Het feest van den
nieuwen zomer.
WASSCHERIJ „RHEE
Indië.
IHLD.-y ertelliiM
ZATERDAG 29 MET 1937
HAAELE M'S dagblad
7
Kastanjeboom in bloei.
Oude gebruiken die
bleven bestaan
Het planten van den
Meiboom.
De dagen der Jeugd liggen reeds eenige
tientallen jaren achter mij, maar toch zal ik
het Meivuur niet vergeten. Dat was dan ook
het eenige, dat in mijn geboortedorp van de
oude volksfeesten was overgebleven. Zoek
het. echter niet in de oostelijke provinciën,
al ligt dat dorp bij een der groote rivieren.
Ik zeg dit alleen maar, omdat velen meenen,
dat oude volksgewoonten alleen maar in
Drenthe, Overijsel en Gelderland bewaard
bleven.
Maar laat ik u vertellen, wat dat Meivuur
was. Natuurlijk zegt ge, dat was een vuur,
dat op 1 Mei ontstoken werd, ergens op een
stille plek, ver van 't verkeer af Mis! Ik heb
het Meivuur op den viersprong aan het
Noordeinde van 't dorp, waar 4 wegen naai
de naastbij gelegen dorpen zich kruisten, niet
gekend. Wel hooren vertellen, dat sommigen
zich ergerden, dat zoo'n prachtige hoop
brandstof nutteloos in vlammen opging.
Nutteloos, maar niet vreugdeloos, want, wie
loopen kon, kwam kijken en wie niet meer
zoo 'best ter been was, keek van een afstand
naar den rooden gloed aan den avondhemel
In mijn jeugd was het al een jeugdfeest
geworden, waar van de „groote menschen"
betrekkelijk weinigen 'kwamen 'kijken. Och.zij
hadden het ook al zoo dikwijls gezien en nu
was 't het werk van de jongeren. Hoe men
tot zoo'n Meivuur kwam, zou geen der jon
gens kunnen vertellen. Het was altijd zoo
geweest, het was een prettige aangename
traditie.
Maar, hoe kwamen de jongens dan aan die
brandstof? De ouderen deden wel niet meer
mee, maar gaven gaarne. Weken tevoren
werd onder de jongens al over het Meivuur
gesproken en een soort commissie met als
hoofdpersoon een bewaarder aangewezen.
Dan ging het van huis tot huis om wat voor
het Meivuur te verzamelen. Met een kruiwa
gen of een schouw werd het opgehaalde ge
bracht naar het erf van den bewaarder. Op
30 April werd wat reeds verzameld was naar
de afgesproken plaats op de Dijklaan ge
bracht. Daar werd tussehen twee boomen op
den grasberm een hoop van een Meter of 5
langbeen meter of drie hoog en breed ge
bouwd. De brandstof bestond dan uit oude
planken en palen opgevisc'ht uit de sloot,
oude manden, kisten en verder alles wat
maar brandbaar was.
Tegen de schemering werd de brand er in
gestoken en dan stegen de vlammen weldra
op tot aan het loof der iepen. Tegen twaal
ven zorgden de grooten, dat het vuur uit
raakte. "Nog en paar weken bleef er een
zwarte plek op den grond en dan was er niets
meer van te zien.
Nog steeds wordt de Mei zoo in dat Zuid-
Hollandsche dorp ingeluid. Nooit had er
eenig ongeval plaats.
Het Meifeest is zoo oud als ons volk. Het
was het feest van den aanvang van den zo
mer en werd in vroeger eeuwen alom ge
vierd. De geleerden, die altijd aan Grieken
en Romeinen denken, hebben natuurlijk ook
dit Meifeest onzer voorouders van de Flo-
ralia der Romeinen willen afleiden. Maar de
Germanen hadden om op Meidag vroolijk te
zijn geen Romeinsehe flora noodig. Zij had
den hun eigen mythe van de reuzen Zomer
en Winter, die altijd met elkaar vochten. De
eerste was een vroolijke goede baas, de
tweede een grimmige figuur, die den mensch
niet alleen van alle genoegens beroofde,
maar hen ook deed rillen en beven. Die fabel
bleef tot in de Middeleeuwen onder het volk
leven. Vrouw Venus kwam in den strijd tus-
schenbeide en zei, dat Zomer en Winter
elkander verdragen moesten. De strijd werd
in der minne bijgelegd en zoo kwam de lieve
Mei.
Dan werden er optochten gehouden en
Meiboomen geplant. Dan werd er gedanst en
gesprongen en gezongen. Zoo was het hier,
in Duitschland, Scandinavië, kortom in heel
West-Europa.
In de Middeleeuwen kreeg dit alles een
christelijk karakter. De kerk van toen maak
te den Meiboom tot het symbool der Heilige
Maagd. Nog is in de Roomsch-Katholieke
kerk de Meimaand aan haar geweid en ver
siert men de kerk en vooral het altaar met
bloemen. De jongelui, die altijd voor een
feestje zijn te vinden, vereenigden zich tot
een Meigilde. Zoo'n gilde, om den Meiboom
met de noodige feestelijkheid te planten, was
er in elke stad, in elk dorp De hoofdman er
van voerde den titel van Meigraaf.
's Avonds voor den eersten Mei werden er
Meivuren ontstoken en 's nachts trok het
Meigilde met den Meigraaf aan het hoofd,
op tot een optocht. De jonge mannen waren
daarbij in 't Zondagspak, de meisjes in het
wit met bloemkransen op bet hoofd. Ook
nies-ieden van het Meigilde trokken mee om
van de pret te genieten.
De Meiboom werd uit het nabije bosch ge
haald en dat gewoonterecht werd door geen
houtvester ontzegd. De optocht met den
Meiboom had doorgaans met één of meer
versierde wagens plaats. Vóór dien boom
ging meestal een eigenaardig muziekkorps
uit. Het bestond uit jongens met meifluitjes,
hier waldhoorns, daar koppen, elders pijpen
genoemd. Nog vermaken zich vele Nederland-
sche plattelandskinderen met zoo'n mei
fluitje en schrijvei heeft als jongen meer
malen van een wilgen- of popel takje een
meifluitje gemaakt.
In Mei zijn die takken „sïjp". Het levens
sap stijgt weer op, een sterke strooming is
er in bast en spint. Eenige tikken op de
schors en alles laat los. Dan het bekende
keepje, een segment afsnijden en het fluitje
was klaar. Nu zullen de meeste jongens niet
meer van het muziekkorps vóór den Mei
boom weten, maar de traditie blijft.
De Meiboom werd op het dorpsplein ge
plant tussehen de kerk en de herberg en in
de stad op het marktplein. Wij zagen dat het
in de oudheid een boom was uit het bosch,
vaak met kleurige linten versierd. Later werd
het, althans in Holland, een hooge mast om
hangen met kransen en strikken en hier en
daar wat palmtakken er tussehen gestoken
en soms nog wat loovertjes of vlagjes en
wimpeltjes. Maar men vergat niet op den
top een meidoorntak te zetten.
In de hoogere zandstreken, waar bosch ge
noeg was, bleef men hechten aan den esch
of den der oude Germanen. Zoo oud als Den
Haag is, zoo lang ook hebben de Hagenaars
Meiboomen geplant voor het Hof van Hol
lands graven. Zoo ging het ook te Arnhem
met den Geldersc'hen hertog. Natuurlijk
hoorden er ook liedjes bij. Iedereen weet, dat
het aantal Meiliedjes nog legio is.
De Meiboom was niet enkel het vreugde-
teeken wegens de terugkomst van den zo
mer maar ook het symbool der liefde. Daar
om planten in oude dagen minnaars een Mei
boom onder het venster van hun Dulcinea.
Muzikanten lieten zij er een deuntje bij spe
len en zelf zongen ze er een lied bij.
G. J. B.
Boorden 8 c».
HEEMSTEDE
rr
AFD. FIJNE WASCH
Overhemden 20 ct.
TELEFOON 28201
rAUvIngez. Med.)
DIRECTEUREN VAN GEMEENTEWERKEN.
De burgemeester deelt mede dat B. en W.
op Vrijdag 4 Juni des namiddags om 12.15 uur
officieel ten Stadhuize zullen ontvangen het
bestuur van de Vereeniging van directeuren
van Gemeentewerken en de deelnemers aan
de door deze Vereeniging alhier te houden al-
gemeene vergadeiüng.
De raadsleden zijn uitgenoodigd bij deze
ontvangst tegenwoordig te zijn.
MEJ. N. A. M. BARBAS.
Op 1 Juni a.s. zal het 25 jaar geleden zijn,
dat Mej. Barbas benoemd werd tot stads-hulp
organiste. Als zoodanig heeft zij ook aan de
Ned. Herv. kerk vele diensten bewezen zoo
meldt het Predikbeurtenblad.
AANBESTEDING.
In het gebouw van het Provinciaal bestuur
van Overijsel te Zwolle is Vrijdag vanwege den
Provincialen Waterstaat aanbesteed: De aan
leg en verharding van een of meer wegvakken
van elk der wegen Den Ham—Vriezeveen,
Wij them (Zwolle)Dalfsen en ten Oosten van
Ommen. Laagste insehrijfster was de N.V. De
Geruischlooze weg te Heemstede voor f 74.945.
PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE
RADIO CENTRALE OP ZONDAG 30 MEI.
(Wijzigingen voorbehouden!)
Progr. I Hilversum I.
Progr. II Hilversum XI.
Progr. III 8.35 Keulen, 9.50 Fransch Brussel,
10.50 Keulen, 1.20 Vlaamsch Brussel, 1.30 Keu
len, 6.50 Parijs Radio, 7.20 Keulen, 10.20
Fransch Brussel, 10.50 Berlijn. Daarna Diver-
Prog. XV 8.30 Vlaamsch Brussel, 11.50 Parijs
Radio. 12.50 Droitwich, 4.20 London Regional.
4.50 Droitwich, 5.20 London Regional. 6.40
Droitwich, 7.50 London Regional. 8.15 Droit
wich, 9.05 Diversen, 9.25 London Regional, 10.25
Droitwich, 11.00 Weenen.
Progr. V 8.3012.00 Diversen.
op Maandag 31 Mei 1937.
Progr. I. Hilversum I.
Progr. II Hilversum H.
Progr. HI 8.00 Keulen; 11.05 Droitwich;
12.20 Vlaamsch Brussel; 2.20 Deutschland-
sender; 3.20 Droitwich; 3.55 Diversen; 4.20
Keulen; 5.20 Vlaamsch Brussel; 6.05 Parijs
Radio; 6.20 London Regional; 7.20 Keulen;
8.20 Fransch Brussel; 9.20 Rome; 10.20
Vlaamsch Brussel; 10.50 Boedapest; 11.20
Berlijn.
Progr. IV. 8.00 Vlaamsch Brussel; 9.20
Pauze; 10.35 London Regional; 12.50 Droit
wich; 1.35 London Regional;- 5.20 Droitwich;
6.40 Fransch Brussel; 7.20 Droitwich; 8.2Ö
London Regional; 8.40 Droitwich; 9.40 Lon
don Regional; 10.20 Droitwich.
Progr. V. 8.007.00 Diversen.
7.00 Eigen gramofoonplaten programma:
Populaire muziek.
1 Robins and roses; 2 Viennese Memories
le deel; 3 Mauna Loa; 4 New Colonial
March; 5 A Melody from the sky; 6 Herin
neringen; 7 The yodelling mouth organ
player, 8 My little grass shack; 9 Blaze away,
10 Heden; 11 Sweet Hawaiian dream girl;
12 Mountain Melodies; 13. Viennese Memories
2e deel; 14 Mouth Organ Tit Bits; 15 Un
derneath the blue Hawaiian Skies; 16 With
sword and Lance.
8.0012.00 Diversen.
Wij zijn in Indië terug.
Wij kwamen heel vroeg in den morgen voor
Priok aan. Het werd licht en we zagen de ber
gen van Java tegen de heldere Westmcesson-
dageraad: Panggrango, Gedeh en Salak. Ons
Indië.
Het werd lichter en heiïg en warm en wij
zagen vrienden en familie op de blakerende
kade van Priok. Ook wat is Indië. dat je om
zeven uur 's morgens ergens op een kade in
de zon staat en keerende of uitvarende vrien
den toewuift. Nog eer de boot gemeerd ligt,
nemen de reisgenooten aan boord afscheid.
Straks zullen ze zich, ieder in eigen kennis
senkring, oplossen; de korte kameraadschap
van de reis vervloeit, ze zullen elkaar met een
vluchtigen groet voorbijrijden op den Priok-
weg. De.reis was een periode van beuzelarij;
nu wenden wij ons weer naar het echte leven:
Indië.
Wij zijn naar de nieuwe standplaats ge
spoord, hebben ons in een hotel genesteld en
zoeken een huis. Over de heele Christelijke
wereld is het Paschen, maar wij hebben het
contact met die wereld verloren. Wij kennen
hier geen mensch en geen weg. Wij rijden
rond in een Opelette met een plattegrond in
de hand en zien alleen naar huizen, die te
huur staan.
Li Indië is de huurplank aan een lat ge
spijkerd, bij het vóórhek in den grond ge
plant en op een afstand valt het moeilijk te
onderscheiden, of er een bord staat, dat de
aandacht vestigt op een dokter, tandarts, of
muziekleeraar, dan wel een huurplank. Maal
ais 't een huurplank is, stopt de opelette -
chauffeur volgens de hem gegeven orders en
wij stappen uit.
Li Indië loopt men een leegstaand huis
naar believen binnen. Deuren en ramen zijn
van dageraad tot zonderondergang open. Er
gens in de bijgebouwen huist de djaga. die
aan komt sloffen, zoodra hij stemmen in
huis hoort. Weet hij ook, hoeveel huur het
huis doet?
„Tidaaah, dat moet men bij een woning
bureau infonneeren; hij is er slechts om het
huis te bewaken. Djaga sadja.
Mogen wij het huis bekijken?
„Boleh'*; bedrijvig loopt hij voor ons uit
om tot de uiterste hokken der bijgebouwen te
ontsluiten. Wij bezichtigen huis en tuin, put
en garage en staan peinzend een moment op
't betegeld bordesje om het uitzicht te bezien.
Zal dit ons toekomstig tehuis worden?
De djaga denkt in dezelfde richting mee:
„Kaloh n jon ja sèwa roemah mials me
vrouw dit huis huurt, mag ik dan toekang ke
bon worden?"
En zijn vrouw is kokkieook ter be
schikking.
O, Indië. waar alle gerief den Europeaan
tegemoet stroomt!
Maar wij zullen dit huis niet huren. Het is
modern-Europeesch van stijl. De kleine tuin
is netjes onderhouden. De huurprijs zal waar
schijnlijk, binnen ons bereik liggenMaar
ziet ge, vroeg in den morgen, den Paaschmor-
gen, waarop we dezen tocht-om-een-woning
aanvingen, was er een ander huis. Een
ouderwetsch Indisch huis met slaapkamers
als zalen en een breede cementen galerij langs
een rij van goedangs. Er was een tuin met
wijde grasvelden, een manggaboom en een
paar oude moerbeien; er was een goot met
stroomend water, waartusschen de steenen
chevelures groeiden.
En daar wil ons hart, dat naar Indië heeft
terugverlangd, wonen.
Nu zien wij den verderen dag plichtmatig
leegstaande huizen. Nu zeggen wij verstandig
tegen elkaar" de huur van dat huis zal ons
stelüg te hoog zijn. En die tuinwat een
onderhoud!" Maar op den terugweg, als de
De Filmartiste
door BERT LOVEN.
Winston Jeffries legde zijn bruinlederen city
bag in het net van den coupé, die nog geheel
bag in het net van de coupé, die nog geheel
ledig was en begaf zich naar de wachtkamer,
om in het oogenblik, dat hij nog tijd had, een
kop koffie te gaan drinken. Daarna wandelde
hij weer het perron op.
Juist op tijd bereikte Jeffries den coupé,
want onmiddellijk nadat de deur van het com
partiment achter hem gesloten was, zette de
trein zich in beweging. De coupé was tijdens
de korte afwezigheid volgeloopen, maar ge
lukkig was zijn hoekje opengebleven.
Verschrikt bleef hij staan, toen hij de aan
wezigheid van zijn bagage wilde controleeren.
Dat is niet van mij, sprak hij tot zijn
medereizigers, terwijl hij den koffer en de
regenjas uit het net nam. Gelijktijdig opende
hij het portierraampje en wierp de voorwer
pen, die niet van hem waren, precies voor de
voeten van een kruier op het perron.
Deponeer die bagage op naam van Jeffries
aan de bewaarplaats! riep hij den man toe.
De trein reed door en mijnheer Jeffries
meende, zijn medereizigers een verklaring voor
zijn vreemde handelwijze te moeten geven.
Daar heb ik waarempel de verkeerde ba
gage uit de bewaarplaats meegenomen. Enfin!
Morgen kom ik toch weer hier en dan zal ik de
zaak wel in orde maken.
De anderen glimlachten en een van hen zei:
Het is anders allesbehalve prettig, zonder
bagage te reizen, tenminste als er iets mzit,
wat men op reis noodig heeft.
O neen, antwoordde Jeffries, wat dat be
treft, maak ik mij niet ongerust. Voorloopig
kan ik het wel zonder mijn citybag. Het eenige
waaraan ik behoefte zou kunnen krijgen, is
mijn chèqueboek, maar dat geloof ik niet.
Geruimen tijd was het stil in den coupé.
Een blond meisjeshoofd keek om den hoek
van de aangrenzende rijtuigafdeeling. De eige
nares daarvan richtte haar blik op het bagage
net en wilde toen doorloopen naar de volgende
afdeeling.
Zoekt u iets, mejuffrouw? vroeg Jeffries.
Ik ben in den verkeerden coupé gestapt,
mijnheer, sprak het meisje blozend. Mijn city
bag en mijn regenmantel had ik in het net ge
legd. In mijn coupé ligt wel bagage, die op de
mijne lijkt, maar ze is het niet. Ik ben nu op
zoek naar mijn eigendom. Heeft iemand het
misschien gezien?
Was het een bruine koffer? vroeg Jeffries.
Ja, mijnheer. En een lichtgele regenman
tel.
Het spijt mij zeer, juffrouw, maar dan
moet ik u helaas mededeelen, dat ik uw eigen
dom zooeven aan een kruier op het station heb
afgegeven in de veronderstelling, dat ik de ver
keerde bagage had meegenomen, sprak Jef
fries schuldbewust. Dan is de bagage in uw
coupé natuurlijk de mijne.
Wat zegt u?vroeg het meisje ver
schrikt. Aan een kruier gegeven? Maar lieve
hemel wat moet ik nu beginnen?.... Mijn
heele bezitting is in den koffer en dien ben ik
nu kwijt.
Ze begon te schreien.
Kom kom, jongedame, zei Jeffries mede
lijdend, dat behoeft ge u toch niet zoo aan te
trekken? We telegrafeeren eenvoudig aan het
volgende station dat uw bagage met den eerst-
volgenden trein moet worden opgezonden.
Het meisje schudde het hoofd.
Dat is te laat, mijnheer, zei ze. Onmiddel
lijk na aankomst van dezen trein vertrekt de
boot naar Buenos Aires. De passage is al be
taald ik kan dus onmogelijk wachten. Mijn
hemel, dat ik ook zoo dom kon zijn, in den
verkeerden coupé te stappen. Nu zit ik ermee.
Welnu dan neem ik als medeschuldige op
me, ervoor te zorgen, dat aan uw adres te
Buenos Aires de bagage prompt wordt bezorgd,
sprak Jeffries. Ik handelde wel wat overijld
toen ik uw citybag aan den kruier gaf.
Het gedupeerde kind antwoordde niet dade
lijk. Blijkbaar dacht ze over iets na.
Het spijt mij wel, mijnheer, want hoe
voorkomend u overigens ook voor mij bent. is
het eenige, wat ik onder deze omstandigheden
kan doen, dat ik van mijn reis naar Amerika
afzie. Dat heeft nu toch geen doel meer.
De anderen keken haar verwonderd aan en
Jeffries zei glimlachend:
U neemt daar nogal een ingrijpenden
maatregel. En dat om zoo'n luttel beetje ba
gage?
Stil verwijtend bleef de jongedame hem even
aanzien, toen zei ze plotseling:
Eigenlijk had ik het niet willen zeggen,
maar nu u denkt, dat ik het enkel om den
koffer en den mantel doe, zal ik de reden maar
zeggen. Ik ben namelijk filmartiste en vijf jaar
lang heb ik hier in Engeland een zeer onder
geschikte betrekking bekleed. Deze week kreeg
ik van een groote filmmaatschappij in Amerika
bericht, dat ik in de rijen van haar personeel
zou worden opgenomen. Bij aanmelding moet
ik echter dadelijk een waarborgsom storten
van vijftig pond sterling. Van mijzelf bezat ik
zoo'n groot bedrag niet en daarom heb ik het
van een kennis geleend. Die gaf het me graag,
omdat hij ervan overtuigd was, dat ik in de
filmwereld carrière zal maken.
Nu zou dat niet zoo erg zijn. als de directie
van de maatschappij den eisch niet gesteld
had. dat dadelijk bij aanmelding het bedrag-
gestort moest worden. Wanneer ik nu deze boot
laat verloopen, om op mijn bagage te wachten,
gaan er veertien dagen voorbij, alvorens weel
een boot vertrekt, en dan loop ik de kans, dat
in de vacature reeds voorzien is. Bovendien zou
ik dan nogmaals den overtocht moeten betalen,
en daar heb ik geen geld voor.
Neen, er zit niets anders op, dan dat ik van
de betrekking afzie.
Wederom liepen de tranen langs haar wan
gen.
De heeren in den coupé beraadslaagden.
Mijnheer Winston Jeffries dacht diep na. op
welke manier hij het meisje kon helpen.
Jongedame, zei hij. Het is grootendeels
mijn schuld, dat u in deze onaangename posi
tie geraakt bent. en ik voel mij verplicht, u
daaruit te redden. In mijn koffer zit mijn
chèqueboek. Ik zal het even uit uw coupé halen
en dan zal ik u een chèque geven voor het be
drag, dat in uw koffer zit. Het meisje strekte
afwerend de hand uit.
O neen, mijnheer, daar denk ik niet aan.
Wat zoudt u wei van mij denken? Ik ben geen
bedelaarster en ik kan uw geld niet aannemen
Maar juffrouw, drong Jeffries aan. Denk
om uw toekomst. Uw toekomstige loopbaan als
filmartisteals filmster
Bij het woord „filmster" begonnen de ooger.
van het meisje te schitteren.
Bovendien, vervolgde Jeffries, leen ik u
het bedrag maar, want morgen ben ik toch in
de gelegenheid, uw bagage af te halen en dan
kan ik toch eenvoudig het geleende geld er
weer uithalen.
Hij wachtte niet op het antwoord, maar ging
naar den anderen coupé en kwam even later
met zijn citybag aandragen, dien hij op de
bank zette en opende.
Dat begrijp ik niet, mompelde hij na eenig
zoeken. Ik meen toch. dat ik mijn boekje in
den koffer gedaan had.
Peinzend legde hij den wijsvinger tegen zijn
voorhoofd.
Dat is waar ook, zei hij toen. Voor ik weg
ging heb ik nog een chèque geschreven en ik
heb bepaald het boekje op tafel laten liggen.
Wat een idioot ben ik. Maar.wat nu?
Verlegen keek hij het meisje aan, dat nog
steeds weifelde met haar antwoord en de blik
van Jeffries richtte zich vragend op zijn mede
reizigers.
Heelemaal niet erg!heelemaal niet
erg!sprak nu een van de heeren. Kijk eens
aan, dan heb ik een ander voorstel. In ieder
geval moet de jonge dame geholpen worden en
aangezien u het niet alleen kunt, stel ik voor.
dat wij alleneven zien, we zijn met z'n vij
ven.... dat wij allen een steentje bijdragen
om tot het bedrag van vijftig pond te komen.
Deze mijnheer. hij wees op Winston Jeffries.
heeft de bagage van de juffrouw op zijn
naam laten zetten en het is voor hem geen
kunst, morgen of overmorgen het bedrag terug
te halen. Heeft een van de heeren er bezwaar
tegen?
Hij haalde zijn portefeuille tevoorschijn en
nam er een biljet van tien pond uit.
De anderen volgden zijn voorbeeld en ieder
droeg wat bij. Jeffries noteerde de namen en
adressen van de gevers en toen opende hij zelf
zijn beurs.
Jammer, jammer,zei hij verlegen. Ik
ben op het oogenblik slechts in het bezit van
twee pond sterling en er ontbreekt nog acht
pond.
O, dat is niets, die kan ik er nog wel bij
doen, zei de heer, die het initiatief tot de trans
actie genomen had.
Zie zoo, dan is het bedrag compleet en de
jongedame is geholpen. Zoo spoedig mogelijk
zendt mijnheereh
Jeffries stelde deze zich voor. Winston
Jeffries. Regentstreet 86. London.
O juist!Mijnheer Jeffries zendt ons
zoo spoedig mogelijk het geleende bedrag te
rug en dan is alles weer in orde.
Aanvankelijk weigerde het meisje nog, het
geld aan te nemen, maar tenslotte bezweek ze
toch voor den aandrang en onder veel dank
betuigingen, liet ze het geld in haar hand-
taschje glijden.
Toen de trein op de plaats van bestemming
aankwam, vroeg Jeffries, of hij haar naar de
boot mocht begeleiden, maar het meisje wei
gerde kortaf.
Het spyt me heusch, mijnheer. Mijn tante
haalt mij af. anders misschien wel.
Jeffries was zichtbaar teleurgesteld, maar hij
schikte zich erin.
De aanstaande filmster bedankte de heeren
nogmaals voor hun hulp en was weldra tus
sehen de uitstappende reizigers verdwenen.
Buiten het stationsgebouw liep Jeffries regel
recht op een auto toe. Daarin zat reeds het!
filmsterretje uit den trein.
Jeffries lachte, toen hij achter het stuur
plaats nam en terwijl de auto met een sier
lijken zwaai den hoek omzwenkte, sprak hij: I
Ziezoo, Maud, dat trucje is weer eens aar- I
dig gelukt. Acht en veertig pond sterling ver
diend.
regen al dreigt, keeren we er toch nog even
aan en geven in gedachten ieder vertrek zijn
bestemming. \s Middags dwingt de regen ons
tot rust in 't hotel.
Is er wei iets Indischer dan een Lidisch
hotel in regentijd? Gasten, die verscholen
blijven achter ae krees van 't eigen galerijtje,
hun eenig privaat terrein; baboes, manoeu
vreerend mét pajong en kleerhanger om de
wasch en mevrouws gestreken avondjapon
droog in de kamer te loodsen.
Tjitjaks, die haastig toeschieten op elke bin
nenkomende muskiet en het plekplok van een
kódók. die onvermoeid poogt met één sprong
uit het. donker moeras van den tuin de bo
venste tree van ons betegeld stoepje te be
reiken.
En over alles heen het klokkend geluid van
de goten, die hun water loozen waar de lange
galerij begint naar de lichte eetzaal in het
hoofdgebouw.
Is het nog geen etenstijd? Wij rekken ons
uit en recapituleeren„Het huis met de roo-
de tegels is groot genoeg voor ons als we
geen speelkamertje voor de kinderen ne
men."
„Dan is het huis met de schuifdeuren toch
nog iets. geschikter; vrijer van ligging. Bij de
„roode-tegels" kon je buurmans kokkie in de
keuken hooren kijven." „Dat was mevrouw
zelf! De „schuifdeuren" heeft geen put en geen
bedienden-W.C."
In de lichte eetzaal van 't hotel wordt de
gong geslagen. Achter alle krees schuifelen
voetstappen: de gasten gaan zich voeden.
Als wij langs de klokkende goten loopen
zeg ik „op de galerij van dat huis zou je de
pingpongtal'el kunnen zetten" en mijn man
antwoordt: „je zou op 't grasveld kunnen
croquetspelen".
„Jij zou een eigen timmerkamer kunnen
hebben".
„En jij een eigen moestuintje".
Wij zwijgen, een beetje beschaamd. Maar
als we de lichte eetzaal binnentreden, waar de
kippensoep reeds wordt rondgediend, weten
we:
Dat huis, en dat alleen zal ons tehuis wor
den.
(Djaga.. bewaker. Toekang kebon., tuin-
jongem Goedang.kamer in de bijgebouwen.
Krees., rieten schermen, die neergelaten
worden als bescherming tegen zon, regen en
onbescheiden blikken. Ködök; kikker.)
Eigen huis.
Wat is het toch grappig, dat smaken
verschillen,
En dat voor de woning, die ik niet zou
willen.
Als schold men de huurpenning kwijt,
Mijn buurman met moeite de premie blijft
sparen,
Omdat hij juist daar en in dat huis zijn
jaren,
In volle tevredenheid slijt!
De één houdt van ruitjes in zware kozijnen,
Waardoor slechts een splintertje daglicht
kan schijnen.
De ander heeft nooit genoeg zon.
De één zoekt het nieuwste in architecturen,
En d'ander gaat uit om een bakbeest te
huren.
Van vóór-nog-de-bouwkunst-begon.
De één wenscht een tuintje als lijst om zijn
woning,
En d'andere voelt zich zoo rijk als een
koning,
Wanneer hem zijn akker gedijt!
Wat dringt ons, om huis en om hof te
versieren
Met offers van geld en van tijd?
In iedere stad staan op pleinen en hoeken
De huizen. En steeds zijn er menschen, die
zoeken,
Naar 't huis. het zij nieuw, het zij oud
't zij mooi, het zij leelijk (maar smaken
verschillen!)
't Zij groot, het zij klein naar het huis,
dat zij willen,
Omdat het voor hen werd gebouwd!
T.
AGENDA
ZATERDAG 29 MEI
Stadsschouwburg: Rotterd. Hofstad-Too-
neel „Kinderzegen", 8 uur.
Concertgebouw: Padvindersrevue „Dat wist
U niet". 8 uur.
N.V. Bouw en Expl. Mij. Zuid-Haarlem. Alg.
verg. van aandeelhouders, Verspronckweg 31.
7 uur.
N.V. Handelmij. Westexport. Alg. verg. van
aandeelhouders, Verspronckweg 31, 7.30 uur.
La Gaité. Raaks: Nachtfeest van 8—3 uur.
Palace Filmac: 11—5 uur: Doorloopend 50
minuten wereldnieuws.
Frans Hals Theater: Joe Brown in „Jan
Ongeluk" en Winterolympiade 1937. „Sind-
bad de Zeeman". 2.30, 7 en 9.15 uur.
Rembrandt Theater: „Als je verliefd bent"
met Grace Moore. 2.30, 7 en 9.15 uur.
Luxor Sound Theater: William Powell in
„My man Godfrey", 2.30, 7 en 9.15 uur.
Cinema Palace: „De Spin" met Willy Bu
gel, 7 en 9.15 uur.
Teyler's Museum, Spaame 16. Geopend op
werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan
dags. Toegang vrij.
ZONDAG 30 MEI
Gebouw ProtestantenbondZondagmorgen
voordracht Psycho-Synthese, 10.30 uur.
Bakenessergracht 13: Openbare voordracht
Roz-ekruisers Genootschap, nam. 7.15 uur.
Bioscoopvoorstellingen 's middags en des
avonds.
IJmuiden: Aandeelhoudersvergadering
„De Toko", 2 urn-.
MAANDAG 31 MEI
Stadsschouwburg, WilsonspleinVolksvoor
stelling van „Des duivels prentenboek", door
het Rott. Hofstadtooneel, 8.15 uur.
Aandeelhoudersvergadering N.V. Keiler en
Macdonald te Haarlem, v.m, 9.30 uur.
Palace Filmac: 11—5 uur: Dooidoopend 50
minuten wereldnieuws.
Bioscoopvoorstellingen 's middags en des
avonds.
Heemstede: Aandeelhoudersvergade
ring N.V. Grond- en Bouwbedrijf te Heem
stede, n.m. 7.30 uur.
ROOSTER VAN APOTHEKEN
(Samengesteld door den Inspecteur der
Volksgezondheid.»
Voor de apotheken, die toestemming ge
vraagd hebben, om "s avonds en 's nachts en
Zondags te sluiten, ls door den Inspecteur
der Volksgezondheid een sluitingsrooster op
gemaakt.
Van Zaterdag 29 Mei 's avonds 8 uur tot
en met Vrijdag 4 Juni zijn de volgende aoo-
theken op Zondag, 's avonds na acht uur en
des nachts geopend
J. Dienske. Firma Duijm en Keur Keizer
straat 6. Tel 10378.
J. Samplonius. Firma Begemann en Sneltjes
Kruisweg 30, Tel. 10043.
J. M. Meisner, Marnix-Apotheek, Maraix-
straat 65, Tel. 23525