Het feest van den nieuwen zomer. WASSCHERIJ „RHEE Indië. IHLD.-y ertelliiM ZATERDAG 29 MET 1937 HAAELE M'S dagblad 7 Kastanjeboom in bloei. Oude gebruiken die bleven bestaan Het planten van den Meiboom. De dagen der Jeugd liggen reeds eenige tientallen jaren achter mij, maar toch zal ik het Meivuur niet vergeten. Dat was dan ook het eenige, dat in mijn geboortedorp van de oude volksfeesten was overgebleven. Zoek het. echter niet in de oostelijke provinciën, al ligt dat dorp bij een der groote rivieren. Ik zeg dit alleen maar, omdat velen meenen, dat oude volksgewoonten alleen maar in Drenthe, Overijsel en Gelderland bewaard bleven. Maar laat ik u vertellen, wat dat Meivuur was. Natuurlijk zegt ge, dat was een vuur, dat op 1 Mei ontstoken werd, ergens op een stille plek, ver van 't verkeer af Mis! Ik heb het Meivuur op den viersprong aan het Noordeinde van 't dorp, waar 4 wegen naai de naastbij gelegen dorpen zich kruisten, niet gekend. Wel hooren vertellen, dat sommigen zich ergerden, dat zoo'n prachtige hoop brandstof nutteloos in vlammen opging. Nutteloos, maar niet vreugdeloos, want, wie loopen kon, kwam kijken en wie niet meer zoo 'best ter been was, keek van een afstand naar den rooden gloed aan den avondhemel In mijn jeugd was het al een jeugdfeest geworden, waar van de „groote menschen" betrekkelijk weinigen 'kwamen 'kijken. Och.zij hadden het ook al zoo dikwijls gezien en nu was 't het werk van de jongeren. Hoe men tot zoo'n Meivuur kwam, zou geen der jon gens kunnen vertellen. Het was altijd zoo geweest, het was een prettige aangename traditie. Maar, hoe kwamen de jongens dan aan die brandstof? De ouderen deden wel niet meer mee, maar gaven gaarne. Weken tevoren werd onder de jongens al over het Meivuur gesproken en een soort commissie met als hoofdpersoon een bewaarder aangewezen. Dan ging het van huis tot huis om wat voor het Meivuur te verzamelen. Met een kruiwa gen of een schouw werd het opgehaalde ge bracht naar het erf van den bewaarder. Op 30 April werd wat reeds verzameld was naar de afgesproken plaats op de Dijklaan ge bracht. Daar werd tussehen twee boomen op den grasberm een hoop van een Meter of 5 langbeen meter of drie hoog en breed ge bouwd. De brandstof bestond dan uit oude planken en palen opgevisc'ht uit de sloot, oude manden, kisten en verder alles wat maar brandbaar was. Tegen de schemering werd de brand er in gestoken en dan stegen de vlammen weldra op tot aan het loof der iepen. Tegen twaal ven zorgden de grooten, dat het vuur uit raakte. "Nog en paar weken bleef er een zwarte plek op den grond en dan was er niets meer van te zien. Nog steeds wordt de Mei zoo in dat Zuid- Hollandsche dorp ingeluid. Nooit had er eenig ongeval plaats. Het Meifeest is zoo oud als ons volk. Het was het feest van den aanvang van den zo mer en werd in vroeger eeuwen alom ge vierd. De geleerden, die altijd aan Grieken en Romeinen denken, hebben natuurlijk ook dit Meifeest onzer voorouders van de Flo- ralia der Romeinen willen afleiden. Maar de Germanen hadden om op Meidag vroolijk te zijn geen Romeinsehe flora noodig. Zij had den hun eigen mythe van de reuzen Zomer en Winter, die altijd met elkaar vochten. De eerste was een vroolijke goede baas, de tweede een grimmige figuur, die den mensch niet alleen van alle genoegens beroofde, maar hen ook deed rillen en beven. Die fabel bleef tot in de Middeleeuwen onder het volk leven. Vrouw Venus kwam in den strijd tus- schenbeide en zei, dat Zomer en Winter elkander verdragen moesten. De strijd werd in der minne bijgelegd en zoo kwam de lieve Mei. Dan werden er optochten gehouden en Meiboomen geplant. Dan werd er gedanst en gesprongen en gezongen. Zoo was het hier, in Duitschland, Scandinavië, kortom in heel West-Europa. In de Middeleeuwen kreeg dit alles een christelijk karakter. De kerk van toen maak te den Meiboom tot het symbool der Heilige Maagd. Nog is in de Roomsch-Katholieke kerk de Meimaand aan haar geweid en ver siert men de kerk en vooral het altaar met bloemen. De jongelui, die altijd voor een feestje zijn te vinden, vereenigden zich tot een Meigilde. Zoo'n gilde, om den Meiboom met de noodige feestelijkheid te planten, was er in elke stad, in elk dorp De hoofdman er van voerde den titel van Meigraaf. 's Avonds voor den eersten Mei werden er Meivuren ontstoken en 's nachts trok het Meigilde met den Meigraaf aan het hoofd, op tot een optocht. De jonge mannen waren daarbij in 't Zondagspak, de meisjes in het wit met bloemkransen op bet hoofd. Ook nies-ieden van het Meigilde trokken mee om van de pret te genieten. De Meiboom werd uit het nabije bosch ge haald en dat gewoonterecht werd door geen houtvester ontzegd. De optocht met den Meiboom had doorgaans met één of meer versierde wagens plaats. Vóór dien boom ging meestal een eigenaardig muziekkorps uit. Het bestond uit jongens met meifluitjes, hier waldhoorns, daar koppen, elders pijpen genoemd. Nog vermaken zich vele Nederland- sche plattelandskinderen met zoo'n mei fluitje en schrijvei heeft als jongen meer malen van een wilgen- of popel takje een meifluitje gemaakt. In Mei zijn die takken „sïjp". Het levens sap stijgt weer op, een sterke strooming is er in bast en spint. Eenige tikken op de schors en alles laat los. Dan het bekende keepje, een segment afsnijden en het fluitje was klaar. Nu zullen de meeste jongens niet meer van het muziekkorps vóór den Mei boom weten, maar de traditie blijft. De Meiboom werd op het dorpsplein ge plant tussehen de kerk en de herberg en in de stad op het marktplein. Wij zagen dat het in de oudheid een boom was uit het bosch, vaak met kleurige linten versierd. Later werd het, althans in Holland, een hooge mast om hangen met kransen en strikken en hier en daar wat palmtakken er tussehen gestoken en soms nog wat loovertjes of vlagjes en wimpeltjes. Maar men vergat niet op den top een meidoorntak te zetten. In de hoogere zandstreken, waar bosch ge noeg was, bleef men hechten aan den esch of den der oude Germanen. Zoo oud als Den Haag is, zoo lang ook hebben de Hagenaars Meiboomen geplant voor het Hof van Hol lands graven. Zoo ging het ook te Arnhem met den Geldersc'hen hertog. Natuurlijk hoorden er ook liedjes bij. Iedereen weet, dat het aantal Meiliedjes nog legio is. De Meiboom was niet enkel het vreugde- teeken wegens de terugkomst van den zo mer maar ook het symbool der liefde. Daar om planten in oude dagen minnaars een Mei boom onder het venster van hun Dulcinea. Muzikanten lieten zij er een deuntje bij spe len en zelf zongen ze er een lied bij. G. J. B. Boorden 8 c». HEEMSTEDE rr AFD. FIJNE WASCH Overhemden 20 ct. TELEFOON 28201 rAUvIngez. Med.) DIRECTEUREN VAN GEMEENTEWERKEN. De burgemeester deelt mede dat B. en W. op Vrijdag 4 Juni des namiddags om 12.15 uur officieel ten Stadhuize zullen ontvangen het bestuur van de Vereeniging van directeuren van Gemeentewerken en de deelnemers aan de door deze Vereeniging alhier te houden al- gemeene vergadeiüng. De raadsleden zijn uitgenoodigd bij deze ontvangst tegenwoordig te zijn. MEJ. N. A. M. BARBAS. Op 1 Juni a.s. zal het 25 jaar geleden zijn, dat Mej. Barbas benoemd werd tot stads-hulp organiste. Als zoodanig heeft zij ook aan de Ned. Herv. kerk vele diensten bewezen zoo meldt het Predikbeurtenblad. AANBESTEDING. In het gebouw van het Provinciaal bestuur van Overijsel te Zwolle is Vrijdag vanwege den Provincialen Waterstaat aanbesteed: De aan leg en verharding van een of meer wegvakken van elk der wegen Den Ham—Vriezeveen, Wij them (Zwolle)Dalfsen en ten Oosten van Ommen. Laagste insehrijfster was de N.V. De Geruischlooze weg te Heemstede voor f 74.945. PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE RADIO CENTRALE OP ZONDAG 30 MEI. (Wijzigingen voorbehouden!) Progr. I Hilversum I. Progr. II Hilversum XI. Progr. III 8.35 Keulen, 9.50 Fransch Brussel, 10.50 Keulen, 1.20 Vlaamsch Brussel, 1.30 Keu len, 6.50 Parijs Radio, 7.20 Keulen, 10.20 Fransch Brussel, 10.50 Berlijn. Daarna Diver- Prog. XV 8.30 Vlaamsch Brussel, 11.50 Parijs Radio. 12.50 Droitwich, 4.20 London Regional. 4.50 Droitwich, 5.20 London Regional. 6.40 Droitwich, 7.50 London Regional. 8.15 Droit wich, 9.05 Diversen, 9.25 London Regional, 10.25 Droitwich, 11.00 Weenen. Progr. V 8.3012.00 Diversen. op Maandag 31 Mei 1937. Progr. I. Hilversum I. Progr. II Hilversum H. Progr. HI 8.00 Keulen; 11.05 Droitwich; 12.20 Vlaamsch Brussel; 2.20 Deutschland- sender; 3.20 Droitwich; 3.55 Diversen; 4.20 Keulen; 5.20 Vlaamsch Brussel; 6.05 Parijs Radio; 6.20 London Regional; 7.20 Keulen; 8.20 Fransch Brussel; 9.20 Rome; 10.20 Vlaamsch Brussel; 10.50 Boedapest; 11.20 Berlijn. Progr. IV. 8.00 Vlaamsch Brussel; 9.20 Pauze; 10.35 London Regional; 12.50 Droit wich; 1.35 London Regional;- 5.20 Droitwich; 6.40 Fransch Brussel; 7.20 Droitwich; 8.2Ö London Regional; 8.40 Droitwich; 9.40 Lon don Regional; 10.20 Droitwich. Progr. V. 8.007.00 Diversen. 7.00 Eigen gramofoonplaten programma: Populaire muziek. 1 Robins and roses; 2 Viennese Memories le deel; 3 Mauna Loa; 4 New Colonial March; 5 A Melody from the sky; 6 Herin neringen; 7 The yodelling mouth organ player, 8 My little grass shack; 9 Blaze away, 10 Heden; 11 Sweet Hawaiian dream girl; 12 Mountain Melodies; 13. Viennese Memories 2e deel; 14 Mouth Organ Tit Bits; 15 Un derneath the blue Hawaiian Skies; 16 With sword and Lance. 8.0012.00 Diversen. Wij zijn in Indië terug. Wij kwamen heel vroeg in den morgen voor Priok aan. Het werd licht en we zagen de ber gen van Java tegen de heldere Westmcesson- dageraad: Panggrango, Gedeh en Salak. Ons Indië. Het werd lichter en heiïg en warm en wij zagen vrienden en familie op de blakerende kade van Priok. Ook wat is Indië. dat je om zeven uur 's morgens ergens op een kade in de zon staat en keerende of uitvarende vrien den toewuift. Nog eer de boot gemeerd ligt, nemen de reisgenooten aan boord afscheid. Straks zullen ze zich, ieder in eigen kennis senkring, oplossen; de korte kameraadschap van de reis vervloeit, ze zullen elkaar met een vluchtigen groet voorbijrijden op den Priok- weg. De.reis was een periode van beuzelarij; nu wenden wij ons weer naar het echte leven: Indië. Wij zijn naar de nieuwe standplaats ge spoord, hebben ons in een hotel genesteld en zoeken een huis. Over de heele Christelijke wereld is het Paschen, maar wij hebben het contact met die wereld verloren. Wij kennen hier geen mensch en geen weg. Wij rijden rond in een Opelette met een plattegrond in de hand en zien alleen naar huizen, die te huur staan. Li Indië is de huurplank aan een lat ge spijkerd, bij het vóórhek in den grond ge plant en op een afstand valt het moeilijk te onderscheiden, of er een bord staat, dat de aandacht vestigt op een dokter, tandarts, of muziekleeraar, dan wel een huurplank. Maal ais 't een huurplank is, stopt de opelette - chauffeur volgens de hem gegeven orders en wij stappen uit. Li Indië loopt men een leegstaand huis naar believen binnen. Deuren en ramen zijn van dageraad tot zonderondergang open. Er gens in de bijgebouwen huist de djaga. die aan komt sloffen, zoodra hij stemmen in huis hoort. Weet hij ook, hoeveel huur het huis doet? „Tidaaah, dat moet men bij een woning bureau infonneeren; hij is er slechts om het huis te bewaken. Djaga sadja. Mogen wij het huis bekijken? „Boleh'*; bedrijvig loopt hij voor ons uit om tot de uiterste hokken der bijgebouwen te ontsluiten. Wij bezichtigen huis en tuin, put en garage en staan peinzend een moment op 't betegeld bordesje om het uitzicht te bezien. Zal dit ons toekomstig tehuis worden? De djaga denkt in dezelfde richting mee: „Kaloh n jon ja sèwa roemah mials me vrouw dit huis huurt, mag ik dan toekang ke bon worden?" En zijn vrouw is kokkieook ter be schikking. O, Indië. waar alle gerief den Europeaan tegemoet stroomt! Maar wij zullen dit huis niet huren. Het is modern-Europeesch van stijl. De kleine tuin is netjes onderhouden. De huurprijs zal waar schijnlijk, binnen ons bereik liggenMaar ziet ge, vroeg in den morgen, den Paaschmor- gen, waarop we dezen tocht-om-een-woning aanvingen, was er een ander huis. Een ouderwetsch Indisch huis met slaapkamers als zalen en een breede cementen galerij langs een rij van goedangs. Er was een tuin met wijde grasvelden, een manggaboom en een paar oude moerbeien; er was een goot met stroomend water, waartusschen de steenen chevelures groeiden. En daar wil ons hart, dat naar Indië heeft terugverlangd, wonen. Nu zien wij den verderen dag plichtmatig leegstaande huizen. Nu zeggen wij verstandig tegen elkaar" de huur van dat huis zal ons stelüg te hoog zijn. En die tuinwat een onderhoud!" Maar op den terugweg, als de De Filmartiste door BERT LOVEN. Winston Jeffries legde zijn bruinlederen city bag in het net van den coupé, die nog geheel bag in het net van de coupé, die nog geheel ledig was en begaf zich naar de wachtkamer, om in het oogenblik, dat hij nog tijd had, een kop koffie te gaan drinken. Daarna wandelde hij weer het perron op. Juist op tijd bereikte Jeffries den coupé, want onmiddellijk nadat de deur van het com partiment achter hem gesloten was, zette de trein zich in beweging. De coupé was tijdens de korte afwezigheid volgeloopen, maar ge lukkig was zijn hoekje opengebleven. Verschrikt bleef hij staan, toen hij de aan wezigheid van zijn bagage wilde controleeren. Dat is niet van mij, sprak hij tot zijn medereizigers, terwijl hij den koffer en de regenjas uit het net nam. Gelijktijdig opende hij het portierraampje en wierp de voorwer pen, die niet van hem waren, precies voor de voeten van een kruier op het perron. Deponeer die bagage op naam van Jeffries aan de bewaarplaats! riep hij den man toe. De trein reed door en mijnheer Jeffries meende, zijn medereizigers een verklaring voor zijn vreemde handelwijze te moeten geven. Daar heb ik waarempel de verkeerde ba gage uit de bewaarplaats meegenomen. Enfin! Morgen kom ik toch weer hier en dan zal ik de zaak wel in orde maken. De anderen glimlachten en een van hen zei: Het is anders allesbehalve prettig, zonder bagage te reizen, tenminste als er iets mzit, wat men op reis noodig heeft. O neen, antwoordde Jeffries, wat dat be treft, maak ik mij niet ongerust. Voorloopig kan ik het wel zonder mijn citybag. Het eenige waaraan ik behoefte zou kunnen krijgen, is mijn chèqueboek, maar dat geloof ik niet. Geruimen tijd was het stil in den coupé. Een blond meisjeshoofd keek om den hoek van de aangrenzende rijtuigafdeeling. De eige nares daarvan richtte haar blik op het bagage net en wilde toen doorloopen naar de volgende afdeeling. Zoekt u iets, mejuffrouw? vroeg Jeffries. Ik ben in den verkeerden coupé gestapt, mijnheer, sprak het meisje blozend. Mijn city bag en mijn regenmantel had ik in het net ge legd. In mijn coupé ligt wel bagage, die op de mijne lijkt, maar ze is het niet. Ik ben nu op zoek naar mijn eigendom. Heeft iemand het misschien gezien? Was het een bruine koffer? vroeg Jeffries. Ja, mijnheer. En een lichtgele regenman tel. Het spijt mij zeer, juffrouw, maar dan moet ik u helaas mededeelen, dat ik uw eigen dom zooeven aan een kruier op het station heb afgegeven in de veronderstelling, dat ik de ver keerde bagage had meegenomen, sprak Jef fries schuldbewust. Dan is de bagage in uw coupé natuurlijk de mijne. Wat zegt u?vroeg het meisje ver schrikt. Aan een kruier gegeven? Maar lieve hemel wat moet ik nu beginnen?.... Mijn heele bezitting is in den koffer en dien ben ik nu kwijt. Ze begon te schreien. Kom kom, jongedame, zei Jeffries mede lijdend, dat behoeft ge u toch niet zoo aan te trekken? We telegrafeeren eenvoudig aan het volgende station dat uw bagage met den eerst- volgenden trein moet worden opgezonden. Het meisje schudde het hoofd. Dat is te laat, mijnheer, zei ze. Onmiddel lijk na aankomst van dezen trein vertrekt de boot naar Buenos Aires. De passage is al be taald ik kan dus onmogelijk wachten. Mijn hemel, dat ik ook zoo dom kon zijn, in den verkeerden coupé te stappen. Nu zit ik ermee. Welnu dan neem ik als medeschuldige op me, ervoor te zorgen, dat aan uw adres te Buenos Aires de bagage prompt wordt bezorgd, sprak Jeffries. Ik handelde wel wat overijld toen ik uw citybag aan den kruier gaf. Het gedupeerde kind antwoordde niet dade lijk. Blijkbaar dacht ze over iets na. Het spijt mij wel, mijnheer, want hoe voorkomend u overigens ook voor mij bent. is het eenige, wat ik onder deze omstandigheden kan doen, dat ik van mijn reis naar Amerika afzie. Dat heeft nu toch geen doel meer. De anderen keken haar verwonderd aan en Jeffries zei glimlachend: U neemt daar nogal een ingrijpenden maatregel. En dat om zoo'n luttel beetje ba gage? Stil verwijtend bleef de jongedame hem even aanzien, toen zei ze plotseling: Eigenlijk had ik het niet willen zeggen, maar nu u denkt, dat ik het enkel om den koffer en den mantel doe, zal ik de reden maar zeggen. Ik ben namelijk filmartiste en vijf jaar lang heb ik hier in Engeland een zeer onder geschikte betrekking bekleed. Deze week kreeg ik van een groote filmmaatschappij in Amerika bericht, dat ik in de rijen van haar personeel zou worden opgenomen. Bij aanmelding moet ik echter dadelijk een waarborgsom storten van vijftig pond sterling. Van mijzelf bezat ik zoo'n groot bedrag niet en daarom heb ik het van een kennis geleend. Die gaf het me graag, omdat hij ervan overtuigd was, dat ik in de filmwereld carrière zal maken. Nu zou dat niet zoo erg zijn. als de directie van de maatschappij den eisch niet gesteld had. dat dadelijk bij aanmelding het bedrag- gestort moest worden. Wanneer ik nu deze boot laat verloopen, om op mijn bagage te wachten, gaan er veertien dagen voorbij, alvorens weel een boot vertrekt, en dan loop ik de kans, dat in de vacature reeds voorzien is. Bovendien zou ik dan nogmaals den overtocht moeten betalen, en daar heb ik geen geld voor. Neen, er zit niets anders op, dan dat ik van de betrekking afzie. Wederom liepen de tranen langs haar wan gen. De heeren in den coupé beraadslaagden. Mijnheer Winston Jeffries dacht diep na. op welke manier hij het meisje kon helpen. Jongedame, zei hij. Het is grootendeels mijn schuld, dat u in deze onaangename posi tie geraakt bent. en ik voel mij verplicht, u daaruit te redden. In mijn koffer zit mijn chèqueboek. Ik zal het even uit uw coupé halen en dan zal ik u een chèque geven voor het be drag, dat in uw koffer zit. Het meisje strekte afwerend de hand uit. O neen, mijnheer, daar denk ik niet aan. Wat zoudt u wei van mij denken? Ik ben geen bedelaarster en ik kan uw geld niet aannemen Maar juffrouw, drong Jeffries aan. Denk om uw toekomst. Uw toekomstige loopbaan als filmartisteals filmster Bij het woord „filmster" begonnen de ooger. van het meisje te schitteren. Bovendien, vervolgde Jeffries, leen ik u het bedrag maar, want morgen ben ik toch in de gelegenheid, uw bagage af te halen en dan kan ik toch eenvoudig het geleende geld er weer uithalen. Hij wachtte niet op het antwoord, maar ging naar den anderen coupé en kwam even later met zijn citybag aandragen, dien hij op de bank zette en opende. Dat begrijp ik niet, mompelde hij na eenig zoeken. Ik meen toch. dat ik mijn boekje in den koffer gedaan had. Peinzend legde hij den wijsvinger tegen zijn voorhoofd. Dat is waar ook, zei hij toen. Voor ik weg ging heb ik nog een chèque geschreven en ik heb bepaald het boekje op tafel laten liggen. Wat een idioot ben ik. Maar.wat nu? Verlegen keek hij het meisje aan, dat nog steeds weifelde met haar antwoord en de blik van Jeffries richtte zich vragend op zijn mede reizigers. Heelemaal niet erg!heelemaal niet erg!sprak nu een van de heeren. Kijk eens aan, dan heb ik een ander voorstel. In ieder geval moet de jonge dame geholpen worden en aangezien u het niet alleen kunt, stel ik voor. dat wij alleneven zien, we zijn met z'n vij ven.... dat wij allen een steentje bijdragen om tot het bedrag van vijftig pond te komen. Deze mijnheer. hij wees op Winston Jeffries. heeft de bagage van de juffrouw op zijn naam laten zetten en het is voor hem geen kunst, morgen of overmorgen het bedrag terug te halen. Heeft een van de heeren er bezwaar tegen? Hij haalde zijn portefeuille tevoorschijn en nam er een biljet van tien pond uit. De anderen volgden zijn voorbeeld en ieder droeg wat bij. Jeffries noteerde de namen en adressen van de gevers en toen opende hij zelf zijn beurs. Jammer, jammer,zei hij verlegen. Ik ben op het oogenblik slechts in het bezit van twee pond sterling en er ontbreekt nog acht pond. O, dat is niets, die kan ik er nog wel bij doen, zei de heer, die het initiatief tot de trans actie genomen had. Zie zoo, dan is het bedrag compleet en de jongedame is geholpen. Zoo spoedig mogelijk zendt mijnheereh Jeffries stelde deze zich voor. Winston Jeffries. Regentstreet 86. London. O juist!Mijnheer Jeffries zendt ons zoo spoedig mogelijk het geleende bedrag te rug en dan is alles weer in orde. Aanvankelijk weigerde het meisje nog, het geld aan te nemen, maar tenslotte bezweek ze toch voor den aandrang en onder veel dank betuigingen, liet ze het geld in haar hand- taschje glijden. Toen de trein op de plaats van bestemming aankwam, vroeg Jeffries, of hij haar naar de boot mocht begeleiden, maar het meisje wei gerde kortaf. Het spyt me heusch, mijnheer. Mijn tante haalt mij af. anders misschien wel. Jeffries was zichtbaar teleurgesteld, maar hij schikte zich erin. De aanstaande filmster bedankte de heeren nogmaals voor hun hulp en was weldra tus sehen de uitstappende reizigers verdwenen. Buiten het stationsgebouw liep Jeffries regel recht op een auto toe. Daarin zat reeds het! filmsterretje uit den trein. Jeffries lachte, toen hij achter het stuur plaats nam en terwijl de auto met een sier lijken zwaai den hoek omzwenkte, sprak hij: I Ziezoo, Maud, dat trucje is weer eens aar- I dig gelukt. Acht en veertig pond sterling ver diend. regen al dreigt, keeren we er toch nog even aan en geven in gedachten ieder vertrek zijn bestemming. \s Middags dwingt de regen ons tot rust in 't hotel. Is er wei iets Indischer dan een Lidisch hotel in regentijd? Gasten, die verscholen blijven achter ae krees van 't eigen galerijtje, hun eenig privaat terrein; baboes, manoeu vreerend mét pajong en kleerhanger om de wasch en mevrouws gestreken avondjapon droog in de kamer te loodsen. Tjitjaks, die haastig toeschieten op elke bin nenkomende muskiet en het plekplok van een kódók. die onvermoeid poogt met één sprong uit het. donker moeras van den tuin de bo venste tree van ons betegeld stoepje te be reiken. En over alles heen het klokkend geluid van de goten, die hun water loozen waar de lange galerij begint naar de lichte eetzaal in het hoofdgebouw. Is het nog geen etenstijd? Wij rekken ons uit en recapituleeren„Het huis met de roo- de tegels is groot genoeg voor ons als we geen speelkamertje voor de kinderen ne men." „Dan is het huis met de schuifdeuren toch nog iets. geschikter; vrijer van ligging. Bij de „roode-tegels" kon je buurmans kokkie in de keuken hooren kijven." „Dat was mevrouw zelf! De „schuifdeuren" heeft geen put en geen bedienden-W.C." In de lichte eetzaal van 't hotel wordt de gong geslagen. Achter alle krees schuifelen voetstappen: de gasten gaan zich voeden. Als wij langs de klokkende goten loopen zeg ik „op de galerij van dat huis zou je de pingpongtal'el kunnen zetten" en mijn man antwoordt: „je zou op 't grasveld kunnen croquetspelen". „Jij zou een eigen timmerkamer kunnen hebben". „En jij een eigen moestuintje". Wij zwijgen, een beetje beschaamd. Maar als we de lichte eetzaal binnentreden, waar de kippensoep reeds wordt rondgediend, weten we: Dat huis, en dat alleen zal ons tehuis wor den. (Djaga.. bewaker. Toekang kebon., tuin- jongem Goedang.kamer in de bijgebouwen. Krees., rieten schermen, die neergelaten worden als bescherming tegen zon, regen en onbescheiden blikken. Ködök; kikker.) Eigen huis. Wat is het toch grappig, dat smaken verschillen, En dat voor de woning, die ik niet zou willen. Als schold men de huurpenning kwijt, Mijn buurman met moeite de premie blijft sparen, Omdat hij juist daar en in dat huis zijn jaren, In volle tevredenheid slijt! De één houdt van ruitjes in zware kozijnen, Waardoor slechts een splintertje daglicht kan schijnen. De ander heeft nooit genoeg zon. De één zoekt het nieuwste in architecturen, En d'ander gaat uit om een bakbeest te huren. Van vóór-nog-de-bouwkunst-begon. De één wenscht een tuintje als lijst om zijn woning, En d'andere voelt zich zoo rijk als een koning, Wanneer hem zijn akker gedijt! Wat dringt ons, om huis en om hof te versieren Met offers van geld en van tijd? In iedere stad staan op pleinen en hoeken De huizen. En steeds zijn er menschen, die zoeken, Naar 't huis. het zij nieuw, het zij oud 't zij mooi, het zij leelijk (maar smaken verschillen!) 't Zij groot, het zij klein naar het huis, dat zij willen, Omdat het voor hen werd gebouwd! T. AGENDA ZATERDAG 29 MEI Stadsschouwburg: Rotterd. Hofstad-Too- neel „Kinderzegen", 8 uur. Concertgebouw: Padvindersrevue „Dat wist U niet". 8 uur. N.V. Bouw en Expl. Mij. Zuid-Haarlem. Alg. verg. van aandeelhouders, Verspronckweg 31. 7 uur. N.V. Handelmij. Westexport. Alg. verg. van aandeelhouders, Verspronckweg 31, 7.30 uur. La Gaité. Raaks: Nachtfeest van 8—3 uur. Palace Filmac: 11—5 uur: Doorloopend 50 minuten wereldnieuws. Frans Hals Theater: Joe Brown in „Jan Ongeluk" en Winterolympiade 1937. „Sind- bad de Zeeman". 2.30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt Theater: „Als je verliefd bent" met Grace Moore. 2.30, 7 en 9.15 uur. Luxor Sound Theater: William Powell in „My man Godfrey", 2.30, 7 en 9.15 uur. Cinema Palace: „De Spin" met Willy Bu gel, 7 en 9.15 uur. Teyler's Museum, Spaame 16. Geopend op werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan dags. Toegang vrij. ZONDAG 30 MEI Gebouw ProtestantenbondZondagmorgen voordracht Psycho-Synthese, 10.30 uur. Bakenessergracht 13: Openbare voordracht Roz-ekruisers Genootschap, nam. 7.15 uur. Bioscoopvoorstellingen 's middags en des avonds. IJmuiden: Aandeelhoudersvergadering „De Toko", 2 urn-. MAANDAG 31 MEI Stadsschouwburg, WilsonspleinVolksvoor stelling van „Des duivels prentenboek", door het Rott. Hofstadtooneel, 8.15 uur. Aandeelhoudersvergadering N.V. Keiler en Macdonald te Haarlem, v.m, 9.30 uur. Palace Filmac: 11—5 uur: Dooidoopend 50 minuten wereldnieuws. Bioscoopvoorstellingen 's middags en des avonds. Heemstede: Aandeelhoudersvergade ring N.V. Grond- en Bouwbedrijf te Heem stede, n.m. 7.30 uur. ROOSTER VAN APOTHEKEN (Samengesteld door den Inspecteur der Volksgezondheid.» Voor de apotheken, die toestemming ge vraagd hebben, om "s avonds en 's nachts en Zondags te sluiten, ls door den Inspecteur der Volksgezondheid een sluitingsrooster op gemaakt. Van Zaterdag 29 Mei 's avonds 8 uur tot en met Vrijdag 4 Juni zijn de volgende aoo- theken op Zondag, 's avonds na acht uur en des nachts geopend J. Dienske. Firma Duijm en Keur Keizer straat 6. Tel 10378. J. Samplonius. Firma Begemann en Sneltjes Kruisweg 30, Tel. 10043. J. M. Meisner, Marnix-Apotheek, Maraix- straat 65, Tel. 23525

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 13