Het Roode Kenteeken
Hoe vol het was in het enorme Feyenoord-stadion te Rotterdam tijdens den interland-wedstrijd
Nederland België
Badjou, de Belgi
sche keeper, treedt
handelend op bij
een der aanvallen
van het Oranje
team tijdens den
wedstrijd Neder-
land-België in het
Feyenoord-stadion
te Rotterdam
Majoor H. D Buurman, die met ingang
van 15 Mei as. benoemd is tot luit.-
kolonel en commandant van het 4e
Regiment Infanterie te Leiden
De tenniswedstrijden om de Davis Cup tusschen Neder
land en Zuid-Afrika te Amsterdam. Farquharson (Zuid-
Afrika) en Teschmaeher (rechts) verlaten het terrein na hun
partij
Het Regiment Wielrijders te Den Bosch vierde Zaterdag zijn derde lustrum,
ter gelegenheid waarvan een défilé werd gehouden, dat door de autoriteiten
vanaf het bordes van het raadhuis werd gadegeslagen
Bakhuys, die kort voor het einde van den wedstrijd Nederland - België wegens een enkel
blessure den strijd moest opgeven, volgt vanachter de lijnen het spelverleop
De zeilwedstrijden op de Kaag, de zgn. „voor Kaag", zijn
Zaterdag aangevangen. Eenige deelnemers trachten
elkaar de loef af te steken
FEUILLETON
OTTWELL BINNS.
(Nadruk verboden)
29)
„Dan lijkt het wel, of je door de goden ge
zonden bent. In een half uurtje zal de logger
weer vlot zijn en dan kan je me helpen haar
naar Broome brengenIk zat op den vloed
te wachten en naar die moorddadige Japan
ners uit te kijken en had juist bij mezelf uit
gemaakt, dat het niet zoo eenvoudig zou zijn
het schip in mijn eentje te bestudeeren, toen
jij me van den top van dat duin toeschreeuwde
Jc hebt me ongeloofelijk aan 't schrikken ge
maakt".'
Terry lachte. „Maar je was anders vlug ge
noeg met je pistool, Borlase".
„Dat zou jij ook geweest zijn als je vanaf
negen uur gisteravond een stelletje moord
dadige Japanners van je lijf gehouden had
en ze met een pistool van boord gejaagd had,
toen ze den logger met laag water op het land
lieten loopen".
„Muiterij?" vroeg Terry.
„Ja Dat komt bij de parelvisscherij wel
meer voor. Gisteren opende ik een schelp en
vond er een zwarte parel in, die een fortuin
waard is. Ik moffelde het ding als een toove-
naar in mijn hand weg, in de hoop, dat ze het
niet gezien hadden, maar een lid van de be
manning, Yosokama heet de boef, had het
in de gaten. Ik zag de waarheid drie minuten
later in zijn zwarte oogen en nog later wist ik
aan de geheimzinnige manier, waarop ze on
der elkaar aan het smoezen waren, dat ze
beraadslaagden wat er gedaan zou worden
Het was een lastige situatie en toen ik ze
beval naar Broome terug te varen, wist ik,
dat ik wel gauw met ze in conflict zou komen.
Twee uur later, een uur na zonsondergang,
ontdekte ik, dat de logger in Zuidelijke rich
ting voer, weg van haven. Ik zei niets, maar
wachtte rustig af en toen later Yosokama met
een pistool te voorschijn kwam, gesteund door
de anderen met messen, en de parel opeischte,
heb ik het met hem op het open dek uitge
vochten".
„Ik heb de flitsen gezien", zei Terry vlug.
„Wij waren op het strand en ik had je lichten
op zee gezien en heb geprobeerd met bran
dende stokken je aandacht te trekken".
„Ik heb je vuurwerk wel gezien", lachte
Jim Borlase. „Ik heb me er nog over verbaasd,
wie daar in vredesnaam voor Guy Fawkes aan
het spelen was, maar had op die oogenblik
net mijn handen vol, omdat Yosokama zijn
speech aan het houden was. Daarna begonnen
we te schieten en had ik geen tijd meer om
aan iets anders te denken".
De man lachte weer, alsof het de meest ge
wone zaak ter wereld was, keek naar den op
komenden vloed en vandaar naar de duinen
en zei toen vragend:
„Ik heb daarnet niet precies begrepen wat
er met jullie aan de hand was, je zei zoo
iets van dat jullie aan land gezet waren. Is
dat waar?"
„Ja", antwoordde Terry. „Eergisterenavond
zijn we aan land gezet door een schooier van
een schipper, die iets te pakken wil krijgen,
waar hij geen recht op heeft. Het verhaal is te
ingewikkeld om het in vijf minuten te ver
tellen, maar het gaat om een kind, dat ge
roofd kan worden en millioenen".
Borlase sloeg zich plotseling op zijn knie.
„Nou weet ik het ineens. Ik dacht dat de
naam van de jongedame me bekend voor
kwam, maar ik kon hem niet meteen thuis
brengen. Het kind is van Maurice Charlton
en de millioenen."
„Hoe weet u dat?" viel Norma hem in de
rede.
De parelhandelaar lacht. „Maurice Charlton
is hier op de kust nogal bekend en er is geen
krant in Australië waar niet het verhaal in
gestaan heeft van dien kleinen jongen, die
de Van Houten millioenen geërfd heeft. Hier
was Romantiek met een hoofdletter R en je
kan niet van de kranten verwachten, dat ze
dat niet haarfijn uitgeplozen hebbenMaar
wil je werkelijk beweren, dat iemand probeert
om Maurice's zoontje dat geld afhandig te
maken?"
„Ongetwijfeld", antwoordde Terry. „Miss
Charlton is Maurice's zuster en de voogdes
van het kleine jongetje. Er is ergens leelijk
geknoeid en inplaats dat haar reis naar
Australië op een van de gewone booten be
sproken is hebben ze haar op een oud vracht
schip de „Dusty Miller"
„Och hemel!Amos Smith! Dat is die
oude zeeroover, niet? En hij is geen vriend
van Maurice".
„Hij was het, die ons aan land gezet heeft,
inplaats van ons naar Broome te brengen".
„Hij wou je natuurlijk vóór zijnHij is
een merkwaardige schooier".
Maar aan kinderroof doet hij toch gewoon
lijk niet. Hij is zeker van plan Maurice door
het jochie geld af te persen
„Nee", onderbrak Terry hem. „Het schijnt,
dat hij door ieman gehuurd is om deze schur
kenstreek uit te halen".
„Wat! Werkelijk? Het gaat meer en meer
op een stuiversroman lijken.... Dus er zit
nog iemand achter".
„Ja".
Borlase lachte. „Ik dacht al, dat dit. voor
Amos z'n doen een beetje ongewoon was. De
kerel, die hem ^gecharterd heeft mag wel op
passen, ander vliegt hij er zelf in".
Hij keek in de richting van het duin, toen
verstarde zijn blik zich en zijn grijze oogen
kregen een eigenaardigen glans. „Daar zit
weer een vfe die Japanners", zei hij langs zijn
neus weg. „Die heeft de hoop blijkbaar nog
niet opgegeven en weet niet, dat ik hem zoo
net kan raken. Let op dan zal je den kerel
zien springen".
Zijn hand schoot de hoogte in. Het pistool
knalde en bovenop het dichtstbijzijnde duin
vloog een hoopje zand op. Op hetzelfde oogen
blik verscheenen het hoofd en de schouder van
een man, alsof degene aan wie ze toebehoor
den, terwijl hij op den grond lag verrast en
plotseling overeind gesprongen was. Borlase
lachte en wachtte totdat het hoofd en de
schouders weer verdwenen waren. Toen zei
hij:
„Ik had hem best te pakken kunnen krij
gen, als ik dat gewild hadMaar onnoodig
iemand dood te schieten, zou moord zijn en
de kerel zal den schrik nu wel beet hebben en
op een afstand blijven". Hij lachte weer en
hervatte de conversatie alsof er niets gebeurd
was.
„Ik begrijp nog niet goed, wat jij ermee
te maken hebt, Domville. Je hoeft het met niet
te vertellen, als je er geen zin in hebt, maar
ik wil wel bekennen, dat ik er ontzettend
nieuwsgierig naar ben. Je was waarschijnlijk
al aan boord van de „Dusty Miller" toen Miss
Charlton erop kwam".
„Inderdaad", lachte Terry. „Iemand laten
we zeggen de schipper dacht dat ik meer
van de zaak afwist dan. het geval was en had
me laten ronselenPas daarna heb ik Miss
Charlton's verhaal gehoord".
De parelhandelaar knikte. „Dus Amos heeft
zijn doel weer eens voorbij geschoten, dat ge
beurt hem wel eens meerDat schijnt bij
dergelijk gespuis wel meer voor te komen". Hij
stond op en keek over den rand. „De vloed
komt hard op; we zullen binnen twintig mi
nuten wel vlot zijn. Het ls gelukkig, dat ik dien
hulpmotor heb en genoeg benzine. Het zal
ons geen moeite kosten van het strand weg
te komenAls Miss Charlton zoo vriende
lijk zou willen zijn uit te blijven kijken voor
het geval, dat die Japanners terug komen, dan
kunnen wij aan den gang gaan, Domville".
Norma keek uit, terwijl de twee mannen
het noodige werk deden. Spoedig hoorde zij
het dreunend geluid van een niet al te besten
motor en een vieze petroleumstank vervulde
de lucht. De vloed kwam hooger en kabbelde
tegen de kanten van den logger, die trilde en
zich een eindje oprichtte. Na een tijdje was
er een flinke strook water tusschen het schip
en duinen en terwijl ze uit bleef kijken, hoopte
Norma, dat ze verder geen last van de Japan
ners zoeden hebben. Nauwelijks had ze dat
echter gedacht of ze zag er twee. Ze waren een
heel stuk achter het duin, waar Borlase den
man met zijn schot vandaan gejaagd had en
stonden rechtop. Blijkbaar keken zé naar de
vérrichtingen van de twee mannen aan boord
van den logger. Ze waarschuwde den parel
handelaar, die naar voren geloopen kwam,
maar de twee Japanners keek en toen grin
nikte.
„Daar hoeven wij ons niet bezorgd over te
maken. Ais ze ons nu nog te pakken wilden
krijgen, zouden ze moeten zwemmen en
Hij hield op toen het schip een plotselinge
beweging maakte en minder schuin ging
liggen.
„We zijn in een wip weer vlotAls het
niet te unladylike is, kunt u gerust een langen
neus tegen die kerels trekken, Miss Charl
tonExcuseert u mij een oogenblik".
Hij haastte zich weg en vier minuten latei-
greep Norma zich aan de kleine railing vast,
toen de logger van de bank het diepe water
ingleed. Zij hoorde Borlase juichend uitroepen:
„We zijn los, Domville. Maar, dat ze aan den
gang blijft".
Het kleine schip werd plotseling een en al
leven. Het bewoog zich vooruit, versnelde zijn
vaart en baande zich drie minuten later een
weg door de branding, terwijl de waterdrup
pels als een regen van juweelen over haar boeg
uiteenspatten. Weer keek Norma naar de dui
nen. Ze schenen veel verder weg, dan zij mo
gelijk gedacht had en de twee Japanners leken
wel zwarte poppetjes tegen het zand. Ze ver
liet haar plaats en liep naar Terry, die aan
het klein roer stond. Hij begroette haar op
gewekt.
(Wordt vervolgd»