11 AKKERTJES
MA "AN DA' 0 26 "A P KIE 1937
H A" A" REE M'S D A 'G B E A D"
9
Feestavond van de Reünisten der
Handelsavondschool.
Opvoering van „De Ridder van den
Kouseband".
Zaterdag vond in het gebouw van den
Haarlemschen Kegelbond de slotfeestavond
plaats van de Vereeniging van Reünisten der
Handelsavondschool. Voor dezen avond had
den de leden ingestudeerd het blijspel van
Henk Bakker „De Ridder van den Kousen
band". Ongetwijfeld was dit een goede keuze,
want het luchtige spelletje is welhaast pas
klaar gemaakt voor een vroolijken avond.
Er is dan ook braaf gelachen om de zotte
verwikkelingen en misverstanden, die zich
ten huize van de familie Hoffstede afspelen.
Het was duidelijk te zien, dat er met ernst
gerepeteerd was, want in alle bedrijven
werd er in het vereischte vlotte tempo ge
acteerd. De regisseuze, mevrouw J. G. van
Goor-Brunnekreef, heeft eer met haar arbeid
ingelegd!
De medewerkende dames en heeren verdie
nen allen een pluim voor de toewijding, waar
mede zij zich van him taak gekweten hebben.
De rol van Theo Hoffstede was in handen
van Adr. Stroman, die van deze figuur een
levendige en sympathieke typeering gaf. Lien
Kuyper was een lieve Gerda Hoffstede met
vele goede momenten, maar had wel iets
meer beweeglijkheid in haar spel kunnen
leggen. Zeer goed vonden wij Annie Hensen
als schoonmama Van Bommel, zoowel wat
haar spel als wat haar voordracht betreft.
Wim van Wieringen zorgde voor een komi-
schen schoonpapa Van Bommel. Een pracht-
type was ongetwijfeld Ton Luii als de lood
gieter-detective Jansen; hij verwekte met
dit dwaze creatuur menige lachexplosie
Ook Piet van Goor was uitstekend op dreef
in de rol van den brabbelenden negerbokser
Timm Boots. Hans de Rood speelde den
detective Johnson en den vriend van Theo,
Van Manderen, en voldeed in beide rollen.
Jannie Schagen was heel grappig als het
Duitsche dienstmeisje Erna en Wim Tesse-
laar leverde een uitgestreken zendeling. Joop
Martens was wat stijf als de rechercheur,
maar in ieder geval rolvast. De kleine rol van
mevr. X. werd naar behooren vervuld door
Ger Janssen.
Al met al een opvoering, die voor de ver
eeniging een aardig succes is geworden. Na
afloop sprak de voorzitter, de heer Ton Luii,
woorden van dank tot hen, die hun mede
werking tot het welslagen der opvoering
hadden verleend, in het bijzonder de regis
seuze, die met een boek en bloemen gehul
digd werd.
Het feest werd besloten met een bal met
dansmuziek van The Rhythm Sellers.
Montmartre in Haarlem.
Feestavond Reisbureau Bouckaert.
Men had zich Zaterdagavond, met een weinig
fantasie, in „Dreefzicht" in een van die aar
dige kleine Montmartre-cafétjes kunnen wa
nen. Wat er dan ook nog aan de, overigens
buitengewoon aardige aankleeding mocht heb
ben ontbroken, de stemming had in Mont
martre zelf niet beter kunnen zijn.
Twee feestavonden in een seizoen is voor
menige groote vereeniging al rijkelijk veel,
maar toch zeggen wij niets te veel, als we be
weren dat een duidelijke climax dézen avond
te merken is geweest.
Men voelt zich bij de avonden van Bouckaert
„en grande familie" en er heerscht een prettige
ongedwongen sfeer die we helaas maar al te
dikwijls op andere feesten missen.
Direct al na het welkomstwoord van den
heer W. J. de Mink en van den reisleider den
heer H. Kok was de juiste stemming aanwezig.
Reisfilms, voordrachten en de uitstekende
muziek van „The Moonlight Serenaders" deden
deze stemming die culmineerde in het gezel
lige bal na, nog toenemen.
Het zou ons te ver voeren om alle nummers
breedvoerig te bespreken, maar een uitzonde
ring willen we, Joch 'maken voor de geestige
voordracht „Oude Sientje'" van mevr. A. Fen-
nisHenteraar. Dat was werkelijk kostelijk!
Ook des heer Pierre van Roon had met zijn
liedje ,.De Autocar" veel succes.
Het kan niet anders of dergelijke avonden
moeten stimuleerend werken op den lust om
gezamenlijk op reis te gaan.
UITVOERING VEREENIGING „DE HAAR-
LEMSCHE MÏINèGE".
Het bestuur en de Carrouselcommissie ver
dienen hulde voor het organiseeren van deze
jubileumuitvoering, evenals de stille helpers.
De manége was feestelijk versierd met vele
bloemen; mooie tapijten hingen langs de
wanden. Onder het publiek op de geheel uit
verkochte tribune zaten verschillende autori
teiten, wier belangstelling zeer op prijs werd
gesteld. De entree manoeuvre, gereden door
zes dames en zes heeren, werd keurig uitge
voerd; men kon zien, dat zij dit nummer vlijtig
hadden ingestudeerd. Een flink applaus was
hun belooning.
Hierna kwam de directeur, de heer A. van
der Zijden, aan de beurt op zijn schoolpaard
Zaiselys; zijgangen, passage, piaffe enz., wer
den vertoond met een verbluffend gemak, een
succesnummer, dat een open doekje verkreeg.
Onmiddellijk hierop volgde de hulding van
den heer Van der Zijden door het bestuur en
den heer Klebe.
Het derde nummer, een arrousel voor junio
res, werd zeer netjes gereden; het zal de
moeders en vaders dezer juniores prettig aan
gedaan hebben, dat hun kinderen zoo hun
best deden. Het voltige nummer, waarbij vijf
juniores, een clown, een ijscowagen en orgel
man aan te pas kwamen plus de noodige
juniores als figuranten, was buitengewoon
goed en geestig. Een saluut aan den regisseur
A. van der Zijden. Aardig was het balspel, een
soort korfbal te paard, tusschen twee teams
van zes juniores. De springmanoeuvre, eigen
lijk een jachtrit achter een vos, waaraan acht
heeren deelnamen, was één van de clou
nummers: De lichten gingen uit, de hinder
nissen werden verlicht en de jagermeester en
het veld namen ze in een vlot tempo. Het ge
heel was aardig geënsceneerd en sloeg bij het
publiek in.
Daarna kwam de clown zijn kunsten vertoo-
nen; om „Grock" werd hartelijk gelachen.
Het achtste nummer, de Guirlandemanoeu
vre, gereden door acht dames, was zeer be
koorlijk en werd goed uitgevoerd.
Tot slot volgde het springconcours. Win
naars hiervan werd H. van Gilse met Adela;
tweede R. Davidson met Diana en derde P.
Hirschler met Celestine.
Voldaan ging men huiswaarts.
Hedenavond heeft nog een voorstelling
plaats ten bate van de „Kinderbewaarplaatsen
Haarlem-Noord", waarvoor nog plaatsen te
krijgen zijn.
leder
BLUE GILLETTE
U3L1MÏF Mesje
is electrisch gehard
en heeft een
extra harden snijkant
extra sterken snijkant
extra scherpen snijkant
is duurzamer en beter.
60 CENTS
PER VYF
GILLETTE SLEUF MESJES PASSEN OP ALLE GILLETTE APPARATEN
H.GJ.
(Adv. Ingez. Med.)
A. Cassée bedankt als voorzitter
van „Bloemendaal".
Op de algemeene jaarvergadering van de B.
V. C. „Bloemendaal", welke op 7 Mei wordt ge
houden, zal de heer Adr. Cassee zijn functie als
voorzitter neerleggen, na 19 jaren onafgebro
ken deze functie te hebben bekleed.
Door zijn werkkring is hij vaak afwezig;
daardoor kan hij niet meer de aandacht aan
de club wijden, welke van een goed voorzitter
verwacht mag worden.
De Kamercandidatenlijsten geldig
verklaard
De hoofdstembureaux ter verkiezing van
leden van de Tweede Kamer in de kieskrin
gen 1 Den Bosch, 6 's-Gravenhage, 9 Am
sterdam, 10 Den Helder, 11 Haarlem, 18
Utrecht en 14 Leeuwarden hebben Zaterdag
een zitting gehouden ter beslissing over de
geldigheid van de op 20 April 1.1. ingeleverde
lijsten van candidaten en over de handha
ving van de daarop voorkomende candida
ten.
Alle ingediende lijsten zijn goedgekeurd
en de op deze lijsten voorkomende candidaten
zijn, zooals wij die hebben gepubliceerd, ge
handhaafd, met uitzondering van J. J. Geitz,
die wegens het ontbreken van de bewilli-
gingsverklaring op de lijst van de Chr. Dem.
Unie is geschrapt.
JAARFEEST HAARL. KRACHTSPORT
VEREENIGING.
Zaterdagavond vierde de Haarlemsche
Krachtsport Vereeniging „Haarlem" haar 12e
jaarfeest, waarbij tevens het feit werd her
dacht dat de heer N. W. Vierwind 25 jaar
aan de krachtsport verbonden is.
De jubilaris en zijn vrouw werden feestelijk
ingehaald. Een 14-tal athleten met natio
nale sjerpen om en een 6 tal jeugdleden ston
den opgesteld bij het binnen komen van hun
eerelid.
Hij werd hier door den voorzitter den heer
H. M. de Wolf, zeer waardeerend toegespro
ken; hij dankte mevrouw Vierwind voor haar
groote medewerking aan de vereeniging.
Hun werd namens bestuur en leden een
pendule aangeboden. Mevrouw Vierwind kreeg
bloemen en de jubilaris bovendien een vul
pen.
De heer Vierwind dankte mede namens
zijn vrouw voor de waardeerende woorden
en de geschenken.
De leiding werd verder gegeven aan den
heer Harry Meyer, die de aanwezigen zeer
aangenaam wist bezig te houden met zijn
aardige en beschaafde liedjes en gezellige
praatjes.
De muzikale medewerking van The Jolly
Players was uitstekend; Paul Tonie oogstte
veel succes met zijn goochelkunst.
Het gezellige feest werd met een bal be
sloten
Zoo neerslachtig en vervelend,
hoofdpijn, kramp of onpasselijk?
Neem een "AKKERTJE"
plaats van onbehaaglijk, zult Ge
U binnen een kwartier prettig
Nederignefsch en opgewekt gevoelen, vol
Product levenslust. AKKER-CACHETS
helpen U over nare dagen
heen. Probeert zeElkeen roemt
ze! Per 12 stuks slechts 52 cent.
TB/ Volgens recept van Apotheker Dumont
AKKER.CACHETS
(Adv. Ingez. Medj
(IIN/T IN IITIIREN,
HET TOONEEL
DE HAARLEMSCHE TOONEELCLUB.
DE ERNST VAN ERNST.
De Haarlemsche Tooneelclub heeft bij de
voorbereiding van haar tweede jubileum-
voorstelling met veel tegenslag te kampen ge
had. Het oorspronkelijk plan om dezen avond
een belangrijk en hier nooit gespeeld stuk te
geven, is niet tot uitvoering kunnen komen,
doordat eenigen der zeer goede heerenkrach
ten van de club niet beschikbaar waren. Zoo
heeft men noodgedwongen een stuk met kleine
bezetting moeten kiezen en na veel zoeken is
men eindelijk terecht gekomen bij De Ernst
van Ernst van Oscar Wilde, een stuk, dat wel
allerminst nieuw genoemd kan worden. Wij
hebben het zelfs reeds vroeger van de H.T.C.
gezien en wel in een vertaling van Nolst Tre-
nité, die het kortweg en beter Ernst
noemde. Velen zal het zeker met mij hebben
verwonderd, dat ook nu, op deze feestvoor-
stelling, niet de vertaling van den oprichter en
het eere-lid van de club is gebruikt. Juist op
dezen avond hadden wij mogen verwachten,
dat wij in de club van Trenité geen „ja sir" en
„nee, sir" op het tooneel hadden gehoord, iets,
waarmee Trenité in zijn strijd tegen slechte
vertalingen altijd terecht den spot heeft
gedreven.
Dat men „The Importance of being Earnest"
voor deze tweede voorstelling heeft gekozen,
zal wel voornamelijk te danken of eigen
lijk te wijten zijn aan de voorliefde van
Verkade voor dit werk van Wilde. Zijn
enthousiaste inleiding van „De Ernst van
Ernst" in 't programma heeft mij niet even
min als de opvoering van de excellente
eigenschappen van dit stuk kunnen overtuigen.
Ik heb in deze „niet ernstige comedie voor
ernstige lieden" nooit veel meer dan een
klucht kunnen zien, al is de dialoog dan ook
dikwijls lang niet altijd echter geestig
Maar de geestigheid van Wilde heeft mij al
tijd min of meer geirriteerd, omdat lk haar
soms zoo opzettelijk vind. Wat bijvoorbeeld
te zeggen van zoo'n grapje als „Je beide
ouders te verliezen, vind ik slordig!" Daar is
nu toch werkelijk niets geestigs of grappigs
in en zoo zijn er tal van die would-be gees
tigheden, waarom ik onmogelijk lachen
laat staart glimlachen kan.
En het wordt vermoeiend en ook een
tikje vervelend op den duur om heel den
avond uitsluitend naar caricaturen tezien. Al-
geron Moncrieff en John Worthing zijn met
hun decadentie toch eigenlijk twee onuit
staanbare wezens en ik kan mij begrijpen, dat
een dame na het wel zeer lange en zeurderige
eerste bedrijf de verzuchting slaakte: „Je
begon te verlangen naar een hartigen vloek
bij al dat geaffecteerde geteem van die twee
jonge mannen!"
Neen, de keuze van „De Ernst van Ernst" leek
mij een vergissing. Zelfs de vlag van Wilde's
naam is niet voldoende om deze lading meer
te dekken. Dit soort society-stukken moge
het publiek in de jaren voor den grooten
oorlog' geamuseerd hebben, voor dezen tijd is
zoo'n klucht toch werkelijk al te onbelangrijk
en ook ja dit vooral te veel verouderd.
Heel veel eer konden de spelers er ook niet
mee inleggen. Wij hoorden, dat de tijd van
voorbereiding zeer kort was geweest, wat
trouwens ook nu en dan in de opvoering,
vooral in het derde bedrijf, wel te zien was
maar ik twijfel, of bij lange studie de voor
stelling mij zoo veel beter zou hebben vol
daan.
Dit soort werk bleek de meeste dames en
heeren niet te liggen, ja, eigenlijk was er
maar één, de heer Mr. Wijt die den toon
zuiver te pakken had en het decadente, cari-
caturale type van Algeron Moncrieff goed wist
te treffen. Den heer Wijt vond ik Zaterdag
avond dan ook verreweg den beste. Hij lan
ceerde zijn tekst geestig en raak, zonder na-
H JX'V ertellieï
Liefde in de bergen
door J. P. BALJé.
Ze zaten rond het haardvuur, de gasten van
het berghotel. Nu kan er van een haardvuur
iets zeer gezelligs uitgaan, het kan een intie
me, knusse sfeer scheppen, maar wanneer
men naar de bergen getrokken is om te skiën,
of hooge bergtoppen te veroveren, om de win
tersport te beoefenen en zich in de sneeuw
een nieuwe dosis levenslust en gezondheid te
vergaren, dan begint men al gauw met geme
lijke blikken naar het idyllische haardvuur te
kijken, en werpt men verlangende blikken
Twee dagen mist was voldoende geweest
optrekken.
Twee dagen mnst was voldoende geweest
om van een levenslustig troepje wintersport
beoefenaars een indolente massa te maken, die
hangerig is de luie stoelen hing, cocktails
dronk, kranten van een week geleden las en
zich intens verveelde. Op den eersten mistdag
was er nog genoeg stof voor gesprekken aan
wezig geweest, maar op den tweeden dag was
men uitgepraat, en toen bij het aanbreken
van den derden dag de natuur nog steeds in
een troosteloos mistig waas gehuld was,
draaiden de gesprekken nog slechts om één
ding. de mist. Den hoteleigenaar en de kellners
geloofde men niet meer; die hadden immers
twee dagen tevoren al gezegd, dat het hoog
stens een paar uur zou duren, en dat zeiden
ze nog. Daarom wendde men zich nu tot
Frans ten Doeschate, die al jarenlang met z'n
vrouw de wintersport bezocht en dus een
expert mocht heeten.
„Of het lang zal duren?" Frans ten Doe
schate haalde de schouders op en glimlachte.
„Wat is er grilliger dan de natuur?" lanceerde
hij een gemeenplaats. „Ik heb het meege
maakt, dat het dagenlang duurde, zooals nu.
en ook dat de mist plotseling wegtrok en de
heerlijkste zonneschijn de eentonige grauw
heid verving."
Lachend keek hij naar zijn vrouw. „Die eéne
keer, toen was het ook heel erg," zei hij. Z'n
vrouw knikte en staarde in het haardvuur
met iets droomerigs in de oogen. Ja; ant
woordde ze zacht, „ja, toen was het héél erg."
Men speurde een geschiedenis. En alles was
welkom om de verveling te verdrijven. „Iets
interessants?" vroeg de vlotte Lilly Schwacho-
fer, die de door de mist geschapen situatie
niet zoo onaangenaam vond, want ze had nu
permanent drie of vier aanbidders rond zich
..Vertelt u het eens, meneer ten Doeschate!"
„Hè ja, vertellen." drong men van verschil
lende kanten aan.
„Zóó interessant is het niet", verweerde hij
zich, een doodgewone liefdesgeschiedenis, zoo
als u ze bij dozijnen in die Engelsche maga
zines lezen kunt."
Z'n vinger wees naar een stapeltje stukgele
zen Engelsche maandbladen. „Alleen was het
voor mij wel erg belangrijk in dien tijd. Het
is al weer een jaar of twintig geleden en mijn
bloed stroomde toen wat wilder door mijn
aderen, dan tegenwoordig. Ik was naar een
wintersportoord getrokken ommijn
verdriet te vergeten. Ik was toen verdoofd ge
weest met Betty Terborg waar ik tot over
mijn ooren verliefd op was, maar we hadden
ruzie gehad en ze had mij m'n ring voor de
voeten gesmeten. Zooals ik al zei, hield ik
waanzinnig veel van haar, ze was in mijn
oogen een ideaal meisje, ze was knap, had
een aardig figuurtje en ik vond haar geestig.
De breuk maakte me kapot, en ik besloot de
stilte der bergen op te zoeken.
Nu had ik het met mijn keuze niet zoo erg
getroffen. Ik was nog niet zoo erg bekend
met de wintersportcentra, en ik kwam in een
tamelijk mondain oord terecht, wat mij. in
mijn omstandigheden, speet. Maar ik trok er
veel op uit, maakte lange tochten alleen in de
bergen, bracht soms een nacht door in een
berghut. Het hielp allemaal niet, Betty wilde
niet uit mijn gedachten.
Toen aan het einde van een eenzamen dag
in de sneeuw, stond plotseling haar vriendin,
Annie Meulemans voor me. In mijn hotel had
ik gezegd, dat ik mogelijk den nacht weer door
zou brengen in een Sennhütte, die ik voor
alle zekerheid had aangeduid, en ik stond er
juist over te peinzen, of ik al dan niet naar
beneden zou gaan, toen ze voor me stond.
.Annie?" zei ik onthutst. „Jij hier, en al
leen. Hoe
Maar ze sneed alle vragen af. „Betty is in je
hotel", zei ze koel, „men zei me. dat je hier te
vinden zou zijn, en voor haar ben ik hier
heen gekomen."
.Alleen?" vroeg ik weer, maar m'n
gedachten waren al bij Betty, zoodat ik haar
verachtelijk: „Ik kén de bergen en deze streek
in 't bijzonder", maar nauwelijks hoorde. Des
te beter echter luisterde ik naar wat ze verder
zei. Hetty is wanhopig! Je hebt je schande
lijk gedragen, Frans. Het arme kind is heele-
maal van streek."
Annie was diep verontwaardigd. Ik stond
even sprakeloos. Welk verhaal had Betty haar
gedaan, dat haar toorn tegenover mij zoo
had opgewekt? Was er dan misschien tóch
een misverstand geweest, had ik werkelijk
schuld gehad? En Betty was me nagereisd, ze
was benedenIk schudde alle andere ge
dachten van me af. Annie" juichte ik, „dan...
dan komt alles weer goed. Laten we ons haas
ten."
Nog voor het vallen van den avond waxen
we bij ons hotel. Tk had verder niets uit Annie
kunnen krijgen Ze was gesloten en mij ken
nelijk vijandig gezind. „Je bent niet waard
dat Betty zich druk om je maakt", was het
eenige dat ze nog gezegd had".
Met een glimlach keek ten Doeschate den
kring toehoorders rond. Dan schudde hij het
hoofd, en ging verder:
„Wie begrijpt er wat van vrouwen? Tot op
dit oogenblik weet ik nog niet, waarom Betty
zoo plotseling van gedachten veranderd was.
Ze heeft het me niet verteld. Zoodra ze me
terug zag. wierp ze zich in m'n armen, en ze
huilde. En ikwas te gelukkig, om verder
te vragen."
Weer zochten zijn oogen z'n vrouw, die in
gedachten bij het haardvuur zat. En op z'n
gemak begon hij een pijpje te stoppen.
„Maar", opperde Lilly Schwachofer aarze
lend, „U zei iets van een erge mist
,,'t Verhaal is nog niet uit. Vertel jij maar
verder, vrouwtje" verzocht ten Doeschate
zijn vrouw, terwijl hij behaaglijk aan zijn
pijpje zoog.
Even aarzelde zij. „Wel", vervolgde ze het
verhaal van haar man, „er volgde toen een
heerlijke tijd. We maakten groote tochten,
gingen samen de bergen in, soms met z'n
tweeën, soms met een gids. Mijn vriendin bleef
liever in het hotel. Ze danste graag, en de ber
gen trokken haar niet zoo.
Toen gebeurde het, dat we met onzen gids
door een zware mist overvallen werden. Het
gelukte ons nog maar net, een hut te berei
ken. en daar zaten we. net als'hier nu, twee.
drie dagen opgesloten. Toen we weer in het
hotel kwamen, maakte mijn vriendin ons een
hevige scène! Het was schande, dat we drie
dagen lang samen in een hut geweest waren,
en ze wilde niets meer met ons te maken heb
ben. Dat de gids óok bij ons geweest was. was
geen voldoende excuus. Ze verliet onmiddel
lijk het hotel! Tegelijk met haar vertrok ook
Baron von der Felz, die erg van haar gechar
meerd was geweest. En toenwel, toen
zijn mijn oogen opengegaan, en was Frans
grondig van zijn liefde voor Betty genezen..."
„Voor BettyLilly Schwachofer keek
verbaasd, en de andere gasten herhaalden
haar uitroep.
„Ja," glimlachte ten Doeschate. „Betty wilde
nooit mee de bergen in en ze stond er op. dat
ik met haar vriendin Annie ging. En ik ben
er haar nog dankbaar om. want dat bezorgde
me het liefste, schattigste vrouwtje, dat
„O! Kijk eens naar buiten", leidde Annie
snel de aandacht van zichzelf af om de vurige
blos te verbergen die de woorden van haar
man hadden opgeroepen, „de mist is weg!
Kijk eens, hoe mooi de wereld nu weer is!"
Opgewonden snelden de gasten naar het
raam. Juist brak de zon door en wierp zijn
stralen op het witte sneeuwkleed, gleed door
de takken van de zwaarbeladen boomen.
speelde op de hooge. spitse bergtoppen.
„Ja" zuchtte ten Doeschate, maar dat ver
stond alleen zijn vrouw nog, „ja. Annie, zóó
mooi was ook de wereld twintig jaar geleden,
toen we na de eerste ontsteltenis om Betty's
uitbarsting elkaar in de oogen keken, weet je
nog wel?"
drukkelijkheid, en gaf dezen decadenten niets
nut ook aardig en amusant weer.
De heer Mr. J. C. S. Nyenbandring de Boer
kwam in den lichten, min of meer geaffec-
teerden toon den heer Wijt zeer nabij het
werkte gewoon op mijn zenuwen naar dezen Al
geron en John te luisteren maar hij is te
forsch en breed en niet jong genoeg voor deze
rol. De lichte speeltrant ging hem veel minder
goed af, al had hij dan ook zooals wij van
dezen uitstekenden acteur konden verwachten
zeer goede momenten. Heel vermakelijk bij
voorbeeld was zijn entree in rouwkleeding en
dat gedeelte speelde hij ook werkelijk komisch.
Maar als geheel lag de rol dezen speler, die
aan sterker werk gewoon is, toch niet.
Ook de twee „meisjes" konden mij niet ge
heel voldoen. Mej. Heerkens Thljssen zocht
het als Gwendolen in het precieuse en gema-
niereerde, mej. Dyserinck ging als Cecily meer
de richting van de ingénue uit, maar het bleef
bij beiden toch een benaderen. Gwendolen was
wel een fijn poppetje en overtrof Cecily ook
in speelkracht, maar het talent van mej. Heer
kens Thijssen ligt toch op een ander
ernstiger terrein. Toch was er ook in het
spel der twee meisjes veel te waardeeren,
vooral, wanneer zij als „duo" optraden.
Lady Bracknell is een zeer moeilijke rol.
Ik heb haar indertijd prachtig zien spelen
bij de H. T. C. door mevrouw Enthoven en ik
herinner mij nog zeer goed, dat bijna elke zin
van haar tekst en haar verschijning in m
lachsalvo's in de zaal verwekten. Het vraagt
een zeer apart talent om zonder nadrukkelijk
heid de vele enormiteiten van deze dame te
lanceeren zóó, dat zij regelrecht de zaal in
gaan. Dat er Zaterdag maar zelden om Lady
Bracknell gelachen werd. was wel het bewijs,
dat er iets aan de uitbeelding en de dictie
ontbrak. Het kwam mij zoo voor, dat mej.
Serphos zich in deze rol allerminst op haar
gemak gevoelde, maar ik meen ook, dat de re
gie bij deze speelster meer had kunnen berei
ken.
De heer Roest van Limburg had weinig
moeite met dominee Cassuifel, een der minst
moeilijke rollen, omdat hij geheel en al de
gangbare en nogal goedkoope caricatuur van
een Engelschen dominee op de planken is. De
heer Roest van Limburg gaf hem dan ook den
vollen maat. Miss Prism, de gouvernante
mevrouw Borren-de Meyere zou bij wat
sterker spel en wat puntiger dictie meer tot
haar recht zijn gekomen. Het bleef nu een
wat vage, kleurlooze figuur.
De oplossing van het tuindecor kon ik niet
erg geslaagd vinden. Ik weet wel, dat de bosch-
en tuindecors in onzen schouwburg alleron
gelukkigst zijn, maar dat groene gordijn om
den tuin deed tooh wel erg vreemd en dwaas
aan.
Na het eerste bedrijf was het succes vrij rtia-
tig, maar na de laatste acte, toen een schat
van bloemen werd opgedragen en Verkade,
die de regie had gevoerd, op het tooneel ver
scheen. was er hartelijk en langdurig applaus,
zoodat wij van een opgewekt, vroolijk slot kun
nen spreken.
J. B. SCHUIL
De plantengroei van de duinen.
Lezing van den heer C. Sipkes.
Voor de afdeeling Haarlem van den
Nederlandsche Jeugdbond voor Na
tuurstudie hield de heer C. Sipkes
Zaterdagavond in het gebouw van den
H.J.M.V. aan de Lange Margaretha-
straat een lezing met lichtbeelden over
den plantengroei van onze duinen.
De voorzitter der afdeeling, de heer J. van
Breemen, wees er in zijn openingswoord op,
dat deze lezing vooral van belang was in ver
band met het Pinksterkamp van den N.J.N. in
de jeugdherberg „De Zevensprong" to Petten,
dat onder leiding van den heer en mevrouw
Sipkes gehouden zal worden.
De heer Sipkes gaf allereerst een kort over
zicht over het ontstaan van onze duinen. Ons
land lag vroeger twee meter hooger en zakt ook
thans nog ongeveer 2 m.M. per jaar. Door die
verzakking kreeg de zee gelegenheid uit het
Noorden binnen te dringen. Tegelijkertijd had
de doorbraak van het Nauw van Calais plaats.
Voor die doorbraak waren er al duinen ge
vormd, de zgn. „oude" duinen, die uit rivierzand
waren opgebouwd en weinig kalk bevatten.
Doch na de doorbraak ontstond een nieuwe
duinenrij die, dank zij de kalkrotsen bij Dover,
veel kalk bevatten. Deze invloed is merkbaar
tot de lijn BergenBergen aan Zee.
Ten Noorden van die lijn vinden we duinen,
die weer kalkarm zijn. Dit komt tot uiting in
den plantengroei, omdat de planten zeer ge
voelig zijn voor kalk.
Zoo vinden we bij Bergen planten als brem,
hei en adelaarsvaren, die bij ons alleen maar
op de oude, kalkarme binnenduinen groeien.
Deze theorie wordt o.a. uiteengezet in het
standaardwerk „Organogene Dünenbildung"
van dr. J. W. van Dieren. Ir. van der Veen
verwerpt deze theorie evenwel in zijn onlangs
verschenen boek, doch spr. voelt voorloopig
toch meer voor de theorie van dr. van Dieren.
Hierna vertoonde spr. een serie zeer fraaie
lantaarnplaatjes van typische duinplanten,
waarbij hij interessante toelichtingen gaf.
D. E. VAN LEERSUM HERDACHT.
Zaterdagmiddag had op de Algemeene Be
graafplaats aan de Kleverlaan op het graf
van den heer D. E. van Leersum in leven
voorzitter van de H. Z. en P. C. „De Waterrat
ten" een eeuvoudige plechtigheid plaats.
Namens de leden werd aan Mevr. de Wed. Van
Leersum een herinneringsvaas aangeboden,
waarbij de voorzitter, de heer G. Voogd, het
woord voerde.
„Wij zijn hier bij elkaar gekomen, zei hij,
om nogmaals van onze erkentelijkheid en
dankbaarheid te getuigen aan hem, die zoo
veel voor onze vereeniging heeft gedaan. Dik
wijls waren menschen, die ons door den dood
ontvallen, vergeten, vandaar het spreekwoord:
uit het oog uit het hart". Maar ik kan hier
namens de leden getuigen, dat Van Leersum
steeds in onze gedachten zal blijven voort
leven, omdat hij zooveel voor de Waterratten
gedaan heeft. Daaraan zullen we steeds met
grooten eerbied terug denken. Zijn stuwkracht
en energie hebben ons allen tot leering ge
strekt, ons gedragen in den strijd om van
„De Waterratten" iets te maken. Zij brachten
ons tot succes. Hoe kan onder woorden ge
bracht worden welk verlies wij leden door zijn
verscheiden. Eendrachtig samenwerken heeft
de vereeniging in de banen geleid, door hem
aangegeven, gedachtig aan de gedane be
lofte. om gewonnen terrein niet meer te
verliezen. De spreuk „Eenvoud is het kenmerk
van het ware" was wet voor Van Leersum.
Reden waarom wij in zijn geest hebben ge
handeld met dit sobere huldeblijk aan u. mevr.
Van Leersum namens de vereeniging „De
Waterratten" aan te bieden".
Een broer van mevr Van f^ersum sprak
woorden van dank.
Onder de aanwezigen was o.a. ook mevr.
Triebeis—Koens eerelid van den Kon. Ned.
Zwemboad.