Buitenblits
li «ERIHAAN
H.D.
IRISSEN.
WOENSDAG 26 ME 1.1937
HAARLEM'S DAGBLAD
.1
Verkiezingsvergadering N. S. B.
Rede van ir. A. A. Mussert.
De N. S. B. hield Dinsdagavond in de Ge
meentelijke Concertzaal een verkiezingsver
gadering, die zeer druk bezocht was. Ook de
tuin- en bovenzaal waren in gebruik geno
men.
De vergadering werd geleid door Dr. Ch. A.
GÖtte.
Het eerst werd het woord gevoerd door den
heer Tj. O. van der Weide, uit Overveen.
Deze herinnerde aan de arrestatie van den
N. S. B.-spreker Veltmeijer te Bussum en
merkte op. dat het tegenwoordige gezag met
alle mogelijke middelen tracht, het gezag
van deze opkomende beweging in de Mem te
smoren. „Maar dit zal niet lukken," zei spre
ker. „Men zal een taaien tegenstander aan
ons hebben; vroeger waren we bang,
maar nu niet meer. Er zullen nog tallooze
slachtoffei-s vallen, maar bij elk nieuw offer
zullen weer honderden enthousiasten opstaan
om den strijd voort te zetten en te winnen.
De opkomende storm van de N. S. B. is niet
tegen te houden. Onze tegenstanders schij
nen veel te mogen doen, dat door justitie en
politie wordt toegestaan. Maar als een N. S.
B.'er even uit de plooi valt, dan wordt hij ge
pakt. Hij behoeft maar een zwart lapje om
den hals te doen (onder groote hilariteit
bracht hij een zwarten lap van onder zijn
Meeding te voorschijn) en hij wordt tot een
misdadiger gestempeld. Dit zwarte lapje geeft
aan de huidige overheid meer zorg, dan de
500.000 werMoozen in ons land. De democra
tie valt over kleinigheden, maar de N. S. B.
heeft aandacht voor de groote dingen. Alle
kwalen van dezen tijd worden veroorzaakt
omdat er geen eenheid in ons volk bestaat.
Iedere Nederlander moet bij onze beweging
komen, want wij zullen één volk vormen. De
liberalen zeiden vroeger altijd: „God voor
ons allen en ieder voor zichzelf", maar de
N. S. B.'ers huldigen den stelregel: we zijn
ons broeders hoeder. Er moet een einde aan
de slavernij van de democratie worden ge
maakt. Weg met de politieke partijen, die ons
volk verraden hebben. Het Nedex-landsche
volk staat nog zoo ver van ons verwijderd,
omdat wij zoo belasterd worden. Men tracht
ons 't leven zuur te maken met alle mogelijke
middelen, maar aan den avond van den ver
kiezingsdag zullen wij in den Stadsschouw
burg de overwinning vieren. Onze principieele
beweging zal Nederland weer op pooten zet
ten: we zullen den strijd voort zetten voor
het Nederlandsche volk, totdat de overwin
ning behaald is."
Tenslotte critiseerde spreker de politiek
van minister Colijn en van de S. D. A. P.
Rede ir. A. A. Mussert.
Terwijl alle leden zich van hun zetels ver
hieven en het orgel speelde kwam ir. Mussert
de zaal binnen. Bij zijn verschijning op het
podium werd hij met een driewerf „hou-zee!"
begroet
„Wij staan aan den vooravond van een
krachtproef," zei spreker; „het wordt een
Machtproef, die vóór onze komst in Nederland
onmogelijk was. Nu strijden nog velen tegen
ons, maar eens komt de tijd, dat we allen
zij aan zij staan. Onze tegenstanders heb
ben alles gedaan om er zorg voor te dragen
dat we vernietigd worden, maar we gelooven
vaster dan ooit, dat ze bedrogen zullen uit
komen. Het nationaal-socialisme is niet te
vernietigen. Wij hebben genoeg van de avon
turen in Curacao; we hebben genoeg van Teun
den klepperman; we hebben er genoeg van,
dat onze Kioningin in Amsterdam niet kan
uitrijden, zonder dat in haar nabijheid de
Internationale wordt gezongen; we hebben
genoeg van de bezuiniging op onze weer
macht en dat de ruggegraat van ons volk ge
broken wordt. We hebben ons volk te lief om
toe te laten, dat het tot den ondergang ge
bracht wordt, ook al besmeurt men ons met
modder. We vechten gelukMg niet tegen
windmolens, want we weten, dat we voor de
toekomst van ons volk noodig zijn. Langzaam
maar zeker is het nationaal-socialisme in ons
land gekomen. De oogen van ons volk zullen
wel geopend worden. De N. S. B., het beste
deel van ons volk, heeft liefde genoeg voor
de natie, om de duizenden proletariërs in ons
land, die door de S. D. A. P. niet geholpen
zijn en op wier schouders de natie rust, tot
ons te brengen. De eer van den arbeid, die tot
dusver ondermijnd werd, moet hoog worden
gehouden. Zij zullen met ons een beter en ge
lukkig volk worden. De ouders moeten de
jeugd in deze richting opvoeden."
De heer Mussert herinnerde er aan, dat
dertig jaar geleden met de „Gelderland" de
Transvaalsche president Paul Kruger naar
Nederland gebracht wed. „En met diezelfde
oude schuit heeft men het aangedurfd," zei
spreker, „om. de Nederlandsche Kroonprinses
naar Engeland te brengen om daar het kro
ningsfeest van den Engelschen koning bij te
wonen. Ons volk mag zich dit niet meer la
ten aanleunen; die antieke schuiten moeten
naar den Kinderdijk gesleept worden. De in
zet van onze beweging is de opstanding van
ons volk; we staan vaster dan ooit in onze
schoenen. Ons volk gaat langzaam maar ze
ker den goeden weg op; den weg der weder
opstanding. Wij willen met eere den opgang
van ons volk en hebben de hoop, dat dit zal
gebeuren. De honderdduizenden volksgenoo-
ten zijn er nog en het vaderland is er nog.
Als dat er niet meer was, dan zou ons volk
niet meer opgericht kunnen worden. Op den
verkiezingsdag zullen we zien, hoe ver de
N. S. B. en hoe ver het communisme in ons
volk zijn doorgedrongen. Wij zullen bewijzen,
dat onze strijd niet voor niets gestreden is.
Er is in deze dagen een soort van delirium
tegen ons, maar toch komen we aan den
nieuwen tijd. De wil van ons volk is niet meer
te stuiten. Nu zien we de verloving van Al-
barda met Goseling en die zal door een trouw
partij worden gevolgd. Velen van de N.S.B.
incasseeren nog steeds slagen ter wille van
ons volk; we worden nog steeds gehoond,
maar spoedig komt de tijd, dat onze tegen
standers erkennen moeten, zich vergist te
hebben. Op den verkiezingsdag zullen we
peilen, hoever we tot de ziel van ons volk zijn
doorgedrongen. En dan zullen we voortmar-
cheeren, want een moeilijke taak wacht ons
dan nog, maar de wetenschap dat ons volk
tenslotte weer één zal worden, zal ons ster
ken. Wij allen gelooven en vertrouwen dat het
nationaal-socialisme er komen zal. Hou zee!"
Met dezen uitroep en met orgelspel werd
ir. Mussert uitgeleide gedaan, waarna een
half uur gepauzeerd werd.
In de pauze bleken vele personen, die blijk
baar alleen gekomen waren om ir. Mussert
te hooren spreken, de bijeenkomst verlaten
te hebben. De voorzitter verzocht daarop aan
de aanwezigen in de tuinzaal, in de groote
zaal te willen komen.
Hierop werd het woord verleend aan Jhr.
Mr. W. van der Goes van Naters uit
Zeist. Deze herinnerde aan de vroegere
Haarlemsche heldin Kenau Simonsz Hasse-
laer, waarop hij vroeg, o (fer ook nu nog
heldinnen waren.
Uit de zaal klonk het antwoord: „ja, er zijn
er genoeg!"
„Ja, gelukkig", zei spreker, „ook in dezen
tijd hebben we nog heldinnen en (helden, die
trots elke terreur en alle foeleedigingen de
Zet Uw landhuizen, priëelen,
schuren, schuttingen, hekken en
hokken met één kwastje „Buiten-
bijts" mooi in de kleur! Groen,
geel, oranje, rood, wit, blauw of
bruin. Geen taaie, nadeelige resten
in de bus! Smeert geweldig uit.
Frissche, pittige geur! Vernietigt
schimmels en bacteriën.
Ceta-Bever
Va K.G. BUS 55 CT. - 1 K.G. BUS 90 CT.
Het nieuwe prachtproduct van Ceta-Bever!
(Adv. IngezMed.)
straat blijven opgaan om met „Volk en Va
derland" te venten. Dit blad schijnt te wer
ken als een roode lap op een rooden stier. En
zij, die ome menschen beleedigen, schijnen
ongestraft te mogen blijven. Ik weet, dat er
tientallen onkreukbare rechters in ons land
zijn, maar ik weet ook, dat zij niet altijd
kunnen doen, wat zij zouden willen. En daar
om, Nederlanders, let op uw zaak. Men moet
de muren van het eigen kringetje sloopen
om tot de ware vrijheid te Ikomen. In dit
democratisch bewind .kan men op 26 (Mei een
daad doen, nl. door het stipje vóór den
naam van ir. Mussert rood te maken, en
denk er om, nog altijd is de eerste klap een
daalder waard; die klap moet nasuizen in de
de domme oliebollen, die nog altijd in- ons
land rondloopen. Men moet niet een ander
op leven en dood laten vechten, om dan zelf
later de vruchten van hun strijd te pluk
ken. Aan zulke lafaards hebben we niets. We
kunnen het niet langer dulden, dat de ziel
van ons volk verkracht en vermoord wordt;
wij zullen wegmaaien wat ons voor onze voe
ten gegooid wordt. Alleen wat [Mussert zegt
en doet, is goed!
De heer J. H. L. de Bruin uit Nieuwer
Amstel was de vierde spreker. „We leven wel
in een wonderlijken tijd", aldus begon hij.
„Overal hooren we zingen de hymne van de
democratie. Het is als-maar vrijheid, gezag
en beloften wat de klok slaat. We zouden
wel in een schoone wereldleven, wanneer
alles waarheid was wat beweerd wordt. En
hoe schoon zou de wereld wel niet zijn, wan
neer alles werkelijkheid wordt, want de po
litieke partijen nu beloven. De democratie is
onwaarachtig; het is een biefstuk, waarmee
men de hongerige maag van het Nederland
sche volk niet kan vullen. Het is (Mussert,
die de gordijnen van de onwaarachtigheid
vaneen heeft gescheurd en die de onwaar-
achtigen heeft ontmaskerd. Democratie is
het verfoeilijke spel van het afschuiven; de
één zou wel willen, als de ander het ook
maar doet. De democratie spreekt in den
verkiezingstijd alleen maar over politiek,
doch de N.S.B. laat voortdurend den schreeuw
hooren van het volk, dat öh nood verkeert.
Wii willen leven en niet verloren gaan, denkt
er aan, hét gaat om het leven en de toe
komst van uw kinderen. De democraten zeg
gen nu, dat het in de afgeloopen vier jaar
beter is geworden Maar de N.S.B. weet wel.
dat dit met kracht ontkend wordt door den
kleinen boer, den middenstander, den arbei
der, den werklooze en door de jeugd, voor wie
de poort van het leven is dichtgeslagen op
het oogenblik dat ze het leven moet in
gaan. Wij zullen onze stem voortdurend la
ten hooren via (Mussert, den stormer, den
geeselende, maar met zulk een warm hart
voor ons volk. De N.S.B. zal zóó lang blijven
beschuldigen totdat zij het werk van hen, die
zij beschuldigt, kan overnemen. En dan zul
len we van het begin af gaan opbouwen.
„Mussert wint!" Dat is het sterke geloof,
dat in de nation aal-socialisten woont. De
dag der afrekening komt met „De Dageraad",
die den godsdienst, en met den Bond van
vi°uw Malthusianisme, die het gezin onder
mijnen. Dan zullen we afrekenen met het
Marxisme, met het liberalisme en met hen,
die het Christendom verpolitieken. Nu gaat
het spel beginnen; een blijspel en tegelijk
een drama. Wij zullen zoo lang terug komen,
totdat de anderen er niet meer zijn!"
Alle sprekers ontvingen toejuichingen. De
vergadering ging rustig uiteen.
ESPERANTO IN HET MODERNE LEVEN.
Van 14 tot 17 Mei is te Parijs een conferentie
gehouden, die voor de Esperanto-beweging van
groot belang kan worden geacht. De resulta
ten zijn Weliswaar nog niet te zien, maar het is
wel interessant te vernemen, welke persoon
lijkheden er hun medewerking aan gegeven
hebben.
Het organiseerend comité stond onder lei
ding van den heer André Baudet, president
van de Kamer van Koophandel te Parijs.
De afdeeling Internationaal Verkeer'wordt
gepresideerd door den heer Dautry, directeur-
generaal van de Fransche Staatsspoorwegen.
Vice-voorzitters zijn de heer en Mouton, Staats
raad, en Henri Farman.
Wetenschappen en Techniek stonden onder
leiding van den heer Cotton, lid van de Fran
sche Academie van Wetenschappen. Intellec-
tueele Samenwerking werd geleid door den
heer H. Bonnet, directeur van het Internatio
nale Instituut voor Intellectueele samenwer
king van den Volkenbond.
Behalve deze, niet rechtstreeks bij Esperan
to geïnteresseerde persoonlijkheden, was de
bloem der Fransche Esperanto-beweging in de
verschillendecommissies vertegenwoordigd.
De conferentie „Esperanto in het moderne
leven" wilde aantoonen, dat Esperanto geen
utopie is, maar dat het als practisch middel
functionneert in verschillende internationale
betrekkingen en dat er geen probleem meer
bestaat omtrent de internationale taal. Zij
wilde aantoonen, dat Esperanto de eenige in
ternationale, levende taal is, buiten de leven
de talen van de verschillende volken.
BRUGGELDEN BUITENRUSTBRUG.
Enkele maanden geleden, vóór dat de be
grooting voor 1'937 in den raad werd behan
deld, werd op voorstel van Burgemeester en
Wethouderse besloten, voor het openen van de
Buitenrustbrug van doorvarende schepen,
geen bruggeld te heffen.
Naar wij vernemen is nog geen uitvoering
gegeven aan dat raadsbesluit, om dat de
goedkeuring van Gedeputeerde Staten van
Noord-Holland nog niet is verMegen.
En daarom, aldus werd verzekerd, betalen
de schippers nog altijd bruggeld, wanneer
de Buitenrustbrug voor een vaartuig geopend
moet worden.
PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE
RADIOCENTRALE OP DONDERDAG
27 MEI.
Progr. 1: Hilversum I.
Progr. 2: Hilversum n.
Progr. 3: 8.00 Keulen. 12.05 Parijs Radio. 1.20
Vlaamseh Brussel. 3.20 Pauze. 3.35 London
Regional. 4.20 Keulen. 7.05 Fransch Brussel.
7.20 Keulen. 8.05 Parijs Radio. 8.20 Fransch
Brussel. 9.20 Rome.
Progr. 4: 8.00 Vlaamseh Brussel. 9.20 Pauze.
10.35 Londen Regional. 3.3512.00 Droitwich.
Progr. 5: 8.007.00 Diversen. 7.00 Eigen
gramofoonplaten concert, Populaire muziek:
1. Dichter en Boer, Willy Derby; 2. Nobody's
Sweetheart, Red Pepper Sam; 3. Kaffee
klatsch, Adalbert Lutter 4. Oome Piet, Louis
Davids; 5. Moaning for you, Mills Brothers; 6.
Laat den moed niet zakken, Bob Scholte; 7.
Rheinlander potpourri, Adalbert Lutter; 9. Als
je voor dubbeltje geboren bent, Louis Davids;
10. RocMn' Chair, Mills Brothers; 11. Als jij
een tango speelt. Bob Scholten; 12. Studenten
liederen, Studenten v. Kaapstad; 13. Dinah,
Red Pepper Sam.
8.0012.00 Diversen.
KR AAMBE S CHERMIN G.
Maandag werd, onder voorzitterschap van
Dr. L. C. Kersbergen, de algemeene verg;
ring van de Vereeniging „Kraambescherming
door Kraamverzekering" gehouden.
Uit het verslag' van de secretaris-penning-
meesteresse bleek, dat de vereeniging in 1936
nog 5 leden telde, die in het begin van dit
jaar voor haar lidmaatschap bedankten. In
de laatste jaren maakte geen van haar aan
spraak op een uitkeering.
In de vacature Dr. Frank werd tot bestuurs
lid Dr. J. Ph. Joosten Hattink benoemd; tot lid
van den Algemeenen Raad mevr. Mr. van Eek
Thiel, terwijl de overige leden van dien Raad
hun herbenoeming aannamen.
Het voorstel van den Algemeenen Raad tot
ontbinding der Vereeniging werd met alge
meene stemmen aangenomen.
AANBESTEDING.
De Rijkswaterstaat heeft Dinsdag aanbe
steed het aanbrengen van gefundeerde en ge
metselde .klinkerverhardingen, benevens voor
het maken van tegel- en betonverhardingen,
op gedeelten van weg no. 3 ('s-Gravenhage-
UtrechtDriebergen) onder de gemeente
Moordrecht en Waddinxveen, met bijkomende
werken.
Laagste inschrijver was R. Bijker te Haar
lem voor f 335.000.
PERSONALIA.
Voor het apothekers-assistentenexamen is
te Amsterdam geslaagd mej. J. Seljee, te
Haarlem.
FAILLISSEMEMNTEN.
Failis'sementen uitgesproken op Dinsdag 25
Mei 1937 door de Arrondissements-Rechtbank
te Haarlem.
C. van Leeuwen Hzn„ rozenkweeker, wo
nende te Aalsmeer, Aalsmeerderweg 70.
Curator mr. W. de Rijke te Haarlem.
G. A. Tervoort, tuinder, wonende te Velsen
(N.), Wijkerstraatweg 149.
Curator mr. S. Groen te Haarlem.
M. H. J. Keulier, arts, wonende te Haarlem,
Groote Houtstraat 10 r.
Curator mr. L. Ali Cohen te Haarlem.
H. S. Rumping, caféhouder, wonende te
Beverwijk, Meerstraat 92.
Curator mr. J. A. P. C. ten Bokkel, te Haarlem.
J. D. de Vries, teekenaar en fotograaf, wo
nende te Haarlemmermeer, Badhoevedorp,
Badhoevelaan 31.
Curator jhr. mr. L. U. Réngers Hora Siccama
te Haarlem.
De N.V. Cacao en Chocoladefabriek Pette,
gevestigd en kantoorhoudende te Wormerveer.
Curator mr. F. J. D. Theyse te Haarlem.
Rec-hter-commissaris in deze faillissementen
mr. S. J. Pit wonende te Haarlem.
Wegens gebrek aan actief werden opgeheven
de faillissementen van:
W. F. Onkenhout, aannemer, wonende te
Haarlemmermeer, Badhoevedorp, Nieuwe
Meerdijk 32.
Curator mr. J. H. J. Simons, te Haarlem.
L. van Bergen, bloemenkoopman, wonende
te Haarlem, Koningstraat 58.
Curator mr. A. Bruch te Haarlem.
Johs. Fruytier, zonder beroep, wonende te
IJmuiden, Kanaalstraat 62rood.
Curator mr. L. S. Römelingh, te Haarlem.
Wegens het verbindend worden der eenige
uitdeelingslijst is geëindigd het failissement
van K. J. M. Hondong, radiohandelaar, wo
nende te Haarlem.
Curator mr. A. van Leyenhorst te Haarlem.
BEëEDIGD.
Als advocaat en procureur werden door
Arrondissements Rechtbank alhier beëedigd
Mej. mr. N. W. Riemens, wonende te Amster
dam en mr J. H. Junge, wonende te Haarlem,
Als «lie breekt...
kunt U loopen. Eén zoo'n schakeltje
van den ketting kan Uw fietstocht be
derven of U 'n strop bezorgen, door
dat U te laat komt. Het mag niet
breken Neem daarom een Germaan.
daar foeSn |e wat aan
N.V. RIJWIELINDUSTRIE P.ékJ. V. WERVEN, MEPPKL
(Adv. Ingez. Med.)
Het vergeelde kiekje
door J. P. BALJé.
Van het eene woord was het andere ge
komen en tenslotte stonden zij met fonkelen
de oogen tegenover elkaar. Doldriftig als
Frans Noorda was, had ieder woord van zijn
vrouw hem meer opgewonden, iedere tegen
werping van haar kant had nieuwe kolen op
het vuur van zijn toorn geworpen, en daar
ook Gerda er niet aan dacht, toe te geven,
stonden zij beiden al spoedig in vuur en vlam.
De reden van hun twist waren ze al lang ver
geten, het eene waar zij op dat moment nog
maar aan dachten, was elkaar zoo diep mo
gelijk te wonden, woorden te vinden, die de
ander als puntige pijlen troffen
„En nu is het uit" bulderde Frans met
bliksemende oogen, „het is uit, af, klaar, ik héb
er genoeg van, hoor je, genoeggenoeg
Van het begin van ons huwelijk heb je me
het huis tot een hel gemaakt met je koppig
heid, je tegenstribbelen, je eigenwijsheid en
je eeuwige zucht tot tegenspreken, Een hel
is het hier en ik trek er uit, vandaag nog,
geen seconde langer blijf ik met je onder één
dak!"
Gerda lachte smalend. Het was een scherpe
onprettige lach en haar gezicht kreeg er iets
hatelijks door.
„Gelukkig", protesteerde ze, „gelukkig, dat
je me eindelijk van je gezelschap verlost.
Hoepel maar op en doe het alsjeblieft vlug.
Want als jij niet gaat, dan ga ik. Geen geluk
kig uur heb ik gekend, sinds ik getrouwd ben,
altijd maar jouw gesar, jouw ellendige
heerschzucht, het bloed heb je van onder
mijn nagels gehaald. Ze zou niet gerust heb
ben voor ik als een hond voor je kroop, maar
dan kan je lang wachten! Ik heb gelukkig
nog een vader en een moeder, al zal het die
menschen ook pijn doen, dat ik het zoolang
neb moeten uithouden met zoo'nzoo'n
beestmenseh
Ze schepte even adem en haar oogen priem
den in de zijne, zonder dat zij ze neer
sloeg.
„Maar ga dan toch", hoonde ze, ga dan
toch. Stel me alsjeblieft niet teleur door nog
te blijven".
Frans'- gezicht zag purper. „Natuurlijk
ga ik", schreeuwde hij, zoo hard, dat hij de
rest van zijn zin er slechts schor kon uit
brengen; „natuurlijk ga ik. Ik kan je niet
meer zien"
Met kolossale stappen liep hij op de deur
toe, smeet die achter zich dicht, dat het huis
er van dreunde. Zijn voetstappen' roffelden
op de trap, boven sloeg hij opnieuw met zijn
kamerdeur.
Een paar minuten had hij noodig, om even
een beetje tot kalmte te komen. Hij beende
heen en weer, gaf een nijdige' trap tegen een
stoel, pakte een stuk krant en maakte daar
een bal van, om die dan wild door de kamer
te smijten. Hij had lust, iets stuk te maken,
te vernielen, grondig, afdoend
Toen pakte hij de eerste de beste koffer,
die hij vinden kon, smeet die op de tafel, trok
kastladen open, haalde er kleeren uit, die hij
in de koffer plofte En intusschen mompelde
hij in zichzelf woorden, die hij gezegd had,
andere woorden, die hij had willen zeggen en
die beter geweest zouden zijn, en hij her
haalde de hatelijkheden van zijn vrouw.
/Beestmenseh", zei hij, „beestmenseh'
noemde ze me, 't Toppunt! En haar vader en
moeder, poeh, die zien haar aankomen
waren blij, dat ze onderdak was
Hij schramde zijn vinger aan het slot van
een kastla, vloekte en sloeg toen met z'n
vuist zoo nijdig op de la, dat die op den grond
viel. De heele inhoud verspreidde zich over
den vloer. En tusschen al die rommel zag hij
plotseling een vergeeld kiekje, een kiekje, dat
hij in jaren niet in handen had gehad, dat
vermoedelijk achterin de la gelegen had. Half
onwillig, half geïnteresseerd nam hij het op.
Het kiekje stelde Gerda voor, maar een Gerda
die minsters tien jaar jonger was. Een
vrooüj'ke, lachende Gerda, zooals hij haar
den laatsten tijd nooit meer gezien had.
Gek, zijn woede was plotseling gezakt. In
eens was er alleen maar plaats in zijn hart
voor een zachte melancholie. Was het alleen
door het kiekje? Hij herinnerde zich precies
het plekje, waar hij zelf de foto gemaakt
had. Ze waren nog verloofd en Gerda had
pas een zware operatie achter den rug. Het
was één van de eerste dagen, dat ze weer
naar buiten mocht, en allebei waren ze dol
gelukkig geweest. Vandaar, dat Gerda zoo
vriendelijk lachte, alsof de heele wereld voor
haar alleen bestond en er niets dan geluk
was! Hoe herinnerde hij zich nu die bange,
angstige dagen, toen d-e dokter bedenkelijk
had gekeken, de wanhoop, die hem vast in
zijn greep had. En de opluchting daarna,
toen Gerda's sterke natuur zegevierde.
Met Gerda's ouders hadden ze daarna de
vacantie doorgebracht in een stille boschrijke
omgeving. Samen hadden ze lange wande
lingen gemaakt door de bosschen, over de
hei en gedroomd van later
Frans zuchtte. Stom eigenlijk, het elkaar
zoo lastig te maken. Er lag toch wel een
hoop schuld bij hem ook. Hij was zoo drif
tig, kleinigheden konden hem direct irriteeren
hij kon onredelijk zijn. Ellendig toch, dat twee
menschen, die geweldig veel van elkaar ge
houden hadden, die gedroomd hadden van
een ideaal huwelijk, nu zoo tegenover elkaar
stonden. Gehouden haddenHield hij
eigenlijk niet nog heel veel van Gerda? An
ders misschien en toch, hij voelde, dat als
Gerda nu weer zoo ernstig ziek zou zijn, op
dit moment, dat hij met dezelfde angst van
vroeger naar het vonnis op het gezicht van
den dokter zou speuren.
Langzaam stond hij op, het vergeelde
kiekje in zijn hand. Zacht liep hij de trap af
naar beneden, bijna onhoorbaar opende hij
de kamerdeur. Het was stil, heel stil in de
kamer. Alléén uit een hoekje klonk een
bijna kinderlijk gesnik. Daar lag, als een
hoopje ellende, Gerda in een fauteuil.
Frans voelde zich pijnlijk verlegen. Was
het zijn schuld, dat Gerda daar zoo lag, zoo
geslagen
Zijn hand viel zachtjes op haar schouder
„Gerda, kind, we zijn dwazen", zei hij, en
hij kon zijn stem maar met moeite in be
dwang houden, „kom, meid, is alles maar
weer goed? En zullen we niet meer zoo dom
doen
Toen snikte Gerda nog harder, maar ze
lieerde haar rood en behuild gezichtje naar
hem toe en ze klemde haar armen stijf om
hem heen, terwijl ze haar bevende lippen
tegen zijn wang drukte.... J
Het vergeelde kiekje was weer op den grond
gevallen. j
Het is of wordt Irissen-tijd; we zien ze voor;
in knop staan en nu komen ook weer de vra
gen los: hoe zit dat eigenlijk met de Irissei
Er zijn immers zooveel soorten in? De een wet
iets van bol- of knol- of wortelstok-Iris, c
ander zegt: nee, je hebt Irissen die je zaa
en vaste Irissen. En de derde erkent rondu
dat hij er heelemaal niets van snapt,
Daarom geven we vandaag heel in 't koi
eens de zeven groote groepen, waarin de Irij
sen te verdeelen zijn. Wie alleen maar van z'
planten genieten wil zonder zich om d
theorie te bekommeren, moet dit stukje mas
overslaan, maar misschien zijn er toch wt
menschen, die er iets aan hebben als ze nu eer
precies zien hoe het „zit". Want op 't eersl
gezicht lijkt het werkelijk wel heel verwarren(
't Valt echter mee!
Eenige typische baard-irrissen van de
Pogon-groep.
I. Bol-Irissen noemen we de Irissen die eei
bol vormen. Hiertoe behooren de z.g. Holland'
sche Iris, de Spaansche, de Engelsche Iris ei
verder o.a. Iris reticulata, dat fijne Maart-
bloeiertje dat zich ook voor poteultuur zoo uit
stekend leent en waarmee we volgend jaax vas'
eens een proef moeten nemen, of beter dit na
jaar, als we bolletjes opplanten.
II. De Irissen van de Juno-groep vormen eer
bol met dikke, vleezige wortels, die er ook ir
gedroogden staat aan blijven zitten. Typeerenc
voor deze groep is, dat de bloemen uit de blad
oksels te voorschijn komen. Iris bucharica is
zoo'n Juno-Iris; er bestaan nog eenige ander*
en verschillende hybriden of kruisingsproduc
ten.
III. Pogon-Irissen zijn Irissen die op de lip
dat is het onderste, hangende bloemblad, eer
„baard" dragen, een ruig harig strookje. Hel
woord pogon beteekent trouwens baard. Tol
deze groep behooren de z.g. tuin-irissen, de be=
kendste van allen, die deze maand buiten
bloeien. Zij vormen een wortelstok.
IV. De Regelia- groep onderscheidt zich dooi
heel lange, spitse bloemen. De Irissen hiervan
hebben een baard, maar zijn zoo totaal an
ders in vorm dan de pogons, dat ze een aparte
groep vormen.
V. Ook de Oncocyclus-Irissen staan apart,
hebben wortelstok en baard, maar een heel
eigen vorm, namelijk vrijwel kogelrond. Prach-
tige donkere tinten en fijne stip- en a der tee-
kening. De bekendste is de mooie Rouw-Iris.
VI. be Apogon-groep apogon is: baard-
loos omvat verschillende soorten. We noe
men de twee bekendste: Iris Kaempferi, de Ja-
pansche Iris, en I. pseudacorus, de Gele Lisch
van onze slootkanten. Dit is de eenige Iris die
werkelijk in het water staan wil. Ze hebben
een wortelstok.
VII. De Evansia-groep is maar klein. Hiertoe
behooren eénige soorten, die geen baard dra
gen en toch ook weer niet baardloos zijn. Op
de lip dragen ze een soort vergroeiing, die we
de kam zouden kunnen noemen. De meeste
Evansia-irissen komen uit Noord-Amerika.
Maar de bekendste is de Dak-iris, die in Japan
en China op de daken groeit en prachtig zacht-
lilablauw van kleur is, met gekartelde bloem
bladeren.
L. S.
TABAK
10, 12, 15 et. p. pak/a
OLDENKOTT
(Ado. Ingez. Med.)
FILIAAL STADSBIBLIOTHEEK EN
LEESZAAL „HUIS TE IZAANEN".
Nieuwe aanwinsten.
ALGEMEENE WERKEN:
Encyclopaedie, Winkelier Prins' alg.; dl. 12.
Versluys. Journalistiek en wetenschap.
SOCIALE WETENSCHAPPEN:
Smeenk. Christelijk-sociale beginselen;
2 dln.
Zischka. De geheime oorlog om de
katoen.
Zischka. De geheime oorlog om de
petroleum:
LUCHTVAART EN RADIO:
Asjes. Vlieginstructie.
Swierstra. De werking, ontwikkeling en
toepassing der radio.
Vrijdaghs. Inleiding tot de radio-ont-
vangtechniek.
GESCHIEDENIS:
Ammers-Kuller, Van. Twaalf interes
sante vrouwen.
Hillen. De Grieksolie cultuur.
Ritter. r— Feest in Hollands huis.
NEDERLANDSCHE ROMANS:
Corsari, Jij en ik.
Corsari. De man zonder uniform.
Eekhout. Patriciërs (Chr.)
Eerbeek. Van. Gesloten grenzen. (Chr.)
Ott. Menschen onder schijnwerpers.
ENGELSCHE ROMANS:
Lewis. It can 't happen here.
Macauly. Dangerous ages.
Priestley. The good companions.
ESPERANTO ROMANS:
Bulthuis, r- Krestomatio.