"gSB, Shell bestelf tankschepen. HEEREN COSTUMES OP UW MAAT GESNEDEN QR.H0UT5TR.HCFK GR MARKT HAARLEM CEBVU° m m CEBUTOBUREAU Kunst in Haarlem en daarbuiten. AKKERTJES OtCHETS) Het recht op het Maaswater WOENSDAG 5 MEI 1937 HAARLEM'S DAGBEAD' 3 Twee te Krimpen aan den IJsel en één te Schiedam. Order van eenige millioenen guldens. Naar wij vernemen heeft de Ko ninklijke Shell order gegeven tot den bouw van drie nieuwe tanksche pen aan Nederlandsche werven. Twee schepen voor het vervoer van olie, elk van ongeveer 4.100 ton, zul len gebouwd worden bij de werf van der Giessen te Krimpen aan den IJsel en bij de Nederlandsche Dok maatschappij te Amsterdam. Het derde schip, dat bestemd is voor liet vervoer van verpakte pro ducten en dat ook ongeveer 4.000 ton zal zijn, wordt gebouwd bij de werf Gusto te Schiedam. Met deze order zijn eenige millioe nen guldens gemoeid. Damwand van bouwput bezweken. Gouwe herovert verloren terrein. Arbeiders konden zich slechts met groote moeite in veiligheid brengen. Bij den aanleg van den onderbouw van een nieuwe hefbrug over de Gouwe onder de gemeente Alphen a. d Rijn, welke voor rekening van den provincialen waterstaat van Zuid-Holland door de aannemers Kraayenveld en Hofman te Haarlem wordt uitgevoerd, is Dinsdagmiddag tegen zes uur plotseling een ijzeren damwand bezweken, waardoor het water met kracht de groote bouwput welke vier meter diep is en een opper vlakte van 600 M2., heeft binnen stroomde. De arbeiders die in den put bezig waren met het hij en van betonnen palen konden zich slechts met groote moeite in veiligheid brengen. Door dat het binnenstroomende water, dat in weinig oogenblikken de put vulde, den walkant ondermijnde, kantelde bovendien een hij machine, welke op de kabels van een hijschkraan te recht kwam welke hierdoor werd ont zet. Deze onverklaarbare doorbraak beteekent voor de aannemers een schadepost, daar het werk voor een maand er door is gestagneerd. Het bezoek van minister Gelissen aan Polen. WARSCHAU, 4 Mei. (ANP.) De president van de federatie van Kamers van Koophan del en Industrie, Kramer, heeft ter eere van den Nederlandschen minister Gelissen een noenmaal aangeboden, waaraan werd deel genomen door den Poolschen minister van handel en industrie, Roman, den nederland schen gezant Carsten, den onder-minister van industrie Kleffens, den onder-minister vain handel, Rose, eenige te Warschau ver blijvende Nederlandsche kooplieden, alsmede hoogere ambtenaren van het ministerie van buitenlandsche zaken en industrie. De heeren Kramer en Nikerk, den leider der delegatie van Nederlandsche kooplieden, hebben toespraken gehouden. Het Nederlandsche gezelschap zal morgen naara Lodz vertrekken om er in verbinding te komen met de vertegenwoordigers der Poolsche industrie, in het bij zonde met de textielindustie. De „Plavnik" tocli zwaar beschadigd. Groot gat onder de waterlijn. Dinsdagmiddag is bij een duikeronderzoek vastgesteld, dat de „Plavnik" een groot gat in de voorpiek heeft, juist boven den kimkiel, drie meter onder de waterlijn. Het is een verticaal gat van ongeveer twee meter lengte en ruim een halve meter breedte Het is dan ook onbegrijpelijk, dat de schot ten het indringende water hebben kunnen tegenhouden. De kapitein van de „Plavnik" wilde onder deze omstandigheden zelfs niet meer op de reede blijven liggen, waarop het schip door twee sleepbooten in de haven van Vlissingen is gebracht. Waarschijnlijk zal r." eerst een bekisting worden aangebracht, waarna het schip in een dok, vermoedelijk te Rotterdam zal worden opgenomen om te repareeren. Beslag gelegd op de „Plavnik". De reederij van de „Alecto" heeft op de Plavnik beslag laten leggen. Het schip zal niet kunnen vertrekken, alvo rens cautie zal zijn gesteld. Bedrijfssteun aan tuinders geen beletsel voor gemeentelijl-^i steun. De minister van binnenlandsche zaken heeft op verzoek van zijn ambtgenoot voor landbouw aan de Gedeputeerde Staten der verschillende provinciën verzocht de gemeen tebesturen in hun gewest er van in kennis te stellen, dat het niet juist is de aanvrage om hulp van den tuinder, die voor zijn gezin be hoefte heeft aan steun in geld of natura, in beginsel te weigeren op grond van het feit, dat hij een steuntoeslag op zijn producten heeft of alsnog zal ontvangen. Deze steuntoe slag Immers dient als een deel der bedrijfs- inkomsten te worden beschouwd, die op de grootte der gezinsinkomsten slechts indirec- ten invloed hebben. fxclusief- niet duur (Adv. Ingez. Mea.j De roofoverval te Hippolytushoef. Tegen verdachten resp. 2i/z en 3 jaar geeischt. De Alkmaarsche rechtbank heeft Dinsdag behandeld de roofoverval, die op Oudejaars avond te Hippolytushoef op den landbouwer J. Snooij is gepleegd. De landbouwer S. wilde zioh dien avond van zijn woning met een lantaarn naar een achter zijn woning gelegen schurutje bege ven, toen hij plotseling door een drietal man nen werd aangevallen, op den grond gewor pen en overmeesterd. Onder allerlei bedrei gingen hebben zij Snooij er toe gebracht zijn portemonnaie inhoudende f 160 af te geven waarna de aanvallers ijlings in het nachte lijk duister zijn verdwenen. De oude man, die door de onverlaten gebonden was, heeft zich tenslotte los weten te werken en is naar de woning van zijn broer, die op ongeveer 200 meter afstand woonde, gegaan. Als verdacht van dezen roofoverval ston den terecht drie arbeiders uit Wieringen, Arie M.. Marinus L. en H. G. L. De drie ver dachten ontkenden het ten laste gelegde hardnekkig. De officier van justitie eischte tegen de verdachten Arie M. en Hendxikus G. L. een gevangenisstraf voor den tijd van twee jaar en zes maanden en tegen Marinus L., op grond van zijn strafrechterlijk verleden, drie jaar gevangenisstraf. „STAKING" VAN BLARICUMSCHE RAADSLEDEN. dinsdagmorgen te tien uur was de ge meenteraad van Blaricum in vergadering bijeengeroepen om o.m. te beslissen over het voorstel van B. en W. tot verbetering van de Torenlaan en den Huizerweg, een bedrag van f 72.000 vorderende. Van de zeven raads leden (er is één vacature) waren er op het vastgestelde uur slechts drie aanwezig en na een half uur wachten besloot burgemeester J. J. Klaarenbeek de vergadering niet te doen doorgaan, aangezien niet meer dan de helft der raadsleden was opgekomen. Omtrent de reden van dit wegblijven ver nemen wij dat de R.K. raadsfractie den bur gemeester had doen weten, dat zij niet zou 'komen, daar een der raadsleden, prof. Brouwer, die voorstander van het plan was, door ambtsbezigheden was verhinderd. Daar er vier vóór en drie tegenstanders waren, zou over het voorstel derhalve bij de aan wezigheid der twee R.K. raadsleden geen be slissing genomen zijn, weshalve deze twee raadsleden waren weggebleven, teneide de mogelijkheid open te laten van een bespre king in een voltallige raadsvergadering. De nieuwe Schouwburg Ie Utrecht. Architect W. M. Dudok zal de plannen maken. In overleg met B. en W. van Utrecht is aan den Hilversumschen gemeente-architect W. M. Dudok opdracht verleend tot het vervaar digen van sehetsplannen voor den nieuwen schouwburg op het Lucas Bolwerk te Utrecht. Dinsdagmiddag heeft het college van B. en W. van Utrecht een bezoek gebracht aan Hil versum, waar zij in verband met dit plan de schouwburgzaal in de A.V.R.O.-studio en het Grand Théatre Gooiland hebben bezich tigd. De „Java" 7 Mei terug. Naar wij vernemen zal H. M. „Java" op den voormiddag van 7 Mei a.s. in den Helder aan komen, om zich gereed te maken voor de vlootrevue te Spithead. ONVERWACHT OVERSTEKEN KOST EEN MENSCHENLEVEN. Maandagavond is het vijfjarig meisje E. Boeker uit de Infirmeriestraat te Rotterdam op den hoek van die straat en den Oostzeedijk toen zij onverwacht overstak, onder een auto geraakt, die bestuurd werd door den vijftig jarigen L. L. de H., deze trachtte nog door sterk remmen een aanrijding te voorkomen, maar dit bleek niet meer mogelijk. Het kind werd tegen de straat gesmakt en liep een ern stige schedelbreuk en een groote hoofdwonde op. In zeer zorgwekkenden toestand is het meisje naar het ziekenhuis aan den Coolsingel vervoerd, waar zij Dinsdagochtend is over leden. DOOD IN EEN SCHACHT GEVONDEN BRUNSSUM, 4 Mei. De 40-jarige mijnwer ker, P. Beumers, is Dinsdagmiddag omstreeks twee urn-, door arbeiders, die hem moesten aflossen, dood gevonden in een mijnschacht. De man is vermoedelijk achterover naar be neden gevallen. Zijn hoofd was geheel ver brijzeld. Twee zusjes verdronken. In een kuil achter de boerderij. Een tragisch feit heeft zich voorgedaan te Wintelre, waar twee kleine zusjes jammer lijk zijn omgekomen, meldt de „N. Tilb. Crt." Toen rond het middaguur, de landbouwer Vennix op het gehucht Kleiert onder ge noemde gemeente, thuis kwam van het werk op het veld, miste hij zijn beide oudste doch tertjes, die drie en vier jaar oud zijn. Toen men het erf afzocht, deed men een ontstellende ontdekking. De beide kleintjes lagen in een waterkuil achter de boerderij, Toen de beide meisjes onmiddellijk werden opgehaald, gaf nog een harer slechts een zwak levensteeken. Dr. Burgerink uit Olr- schot en een verpleegster uit Wintelre deden nog alle moeite, maar tenslotte moest helaas de dood geconstateerd worden. De kinderen zijn vermoedelijk spelenderwijs in den kuil geraakt, terwijl de moeder, die ziek is, te bed lag en de dienstmeid even in den stal was. Kanovaarder verdronken. Roekeloosheid met den dood bekocht. In het IJsselmeer is Dinsdagmiddag de 22- jarige D. B. bij het kanovaren verdronken. B. ging plotseling in de kano, die door een mo torboot werd getrokken, staan, waardoor het vaartuigje kantelde. De jongeman verdween in de diepte en hoewel men onmiddellijk ging dreggen, heeft men hem niet meer kunnen redden. Indische landsmiddelen herstellen zich. BATAVIA, 4 Mei. De landsmidde len bedroegen over de maand Maart 1937 39 millioen gulden en over het le kwartaal van dit jaar 103.600.000. In de maand Maart van 1936 is ont vangen 29.900.000 en over het eerste kwartaal 87.700.000. (Aneta) MALVERSATIES DOOR GEWEZEN BURGEMEESTER. De rechtbank te Middelburg heeft Dinsdag behandeld de zaak tegen den 35-jarigen H. C. R., gewezen burgemeester van Borsselen en gewezen ontvanger-griffier van den pol der Borsselen. die in deze beide functies ver schillende malversaties heeft gepleegd. Na het getuigenverhoor, waarbij de verdachte een bekentenis aflegde, eischte de officier van justitie één jaar en drie maanden ge vangenisstraf I^\ fel WfvlB 2 dagen 2'/» 4 Ardennen Dinant. 5 6 l Parijs, Expositie 6 door Vier landen 2 Duitschland. 2 Va Königswinter Eifel, Königswinter 2 Düsseldorf 4 langs den Rijn 6 - Harzgebergte 29.50 - 47.- Irilichtinge' en Reisgids bi| )AC. HEEMSKERK. Houtplein 34 - HAARLEM - Tel. 16448 Li I l l rN._ fO\\a^. iOh REIZEN ZONDER ZORGEN (Adv. Ingez. Med.) Het atelier van een schilder. Dinsdag en Woensdag van deze week is in Den Haag in den Huize Kleykamp het atelier van een schilder verkocht. Van een schilder, die een halve eeuw gelden tot de populairste van Holland behoorde, van Louis Apol, den winterschilder, die in het vorige jaar, bijna zeven en tachtig jaar oud, overleed. Uit den publieken verkoop van zijn nalatenschap aan eigen werk, schilderijen, schetsen en studies, werk van bevriende collega's, atelier-meubi lair en antieke voorwerpen etc. waar de Haagsche schilders zoo verzot op waren ze te verzamelen met die gebeurtenis is vermoe delijk wel het slottafreel afgespeeld van wat men het openbaar-maat-schappelijk leven der Haagsche School zou kunnen noemen. Er bestond dan ook in de Residentie groote belangstelling voor. Nu is er wel niemand meer over. wiens bestaan nog aan den bloei tijd der Hagenaars herinnert en die de eer had tot de producenten te behooren die een nationale kunst tot een kostbaar export artikel hadden opgevoerd. Het was niet meer dan behoorlijk dat deze veiling geleid werd door tweei mannen in wier bestaan de Haag sche school een belangrijk deel van hun ac tiviteit had opgenomen: ze stond onder lei ding van Jack Niekerk, chef en rechterhand van den ouden heer Tersteeg, van het ver maarde huis Goupil op de Plaats, en van diens zoon, den heer J. Tersteeg, die inmid dels den kunsthandel voor de uitgeverij verla ten heeft. In beiden zuUen heel wat herinneringen zijn omgegaan bij het ordenen en catalogi- seeren van deze nalatenschap, veel zullen zij reeds in vroeger jaren in handen gehad en bewonderd hebben bij hun bezoeken aan des meesters atelier. Nu komt dit alles, honder den studies en schetsen, onder de menschen, die meerendeels gansch andere menschen zijn dan die van vijftig jaar geleden en die vermoedelijk op dat werk met andere oogen zullen neerzien. Het was mij een ietwat trieste lust en ook een geringe nieuwsgierigheid geworden dat „atelier d'un peintre" nog eens bijeen te zien. Niet omdat ik Louis Apol persoonlijk ge kend heb ik sprak hem in mijn leven slechts een enkele maal en dan nog zeer in 't voorbijgaan maar omdat ik weet, dat met dezen uitverkoop een bepaalde periode van schilder-zijn en schildersliefhebberijen vrijwel wordt afgesloten. Daarom ben ik na ai- Den Haag gaan kijken, al wist ik dat de vei ling zaal toch nog altijd weer iets anders is dan het interieur, waarin die zaken gehan gen en gestaan hebben. De interieurs der Ma- rissen, van een Neuhuys, een Van der Weele, ter Meulen, van der Maarel en zoo vele ande ren ik heb ze gekend en ze hadden veel met elkaar gemeen. Wat had de oude Apol nog om zich heen gehouden, waartusschen leef de de ruim tachtigjarige? Dat kan je soms bezig houden, als je verleden tijden gaat be peinzen. Wat dat er met al die nog resteeren- de schilderijen en studies gaat gebeuren, laat mij betrekkelijk koud. die vinden hun weg wel. Apol is nog altijd een naam die wat zegt aan het publiek. In ieders familie hangt nog wel ergens een prent, naar zijn „Win ter in het Haagsche Bosch" of een gebakken tegel met een soortgelijk onderwerp. Apol en Duchatel zijn bij de ietwat oudere generatie nog lang niet vergeten. Maar waar tusschen leefde de oude heer, behalve tusschen het eigen werk? Had hij dezelfde liefhebbe rijen als zijn tijdgenooten of was hij, die het langst mocht blijven leven, met den tijd meê geëvolueerd en losser van de oude ge woonten geworden. In het portret van Apol, dat wij bij dit stukje reproduceeren en dat Van Wely van hem schilderde zit een moder niteit die den nestor aangenaam moet ge weest zijn. Nog eens: hoe was zijn huiselijke sfeer? En dan is, als ge bij een schilder van repu tatie thuis en in zijn atelier komt altijd van belang er op te letten, wat hij van andere schilders aan zijn muren heeft opgehangen. Natuurlijk, Apol bezat ook veel oud Delftsch aardewerk, aardige en mooie oude meubelen, een wapenrek met tientallen oude wapens dat hadden ze allen, die Haagsche schilders. Maar wat had hij van zijn bentgenooten en wat voor boeken bezat hij? Ik geloof dat de man die in de kracht van zijn leven de hoogst denkbare onderscheidin gen ontving: hij was ridder van den Eiken kroon. en van de orde van Sint Michaël van Beijeren, en officier van Oranje Nassau, die met Mesdag en Duchatel geruimen tijd de po pulairste schilder van Holland wasdat die artist nooit boven enkele jeugdvereerin- gen is uitgegroeid en van zijn waarlijk groote tijdgenooten niet veel bemerkt heeft. Een groote waardeering moet hij voor Klin kenberg hebben gehad en voor Eerelman en Hoynck van Papendrecht; van Rip en Van der Laan, van Kanneman en Van der Windt, be zit hij werken, doch van Jacob Maris had hij alleen een klein onbelangrijk stukje. Beter oog heeft hij blijkbaar gehad voor oudere voorgan gers: qualitatief was een schilderij van Stroe bei, een landschap van Van de Sande Bak huizen Senior, een paar goede stukjes van Hoppenbrouwers, een Schelfhout, het beste dat Apol van andere kunstenaars bezat. Sterk wordt zijn tijd en zijn milieu gety peerd door wat men zijn bibliotheek zou kun nen noemen. De gedichten van Beets en Ter Haar, Goethe's Faust en Milton's Verloren Pa radijs in de vertalingen van Ten Kate; zes deelen Voorgeslacht van Hofdijk, romantische werken van Schimmel en Bosboom-Tous- saint, de veertien eerste deelen van Elzevier's Maandschrift, dertien albums met etsen door Unger en veel aardrijkskundige en geschied kundige werken, een aardig boekenkastje vol. Het beste over kunst is De Bock's groote werk over Jacob Maris, dat waarschijnlijk ook het laatst verworvene beduidt (daar het in 1899 verscheen). Wat komt uit al dit particulier bezit van een in zijn tijd beroemd schilder voor gees telijke figuur te voorschijn? Het is geen burgerman die dit alles las maar wel een be perkt en behoudend type. Er is niets frivools in zijn voorkeur, maar ook niets, dat op iets bijzonders in zijn geestelijke ontspanning ge richt is of heenwijst naar onbegane paden. Is het niet aardig in die dingen die zijn bezit kenmerken, geheel zijn persoonlijkheid als schilder weerspiegeld te zien? Een solide beperktheid, een vrees voor extravaganties, een voorkeur voor antiek en een bepaalde genegenheid voor alles wat historie isge vindt dat alles in Apol den mensch, die on danks het veel ouder worden, toch een mensch bleef van vóór 1880, van vóór het wakker wor den onzer natie. Die stil bleef staan en verge ten zal worden, ondangs den roem dien hem geruimen tijd was toebedeeld.. Het „atelier van een schilder" kan soms tot aardig inzicht aanleiding geven. J. H. DE BOIS. 2>e waar&orp wvi-ecAtAeid $S&tdaarwmiop! Op "AKKERTJES" komt nevenstaand merk vo«rd an alleen aunt Ge -eker zijn een "AKKERTJE" te hebben gekregen. Overtuig U. dat men U geen waardelooze prullen in de hand stopt. Met een „AK KERTJE" waarop het merk AKKER in ruit-vorm voorkomt, kunt Ge erop reke nen dat Uw hoofdpijn, kiespijn, zenuw pijn. influenza of griep dadelijk verdwijnt, zonder dat Ge maag-krampen krijgt. Dit AKKER-merk waarborgt echtheid. Nederlandsch Product-Recept van ApothekerDumont Koker net 12 stuks 52 ct. Zakdoosje, 3 stuks 20 ct. (Adv. Ingez. Med.) Nederlandsch-Belgisch geschil voor het Permanente Hof. Het verdrag van 1863. Dinsdagmorgen te 11 uur heeft het Perma nente Hof van Internationale Justitie te 's-Gravenhage een begin gemaakt met de openbare behandeling van de procedure tus schen België en Nederland betreffende de af tapping van Maaswater, welke procedure bij verzoekschrift van 1 Augustus 1936 door de Ne derlandsche regeering bij het Permanente Hof aanhangig is gemaakt. De Nederlandsche regeering stelt zich n.l. op het standpunt, dat de wijze waarop België eenzijdig voorziet in de voeding van de in ver band met den aanleg van het Albertkanaal gegraven en nog te graven kanalen in Noord- België met water uit de Maas in strijd is met het op 12 Mei 1863 gesloten verdrag tusschen Nederland en België. Daarbij werd België in de gelegenheid gesteld, de tot dan toe bestaan de Scheldetol af te koopen, waartegenover art. 1 van het verdrag bepaalde, dat de wateraf- tapping uit de Maas voor alle beneden Maas tricht gelegen kanalen en voor de bevloeiïng van de Kempen slechts zou mogen geschieden op Nederlandsch gebied, waartoe aan den voet van het glacis der vestingwerken een speciale voedingsgeul zou worden gegraven. Door den aanleg van het Albertkanaal heeft België echter de mogelijkheid geschapen, om ook de Zuid-Willemsvaart en het Kempensche kanaal te voeden met Maaswater, dat op Bel gisch gebied nabij Luik aan de Maas wordt onttrokken. Voor Nederland treedt als pleiter op prof. mr. B. M. Telders uit Leiden, voor België J. de Ruelle uit Brussel, die wordt bijgestaan door verschillende ambtenaren van het Belgische ministerie van Openbare Werken. Er bestaat voor deze eerste zitting zeer veel belangstelling. Het hof bestond uit dertien leden. Alvorens prof. Telders het woord verkreeg wenschte de Nederlandsche rechter in het Hof, prof. van Eysinga. den vertegenwoordigers van beide partijen een vraag te stellen. De eerste vraag, gericht tot den Nederland schen vertegenwoordiger, was of in 1863, toen het verdrag tusschen Nederland en België ge sloten werd, het kanaal tusschen Turnhout en Wyneghem reeds bestond. Den Belgischen vertegenwoordiger vroeg prof. van Eysinga of België bij den aanleg van het gedeelte van het Albertkanaal tusschen Luik en Maastricht ook overleg had gepleegd met de Fransche regeering. De Maas moet im mers ook als Fransche rivier beschouwd wor den. Prof. Telders deelde mede, dat hij op de vraag van rechter van Eysinga later zal ant woorden Pleidooi van grof. Telders. Prof. mr. Telders constateert, onder verwij zing naar de stukken, dat het meeningsver- schil in hoofdzaak betrekking heeft op een contrölekwestie. Hij wil trachten, de situatie nogmaals zakelijk en zonder harstocht uiteen te zetten. Hij herinnert daarbij aan de voornaamste bepaling van het verdrag van 1863. nl. dat al het Maaswater, dat België noodig had voor de kanalen ten Zuiden van Maastricht en voor de bevloeiïng van de Kempen moest worden ver kregen door de „Rigole d'alimentation" de voe dingssleuf, nabij Maastricht, die dus geheel onder Nederlandsche controle stond, zonder mogelijkheid van Belgische beïnvloeding. Tevens bevatte het verdrag de bepaling, dat België op geen andere plaats kunstwerken mocht aanleggen om water uit de Maas af te tappen. Met een beroep op de jurisprudentie van het Hof betoogt pleiter dat het hof competent is om van deze zaak kennis te nemen, die dan ook terecht door de Nederlandsche regeering aanhangig was gemaakt. Prof. Telders gaat vervolgens de artikelen na van het verdrag van 12 Mei 1863 en wijst op een maquette de plaats aan, waar volgens art. 1 bij Maastricht de prise d'eau moest worden aangelegd, die volgens de Nederlandsche in terpretatie de eenige plaats mag zijn. waar water uit de Maas kan worden afgetapt voor de Belgische kanalen. Deze opvatting wordt trouwens bevestigd door art. 4, dat bepaalt, dat na voltooiing van het nieuwe voedingskanaal van de bestaande prise d'eau bij Hocht geen gebruik meer zou worden gemaakt. België heeft deze verplichting op zich genomen. Reeds de bouw alleen van een tweede prise d'eau op Belgisch gebied is daarom al een schending van het verdrag van 1863. De Nederlandsche minister van buitenland sche zaken, onder wien het verdrag in 1863 tot stand kwam, jhr. van der Maesen de Sombreff, heeft in het parlement verklaard, dat men van de verkregen rechten geen misbruik zou ma ken. Van Belgische zijde oppert men nu de bewering, dat de Nederlandsche interpretatie misbruik zou zijn. Spr. ontkent dat beslist. Ook een verdrag, dat een der beide partijen bepaalde rechten toekent, kan op het recipro- citeitsbeginsel gebaseerd zijn. Art. 5 geeft Ne derland het recht, bepaalde hoeveelheden wa ter af te tappen voor de Nederlandsche kana len, maar daartegenover staat, dat Nederland aan België een bepaalde hoeveelheid water moet afstaan, welke hoeveelheid door België gecontroleerd kan worden. Nederland maakt het België niet onmogelijk een kanaal te voeden tusschen de Maas en de Schelde, maar het eischt, dat dit geschiede met het water uit de Maas. dat het verkrijgt door de eenige overeengekomen prise d'eau bij Maastricht, Nederland maakt er bezwaar tegen dat België, buiten elke Nederlandsche con trole om. het water van de Maas in de Schelde gaat werpen, ten koste van de Nederlandsche belangen en in strijd met het verdrag.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 5