De betooverde Villa. De internationale tenniswedstrijden voor professionals te Noordwijlc. Tilden en Goedraad shake Tijdens de feestelijkheden in het stadion te Amsterdam ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van .Het Nederland- sche Sportpark" werd een grootsch vuurwerk afgestoken, waarvan hierboven een aardig detail Z. K. H. Prins Bernhard is Zaterdag op kasteel Doorwerth tijdens een bijeenkomst der ridders van de Johanniter Orde ge ïnstalleerd als eere- en rechtsridder dezer Orde Op de Vecht bij Weesp zijn Zon dag de motorboot kampioenschappen van Nederland ge houden, waarvan hierboven een snapshot De heer J. J. D. H. Verschoor, reserve majoor van den Generalen Stat en secretaris van den Armenraad te Alk maar, is benoemd tot hoofd van den Luchtbeschermingsdienst te Amsterdam Osendarp, die wegens een blessure niet aan de athletiek wedstrijden op Te Werve kon deelnemen, tracht een toekomstig athleet de geheimen van de athletiek bij te brengen De deelnemers aan de A.N.W.B.-Bondsdagen maakten tijdens hun verblijf in Drente een excursie naar Emmen, waar voor hen een Drentsche koffietafel gedekt stond. Geheel links de heer Bergsma, voorzitter van den A.N.W.B. Op de roeibaan in het Amsterdamsche Boschplan zijn .zeilwedstrijden" gehouden door jongens met door hen zelf vervaardigde bootjes. De jeugdige deelnemers met hun .booten" FEUILLETON Naar bet Engelsch oewerkt door •J. R. VAN RIJN. (Nadruk verboden) 23) Hij daalde de twaalf treden af, in een on- deraardsche wereld van duisternis en dufheid en liet het licht van zijn zaklantaarn om zich heen schijnen. Er was niets in de groote ruimte dan in een hoek wat steenkool. Het ventilatierooster was afgesloten. Door een klein gewelf kwam hij in een an deren kelder, ook leeg. Daar vond hij een houten deurtje, met een grendel erop. die in heel lang niet losgeschoven kon zijn geweest. De grendel zat zoo vastgeroest, dal. het hem heel wat inspanning kostte hem van zijn plaats te krijgen en de deur te openen. In den kelder, dien hij nu betrad, had hij vroeger met George gespeeld. Er lagen wat wrakstukken van oude meubels en in een hoek een hoop puin en kapotte steenen, on geveer anderhalve meter hoog. Julian keek er over heen en zag dat het puin tegen een deur opgestapeld lag, blijkbaar om die te barricadeeren. Dit bevestigde zijn herinnering aan andere ruimten, die onveilig verklaard waren. Het puin belette afdoend, dat de deur geopend kon worden. Verder was er langs de muren niets bijzonders te bespeuren, alles was volkomen gaaf. De kelders waren niet buitengewoon voch tig En Jenny had, toen hij om den sleutel vroeg, beweerd, dat er water in stond! Vreemd schepsel, die Jenny.... Hij "ine terug, sloot de toegangsdeur naar de trap en stak den sleutel in zijn zak. Tegen Jenny, die in de gang stond, zei hij, dat hij hem hield, omdat de roosters moesten worden nagezien HOOFDSTUK XXII. „En waar komt die deur op uit?", vroeg Anne Miller. Julian had met hen gedineerd, en ze had den hem juist goedennacht gezegd. Amabel had haar logée nara haar kamer gebracht en bleef nog even dralen eer zij zich terugtrok. „Die deur komt in mijn kamer uit", lichtte ze in. „O, dat is prettig!" Miss Miller's stem klonk opgelucht. „En mijnheer Forsham slaapt aan den over kant", vervolgde Amabel. „De deur tegenover de uwe". „Ik snap niet, hoe u het hier alleen hebt uitgehouden", verklaarde de gast. „Ik ben ook dikwijls alleen Ferdinand is vaak weg maar hier zou ik niet durven. Neen, ik be grijp werkelijk niet, hoe u het kunt". „Ik vind het in elk geval prettig, dat u er nu bent", antwoordde Amabel ontwijkend. Daarop nam ze afscheid. Toen ze bij de tus schendeur was, riep Miss Miller haar terug, met een eenigszins benepen stem. „Mevrouw Greyvindt u het erg zoudt u het vreemd vinden als ik u vroeg om die deur open- te laten, als u naar bed gaat?" „O, neen, absoluut niet. Als u iets noodig hebt, roept u maar; ik slaap heel licht". Toen Amabel in haar kamer was, ging ze even voor het raam staan. Ze voelde zich volkomen gerust; de vriendelijke, stevige Miss Miller in de kamer naastaan en Julian aan de overzijde! Ze haalde diep adem. Wat zou ze slapen vannacht! Toen ze klaar was, zette ze de tusschendeur ■lalf open en riep: „Wel te rusten!" Amabel stapte in bed en trok het licht uii Een slaperige stem gaf antwoord. In den hoek brandde de olielamp; ze kon de vlam niet zien, wel den gelen cirkel op het plafond. Amabel ging slapen. Later kwam het haar voor, alsof ze aan stonds was beginnen te droomen. Ze klom een eindeloos lange trap op, waarvan ze het begin en het einde niet kon zien, maar de trap ging door zwarte, wuivende boomentop- pen, steeds maar nieuwe. Het waren appel- boomen, die vol vruchten hingen zwarte vruchten. Zij hoorde iemand achter zich aan klimmen ze wilde gillenToen schrok ze wakker. Een oogenblik was ze als verdoofd. Daarop werd ze er zich van bewust, niet opeens, maar langzaam, dat de kamer anders was. Zij was donker, het schijnsel van de olielamp was weg en zij zag geen cirkel meer op het pla fond. Zij strekte de hand uit naar den bed- schakelaar. Die werkte niet. Het contact klikte maar de kamer bleef donker. Amabel bleef rechtop zitten, met heftig kloppend hart. Er lagen lucifers op het bureautje, ze had ze gebruikt om het lampje aan te steken. Zij was op het punt uit bed te glippen, toen ze het geluid voor het eerst hoorde: een nieuw geluid, het leek op het klappen van vleugels. Zij hield den adem in, in gespannen luiste ren. Het vleugelgeklap scheen de gang door te gaan. Het werd zwakker, toen hoorde ze het niet meer. Ze kon weer vrij ademen. Wat er ook gebeurde, ze ging in geen geval de kamer uit. Hier was ze veilig, En Miss Miller was daar achter die half open deur. Als ze vilde, hoefde ze maar te roepen. AmaJbel ging op haar knieën zitten en tastte ïaar weg naar het einde van het bed. Daar kon ze over den rand heen, de deurpost aan haken en zich overtuigen, dat de deur nog openstond. Met de rechterhand hield ze zich aan den bedrand vast; den linkerarm strekte '.ij zoover mogelijk; langs het behang de ieurpost - haar hand gleed verder, zocht de '.eege ruimte er achter de leege ruimte was gevuld! De tusschendeur was dicht.... Een wilde woede greep haar aan. Ze had' die deur wel aan splinters kunnen slaan. Zij sprong uit het bed en trok de deur open. De kamer er achter lag donker en stil. Zij hoorde alleen het kloppen van haar eigen hart. Toen ging ze de lucifers zoeken. Nadat ze er een had aangestoken, nam ze het lampje van den grond, zette het op het bureau en stak een nieuwen lucifer aan. Er zat voldoende petroleum in. Hoe kwam het dan, dat de lamp was uitgegaan? Ze haalde het glas er af, draaide de pit wat op en probeerde met een derden lucifer. De pit sputterde en er waren nog drie lucifers noodig om een behoorlijken vlam te krijgen. Ze zette het glas er weer op en liet de lamp op het bureautje staan.. Vervolgens ging ze naar den drempel tusschen de twee kamers en luisterde een oogenblik. Het was doodstil. Miss Miller scheen absoluut geluidloos te slapen. Amabel deed een stap de kamer in. Nog hoorde ze niets. Ze ging terug; het gaf haar een prettige gewaarwording, dat er weer licht was in haar kamer. Zou ze de deur open laten? Ze aarzelde, maar haar woede tegen de deur gaf den doroslag! Als ze wilde dat die openbleef, dan zou zij openblijven, al moest ze er tienmaal haar bed voor uit Het electrische licht bleef weigeren. Ze had geen lust om te slapen en voelde zich koud. Ze schoot in haar peignoir en keek op haar horloge, het was half twee; nog een heele tijd eer het licht zou worden! Ze trok haar kussen omhoog en half overeind zittend in bed liet ze van allerlei aan haar geest voorbij gaan. Ze dacht aan Daphne, aan Agaath, toen aan haar droom van straks. Toen ze weer soezerig begon te worden, vroeg ze zich af, of ze het vleugelgeklap niet óók gedroomd had. Maar dat de deur dicht vas, had ze in elk geval niet gedroomd. Toch een deur viel wel eens vanzelf dicht! Oat was het ellendige hier in huis je had enslotte nergens houvast aan. Ze was op het punt in slaap te vallen, toen iets haar opnieuw klaarwakker maakte. Door haar gesloten oogleden kreeg ze een sensatie, alsof licht en donker elkaar snel opvolgden. Met moeite deed ze de oogen open en het was alsof alle schaduwen in de kamer opsprongen en weer neervielen. Eén minuut leek het een lugubere nachtmerrie. Toen begreep ze wat het was. De lamp flikkerde en ging uit. Nog even schoot het schijnsel op, hoog en blauw, daar op duisternis. En terwijl ze nog in het don ker tuurde, merkte ze een zwak bewegen van een luchtstroom en hoorde een geluid, dat ze zonder veel moeite herkennen kon. Ze wist onmiddellijk wat er gebeurde: de deur ging langzaam weer dicht. Met ingehouden adem luisterde ze, wachtend op wat komen moest. Het kwam: zacht maar duidelijk klikte het slot HOOFDSTUK XXIH. Julian Forsham was niet naar bed gegaan. Toen hij Amabel en miss Miller goedennacht had gewenscht, had hij het vuur in de zit kamer opgerakeld, de deur op een kier gezet, en het zich in een luien stoel met een boek gemakkelijk gemaakt. Hij was niet van plan naar zijn slaapkamer te gaan.De aanwezig heid van Anne Miller, die zich ten overvloede zelf als logée had aangeboden, had zijn arg waan gewekt. Wat wilde die hier in huis? Het was ongehoord, zich op die manier op te dringen aan iemand, die men ternauwernood kende. En gevoegd 'bij de nachtelijke ont moeting met haar broer in den tuin van de villa, kwam het geval in een nog vreemder licht. Julian verwachtte, dat er iets gebeuren ging vannacht en daar wilde hij zij zijn. In ieder geval voelde hij er niets voor Ama/bel alleen te laten met miss Miller. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 8