Het Roode Kenteeken Bij de auto-races op de nieuwe baan van Crystal Palace te Londen vloog een der wagens uit de bocht. Het vernielde vehikel, waarvan de berijder ongedeerd bleef Een honderdtal adelborsten maakt de reis van Hr. Ms. .Hertog Hendrik" naar de Spaansche wateren, waarheen het schip Maandag uit Nieuwediep vertrok, mede. De groep bij de nieuwe luchtdoel-batterij van vier mitrailleurs, waarmede de .Hertog Hendrik" thans is uitgerust Dr. H. J. C. Tendeloo, die benoemd is tot buitengewoon hoogleeraar aan de Landbouwhoogeschool te Wageningen, om onderwijs te geven in de scheikunde FEUILLETON OTTWELL BINNS. (Nadruk verboden) 24) Een beschouwing van de verschillende on derdeden was niet geruststellend en het was niet waarschijnlijk dat het meisje er veel aan toe zou kunnen voegen. Zijn voorhoofd fronste zich en er kwam een grimmige uit druk op zijn gezicht toen hij over den rand van de holte in de oneindige wildernis daar achter tuurde. Het leven van een kind stond op het spel. maar hij wist, dat het meisje en hij zelf, waar de veiligheid van het kind van af hing, zich in groot gevaar bevonden. Op zijn beste zouden ze te laat in Broome aankoomen. maar de mogelijkheid was niet uitgesloten, dat ze het nooit zouden bereiken. Tenzij ze on noemelijk boften, zou hun tocht langs de kust een lijdensweg zijn, een tocht waar ze door honge, dorst en hitte gekweld zouden worden, terwijl hun kracht door de slechte voeding steeds meer af zou nemen en hun geest zich Kapot zou tobben. Hij trachtte zich de kust te herinneren, maar er lag een waas over zijn geheugen en zijn poging werd verder bemoeilijkt door het feit. dat hij niet wist op welk punt zij aan land waren gezet Dat het nog een flink eind van Broome verwijderd was leed geen twijfel „Een goed eindje loopen" had die duivelsche kat gezegd en dat zou het ook zeker wel zijn De samenzweerders zouden er wel rekening mee gehouden hebben, dat ze onderweg geluk konden hebben, alles zou wel zoo geregeld zijn dat Norma en hij onmogelijk Broome konden bereiken voordat zij hun eigen misdadig doel bereikt hadden. Maar het hielp niets, of hij £ch bezorgd maakte. Eén ding was zeker. In de onmiddellijke toekomst moesten het meisje en hij van dag tot dag leven zonder zichzelf te kwellen met gedachten aan de dingen, die gebeuren konden. Dat was de eenige manier om vooruit te komen en meteen naar die over tuiging handelend, stond hij op, verzamelde nog wat hout en vulde het vuur bij, maakte het zich toen zoo gemakkelijk mogelijk in het zand. ging liggen en viel spoedig in slaap. Hij ontwaakte met het gekrijsch van de zeevogels in zijn ooren. Hij keek om en zag dat Norma nog sliep. Het vuur was nog slechts een hoop smeulende asch, als hij tenminste niet wilde, dat het uitging. Hij gooide er nog een paar stokken op die van den vorigen avond over gebleven waren en verliet de holte om meer hout te verzamelen en te zien, of hij wat voor het ontbijt kon vinden het eerste probleem van den nieuwen dag. Er was betrekkelijk veel hout maar de duinen en de zanderige kust beloofden niet veel voor het ontbijt. Hij droeg de stokken naar de holte terug en zag dat het meisje net wakker geworden was. Hij be groette haar opgewekt. „Goedenmoi'gen. Ik hoop, dat je goed ge slapen hebt". „Uitstekend! Ik heb zelfs niet gedroomd". „Dat is prettig", zei hij en vertelde haar toen wat zij doen moest. „Let op het vuur. Ik ga kijken of ik wat be machtigen kan om re eten. Maak je niet be zorgd. als ik een beetje lang weg blijf". Hij klom naar den top van een hoog duin en keek vandaar uit de kust af. Een eindje naar het Zuiden was een inkerving met een paar rotsen waar de zeevogels omheen cirkel den Hij vermoedde dat daar wel een rivier tje kon zijn en daar water even nood zakelijk was als voedsel, liep hij er over het strand naar toe over dat gedeelte van het zand. dat de vloed nat en stevig gelaten had. Toen hij dichterbij de plek kwam werden zijn oogen levendiger, toen hij zag. dat er een opening in het land was en dat de vogels, die daar verzameld waren, evenals hij, op roef uit waren. Toen hij de plaats bereikt had, vond hij een stroom, die gedeeltelijk opgedroogd was, doordat het water in een aantal ondiepe poelen geloopen was, waar de zeevogels zich te goed deden. Bij zijn verschijning vlogen ze, glanzend grijs en wit in het zonlicht, op, woe dend dat ze gestoord werden. Het was duide lijk, dat ze niet aan menschen gewend waren, want- toen hij bij een van de poelen neer knielde om te kijken, wat voor water erin zat, kwamen twee of drie van de beesten om hem heen cirkelen en sloegen naar hem met hun vleugels. Hij haalde zijn pistool te voor schijn en wachtte af. totdat de kans gunstig was. Toen sloeg hij krachtig met den loop van het wapen naar een ongelukkigen vogel. De slag was raak. Met een gebroken nek viel het beest als een steen in den poel. Toen hij erin waadde om den vogel te pakken, ontdekte hij wat de beesten hadden zitten eten. De on diepe poel was de tijdelijke gevangenis van een school kleine visschen, die zich daar, toen het eb werd, opgesloten zagen. Zijn hart sprong op van vreugde toen hij dat zag. De vogel, dien hij gedood had, zou nauwelijks eetbaar zijn. want hij zou wel vettig en vlsch- achtig smaken, maar die slanke, glanzende lichaampjes in den poel zouden heerlijk zijn en geen slecht voedsel voor de wildernis. Daar hij wist, dat het nutteloos was om te probeeren ze met de hand te vangen, bouwde hij van steenen een kleinen dam aan het einde van doen poel met een opening erin, die hij met een steen af kon sluiten en door de visschen in die richting te drijven en de opening te sluiten, slaagde hij erin vijf tamelijk groote te vangen. Met deze en den dooden zeevogel keerde hij naar de holte terug, waar het meisje op hem zat te wachten. Voor hij echter zoo ver gekomen was. zag hij haar haastig het duin afkomen en toen ze hem in de gaten kreeg, liep ze naar het strand en kwam naar hem toe hollen. Hij vermoedde wel. dat er iets niet in den haak was en liep haar vlug tegemoet. Toen zij dich terbij kwam, wist hij, dat zijn vermoeden juist* was. Haar gezicht was doodsbleek en er lag een tragische blik in haar oogen. „Watbegon hij scherp. „Het kenteeken!" riep zij gebroken uit. „Het is weg. En in de plaats daarvanZe stak haar hand uit en in haar geopende palm zag hij een rood cirkeltje, precies hetzelfde van vorm en afmeting als dat eene dat hij voor haar opgeraapt had. toen het op den vloer van het theehuis te Kowloon gevallen was. Terwijl hij ernaar staarde en wel be greep wat er gebeurd was, riep het meisje weer op tragischen toon uit: „Lees!Lees!" Hij nam het cirkeltje uit haar bevende hand, zag dat het aan den eenen kant on beschreven was en draaide het naar den an deren kant om, waar in drukletters een enkel woord geschreven stond: „Gefopt". HOOFDSTUK VHI. Flitsen in den nacht. Een paar seconden stond Terry Domville verbijsterd naar het cirkeltje te staren, toen keek hij naar het witte gezicht en de tragi sche oogen van het meisje en vervloekte in stilte Janey Wakinshaw en al haar daden. Toen zei hij hardop: „Zoo! Dus toch een plaatsvervanger!" „Ja!" riep het meisje gebroken uit. „En ik heb er niets van geweten. Nog geen drie dagen geleden heb ik de steken losgemaakt om mij er van te overtuigen, dat het er nog was. Toen had ik het kenteeken nog". „Ze hebben het hoogstwaarschijnlijk eer- gisternacht of misschien wel gisternacht te pakken gekregen, wat meteen verklaart, waarom wij aan land gezet zijn". .Maar ik kan me niet bedenken, wan neer „Dat doet er niets toe. Het ding is weg". „En ik heb het kind in hun handen over geleverd", riep het meisje diepbedroefd uit. „Nog niet!" zei hij kort. „Als we nog binnen redelijken tijd In Broome kunnen komen. En je moet het niet aan jezelf wijten, Norma. Waarschijnlijk hebben ze je een slaapmiddel- t-je gegeven, een klein dosis maar, zoodat Je niets zou vermoeden. In ieder geval geloof ik ik niet, dat ze je Broome hadden laten be reiken met het kenteeken nog ln je bezit. Dat hadden ze voor hun plannen noodig en op de een of andere manier moesten ze het ln han den krijgen. Toen je me gisteravond ln het sloepje vertelde, dat je het teeken nog had en dat ze er zelfs niet naar gevraagd hadden, vertrouwde Is het zaakje heelemaal niet Dit" hij slingerde het roode cirkeltje de lucht in, terwijl hij sprak „is de verklaring ervan. Ze hadden het kenteeken toen al in handen en misschien is T maar beter ook „Beter!" riep het meisje ontzet uit. „Ja. Beter, dat is het woord. Het ls beter, dat ze het ding stiekum gegapt hebben, dan dat ze het met geweld verkregen hadden". ,Ik zou het nooit afgegeven hebben!" riep Norma. „Je zou natuurlijk getracht hebben het te behouden. Baar twijfel ik niet aan. Maar je had het toch niet kunnen verhinderen, als ze er eenmaal op uit waren am het te krijgen. Dit meisje alleen al zou te veel voor Je ge weest zijn. Je kent haar soort niet, zooals lk dat doe. De vrouwen uit de onderwereld zijn harteloozer dan de mannen en achter dat baby-gezichtje van Miss Wakinshaw schuilt de hemel mag weten wat voor hardheid en onge voeligheid lk geloof dat we zonder het ken teeken goed af zijn". „Werkelijk?" „Absoluut", antwoordde hij ernstig. „Wan neer ze jou geweld aangedaan hadden, dan zou lk (Wordt vervolgd) De Wereldtentoonstelling 1937 te Parijs ral binnenkort haar poorten officieel openen. Een interessant kijkje bij den opbouw der paviljoens De minister van Waterstaat, jhr. ir. U. L.. A. van Lidth de Jeude, tijdens zijn rede bij de opening van de eerste Internationale Veilig heidsconferentie, welke Maandag te Amsterdam aanving. Naast den minister baron Schimmel- penninck v. d. Oye De Engelsche Koninklijke Familie ontving op Windsor Castle een groote deputatie der pad vinders van Engeland, Wales en de Overzeesche gewesten. De begroeting. Links Lord Baden Powell De tweede groote repetitie van den kroningsstoet, die op 12 Mei door Londen zal trekken, werd Zondag te Londen gehouden. De statiekoets, getrokken door de acht schimmels, bij het verlaten van Buckingham Palace De Poolsche minister Beek bij aankomst met zijn echt- genoote te Bukarest

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 9