„Wat moet, dat kan/'
'Sjt
Artsen te Utrecht bijeen.
WEK DE GAL
IN UW LEVER OP
DINSDAG 6 JULI 1937
H A A R L F. M'S DAGBLAD
3
Fiere lijfspreuk van een onversaagden
menschenredder.
Gouden jubileum van
Jan van Kan.
Nóg altijd zijn wij een zeevarend volk, nóg
altoos wappert onze fiere driekleur op bijna
alle zeeën ter wereld, nog steeds worstelen
wij, dag in, dag uit met liet water, de zee,
nu eens onze trouwen bondgenoote, dan
weer een uiterst moeilijk te bevechten
vijandin.
Op en door de zee zijn wij groot geworden,
immer nog ligt onze toekomst op het water,
hier in Europa, en ginder in het Verre Oos
ten en Westen. En nóg altijd, goddank, wordt
de krachtige, de onverwoestbaar sterke kern
van ons volk gevormd door het zeevarend,
en thans ook luchtvarend, deel der natie.
Tot diegenen, die hun leven lang tegen
het water, tegen de zee hebben gestreden,
in de dagen en nachten, dat de zee de grim
mige, niets ontziende vijandin van den zee
vaarder toonde, behoort Jan van Kan, de
bekende Noordwij ksche menschenredder, die
op 7 Juli a.s. het feit herdenkt, dat hij 50
jaar geleden, als 17-jarige knaap, voor de
eerste maal deel uitmaakte van de beman
ning van de Noordwijksche reddingsboot der
Noord-Zuid-Hollandsche Redding Mij.
/v/T /?3j?
Met het oog op dit bijzondere jubileum zijn
wij dezer dagen een praatje met Jan van
Kan gaan maken, in de knusse huiskamer
van zijn woning te Noordwijk aan Zee, waar
het vol is van herinneringen aan zijn moedig
leven en waar hij in vroeger jaren de bezoe
ken ontving van Prins Hendrik, die Jan van
Kan hoogelijk waardeerde en nooit naliet
naar hem te vragen.
Eens ook deed de Koningin Jan van Kan
de eer aan. hem te komen opzoeken en dat
was natuurlijk het hoogtepunt in zijn leven.
Redding met „paarde-
middelen".
En zoo zitten we dan tegenover den 67-
jarige, wien men zijn jaren zeker niet zou
aanzien, en Jan van Kan vertelt, hoe hij in
Juli 1889, toen een visschersschuit op de
tweede bank voor Noordwijk was gestrand
en de bemanning groot gevaar liep. te paard
de zee is ingestormd en er, half zwemmende,
In slaagde de gedeeltelijke bewustelooze vis-
schers behouden aan wal te brengen. Voor
deze moedige daad werd Van Kan door Ko
ning Willem III onderscheiden met de gou
den medaille voor „Moed, Beleid en Zelf
opoffering".
Jan van Kan vertelt verder: van de red
ding van 8 man van den logger „Katwijk
47". één van de zwaarste tochten van zijn
leven, van 15 schepelingen van „De Vertrou
wen" in 1890, van de door de Noordwijksche
reddingsboot verleende hulp bij de schip
breuk van de „Von Lindern" nabij Zandvoort
En het relaas van een dapper heldenleven
wordt voortgezet: in 1890 Jan van Kan
dient dan bij de Marine redt hij bij Ter
schelling een man, die overboord was ge
slagen, het leven.
De kat van de „Milo
v.
Dan. anno 1891. vaart de reddingssloep uit
naar de „Milo". Wanneer de dappere redders
er na ontzaglijke moeite in slagen het schip
te bereiken, blijkter zich niemand meer
aan boord te bevinden, want de bemanning
schijnt de schuit reeds eerder in de sloepen
te hebben verlaten. Alleen de scheepskat is
nog aan boord en die wordt dan ook prompt
gered
18 November 1893: De Engelschman „Tran
sit" vergaat voor onze kust tusschen Noord
wijk en Zandvoort. In vliegenden storm vaart
de Noordwijksche boot uit.
Op den eersten tocht wordt dé helft van
de bemanning door de zware stortzeeën ver
wond, bij een tweede poging slagen de moe
dige kerels er in, 6 man van de „Transit"
behouden aan het strand te krijgen. Twee
opvarenden vinden een zeemansgraf.
Aug. 1908. Een sloep slaat om: Jan van
Kan en de zijnen redden 6 menschen van
een wissen dood.
1909: De „Maassluis" vergaat. i2 opvaren
den danken onzen redders hun leven.
Hetzelfde geschiedt in 1913 met de „Ger-
trud II", vier menschen keeren behouden
aan den wal terug.
Zoo gaat het door en het verhaal zou een
tonig worden, indien het hier niet een
grootsch epos betrof van onze in storm en
noodweer zoo gevaarlijke kusten.
De schipbreuk van
„De Mirfak".
In den nacht van 2021 December 1919
vergaat de „Mirfak" uit Rotterdam op de
hoogte van Noordwijk. Na een bovenmen-
schelijke worsteling weten Jan van Kan en
zijn stoere Noordwijkers 15 drenkelingen vei
lig aan land te brengen. Twee zonen van
Van Kan namen naast hun vader in de
reddingssloep plaats. Goed bloed verloochent
zich nooit
De Koningin beloonde op i22 December 1919
deze heldenfeiten met de gouden medaille
voor menschlievend hulpbetoon. Het was ook
bij deze gelegenheid, dat de Koningin Van
Kan in zijn woning bezocht.
„Esperando" en
„Salcnto".
Op 27 Juni 1921 volgde nog de redding van
8 mannen van „De Esperando", terwijl in
1929 door de Noordwijksche reddingsboot
hulp werd verleend bij de vergeefsche en
nog door niemand vergeten poging, om de
voor Zandvoort op de kust geworpen Ita-
liaansche vrachtboot „Salento" hulp te bie
den.
Dit dan zijn de simpele feiten van een
leven vol daden van moed en zelfopoffering.
„De bemanning weigert het
schip te verlaten
Doch het spreekt van zelf, dat tusschen de
vele geslaagde reddingen door nog vele ma
len vruchtelooze pogingen werden onderno
men. Zoo in 1895 een vergeefsche reis naar
het s.s. „Osborn", in 1902 naar de ..Offen
bach", in 1905 naar de „Savona" en in 1915
naar de „Oostdijk", doch in al deze gevallen
weigerde de bemanning het schip te verla
ten, hoewel de reddingsboot eerst na buiten
gemeen zware tochten door de kokende zee
in vliegend stormweer er eindelijk in was
geslaagd de in nood verkeerende schepen te
bereiken.
Grieksch kapitein met
een revolver.
Zonderling en avontuurlijk was de tocht
naar een in hevigen nood verkeerend
Grieksch stoomschip, toen de kapitein van
die schuit zijn redders.... met een revolver
in de vuist tegemoet trad. De brave man, die
reeds in doodsangst verkeerde tengevolge
van het groote gevaar, waarin schip en be
manning verkeerden, meende metzee-
roovers te doen te hebben! En hij moest
neergeslagen worden, alvorens men aan de
redding kon beginnen!
Jarenlang was Jan van Kan de eerste en
tevens eenige bezitter van de gouden eere-
penning van de Redding-Mij. Thans deelt
hij deze eer met schipper Toxopeus.
Behalve de reeds genoemd" onderscheidin
gen, bezit de jubilaris nog l e zilveren pen
ning van Koningin Victoria, de bronzen me
daille van het Roode Kruis, de Oranje-Nas-
sau en de zilveren medaille van de Mij. tot
Redding van Drenkelingen. Hij heeft geva
ren met de schippers Van den Devi f 1887—
1892). J. Cramer (1892—1910) en Dirk Am-
meraal (1910—1927).
Sedert 1927 is Van Kan secretaris-pen
ningmeester (en wal-kapitein) van de afd.
Noordwijk der N.Z.H. Redding Mij. en sedert
1902 gewoon bestuurslid van deze afdeeling.
Veel heeft Jan van Kan ook te danken
aan den steun van zijn trouwe levensgezellin
die altijd klaar stond, om bij nacht en ontij
arme. geredde schipbreukelingen in haar
huis op te nemen en te verplegen. Zoo ver
bleef de bemanning van de „Transit" 3 volle
dagen in haar woning, alvorens naar het
vaderland terug te keeren. Vergoeding heb
ben Van Kan en zijn vrouw nooit voor deze
onkosten gehad. De toestanden waren in
dien tijd anders dan nu!
De oude doos van de
Redding-Mij.
Uit de ..oude doos", het trommel-archief
van de N.Z.H. Redding-Mij. komen nog tal-
looze oude paperassen en rapporten te voor
schijn, waarin nuchtere cijfers en simpele
gegevens het verhaal vertellen van Noord
wijksche heldenlevens, van vele, vele daden
van zelfopoffering te midden van het woe
dend geweld der elementen in stikdonkere
nachten, wanneer de zee zich als een brul
lend roofdier stort op onze stranden, op
scherjen en op menschen.
Vijftig jaar is het geleden, dat Jan van
Kan, de toen 17-jarige smidsjongen, voor
het eerst als z.g. „opstapper" meeging met
de reddingssloep van Noordwijk.
7 Juli is de eigenlijke datum, doch op ,9
Juli wordt dit feit feestelijk herdacht dooi
de Noordwijksche burgerij, de badgasten en
natuurlijk het bestuur der N.Z.H. Redding-
Maatschappij.
Nog steeds ontvangt Jan van Kan brieven
van dankbaren en bewonderaars over de ge-
heele wereld. De adresseering: „Jan van
Kan Holland", blijkt voldoende te zijn. Dit
feit alleen spreekt boekdeelen.
En wanneer straks, in het onstuimige en
ruwe herfst- en winter-tij. opnieuw de zee in
woede ontsteekt en Moeder Aarde beukt en
kastijdt in toomelooze drift, ook dan zal Jan
van Kan weer gereed staan, om. als het
moet, zijn leven voor de zooveelste maal in
de waagschaal te stellen, ten einde men
schen te kunnen ontrukken aan een anders
zekeren dood. Zóó zijn die dappere mannen
van onze kusten, zóó zijn die koene kerels
gelijk Van Kan, Dorus Rijkers, Toxopëus en
zoovele anderen, van wie men terecht kan
zeggen: zoolang zij er nog zijn in hun een
voudige grootheid, zóólang is Nederland nog
niet verloren
Jan van Kan, proficiat, nog vele, vele
jaren!
„Wat moet, dan kan", nietwaar?"
JAN VAN ZIJST.
Vinken uit veldwacliterswoiiing
gestolen.
Inbraak in het hol van den leeuw.
In den nacht van Zondag op Maandag heb
ben drie dieven gepoogd in te breken in de
woning van den rijksveldwachter Maessen in
de Daalstraat, te Geleen. Toen de veldwach
ter op het gerucht wakker werd, heeft hij de
dieven die er vandoor gingen, in nachtgewaad
achtervolgd.
Nabij het sportpark kreeg hij hen in zicht
en loste toen drie revolverschoten, waarop
een hevig gegil volgde. Hij kon echter niet
nagaan, of iemand was getroffen. Zijn hond
slaagde erin een der mannen te doen stil
staan. Deze werd terstond aan een kort ver
hoor onderworpen en in arrest gesteld. Op
het pad langs de beek, welke achter de wo
ning van den rijksveldwachter loopt, werden
drie rijwielen en drie paar schoenen gevon
den, alsmede vier kooien met vinken, die de
inbrekers reeds uit het huis hadden ghaald.
AFGEWEZEN AUTOBUSDIENSTA AN VRAGEN
Aanvragen om vergunning voor de uitoefe
ning van een autobusdienst van W. Veltman
te Leeuwarden, tusschen Leeuwarden en Am
sterdam; van P. Offriga te Groningen tus
schen Groningen en Amsterdam en van de
Gebr. de Jong te St. Anna Parochie, tusschen J
Leeuwarden en Rotterdam, zijn door de com
missie, bedoeld in art. 5 reglement autover
voer personen, afgewezen.
LOUIS 5AALB0PsNj
SAALBORN
Op zijn schouders heeft het hermelijn van Royaards gelegen.
Doch hij is wél een van onze warmhartigste, volbloedigste,
natuurlijkste tooneelspelers. De mantel van den meester
was te zwaar. Maar een echt en bekoorlijk talent onder
scheidt hem van de vele planken-huppelaars die zich
tooneelspeler en.... nou ja... kunstenaar noemen. Zou
hij nog ooit de herleving van het Nederlandsch Tooneel
meemaken? Met zóó'n Midzomernachtsdroom, zoo'n Jonk
vrouw de la Seiglière, zoo'n Welkom Vreemdeling als toén?
De „Sarkani"-kapitein geeft zijn
oordeel.
Hij acht weigering van convooi
onbegrijpelijk
Transport van munitie heeft plaats gehad
vóór een verbod der regeering was
uitgevaardigd.
De kapitein van de „Sarkani", de heer J. A.
Gitz, deelt ons mede, er, na alles wat over de
reis en de aanhouding van zijn schip is gepu
bliceerd, prijs op te stellen, zijnerzijds een ver
klaring te geven en zijn bezwaren tegen de
weigering van convooi aan zijn schip kenbaar
te maken.
De „Sarkani" heeft tweemaal oorlogsmate
riaal naar Spanje vervoerd, beide keeren uit
Gdynia in Polen. Deze reizen geschiedden vóór
de afkondiging van het verbod tot het ver
voeren van wapenen en munitie naar Spanje.
Het gold hier geoorloofde transporten. Op 12
Maart kondigde de Nederlandsche regeering
het verbod af. De „Sarkani' was toen uit
Gdynia onderweg naar Santander, waar het
schip op 17 Maart aankwam. Nadien zijn geen
wapenen meer vervoerd. In Rotterdam terug
gekeerd is de „Sarkani' ter reparatie op de
werf van de firma Piet Smit geweest en daar
na heeft de boot te Rotterdam een lading le
vensmiddelen voor Alicante ingenomen.
Toen de „Sarkani" nog in reparatie was,
heeft de kapitein op het departement van
defensie convooi gevraagd voor dit transport.
Naar hij verzekert is hem dit in uitzicht ge
steld, indien het schip onder toezicht van de
rivierpolitie en de douane werd geladen. De
aanvrage moest geschieden door de reederij.
Aan deze voorwaarden is voldaan. De reederij
heeft convooi gevraagd, zij het dan monde
ling en niet schriftelijk, het schip is onder
toezicht geladen en met verzegelde luiken op
9 April uitgevaren.
Op 13 April ontving de kapitein een tele
grafische order van de reederij om Gibraltar
aan te doen teneinde een non-interventie
officier aan boord te nemen.
Eerst op 14 April deelde de marinestaf aan
de reederij medé, dat convooi geweigerd werd.
Op 15 April verzocht de kapitein aan de „Java"
convooi naar Gibraltar overeenkomstig zijn
orders. Dit convooi is toen, op last van den
minister van Defensie geweigerd. Daar het
schip met verzegelde luiken voer en gemak
kelijk geconstateerd kon worden, dat de zegels
niet verbroken waren, terwijl in Gibraltar
een non-interventie-officier aan boord zou
kunnen komen, acht de kapitein het onbe
grijpelijk, dat men een met levensmiddelen,
geladen schip, onder Nederlandsche vlag va
rend, aan zijn lot heeft overgelaten.
EDWARD B. KOSTER OVERLEDEN.
Op 75-jarigen leeftijd is te 's Gravenliage
overleden dr. Edward B. Koster, bekend let
terkundige en oud-leeraar in de oude talen
aan het gymnasium aan de Laan van Meer-
dervoort.
De thans ontslapene was een productief
letterkundige; vele bundels met gedichten
van zijn hand zagen het licht. Ook schreef
hij studies over kunst en critiek.
Eenheid door Democratie blijft
doorwerken.
Conferentie van hoofdbestuur met
afdeelingsbesturen.
Men meldt ons: Op het terrein der Ned.
Chr. Studenten Vereeniging „Woudschoten"
(bij Zeist) heeft het hoofdbestuur der Neder
landsche Beweging voor Eenheid door Demo
cratie met de afdeelingsbesturen een confe
rentie gehouden, waar de richtlijnen voor de
toekomst zijn besproken, en plannen zijn ge
makt voor de verdere ontwikkeling der or
ganisatie.
De voorzitter ds. H. Faber zette in zijn in
leiding uiteen, dat ondanks de overwinning
der democratie bij verkiezingen, de democratie
nog steeds in een crisis verkeert. Het gevaar
ligt vooral in de situatie in West-Europa en
voor wat Nederland betreft in de massa's, die
niet uit 'n staatkundig beginsel leven, doch uit
suggestie handelen, terwijl ook de vervlak
king der cultuur door cosmopolitisme ge
varen voor de volkseenheid meebrengt.
In een zeer levendige beraadslaging, waar
aan bestuurders uit tal van afdeelingen deel
namen, werden alle verschillende onderdeelen
van den arbeid die noodzakelijk is, uitvoerig
besproken en nader uitgewerkt. Daarbij kwam
eenstemmig tot uiting, dat men inderdaad
het gevaar voor de democratie aanwezig blijft
achten en dus voortzetting van den arbeid
van E. D. D. als vanzelfsprekend en drin
gend noodzakelijk beschouwt.
De algemeene stecretaris, de heer ir W.
Ritmeester behandelde vervolgens de organi
satie die voor de toekomst noodig zal zijn.
Tenslotte behandelde de heer Bekker, voor
zitter van Zaltbommel de practijk eener kleine
afdeeling.
AFSCHEIDSCOLLEGE VAN
PROF. SCHUEFFNER.
Aanbieding van het
Schueffner-laboratorium
Onder vele blijken van hartelijke deelne
ming heeft Maandag prof. dr. W. A. F.
Schueffner. hoogleeraar aan de Gemeente
lijke Universiteit te Amsterdam, zijn af
scheidscollege gehouden. Maar een afscheid
is het niet geweest, nu zijn vrienden en ver
eerders hem een laboratorium hebben ge
schonken, waarin hij zijn werkzaam leven
van wetenschappelijke toewijding zal kun
nen voortzetten.
In dit college heeft de zeventigjarige hoog
leeraar over zijn ervaringen in de~ veertig
jaar, dat hij zich aan de tropische gezond
heidsleer heeft gegeven, uitgeweid.
Prof. dr. W. A. Kuenen uit Leiden vertolkte
daarop de gevoelens van vrienden en vereer
ders van den scheidenden hoogleeraar en
bood daarop het laboratorium aan.
Vele sprekers hebben daarna nog het woord
gevoerd en van hun waardeering en hun
bewondering voor den arbeid van prof.
Schueffner gewaagd.
Proffessor Schueffner heeft daarop in het
kort een collectief dankwoord tot allen ge-
sproken, waarbij hij zijn groote waardeering
voor het nieuwe laboratorium deed uitkomen.
De regeling van het ziekenfonds
wezen.
De verhouding tot de tandartsen.
Maandagochtend is in het jaarbeursgebouw
te Utrecht de 88e algemeene vergadering be
gonnen van de Nederlandsche Maatschappij
tot bevordering der geneeskunst.
De voorzitter, dr. L. C. Kersbergen, rele
veerde in zijn openingsrede de moeilijkheden
waarin vele artsen als gevolg van de in 1929
ingetreden wereldmalaise zijn komen te ver-
keeren.
Salarisverlaging over de geheele linie voor
de medische ambtenaren, afname van den
welstand van het publiek en dus geringere
opbrengst van de particuliere praktijk voor
den medicus-practicus, zoowel specialist als
huisarts, een mede voor beide categorieën
geldend zich sterker en blijvend concen-
treeren op de nu voor hen allen gelijkelijk
noodzakelijke ziekenfondspraktijk.
Over de kwestie van de overvulling van het
beroep, welke nog in studie is, mocht en kon
spr. nog geen standpunt innemen. Wel
spreekt het vanzelf, dat in de huidige om
standigheden het verlangen naar een pen
sioenregeling voor den medicus-practicus,
voor den ziekenfondsarts in het bijzonder, sterk
naar voren komt, ja om vervulling roept.
Wat den toestand van de eigen organisatie
betreft, wilde spr. waarschuwen tegen een
reorganisatie-woede, welke veranderingen
vraagt, voordat de kortelings aangebrachte
wijzigingen al of niet haar bestaansrecht heb
ben kunnen bewijzen.
Spr. stipte slechts terloops de perikalen van
de regeling van de middenstandsziekteverze
kering en van het contract met de ziekenhuis-
verplegingsvereenigingen aan, omdat deze bei
de den hoofdschotel van de besprekingen op
deze algemeene vergadering zullen vormen.
Een oplossing in den door de maatschappen
voorgestelden zin is voor breede kringen van
alles overheerschend belang.
Het groote perikel voor de maatschappij,
dat haar steeds maar opnieuw zorg baart, is
de regeling van het ziekenfondswezen.
Na het schipbreuklijden van het jongste
wetsontwerp zal, wat den toestand van het
oogenblik betreft, vermoedelijk van een wet
telijke regeling voorloopig geen sprake zijn.
Spr. herinnerde voorts aan een groot ge
vaar, dat zou dreigen, indien men niet als
één man front had gemaakt tegen het slui
ten, geheel buiten de artsen, mede-belang
hebbenden om, van een overeenkomst van
den groothandel met de Nederlandsche
maatschappij voor pharmacie.
Maar ook in het algemeen is het op den
duur voor de artsen evenzeer als voor de
pharmaceuten een gevaar te achten, indien
beide maatschappijen elkander bij een wel
dra te plegen gemeenschappelijk overleg weer
niet zouden kunrin vinden.
En tenslotte achtte spr. het evenzeer een
gevaar, indien de maatschappij nu reeds
waar de tijd er nog niet rijp voor is, zich ge
heel accoord ging verklaren met de te ver
gaande verlangens van tandartsen, hoe lo
gisch deze ook voor een toekomststaat op zie-
kenfondsgebied mogen klinken.
Spr. wekte de vergadering op te volharden in
de ernstige pogingen om aan al deze gevaren
het hoofd te bieden en voor al deze moeilijk
heden de meest gelukkige oplossing te vinden.
Dr. Middendorp bepleitte stappen van de
maatschappij om de voorgenomen reorganisa
tie van tandartsen opleiding te sturen in
de richting van het elschen van een volledige
artsenopleiding var, de toekomstige specia
listen in de tandheelkunde, alsmede overleg
met de nieuwt mondartsenvereeniging. De
voorzitter deeld» mede, dat het hoofdbestuur
voorloopig afwijzend tegenover deze denkbeel
den staat, maai geen bezwaar heeft het vraag
stuk nog eens te overwegen. Bij den minister
van Onderwijs zal nogmaals ernstig worden
aangedrongen op toestemming tot publicatie
van het advies, dat de maatschappij hem
heeft uitgebracht over de artsenopleiding,
mede in verband met de overvulling van het
artsenberoep.
De voorzitter deelde mede, dat een districts-
gewijze organisatie van de maatschappijzie
kenfondsen in voorbereiding is (zeven dis
tricten).
Besloten werd een geschriftje over de gas-
bescherming ten behoeve van de artsen sa
men te stellen en uit te geven en te bevor
deren, dat met financieelen steun van de
maatschappij voordrachten in de afdeelingen
worden gehouden.
De algemeene bindende besluiten inzake
ziekenfondswezen en middenstandsziektever
zekering worden nog een jaar ongewijzigd ge
laten.
Dr. Kersbergen werd onder acclamatie voor
een jaar als voorzitter der maatschappij her
kozen. Benoemd werden tot nieuwe hoofd
bestuursleden dr. I. Wessel (Hilversum), dr. M.
Sypke Smit (Haarlem) en dr. F. A. Schaly
(Rotterdam), voorts in den raad van beroep
dr. G. J. van Thienen (Zwolle), in de geldcom-
missie dr. A. Schuckink Kool (Utrecht) en
in de sociaal-hygiënische commissie dr. P. H.
Kramer (Rotterdam), terwijl herkozen werden
in de verschillende commissies de aftredende
leden, .voorzoover herkiesbaar.
In de middag vergadering kwam de grens-
artsenkwestie aan de orde.
en U zult 's morgens „kiplekker"
uit bed springen.
Eiken dag moet Uw lever een liter ga! in de insre-
voldoend^fJ1 vloe'®n- Wanneer de galafscheiding on-
derf, 1 °rd- Fw voedsel "'et verteerd, het be-
\?rmen gassen in Uw lichaam. U raakt
verstopt Uw organisme wordt vergiftigd cn U wordt
humeurig en loom. U ziet alles zwart.
,-?xeern»ddeIen zün slechts lapmiddelen
een geforceerde stoelgang neemt de oorzaak niet weg
vnörvïi?.T,EK S I-EVERPILLETJES ."len ,o7Sen
h2rr»«i? V t°evoer ^"an gal. waardoor U weer geheel
nm H» Planlafrd.'S- zaO". onovertroffen middel
om de gal te doen vloeien.
Ê>i L, u-jen viueien.
thekS*r«l£aH er'? peverpilletjes. verkrijgbaar bij apo
thekers en drogisten m flacons van ƒ0.75.
(Adv. Ingez. MedJ
DIAMANTEN HUWELIJK.
Het echtpaar Jozephus VisserGijsbertha
Bosman aan den Heerenweg te Mijdrecht zal
op 17 dezer den dag herdenken waarop het
voor zestig jaar in het huwelijk trad. De dia
manten bruid is 82 en haar echtgenoot 83 jaar
oud. Beiden genieten een goede gezondheid.
KIND IN KOKEND WATER GEVALLEN.
Het driejarig zoontje van de familie B'ar-
neveld uit de Steinstraat'te Geleen is Zondag
in een teil met kokend water gevallen en met
ernstige brandwonden overdekt naar het
Ziekenhuis te Sittard vervoerd, waar het
Maandag is overleden.