Films van
Golddiggers 1937
Litteraire
Kantceekeningen.
Helden der wetenschap
Het gaat om mijn leven
Problemen der jeugd
7ATEJRD A G 19 JUNI 1937
HAARLE M'S DAGBLAD
6
Karl Ludwig Diehl vervult de mannelijke
hoofdrol in de door Richard Eichberg gere
gisseerde detective-film „Het gaat om mijn
leven".
(Rembrandt Theater).
Eenige jaren geleden was de positie van de
Duitsche film na een periode van hoogcon-
iuctuur belangrijk verzwakt. En niet geheel
?n al ten onrechte want na een tijdvak van
uitsluitend eerste rangs producties kwamen
door allerlei omstandigheden die buiten het
terrein van den filmcriticus liggen, films uit
Duitschland, die lang niet meer op hetzelfde
peil stonden als voorheen.
In den laatsten tijd is er echter weer een be
langrijke verbetering merkbaar van de films
die Duitschland op de wereldmarkt brengt en
kunnen de Duitsche
Rembrandt
films de vergelijking,
met de Amerikaansche
en vooral met de zoo
sterk op den voorgrond
getreden Engelsche films weer doorstaan.
Ook in de film „Het gaat om mijn leven"
is deze verbetering duidelijk merkbaar. Dit is
werkelijk een thriller" die met glans een
vergelijking met gelijksoortige Amerikaan
sche of Engelsche films kan doorstaan.
Voor een deel is dit het gevolg van het bui
tengewoon spannende scenario terwijl ook het
uitstekende spel van de hoofdpersonen hiertoe
niet weinig bijdraagt.
Richard Eichberg, een regisseur die zijn spo
ren in filmland reeds verdiend heeft, heeft ook
met deze film weer bewezen een van de beste
regisseurs uit de oude wereld te zijn. Karl Lud
wig Diehl is een van de weinige „jeune pre
miers" die op het vrouwelijk publiek een groote
aantrekkingskracht hebben zonder een zekere
wrevel op te wekken bij de leden van hun
eigen sekse. De vrouwelijke hoofdrol is in han
den van Kitty Jantzen terwijl de populaire
Het ds nog niet zoo heel lang geleden, dat
„Zestien Jaar" als tooneelstuk in ons 'land
opgevoerd werd. Zij, die het stuk onder de
voortreffelijke leiding van Eduard Verkade
gezien hebben, zullen zich den inhoud onge
twijfeld herinneren. „Zestien Jaar" „Das
Madchen Irene" is het aangrijpende ver
haal van een teere meisjesziel, die in heftig'
verzet .komt zonder zich af te vragen of dit
wel gerechtvaardigd is. Het verzet geldt het
tweede huwelijk van de moeder, een onbe
grijpelijke gebeurtenis voor Irene, die een
blinde vereering heeft voor haar vroeg ge
storven vader en weigert te gelooven, „dat
iemand twee keer liefhebben kan". Irene's
onevenwichtige, impulsieve denkbeelden roe
pen een feilen haat bij haar wakker tegen
den stiefvader, dien zij eenvoudig als een in
dringer en de oorzaak van alle ellende be
schouwt. Haar verzet gaat zoover, dat zij in
haar onbesuisde impulsiviteit op haar twee
den vader een aanslag doet, die mislukt, en
daarop een einde poogt te maken aan haar
zestienjarig leven door het water in te loo-
pen. Het besef van het onjuiste van haar
optreden komt pas na de redding door een
jeugdigen aanbidder, als Irene, nog half ver
suft, terdege de les wordt gelezen door haar
jongere zusje, dat met haar zin voor realiteit
Irene's dweepzieke fantasiën voor altijd
wegvaagt.
Onder leiding van
Reinhold Schünzel is
•UiHl©I21$l „Zestien Jaar" tot een
film van goede kwali-
teit geworden. Eenige
bedenkingen tegen de filmbewerking van
het stuk daargelaten de figuur van het
jongere zusje Baba lijkt ons soms wel wat al
te wijs en wijsgeerig en de toestand op de
school met de als maar niezende schooljuf
frouw wat te veel gechargeerd dient te
worden erkend, dat de film sterk boeit en
ontroert door spel en regie. Vooral het ziels
conflict van het jonge meisje is logisch en
zuiver geschakeerd weergegeven. Sabine Pe
ters speelt deze rol trouwens met het juiste
psychologische inzicht. Hetzelfde kan gezegd
worden van Lil Dagover, die we lang op het
witte doek gemist hadden en thans met de
figuur van Jennifer Lawrence, Iren's moeder,
een indrukwekkende rentrée maakt. Jammer
is het, dat naast haar Carl Schönböck met
een wel heel erg -uitgestreken Sir John Cor-
bett den stiefvader voor den dag komt.
Voortreffelijk daarentegen is Else Wagner
als de levenswijze grootmoeder Baba. de vroo-
lijke noot in het stuk. wordt dank zij Ge-
raldine Katt tot het toonbeeld van humor en
levenslust.
„Zestien Jaar" zij J in de (bijzondere aan
dacht van filmlievend Haarlem aanbevolen!
In het voorprogramma een uitgebreid jour
naal, waarin opgenomen het koninklijk be
zoek aan de hoofdstad, een amusante tee
kenfilmpje, dat een nieuw avontuur van
Mickey Mouse in beeld brengt.
Luchtige show-film
„Ongelooflijk goed", deze woorden dringen
zich, wanneer de film Golddiggers 1937 ten
einde is, onweerstaanbaar aan je op. Humor,
charme, elegance, Dick Powell, dus uitste
kend gezongen en voorgedragen songs, een
massa-regie, die Je met bewondering en ont
zag vervult voor de fantasie en de geest van
den ontwerper en het dooi'zettingsvermogen
en den ijver van allen, die aan het welslagen
van de film hebben medegewerkt. Golddig
gers 1937 behoort ongetwijfeld tot de aller
beste revue-films, die ooit gemaakt zijn. Het
heeft geen zin den inhoud van de film te
vertellen, omdat die eigenlijk maar een toij
komstigheid is, hoofdzaak zijn de schitteren
de ensceneeringen, de gelukkig gevondeix
tooneeltjes, de songs van Dick Powell met
zijn sympathie
ken zonnigen
kop, het dansen
van Victor Moo
re. Deze film vol
attracties heeft als voornaamste acteurs be
halve de twee reeds genoemden Joan Blon-
dell, Glenda Farreil en Lee Dixon. Een extra
woord van lof verdient de slot-scène. De volle
zaal toij de eerste en de tweede voorstelling
bewijst dat het Haarlemsche publiek een
goeden filmneus heeft. Ook de rest van het
programma staat op een bijzonder hoog peil,
er is o.a. een Lumina-filmpje „Kwaadspreek
sters". dat, kort maar zeldzaam grappig en
geestig is, de koppen en gebaren van die
Munn en Felton-Fabrieken en solist. 3.40 Gra
mofoonmuziek. 4.20 Religieuze causerie. 4.40
Het Krish Septet, 5.20 Causerie „Men. Money
and the Ministry". 5.40 Sopraan en cello. 6.20
„I knew a man", causerie. 6.35 Alfredo Cam-
poli's orkest. 7.20 BBC-orkest en soliste. 8.20
Kerkdienst. 9.05 Liefdadigheidsoproep. 9.10 Be
richten. 9.25 Radiotooneel. 10.25 Fred Hartley's
sextet en solist. 10.50 Epiloog.
RADIO-PARIS 1648 M.
7.10, 8.20 en 11.20 Gramofoonmuziek. 11.50
Orgelspel. 12.40 Gramofoonmuziek. 12.40 Jaco-
bara-orkest. 1.35 Zang. 2.05 Vervolg orkestcon-
cert. 3.35 Zang. 3.50 Koorconcert. 4.35 Radio
tooneel. 5.20 Colonne-orkest en solist. 7.20 Ra
diotooneel. 7.50 Blériot-orkest. 8.35 Zang. 8.50
Radiotooneel met muziek. 10.50 Gramofoon
muziek. 11.201.20 Het Bouillon-dansorkest.
BRUSSEL 322 M.
9.25 Gramofoonmuziek. 11.20 L. Darcy's or
kest. 12.20 Gramofoonmuziek. 12.25 Orgelspel.
12.50 Salonorkest. 1.30 Omroeporkest. 1.50
2.20 Gramofoonmuziek. 2.35 J. Selinyders' or
kest. 3.20 Gramofoonmuziek. 4.15 Kamermu
ziek. 5.10 Radiotooneel. 5.20 Guetta Milano's
orkest. 6.20 Omroeporkest. 7.20 Pianovoor
dracht. 8.20 Kleinorkest en solist. 10.30 Trio
concert. 10.4512.20 Gramofoonmuziek.
BRUSSEL 484 M.
9.20 Gramofoonmuziek. 10.20 L. Darcy's or
kest. 10.50 Eeuwfeestder Belgische Christ. Kerk.
12.20 Gramofoonmuziek. 12.50 Omroeporkest.
1.30 Salonorkest. 1.502.35 Gramofoonmuziek.
2.50 Zang. 3.05 Gramofoonmuziek. 3.20 Zang.
3.35 Het Schnyders-orkest. 4.20 Omroeporkest.
5.20 Reportage. 6.05 en 7.35 Gramofoonmuziek.
8.20 Omroepsymphonieorkest en solist. I. d.
pauze: Gramofoonmuziek. 10.30 L. Hirsch'
dansorkest. 11.2012.20 Gramofoonmuziek.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M.
8.20 Het Omroeporkest. 10.20 Berichten.
10.501.15 Ad. Lutter's dansorkest en Gramo
foonmuziek. Van 11.0511.20 Weerbericht.
Iielma WoIf-CatZ. Opkomst.
Leiden, A. W. Sijtboff's U. M.
Een hoogst eigenaardige historie, deze
Joodsche familieroman. Mevrouw Helma
Wolf-Catz geeft waar voor haar geld.... ze
geeft zelfs naar mijn smaak te veel over
wicht. Drie. vier generaties van het geslacht
Katowitzer laat ze de revue passeeren om
ons de „opkomst" dier lieden te doen zien,
opkomst die gepaard gaat met uitwassen, die
crulmmeeren in een moordenaar, uit het
vierde geslacht.
Doch ook vergezeld wordt door uitbundig
wilssterke typen, die wat presteeren en die
van het nageslacht van Salomon Katowitzer,
den uit Polen verdreven Jood, een reeks ver
mogende fabrikanten en groothandelaren
gekweekt hebben. Vóór we aan Salomon's
achter-achterkleinzoon. den moordenaar
José, toe-zijn, krioelt het van de levensge
beurtenissen der andere kinderen en kinds
kinderen, en de gezinnen wederom van de
zen. Ér is weliswaar een hoofdfiguur die
een goed deel van het boek eenigszins sa
menhoudt. namelijk Jacob Katowitzer, Salo
mon's kleinzoon, doch hij duikt voortdurend
weg tusschen de tallooze anderen doordat de
schrijfster ieder nieuw milieu met dezelfde
uitvoerigheid en belangstelling voor ons oo-
bouwt. Haar schikking en belichting der ver
schillende perioden in het boek kennen wei
nig variatie. Het ls alles gelijkelijk knap en
onderhoudend, maar het heeft ook veel van
een schilderij, waaraan de compositie ont
breekt: daar kan links of rechts nog wat bij
of afzonder dat ge het zoudt bemerken.
Dat is natuurlijk een artistieke tekortko
ming wie het alleen om het onderhou
dend verhaal der familie Katowitzer te doen
is, zal zich daaraan niets gelegen laten lig
gen en het eenvoudig boeiend en interessant
vinden. Doch een kieskeuriger lezer zou den
kelijk gew .scht hebben dat mevr. Wolf, vóór
de publicatie, het mes eens in de te overvloe
dige kopy gezet had, en zooals dat vaak
bij tooneelstukken gebeuren moet een
aantal flinke coupures had aangebracht. Dan
zou allicht ook iets meer van de grondideeën
deze*- historie belicht zijn, quaestics van ris
en er flijkheid van neiging en inzicht zuiver
der gesteld, dan in deze al te vlotte snapshots
in den groei eener familiegemeenschap. Die
echter, op zichzelf, goed genomen en ontwik
keld zijn en den lijvigen roman tot een in
teressant prentenboek maken.
In den aanvang is er Salomon, de ver
jaagde Pool en zijn beide zoons Meyer en
Nathan. Ze leuren met stoffen in de nabij
heid der kleine Hollandsche stad en in hun
straatje is nog een Joodsch gezin dat er win-
keliert. Daar is Jet die verliefd wordt op Na
than. maar deze is rusteloos, eerzuchtig en
frivool van karakter doch een vurig verkoo-
per met verleidende oogen en onstuimig van
temperament. Hij verleidt een boeredochter
voor een lap fluweellaten we om me
vrouw Wolf Ier wille te zijn, niet vergeten dat
deze aanvang in het midden der vorige eeuw
gedacht moet wordenen trekt met zijn
koopwaar naar Antwerpen.
Zonder zich verder om Janna te toekom
meren die hem voor „gemene Jood" heeft
uitgescholden nadat de transactie met het
fluweel had plaats gevonden, „Toen barstte
hij in een bulderend gelach uit: „een Joden
jongen op de boerder ij, dat zal jullie straf
zijn en mijn wraak!" Dat gaat zal de le
zer zeggen angstig veel op een ouderwet-
schen draak gelijken, maar hij zij gerustge
steld. Hoe vreemd die episode ook schijnt, na
dezen aanvang herhaalt die hyper-roman-
tiek zich niet. Al blijft er wel iets van het
ouderwetsche aan de eerste deelen van ..op
komst" kleven en verplaatst het zaken-doen
der Katowitzers ons nu en dan naar onze
jeugd terug toen wij Gustav Freytag's Soil
und Haben moesten lezen.
Inmiddels is door Janna die lap fluweel
duur betaald moeten worden. Een zoon wordt
haar geboren, wiens vader ze hardnekkig
verzwijgt en deze zoon dien ze Jacob noemt,
gaat verder de held en spil worden waai'om
de historie van den opgang draaien zal. Is
het de bedoeling van de schrijfster in hem
de kracht zoowel als de zwakhedexx der beide
rassen, waaruit hij voortkwam, te demon-
streeren? De koppige vasthoudendheid van
den boer en de op bezit gewiekste geest van
Nathan zijn hem eigen en met die toeide
eigenschappen zal hij slagen. Als Janna
sterft zal hij met geweld uitvinden wie en
waar zijn vader is.hij zal Nathan in Ant
werpen vinden en hem, die door zijn roeke
loosheid en speelzucht aan lager wal raakte,
paan helpen en zijn handQl vooruit brengen.
Hij zal een winkel beginnen, die goed mar
cheert, een nieuwe zaak in Brussel openen,
die nog foeter loopt, een Brusselsche ban
kiersdochter trouwen en een model-echtge
noot wezen, met zijn schoonvader een we
verij beginnen en nog een, en nog een, met
fabrieken in Frankrijk en Holland. De op
komst der Katowitzer's is Jacob, de zoon van
een Hollandsche boerenmeid en een Pool-
schen leurder. Die inmiddels mede-firmant
en directeur geworden is. En Jacob krijgt
kinderen, die Jacques en Michel heeten, en
die krijgen weer kinderen en allemaal komen
ze in de zaken van vader Jacob, behalve Mi
chel die een beroemd chirurg in Parijs wordt.
En allemaal zijn ze verstandig, behalve Mi
chel die met een danseres trouwt, die hem
met een zoontje van vijf jaar laat zitten en
van he mwegloopt. En dat vijfjarig zoontje
ga^t ouder worden, een moeilijk ""entje, ver
wend en onhandelbaar. Hij gaat communist
worden en zal den politieken moord plegen
die grootvader Jacob vernietigen zal. Dat
zal het einde van den roman zijn. Maar in
die paar regels is slechts de hoofdlijn der
historie getrokken. Twintig dertig menschen
bewegen zich daaromheen en mevrouw Wolf
maakt er wel levende menschen van, al laat
ze hen, voor een litterair kunstwerk, te veel
betoogen. Het redeneeren is eigen aan alle
jeugdwerk of ongetraind beginnen. Hoe rij
per het kunstwerk des te eenvoudiger zijn de
middelen en des te grooter is de suggestie
die er van uitgaat. Tevoren las ik nimmer
iets van mevi'ouw Wolf-Catz. Zoo Opkomst
een debuut is, dan zijn wij wederom een
auteur rijker die buitengewone vertelgaven
bezit en slechts zich eenige beperking in de
stof en eenige ontwijking van het al te da-
gelijksche in de schrijfwijs zal hebben op te
leggen om iets heel moois te produceeren.
De Arbeid als onderwerp in de
Beeldende Kunst. Door Otto van
Tussenbroek. A'dam, Arbeiders
pers.
In haar Kleine Cultuurbibliotheek heeft
deze uitgeverij een aardig boekje met 24 zeer
mooie reproducties naar kunstwerken opge
nomen waarbij Otto van Tussenbroek telkens
een onderhoudend en instructief bijschrift
leverde. De onderwerpen der schilderijen, enz
geven beelden van den arbeid; arbeid ruim
opgevat dan, van den hevigen houthakker
van Hodler tot de rustige Meid die melk
schenkt van Vermeer: van het in rook en
smook gedompelde Heiwerk door Breïtner.
tot het klare landschap waarin Puvis de
Chavannei zijn ai me visscher la~t meditee-
ren. Er is een aardige verscheidenheid be
reikt en die is ook in de bijschriften aanwe
zig zoodat het werkje zich aangenaam laat
lezen en bekijken. Vincent van Gogh en
Kollwitz ontbreken natuurlijk niet. noch
Toorop noch Millet. Het is voor Dirk Kerst
Koopmans wiens naam wij ons niet herin
neren elders ontmoet te hebben geen geringe
eer in dit illustere gezelschap met drie re
producties vertegenwoordigd te zijn. Het zal
natuurlijk altijd de vraag zijn of de interpre
taties die een inleider bi.i een werk van beel
dende kunst geeft, steeds overeenstemmen
met de oorspronkelijke bedoelingen van den
schilder of teekenaar, maar dat neemt niet
weg dat ze den leek steeds dwingen zullen
zich intenser met het kunstwerk te gaan
bezig houden. En dat is de hoofdzaak.
J. H. DE BOIS.
Knappe film met
Robert Taylor
Spannend detective-verhaal
komiek Theo Lingen ons weer vergast op een
bijzonder aardig gespeelde bediendenrol.
Het valt dan ook niet te verwonderen dat bij
een dergelijke sterke bezetting „Het gaat om
mijn leven" een detectivefilm geworden is
waaraan elke liefhebber zijn hart kan op
halen.
Het voorprogramma bevat ditmaal een op
merkelijk cultuurfilmpje „Staal en water". Het
gebruikelijke binnen en buitenlandsche nieuws
completeert het programma.
RADIO MOORS N.V.
KRUISSTRAAT 38, TELEF.14609
OFFICIEEL PHILIPS REPARATEUR
(Adv. Inqez. Med.)
Dick Powell en Joan Blondéll in de revue-film
Golddiggers 1937.
(Frans Hals).
roddelende vrouwen zijn kostelijk. Dan is er
een „noixsensfilmpje, waarin we steeds carï-
caturen van bekende filmsterren herkennen,
de journaals brengen zeer belangrijke beel
den, natuurlijk ook van het bezoek van de
koninklijke familie aan Amsterdam, verder
een parade voor den Engelschen koning, een
bezoek van den prins van Luxemburg, een
bezoek van koning Carol van Roemenië en
den kroonprins, de toespraak van burge
meester Droogleever Fortuyn bij den aan
vang van de werkzaamheden aan den tunnel
onder de Maas te Rotterdam en nog veel
meer.
RACKS
PROGRAMMA
ZONDAG 20 JUNI.
HILVERSUM I 1875 M.
8.30 KRO, 9.30 NCRV, 12.15 KRO, 5.00
NCRV, 7.45—11.00 KRO.
8.30 Morgenwijding. 9.30 Gewijde muziek
(Gr. pl.) 9.50 Nedercï. Hervormde Kerkdienst.
Hierna: Oi'gelspel. 12.15 KRO-orkest. (Om
1.00 Boekbespreking). 2.00 Vragenhalfuui'. 2.30
Sted. orkest van Maastricht en Gramofoonmu
ziek. 4.15 Gramofoonmuziek. 4.30 Ziekenhalf-
uur. 4.55—5.00 Spotrnieuws. 5.05 Gereformeer
de Kerkdienst. Hierna; Gewijde muziek (Gr.
pl.) 7.45 Missiepraatje. 8.10 Berichten ANP.
Mededeelingen. 8.25 KRO-orkest en Zangge
meenschap „Melos". 9.30 Gramofoonmuziek.
10.30 Berichten ANP. 10.4011.00 Epiloog.
HILVERSUM II 301 M.
8.55 VARA. 10.00 VPRO, 12.00 AVRO, 5.00
VARA, 8.00—12.00 AVRO.
8.55 Gramofoonmuziek. 9.00 Postduiven-
nieuws. 9.05 Tuinbouwpraatje. 9.30 Gramofoon
muziek. 9.45 Lezing „Van Staat en maatschap
pij". 10.00 Zondagsschool. 10.30 Protestantsche
Kerkdienst. 12.00 Orgelconcert. 12.10 Film
praatje. 12.35 Kovacs Lajos' orkest. 1.15 AVRO-
strijkorkest, 2.00 Boekbespreking. 2.30 Sport-
reportages. 5.00 Gramofoonmuziek. 6.00 Sport-
uitzending. 6.15 Sportnieuws ANP. Mededee
lingen. 8.15 Residentie-orkest en solist. 9.00
Radiojournaal. 9.15 AVRO-Operette-orkest,
klein koor en solisten. 10.20 Causerie. 10.30
Viool en orgel. 11.00 Berichten ANP. Hierna tot
12.00 AVRO-Dansorkest.
DROITWICH 1500 M.
12.50 New Victoria Cinema-orkest. 1.50 Het
Orpheus-Trio. 2.20 Declamatie. 2.40 Orkest der
MAANDAG 21 JUNI 1937.
HILVERSUM I, 1875 M.
NCRV.-Uitzending.
8.00 Schi'iftlezing, meditatie, gewijde mu
ziek (Gr.pl.), 8.30 Gramofoonplaten; 9.30 Ge-
lukwenschen; 9.45 Gramofoonlaten; 10.30
Morgendienst; 11.00 Christelijke lectuur; 11.30
Gramofoonplaten; 12.00 Berichten; 12.15
Gramofoonmuziek; 12.30 Orgelconcert; 2.00
Gramofoonmuziek; 3.00 Causerie over ka-
mei-planten; 3.40 Gramofoonplaten; 3.45 Bij
bellezing; 4.45 Gramofoonplaten; 5.30 Zang
koor van de Christ. H.B.S., Alphen a. d. Rijn;
6.30 Vragenuur; 7.00 Berichten: 7.15 Vragen
uur; 7.45 Reportage; 8.00 Berichten A.N.P.,
herhaling SOS-beriehten; 8.15 Koninklijke
Militaire Kapel; 9.00 „De beteelcenis van het
Koningschap voor ons staatsleven"; 9.30 Ver
volg concert. (Om 9.55 berichten A.N.P.);
10.20 Gramofoonplaten; 10.45 Gymnastiekles
11.00 Gramofoonmuziek. Hierna: Schriftle
zing.
HILVERSUM n, 301 M.
Algemeen programma, verzorgd
door de VARA, 10.00—10.20 v.m.
VPRO.
8.00 Gramofoonmuziek; 10.00 Morgenwij
ding; 10.20 Declamatie; 10.40 Gramofoonmu
ziek; 11.10 Vervolg declamatie; 11.30 Orgel
spel; 12.00 „Fantasia"; 12.30 VARA-orkest;
I.15 Vervolg „Fantasia"; 2.00 Zang, piano en
gramofoonmuziek; 2.3Ó Gramofoonmuziek;
3.00 Declamatie; 3.15 Piano, vooi'dracht en
gramofoonmuziek: 4.00 Gramofoonplaten;
4.30 Voor de kinderen; 5.00 De Flierefluiters
en solist; 5.45 „Melody Circle"; 6.30 Muzikale
causerie; 7.10 Biologische causei'ie; 7.30 „De
Krekeltjes" en gramofoonmuziek; 8.05 Her
haling SOS-berïchten; 8.07 Berichten A.N.P.
8.15 Opnamen van het Muziekconcours te
Sappemeer. In de pauze causerie over Zon
nestraal; 9.15 Radio-tooneel; 10.00 Berichten
A.N.P. 10.05 VARA-Groot-orkest en soliste;
II.00 Damnieuws; 11.10 Orgelspel; 11.40 Gra
mofoonmuziek.
DROITWICH, 1500 M.
11.05 Orgelspel; 11.35 Sportreportage; 12,05
Gramofoonmuziek; 12.20 Bijtoelsche causerie,
12.45 BBC-Welsch-oi'kest en solist: 1.35 Or
gelconcert; 3.20 Gramofoonmuziek; 4.20
Sportreportage; 5.05 Gramofoonplaten; 4.20
Sportreportage; 5.05 Gramofoonmuziek; 5.35
Het Reynolds Octet; 6.20 Berichten; 6.40
Landbouwpraatje; 7.00 Het Londensch Fluit-
kwartet; 7.20 Geraldo's orkest en solisten;
8.05 Declamatie; 8.20 „Mind, body and spi
rit". causerie; 8.40 BBC-Orkest en solist;
9.20 Berichten; 9.40 Buitenlandsch overzicht;
9.55 Pianovoordracht; 10.10 2de acte v. d.
opera Orpheus"; 11.00 Mevr. Jack Hylton en
haar Band; 11.50 Dansmuziek (gr.pl.)
RADIO PARIS. 1648 M.
7.10. 8.20 en 10.35 Gramofoonnlaten12.20
Het Ibos-orkest; 12.50 Dito; 1.35 Zang; 2.05
Vervolg concert: 4.05 Pianovoordracht: 5.20
Derveaux-orkest; 7.23 Zang: 7.38 Gramofoon
muziek; 7.50 Pianovoordracht: 8.05 Zang;
8.50 Radio-tooneel met muziek; 10.50 Gra
mofoonplaten.
BRUSSEL, 484 M.
12.20 Gramofoonplaten; 12.50 Kleinorkest;
1.30 Salonoi'kest; 1.50 Gramofoonplaten: 5.20
Dito; 7.05 Zang; 8.20 Kleinorkest en solisten;
9.20 Radiotooneel; 10.05 Gramofoonmuziek;
10.30 Omroepdansorkest
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
8.30 Het Kniestadt-kwartet; 9.20 Ad. Lut
ter's orkest en solisten; 10.20 Berichten 10 50
Solistenconcert; 11.05 Weerbericht; 11.20 Ad.
Lutter en leo Malachowski met hun orkes
ten.
De betrekkelijk jeugdige acteur Robert
Taylor heeft zich in korten tijd tot een der
fheest op den voorgrond tredende acteurs der
Metro-Goldwyn-Mayer weten op te werken.
En 't zij onmiddellijk erkend, ten volle ver
diend. Na in een aantal minder belangrijke
rollen te zijn opgetreden, werden hem al
dadelijk de hoofdrollen in een paar belang
rijke rolprenten toebedeeld, en hij heeft het
vertrouwen, dat in hém gesteld werd, geens
zins beschaamd.
Zoo werd hij tenslotte ook uitgekozen als
tegenspeler van Greta Garbo in de ontroe
rende film „Marguerite Gautier", waarin hij
verrassend zuiver spel te zien gaf, al ver
mocht hij de figuur van den jeugdigen
Armand Duval niet voldoende tot leven te
brengen.
Sindsdien hebben we alweer enkele films
met Robert Taylor in Haarlem zien verschij
nen. films met. een minder moeilijke opgave,
waarin wij zijn spel dan ook beter konden
waardeeren. Het tempo waar in deze films
elkaar opvolgen doet ons echter vermoeden,
dat z-ijn maatschappij, profiteerende van de
populariteit die de acteur thans geniet, een
aantal films, die anders waarschijnlijk niet
in ons land in omloop zou-
r; ~~"1 dexx zijn gebracht, thans
f LllXOr ln allerijl voor het Hol-
1 landsche publiek gereed
heeft gemaakt. Zoodat het
gevaarlijk zou zijn. uit deze films vergelij
kingen te gaan trekken.
Robert Taylor heeft een sympathiek ge
zicht, een zachte beschaafde stem en een
figuur, dat eiken kleermaker zou doen ver
langen, hem tot klant te ki'ijgen. Deze hoe-
De in Amerika thans zeer -populaire filmspeler
Robert Taylor vervult de mannelijke hoofdrol
in de M.G.M.-film „His brother's wife".
(Luxor Theater).
danigheden zouden echter nimmer aanleiding
zijn geweest tot Taylor's succes, indien hij
ook niet over uitstekende acteurstalenten
had beschikt, die we ook in de film „His
brother's wife" kunnen bewonderen.
Het gegeven van deze film deed ons even
denken aan de opmerkelijke rolprent „De
dorpsdokter", waarin eveneens de strijd
vair den medicus tegen vaak bijna onover-
komelijke moeilijkheden wordt geschetst.
Het koele, nuchtere leven van den ge
neesheer, blijkt vol te zijn van ongedachte
romantiek. Daarvan getuigen, om maar
eens dicht bij huis te blijven, trouwens ook
de beide laatste knappe romans van onzen
Hollandschen romancier, Anton Coolen.
In deze film is het een zevental Ameri
kaansche medici, dat het comfort van de
groote stad achter zich laat, en de wildernis
intrekt, om er den verwekker van de ge
vreesde nekkramp te gaan ontdekkeix. Het
is een wanhopige strijd, die met de meeste
verbittering gestreden wordt. Vier van hen
sterven, maar de overblijvenden zetten de
tanden op elkaar, vechten door, en over
winnen.
Als concessie aan het publiek is hier een
ingewikkelde liefdeshistorie door geweven,
die misschien 'ook wel noodig was cm de
beklemmende spanning van den heroïschen
strijd der medici niet al te sterk op te
voeren.
Robert Taylor sepelt de rol van den jon
gen medicus en Barbara Stanwyck is het
meisje dat zich zoozeer op hem verlieft,
dat zij hem volgt in de wildernis en ten
slotte haar leven waagt om de deugdelijk
heid van het door hem gevonden serum
te bewijzen. Een opmerkelijke figuur is ver
der nog de Amerikaansch-Duitsche ge
neesheer dr. Fahrenheim.
Een knappe film, geregisseerd door W. S.
van Dyke, met een vaak uitstekenden
dialoog.
Sabine Peters als Irene, Lil Dagover als Jennifer en Geraldine Katt als Baba in de Ufa-
film „Das Madchen Irene". (Cinema Palace).
Duitsche verfilming
van „Sixteen".