1
OW STEMBILJET IS EEN WAPEN!
Gebruikt het tegen de dictatuur!
KUN/T EN LEÏÏEKE*
Tentoonstelling van
Deensche Kunstnijverheid.
KO VAN DIJK t
DINSDAG 25 MKT 1937
HAARLEM'S DAGBLAD
VOOR DEN-
EH
-POLITIERECHTER
Slachtoffers van de
wapenindustrie.
Wanneer er in de wereld geen wedstrijd
was ontstaan, wie de meeste oorlogsschepen
en kanonnen in den kortst mogelijken tijd
kan vervaardigen, zouden de jongens, die
heden voor den politierechter moesten ver
schijnen, misschien van een dergelijke op
dracht verschoond zijn gebleven. Wat toch
is het geval? De wapenindustrie heeft een
zoodanige vraag naar ijzer en andere onedele
metalen in 't leven geroepen, dat de prij
zen. ervan met sprongen omhoog zijn gegaan
en wat als waardeloos of de moeite van mee
nemen niet waard, achteloos werd neerge
worpen, oefent thans op de jongens, die zoo'n
beetje doelloos langs 's Heeren wegen slente
ren, een magnetische aantrekkingskracht uit.
Die jongens zijn aan 't verzamelen getogen:
oude emmers en rijwielframes werden uit de
slooten opgevischt, maar eenmaal aan 't ver
zamelen, vervaagde gemakkelijk de grens tus-
schen weggeworpen en opgeslagen goederen,
ja de openbare weg ging zich zelfs uitstrek
ken tot bouwterreinen en in aanbouw zijnde
huizen en 't werd zoo, dat, als het begeerde
metaal slechts te bereiken was, het werd mee
genomen. En tegen het gewicht zagen zij niet
op. Zoo hadden er een paar een ijzeren balk
van een paar honderd kilo gevonden op een
bouwwerk, weer anderen namen een zooda
nige hoeveelheid mee aan stukken, die dienst
moeten doen aan de sluisdeuren te Umuiden,
weer een ander vond ergens op een afgelegen
terrein een zinken gootbedekking van 5 M.
lang, terwijl een vierde in een in aanbouw
zijnd huis een kilo of tién lood onbeheerd had
aangetroffen.
De officier van justitie was er slecht over
te spreken en aangezien hij de hausse in de
prijzen niet kan beteugelen en ook de on
mogelijkheid inziet, om bij elk stuk ijzer een
wachtpost te zetten, meende hij, dat de ver
zamelwoede door flinke gevangenisstraffen
moet worden bedwongen. De verzamelaars
raken zoo van de vlakte en anderen worden
er wellicht door weerhouden de opengevallen
plaatsen te bezetten. En wanneer dan de
lieden, die maar raak koopen en het heel niet
gek schijnen te vinden, dat een paar schooier
tjes in het bezit zijn vam spoorrails of ijze
ren balken, ondervinden, dat de justitie een
heel andere meening is toegedaan en de
helers even zwaar straft als de stelers, ver
dwijnt hun kooplust ook wel en kunnen de
jongens met hun balk van 200 kilo gaan
toeren.
3 maanden eischte de officier tegen de
ijzer dieven; evenveel tegen den zinkdief, ter
wijl tegen den jongen van het lood, die nog
een beginneling was, 14 dagen gevangenis
straf gevraagd werd.
De politierechter wil het met den lataste
nog eens protoeeren, zoodat die 14 daegn voor
waardelijk kreeg met f 5 boete. De zink jongen
had al meer op zijn boekje, waarom hij een
maand kreeg. De eene ijzerdief kreeg ook
een maand; van den ander zal een reclas-
seeringsrapport worden aangevraagd; Mr.
Stomps, de verdediger, meende, dat er met
hem misschien hier nog wel wat goeds te be
reiken is, ofschoon de jongen al eerder ver
oordeeld werd.
Een querulant.
De man, die zicli had te verantwoorden
wor het feit, dat hij den poortwachter van
Maatschappelijk Hulpbetoon had uitgeschol
den voor schooier, schoft en dergelijke, ter
wijl hij zich ook tegen dien beambte had ver
zet, toen deze hem, gedachtig aan wat vroe
ger in den Amsterdamschen schouwburg was
te lezen*
„Wie kwalijk doet, wordt uitgeleid", bui
ten de deur wilde brengen, die man maakte
aanvankelijk een heel fatsoenlijken indruk,
maar zoo fatsoenlijk had hij zich vroeger toch
niet gedragen.
Niet minder dan twaalf keer was hij ver
oordeeld en dat was goeddeels voor weder-
spannigheid en dergelijke. Hij schijnt iemand
te zijn, die zelf het gezag wil uitoefenen en
zich niet aan gezag wil onderwerpen. Men kan
hem niet aanzien of hij wordt kwaad en, zoo
als hij zelf zei. speciaal als men tegen hem
lacht. „Lachende menschen kan ik niet uit
staan", verklaarde hij en omdat de be
ambte gelachen had, had hij hem voor
schooier en schoft uitgemaakt. Ander motief
om zoo op te treden had hij niet, want de
beambte had hem den voet niet dwars gezet,
integendeel. De man had om gezondheidsre
denen het voorrecht gekregen eerst geholpen
te worden, wat op zijn kaart stond vermeld
en toen hij de kaart aan den beambte over
reikte, ging deze er mee naar binnen, om het
te laten.zien. Toen echter, vanwege beambtes
vriendelijk aanschijn een scheldpartij volgde,
kwam hij terug met onvriendelijk gezicht en
zei, dat de man den volgenden dag terug
moest komen en dus van eerste laatste werd.
Dat was koren op den molen van den queru
lanten bezoeker, die nu nog eens extra be
gon te schelden en aanhield, tot hij de deur
uitgegooid werd. Dat vond hij erg; hij meende
dat hij, ondanks zijn schelden, toch nummer
één had moeten zijn, want 't stond op zijn
kaart,
De politierechter trachtte hem aan t ver
stand te brengen, dat het voorrecht alleen
gold, als de man zich fatsoenlijk gedroeg en
dat de poortwachter, die voor de orde moest
zorgen, zeer zeker in zijn recht was, om
iemand, die hem zonder eenige reden begon
uit te schelden, den toegang te weigeren.
De officier eischte een maand gevangenis
straf, maar de politierechter twijfelde er aan
of hij hier een evenwichtig mensch voor
zich had, zoodat hij een psychiatrisch rapport
zal aanvragen, alvorens vonnis te wijzen.
N.V. CULTUURMAATSCHAPPIJ
„PAGOTTAN".
OVER/VEEN, 24 Mei. In de op 22 Mei
gehouden jaarlijksche algemeene vergadering
van aandeelhouders dezer maatschappij zijn
de verlies- en winstrekening over 1936 en de
balans per 31 December 1936 goedgekeurd.
Het dividend is vastgesteld op 6 procent.
De aftredende commissaris, de heer H. G.
Levert, werd herkozen.
De directeur deelde ter vergadering mede,
dat volgens telegrafisch bericht d.d. 20 dezer
de stand van den aanplant goed is.
Voorts dat de campagne dit laar geopend
zal worden op 17 Juni a.s„ terwijl de taxaties
luiden: 1385 q. riet en 180 q. kristal per H.A.,
rendement 13 procent.
KERKCONCERT IN DE OOSTERKERK.
Woensdagavond 26 Mei wordt door het
Oosterkerkkoor een kerkconcert gegeven In
de Oosterkerk. Aan dit concert zal worden
medegewerkt door Eie Tuyl Schuitemaker,
alt, George Karsen, tenor, Herman Hülsman,
bas, Han Hoogewoud, orgel en een klein or
kest
(Adv. Ingez. Med.)
Nederland heeft een wereld
roeping.
Vergadering R.-K. Staatspartij.
Felle aanvallen op N. S. B. en Communisme.
In een tweetal tot de laatste" plaats
bezette zalen van gebouw St. Bavo
hield de R.K. Staatspartij gister
avond haar laatste bijeenkomst
voor de verkiezingen, waar pater Bor-
romaeus de Greeve en mr. J, B'. Bo-
mans het woord voerden, die beiden
félle aanvallen op N. S. B'. en com
munisme deden.
De voorzitter der afdeeling Haarlem, dr.
Th. Th Koot, opende den avond met den
Christelijken groet, waarna hij een woord
van welkom sprak, in het bijzonder tot de
beide sprekers, pater Borromaeus de Greeve
en mr. J. B. Bomans, dien spr. den vader van
de Haarlemsche propagandaclub noemde.
De r, k. s. p., aldus pater de Greeve, be
gint zich duchtig te roeren, Dit is noodig ge
weest door de. sterke actie van machten, die
met holle leuzen tot het volk komen. Spr.
wekte daarom op tot eenheid in de staats
partij.
Er zijn machten, die die eenheid willen ver
breken. Door een. geweldige propaganda is
het de N. S. B. bij de Provinciale Statenver
kiezingen gelukt een aanvankelijk succes te
behalen. Na dit succes is het gebral echter
pas goed begonnen, aldus spr. De taktiek is
reclame, maar dat is ook alles. Ook het rel
letje op het Blauwe Zand, waarvan de schuld
vraag nog niet beantwoord is, noemde spr.
niets dan reclame.
Spr. was dan ook van meening, dat de ka
tholiek zich van de N. S, B. afzijdig zal en
moet houden. Want als Mussert de baas zou
worden, zou de godsdienst geknecht worden
en ten offer vallen aan de staatstotaliteit,
omdat dit de zuivere consequentie is van de
fascistische staatsleer. De gang van zaken
in Duitschland. heeft dit bewezen.
Slechts wat God goedkeurt, is goed en wat
God afkeurt is kwaad, dit wordt niet door den
staat bepaald.
De katholieken willen niet door Mussert
beschermd worden. Him godsdienstig inzicht
houdt hen daarvan terug. Het Nederlandsche
episcopaat heeft daarom de katholieken
verboden hun steun aan de N. S. B. te geven.
Wel kunnen de N. S. B.'ers nu een eigen ka
tholicisme belijden, doch zij zullen het zonder
de Heilige Sacramenten moeten stellen.
Er is een afgrond tusschen de fatsoensbe
grippen van de N. S. B. en die van ons, aldus
spr. Hiervan getuigen ook de talloze ver
kiezingspamfletten, waarvan spr. ei' enkele
citeerde. Spr. vroeg zich af, of de N. S. B.-
leider wel au sérieux te nemen is.
Nederland is het beste land ter wereld, met
een werkzaam volk, een vruchtbaren bodem
en een hoogstaande Vrouwe tot koningin (da
verend applaus).
De N. S. B. zegt, tegen het communisme te
strijden, doch wij hebben haar daarvoor niet
noodig. Dat kunnen wij zelf wel, aldus spr.
Spreker protesteerde met nadruk tegen de
atheïstische actie van 't communisme, waar
tegen de Paus zijn waarschuwende stem
heeft doen hooren.
Na het beëindigen van zijn gloedvolle rede
bracht het publiek den spreker staande een
ware ovatie.
Na een muzikaal intermezzo, door de hee
ren Luc Louman (bariton) en Olivier Koops
(piano), voerde mr. J. B. Bomans het woord.
Spr. begon zijn rede, met het citeeren van
het „Zonnelied" van St. Franciscus en een
sonnet van Michel Angelo, in welk laatste
vers gezegd wordt, dat de zon slechts een
schaduw is van God. Thans wordt Mussert
voorgesteld als een schaduw van God, doch
hij lijkt, aldus spr., meer op een zonsver
duistering, al is die vergelijking eigenlijk nog
te mooi.
Spr. critiseerde de verkiezingseditie van
Volk en Vaderland, die „vele gezinnen in Ne
derland een vroolijken avond heeft bezorgd".
Ei- zijn thans tallooze N. S. B,-dominéés, en
spr. vroeg zich af, of het niet wenschelijk
zou zijn de theologische faculteit van de Uni
versiteit te scheiden en elk kerkgenootschap
voor de opleiding van zijn eigen kerkdiena
ren te laten zorgen.
Wij leven, aldus spr. in een bezeten we
reld, waarin het kwaad hoogtij viert en het
communisme welig woekert. Dit laatste ge
vaar werd door den Paus gesignaleerd in zijn
laatste encycliek.
De R. K. S. P. vxaagt volgens spr., een
zuiver reehtsche regeering. Zij wil zelfs geen
„samenwerking op breeden grondslag" en het
is een dwaasheid, te veronderstellen, dat de
R. K. S. P. straks samen met de S. D. A. IP. een
regeering zou gaan vormen. Immers, nog in
1933 werd zelfs een medewerking aan het
„Kabinet op breede basis" van dr. Colijn
geweigerd (applaus)
Nederland, dat een land is, dat wel een
zeer bevoorrechte plaats in de wereld inneemt
aldus spr., heeft de roeping, om het katho
lieke geloof voor de wereld te redden. Spr.
besloot zijn rede met een krachtige opwek
king, om op 26 Mei op de R.K. Staatspartij te
stemmen.
PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE
RADIOCENTRALE OP WOENSDAG 26 MEI
Programma I: Hilversum I.
Programma II: Hilversum II.
Programma III: 800 Keulen. 10.50 Pauze.
11.05 London Regional. 12.20 Vlaamsch Brus
sel; 1,35 Keulen. 3.35 London Regional. 5.05
Parijs Radio. 5.20 Fransch Brussel. 6.20 Lon-
dan Regional. 7.20 Vlaamsch Brussel. 7.50
Diversen. 8.20 Fransch Brussel. 9.20 London
Reeional. 10.20 Vlaamsch Brussel. 10.30 Boe
dapest; 11.00 Berlijn.
Programma IV: 8.00 Vlaamsch Brussel. 9.20
Pauze. 10.35 Droitwich. 2.25 London Regio
nal; 3.20 Droitwich. 10.45 Pauze. 10.50 Lon
den Regional. 11.30 Droitwich.
Programma V: 8.007.00 Diversen. 7.00
Eigen gramofoonplaten concert: Operamuziek.
1. La Bohème, Puccini. Solisten, koor en or
kest. 2. Parelvisschers, Luigi Fort, Leo Piccioli.
3. Barbier de Seville, Idem. 4. Tosca, Alfred
Piccaver. 8.00—12.00 Diversen.
Verkiezingsvergadering S. D. A. P.
Ir. J. W. Albarda aan het woord.
Maandagavond hield de Federatie Haarlem
der S.D.A.P. een groote verkiezingsvergade
ring in het Gem. Concertgebouw, onder lei
ding van den heer S. P. Doek.
Er waren meer dan 2000 belangstellenden,
verdeeld over de groote zaal, de Tuinzaal en
de bovenzaal. In de beide laatste zalen was
het gesprokene door geluidsversterkers hoor
baar. Naar de heer Doek in zijn openings
woord mededeelde, waren er honderden niet-
partijgenooten aanwezig, wien allen een
plaats in de groote zaal was aangewezen.
Spreker was Ir. J. W. Albarda, lid van de
Tweede Kamer.
Spr. wierp een terugblik op de afgeloopen
parlementaire periode, het was een moeilijke
tijd, vooral ook voor de arbeidersklasse;
land en volk van Nederland zijn zwaar ge
troffen, De slagen daalden op alle groepen en
klassen van het volk neer. Aan velen ont
zonk de moed, ook omdat de vakbeweging in
Duitschland werd neergeslagen. Maar in Ne
derland bleek de arbeidersbeweging tegen de
beproevingen bestand. (Applaus). Zij is nu
sterker dan aan het begin der parlementaire
periode.
Woensdag a.s. zullen de kiezers hun oor
deel moeten zeggen over de politiek van het
kabinet-Colijn. Dit oordeel moet ongunstig
zijn. Die politiek was noodlottig en een mis-
lukking.
Spr. moest eerst 3 dingen erkennen: de
regeering heeft het in de afgeloopen jaren
zeer moeilijk gehad; de regeering heeft het
zich niet gemakkelijk gemaakt en natuurlijk
dragen de heer Colijn en de zijnen niet ide
schuld van de crisis. Maar wel is Colijn ver
antwoordelijk voor den koers, dien hij gedu
rende de crisis heeft gevaren. Dat was de
koers van de aanpassingspolitiek, eigenlijk
een puur-liberale politiek, die al 160 jaar oud
is, maar in onzen tijd noodlottig en foutief is,
omdat de economische omstandigheden dei-
arbeiders sinds die 150 jaar totaal zijn ver
anderd. De arbeidersklasse is nu een der tal-
rijkste klassen, wat vroeger in het geheel
niet het geval was en levenspeil, ontwikke
ling enz. zijn enorm verhoogd.
Er is nu een begin van herstel merkbaar,
dat nog maar zwak is, doch dat is gekomen
ondanks de aanpassingspolitiek van den
heer Colijn. Nederland begint er nu van te
profiteeren, dat het in andere landen, waar
van de regeeringen wijzer waren dan de heer
Colijn, thans beter gaat. Een andere oor
zaak van dat herstel is de devaluatie, waar
toe de heer Colijn door de omstandigheden
is gedwongen. En ee-n derde ooi-zaak is de
bewapeningswedstrijd, die een groote econo
mische bedrijvigheid teweeg brengt.
Spr. gaf hierna als zijn meening te ken
nen, dat dr. Colijn geen enkel van zijn pro
gramma punten, waarmede hij begon te re-
geeren 4 jaar geleden, heeft uitgevoerd. De
Staatsschuld is met 6C0 hiillioen toegeno
men; de werkloosheid is niet verminderd,
enorme sommen moeten worden uitgegeven
voor steun, niettegenstaande die uitkeerin-
gen te karig zijn.
De heer Albarda critiseerde scherp het
Werkfonds; hiervoor is f 100 millioen toege
staan enf 22 millioen is besteed! Ge
meenten mochten geen groote werken uit
voeren. Op het gebied van aanleg en ver
betering van wegen is slechts de helft ge
daan van wat men zich voorgenomen had.
Zoo zag men overal vertraging in plaats van
versnelling. De Nederlandsche handelsvloot
is in de crisis het meest ingekrompen en
haar toestand is thans, vergeleken met an
dere handelsvloten, de slechtste, omdat niet
tijdig gezorgd is voor uitbreiding en verbe
tering.
De regeering-Colijn heeft niet den moed
gehad, de onrechtvaardige bepalingen tegen
de S.D.A.P. genomen, te herroepen, toen
glashelder was gebleken, dat de S.D.A.P. met
de muiterij op „De Zeven Provinciën" niets
te makenhad. En waarom had zij dien
moed niet? Omdat zij de critiek der fascisten
vreesde
Spr. zette voorts de hoofdgedachte van
het Plan van den Arbeid uiteen, met het
daarin vervatte Crisisplan voor de uitvoe
ring van vele openbare werken.
Woensdag zal moeten blijken hoevelen van
het Nederlandsche volk zich scharen achter
de S.D.A.P. en hoevelen de noodlottige poli
tiek van Colijn willen blijven aanhangen, een
politiek die vooral gesteund is door Katho
lieken en Vrijzinnig-Democraten, die toen
het oogenblik er voor was aangebroken,
weigerden met de S.D.A.P. zitting te nemen
in een kabinet van herstel.
Tenslotte waarschuwde de heer Albarda
tegen de gevaren der dictatuur, zooals die
bijvoorbeeld in Duitschland aan den dag ko
men. Zooiets in Nederland te willen invoeren
is een laagheid en wie dit zou willen doen,
zal de S.D.A.P. tot den laatsten man en de
laatste vrouw tegenover zich vinden. (Ap
plaus)
De bijeenkomst werd opgeluisterd door de
medewerking van ,,De Stem des Volks" (zang)
en de Muziekvereeniging .Excelsior".
Verkeers ex aniens te Haarlem.
Uitreiking der speldjes.
De Onderwijs-Verkeerscommissie te Haar
lem deelt ons mede dat de uitreiking van het
Verkeersspeldje aan de kinderen, die voor
het Verkeersexamen zijn geslaagd, zal plaats
hebben op Donderdag 27 Mei, en wel voor de
eerste groep te 9.30 uur en voor de tweede
groep te 14 uur in de Gemeentelijke Concert
zaal, Lange Begijnestraat. In deze bijeen
komsten zal tevens worden vertoond de Jeugd
Verkeersfilm van de Kon. A. N. W. B.: „Juist,
zoo is het goed."
Er zijn totaal 2215 leerlingen geëxamineerd,
daarvan zijn er 1899 geslaagd.
Aan de leerlingen, die voor het volledig
examen geslaagd zijn, zal een speciaal Haar-
lemsch verkeersspeldje worden uitgereikt, ter
wijl de kinderen, die voor het schriftelijk en
het voetgangersexamen slaagden, een speldje
van de Vereeniging „Veilig Verkeer" zullen
ontvangen.
In verband met het groot aantal geslaag
den was het niet mogelijk een bijeenkomst te
beleggen op een Woensdagmiddag. De com
missie was daarom genoodzaakt hiervoor
een gewonen schooldag te- bestemmen en de
geslaagde leerlingen in twee groepen te ver
deel en.
Afwijking van de de lesrooster voor boven-
genoemden dag is door de bevoegde instan
ties goedgekeurd.
KUNST.
In Amsterdam's Stedelijk Museum.
De heer Ir. G. Friedhoff was zoo welwillend
onze aandacht te vestigen op de hierboven ge
noemde tentoonstellin, die tot zes Juni nog in
het parterre-gedeelte van het Museum te be
zichtigen is. Ze werd ingericht met medewer
king van het Selskabet till Haandarbejdets
Fremme wat zooveel beduidt als Genoot
schap ter bevordering van het handwerk -
dat te Kopenhagen gevestigd, en waarvan de
Koningin van Denemarken beschermvrouwe is.
Bovendien staat ze onder het patronaat van
de daarvoor aangewezen autoriteiten, terwijl
zeven en twintig Hollandsche heeren in een
eerecomité en acht en tachtig Hollandsche da
mes in een comité van aanbeveling zijn opge
nomen. Waarmee wel is aangetoond dat dit
maar niet zoo'n gewone tentoonstelling is en
ze zeker de belangstelling ook onzer lezers
verdient.
Men zal bij het doorwandelen dezer zalen
zeker getroffen zijn door den eenvoudigen
goeden smaak, de warsheid van alle bizarrerie
die der Deensche kunstnijverheid eigen schijnt
te zijn. Over het algemeen kan men zeggen
dat er niet naar excentrieken vorm of ver
siering gestreefd wordt, doch op een goed<
traditie wordt voortgebouwd zonder de in
vloeden van een nieuweren tijd te ontkennen
of te negeeren. Al zouden we niet durven be
weren dat op deze terreinen ook in. ons land
geen gelijkwaardige krachten arbeiden, blijft
tich immer die productie van het ons verwan
te volk opmerkelijk en aantrekkelijk waar hun
speciale landaard op levendige wijze te voor
schijn treedt.
Onder de reeds gunstig bekend staande
kunstindustrieën der Denen nemen die van
het aardewerk en het glas een eerste plaats in.
De Koninklijke Porceleinfabriek en die van de
firma Bing en Gröndahl, welke beide van de
diensten van artisten-ontwerpers gebruik ma
ken, zijn bekend en worden in ons land reeds
door bekende firma's vertegenwoordigd. Zoo
is het ook met de bekende zilversmederij van
Georg Jensen, waarvan de producten in Hol
land door Begeer, Van Kempen en Vos in den
handel gebracht worden. Doch daarnaast wer
ken natuurlijk nog veel artisten individueel
en voor eigen risico, speciaal in de meubel
makerij, de weef- en borduurtechnieken er
nog zooveel andere vakken meer; en een ten
toonstelling als deze kan juist voor hen een
goede gelegenheid zijn hun werk te doen ken
nen en hun relaties uit te breiden.
Onder de aTtistennamen vinden wij telkens
bekende klanken. Pola Gauguin zeker en Jean
Gauguin waarschijnlijk zijn familie van den
grooten schilder van Tahiti, en Soend Ham-
mershoj, die de prachtig gekartelde vaas
maakte welke door de werkplaatsen van Her
man Kahler werd ingezonden, zal wel een
verwant van den fijnen interieurschilder uit
het eind der negentiende eeuw zijn. Onze le
zeressen zullen hier van smaakvol bedrukte
stoffenkunnen genieten en een aantal go-
bèlin-achtige wandtapijten bewonderen, die
door een eenvoudig-deftige kleurenvoeging en
een zeer weinig opvallende, doch zeer savante
sierende teekening opvallen. Een cocktail
shaker met glazen, door den juwelier Michel-
sen ontworpen, heeft het imposante van een
New-Yorkschen skyscraper en de zuivere
Waarheid van het drinkglas, zooals die dooi
den kenner verlangd wordt. Over drinkglazen,
zooals die hier onder anderen, door Holme-
gaard zijn ingezonden zou, denk ik, zelfs de
veeleischende geestige schrijver over glazen in
het aardige maandschrift van de wijnkoopers
Oud te Haarlem tevreden zijn. Ik las dat goed
geredigeerde en royaal verzorgde reclame-
periodiek of huisorgaan, door de firma Oud
onder den titel Rondom den wijnstok de we
reld in gestuurd, vaak met welbehagen en
trof nu juist in het laatste nummer dat goede
relaas van den fijnproever die een goed wijn
glas wilde gaan koopen en in een étalage niet
dan vreemdsoortige gewrochten vond. Mag ik
dat relaas voor mijn lezers overschrijven om
een opgewekt slot aan mijn verslag te ma
ken, dat bovendien de wenschelijkheid eener
schoone, maar vooral verstandige kunstnij
verheid illustreert? Daar gaan we dan:
„Die sombere figuur voor het spiegelend
venster van den grooten glaswinkel, dat moest
mijn vriend Verster zijn. Geen mensch ter
wereld draagt zulke zwarte slappe hoeden en
rookt zijn sigaret op zoo eigendommelijke wij
ze. En geen mensch ter wereld kan zoo vol
afschuw en wanhoop het hoofd schudden over
de kleinigheden des levens, gelijk hij thans
deed, bij de beschouwing van een étalage vol
glazen. Ik kwam naast hem s'baan. „Nee?" zei
ik. „Goeie middag^ zei hij. „Nee, verschrikke
lijk! kijk nou eens
Het was verschrikkelijk. Op de eerste rij
stonden raar gevormde blauwe glaasjes, be
schilderd met roze bloemen en hardgroene
grassprieten. Geschikt om er iets uit te drin
ken, waarvan men de Weur niet wil zien. Een
coctail-set.
Men zag verder likeurkelkjes in geslepen
blauw en rood Boheemsch glas, op zwaar we
genden vierkanten voet, Rijn- en Moezel
glazen, zoo graskleurig dat men al van het
glas alleen een zuren smaak op den tong
kreeg, en tenslotte een aantal Bordeauxglazen
in rij en gelid, die het ondoeltreffendst ge
reedschap waren dat ooit geschapen werd: ze
waren van gerookt glas, met een gouden
randje, spits, en met zware voeten.
„Hoe krijgen ze het bij elkaar?" zei ik.
„Raadselachtig", zei mijn hoofdschuddende
metgezel. Wie koopt zoo iets? Wie drinkt er uit
zoo iets?"
„Ga mee het vragen", zei ik.
„Kun je dat doen? Is het niet
„We doen het" zei ik. En wij deden het.
Wij troffen een achtenswaardig winkelbe
diende van middelbaren leeftijd en lieten hem
het Bordeauxglas demonstreeren.
„Waarom" vroeg Verster „is dit glas
zoo grauw van kleur, mijnheer?"
„Een elegante kleur...." zei de winkelbe
diende.
„Hm", zei Verster, „Maar hoe kan ik in dit
glas ooit van mijn levensdagen zien wat voor
kleur de wijn heeft die ik drink?
Drinkt U wijn?"
„Neen mijnheer", zei de glasverkooper, alsof
men hem gevraagd had of hij zich doorloo
pend schuldig maakte aan een der zeven
hoofdzonden. „Dacht ik al", zei Verster. „Dus
u verkoopt iets waarvan u niets weet?"
„Pardon?" zei de glasverkooper.
„Geen pardon", zei Verster. „Verkoopt u ook
goede wijnglazen? Ik bedoel glazen, waaruit
men wijn kan drinken en zien wat men
drinkt?" „Ik zal eens vragen", zei de glasver- I
kooper, ietwat verbijsterd en hij keerde na
eenige seconden terug met een respectabel
man met witte haren. „U wenscht?" vroeg d<
man met de witte haren beminnelijk.
„Wij wenschen een behoorlijk wijnglas U
koopen, en niet iets om bloemetjes in te zet
ten", zei Verster, op het oorlogspad. „Een gla:
waaruit en waarin men wijn kan ruiken, zier
en drinken. Een wijnglas! Een doodgewoon
goed, helder wijnglas, begrijpt u?"
„Aha", zei de man met de witte haren, „u i
kenner, mijnheer?"
„Ik zei wijnglas" mompelde Verster, die al
ler onhebbelijkst kan zijn als hij geraakt is.
Een mirakel; die oude heer met het witti
haar leidde ons in vier stappen naar een ach
tertoonbank stikvol van de voortreffelijkst
glazen: heldere tulpen van glas voor de Bor
deaux, prachtige groote kelken voor de Bour
gogne, uitnemende blanke bodega-glazen voo
de sherry: licht, goed, harmonisch glaswerk.
„Wel hier en ginder", zei Verster, „als u dl
hebt, waarom etaleert u dan die apekool?"
„Het nieuwste mijnheer", zei de man met d
witte haren, beleefd. „Fraai is het zeker niet
Maar men moet met zijn tijd meegaan. Geluk
kig wordt het slecht verklocht, als u dat ple
zier kan doen".
„Een pak van mijn hart", zei Verster, en hi
zette zijn hoed recht. „Maar wie koopt het?
„De onbekwame koopers, mijnheer. D
jongelui van de cocktails. En de heel oude me
vrouwen die hun kleinzoons een huwelijks
geschenk geven en modern willen zijn. En d
heel jong getrouwde mevrouwen die het no
niet weten. Maar weest u gerust, mijnheel
Dit glas gaat altijd nog het best".
En hij zette ons, op zijn zwartfluweelen la;
een simpel pronkstuk voor: licht van voel
sterk van steel, ruim en toegebogen van keil
Een wijnglas zonder eenige tierelantijn of ver
siering, een glas geschapen om wijn uit t
drinken.
„Het is prettig zulke glazen te verkooper
mijnheer", zei hij, „men drinkt er goed uit",
.Perfect!" zei Verster. „Drink u wijn?"
„Hoe zou ik", zei de man met de witte ha
ren „anders weten wat een goed wijngla
was?"
„Accoord", zei Verster.
Waaruit men de gevaarlijke conclusie zo
moeten trekken dat de kunstnijveraar, die gla
zen om uit te drinken ontwerpt, kans loof
vandaag of morgen naar Hulsbergen te ver
hutzen. Maar dat doet aan den aardigen vorr
van bovenstaand verhaal niets af.
En dat het Kopenhaagsch Genootschap i
den aanvang genoemd, „door haar frisch ini
tiatief en haar ballast aan inzicht en cultuur
reeds veel goeds verricht heeft, zooals in he
voorwoord staat, zullen wij maar als een on
achtzaamheid van den vertaler uit 't Deense
beschouwen. „Ballast" zéi U?
J. H. DE BOIS
HET TOONEE
Ko van Dijk, van wiens plotseling overlijde
op Zondagmiddag wij in ons blad van giste
ren melding hebben gemaakt, was een ra;
acteur. Wij, Haarlemmers, hebben ons hier va
herhaaldelijk kunnen overtuigen in den bloe
tijd van Het Schouwtooneel, toen hij zoo ve
malen in grooté rollen meestal naast Ja
Musch op de planken van onzen Stad
schouwburg; heeft gestaan.
Van Dijk was een acteur van laaiend ten
perament. In elke rol gaf hij zich met he
zijn persoon. Hij lééfde op het tooneel. Zi
spel „caché" houden, kon hij niet, ook ni
op een repetitie. Zoodra hij „op" was, had
rol hem te pakken, vulde hij het tooneel m
zijn vitaliteit. Ik heb van Dijk herhaaldelijk
repetities gezien in stukken van anderen
van mij zelf, maar nooit zag ik hem één oogei
blik uit zijn rol. Het was, of de planken alle<
hem reeds inspireerden. Ik heb van Dijk eei
in e.en stuk yan een Hollandsch auteur e<
hartstochtelijke scène op één middag tot vi
maal toe zien repeteeren, telkens weer m
evenveel kracht en met hetzelfde feu sacn
Hij speelde in die leege zaal met een vuv
dat de „vonken er afspatten" en gaf leven e
kleur aan de scène door zijn gloedvol sp<
zelfs als de omgeving om hem dood was.
Dat was ook één van de redenen, waaro
zijn collega's hem als tooneelspeler zoo hot
stelden. Feitelijk werd hij in de tooneelsp-
lerskringen meer nog gewaardeerd dan doi
het gewone publiek. Zijn naam had in de a
tistenwereld een uitstekenden klank. Een ra
speler, zoo noemden zij hem allen.
Zijn collega's waardeerden hem om z'j
groot, breed talent, maar niet minder om zij
hartelijkheid en zijn gulheid als mensch. K
van Dijk was, zooals hij er uitzag, eeh jovial
breede kerel. Van „roddelen", van achterkla
moest hij niets hebben. Hij gaf zich steed
zooals hij was, met al zijn eerlijkheid yan „al
round" artist. Van Dijk was de natuurlijkhei
en de eerlijkheid zelve. Voor zijn minder-bt
gaafde kunstbroeders was hij de hartelijk
kameraad, die zich nooit liet voorstaan op zij
groot talent. Altijd weer, zelfs in de moeilijks!
omstandigheden en ik kan verzekeren, ds
hij die in de laatste jaren heeft gehad trc
hij mij door'zijn onverstoorbaar, goed humeu
zijn steeds montere stemming en zijn schijr
bare onvermoeidheid.
Wat al prachtige rollen herinner ik m
van Van Dijk! Wie, die hem als Kaïn gezie
heeft, in De Paradijsvloek, zal die rol oo:
van hem vergeten. Hij was als één laaien
brok vuur. En zijn Julian Fiehtner in „De Een
zame Weg" van Schnitzler, die hij met zo
fijn begrip, heel teer en diep mensehelij
speelde. Ik noem deze twee rollen, omdat z
zoo zeer verschillend waren. De eerste jare
van Hiet Schouwtooneel, waarin vooral d
Haarlemmers hem hebben gezien, was feitelij
zijn glorietijd, al had hij ook daar vóór b:
het oude „Neerlandsch" en bij Royaards -
voortreffelijke dingen gedaan, zooals in Juliu
Caesar Cassius IJsbrand, Cyrano, D
Duivel en de Vrouw en in Strindberg's Doo
dendans.
Maar bij „Het Schouwtooneel" kreeg hij tel
kens weer nieuwe groote rollen, al boden dez
hem zelden de gelegenheid zijn breed, en voors
romantisch talent ten volle te ontplooien.
Ko van Dijk stamde als zoo velen van d
oudere acteurs uit een tooneelspelersfamilk
Zijn vader, Kees van Dijk. was bij het toonee'
Willem van Zuylen was zijn zwager, mevroiu
Albrecht zijn tante en Mien Budermanva:
Dijk bij wie hij als kind is opgevoed wa
zijn zuster. Hij mocht zich dus tooneelspele
„par droit de naissance" noemen. Maar hij wa
het niet minder door zijn talent.
Den laatsten keer, dat ik hem zag optredei
was te Amsterdam in Wolven van Romaii
Rolland, in welk revolutiedrama hij Verral
den dierlijken slager-officier speelde met eei
kracht en een gloed die heel het tooneel ii
vlam zette. Wij kunnen ons nauwelijks begrij
pen, dat deze acteur met het laaiend tempera
ment, die steeds onvermoeid was, thans voo:
goed de rust is ingegaan. Maar en dit is eer
troost misschien is Ko van Dijk door zijl
heengaan voor veel zorg en leed gespaard ge
bleven. Hoe weinig toekomst is er nog voor d<
artisten van het gehalte als een Ko van Dijk
En wat had deze ras-kunstenaar moeten be
ginnen, als hij niet meer had kunnen spelen!
Wellicht is de dood voor dezen warmen, har-
telijken mensch en artist een waarachtig
vriend geweest.
J. B. SCHUIL,