Het Roode Kenteeken
FEUILLETON
OTTWELL BINNS.
(Nadruk verboden)
Morgen zijn
30)
„Dat is voor elkaar.
Broome".
Norma glimlachte en keek naar de kust.
Toen riep ze uit:
„Maar we gaan den verkeerden kant uit!
„We keeren op onze schreden terug! Ja",
lachte Terry, „die oude schooier van „Dusty
Miller" heeft ons er gemeen in laten vliegen
Hij heeft voordat hij ons aan land zette
Brocfne eerst voorbij gevaren. Hij dacht na
tuurlijk wel dat wij naar het Zuiden zouden
loopen in de hoop de haven te bereiken. Gis
teren hebben wij den geheelen dag in de ver
keerde richting geloopen van Broome weg
inplaats van er naar toe. Borlase heeft me
verteld, dat die kust daar het Negentig Mijier
Strand is. dat ten Zuiden van de haven ligt
En we hebben meer geboft dan we wel wisten.
Borlase zweert dat dit het eenige schip is dat
nog bulten Broome is. De rest is In de haven
opgelegd".
„Opgelegd? Waarvoor?"
„O. voor een soort groote schoonmaak. Dus
we hebben geweldig geboft. Het lijkt wel. of
de sterren het voor ons opgenomen hebben
en als we Broome binnenvallen en de oude
Seabrlght met de „Kestrel" daar zien. geloof
„Maar het is de „Dusty Miller" waar het
op aankomt, niet?" vroeg zij. „Als die booze
mannen Maurice's kind In handen hebben zul
len ze geen oogenblik wachten".
„O. de „Miller" zal er vast ook wel zijn.
Seabrlght zal de zaak wel onmiddellijk in han
den genomen hebben. Ze zullen kapitein Amos
Smith zeker gearresteerd hebben en daar het
hem niet gemakkelijk zal vallen onze afwezig
heid te verklaren, zal het onderzoek nog wel
aan den gang zijn als wij op het tooneel ver
schijnen en alle verzinseltjes, die hij opge-
discht kan hebben, logenstraffen".
.Maar als je nu eens niet gelijk hebt
begon Norma en haar gezicht verried haar
bezorgdheid.
,Dat. kan niet", viel Terry haar opgewekt
in de rede. „Ik wed, dat nog voordat de
.Dusty Miller" het anker kon laten vallen,
Seabright in zijn sloepje op weg was, om ons
van dien dikken boer van een schipper op te
eischen. Vast".
Hij sprak met het grootste vertrouwen, en
meende wat hij zei. Hij twijfelde, er geen
oogenblik aan, of de „Kestrel" zou in Broome
zijn en zijn vriend den schipper van de „Dusty
Miller" in het nauw drijven. Zijn vertrouwen
verjoeg allen twijfel bij het meisje en dank
baar antwoordde zij:
„Wat zou ik zonder jou moeten beginnen?"
nen?"
Later op den middag van denzelfden dag
bereikten zij de haven en zagen het stadje,
in tegenstelling met de meeste kleine havens
langs de kust, als een wonderschoone plaats
uit de zee verrijzen. Eerst de vuurtoren op de
hoogste vooruitstekende rots. daarna de lage
roode klippen en groene mangroven en toen
de stad, badend in een zee van licht, wit en
groen, met hier en daar het purper van de
bougainvillea's en het rood van de ponsama-
bloesems.
Toen zij de haven indraaiden, liet Terry
zijn oogen over de schepen gaan. De eerste
boot, die hij zag was de „Kestrel" die op haar
ligplaats heen en weer deinde, gracieus als een
zeemeeuw in stil water.
„iDe goeie, ouwe Seabright!" riep hij tegen
Norma. „Heb ik je niet gezegd, dat hij ons niet
in den steek zou laten?"
Zijn oogen dwaalden verder. Er lagen* ver
scheidene loggers voor anker en aan een pier
in de verte lag een stoomboot gemeerd, de*
eenige, die er te zien was. Hij beschaduwde
zijn oogen met zijn handen en keek ernaar.
Norma deed hetzelfde.
„Is dat de .Dusty Miller"?" vroeg ze weite
lend.
„Nee", zei hij en zijn stem verried zijn
ontsteltenis. Jim Borlase verliet een oogen
blik zijn post als machiniste en gaf hun verder
inlichtingen.
„Dat Is de „Minderoo" die van Singapore en
Batavia naar Peth vaartIk zie die oude
bak van Amos nergens".
Het meisje keek Terry met tragische oogen
aan. Het gezicht was heel wit geworden. Haar
lippen trilden, toen ze de wanhoopswoorden
uitsprak:
„Te laat! We zijn te laat!"
Terry zelf was stom verbaasd. Hij had
zoo heelemaal niet aan de mogelijkheid ge
dacht, dat de „Dusty Miller" er wel eens niet
kon zijn, dat hij het nu niet direct kon ge-
looven. Toch was er geen twijfel mogelijk. Zijn
geest zocht verklaringen voor het feit. en
vond er slechts één, die een beetje aanneme
lijk was.
„Nee!" zei het meisje op denzelfden wan-
hopigen toon. „We zijn te laat te laat. En
het kind wat zal er nu met het Jcind ge
beuren?Wat kan ik doen?"
Ze ging op een hoop duikmateriaal zitten
en verborg haar gezicht in de handen, een
toonbeeld van ellende. Terry keer haar aan en
een woede steeg in hem op tegen den schipper
van de „Dusty Miller" en er kwam een be
zorgde uitdrukking op zijn gezicht. Hij deed
een stap naar voren en legde medelijdend een
hand op haar schokkende schouder.
„Wees kalm. lieveling!" zei hij en zonder er
bij te denken kwam die llefkoozing over zijn
lippen. „Houd moed! Ik zal dien. schooier te
pakken krijgen, al zou ik alle zeeën af moeten
zoeken".
„Ja!" fluisterde ze gebroken. „Ja. Maar het
kind.Alsals
De gedachte in haar geest was te verschrik
kelijk om onder woorden te brengen, maar
Terry begreep wat ze bedoelde. Daar zat 'm de
knoop. Kapitein Amos Smith zou wel gevon
den kunnen worden, naar welke haven hij zijn
oude schip ook bracht maar het kind zou
misschien hier op aarde geen haven meer
aandoen.
„Alsals herhaalde hij in zichzelf
en zijn oogen namen een grimmige uitdruk
king aan, terwijl hij naar de witte stroomrafe-
ling keek. En bij zichzelf zwoer hij dat de
schipper van de Dusty Miller" er niet levend
af zou komen, als het kind, dat hij nog nooit
gezien had, niet gevonden werd.
HOOFDSTUK X.
Broome.
Vijf en twintig minuten later was hij met
Norma in het sloepje van den logger langszij
van de „Kestrel". Hij behoefde de ladder niet
op te klimmen, want van een van de leden
van de bemanning hoorde hij dat zijn vriend
aan wal in het Governor Broome Hotel was
en hij maakte, dat hij daar heen kwam.
Zonder erbij te denken, dat hij er als een
strandjutter uitzag en dat Norma gemakkelijk
voor een vrouwelijk lid van de bende aange
zien kon worden, ging hij onmiddellijk op het
hotel af. De eerste persoon, die hij haar zag,
was Seabright, die hem stom verbaasd
aanstaard.
„Wat
„Wacht", viel Terry hem kortaf in de rede.
.Daten we eerst een rustig hoekje op
zoeken".
Dat was vlug gebeurd en zonder een oogen
blik te verspillen vroeg hij
„Is de „Dusty Miller" hier geweest?"
„Niet zoolang ik hier ben en dat is vijf
dagen. Ik heb elk uur van den dag naar haar
uitgekeken en elk uur van den nacht een uit
kijk hetzelfde laten doen".
.Gelukkig!" zei Terry. Norma, misschien
zijn we dus nog op tijd".
Toen begon Seabright te vragen: „Hoe komt
het, dat je dat oude schip verlaten hebt.
Terry? En hoe ben jij daar toch aan boord ge
komen? Je moet wel bedenken, dat ik niets
weet, behalve wat er op dat berichtje in de
flesch stond!"
„Ik zal je alles vertellen", antwoordde Terry.
„Misschien wil je me helpen?"
„Mijn beste jongen, moet je me dat nog
vragen?"
„Nee!Luister".
Hij gaf in het kort de gebeurtenissen weer
sinds dien middag, dat hij Norma te Kowloon
ontmoet had, vertelde wat hij zeker wist van
de samenzwering tegen den kleinen erfge
naam van de Van Houten millioenen en
voegde daar zijn eigen vermoedends aan toe.
Aan het eind van zijn verhaal floot Seabright
en gaf onomwonden zijn meening te kennen.
„Als iemand anders dan jij me 'n dergelijk
verhaal opgedischt had. Terry, zou ik hem een
leugenaar genoemd hebbenDie oude zee-
roover van de „Dusty Miller" verdiende opge
hangen te worden en die anderen met hem.
Als hij zich vertoont
•Hij had hier al lang moeten zijn!"
Misschien heeft hij motorpech gekregen,
of is zijn schroef gebroken. Zoo'n oud wrak
schip kan alles overkomen. Of misschien was
het nooit zijn beroeling om naar Broome te
gaan".
„Dat moet hij wel als hij het kind wil
krijgen".
„Nou. in ieder geval ben je hem nu voor
„Maar het kenteeken??' riep Norma uit.
Dat hebben ze me ontstolen".
Dat doet er immers niets toe, als het kind
nog hier is. U bent zijn voogdes en u hebt
het recht het onder uw hoede te nemen. Ik
heb hier met den politie-rechter kennis ge
maakt en die zal er gemakkelijk toe gebracht
worden om ons te helpen - in zooverre ten
minste dat het kind onder veilige bewaking
gesteld wordt en dan blijven die schooiers
van de „Dusty Miller" er van afWe
moesten er maar meteen op af gaan, dunkt
hio". (Wordt vervoltrd)
Meer dan honderd scholieren vertrokken Maandag uit Amsterdam naar de
vacantie-kinderhuizen te Renkum en Valke*een. Een vroolijk tafreeltje aan het
Weesperpoortstation
De.Endeavour I" en de .Endeavour U" van
mr. Sopwith zijn van Gosport naar Amerika Vanuit het Koloniaal Instituut te Amsterdam werden Maandag verschillende kunstvoorwerpen
vertrokken, om daar deel te nemen aan de naar Parijs verzonden, om geëxposeerd te worden op de Wereldtentoonstelling. Het inladen
internationale zeilwedstrijden om de .Amerika van een reusachtige wandschildering
Cuo" Een snapshot bij het vertrek
De Nederlandsche Handelsmissie in Zuid-Amerika. De aankomst der delegatie
onder leiding van jhr. Van Karnebeek voor het regeeringsgebouw te Santiago
ter overhandiging van de geloofsbrieven ging met officieele plechtigheid gepaard
Een veelbewonderde figuur
in deze dagen. De wacht
voor Buckingham Palace
te Londen
Met de voorbereiding voor den
bouw van de tunnel onder de
Maas te Rotterdam is men
thans aangevangen. Een over
zicht van de directiekeet in
aanbouw
Scheveningen stond Maandag in het teeken van een zomerschen dag, en menigeen
aenoot van het warme voorjaarszonnetje
Luitenant-kolonel P. L R. van der Drift,
de onlans aigetreden commandant van
het 1ste Regiment Infanterie te Assen
is benoemd tot commandant van het
Landstormcorps .Stelling van Amster
dam'