11 AKKERTJES MA "AN DA' 0 26 "A P KIE 1937 H A" A" REE M'S D A 'G B E A D" 9 Feestavond van de Reünisten der Handelsavondschool. Opvoering van „De Ridder van den Kouseband". Zaterdag vond in het gebouw van den Haarlemschen Kegelbond de slotfeestavond plaats van de Vereeniging van Reünisten der Handelsavondschool. Voor dezen avond had den de leden ingestudeerd het blijspel van Henk Bakker „De Ridder van den Kousen band". Ongetwijfeld was dit een goede keuze, want het luchtige spelletje is welhaast pas klaar gemaakt voor een vroolijken avond. Er is dan ook braaf gelachen om de zotte verwikkelingen en misverstanden, die zich ten huize van de familie Hoffstede afspelen. Het was duidelijk te zien, dat er met ernst gerepeteerd was, want in alle bedrijven werd er in het vereischte vlotte tempo ge acteerd. De regisseuze, mevrouw J. G. van Goor-Brunnekreef, heeft eer met haar arbeid ingelegd! De medewerkende dames en heeren verdie nen allen een pluim voor de toewijding, waar mede zij zich van him taak gekweten hebben. De rol van Theo Hoffstede was in handen van Adr. Stroman, die van deze figuur een levendige en sympathieke typeering gaf. Lien Kuyper was een lieve Gerda Hoffstede met vele goede momenten, maar had wel iets meer beweeglijkheid in haar spel kunnen leggen. Zeer goed vonden wij Annie Hensen als schoonmama Van Bommel, zoowel wat haar spel als wat haar voordracht betreft. Wim van Wieringen zorgde voor een komi- schen schoonpapa Van Bommel. Een pracht- type was ongetwijfeld Ton Luii als de lood gieter-detective Jansen; hij verwekte met dit dwaze creatuur menige lachexplosie Ook Piet van Goor was uitstekend op dreef in de rol van den brabbelenden negerbokser Timm Boots. Hans de Rood speelde den detective Johnson en den vriend van Theo, Van Manderen, en voldeed in beide rollen. Jannie Schagen was heel grappig als het Duitsche dienstmeisje Erna en Wim Tesse- laar leverde een uitgestreken zendeling. Joop Martens was wat stijf als de rechercheur, maar in ieder geval rolvast. De kleine rol van mevr. X. werd naar behooren vervuld door Ger Janssen. Al met al een opvoering, die voor de ver eeniging een aardig succes is geworden. Na afloop sprak de voorzitter, de heer Ton Luii, woorden van dank tot hen, die hun mede werking tot het welslagen der opvoering hadden verleend, in het bijzonder de regis seuze, die met een boek en bloemen gehul digd werd. Het feest werd besloten met een bal met dansmuziek van The Rhythm Sellers. Montmartre in Haarlem. Feestavond Reisbureau Bouckaert. Men had zich Zaterdagavond, met een weinig fantasie, in „Dreefzicht" in een van die aar dige kleine Montmartre-cafétjes kunnen wa nen. Wat er dan ook nog aan de, overigens buitengewoon aardige aankleeding mocht heb ben ontbroken, de stemming had in Mont martre zelf niet beter kunnen zijn. Twee feestavonden in een seizoen is voor menige groote vereeniging al rijkelijk veel, maar toch zeggen wij niets te veel, als we be weren dat een duidelijke climax dézen avond te merken is geweest. Men voelt zich bij de avonden van Bouckaert „en grande familie" en er heerscht een prettige ongedwongen sfeer die we helaas maar al te dikwijls op andere feesten missen. Direct al na het welkomstwoord van den heer W. J. de Mink en van den reisleider den heer H. Kok was de juiste stemming aanwezig. Reisfilms, voordrachten en de uitstekende muziek van „The Moonlight Serenaders" deden deze stemming die culmineerde in het gezel lige bal na, nog toenemen. Het zou ons te ver voeren om alle nummers breedvoerig te bespreken, maar een uitzonde ring willen we, Joch 'maken voor de geestige voordracht „Oude Sientje'" van mevr. A. Fen- nisHenteraar. Dat was werkelijk kostelijk! Ook des heer Pierre van Roon had met zijn liedje ,.De Autocar" veel succes. Het kan niet anders of dergelijke avonden moeten stimuleerend werken op den lust om gezamenlijk op reis te gaan. UITVOERING VEREENIGING „DE HAAR- LEMSCHE MÏINèGE". Het bestuur en de Carrouselcommissie ver dienen hulde voor het organiseeren van deze jubileumuitvoering, evenals de stille helpers. De manége was feestelijk versierd met vele bloemen; mooie tapijten hingen langs de wanden. Onder het publiek op de geheel uit verkochte tribune zaten verschillende autori teiten, wier belangstelling zeer op prijs werd gesteld. De entree manoeuvre, gereden door zes dames en zes heeren, werd keurig uitge voerd; men kon zien, dat zij dit nummer vlijtig hadden ingestudeerd. Een flink applaus was hun belooning. Hierna kwam de directeur, de heer A. van der Zijden, aan de beurt op zijn schoolpaard Zaiselys; zijgangen, passage, piaffe enz., wer den vertoond met een verbluffend gemak, een succesnummer, dat een open doekje verkreeg. Onmiddellijk hierop volgde de hulding van den heer Van der Zijden door het bestuur en den heer Klebe. Het derde nummer, een arrousel voor junio res, werd zeer netjes gereden; het zal de moeders en vaders dezer juniores prettig aan gedaan hebben, dat hun kinderen zoo hun best deden. Het voltige nummer, waarbij vijf juniores, een clown, een ijscowagen en orgel man aan te pas kwamen plus de noodige juniores als figuranten, was buitengewoon goed en geestig. Een saluut aan den regisseur A. van der Zijden. Aardig was het balspel, een soort korfbal te paard, tusschen twee teams van zes juniores. De springmanoeuvre, eigen lijk een jachtrit achter een vos, waaraan acht heeren deelnamen, was één van de clou nummers: De lichten gingen uit, de hinder nissen werden verlicht en de jagermeester en het veld namen ze in een vlot tempo. Het ge heel was aardig geënsceneerd en sloeg bij het publiek in. Daarna kwam de clown zijn kunsten vertoo- nen; om „Grock" werd hartelijk gelachen. Het achtste nummer, de Guirlandemanoeu vre, gereden door acht dames, was zeer be koorlijk en werd goed uitgevoerd. Tot slot volgde het springconcours. Win naars hiervan werd H. van Gilse met Adela; tweede R. Davidson met Diana en derde P. Hirschler met Celestine. Voldaan ging men huiswaarts. Hedenavond heeft nog een voorstelling plaats ten bate van de „Kinderbewaarplaatsen Haarlem-Noord", waarvoor nog plaatsen te krijgen zijn. leder BLUE GILLETTE U3L1MÏF Mesje is electrisch gehard en heeft een extra harden snijkant extra sterken snijkant extra scherpen snijkant is duurzamer en beter. 60 CENTS PER VYF GILLETTE SLEUF MESJES PASSEN OP ALLE GILLETTE APPARATEN H.GJ. (Adv. Ingez. Med.) A. Cassée bedankt als voorzitter van „Bloemendaal". Op de algemeene jaarvergadering van de B. V. C. „Bloemendaal", welke op 7 Mei wordt ge houden, zal de heer Adr. Cassee zijn functie als voorzitter neerleggen, na 19 jaren onafgebro ken deze functie te hebben bekleed. Door zijn werkkring is hij vaak afwezig; daardoor kan hij niet meer de aandacht aan de club wijden, welke van een goed voorzitter verwacht mag worden. De Kamercandidatenlijsten geldig verklaard De hoofdstembureaux ter verkiezing van leden van de Tweede Kamer in de kieskrin gen 1 Den Bosch, 6 's-Gravenhage, 9 Am sterdam, 10 Den Helder, 11 Haarlem, 18 Utrecht en 14 Leeuwarden hebben Zaterdag een zitting gehouden ter beslissing over de geldigheid van de op 20 April 1.1. ingeleverde lijsten van candidaten en over de handha ving van de daarop voorkomende candida ten. Alle ingediende lijsten zijn goedgekeurd en de op deze lijsten voorkomende candidaten zijn, zooals wij die hebben gepubliceerd, ge handhaafd, met uitzondering van J. J. Geitz, die wegens het ontbreken van de bewilli- gingsverklaring op de lijst van de Chr. Dem. Unie is geschrapt. JAARFEEST HAARL. KRACHTSPORT VEREENIGING. Zaterdagavond vierde de Haarlemsche Krachtsport Vereeniging „Haarlem" haar 12e jaarfeest, waarbij tevens het feit werd her dacht dat de heer N. W. Vierwind 25 jaar aan de krachtsport verbonden is. De jubilaris en zijn vrouw werden feestelijk ingehaald. Een 14-tal athleten met natio nale sjerpen om en een 6 tal jeugdleden ston den opgesteld bij het binnen komen van hun eerelid. Hij werd hier door den voorzitter den heer H. M. de Wolf, zeer waardeerend toegespro ken; hij dankte mevrouw Vierwind voor haar groote medewerking aan de vereeniging. Hun werd namens bestuur en leden een pendule aangeboden. Mevrouw Vierwind kreeg bloemen en de jubilaris bovendien een vul pen. De heer Vierwind dankte mede namens zijn vrouw voor de waardeerende woorden en de geschenken. De leiding werd verder gegeven aan den heer Harry Meyer, die de aanwezigen zeer aangenaam wist bezig te houden met zijn aardige en beschaafde liedjes en gezellige praatjes. De muzikale medewerking van The Jolly Players was uitstekend; Paul Tonie oogstte veel succes met zijn goochelkunst. Het gezellige feest werd met een bal be sloten Zoo neerslachtig en vervelend, hoofdpijn, kramp of onpasselijk? Neem een "AKKERTJE" plaats van onbehaaglijk, zult Ge U binnen een kwartier prettig Nederignefsch en opgewekt gevoelen, vol Product levenslust. AKKER-CACHETS helpen U over nare dagen heen. Probeert zeElkeen roemt ze! Per 12 stuks slechts 52 cent. TB/ Volgens recept van Apotheker Dumont AKKER.CACHETS (Adv. Ingez. Medj (IIN/T IN IITIIREN, HET TOONEEL DE HAARLEMSCHE TOONEELCLUB. DE ERNST VAN ERNST. De Haarlemsche Tooneelclub heeft bij de voorbereiding van haar tweede jubileum- voorstelling met veel tegenslag te kampen ge had. Het oorspronkelijk plan om dezen avond een belangrijk en hier nooit gespeeld stuk te geven, is niet tot uitvoering kunnen komen, doordat eenigen der zeer goede heerenkrach ten van de club niet beschikbaar waren. Zoo heeft men noodgedwongen een stuk met kleine bezetting moeten kiezen en na veel zoeken is men eindelijk terecht gekomen bij De Ernst van Ernst van Oscar Wilde, een stuk, dat wel allerminst nieuw genoemd kan worden. Wij hebben het zelfs reeds vroeger van de H.T.C. gezien en wel in een vertaling van Nolst Tre- nité, die het kortweg en beter Ernst noemde. Velen zal het zeker met mij hebben verwonderd, dat ook nu, op deze feestvoor- stelling, niet de vertaling van den oprichter en het eere-lid van de club is gebruikt. Juist op dezen avond hadden wij mogen verwachten, dat wij in de club van Trenité geen „ja sir" en „nee, sir" op het tooneel hadden gehoord, iets, waarmee Trenité in zijn strijd tegen slechte vertalingen altijd terecht den spot heeft gedreven. Dat men „The Importance of being Earnest" voor deze tweede voorstelling heeft gekozen, zal wel voornamelijk te danken of eigen lijk te wijten zijn aan de voorliefde van Verkade voor dit werk van Wilde. Zijn enthousiaste inleiding van „De Ernst van Ernst" in 't programma heeft mij niet even min als de opvoering van de excellente eigenschappen van dit stuk kunnen overtuigen. Ik heb in deze „niet ernstige comedie voor ernstige lieden" nooit veel meer dan een klucht kunnen zien, al is de dialoog dan ook dikwijls lang niet altijd echter geestig Maar de geestigheid van Wilde heeft mij al tijd min of meer geirriteerd, omdat lk haar soms zoo opzettelijk vind. Wat bijvoorbeeld te zeggen van zoo'n grapje als „Je beide ouders te verliezen, vind ik slordig!" Daar is nu toch werkelijk niets geestigs of grappigs in en zoo zijn er tal van die would-be gees tigheden, waarom ik onmogelijk lachen laat staart glimlachen kan. En het wordt vermoeiend en ook een tikje vervelend op den duur om heel den avond uitsluitend naar caricaturen tezien. Al- geron Moncrieff en John Worthing zijn met hun decadentie toch eigenlijk twee onuit staanbare wezens en ik kan mij begrijpen, dat een dame na het wel zeer lange en zeurderige eerste bedrijf de verzuchting slaakte: „Je begon te verlangen naar een hartigen vloek bij al dat geaffecteerde geteem van die twee jonge mannen!" Neen, de keuze van „De Ernst van Ernst" leek mij een vergissing. Zelfs de vlag van Wilde's naam is niet voldoende om deze lading meer te dekken. Dit soort society-stukken moge het publiek in de jaren voor den grooten oorlog' geamuseerd hebben, voor dezen tijd is zoo'n klucht toch werkelijk al te onbelangrijk en ook ja dit vooral te veel verouderd. Heel veel eer konden de spelers er ook niet mee inleggen. Wij hoorden, dat de tijd van voorbereiding zeer kort was geweest, wat trouwens ook nu en dan in de opvoering, vooral in het derde bedrijf, wel te zien was maar ik twijfel, of bij lange studie de voor stelling mij zoo veel beter zou hebben vol daan. Dit soort werk bleek de meeste dames en heeren niet te liggen, ja, eigenlijk was er maar één, de heer Mr. Wijt die den toon zuiver te pakken had en het decadente, cari- caturale type van Algeron Moncrieff goed wist te treffen. Den heer Wijt vond ik Zaterdag avond dan ook verreweg den beste. Hij lan ceerde zijn tekst geestig en raak, zonder na- H JX'V ertellieï Liefde in de bergen door J. P. BALJé. Ze zaten rond het haardvuur, de gasten van het berghotel. Nu kan er van een haardvuur iets zeer gezelligs uitgaan, het kan een intie me, knusse sfeer scheppen, maar wanneer men naar de bergen getrokken is om te skiën, of hooge bergtoppen te veroveren, om de win tersport te beoefenen en zich in de sneeuw een nieuwe dosis levenslust en gezondheid te vergaren, dan begint men al gauw met geme lijke blikken naar het idyllische haardvuur te kijken, en werpt men verlangende blikken Twee dagen mist was voldoende geweest optrekken. Twee dagen mnst was voldoende geweest om van een levenslustig troepje wintersport beoefenaars een indolente massa te maken, die hangerig is de luie stoelen hing, cocktails dronk, kranten van een week geleden las en zich intens verveelde. Op den eersten mistdag was er nog genoeg stof voor gesprekken aan wezig geweest, maar op den tweeden dag was men uitgepraat, en toen bij het aanbreken van den derden dag de natuur nog steeds in een troosteloos mistig waas gehuld was, draaiden de gesprekken nog slechts om één ding. de mist. Den hoteleigenaar en de kellners geloofde men niet meer; die hadden immers twee dagen tevoren al gezegd, dat het hoog stens een paar uur zou duren, en dat zeiden ze nog. Daarom wendde men zich nu tot Frans ten Doeschate, die al jarenlang met z'n vrouw de wintersport bezocht en dus een expert mocht heeten. „Of het lang zal duren?" Frans ten Doe schate haalde de schouders op en glimlachte. „Wat is er grilliger dan de natuur?" lanceerde hij een gemeenplaats. „Ik heb het meege maakt, dat het dagenlang duurde, zooals nu. en ook dat de mist plotseling wegtrok en de heerlijkste zonneschijn de eentonige grauw heid verving." Lachend keek hij naar zijn vrouw. „Die eéne keer, toen was het ook heel erg," zei hij. Z'n vrouw knikte en staarde in het haardvuur met iets droomerigs in de oogen. Ja; ant woordde ze zacht, „ja, toen was het héél erg." Men speurde een geschiedenis. En alles was welkom om de verveling te verdrijven. „Iets interessants?" vroeg de vlotte Lilly Schwacho- fer, die de door de mist geschapen situatie niet zoo onaangenaam vond, want ze had nu permanent drie of vier aanbidders rond zich ..Vertelt u het eens, meneer ten Doeschate!" „Hè ja, vertellen." drong men van verschil lende kanten aan. „Zóó interessant is het niet", verweerde hij zich, een doodgewone liefdesgeschiedenis, zoo als u ze bij dozijnen in die Engelsche maga zines lezen kunt." Z'n vinger wees naar een stapeltje stukgele zen Engelsche maandbladen. „Alleen was het voor mij wel erg belangrijk in dien tijd. Het is al weer een jaar of twintig geleden en mijn bloed stroomde toen wat wilder door mijn aderen, dan tegenwoordig. Ik was naar een wintersportoord getrokken ommijn verdriet te vergeten. Ik was toen verdoofd ge weest met Betty Terborg waar ik tot over mijn ooren verliefd op was, maar we hadden ruzie gehad en ze had mij m'n ring voor de voeten gesmeten. Zooals ik al zei, hield ik waanzinnig veel van haar, ze was in mijn oogen een ideaal meisje, ze was knap, had een aardig figuurtje en ik vond haar geestig. De breuk maakte me kapot, en ik besloot de stilte der bergen op te zoeken. Nu had ik het met mijn keuze niet zoo erg getroffen. Ik was nog niet zoo erg bekend met de wintersportcentra, en ik kwam in een tamelijk mondain oord terecht, wat mij. in mijn omstandigheden, speet. Maar ik trok er veel op uit, maakte lange tochten alleen in de bergen, bracht soms een nacht door in een berghut. Het hielp allemaal niet, Betty wilde niet uit mijn gedachten. Toen aan het einde van een eenzamen dag in de sneeuw, stond plotseling haar vriendin, Annie Meulemans voor me. In mijn hotel had ik gezegd, dat ik mogelijk den nacht weer door zou brengen in een Sennhütte, die ik voor alle zekerheid had aangeduid, en ik stond er juist over te peinzen, of ik al dan niet naar beneden zou gaan, toen ze voor me stond. .Annie?" zei ik onthutst. „Jij hier, en al leen. Hoe Maar ze sneed alle vragen af. „Betty is in je hotel", zei ze koel, „men zei me. dat je hier te vinden zou zijn, en voor haar ben ik hier heen gekomen." .Alleen?" vroeg ik weer, maar m'n gedachten waren al bij Betty, zoodat ik haar verachtelijk: „Ik kén de bergen en deze streek in 't bijzonder", maar nauwelijks hoorde. Des te beter echter luisterde ik naar wat ze verder zei. Hetty is wanhopig! Je hebt je schande lijk gedragen, Frans. Het arme kind is heele- maal van streek." Annie was diep verontwaardigd. Ik stond even sprakeloos. Welk verhaal had Betty haar gedaan, dat haar toorn tegenover mij zoo had opgewekt? Was er dan misschien tóch een misverstand geweest, had ik werkelijk schuld gehad? En Betty was me nagereisd, ze was benedenIk schudde alle andere ge dachten van me af. Annie" juichte ik, „dan... dan komt alles weer goed. Laten we ons haas ten." Nog voor het vallen van den avond waxen we bij ons hotel. Tk had verder niets uit Annie kunnen krijgen Ze was gesloten en mij ken nelijk vijandig gezind. „Je bent niet waard dat Betty zich druk om je maakt", was het eenige dat ze nog gezegd had". Met een glimlach keek ten Doeschate den kring toehoorders rond. Dan schudde hij het hoofd, en ging verder: „Wie begrijpt er wat van vrouwen? Tot op dit oogenblik weet ik nog niet, waarom Betty zoo plotseling van gedachten veranderd was. Ze heeft het me niet verteld. Zoodra ze me terug zag. wierp ze zich in m'n armen, en ze huilde. En ikwas te gelukkig, om verder te vragen." Weer zochten zijn oogen z'n vrouw, die in gedachten bij het haardvuur zat. En op z'n gemak begon hij een pijpje te stoppen. „Maar", opperde Lilly Schwachofer aarze lend, „U zei iets van een erge mist ,,'t Verhaal is nog niet uit. Vertel jij maar verder, vrouwtje" verzocht ten Doeschate zijn vrouw, terwijl hij behaaglijk aan zijn pijpje zoog. Even aarzelde zij. „Wel", vervolgde ze het verhaal van haar man, „er volgde toen een heerlijke tijd. We maakten groote tochten, gingen samen de bergen in, soms met z'n tweeën, soms met een gids. Mijn vriendin bleef liever in het hotel. Ze danste graag, en de ber gen trokken haar niet zoo. Toen gebeurde het, dat we met onzen gids door een zware mist overvallen werden. Het gelukte ons nog maar net, een hut te berei ken. en daar zaten we. net als'hier nu, twee. drie dagen opgesloten. Toen we weer in het hotel kwamen, maakte mijn vriendin ons een hevige scène! Het was schande, dat we drie dagen lang samen in een hut geweest waren, en ze wilde niets meer met ons te maken heb ben. Dat de gids óok bij ons geweest was. was geen voldoende excuus. Ze verliet onmiddel lijk het hotel! Tegelijk met haar vertrok ook Baron von der Felz, die erg van haar gechar meerd was geweest. En toenwel, toen zijn mijn oogen opengegaan, en was Frans grondig van zijn liefde voor Betty genezen..." „Voor BettyLilly Schwachofer keek verbaasd, en de andere gasten herhaalden haar uitroep. „Ja," glimlachte ten Doeschate. „Betty wilde nooit mee de bergen in en ze stond er op. dat ik met haar vriendin Annie ging. En ik ben er haar nog dankbaar om. want dat bezorgde me het liefste, schattigste vrouwtje, dat „O! Kijk eens naar buiten", leidde Annie snel de aandacht van zichzelf af om de vurige blos te verbergen die de woorden van haar man hadden opgeroepen, „de mist is weg! Kijk eens, hoe mooi de wereld nu weer is!" Opgewonden snelden de gasten naar het raam. Juist brak de zon door en wierp zijn stralen op het witte sneeuwkleed, gleed door de takken van de zwaarbeladen boomen. speelde op de hooge. spitse bergtoppen. „Ja" zuchtte ten Doeschate, maar dat ver stond alleen zijn vrouw nog, „ja. Annie, zóó mooi was ook de wereld twintig jaar geleden, toen we na de eerste ontsteltenis om Betty's uitbarsting elkaar in de oogen keken, weet je nog wel?" drukkelijkheid, en gaf dezen decadenten niets nut ook aardig en amusant weer. De heer Mr. J. C. S. Nyenbandring de Boer kwam in den lichten, min of meer geaffec- teerden toon den heer Wijt zeer nabij het werkte gewoon op mijn zenuwen naar dezen Al geron en John te luisteren maar hij is te forsch en breed en niet jong genoeg voor deze rol. De lichte speeltrant ging hem veel minder goed af, al had hij dan ook zooals wij van dezen uitstekenden acteur konden verwachten zeer goede momenten. Heel vermakelijk bij voorbeeld was zijn entree in rouwkleeding en dat gedeelte speelde hij ook werkelijk komisch. Maar als geheel lag de rol dezen speler, die aan sterker werk gewoon is, toch niet. Ook de twee „meisjes" konden mij niet ge heel voldoen. Mej. Heerkens Thljssen zocht het als Gwendolen in het precieuse en gema- niereerde, mej. Dyserinck ging als Cecily meer de richting van de ingénue uit, maar het bleef bij beiden toch een benaderen. Gwendolen was wel een fijn poppetje en overtrof Cecily ook in speelkracht, maar het talent van mej. Heer kens Thijssen ligt toch op een ander ernstiger terrein. Toch was er ook in het spel der twee meisjes veel te waardeeren, vooral, wanneer zij als „duo" optraden. Lady Bracknell is een zeer moeilijke rol. Ik heb haar indertijd prachtig zien spelen bij de H. T. C. door mevrouw Enthoven en ik herinner mij nog zeer goed, dat bijna elke zin van haar tekst en haar verschijning in m lachsalvo's in de zaal verwekten. Het vraagt een zeer apart talent om zonder nadrukkelijk heid de vele enormiteiten van deze dame te lanceeren zóó, dat zij regelrecht de zaal in gaan. Dat er Zaterdag maar zelden om Lady Bracknell gelachen werd. was wel het bewijs, dat er iets aan de uitbeelding en de dictie ontbrak. Het kwam mij zoo voor, dat mej. Serphos zich in deze rol allerminst op haar gemak gevoelde, maar ik meen ook, dat de re gie bij deze speelster meer had kunnen berei ken. De heer Roest van Limburg had weinig moeite met dominee Cassuifel, een der minst moeilijke rollen, omdat hij geheel en al de gangbare en nogal goedkoope caricatuur van een Engelschen dominee op de planken is. De heer Roest van Limburg gaf hem dan ook den vollen maat. Miss Prism, de gouvernante mevrouw Borren-de Meyere zou bij wat sterker spel en wat puntiger dictie meer tot haar recht zijn gekomen. Het bleef nu een wat vage, kleurlooze figuur. De oplossing van het tuindecor kon ik niet erg geslaagd vinden. Ik weet wel, dat de bosch- en tuindecors in onzen schouwburg alleron gelukkigst zijn, maar dat groene gordijn om den tuin deed tooh wel erg vreemd en dwaas aan. Na het eerste bedrijf was het succes vrij rtia- tig, maar na de laatste acte, toen een schat van bloemen werd opgedragen en Verkade, die de regie had gevoerd, op het tooneel ver scheen. was er hartelijk en langdurig applaus, zoodat wij van een opgewekt, vroolijk slot kun nen spreken. J. B. SCHUIL De plantengroei van de duinen. Lezing van den heer C. Sipkes. Voor de afdeeling Haarlem van den Nederlandsche Jeugdbond voor Na tuurstudie hield de heer C. Sipkes Zaterdagavond in het gebouw van den H.J.M.V. aan de Lange Margaretha- straat een lezing met lichtbeelden over den plantengroei van onze duinen. De voorzitter der afdeeling, de heer J. van Breemen, wees er in zijn openingswoord op, dat deze lezing vooral van belang was in ver band met het Pinksterkamp van den N.J.N. in de jeugdherberg „De Zevensprong" to Petten, dat onder leiding van den heer en mevrouw Sipkes gehouden zal worden. De heer Sipkes gaf allereerst een kort over zicht over het ontstaan van onze duinen. Ons land lag vroeger twee meter hooger en zakt ook thans nog ongeveer 2 m.M. per jaar. Door die verzakking kreeg de zee gelegenheid uit het Noorden binnen te dringen. Tegelijkertijd had de doorbraak van het Nauw van Calais plaats. Voor die doorbraak waren er al duinen ge vormd, de zgn. „oude" duinen, die uit rivierzand waren opgebouwd en weinig kalk bevatten. Doch na de doorbraak ontstond een nieuwe duinenrij die, dank zij de kalkrotsen bij Dover, veel kalk bevatten. Deze invloed is merkbaar tot de lijn BergenBergen aan Zee. Ten Noorden van die lijn vinden we duinen, die weer kalkarm zijn. Dit komt tot uiting in den plantengroei, omdat de planten zeer ge voelig zijn voor kalk. Zoo vinden we bij Bergen planten als brem, hei en adelaarsvaren, die bij ons alleen maar op de oude, kalkarme binnenduinen groeien. Deze theorie wordt o.a. uiteengezet in het standaardwerk „Organogene Dünenbildung" van dr. J. W. van Dieren. Ir. van der Veen verwerpt deze theorie evenwel in zijn onlangs verschenen boek, doch spr. voelt voorloopig toch meer voor de theorie van dr. van Dieren. Hierna vertoonde spr. een serie zeer fraaie lantaarnplaatjes van typische duinplanten, waarbij hij interessante toelichtingen gaf. D. E. VAN LEERSUM HERDACHT. Zaterdagmiddag had op de Algemeene Be graafplaats aan de Kleverlaan op het graf van den heer D. E. van Leersum in leven voorzitter van de H. Z. en P. C. „De Waterrat ten" een eeuvoudige plechtigheid plaats. Namens de leden werd aan Mevr. de Wed. Van Leersum een herinneringsvaas aangeboden, waarbij de voorzitter, de heer G. Voogd, het woord voerde. „Wij zijn hier bij elkaar gekomen, zei hij, om nogmaals van onze erkentelijkheid en dankbaarheid te getuigen aan hem, die zoo veel voor onze vereeniging heeft gedaan. Dik wijls waren menschen, die ons door den dood ontvallen, vergeten, vandaar het spreekwoord: uit het oog uit het hart". Maar ik kan hier namens de leden getuigen, dat Van Leersum steeds in onze gedachten zal blijven voort leven, omdat hij zooveel voor de Waterratten gedaan heeft. Daaraan zullen we steeds met grooten eerbied terug denken. Zijn stuwkracht en energie hebben ons allen tot leering ge strekt, ons gedragen in den strijd om van „De Waterratten" iets te maken. Zij brachten ons tot succes. Hoe kan onder woorden ge bracht worden welk verlies wij leden door zijn verscheiden. Eendrachtig samenwerken heeft de vereeniging in de banen geleid, door hem aangegeven, gedachtig aan de gedane be lofte. om gewonnen terrein niet meer te verliezen. De spreuk „Eenvoud is het kenmerk van het ware" was wet voor Van Leersum. Reden waarom wij in zijn geest hebben ge handeld met dit sobere huldeblijk aan u. mevr. Van Leersum namens de vereeniging „De Waterratten" aan te bieden". Een broer van mevr Van f^ersum sprak woorden van dank. Onder de aanwezigen was o.a. ook mevr. Triebeis—Koens eerelid van den Kon. Ned. Zwemboad.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 13