Hoe Cricket gespeeld moet worden,
SCHAAKRUBRIEK
DONDERDAG 3 JUNI 1937
H A A R E E M'S DAGBEAD
9
CRICKET.
De Batsman.
De batsman. de speler die voor de punten
moet zorgen waarmede de innings van een
elftal wordt opgebouwd, dient in de eerste
plaats de meeste zorg aan zijn spel te beste
den: speciaal moet hij alle nonchalance ver
mijden, want elke onachtzaamheid kan het
verlies van zijn wicket tengevolge hebben.
In Engeland en Australië zijn uit den aard
der zaak veel meer voorbeelden van batsmen,
die dit onderdeel van het spel tot in de per
fectie beheerschen en uitvoeren, dan in ons
land. In Nederland zijn thans slechts zéér
weinig inderdaad zeer goede batsmen, evenals
vroeger het geval was. Van de grondleggers
van de cricketsport in Nederland was Jhr. Mr.
Jhr. Mr. C. Feith.
C. Feith, die zelfs nog betrekkelijk weinig-
jaren geleden één onzer allerbeste batsmen
was, wel het voorbeeld van een voor onze be
grippen idealen batsman.
Weliswaar zijn er nog meer uitstekende bats-
men gekomen, doch hun aantal is, in verhou
ding tot de spelers die cricket beoefenen,
slechts zeer gering.
Na een kleine' inzinking in het vorig seizoen
schijnt Mr. Van Manen, de aanvoerder van ons
nationaal cricketteam, dit seizoen weer buiten
gewoon op dreef te zijn en zijn besten vorm
weer te pakken te hebben. Zóó spelend is Van
Manen een klasse op zich zelf; hij is een bril-
lant speler, volkomen beheerscht en ten allen
tijde klaar, om, indien de omstandigheden dit
vereischen, het tempo van scoren op te voeren.
Zijn gemakkelijke, soepele, buitengewoon mooie
stijl van spelen stelt hem in staat, iedere
stroke tot in de perfectie uit te voeren; het is
voor den toeschouwer een lust, hem zijn sla
genrepertoire rond het wicket te zien afvuren.
Beter batsman hebben wij in ons land niet; ik
twijfel er geen moment aan, of Van Manen
zou, indien hij aan het Engelsche county-
cricket deelnam, ook daar succes oogsten. Op
het moment dat dit geschreven wordt heeft
Van Manen na vier innings een gemiddelde
van 200 runs en zelfs al zou hij een volgen
de maal eens falen, dan zou zijn average toch
altijd nog een goede 100 bedragen. Geen klei
nigheid, vooral niet nu dit resultaat reeds
direct bij het begin van de competitie bereikt is.
Een dergelijk voorbeeld van een super-
batsman komt slechts sporadisch in onze
cricket-historie voor, hetgeen geen verbazing
behoeft te wekken,- aangezien ook het batten
een zeer moeilijk onderdeel van dezen tak van
sport is. Als de oefeningen onder deskundige
leiding worden gehouden, is het echter voor
jeugdige spelers zeer wel mogelijk, goede'bats-
men te worden; vooral in de laatste jaren zijn
verscheidene voorbeelden van een aantal jon
gere spelers hiervan het bewijs. Een beginnend
cricketer kan, indien hij een goeden coach
heeft, en zelf het noodige inzicht en den wil
om vooruit te komen heeft, een behoorlijk
batsman worden, die, naarmate hij langer aan
de competitie deelneemt en zoodoende wat
meer routine krijgt, zijn spel zelf verder kan
ontwikkelen en het peil hiervan opvoeren,
Mr. A. Diemer KooL
'waarbij het bestudeeren van het spel van de
beste cricketers uit onze competitie hem van
onschatbare waarde kan zijn. Een zeer mooie
gelegenheid hiervoor is o.a. het bezoeken van
de steeds talrijker wordende internationale
wedstrijden in ons land. Indien in den volgen
den zomer de Australiërs ons met hun bezoek
mochten vereeren, valt van hen ongetwijfeld
veel te leeren en dan niet alleen voor de
jongeren! Wat zou Don Bradman een massa
kijkers trekken!
De jonge batsman moet eerst trachten, rus
tig te spelen. Hij dient in de juiste houding,
gemakkelijk, vooral niet stijf aan het wicket te
staan en trachten de hem door zijn oefen-
meester gegeven instructies zoo nauwkeurig
mogelijk op te volgen, welke aan de uitvoering
van zijn spel ten goede zullen komen. Hier
onder volgt een aantal raadgevingen.
Indien thuis een ouderwetsche lange spiegel
voorhanden is (of zet anders een spiegel op
den grond! is het zeer nuttig, na de ontvan
gen aanwijzingen tijdens de oefening, vóór den
spiegel de juiste uitvoering te controleeren.
Na eenigen tijd te hebben gespeeld, leert de
batsman vanzelf richting en .lengte"
beoordeelen van den bal, dien de bowler los
laat. Nadat hij zijn bat tijdig heeft opgetild
(op het moment, dat de arm van den bowler
omhoog is), is dit het eerste, wat zijn volle
aandacht eischt. Laat de „lengte" van den bal
dit ook maar eenigszins toe, dan moet de bats
man onmiddellijk, als de bal „los" is zijn 1 i n-
kerbeen in de richting van den op hem
toekomenden bal brengen, welke beweging hem
in staat stelt, den bal zoo gemakkelijk moge
lijk en op de juiste manier te spelen. Zoowel
bij een bal aan de off- als aan de leg-side
(vooral dit laatste wordt te weinig gedaan),
moet met het linkerbeen naar den bal
worden gestapt, indien de lengte er geschikt
voor is en wel zoo snel mogelijk.
Vooral bij een aan leg gepitchten bal levert
een goed verzorgde „stroke" hierop vrijwel
altijd een aantal runs op. Een „scoring-stroke"
moet steeds zoo hard mogelijk zijn, vooral bij
een bal aan de leg-side.
Het volgende punt dat de volle aandacht
van den batsman eischt, is de uitvoering van
den slag: deze moet met een „recht bat"
(loodrecht!) geschieden, waarbij het vlak van
het bat recht op de richting van den bal moet
worden gehouden. De bal moet op het midden
van het bat worden opgevangen, ongeveer 20
c.M. van den onderkant af. Dit laatste is na
tuurlijk niet volgens de letter uit te voeren,
maar het verdient alle aanbeveling zooveel mo-
jelijk te trachten den bal goed op het bat te
krijgen.
Indien de batsman er aan denkt, en dit
moet hij doen. den bal tot op het bat te vol
gen, zal een 'en ander hem veel gemakke
lijker vallen. Vooral tijdig het bat omhoog-
en dan den slag tot op het laatst toe door
voeren. Na een flinke „drive" moet bij een
rechtschen batsman in laatste instantie het
bat achteruit over den linkerschouder
zwaaien! Let eens op die prachtige drives
van Van Manen; een beter voorbeeld kan ik
op het oogenblik niet geven, of het moest de
V.R.A.-speler Glerum zijn, die onmiddellijk
na Van Manen genoemd mag worden.
Over de off-drive hebben wij het al gehad,
ongetwijfeld een, van de mooiste, elegantste
scoringstrokes, wanneer die goed wordt uit
gevoerd.
Een .beginnend ibatsman moet zooveel mo-
gelijk trachten (zonder dit te willen over
drijven!) „vooruit" te spelen; de meeste bal
len. op hem los gelaten, kunnen vooruit wor
den genomen. Hijzal al spoedig ondervin
den, dat hij deze manier -van spelen het ge
makkelijkst zal kunnen leeren. Het is ook de
meest aanbevelenswaardige, omdat zij de
meeste kans biedt, er runs van te scoren.
Jhr. W. van den Bosch.
Bij het vooruitspelen dient de bal vooral
op het juiste moment te worden gespeeld: te
vroeg „timen" kan een vangkans voor den
fielder opleveren; te laat „timen" een gemis-
ten bal en mogelijk als gevolg een door den
bowler omvergeworpen wicket. Wordt de bal
geraakt zonder dat dit direct gevaar voor den
batsman oplevert bij verkeerd timen, dan
komt de slag toch nooit tot zijn recht.
Een bal, op het juiste moment gespeeld,
zal, zonder dat onnoodig veel kracht achter
den slag gezet wordt, steeds snel van het
bat komen, vooral indien de stroke goed
wordt doorgehaald.
Teneinde dit goed en gemakkelijk te kun
nen doen, moet de batsman leeren, in de
juiste houding voor den bal te komen; Jhr.
W. van den Bosch, de H.C.C.'er, deed dit bij
zijn bekende harde off-drive altijd zoo mooi.
Een korte bal moet achteruit verdedigend
gespeeld worden. Een batsman met soepel,
krachtig polswerk (er zijn er niet zoo heel
veel) kan ook hiervan een scoringstroke ma
ken. Althans de korte bal op het wicket. De
batsman moet hierbij vooral vermijden, in
een gedrongen positie te staan: den linker
elleboog goed omhoog brengen en den bal
goed volgen, tot deze midden op het bat zit.
Bij een juiste uitvoering zal de bal dan nim
mer omhoog gaan en zoodoende geen kans
voor een vang opleveren.
Een korte bal aan leg moet zoo hard mo
gelijk naaf»de boundary geranseld worden;
als het even kan, laag, doch indien de bal
eenigszins rijst, desnoods wat hooger, maar
heel hard. Voetenwerk is hierbij een eerste
vereischte. Het komt meermalen voor. dat
de batsman bij een bal aan leg zijn linker
been schuin voor het rechter plaatst. Dat is
finaal verkeerd: het is een wankelbaar even
wicht! Een vaste positie aan het wicket is
van het meeste belang; men moet steeds zoo
stevig mogelijk op beide been en staan en het
zich zoo gemakkelijk mogelijk maken. Bij
zulk een korten bal aan leg moet de bats
man zich direct zoo vrij mogelijk maken, iets
gedraaid, onmiddellijk klaar voor den slag!
Den juisten stand aan het wicket geeft de
coach wel aan.
Nu de korte bal aan den off-kant van het
wicket.
Daar men ,bij den langen bal met het lin
kerbeen er heen ging en het rechter op zijn
plaats bleef, tenzij dit in een enkel geval,
om beter bij den bal te kunnen, bijgetrok
ken werd, zal bij het spelen van een korten
bal in de meeste gevallen het rechterbeen
worden overgebracht. Enkele spelers slechts
zullen bij deze korte ballen het linkerbeen
overbrengen, hetgeen echter het risico voor
een mogelijke vangkans grooter maakt.
Laten we dus aannemen, dat het voeten
werk met het rechterbeen wordt uitgevoerd.
De bal kan dan op verschillende manieren
worden behandeld.
In de eerste plaats de bal dicht langs het
wicket. Dit is verreweg de gevaarlijkste bal,
dien de batsman te behandelen kan krijgen.
Het beste advies voor het spelen hiervan is:
blijf er af! bat zoover mogelijk weg, over
den rechterschouder; het wicket moet met
het rechterbeen gedekt worden. Wil de bats
man dezen bal inderdaad spelen, dan moet
hij wel heel zeker van zichzelf zijn en vol
komen vertrouwd met de snelheid van de
pitch en de eventueele betrouwbaarheid er
van! Het wicket wil nogal eens kuren ver-
toonen; het onmiddellijk gevolg daarvan is,
dat de eene bal hooger zal opkomen, dan de
andere bij dezelfde snelheid.
Dit juist brengt het groote gevaar mede
voor het spelen van kort gepitchte ballen
buiten de off-stump, hetzij deze met een
vrijwel rechtbat door de „covers" wordt ge
slagen (wellicht nog de beste manier) hetzij
ze „square" worden genomen met een hori
zontaal bat.
Indien deze laatste stroke echter goed en
snel wordt uitgevoerd, levert zij een van de
aantrekkelijkste en tevens een van de hard
ste slagen op. Maar het is en blijft steeds
riskant, hoe pleizierig de uitvoering er van
ook mag zijn.
Tenslotte de bal door de slips. Onmiddel
lijk denk ik hierbij aan mijn oud-clubgenoot
Mr. A. A. Diemer Kool. een specialiteit op dit
gebied. Lk geloof nietf dat hij zijn gelijke
reeds gevonden heeft! Elke kans op een
„late-cut" buitte hij tot in de perfectie uit;
faalde hierbij vrijwel nooit en joeg menigen
bal voor vier door de slips. Een genot om zijn
slagen te volgen!
De Engelschman Yates van Rood en Wit
heeft er overigens ook slag van, om van
Hugo van Manen maar niet te spreken, maar
het spreekt dan ook haast vanzelf dat laatst
genoemde ook deze moeilijke stroke volko
men beheerscht.
Iedere batsman echter, die hierin geen
specialiteit is, wake er tegen, zich te laten
verleiden dergelijke ballen die een uiterst
snel oog en een even snelle reactie vorderen,
te spoedig te willen spelen. Zeer veel slacht
offers vallen achter het wicket! Good luck
batsman!
De volgende maal hoop ik mqn cricket
beschouwingen te besluiten met een bespre
king van den „skipper" van het cricketteam.
P. A. LAMMERTS VAN BUEREN.
HENGELEN.
VISCHCLUB BACA.
Bovengenoemde vereeniging hield haar
eersten wedstrijd op witvisch in het Zuider
buiten Saparne. De Baca Vischclub bestaat
uit werklooze bakkers en chocoladebewerkers.
De prijzen werden als volgt behaald:
le prijs de meeste N. N.; 2e prijs, de grootste
29 c.M. v. d. Gevel, die tevens de medaille won,
uitgeloofd door de Baca-commissie; 3e prijs
A. Bellaart; 4e prijs L. Logmans; 5e prijs H.
Leenaarts; 6e prijs P. Berghuis; 7e prijs F. v.
Musscher; 8e prijs Snieder.
Deze prijzen werden geschonken door win
keliers.
TUSSCHEN HET RIET.
Bovengenoemde vereeniging houdt Zondag
6 Juni haar eersten grooten lcaswedstrijd op
witvisch (aas vrij). Er zal gevischt worden om
de grootste bovenmaatsche visch. Voor dezen
wedstrijd zijn 20 prijzen beschikbaar gesteld,
Als eerste prijs komt in aanmerking de Wil-
lemsen-Wisselbeker, De samenkomst is te
4.30 uur bij de Bennebroekerbrug (Ringvaart)
Oplossingen, bijdragen, vragen, enz. te
zenden aan den Schaakredacteur van Haar
lem's Dagblad, Groote Houtstraat 93, Haarlem
EINDSPELSTUDIE No. 181.
(No. 12 van den wedstrijd, 44e ladder).
;t
ff
V
tl
g
B
8
A
81
li
B
HP
pp
jjj
A
ff. -
n
A
US
18
Wit aan zet wint.
Stand der stukken:
Wit: Kh4, Del, La4, g5.
Zwart: KgS, Dg7, Lal, Lbl, d3, g6.
Volledige uitwerking is gewenscht.
Welke eigenschap heeft voor den schaak
speler de meeste waarde?
.Zelfbewustzijn".
E. D. BOGOLJUBOW.
ONZEN THEORIE-CURSUS
zetten wij voort aan de hand van
PARTIJ No. 905.
GesDeeld in den masa-simultaankamp van
de A. V. R. O., te Haarlem, 22 April 1937.
Wit:
E. D. Bogoljubow
(Triberg).
Zwart
J. Vermeer
(Bloemendaal).
GEWEIGERD DAME-CAMBIET.
1. d2d4 d7d5
2. c2c4
Met dezen zet begint het Dame-gambiet-, dat
reeds sedert de oudste tijden bekend is en b.v.
door Stamma (1745) ten zeerste werd aanbe
volen.
Die voortzetting speelt men wel het liefst,
hoewel Wit nog tal van andere goede zetten
kan spelen, waarvan 2. Pglf3 de meest ge
bruikelijke is.
De zet 2. Pblc3 is niet aan te bevelen,
want daarmede doet men voorloopig afstand
van het opspelen van den c-pion, wat ten
slotte in het systeem der opening van belang
kan zijn. Goede zetten zijn ook 2. Lel f4. 2.
e2e3 en zelfs 2. Pbl—d2. Het pionoffer 2.
e2e4 is niet correct, wegens 2.
d5xe4; 3. f2f3 (door Blackmar, in 1884,
aanbevolen), e7e5!; 4. d4xe5 (of 4. d4d5,
Pg8—f6), Dd8xdlt; 5. Kelxdl, Pb8—c6!, enz.
2 .e7e6
Indien men het gambiet niet aanneemt
(d5xc4) is de weigering door e7e6 of door
c7c6 (de Tsjechische of Slavische verdedi
ging) het beste. Na e7e6 is Looper c8 tijde
lijk ingesloten, en door c7c6 wordt Paard b8
belet op c6 te komen. Het antwoord 2.
c7c5 is speelbaar, maar geeft Wit tempo
voordeel; na 2.Pg8f6 ontstaan ten
slotte dezelfde varianten als in de partij. Al-
bing's tegengambiet: 2.e7e5 is cor
rect (3. d4xe5, d5d4). De zet 2.
Pb8c6 (3. Pbl-r-c3!), vroeger door wijlen de
Russische meesters Tschigorin en Schiffers
veel gespeeld, is in onbruik geraakt, omdat
daardoor belet wordt den c-pion op te spelen.
3. Pgl—f3
Meestal speelt men direct 3. Pblc3, maar
door de omwisseling der zetten ontstaan bijna
altijd dezelfde varianten.
3 .Pg8—f6
De beste zet, ook na 3. Pblc3.
4. Lel—g5 Pb8d7
5. Pbl—c3 a7—a6?
In bovenvermelde séance werden de eerste
zetten zeer snel door den simultaanspeler uit
gevoerd. Toen de meester bij dit bord kwam,
had Zwart nog geen antwoord gereed en speel
de hij den tekstzet, die hem een pion kostte.
Goede zetten waren 5.Lf8e7 en
3.c7c6.
6. c4xd5 e6xd5
7. Pc3xd5 c7c6
8. Pd5c3 Lf8b4
9. Lg5d2 Pd7b6
10. e2e3 Lc8f5
Verhindert voorloopig Lfld3.
11. Lfl—e2 Lb4xc3
12. Ld2xc3 Pb6d5
Om penning van het Paard (door Lc3a5)
te voorkomen.
13. 0—0 h7h6
Maakt plaats voor den Looper (op h7), indien
Wit Pf3h4 zou spelen.
14. Pf3—e5 0—0
15. Lc3d2 Pf6e4
16. Le2d3 Dd8g5
Dreigt Lf5h3, met winst van de kwaliteit.
17. f2—f4
Verzwakt pion e3.
17 .Dg5e7
Zwart is er op uit, den verloren pion terug
te winnen.
18. Ddlc2 Pe4xd2
19. Dc2xd2 Lf5xd3
20. Dd2xd3 f7—f6!
De pointe van de combinatie, waardoor
Zwart den pion terugwint, met het betere spel.
21. Pe5g6 De7xe3t
22. Dd3xe3 Pd5xe3
23. Pg6xf8 Pe4xfl
Hie r bood Wit remise aan, wat Zwart accep
teerde, hoewel erkend moet worden dat de
witte (geïsolyeerde) d-pion zwak is.
Een partij, waaruit blijkt dat pion-verlies
nog niet altijd beteekent verlies der partij.
Voor den Bloemendaalschen schaker is deze
uitslag terecht een voldoening geweest.
OPLOSSING PROBLEEM No. 907
(No. 4 van den wedstrijd, 44e ladder).
Stand der stukken:
Wit: Khl. Da8, Ta5, Th4, Lb3, Lg7, Pe4, b6, d7,
e6. f3, g3.
Zwart: Kb4. Dg6, Td3, Tf8, Ld8, Pel, c2.
(Samuel Loyd, 1841—1911).
1. Ta5f5, enz.
1. Da8c6 faalt na 1.Kb4xa5.
1. Da3a6 faalt na 1.Dg6f5.
1. Ta5d5 (e5) faalt na 1.Td3xb3,
1. Ta5a3 faalt na. 1.Kb4b5.
1. Da8d5 faalt na 1.Td3xd5.
OPLOSSING PROBLEEM No. 908.
(No. 5 van den wedstrijd, 44e ladder).
Stand der stukken:
Wit: Kf7»Ddl, Tf6. Pb3, Ph4, h2.
Zwart: Ke3, Lel, Le4, d5, g4.
(H. W. v. Dort, Haarlem)
1. Tf6—f4.
Le4hl of Ke3xf4; 2. Ddlxclt, enz.
Le4g6t; 2. Kf7xg6. enz.
g4g3 of Le4—f3: 2. Tf4xf3t, enz.
anders; 2. Tf4xe4t, enz.
of eerder mat.
Beide problemen goed opgelost door:
H. J. S. Beck en J. Vermeer, beiden te Bloe
mendaal; B. Amelung, J. J. H. Bauer, J. Buma,
C. v. Dort, H. W. v. Dort (no. 908 als auteur),
F. F. Groos, J. Hillebrand, R. Hommers. F. W.
Hoogerbeets, J. Hoogeveen, J. ten Hove, G. Hui_
zing Jr., B. de Jong, K. Koedooder, C. Koster,
A. Krijn, A. J. Mooy, A. J. Overzee, Joh. B.
Pennock, J. J. Piers, P. Rotteveel, mevr. J.
Smit-Bückmann. B. A. Snelleman, A. Veer
man, C. Warlé, C. F. Weber en J. P. Wever,
allen te Haarlem; F. D. Kat. te Heemstede; W.
de Laat, te Hillegom; H. F. Antonisse, J. Ger-
meraad, mej. D. M. Graafland. J. Schut Jr..
K. Siegerist en H. F. Zeylstra, allen te Sant
poort (allen vijf punten).
Voorts is Probleem no. 907 goed opgelost
door: J. H. Meilink en W. Nijenhuis, beiden te
Haarlem; C. de Vries, te Heemstede (allen
twee punten).
Ten slotte is Probleem no. 908 goed opgelost
door: H. S. Bogaardt, te Bloemendaal; H. en
J. Blokker en B. Koedijker, beiden te Haarlem
(allen drie punten).
CORRESPONDENTIE.
Wij ontvingen elf foutieve oplossingen van
probleem no. 907, welker weerlegging hierbo
ven is aangegeven.
Haarlem. J. W. D. Wanneer gij ons uw adres
mededeelt, zullen wij u den prijs (een schaak
spel) doen toekomen. F. F. G„ B. K., J. J. P
en mevr. J. S.B. Bij drie-zetters moeten alle
varianten worden opgegeven.- C. K. Aan pro
blcemtournooien zijn voor u, als deelnemer,
geen kosten verbonden. Wij zullen uw partij
onderzoeken. Joh. B. P. Uw probleem zullen
wij onderzoeken. G. H. W. Na 1. Ddl—fl.
Le4g6t; 2. Ph4xg6 antwoordt Zwart 2.1
Lel—b2 en mat volgt niet (no. 908).
DE OLYMPISCHE DAG.
De beste Nederlanclsclie albleteii
aan den start.
Met veel zorg is het athletiek-programma
samengesteld, dat deel uitmaakt van het bij
uitstek interessante programma voor den
Olympischen Dag op 20 Juni in het Olym
pisch Stadion te Amsterdam. Men mag er op
rekenen dat de Nederlandsche sprint-kampioen
Osendarp dan volledig hersteld zal zijn.
Op de 110 meter horden lijkt ons vooral het
treffen Brasser—Kaan van belang.
De volgende deelnemers zijn uitgenoodigd:
Heeren:
100 meter: M. B. Osendarp (Trekvogels),
W. van Beveren <AV 1923), Tj. Boersma en
Chr. Berger (AAC). Heinz Baumgarten (Trek
vogels), Karl Baumgarten (Trekvogels), A.
van Geenhuizen (Haarlem), A. G- Wunderink
(Olympia), A. Schaap (Turnlust). H. Driessen
(AAV), A. Martini (Vlug en Lenig) A. Kok
(Vlug en Lenig), H. Geul (Vlug en Lenig).
110 meter horden: W. Kaan (Haarlem), A.
Kaan (Haarlem), R. J. Brasser (AAC), F. Car
rière (AV 1923) L. Hagedoorn (Trekvogels),
Ph. van Leeuwen (AAC) L. van der Tooien
(Pro Patria). W. A. Spanjerdt (PSV). B.
Schimmelpenning (Haarlem), en W. Balhan
(Trekvogels)
Speerwerpen: J. F. van de Poll (PSV). N. B.
Lutkeveld (AAC), H. Verhagen (Amstel, G. V.)
en B. Louwman (Sparta).
Hoogspringen met- aanloop: W. A. Span
jerdt (PSV). R. J. Brasser (AAC) G. A. ear
lier (AV 1923), L. van der Tooien (Pro
Patria).
Dames:
100 meter: F. Koen (Sagitta), K. ter Braake
(ADA), J. Wynholds (UDA), M. Augustinus
(UDA) M. van den Berg (ADA), J. Bolwindt
(Gita). A. de Vries (ADA), A. Doorgeest
(ADA) C. Aalten (UDA) T. Wynmalen «Mi
nerva), M. Koster (UDA), L. Klinge (Gita).
80 meter horden: K. ter Braake (ADA), L.
Hensema (Brunhilde Gr.), A. Kemner (AVA),
A. Doorgeest (ADA), N. van Balen Blanken
(Olympia) en M. Koetsier-Knyff (UDA).
(Adv. ingez. Med.)
SCHAKEN.
ZOMERWEDSTRIJD H. S. G.
Dinsdagavond is de zomerwedstrijd van
het Haarlemsch Schaak Gezelschap begon
nen. Zooals reeds eenige jaren geschiedde,
wordt ook dit jaar in gecombineerde groepen
van sterke en zwakke schakers gespeeld, met
dit verschil echter, dat thans speciale aan
dacht aan de openingen wordt geschonken.
Als inleiding gaf de heer J. H. Marwitz een
uiteenzetting van verschillende openingen,
waarbij hij verscheidene partijen en partij-
gedeelten op het demonstratiebord liet zien.
Gedurende den zomer zal iedere veertien da
gen een dergelijke uiteenzetting door een der
sterkste spelers worden gehouden; tevens
zullen consultatiepartijen worden gespeeld.
Buiten de gecombineerde groepen blijven de
sterkste zes spelers van de club. Dezen spelen
ook dit jaar om den wisselbeker, die op het
oogenblik in het bezit is van den heer J. H.
Marwitz
DAMMEN.
DAMCLUB „HET NOORDEN".
In het clublokaal aan de Berkenstraat 10
werden de volgende partijen gespeeld:
Zomercompetitie: lie klasse: H. SohlA.
Bron 02; R. DekkerL. Poots 11; J. Harm-
sen—S. G. Hoekstra 02; L. PootsA. Bron
2—0.
Thuisdammerscompetitie: W. v. Raaij
F. Meij 20; J. StekelenburgA. Dantzig 02;
J. MerksJ. Wesseling 11; A. J. v. d. Laag
J. Mastenbroek 11; F. MeijW. v. Leuffen
02; A. DanzigW. v. Raaij 11; L. v. Leuf
fenJ. Stekelenburg 11.
Volgende week Maandag wordt er een leden
vergadering gehouden: in verband hiermede
wordt de Thuisdammerscompetitie een week
uitgesteld.
HONKBAL.
HET NEDERLANDSCHE NEGENTAL.
Het Nederlandsch negental, dat Zondag a.s.
tegen het vertegenwoordigende Fransche
negental speelt, is als volgt samengesteld:
Werper: Lammers (Blauw Wit),; vanger:
J. Baas (H.H.C.) Eerste honk: Van Heeswijk
(Blauw Wit). Tweede honk: Wilders (Blauw
Wit). Korte stop: Meenhorst (V.V.G.A.). Der
de honk M. C. Bakker (Quick). Verre velders
Boscher (Blauw Wit), Jaap Hartog (H.H.C.)
en Th. v. d. Putten (E.D.O.)
Reserves zijn: Fouman (V.V.GA..), Dam
man (Blauw Wit). Veenhof (Haarlem). Wulf-
herst (Haarlem).
Vermeld moet worden dat F. v. d. Heuvel
Reynders voor dezen wedstrijd niet beschik
baar was.
WANDELSPORT.
„DE WANDELTOERIST".
Bovengenoemde vereeniging heeft deelgeno
men aan een mar.sch te Bussum. Alle 16 leden
onder leiding van den heer J. Okker Jr. vol
brachten den tocht. Zij kwamen in aanmer
king voor een prijs; de vereeniging ontving een
groepsprijs. De 60-jarige heer Braakman ging
heen en terug per fiets en wandelde 35 K.M.
Een mooie prestatie.
Op 10 en 11 Juli organiseert deze vereeniging
zelf marschen van 30, 40 en 50 KM.