had verwenscht, en destijds met een zucht van verlichting den rug toege keerdEn nu liep hij er waarachtig met verteedering aan terug te denken. Nu zag hij i in gedachten het gezellige straatje, waarin i de H. B. S. gelegen was, dat straatje een beetje 1 donker door de hooge, oude eikeboomen, die I zooveel schaduw gaven, dat straatje, midden in de stad gelegen en eigenlijk heelemaal niet geschikt voor een rustig lesgeven, want vlak tegenover de H. B. S. was een smidse, tot groo te wanhoop van den directeur, die door het eeuwigdurend getik op het aambeeld vaak ra zend werd. En aan den anderen kant was dat kleine snoepwinkeltje, waar ze voor schooltijd, of in het „vrije kwartier" binnen glipten, om ,op de pof" moccareepen of taaie toffees te koopen waar ook vaak complotten gesmeed werden tegen leeraars, die niet erg in den smaak vielen! Hij was er nu, maar hij zocht tevergeefs. Geen straatje, geen eikeboom, geen H.B.S., geen smidseAlleen maar een kale, saaie, lange muur. Bevreemd keek hij rond. Hier moest het toch zijn. Hij vroeg een voorbij ganger, die hem verwonderd aankeek. „Be staat al lang niet meer, meneer. Fabriekster rein geworden, jaren geleden opgeslokt door de werf". Hoe is het mogelijk, dat dit hem zóó teleur stelde? Kinderachtig eigenlijk. Hadden ze dat alles misschien zoo moeten laten, omdat hij het nog graag eens wilde terugzien? Kom, verder de stad in. Zie, daar had je dat gezelli ge, kleine marktje, hier was toch niets veran derd. Alleen de moderne kiosk in het midden, maar die misstond daar niet eens zoo héél erg. Hier vlak bij moest het huis zijn, waar zij woonde, Nelly, zijn eerste jeugdliefde. In dit straatje, nummer vijf was het. Hij stapte wat langzamer en zijn hart klopte nu even sneller, precies als twintig jaar geleden, als hij zijde- lingsche blikken wierp naar het raam, waar hij haar hoopte te zien, en dat hij, als ze er werkelijk zat, schichtig voorbijsloop in zijn schuchtere liefde. Nummer vijf was een winkelhuis geworden, maar het raam van het zijkamertje, waar zij altijd zat, was er nog. Er zat nu een klein jongetje met een groezelig snuitje, en er stond een vreemde naam op het winkelraam. Hij had natuurlijk niet in ernst gedacht dat Nelly er nóg zou wonen, maar toch gaf de aanblik' van het smoezelige jongensgezichtje hem een kil gevoel. Een klein, een heel klein beetje hoop had hij toch wel gehad, Nelly hier terug te zien, het toeval speelt immers vaak zoo'n groote rol in het leven. G" had hij nog eens tegenover haar gestaan, kt in die donkere oogen, die zoo ondeugen mden flikkeren, gekeken naar dat aardig gezichtje, dat hij ééns, o, zoo vluchtig, geku bad. Maar hij zag in 't geheel geen bekenden. Overal onverschillige gezichten, menschen wier blik langs hem gleed, en die hij nooit ge zien had. Achttien jaar is een heele tijd, en er verandert veel. Op den boulevard, vlak bij de haven, koos hij zich een bankje uit, waar hij vroeger over de stad en over de zee placht uit te zien in zijn leege uren. Hier had hij zijn eerste liefdesvreugde, zijn eerste liefdesver- j driet verwerkt. Hier had hij haar initialen in het hout gekorven, naast de zijne. Maar de latten van het houten bankje waren vernieuwd en er stonden nu andere initialen Langzaam slenterde hij langs den boule vard. De zee was tenminste dezelfde gebleven, en overigens was hier ook weinig veranderd, maar de sfeer voelde hij anders aan. Er was minder bedrijvigheid, het leek doodscher, de adem van de crisis was er langs gestreken en had veel een ander aanzien gegeven. Zooals de tijd zijn ideeën had veranderd, zoo had hij ook het stadje veranderd, de dingen vernield, die hij langzamerhand als waardevol was gaan beschouwen. Hij zwierf her en der, en hij vond maar weinig terug van wat hij gehoopt had te zullen zien. Eén ouden vriend ontmoette hij, en na vijf minuten was hun gesprekstof uitgeput en voelde hij dat het een vreemde voor hem geworden was. Ter wijl ze elkaar vroeger hun hartsgeheimen toe vertrouwden. Toen kwam hij op weg naar het station voorbij een onooglijk klein winkeltje. Zoo'n winkeltje, waar hij. als heel kleine jongen wel eens veterdrop gekocht had, waar men voor twee of drie cent een lotje kon koopen, om dan een chocolade-mossel, gevuld met crème, een kaneelstok of een paar bruidsui kers te winnen. Voor hij het "wist stond hij binnen, en het gaf hem een schokje, toen, nog voor het ouder- wetsche belletje boven de deur uitgerinkeld was, het oude moedertje binnenslofte, pre cies als vijfentwintig jaar geleden. Misschien liep ze nóg iets gebogener dan toen, mogelijk waren haar haren nog een tikje grijzer ge worden, en was haar gezicht nóg gerimpelder, maar in zijn herinnering zag ze er precies zoo uit, als in zijn jongenstijd. Ze keek een beetje verbaasd, toen hij haar zoo bleef aanstaren, en pas na haar tweede „Wablief?" verstrooid een chocoladereep vroeg. En ze keek nog ver baasder, toen hij een gulden betaalde en daar na zóó het winkeltje uitliep. Een beetje ach terdochtig liet ze den gulden op de toonbank rinkelen; dat vreemde volk was nooit te ver trouwen Buiten stond Nico Verhage met een dwaze glimlach naar de chocoladereep te staren, en hij had een beetje spijt, dat hij niet een ho- ningstokje of een dropladdertjè gevraagd had, om de illusie van het verleden volkomener te maken. Veel had de tijd vernield, maar iets uit zijn jeugd was toch gebleven. En terwijl hij in de verte al het grauwe station zag opdoe men, dacht hij er nog met verteedering aan, hoe hij als kleine jongen uit de handen van datzelfde oudje gekleurde tooverballen had I gekregen in ruil voor de van zijn moede1- af gebedelde cent Vijanden van den tuinbouw. Lezing voor Tuinbouw en Plantkunde. In Hotel „Lion d'Or" hield de afdee ling Haarlem van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde een bijeen komst, waarin de heer H. W. van Dort een causerie hield over „Vijanden van den tuinbouw". De voorzitter, de heer J. L. Bouwer opende de bijeenkomst met een kort welkomstwoord, waarin hij zijn vreugde uitdrukte over de, on danks het slechte weer bevredigende opkomst. Naar aanleiding van een verslag van de Commissie in zake Waterontrekking aan den bodem ontspon zich een levendige gedachten- wisseling over de wateronttreklring aan de duinen en de invloed daarvan op de planten groei. Voor de onderlinge tentoonstelling werden de punten als volgt toegekend: Groep Blaek Vesuvius, firma Koper, 10 pnt.; groep Succulenten, D. Smit, 10 pnt.; groep hortensia's, firma Koper 8 pnt. Door verschillende inzenders werd het in ge zondene toegelicht, wat aanleiding gaf tot een levendige en aangename bespreking. Na de pauze was het woord aan den heer H. W. van Dort voor zijn lezing over de be strijding van de vijanden van den tuinbouw. Het is, aldus spr., ook hier altijd beter te voor komen dan te genezen, al is dit niet steeds mogelijk. Zijn de vruchtboomen eenmaal aan getast, dan is meestal de eenige oplossing, de boomen te bespuiten met vruchtboomen-car- bolineum. Dit is echter niet voldoende. In het voorjaar moeten de boomen bespoten worden met Bordeausche pap. Ook kan men in den voor zomer zgn. vangbanden aanbrengen, waarin de larven van de schadelijke insecten zich ver poppen, waarna zij gemakkelijk gedood kun nen worden. Na den bloei is bespuiting met CalifornLsche pap gewenscht. Bij de bessen treedt vaak de zgn. rondknop op, die verooroorzaakt wordt door een mijt. Veel is hiertegen niet te doen. Het eenige is, de verspreiding zooveel mogelijk tegen te gaan, door een doelmatige plaatsing der struiken. Doch ook in de groentenkweekerij heeft men veel last van schadelijk gedierte, dat evenwel wisselt met de grondsoort. Op veengrond is dit de veenmol, op kleigrond de aardvloo en op zandgrond de koolvlieg. Deze dieren zijn heel moeilijk te bestrijden. Spreker demonstreerde een en ander met door hem meegebracht materiaal. ORGELCONCERT. Orgelbespeling in de Groote- of St. Bavo Kerk te Haarlem, op Donderdag 22 April 1937, des namiddags van 34 uur, door den heer George Robert. Programma: 1. Christus, der uns selig macht, J. S. Bach 2. Fantasie en Fuga g ld, t„ J. S. Bach 3. Was Gott tut, das 1st wohlgetan, J. P. Kellner 4. Sonata II, F. Mendelssohn Bartholdy Grave, Adagio, Allegro maestroso e vivace. Fuga. q FTosannah! Th. Duboiö

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 10