Het Roode Kenteeken
Concours hippique te Wageningen. De Derby-race te Epsom.
FEUILLETON
OTTWELL BINNS.
(Nadruk verboden)
54)
Den geheele weg over keek Kee Song hen
met haar donkere oogen bijna onbeweeglijk
aan. Haar blik was voornamelijk op het kleine
in het wit gekleede vrouwtje gericht, wier
blauwe oogen haar onbeschaamd, strak aan
staarden. Haar knappe gezichtje was ernstig,
een beetje vragend, maar zonder een zweem
van angst en toen die twee de veranda op
kwamen, sprak ze niet, maar in de donkere
diepten van haar oogen lag een onuitgespro
ken vraag. Het was Miss Wakinshaw, die het
gesprek opende.
„En", zei ze vriendelijk, „jij bent zeker Kee
Song. niet meisje?"
Kee Song knikte zonder een woord te zeg
gen en Miss Wakinshaw knikte eveneens.
„Dat dacht is op het eerste gezicht al en mis
schien mag ik me even aan je voorstellen. Ik
ben Norma Charlton. Mauriee Charlton's
zuster en ik denk wel niet. dat ik behoef te
zeggen, wat me hierheen gebracht heeft. Dit
zal het je wel -vertellen".
Ze opende een welverzorgd handje en op
de kleine palm lag het roode kenteeken. met
het geschilderde motto boven. Kee Song keek
er ernstig onderzoekend, hief toen haar
haar donkere oogen naar het aardige ge
zichtje van van Wakinshaw en schudde haar
hoofd.
„Nee", zei ze „Ik niet beglijp".
Deze aankondiging had bijna Janey Wakin-
shaw's pose vernietigd. Donkere vlekken ver
schenen op haar rose wangen en de blauwe
oogen schitterden van kwaadheid.
„O, kom nou, dat kan je niet meenen
Kapitein Amos Smith kuchte luidruchtig,
als een goed diplomaat en Miss Janey slikte
onmiddellijk haar booze woorden in. Toen
glimlachte ze liefjes en gooide het over een
anderen boeg.
„Je bent zeker alleen maar voorzichtig, niet
Kee Song en daar heb je gelijk aan. Maar
ik zal het je uitleggen. Ik ben gekomen om
het zoontje van mijn broer te halen, zooals
wel uit dit kenteeken blijkt. Hij is hier, want
ik heb hem daarnet bij je op de veranda zien
staan de kleine schat. Ga hem eens gauw
halen en stel hem aan zijn tante en voogdes
voor, dan ben je een goed kind".
Kee Song bewoog zich niet. Haar donkere
oogen, die op het gezicht van de ander gericht
waren, hadden een uitdrukking van eenigs-
zins verbaasde minachting, die Janey Wakin
shaw in hooge mate irriteerde, daar ze geen
idee had, wat de reden daartoe kon zijn. Ze
stampte ongeduldig met haar voet. „Heb je me
verstaan?"
„Ik verstaan", antwoordde Kee Song met
een lichte hoofdbuiging. „Ik hem niet blen-
gen".
„Je wilt hem niet brengen?" Janey Wakin-
shaw's verbazing was ongeveinsd en "haar vol
gende vraag had een woedenden klank. „In
Godsnaam, waarom niet. meisje?"
Kee Song vertoonde geen enkel teeken van
verwarring en begon met oneindige kalmte op
haar beurt vragen te stellen.
„U zegt, dat u Miss Cha'lton bent, Mau-
lice Cha'lton zustei?"
„Natuurlijk! Wie dacht je dan, dat ik
was?"
Toen bracht Kee Song Miss Wakinshaw een
van de grootste schokken van haar avontuur
lijk leven toe. Haar hand ging naar den hals
van het zijden jakje, dat zij aanhad, mor
relde een oogenblik aan een dun gouden ket
tinkje en bracht tenslotte een klein rond
medaillon van hetzelfde metaal te voorschijn.
Ze drukte op een veer en toen het medaillon
opensprons, hield zij het de andere vrouw
voor. Het bevatte een portret, een op ivoor
geschilderd miniatuur en terwijl ze er met een
verschrikte glans in haar blauwe oogen naar
keek, had ze geen moeite het origineel eruit
te ontdekken. Bovendien liet Kee Song's uitleg
geen twijfel over.
„Dat Miss Cha'lton, Maulice zustel. U niet
zij! Hey?"
Miss Janey had even tijd noodig. om zich
van den onverwachten schok te herstellen.
Toen haalde ze diep adem, lachte ruw en
zonder verder op Kee Song te letten, keek ze
den zeeman aan en schreeuwde haar ergernis
uit.
„Vervloekt! Dat heeft me de boel in het
honderd gegooid! Wie zou aan zoo iets nou
gedacht hebben". Ze hief haar hand op en
wierp 't kenteeken de kamer door, waar hij
een koperen Buddha beeldje raakte, vandaar
op den grond terugviel en tot vlak voor Kee
Song's voeten rolde.
Kee Song keek ernaar met een kalmte, die
niet voor die van den Buddha onderdeed,
richtte haar onbewogen blik op Miss Wakin
shaw en wachtte af wat haar bezoekster zou
gaan doen. Miss Wakinshaw liet haar niet
fang in onzekerheid.
„Het lijkt me dat het tijd is, dat jij op
treedt, Amos. Het heeft geen nut om met een
wassen beeld als de Chineesche kind zoetsap
pig te gaan onderhandelenIk zal voor je
plaats maken".
Ze deed een stap opzij en Kee Song zag zich
tegenover den zeeman geplaatst, die dreigend
op haar neerzag. Vergeleken bij zijn zware
gestalte scheen zij heel nietig. De man stak
hoog boven haar uit en zijn omvang leek in
contrast met den haren enorm, maar Kee
Song gaf geen teeken. dat zij zich van hun
ongelijkheid bewust was. De teere schoonheid
van haar gezicht bleef onverstoord, baar
oogen waren stil en kalm en niemand, die
haar gezien had zou ook maar het geringste
spoor van vrees hebben kunnen ontdekken.
De schipper van de „Dusty Miller" keek op
haar neer en was niet weinig van zijn stuk
gebracht. Met tranen, protesten, smeekbeden
of heftigen tegenstand zou hij wel raad ge
weten hebben, maar Kee Song's kalmte en
onverstoorbare zelfbeheersching gingen zijn
verstand te boven. Een oogenblik stond hij
zwijgend voor haar en toen, inplaats van zijn
gewone methode te volgen en tegen haar te
donderen, trachtte hij haar. wonderbaarlijk
genoeg, te overreden.
„Kijk nou es hier, Kee Song", zei hij, „het
heeft geen nut om te probeeren ons in den
weg te staan. Je bent maar een klein onder
kruipsel en je ken niks tegen ons doen. je
zou je zelf alleen maar pijn doen, als 'je het
toch wou probeeren. We zijn hier om dat
jochie gekomen, we weten dat ie hier is en we
zijn niet van plan zonder 'm weg te gaan. Wij
willen geen herrie en jij waarschijnlijk ook
niet en daarom geef je ons het jochie als een
braaf meisje en dan is het zakie voor mekaar
Waar is ie?"
Hij had net zoo goed tegen het koperen
beeldje op de rieten tafel kunnen spreken.
Kee Song gaf geen teeken, dat ze zijn over
redende woorden of zijn vraag gehoord had;
ze stond daar maar en niets, zelfs niet het
trillen van een ooglid verried, dat ze hem
begrepen had. Haar kalmte en blijkbaar vol
komen onverschilligheid voor zijn gering
schattende voorstelling van het geval maakten
hem razend. Al zijn vriendelijke overredings
kracht viel hem af en werd onmiddellijk door
zijn donderjagers manieren vervangen.
„Wel allemachtig!" brulde hij. „Wil je het
me niet vertellen? Ik zal je wel mores leeren.
jij jij vervloekte gele pop!"
Hij deed een stap naar voren en strekte
zijn groote handen uit om haar te grijpen.
Maar ondanks al haar schijnbare kalmte,
bleek Kee Song toch op haar qui vive te zijn
want zij ging vlug een paar stappen achteruit,
tegelijkertijd verdween haar hand onder haar
losse jasje en haalde een automatisch pistool
te voorschijn. De kleine hand. die het wapen
hield, was opvallend vast. het knappe gezicht
je vertoonde geen spoor van verontrusting,
maar er lag een gloed in de donkere oogen.
Toen sprak ze met een stem, die gezien de
situatie, bijna belachelijk rustig was:
„Afblijven, mista!"
De zeeman hield stil, alsof de dreigende
kogel hem al getroffen had. Een uitdrukking
van bepottelijke verbazing verscheen op zijn
rond gezicht en hij streek met een gespierde
hand door zijn stoppelige bakkebaarden. Toen
stootte hij een heeschen lach uit.
„Wel verdraaid, jij bent ook geen katje om
zonder handschoenen aan te pakken".
Miss Janey Wakinshaw, die vanuit haar
plaats in de stalles ontzettend van het too-
neeltje genoot, lachte opgewekt.
„Aai haar. Amos! Aai poes! Misschien gaat
ze spinnen".
Maar Amos wist niet precies, hoe hij met
deze kalmeerende taak moest beginnen. Het
was duidelijk te zien, dat het Kee Song ernst
was en ofschoon het pistool van klein kaliber
was. wist hij dat op dien afstand 'n kogel met
een nikkelen punt- zelfs zijn harden schedel
kon doordringen. Ook had hij het idee, dat
Kee Song wel eens een goed schutter kon blij
ken te zijn, want ze hield het wapen met
evenveel gemak vast als de meeste vrouwen
van haar ras een Chineesch eetstokje en dat
stond hem heelemaal niet aan. Hij overdacht
wat hem in deze onverwachte situatie te doen
stond. Er zat een pistool ln den zak van zijn
vuilwitte pak. Het was een veel grooter wapen
en deed zijn zak zwaar naar beneden hangen,
maar hij wist, dat hij zijn leven niet zeker
was als hij zijn hand er naar uitstrekte en
hij deed dat daarom niet. Toen lachte Miss
Janey weer.
„Leuk hè. Amos?Maar je zult je toch
zeker niet door een Chineesche meid af laten
schrikken, die
„Houd je bek, jij!"
D!e woorden kwamen van Kee Song en wa
ren tot Miss Wakinshaw gericht, wier vroo-
lijkheid onmiddellijk verdween. Ze snrong
letterlijk op.
(Wordt vervolgd)
Het concours hippique, dat Woensdag te Wageningen plaats had, werd
opgeluisterd door de medewerking van het corps trompetters der rijdende
artillerie
Een fraaie sprong tijdens het groote concours Jnippique, dat
Woensdag te Wageningen is gehouden
Amsterdam in feesttooi voor het Koninklijk bezoek. Kleurrijke masten De fundeering voor het nieuwe Beursgebouw aan den Coolsingel te
j, Rotterdam is gereed. Met den bovenbouw is inmiddels een aanvang
worden m gereedhe.d gebracht gemaakt. Een overzicht van het werk
Koning George VI en Koningin Elizabeth woonden met de andere
leden der Engelsche Koninklijke familie Woensdag de beroemde Derby
te Epsom bij. Een kijkje in de loge der vorstelijke personen
De beroemde Derby-race te Epsom is Woensdag verreden. Een
moment tijdens den interessanten strijd, welke gewonnen werd door
het paard .Mid-Day Sun"
De nieuwe Engelsche minister van
Oorlog, de populaire mr. Hore
Belisha, betreedt zijn departement
in Whitehall te Londen