Verlicht die
rheumatiek
die U zoo erg
UÜ0D0NAL
Het leed der olievogels
Zonnebloemen.
H.D.-'V ertellim
WOENSDAG 21 APRIL 1937
HAARLEM'S DAGBLAD
6
Jaarverslag „De Eendracht'.
Sombere klanken.
Wij ontvingen het verslag over het 32e
boekjaar (1936) van de coöperatieve verbrui-
kersvereeniging „De Eendracht" U.A., waaruit
een somber en pessimistisch geluid opklinkt.
Zoo lezen we in de inleiding: „Nog nimmer
is de economische duisternis zoo zwart ge
weest als in het jaar, dat thans achter ons
ligt. Dat onze leden en daardoor ook
onze Coöperatie de gevolgen hebben onder
vonden, lag voor de hand. Kon andere jaren
de vermindering van de koopkracht onzer
leden nog opgevangen worden door bezuini
ging, door uitbreiding van het terrein, waar
op onze vereenging haar bemoeiingen uit
strekt, door vergrooting van het ledental,
in 1936 Is dit niet mogen gelukken, en zoo
moeten wij tot onze groote spijt de mede-
deeling doen, dat voor het eerst nu 1928 de
ondanks crisis en chaos steeds stijgende lijn
onzer omzetten een begin van daling ver
toont: de omzet van afdeeling I verminderde
met f 11.637.19, die van afdeeling n met
f 2.S91.62".
Uitvoerig worden de oorzaken van deze
daling nagegaan, waarna het verslag ver
volgt:
„Het jaar 1936 is weggezonken. Maar de
tijd zet zich voort; de moeilijkheden en zorgen
zijn gebleven en het kwaad, dat in dit en
vorige jaren werd gesticht, sleept naar de
bekende wet, dat uit het kwaad reeds weer
nieuw kwaac geboren wordt, zijn onheildra-'
gende werking voort. Doch met de herin
nering aan wat vergane jaren ons gaven en
met de ervaring, die we opdeden, worstelen
we verder, door de schaduw van heden en
van morgen.
Er is een troost. Een ding kan alleen scha
duw geven, als er een licht achter is. Een
licht, dat ons trekt en leidt. En naar dat
licht van overmorgen trekken we met de er
varing van gisteren.
Er zijn enkele teekenen, die wijzen op een
ontwakend, op een nieuw spruitend ver
trouwen, op een kleine opleving. En als die
opleving niet enkel het gevolg is van een
beangstigend verhoogde bedrijvigheid in de
oorlogsindustrie, dan mag men ze beschouwen
als een aanwijzing dat het internationaal
economisch weerstandsvermogen zich uit in
een aarzelend, maar geleidelijk herstel.
Teekenend en voor de coöperatieve beweging
veelzeggend, is het, dat de eerste berichten van
dat herstel kwamen uit de Scandinavische
landen, waar de coöperatieve beweging het
diepst wortel geschoten heeft en het mach
tigst is".
Tenslotte wordt aangedrongen op verster
king van de coöperatieve en verbreiding van
de coöperatieve gedachte.
Het aantal leden is teruggeloopen van 3591
In December 1935 op 3438 in Januari 1937.
De Volkenbond in onzen tijd.
Lezing van den heer C. J. E. Dinaux.
Voor de Vereeniging van oud-leerlingen dei-
Handelsschool (H. B. S. a) heeft de heer C.
J. E. Dinaux gisteravond in een der zalen van
restaurant Brinkmann een lezing gehouden
over het onderwerp „De beteekenis van den
Volkenbond in onzen tijd".
Na een korte inleiding van den vice-voor-
zitter, den heer P. C. André de la Porte, be
gon de heer Dinaux met zijn rede, waarin hij
hij zich allereerst keerde tegen de velen, die
den Volkenbond hoon en met de welbekende
„zie je nou wel" en „ja maar" argumenten.
Het is volgens spreker onmogelijk over den
Volkenbond te oordeelen zonder dat men
weet, wat de Volkenbond eigenlijk is. Wat
vóór alles van belang is, is het doel van den
Volkenbond.
De heer Dinaux ging uitvoerig in op de ge
dachte, die aan het Geneefsche instituut ten
grondslag ligt. Deze gedachte is, dat de staat
deel uitmaakt van een statengemeenschap,
waarin hij rechten en plichten heeft. Over
het volkenrecht bestaan verschillende theo
rieën, van welke spreker in het bijzonder
het „natuurecht" behandelde, dat tot Aristo-
teles teruggaat en door Hugo de Groot be
sproken wordt in zijn beroemde werk „Over
het recht van oorlog en vrede", waarin de
grondslagen van het volkenrecht vervat zijn.
In het Volkenbondsstatuut heeft men ge
tracht, het volkenrecht effectief te maken, In
de préambule van het pact erkennen alle
staten-leden het volkenrecht als norm en
beloven zij een overeenkomst na te leven.
Spreker toonde hierbij aan, hoezeer het sou-
vereiniteitsbeginsel, dat ten allen tijde tus-
schen de volken onderling zoo'n groote rol
heeft gespeeld, ook in het Volkenbondspact
niet vermeden kon worden en hierin een groot
struikelblok vormt.
In het pact wordt verder de wenschelijk-
heid en noodzakelijkheid van een beperking
der bewapening tot uiting gebracht. Helaas
hebben de Geneefsche ontwapeningsbespre
kingen totnutoe practisch tot niets geleid.
Van de artikelen van het pact noemde spre
ker die van 10 tot en met 16 zeer belangrijk.
Artikel 11 stelt vast, dat een bedreiging met
oorlog alle leden van den Volkenbond aan
gaat. Het verplicht den Bond die maatrege
len te nemen, welke noodig zijn om den vrede
effectief te verdedigen. In dat geval komt de
Baad bijeen. Bovendien kan elk lid van den
Volkenbond de aandacht van de Assemblée
vragen voor een conflict, dat waar ook in de
wereld dreigt uit te breken. Artikel 16 Is het
beruchte sanctie-artikel, dat betreft het ver
breken van alle betrekkingen met het land,
dat een oorlogsdaad begaat. Dit artikel is
onder de huidige omstandigheden nog mis
lukt.
De heer Dinaux constateerde, dat het Vol
kenbondsverdrag zeer zeker lacunes heeft.
Maar dit is nog geen rede om met Genève te
breken. Nationaal schaft men toch ook niet
de politie en de brandweer af, omdat de mis
daden en de branden blijven voortduren. Be
ter een onvolmaakte, dan géén Volkenbond.
Bovendien staat de Geneefsche instelling nog
in haar kinderschoenen.
Tenslotte behandelde spreker de verschil
lende stroomingen, die herziening van het
Volkenbondspact wenschen.
Dit verschijnsel houdt zijns inziens niet
alleen verband met de verandering van be
paalde regels, maar ook met de heerschende
mentaliteit. De internationale verdragen wor
den herhaaldelijk geschonden, z.g. gentle
man's agreements gesloten om ze even later
te breken en men vraagt zich met beklem
ming af of het opgroeiende geslacht nog wel
eenig respect voor het recht zal hebben.
Zij, die herziening van het Volkenbonds
pact wenschen, dienen echter te bedenken,
dat de rechtsorde niet ineens kan ontstaan,
maar om geduld vraagt en geleidelijk tot ont
wikkeling; moet komen.
Met een dankwoord van den heer André
de la Porte aan den spreker werd de bijeen
komst gesloten.
Geslaagde Amusementsavond.
Piano- en Accordeonorkest „Accordia".
De vierde amoisementsavond die het Eerste
Haarlemsche Piano-accordeonorkest „Accor
dia" gisteravond in den H. K. B. hield is in
alle opzichten geslaagd. De groote zaal van
den H. K. B. was geheel gevuld met een pu
bliek dat zeer ingenomen was met het gébo-
dene. En onsinziens volkomen terecht.
Daar was in de eerste plaats „Accordia" zelf
dat onder leiding van haar bekwamen directeur
Herman Tennissen op vlotte en muzikale wijze
haar nummers ten gehoore bracht.
Voor de pauze werden o.m. gespeeld: de
„Ball Sirenen" van Franiz Léhar, het bekende
Largo van Handel, van dit moeilijke stuk gaf
het orkest een voortreffelijke vertolking en
de „Follies Bergères" van Paul Lincke,
Hierna was de beurt aan de bekende Haar
lemsche soubrette, Dora Schrama, die met
haar operetteliedjes zeer bijzonder veel succes
oogstte.
Herman Teunissen speelde vervolgens eeni-
ge accordeon-soli. Wat hij ons gisteravond liet
hooren bevestigde wederom den uitstekenden
indruk die we reeds eerder van dezen begaaf
den accordeonist hadden.
Ook de heer J. H. Schrama had als muzikale
clown veel succes evenals de Hestojo's die
eenige voortreffelijke acordeon-soli te beste
gaven.
Na de pauze werd door het orkest o.m. nog
een populake potpourri gespeeld waarvan het
arrangement van Herman Tennissen zelf was.
Overbodig te zeggen dat ook nu het succes
zeer groot was.
„Accordia" kan met veel genoegen op dezen
gelslaagden amusementsavond terugzien.
NED BOND TOT HET REDDEN VAN
DRENKELINGEN
De heer A. J. Meijerink heeft voor den Ned.
Bond tot het Redden van Drenkelingen weer
tal van plaatsen bezocht om daar belangstel
ling te wekken voor het reddingwezen. Hij
sprak de laatste dagen in. Culemborg, Dor
drecht, Volendam, Aduard in Groningen,
Vries, Drente, Vlissingen (waar 'ook door den
heer Joh. Schmidt de Bondsfilm werd ver
toond), voorts in Sas van Gent, Terneuzen en
te Amsterdam. Overal was de belangstelling
zeer groot. Voor April staan nog op de agenda:
Ter Aar en Haarlem voor „Snelverband" over
het onderwerp: „Hulp aan drenkelingen uit
auto's", op Dinsdagavond 27 April in hotel
Lion d'Or aan den Kruisweg.
Doe een Uro~
donalkuur, die, jA
doordat ze het IftsgO
urinezuur, de oorsprong, van al dat
*:waad, oplost, de pijnen doet ver-
wijnen en Uw organisme weer
rachtiger en gezonder maakt.
verjaagt dit kwaad
OMDAT HET HET URINEZUUR OPLOST
Goedgekeurd door Professor POUCHET
Lid oaii de Académie de Médeclne le Parijs.
BIJ APOTHEKERS EN DROGISTEN
Het is een product CH ATE LAIN
HET MERK DAT WAARBORG BIEDT
(Adv. Ingez. Med.)
Men schrijft ons:
Reeds eenige malen meende de Nederland-
sche vereeniging tot bescherming van dieren
door middel van de pers de aandacht te moe
ten vestigen op het leed der olievogels welke
als slachtoffers van de afgewerkte teerpro-
ducten - der motorschepen in grooten getale
op het strand worden geworpen, waar zij
doorgaans tot een wreeden dood gedoemd
zijn. Gelukkig blijkt er bij het publiek be
langstelling te bestaan om, waar mogelijk deze
arme stakkkers te helpen en hun leed te ver
zachten. Het publiek doet echter goed bij de
verzorging dezer vogels de volgende wenken in
acht te nemen:
Wanneer men een strandwandeling gaat
maken, steke men wat oude lappen in den zak
ten einde de vogels gemakkelijker te kunnen
dragen en eigen kleeding te sparen. Beter
nog is een triplex kistje te maken van 60 bij
26 c.m. en 30 c.m. hoog, voorzien van een dek
sel, dat voldoende lucht toelaat, met een dia
gonaal tusschenschot, d.w.z. van den bene
denhoek naar den bovenhoek, zoodat twee
vogels met de borst in het breede gedeelte,
er gemakkelijk een plaats in kunnen vinden.
Een lederen riem met handvat vergemakke
lijkt het dragen.
Men doet het best een la,p (Met te groot)
over den rug van den vogel te gooien en hem
dan met beide handen de vleugels tegen het
lichaam drukkend, op te pakken, waarbij een
hand onder den buik te schuiven en met de
andere hand losjes den hals van achteraf te
omsluiten direct onder den kop en den vogel
zoo te dragen. Dit verhinderd pikken en is
rustig voor mensch en dier.
In geen geval aan vleugels of onder
ste boven dragen. Men plaatse den vogel op
een veilige, rustige en beschutte plek. Hij
is doodmoe, bovendien niet meer beschermd
tegen inwerking van het zeewater en gevoe
lig voor weersinvloeden. Een bakje met zoet
water bij hem zetten, heeft men rauwe visch,
bijv. spiering, dan eveneens wat stukjes visch
of vischjes in een bakje met water. Zee-eenden
eten ook wel geweekt brood of goed doorweek
te kaak.- Nog niet. schoonmaken, behalve
klodders teer, die men zoo maar met 'n lapje
eraf kan nemen en ook nog niet voeren. De
vogel heeft voor alles rust noodig, het verlost
zijn van zijn ondragelijke angst voor mensch
en dier die het strand voor hem tot een hel
maakte. Denk er aan geen meeuwen te plaat
sen bij andere vogels. Zoo mogelijk de soorten
apart.
Is de vogel wat uitgerust en eet hij uit zich
zelf het ongewende voedsel niet, dan kan men
hem voeren, doch niet teveel tegelijk. Gaat
alles goed en maakt hij den volgenden dag
een kraehtigen indruk, dan-kan men aan den
schoonmaak beginnen. Met een lapje rauwe
lijnolie de stijve teerplekken wat verzachten,
vooral niet inwrijven en de voornaamste
lichaamsopeningen, neusgaten, aarsopening,
smeerklier sparend, en een lauw sopje geven
van goede gele of groene keukenzeep, om het
vuil zooveel mogelijk af te spoelen en een
schoon lauw sopje na. Dan voorzichtig'afdro
gen en verder laten drogen in verwarmde
sfeer. Men neme bij voorkeur stevige werk
handschoenen, teneinde zich tegen pikken te
vrijwaren. Men werke niet te lang aan één
vogel. Een volgende maal komt er licht weer
wat vuil af. Niet alle vogels echter beleven
„volgende dagen". Bedenk dan, dat ge een
verzwakten vogel den grootsten weldaad hebt
bewezen door hem de gelegenheid te geven
rustig te sterven.
De levenskrachtige vogels kunt ge verzor
gen in een oud kippenhok met rennetje, een
schuurtje, bij vrienden, die wellicht een tuin
met glooiend waterpartijtje bezitten en daarr
een hokje willen afschieten, enz.
Bedenk echter, dat hun badgelegenheid
ondiep moet zijn, deze vogels kunnen niet
drijven, ook als ze reeds schoon zijn en in
een teil zouden ze jammerlijk verdrinken.
De Ned. Ver. tot b'escheming van dieren
beoogt een georganiseerde actie in het leven te
roepen om zooveel mogelijk aan het leed der
olievogels en ook aan dat van de z.g. vorst-
vogels tegemoet te komen. Overwogen wordt
om op bepaalde plaatsen langs onze kunst te
komen tot het stichten van asyls, waar N de
verpleging der vogels kan worden ter hand
genomen. Hulp van particulieren, zoowel voor
het aanbrengen van vogels als financieelen
steun, zal de vereeniging, bureau: Prinses
Marie 40, Den Haag, giro 25685 daarbij ze
ker niet kunnen ontbeeren.
(Adv. Ingez. Med.)
KAMERVERKIEZINGEN.
Ter inzagelegging lijsten van candidaten.
De voorzitter van het Hoofdstembureau in
den kieskring XI (Haarlem) deelt mede dat
de bij hem ingeleverde lijsten der candida
ten, gesteld voor de op Woensdag 26 Mei a.s.
te houden stemming ter verkiezing van de
leden van de Tweede Kamer der Staten-Gé-
neraal, ter gemeentesecretarie, Bureau Bur
gerlijke Stand, Bevolking en Verkiezingen,
Zijlstraat 70, voor een ieder ter inzage zijn
nedergelegd.
De openbare zitting, waarin over de geldig
heid der ingeleverde lijsten, en over de hand
having van de daarop voorkomende candi
daten wordt beslist, zal worden gehouden ten
Raadhuize der gemeente Haarlem, op Zater
dag, 24 April 1937, des voormiddags ten 10
ure. Ingevolge artikel 45 der kieswet kan bin
nen twee dagen daarna, ieder kiezer van die
beslissing in beroep komen bij de Gedepu
teerde Staten der provincie.
HAARLEMSCHE REDDINGSBRIGADE.
Dinsdagavond werd in de bestuurskamer
van het Sportfondsenbad een medisch examen
afgenomen voor den Ned. Bond tot het Redden
van Drenkelingen.
De examencommissie bestond uit de genees-
heeren W. H. Brouwer, P. Floor en W. B. Smit,
directeur van den G. G. dienst.
Voor het medisch deel diploma A waren 20
candidaten opgegeven, waarvan 3 niet op
kwamen; 7 werden afgewezen; 10 leden
slaagden.
De geslaagden zijn: diploma A: mejufrrouw
R. Weers en de heeren: W. Brakel, R. Brusek-
ker, J. C. Kroes, A. J. van der Meer, E. Metse
laar, C. Maschhaupt, M. F. Serné, P. J. Velden
en C. Wielsma.
Het examen voor diploma B werd met goed
gevolg afgelegd door mejuffrouw H. Wielenga
en de heeren B. van Berk en A. F. J. Kempen.
Het waterwerk, het technische gedeelte voor
deze diploma's, zal op een Zondagmorgen in
de open inrichting aan de Houitvaart in Juni,
worden afgenomen.
PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE
RADIOCENTRALE OP DONDERDAG
22 APRIL.
Progr. 1: Hilversum I.
Progr. 2: Hilversum n
Progr. 3: 8.00 Keulen; 9.50 Pauze; 10.05
Droitwich; 11.05 Parijs Radio; 12.20 Vlaamsch
Brussel; 12.35 Parijs Radio; 1.20 London Regi
onal; 3.20 Deutsehland sender; 5.20 London
Regional; 6.20 Vlaamsch Brussel; 6.45 Keulen;
7.05 Parijs Radio; 7.20 Fransch Brussel; 8.20
Rome.
Progr. 4: 8.00 Vlaamsch Brussel; 8.20
Pauze; 9.35 London Regional; 12,35 Droitwich;
8.40 London Regional; 9.20 Droitwich; 11.20
Danmarks Radio.
Progr. 5: 8.00—7.— Diversen. 7.00 Eigen
gramofoonplaten concert: Film en cabaret.
1. Ernst eine Walzernacht, Martha Eggerth;
2. Was kann so schön sein, Gitta Alpar; 3. Ich
bin heut' so Froh, Martha Eggerth; 4. Dort wo
die Walder Grüh'n, Gitta Alpar; 5. Vil ja Lied,
Richard Tauber; 6. Een lied aus meiner Hei
mat, idem; 7. Schlösser die im Monde liegen,
idem; 8. Es was einmal ein Baby, idem; 9.
Ciribiribin, Grace Moore; 10. I'm falling in
love, James Melton; 11. One night of love,
Grace Moore; 12 Ah, sweet mystery of live
James Melton; 13. Parle moi d'autre chose,
Lucienne Boyer; 14. Home sweet home, Joe
Peterson; 15. J'ai laissé mon coeur, Lucienne
Boyer; Love's old sweet song, Joe Peterson.
8.0012.Diversen.
Langzamerhand wordt het tijd om zonne
bloemen te gaan zaaien. En er is over Helian-
thus annuus, de eenjarige zonnebloemen, nog
wel een en ander te vertellen. Allereerst zijn
er al die verschillende vormen, want we zijn
werkelijk niet aangewezen op hooge, forsche
planten met enorme bloemen alléén. U wist
waarschijnlijk niet, dat er b.v. een zonnebloem
is die slechts 30 cM. groot wordt en een ge
drongen struikje vol kleine gele bloemen
vormt; als andere uiterste is ér de macrophyl-
lus giganteus, de grootbladige reuzen-zonne
bloem, die gemakkelijk twee meter hoog
wordt en kolossale enkele bloemen heeft.
Tusschen beide, de uiterst groote en de aller
kleinste, ligt een heele rij van mooie en bruik
bare zonnebloemen voor iederen tuin, in en
kel- en dubbel, ook halfdubbelbloemig, licht
en donkergeel, met groote of kleine bloemen.
En niet alleen dat de bloemvorm soms sterk
wisselt, doordat de bloemblaadjes spits of
vrij rond, gedraaid of recht zijn, ook de kleur
biedt verrassingen. Zoo is er werkelijk, met
wat goeden wil, te spreken van een roode
zonnebloem al moeten we ons hierbij geen
effen helderroode bloemen voorstellen. De
Helianthus annuus sanguineus heeft enkele
bloemen, niet groot maar talrijk, en donker
bloedrood van kleur. Tamelijk groot zijn
de bloemen van Helianthus annuus Sutton's
Red, ook enkele, geel van kleur, maar dan
loopt om het hart een ring van bruinrood.
En als we nu toch merkwaardige zonne
bloemen van dichtbij bekijken, dan is er de
zeer hooggroeiende, maar bijzonder mooie
Helianthus anuus chrysanthemiflorus fl.pl.,
wat zooveel zeggen wil als: de eenjarige, dub
bele, ehrysanth-bloemige zonnebloem. 'Het is
m.i. wel de mooiste van de nieuwere zonne
bloemen. De bloemen zijn groot, plat en vol
komen dubbel. Ieder bloempje want zoo'n
zonnebloem is niet anders dan een schijf vol
kleine bloempjes is uitgegroeid tot een
lang buis-je, dat zich aan het einde verwijdt
en dan gespleten is. Als schubben liggen die
buisjes over elkander. De bloemkleur is hel
dergeel.
Het ligt voor de hand, dat zonnebloemen
veel ruimte noodig hebben. De hooggroeiende
soorten mogen daarom gerust 60 tot 75 c.M.
tusschenruimte hebben: de lagere zoowat
een halve meter. We bereiken dat het ge
makkelijkst door nu in den vollen grond te
zaaien, en dan later ifit te dunnen. Zonne
bloemen vragen een plaatsje in de volle zon,
maar beschut tegen de wind. Ze wortelen na
melijk niet diep en waaien gemakkelijk om.
Voordat we gaan zaaien, werken we den grond
eerst goed om.
Wij hier in Holland en over 't algemeen in.
West-Europa planten de zonnebloemen aan
voor 't mooi; hoogstens denken we dan daar
bij aan de pitten, die zoo'n mooi voedsel voor
de vogels zijn, In Egypte en Rusland wordt
de plant echter in groote hoeveelheden aan
geplant omdat ze zoo nuttig is. De rauwe pit
ten worden gegeten; uit de zaden perst men.
olie; de uitgeperste pitten zijn een veevoe
der. Uit de olie worden zeep en kaarsen ge
maakt, de vezels van de stengels leveren pa
pier, de gedroogde takken en bladeren brand
stof, de bloemen verfstof. Tenslotte is het
groene blad nog veevoer en kunnen ook daar
de kippen, net als hier, van de pitten smul
len. Een bruikbare plant dus! Ook in En-
gelsch-Indië wordt de zonnebloem voor van
alles- en nog-wat gebruikt. Het land van oor
sprong, waar de eenjarige zonnebloem dus
wild voorkomt, is Midden-Amerika..
De tijd vernielt
door J. P. BALJE.
Vreemd, dacht Nico Verhage, terwijl hij te
gen de verschansing leunde, en zijn blik gretig
de blanke duinen afzocht, waarlangs zij nu
voeren, vreemd, dat dit me zoo ontroert. Ik
ben toch niet sentimenteel, en ruim achttien
jaar ben ik weggeweest. In dien tijd heb ik
nooit meer dan een vluchtige gedachte hier
aan gewijd. Is het, omdat ik hier geboren ben,
omdat hier al mijn herinneringen liggen?
Hij ijsbeerde op en neer, de handen in de
zakken en hoe meer het schip de haven na
derde, hoe minder zijn oogen de kust loslieten.
Daar was de boulevard, ginds de groote kra
nen van de fabriek en de rustige, slanke kerk
toren, die ze op school altijd hoorden, als hij
ieder kwartier zijn liedje dreunde.
Nico Verhage had niet veel tijd, zijn zaken
riepen hem in Amsterdam, maar een dag had
hij zich beloofd, een dag, dat hij alle zaken-
beslommeringen van zich af zou schudden en
zich heelemaal onder zou dompelen in zijn
herinneringen. En toen hij dan ook als een
der eersten voet aan wal zette, en hij haastig
zijn koffers in het bagagedepöt had afgege
ven, richtte hij zijn schreden onmiddellijk
naar de stad. In jaren had hij zich niet zoo
op iets verheugd als juist op dezen éénen dag
in zijn kleine geboortestadje, dat hij achttien
jaar geleden verlaten had.
Sjonge, wat was er gebouwd in de buiten
wijken. Dit gedeelte herkende hij maar nau
welijks. Maar de goede oude binnenstad, daar
zou alles wel bij het oude gebleven zijn, daar
zou hij die oude vertrouwde plekjes terugvin
den. Hij lachte om zijn eigen sentimentaliteit.
Idioot! Hier liep hij nou, en hij merkte, dat
hij onbewust of was het eigenlijk wel zoo
heelemaal onbewust? het eerste zijn schre
den richtte naar zijn oude H.B.S., het gebouw
waar hij in zijn jeugd het meest op gemop
perd had, dat hij had verwenscht, en destijds
met een zucht van verlichting den rug toege
keerdEn nu liep hij er waarachtig met
verteedering aan terug te denken. Nu zag hij
i in gedachten het gezellige straatje, waarin
i de H. B. S. gelegen was, dat straatje een beetje
1 donker door de hooge, oude eikeboomen, die
I zooveel schaduw gaven, dat straatje, midden
in de stad gelegen en eigenlijk heelemaal niet
geschikt voor een rustig lesgeven, want vlak
tegenover de H. B. S. was een smidse, tot groo
te wanhoop van den directeur, die door het
eeuwigdurend getik op het aambeeld vaak ra
zend werd. En aan den anderen kant was dat
kleine snoepwinkeltje, waar ze voor schooltijd,
of in het „vrije kwartier" binnen glipten, om
,op de pof" moccareepen of taaie toffees te
koopen waar ook vaak complotten gesmeed
werden tegen leeraars, die niet erg in den
smaak vielen!
Hij was er nu, maar hij zocht tevergeefs.
Geen straatje, geen eikeboom, geen H.B.S.,
geen smidseAlleen maar een kale, saaie,
lange muur. Bevreemd keek hij rond. Hier
moest het toch zijn. Hij vroeg een voorbij
ganger, die hem verwonderd aankeek. „Be
staat al lang niet meer, meneer. Fabriekster
rein geworden, jaren geleden opgeslokt door
de werf".
Hoe is het mogelijk, dat dit hem zóó teleur
stelde? Kinderachtig eigenlijk. Hadden ze dat
alles misschien zoo moeten laten, omdat hij
het nog graag eens wilde terugzien? Kom,
verder de stad in. Zie, daar had je dat gezelli
ge, kleine marktje, hier was toch niets veran
derd. Alleen de moderne kiosk in het midden,
maar die misstond daar niet eens zoo héél erg.
Hier vlak bij moest het huis zijn, waar zij
woonde, Nelly, zijn eerste jeugdliefde. In dit
straatje, nummer vijf was het. Hij stapte wat
langzamer en zijn hart klopte nu even sneller,
precies als twintig jaar geleden, als hij zijde-
lingsche blikken wierp naar het raam, waar
hij haar hoopte te zien, en dat hij, als ze er
werkelijk zat, schichtig voorbijsloop in zijn
schuchtere liefde.
Nummer vijf was een winkelhuis geworden,
maar het raam van het zijkamertje, waar zij
altijd zat, was er nog. Er zat nu een klein
jongetje met een groezelig snuitje, en er stond
een vreemde naam op het winkelraam. Hij
had natuurlijk niet in ernst gedacht dat Nelly
er nóg zou wonen, maar toch gaf de aanblik'
van het smoezelige jongensgezichtje hem een
kil gevoel. Een klein, een heel klein beetje
hoop had hij toch wel gehad, Nelly hier terug
te zien, het toeval speelt immers vaak zoo'n
groote rol in het leven. G" had hij nog eens
tegenover haar gestaan, kt in die donkere
oogen, die zoo ondeugen mden flikkeren,
gekeken naar dat aardig gezichtje, dat hij
ééns, o, zoo vluchtig, geku bad.
Maar hij zag in 't geheel geen bekenden.
Overal onverschillige gezichten, menschen
wier blik langs hem gleed, en die hij nooit ge
zien had. Achttien jaar is een heele tijd, en er
verandert veel. Op den boulevard, vlak bij de
haven, koos hij zich een bankje uit, waar hij
vroeger over de stad en over de zee placht uit
te zien in zijn leege uren. Hier had hij zijn
eerste liefdesvreugde, zijn eerste liefdesver- j
driet verwerkt. Hier had hij haar initialen in
het hout gekorven, naast de zijne. Maar de
latten van het houten bankje waren vernieuwd
en er stonden nu andere initialen
Langzaam slenterde hij langs den boule
vard. De zee was tenminste dezelfde gebleven,
en overigens was hier ook weinig veranderd,
maar de sfeer voelde hij anders aan. Er was
minder bedrijvigheid, het leek doodscher, de
adem van de crisis was er langs gestreken en
had veel een ander aanzien gegeven.
Zooals de tijd zijn ideeën had veranderd,
zoo had hij ook het stadje veranderd, de
dingen vernield, die hij langzamerhand als
waardevol was gaan beschouwen. Hij zwierf
her en der, en hij vond maar weinig terug van
wat hij gehoopt had te zullen zien. Eén ouden
vriend ontmoette hij, en na vijf minuten was
hun gesprekstof uitgeput en voelde hij dat
het een vreemde voor hem geworden was. Ter
wijl ze elkaar vroeger hun hartsgeheimen toe
vertrouwden.
Toen kwam hij op weg naar het station
voorbij een onooglijk klein winkeltje. Zoo'n
winkeltje, waar hij. als heel kleine jongen
wel eens veterdrop gekocht had, waar men
voor twee of drie cent een lotje kon koopen,
om dan een chocolade-mossel, gevuld met
crème, een kaneelstok of een paar bruidsui
kers te winnen.
Voor hij het "wist stond hij binnen, en het
gaf hem een schokje, toen, nog voor het ouder-
wetsche belletje boven de deur uitgerinkeld
was, het oude moedertje binnenslofte, pre
cies als vijfentwintig jaar geleden. Misschien
liep ze nóg iets gebogener dan toen, mogelijk
waren haar haren nog een tikje grijzer ge
worden, en was haar gezicht nóg gerimpelder,
maar in zijn herinnering zag ze er precies zoo
uit, als in zijn jongenstijd. Ze keek een beetje
verbaasd, toen hij haar zoo bleef aanstaren,
en pas na haar tweede „Wablief?" verstrooid
een chocoladereep vroeg. En ze keek nog ver
baasder, toen hij een gulden betaalde en daar
na zóó het winkeltje uitliep. Een beetje ach
terdochtig liet ze den gulden op de toonbank
rinkelen; dat vreemde volk was nooit te ver
trouwen
Buiten stond Nico Verhage met een dwaze
glimlach naar de chocoladereep te staren, en
hij had een beetje spijt, dat hij niet een ho-
ningstokje of een dropladdertjè gevraagd had,
om de illusie van het verleden volkomener te
maken. Veel had de tijd vernield, maar iets
uit zijn jeugd was toch gebleven. En terwijl hij
in de verte al het grauwe station zag opdoe
men, dacht hij er nog met verteedering aan,
hoe hij als kleine jongen uit de handen van
datzelfde oudje gekleurde tooverballen had I
gekregen in ruil voor de van zijn moede1- af
gebedelde cent
Vijanden van den tuinbouw.
Lezing voor Tuinbouw en Plantkunde.
In Hotel „Lion d'Or" hield de afdee
ling Haarlem van de Koninklijke
Nederlandsche Maatschappij voor
Tuinbouw en Plantkunde een bijeen
komst, waarin de heer H. W. van Dort
een causerie hield over „Vijanden van
den tuinbouw".
De voorzitter, de heer J. L. Bouwer opende
de bijeenkomst met een kort welkomstwoord,
waarin hij zijn vreugde uitdrukte over de, on
danks het slechte weer bevredigende opkomst.
Naar aanleiding van een verslag van de
Commissie in zake Waterontrekking aan den
bodem ontspon zich een levendige gedachten-
wisseling over de wateronttreklring aan de
duinen en de invloed daarvan op de planten
groei.
Voor de onderlinge tentoonstelling werden
de punten als volgt toegekend:
Groep Blaek Vesuvius, firma Koper, 10 pnt.;
groep Succulenten, D. Smit, 10 pnt.; groep
hortensia's, firma Koper 8 pnt.
Door verschillende inzenders werd het in ge
zondene toegelicht, wat aanleiding gaf tot een
levendige en aangename bespreking.
Na de pauze was het woord aan den heer
H. W. van Dort voor zijn lezing over de be
strijding van de vijanden van den tuinbouw.
Het is, aldus spr., ook hier altijd beter te voor
komen dan te genezen, al is dit niet steeds
mogelijk. Zijn de vruchtboomen eenmaal aan
getast, dan is meestal de eenige oplossing, de
boomen te bespuiten met vruchtboomen-car-
bolineum.
Dit is echter niet voldoende. In het voorjaar
moeten de boomen bespoten worden met
Bordeausche pap. Ook kan men in den voor
zomer zgn. vangbanden aanbrengen, waarin
de larven van de schadelijke insecten zich ver
poppen, waarna zij gemakkelijk gedood kun
nen worden. Na den bloei is bespuiting met
CalifornLsche pap gewenscht.
Bij de bessen treedt vaak de zgn. rondknop
op, die verooroorzaakt wordt door een mijt.
Veel is hiertegen niet te doen. Het eenige is,
de verspreiding zooveel mogelijk tegen te
gaan, door een doelmatige plaatsing der
struiken.
Doch ook in de groentenkweekerij heeft men
veel last van schadelijk gedierte, dat evenwel
wisselt met de grondsoort. Op veengrond is dit
de veenmol, op kleigrond de aardvloo en op
zandgrond de koolvlieg. Deze dieren zijn heel
moeilijk te bestrijden.
Spreker demonstreerde een en ander met
door hem meegebracht materiaal.
ORGELCONCERT.
Orgelbespeling in de Groote- of St. Bavo
Kerk te Haarlem, op Donderdag 22 April 1937,
des namiddags van 34 uur, door den heer
George Robert.
Programma:
1. Christus, der uns selig macht, J. S. Bach
2. Fantasie en Fuga g ld, t„ J. S. Bach
3. Was Gott tut, das 1st wohlgetan,
J. P. Kellner
4. Sonata II, F. Mendelssohn Bartholdy
Grave, Adagio, Allegro maestroso e vivace.
Fuga.
q FTosannah! Th. Duboiö