Buitenblits li «ERIHAAN H.D. IRISSEN. WOENSDAG 26 ME 1.1937 HAARLEM'S DAGBLAD .1 Verkiezingsvergadering N. S. B. Rede van ir. A. A. Mussert. De N. S. B. hield Dinsdagavond in de Ge meentelijke Concertzaal een verkiezingsver gadering, die zeer druk bezocht was. Ook de tuin- en bovenzaal waren in gebruik geno men. De vergadering werd geleid door Dr. Ch. A. GÖtte. Het eerst werd het woord gevoerd door den heer Tj. O. van der Weide, uit Overveen. Deze herinnerde aan de arrestatie van den N. S. B.-spreker Veltmeijer te Bussum en merkte op. dat het tegenwoordige gezag met alle mogelijke middelen tracht, het gezag van deze opkomende beweging in de Mem te smoren. „Maar dit zal niet lukken," zei spre ker. „Men zal een taaien tegenstander aan ons hebben; vroeger waren we bang, maar nu niet meer. Er zullen nog tallooze slachtoffei-s vallen, maar bij elk nieuw offer zullen weer honderden enthousiasten opstaan om den strijd voort te zetten en te winnen. De opkomende storm van de N. S. B. is niet tegen te houden. Onze tegenstanders schij nen veel te mogen doen, dat door justitie en politie wordt toegestaan. Maar als een N. S. B.'er even uit de plooi valt, dan wordt hij ge pakt. Hij behoeft maar een zwart lapje om den hals te doen (onder groote hilariteit bracht hij een zwarten lap van onder zijn Meeding te voorschijn) en hij wordt tot een misdadiger gestempeld. Dit zwarte lapje geeft aan de huidige overheid meer zorg, dan de 500.000 werMoozen in ons land. De democra tie valt over kleinigheden, maar de N. S. B. heeft aandacht voor de groote dingen. Alle kwalen van dezen tijd worden veroorzaakt omdat er geen eenheid in ons volk bestaat. Iedere Nederlander moet bij onze beweging komen, want wij zullen één volk vormen. De liberalen zeiden vroeger altijd: „God voor ons allen en ieder voor zichzelf", maar de N. S. B.'ers huldigen den stelregel: we zijn ons broeders hoeder. Er moet een einde aan de slavernij van de democratie worden ge maakt. Weg met de politieke partijen, die ons volk verraden hebben. Het Nedex-landsche volk staat nog zoo ver van ons verwijderd, omdat wij zoo belasterd worden. Men tracht ons 't leven zuur te maken met alle mogelijke middelen, maar aan den avond van den ver kiezingsdag zullen wij in den Stadsschouw burg de overwinning vieren. Onze principieele beweging zal Nederland weer op pooten zet ten: we zullen den strijd voort zetten voor het Nederlandsche volk, totdat de overwin ning behaald is." Tenslotte critiseerde spreker de politiek van minister Colijn en van de S. D. A. P. Rede ir. A. A. Mussert. Terwijl alle leden zich van hun zetels ver hieven en het orgel speelde kwam ir. Mussert de zaal binnen. Bij zijn verschijning op het podium werd hij met een driewerf „hou-zee!" begroet „Wij staan aan den vooravond van een krachtproef," zei spreker; „het wordt een Machtproef, die vóór onze komst in Nederland onmogelijk was. Nu strijden nog velen tegen ons, maar eens komt de tijd, dat we allen zij aan zij staan. Onze tegenstanders heb ben alles gedaan om er zorg voor te dragen dat we vernietigd worden, maar we gelooven vaster dan ooit, dat ze bedrogen zullen uit komen. Het nationaal-socialisme is niet te vernietigen. Wij hebben genoeg van de avon turen in Curacao; we hebben genoeg van Teun den klepperman; we hebben er genoeg van, dat onze Kioningin in Amsterdam niet kan uitrijden, zonder dat in haar nabijheid de Internationale wordt gezongen; we hebben genoeg van de bezuiniging op onze weer macht en dat de ruggegraat van ons volk ge broken wordt. We hebben ons volk te lief om toe te laten, dat het tot den ondergang ge bracht wordt, ook al besmeurt men ons met modder. We vechten gelukMg niet tegen windmolens, want we weten, dat we voor de toekomst van ons volk noodig zijn. Langzaam maar zeker is het nationaal-socialisme in ons land gekomen. De oogen van ons volk zullen wel geopend worden. De N. S. B., het beste deel van ons volk, heeft liefde genoeg voor de natie, om de duizenden proletariërs in ons land, die door de S. D. A. P. niet geholpen zijn en op wier schouders de natie rust, tot ons te brengen. De eer van den arbeid, die tot dusver ondermijnd werd, moet hoog worden gehouden. Zij zullen met ons een beter en ge lukkig volk worden. De ouders moeten de jeugd in deze richting opvoeden." De heer Mussert herinnerde er aan, dat dertig jaar geleden met de „Gelderland" de Transvaalsche president Paul Kruger naar Nederland gebracht wed. „En met diezelfde oude schuit heeft men het aangedurfd," zei spreker, „om. de Nederlandsche Kroonprinses naar Engeland te brengen om daar het kro ningsfeest van den Engelschen koning bij te wonen. Ons volk mag zich dit niet meer la ten aanleunen; die antieke schuiten moeten naar den Kinderdijk gesleept worden. De in zet van onze beweging is de opstanding van ons volk; we staan vaster dan ooit in onze schoenen. Ons volk gaat langzaam maar ze ker den goeden weg op; den weg der weder opstanding. Wij willen met eere den opgang van ons volk en hebben de hoop, dat dit zal gebeuren. De honderdduizenden volksgenoo- ten zijn er nog en het vaderland is er nog. Als dat er niet meer was, dan zou ons volk niet meer opgericht kunnen worden. Op den verkiezingsdag zullen we zien, hoe ver de N. S. B. en hoe ver het communisme in ons volk zijn doorgedrongen. Wij zullen bewijzen, dat onze strijd niet voor niets gestreden is. Er is in deze dagen een soort van delirium tegen ons, maar toch komen we aan den nieuwen tijd. De wil van ons volk is niet meer te stuiten. Nu zien we de verloving van Al- barda met Goseling en die zal door een trouw partij worden gevolgd. Velen van de N.S.B. incasseeren nog steeds slagen ter wille van ons volk; we worden nog steeds gehoond, maar spoedig komt de tijd, dat onze tegen standers erkennen moeten, zich vergist te hebben. Op den verkiezingsdag zullen we peilen, hoever we tot de ziel van ons volk zijn doorgedrongen. En dan zullen we voortmar- cheeren, want een moeilijke taak wacht ons dan nog, maar de wetenschap dat ons volk tenslotte weer één zal worden, zal ons ster ken. Wij allen gelooven en vertrouwen dat het nationaal-socialisme er komen zal. Hou zee!" Met dezen uitroep en met orgelspel werd ir. Mussert uitgeleide gedaan, waarna een half uur gepauzeerd werd. In de pauze bleken vele personen, die blijk baar alleen gekomen waren om ir. Mussert te hooren spreken, de bijeenkomst verlaten te hebben. De voorzitter verzocht daarop aan de aanwezigen in de tuinzaal, in de groote zaal te willen komen. Hierop werd het woord verleend aan Jhr. Mr. W. van der Goes van Naters uit Zeist. Deze herinnerde aan de vroegere Haarlemsche heldin Kenau Simonsz Hasse- laer, waarop hij vroeg, o (fer ook nu nog heldinnen waren. Uit de zaal klonk het antwoord: „ja, er zijn er genoeg!" „Ja, gelukkig", zei spreker, „ook in dezen tijd hebben we nog heldinnen en (helden, die trots elke terreur en alle foeleedigingen de Zet Uw landhuizen, priëelen, schuren, schuttingen, hekken en hokken met één kwastje „Buiten- bijts" mooi in de kleur! Groen, geel, oranje, rood, wit, blauw of bruin. Geen taaie, nadeelige resten in de bus! Smeert geweldig uit. Frissche, pittige geur! Vernietigt schimmels en bacteriën. Ceta-Bever Va K.G. BUS 55 CT. - 1 K.G. BUS 90 CT. Het nieuwe prachtproduct van Ceta-Bever! (Adv. IngezMed.) straat blijven opgaan om met „Volk en Va derland" te venten. Dit blad schijnt te wer ken als een roode lap op een rooden stier. En zij, die ome menschen beleedigen, schijnen ongestraft te mogen blijven. Ik weet, dat er tientallen onkreukbare rechters in ons land zijn, maar ik weet ook, dat zij niet altijd kunnen doen, wat zij zouden willen. En daar om, Nederlanders, let op uw zaak. Men moet de muren van het eigen kringetje sloopen om tot de ware vrijheid te Ikomen. In dit democratisch bewind .kan men op 26 (Mei een daad doen, nl. door het stipje vóór den naam van ir. Mussert rood te maken, en denk er om, nog altijd is de eerste klap een daalder waard; die klap moet nasuizen in de de domme oliebollen, die nog altijd in- ons land rondloopen. Men moet niet een ander op leven en dood laten vechten, om dan zelf later de vruchten van hun strijd te pluk ken. Aan zulke lafaards hebben we niets. We kunnen het niet langer dulden, dat de ziel van ons volk verkracht en vermoord wordt; wij zullen wegmaaien wat ons voor onze voe ten gegooid wordt. Alleen wat [Mussert zegt en doet, is goed! De heer J. H. L. de Bruin uit Nieuwer Amstel was de vierde spreker. „We leven wel in een wonderlijken tijd", aldus begon hij. „Overal hooren we zingen de hymne van de democratie. Het is als-maar vrijheid, gezag en beloften wat de klok slaat. We zouden wel in een schoone wereldleven, wanneer alles waarheid was wat beweerd wordt. En hoe schoon zou de wereld wel niet zijn, wan neer alles werkelijkheid wordt, want de po litieke partijen nu beloven. De democratie is onwaarachtig; het is een biefstuk, waarmee men de hongerige maag van het Nederland sche volk niet kan vullen. Het is (Mussert, die de gordijnen van de onwaarachtigheid vaneen heeft gescheurd en die de onwaar- achtigen heeft ontmaskerd. Democratie is het verfoeilijke spel van het afschuiven; de één zou wel willen, als de ander het ook maar doet. De democratie spreekt in den verkiezingstijd alleen maar over politiek, doch de N.S.B. laat voortdurend den schreeuw hooren van het volk, dat öh nood verkeert. Wii willen leven en niet verloren gaan, denkt er aan, hét gaat om het leven en de toe komst van uw kinderen. De democraten zeg gen nu, dat het in de afgeloopen vier jaar beter is geworden Maar de N.S.B. weet wel. dat dit met kracht ontkend wordt door den kleinen boer, den middenstander, den arbei der, den werklooze en door de jeugd, voor wie de poort van het leven is dichtgeslagen op het oogenblik dat ze het leven moet in gaan. Wij zullen onze stem voortdurend la ten hooren via (Mussert, den stormer, den geeselende, maar met zulk een warm hart voor ons volk. De N.S.B. zal zóó lang blijven beschuldigen totdat zij het werk van hen, die zij beschuldigt, kan overnemen. En dan zul len we van het begin af gaan opbouwen. „Mussert wint!" Dat is het sterke geloof, dat in de nation aal-socialisten woont. De dag der afrekening komt met „De Dageraad", die den godsdienst, en met den Bond van vi°uw Malthusianisme, die het gezin onder mijnen. Dan zullen we afrekenen met het Marxisme, met het liberalisme en met hen, die het Christendom verpolitieken. Nu gaat het spel beginnen; een blijspel en tegelijk een drama. Wij zullen zoo lang terug komen, totdat de anderen er niet meer zijn!" Alle sprekers ontvingen toejuichingen. De vergadering ging rustig uiteen. ESPERANTO IN HET MODERNE LEVEN. Van 14 tot 17 Mei is te Parijs een conferentie gehouden, die voor de Esperanto-beweging van groot belang kan worden geacht. De resulta ten zijn Weliswaar nog niet te zien, maar het is wel interessant te vernemen, welke persoon lijkheden er hun medewerking aan gegeven hebben. Het organiseerend comité stond onder lei ding van den heer André Baudet, president van de Kamer van Koophandel te Parijs. De afdeeling Internationaal Verkeer'wordt gepresideerd door den heer Dautry, directeur- generaal van de Fransche Staatsspoorwegen. Vice-voorzitters zijn de heer en Mouton, Staats raad, en Henri Farman. Wetenschappen en Techniek stonden onder leiding van den heer Cotton, lid van de Fran sche Academie van Wetenschappen. Intellec- tueele Samenwerking werd geleid door den heer H. Bonnet, directeur van het Internatio nale Instituut voor Intellectueele samenwer king van den Volkenbond. Behalve deze, niet rechtstreeks bij Esperan to geïnteresseerde persoonlijkheden, was de bloem der Fransche Esperanto-beweging in de verschillendecommissies vertegenwoordigd. De conferentie „Esperanto in het moderne leven" wilde aantoonen, dat Esperanto geen utopie is, maar dat het als practisch middel functionneert in verschillende internationale betrekkingen en dat er geen probleem meer bestaat omtrent de internationale taal. Zij wilde aantoonen, dat Esperanto de eenige in ternationale, levende taal is, buiten de leven de talen van de verschillende volken. BRUGGELDEN BUITENRUSTBRUG. Enkele maanden geleden, vóór dat de be grooting voor 1'937 in den raad werd behan deld, werd op voorstel van Burgemeester en Wethouderse besloten, voor het openen van de Buitenrustbrug van doorvarende schepen, geen bruggeld te heffen. Naar wij vernemen is nog geen uitvoering gegeven aan dat raadsbesluit, om dat de goedkeuring van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland nog niet is verMegen. En daarom, aldus werd verzekerd, betalen de schippers nog altijd bruggeld, wanneer de Buitenrustbrug voor een vaartuig geopend moet worden. PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE RADIOCENTRALE OP DONDERDAG 27 MEI. Progr. 1: Hilversum I. Progr. 2: Hilversum n. Progr. 3: 8.00 Keulen. 12.05 Parijs Radio. 1.20 Vlaamseh Brussel. 3.20 Pauze. 3.35 London Regional. 4.20 Keulen. 7.05 Fransch Brussel. 7.20 Keulen. 8.05 Parijs Radio. 8.20 Fransch Brussel. 9.20 Rome. Progr. 4: 8.00 Vlaamseh Brussel. 9.20 Pauze. 10.35 Londen Regional. 3.3512.00 Droitwich. Progr. 5: 8.007.00 Diversen. 7.00 Eigen gramofoonplaten concert, Populaire muziek: 1. Dichter en Boer, Willy Derby; 2. Nobody's Sweetheart, Red Pepper Sam; 3. Kaffee klatsch, Adalbert Lutter 4. Oome Piet, Louis Davids; 5. Moaning for you, Mills Brothers; 6. Laat den moed niet zakken, Bob Scholte; 7. Rheinlander potpourri, Adalbert Lutter; 9. Als je voor dubbeltje geboren bent, Louis Davids; 10. RocMn' Chair, Mills Brothers; 11. Als jij een tango speelt. Bob Scholten; 12. Studenten liederen, Studenten v. Kaapstad; 13. Dinah, Red Pepper Sam. 8.0012.00 Diversen. KR AAMBE S CHERMIN G. Maandag werd, onder voorzitterschap van Dr. L. C. Kersbergen, de algemeene verg; ring van de Vereeniging „Kraambescherming door Kraamverzekering" gehouden. Uit het verslag' van de secretaris-penning- meesteresse bleek, dat de vereeniging in 1936 nog 5 leden telde, die in het begin van dit jaar voor haar lidmaatschap bedankten. In de laatste jaren maakte geen van haar aan spraak op een uitkeering. In de vacature Dr. Frank werd tot bestuurs lid Dr. J. Ph. Joosten Hattink benoemd; tot lid van den Algemeenen Raad mevr. Mr. van Eek Thiel, terwijl de overige leden van dien Raad hun herbenoeming aannamen. Het voorstel van den Algemeenen Raad tot ontbinding der Vereeniging werd met alge meene stemmen aangenomen. AANBESTEDING. De Rijkswaterstaat heeft Dinsdag aanbe steed het aanbrengen van gefundeerde en ge metselde .klinkerverhardingen, benevens voor het maken van tegel- en betonverhardingen, op gedeelten van weg no. 3 ('s-Gravenhage- UtrechtDriebergen) onder de gemeente Moordrecht en Waddinxveen, met bijkomende werken. Laagste inschrijver was R. Bijker te Haar lem voor f 335.000. PERSONALIA. Voor het apothekers-assistentenexamen is te Amsterdam geslaagd mej. J. Seljee, te Haarlem. FAILLISSEMEMNTEN. Failis'sementen uitgesproken op Dinsdag 25 Mei 1937 door de Arrondissements-Rechtbank te Haarlem. C. van Leeuwen Hzn„ rozenkweeker, wo nende te Aalsmeer, Aalsmeerderweg 70. Curator mr. W. de Rijke te Haarlem. G. A. Tervoort, tuinder, wonende te Velsen (N.), Wijkerstraatweg 149. Curator mr. S. Groen te Haarlem. M. H. J. Keulier, arts, wonende te Haarlem, Groote Houtstraat 10 r. Curator mr. L. Ali Cohen te Haarlem. H. S. Rumping, caféhouder, wonende te Beverwijk, Meerstraat 92. Curator mr. J. A. P. C. ten Bokkel, te Haarlem. J. D. de Vries, teekenaar en fotograaf, wo nende te Haarlemmermeer, Badhoevedorp, Badhoevelaan 31. Curator jhr. mr. L. U. Réngers Hora Siccama te Haarlem. De N.V. Cacao en Chocoladefabriek Pette, gevestigd en kantoorhoudende te Wormerveer. Curator mr. F. J. D. Theyse te Haarlem. Rec-hter-commissaris in deze faillissementen mr. S. J. Pit wonende te Haarlem. Wegens gebrek aan actief werden opgeheven de faillissementen van: W. F. Onkenhout, aannemer, wonende te Haarlemmermeer, Badhoevedorp, Nieuwe Meerdijk 32. Curator mr. J. H. J. Simons, te Haarlem. L. van Bergen, bloemenkoopman, wonende te Haarlem, Koningstraat 58. Curator mr. A. Bruch te Haarlem. Johs. Fruytier, zonder beroep, wonende te IJmuiden, Kanaalstraat 62rood. Curator mr. L. S. Römelingh, te Haarlem. Wegens het verbindend worden der eenige uitdeelingslijst is geëindigd het failissement van K. J. M. Hondong, radiohandelaar, wo nende te Haarlem. Curator mr. A. van Leyenhorst te Haarlem. BEëEDIGD. Als advocaat en procureur werden door Arrondissements Rechtbank alhier beëedigd Mej. mr. N. W. Riemens, wonende te Amster dam en mr J. H. Junge, wonende te Haarlem, Als «lie breekt... kunt U loopen. Eén zoo'n schakeltje van den ketting kan Uw fietstocht be derven of U 'n strop bezorgen, door dat U te laat komt. Het mag niet breken Neem daarom een Germaan. daar foeSn |e wat aan N.V. RIJWIELINDUSTRIE P.ékJ. V. WERVEN, MEPPKL (Adv. Ingez. Med.) Het vergeelde kiekje door J. P. BALJé. Van het eene woord was het andere ge komen en tenslotte stonden zij met fonkelen de oogen tegenover elkaar. Doldriftig als Frans Noorda was, had ieder woord van zijn vrouw hem meer opgewonden, iedere tegen werping van haar kant had nieuwe kolen op het vuur van zijn toorn geworpen, en daar ook Gerda er niet aan dacht, toe te geven, stonden zij beiden al spoedig in vuur en vlam. De reden van hun twist waren ze al lang ver geten, het eene waar zij op dat moment nog maar aan dachten, was elkaar zoo diep mo gelijk te wonden, woorden te vinden, die de ander als puntige pijlen troffen „En nu is het uit" bulderde Frans met bliksemende oogen, „het is uit, af, klaar, ik héb er genoeg van, hoor je, genoeggenoeg Van het begin van ons huwelijk heb je me het huis tot een hel gemaakt met je koppig heid, je tegenstribbelen, je eigenwijsheid en je eeuwige zucht tot tegenspreken, Een hel is het hier en ik trek er uit, vandaag nog, geen seconde langer blijf ik met je onder één dak!" Gerda lachte smalend. Het was een scherpe onprettige lach en haar gezicht kreeg er iets hatelijks door. „Gelukkig", protesteerde ze, „gelukkig, dat je me eindelijk van je gezelschap verlost. Hoepel maar op en doe het alsjeblieft vlug. Want als jij niet gaat, dan ga ik. Geen geluk kig uur heb ik gekend, sinds ik getrouwd ben, altijd maar jouw gesar, jouw ellendige heerschzucht, het bloed heb je van onder mijn nagels gehaald. Ze zou niet gerust heb ben voor ik als een hond voor je kroop, maar dan kan je lang wachten! Ik heb gelukkig nog een vader en een moeder, al zal het die menschen ook pijn doen, dat ik het zoolang neb moeten uithouden met zoo'nzoo'n beestmenseh Ze schepte even adem en haar oogen priem den in de zijne, zonder dat zij ze neer sloeg. „Maar ga dan toch", hoonde ze, ga dan toch. Stel me alsjeblieft niet teleur door nog te blijven". Frans'- gezicht zag purper. „Natuurlijk ga ik", schreeuwde hij, zoo hard, dat hij de rest van zijn zin er slechts schor kon uit brengen; „natuurlijk ga ik. Ik kan je niet meer zien" Met kolossale stappen liep hij op de deur toe, smeet die achter zich dicht, dat het huis er van dreunde. Zijn voetstappen' roffelden op de trap, boven sloeg hij opnieuw met zijn kamerdeur. Een paar minuten had hij noodig, om even een beetje tot kalmte te komen. Hij beende heen en weer, gaf een nijdige' trap tegen een stoel, pakte een stuk krant en maakte daar een bal van, om die dan wild door de kamer te smijten. Hij had lust, iets stuk te maken, te vernielen, grondig, afdoend Toen pakte hij de eerste de beste koffer, die hij vinden kon, smeet die op de tafel, trok kastladen open, haalde er kleeren uit, die hij in de koffer plofte En intusschen mompelde hij in zichzelf woorden, die hij gezegd had, andere woorden, die hij had willen zeggen en die beter geweest zouden zijn, en hij her haalde de hatelijkheden van zijn vrouw. /Beestmenseh", zei hij, „beestmenseh' noemde ze me, 't Toppunt! En haar vader en moeder, poeh, die zien haar aankomen waren blij, dat ze onderdak was Hij schramde zijn vinger aan het slot van een kastla, vloekte en sloeg toen met z'n vuist zoo nijdig op de la, dat die op den grond viel. De heele inhoud verspreidde zich over den vloer. En tusschen al die rommel zag hij plotseling een vergeeld kiekje, een kiekje, dat hij in jaren niet in handen had gehad, dat vermoedelijk achterin de la gelegen had. Half onwillig, half geïnteresseerd nam hij het op. Het kiekje stelde Gerda voor, maar een Gerda die minsters tien jaar jonger was. Een vrooüj'ke, lachende Gerda, zooals hij haar den laatsten tijd nooit meer gezien had. Gek, zijn woede was plotseling gezakt. In eens was er alleen maar plaats in zijn hart voor een zachte melancholie. Was het alleen door het kiekje? Hij herinnerde zich precies het plekje, waar hij zelf de foto gemaakt had. Ze waren nog verloofd en Gerda had pas een zware operatie achter den rug. Het was één van de eerste dagen, dat ze weer naar buiten mocht, en allebei waren ze dol gelukkig geweest. Vandaar, dat Gerda zoo vriendelijk lachte, alsof de heele wereld voor haar alleen bestond en er niets dan geluk was! Hoe herinnerde hij zich nu die bange, angstige dagen, toen d-e dokter bedenkelijk had gekeken, de wanhoop, die hem vast in zijn greep had. En de opluchting daarna, toen Gerda's sterke natuur zegevierde. Met Gerda's ouders hadden ze daarna de vacantie doorgebracht in een stille boschrijke omgeving. Samen hadden ze lange wande lingen gemaakt door de bosschen, over de hei en gedroomd van later Frans zuchtte. Stom eigenlijk, het elkaar zoo lastig te maken. Er lag toch wel een hoop schuld bij hem ook. Hij was zoo drif tig, kleinigheden konden hem direct irriteeren hij kon onredelijk zijn. Ellendig toch, dat twee menschen, die geweldig veel van elkaar ge houden hadden, die gedroomd hadden van een ideaal huwelijk, nu zoo tegenover elkaar stonden. Gehouden haddenHield hij eigenlijk niet nog heel veel van Gerda? An ders misschien en toch, hij voelde, dat als Gerda nu weer zoo ernstig ziek zou zijn, op dit moment, dat hij met dezelfde angst van vroeger naar het vonnis op het gezicht van den dokter zou speuren. Langzaam stond hij op, het vergeelde kiekje in zijn hand. Zacht liep hij de trap af naar beneden, bijna onhoorbaar opende hij de kamerdeur. Het was stil, heel stil in de kamer. Alléén uit een hoekje klonk een bijna kinderlijk gesnik. Daar lag, als een hoopje ellende, Gerda in een fauteuil. Frans voelde zich pijnlijk verlegen. Was het zijn schuld, dat Gerda daar zoo lag, zoo geslagen Zijn hand viel zachtjes op haar schouder „Gerda, kind, we zijn dwazen", zei hij, en hij kon zijn stem maar met moeite in be dwang houden, „kom, meid, is alles maar weer goed? En zullen we niet meer zoo dom doen Toen snikte Gerda nog harder, maar ze lieerde haar rood en behuild gezichtje naar hem toe en ze klemde haar armen stijf om hem heen, terwijl ze haar bevende lippen tegen zijn wang drukte.... J Het vergeelde kiekje was weer op den grond gevallen. j Het is of wordt Irissen-tijd; we zien ze voor; in knop staan en nu komen ook weer de vra gen los: hoe zit dat eigenlijk met de Irissei Er zijn immers zooveel soorten in? De een wet iets van bol- of knol- of wortelstok-Iris, c ander zegt: nee, je hebt Irissen die je zaa en vaste Irissen. En de derde erkent rondu dat hij er heelemaal niets van snapt, Daarom geven we vandaag heel in 't koi eens de zeven groote groepen, waarin de Irij sen te verdeelen zijn. Wie alleen maar van z' planten genieten wil zonder zich om d theorie te bekommeren, moet dit stukje mas overslaan, maar misschien zijn er toch wt menschen, die er iets aan hebben als ze nu eer precies zien hoe het „zit". Want op 't eersl gezicht lijkt het werkelijk wel heel verwarren( 't Valt echter mee! Eenige typische baard-irrissen van de Pogon-groep. I. Bol-Irissen noemen we de Irissen die eei bol vormen. Hiertoe behooren de z.g. Holland' sche Iris, de Spaansche, de Engelsche Iris ei verder o.a. Iris reticulata, dat fijne Maart- bloeiertje dat zich ook voor poteultuur zoo uit stekend leent en waarmee we volgend jaax vas' eens een proef moeten nemen, of beter dit na jaar, als we bolletjes opplanten. II. De Irissen van de Juno-groep vormen eer bol met dikke, vleezige wortels, die er ook ir gedroogden staat aan blijven zitten. Typeerenc voor deze groep is, dat de bloemen uit de blad oksels te voorschijn komen. Iris bucharica is zoo'n Juno-Iris; er bestaan nog eenige ander* en verschillende hybriden of kruisingsproduc ten. III. Pogon-Irissen zijn Irissen die op de lip dat is het onderste, hangende bloemblad, eer „baard" dragen, een ruig harig strookje. Hel woord pogon beteekent trouwens baard. Tol deze groep behooren de z.g. tuin-irissen, de be= kendste van allen, die deze maand buiten bloeien. Zij vormen een wortelstok. IV. De Regelia- groep onderscheidt zich dooi heel lange, spitse bloemen. De Irissen hiervan hebben een baard, maar zijn zoo totaal an ders in vorm dan de pogons, dat ze een aparte groep vormen. V. Ook de Oncocyclus-Irissen staan apart, hebben wortelstok en baard, maar een heel eigen vorm, namelijk vrijwel kogelrond. Prach- tige donkere tinten en fijne stip- en a der tee- kening. De bekendste is de mooie Rouw-Iris. VI. be Apogon-groep apogon is: baard- loos omvat verschillende soorten. We noe men de twee bekendste: Iris Kaempferi, de Ja- pansche Iris, en I. pseudacorus, de Gele Lisch van onze slootkanten. Dit is de eenige Iris die werkelijk in het water staan wil. Ze hebben een wortelstok. VII. De Evansia-groep is maar klein. Hiertoe behooren eénige soorten, die geen baard dra gen en toch ook weer niet baardloos zijn. Op de lip dragen ze een soort vergroeiing, die we de kam zouden kunnen noemen. De meeste Evansia-irissen komen uit Noord-Amerika. Maar de bekendste is de Dak-iris, die in Japan en China op de daken groeit en prachtig zacht- lilablauw van kleur is, met gekartelde bloem bladeren. L. S. TABAK 10, 12, 15 et. p. pak/a OLDENKOTT (Ado. Ingez. Med.) FILIAAL STADSBIBLIOTHEEK EN LEESZAAL „HUIS TE IZAANEN". Nieuwe aanwinsten. ALGEMEENE WERKEN: Encyclopaedie, Winkelier Prins' alg.; dl. 12. Versluys. Journalistiek en wetenschap. SOCIALE WETENSCHAPPEN: Smeenk. Christelijk-sociale beginselen; 2 dln. Zischka. De geheime oorlog om de katoen. Zischka. De geheime oorlog om de petroleum: LUCHTVAART EN RADIO: Asjes. Vlieginstructie. Swierstra. De werking, ontwikkeling en toepassing der radio. Vrijdaghs. Inleiding tot de radio-ont- vangtechniek. GESCHIEDENIS: Ammers-Kuller, Van. Twaalf interes sante vrouwen. Hillen. De Grieksolie cultuur. Ritter. r— Feest in Hollands huis. NEDERLANDSCHE ROMANS: Corsari, Jij en ik. Corsari. De man zonder uniform. Eekhout. Patriciërs (Chr.) Eerbeek. Van. Gesloten grenzen. (Chr.) Ott. Menschen onder schijnwerpers. ENGELSCHE ROMANS: Lewis. It can 't happen here. Macauly. Dangerous ages. Priestley. The good companions. ESPERANTO ROMANS: Bulthuis, r- Krestomatio.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 10