„Wat moet, dat kan/' 'Sjt Artsen te Utrecht bijeen. WEK DE GAL IN UW LEVER OP DINSDAG 6 JULI 1937 H A A R L F. M'S DAGBLAD 3 Fiere lijfspreuk van een onversaagden menschenredder. Gouden jubileum van Jan van Kan. Nóg altijd zijn wij een zeevarend volk, nóg altoos wappert onze fiere driekleur op bijna alle zeeën ter wereld, nog steeds worstelen wij, dag in, dag uit met liet water, de zee, nu eens onze trouwen bondgenoote, dan weer een uiterst moeilijk te bevechten vijandin. Op en door de zee zijn wij groot geworden, immer nog ligt onze toekomst op het water, hier in Europa, en ginder in het Verre Oos ten en Westen. En nóg altijd, goddank, wordt de krachtige, de onverwoestbaar sterke kern van ons volk gevormd door het zeevarend, en thans ook luchtvarend, deel der natie. Tot diegenen, die hun leven lang tegen het water, tegen de zee hebben gestreden, in de dagen en nachten, dat de zee de grim mige, niets ontziende vijandin van den zee vaarder toonde, behoort Jan van Kan, de bekende Noordwij ksche menschenredder, die op 7 Juli a.s. het feit herdenkt, dat hij 50 jaar geleden, als 17-jarige knaap, voor de eerste maal deel uitmaakte van de beman ning van de Noordwijksche reddingsboot der Noord-Zuid-Hollandsche Redding Mij. /v/T /?3j? Met het oog op dit bijzondere jubileum zijn wij dezer dagen een praatje met Jan van Kan gaan maken, in de knusse huiskamer van zijn woning te Noordwijk aan Zee, waar het vol is van herinneringen aan zijn moedig leven en waar hij in vroeger jaren de bezoe ken ontving van Prins Hendrik, die Jan van Kan hoogelijk waardeerde en nooit naliet naar hem te vragen. Eens ook deed de Koningin Jan van Kan de eer aan. hem te komen opzoeken en dat was natuurlijk het hoogtepunt in zijn leven. Redding met „paarde- middelen". En zoo zitten we dan tegenover den 67- jarige, wien men zijn jaren zeker niet zou aanzien, en Jan van Kan vertelt, hoe hij in Juli 1889, toen een visschersschuit op de tweede bank voor Noordwijk was gestrand en de bemanning groot gevaar liep. te paard de zee is ingestormd en er, half zwemmende, In slaagde de gedeeltelijke bewustelooze vis- schers behouden aan wal te brengen. Voor deze moedige daad werd Van Kan door Ko ning Willem III onderscheiden met de gou den medaille voor „Moed, Beleid en Zelf opoffering". Jan van Kan vertelt verder: van de red ding van 8 man van den logger „Katwijk 47". één van de zwaarste tochten van zijn leven, van 15 schepelingen van „De Vertrou wen" in 1890, van de door de Noordwijksche reddingsboot verleende hulp bij de schip breuk van de „Von Lindern" nabij Zandvoort En het relaas van een dapper heldenleven wordt voortgezet: in 1890 Jan van Kan dient dan bij de Marine redt hij bij Ter schelling een man, die overboord was ge slagen, het leven. De kat van de „Milo v. Dan. anno 1891. vaart de reddingssloep uit naar de „Milo". Wanneer de dappere redders er na ontzaglijke moeite in slagen het schip te bereiken, blijkter zich niemand meer aan boord te bevinden, want de bemanning schijnt de schuit reeds eerder in de sloepen te hebben verlaten. Alleen de scheepskat is nog aan boord en die wordt dan ook prompt gered 18 November 1893: De Engelschman „Tran sit" vergaat voor onze kust tusschen Noord wijk en Zandvoort. In vliegenden storm vaart de Noordwijksche boot uit. Op den eersten tocht wordt dé helft van de bemanning door de zware stortzeeën ver wond, bij een tweede poging slagen de moe dige kerels er in, 6 man van de „Transit" behouden aan het strand te krijgen. Twee opvarenden vinden een zeemansgraf. Aug. 1908. Een sloep slaat om: Jan van Kan en de zijnen redden 6 menschen van een wissen dood. 1909: De „Maassluis" vergaat. i2 opvaren den danken onzen redders hun leven. Hetzelfde geschiedt in 1913 met de „Ger- trud II", vier menschen keeren behouden aan den wal terug. Zoo gaat het door en het verhaal zou een tonig worden, indien het hier niet een grootsch epos betrof van onze in storm en noodweer zoo gevaarlijke kusten. De schipbreuk van „De Mirfak". In den nacht van 2021 December 1919 vergaat de „Mirfak" uit Rotterdam op de hoogte van Noordwijk. Na een bovenmen- schelijke worsteling weten Jan van Kan en zijn stoere Noordwijkers 15 drenkelingen vei lig aan land te brengen. Twee zonen van Van Kan namen naast hun vader in de reddingssloep plaats. Goed bloed verloochent zich nooit De Koningin beloonde op i22 December 1919 deze heldenfeiten met de gouden medaille voor menschlievend hulpbetoon. Het was ook bij deze gelegenheid, dat de Koningin Van Kan in zijn woning bezocht. „Esperando" en „Salcnto". Op 27 Juni 1921 volgde nog de redding van 8 mannen van „De Esperando", terwijl in 1929 door de Noordwijksche reddingsboot hulp werd verleend bij de vergeefsche en nog door niemand vergeten poging, om de voor Zandvoort op de kust geworpen Ita- liaansche vrachtboot „Salento" hulp te bie den. Dit dan zijn de simpele feiten van een leven vol daden van moed en zelfopoffering. „De bemanning weigert het schip te verlaten Doch het spreekt van zelf, dat tusschen de vele geslaagde reddingen door nog vele ma len vruchtelooze pogingen werden onderno men. Zoo in 1895 een vergeefsche reis naar het s.s. „Osborn", in 1902 naar de ..Offen bach", in 1905 naar de „Savona" en in 1915 naar de „Oostdijk", doch in al deze gevallen weigerde de bemanning het schip te verla ten, hoewel de reddingsboot eerst na buiten gemeen zware tochten door de kokende zee in vliegend stormweer er eindelijk in was geslaagd de in nood verkeerende schepen te bereiken. Grieksch kapitein met een revolver. Zonderling en avontuurlijk was de tocht naar een in hevigen nood verkeerend Grieksch stoomschip, toen de kapitein van die schuit zijn redders.... met een revolver in de vuist tegemoet trad. De brave man, die reeds in doodsangst verkeerde tengevolge van het groote gevaar, waarin schip en be manning verkeerden, meende metzee- roovers te doen te hebben! En hij moest neergeslagen worden, alvorens men aan de redding kon beginnen! Jarenlang was Jan van Kan de eerste en tevens eenige bezitter van de gouden eere- penning van de Redding-Mij. Thans deelt hij deze eer met schipper Toxopeus. Behalve de reeds genoemd" onderscheidin gen, bezit de jubilaris nog l e zilveren pen ning van Koningin Victoria, de bronzen me daille van het Roode Kruis, de Oranje-Nas- sau en de zilveren medaille van de Mij. tot Redding van Drenkelingen. Hij heeft geva ren met de schippers Van den Devi f 1887— 1892). J. Cramer (1892—1910) en Dirk Am- meraal (1910—1927). Sedert 1927 is Van Kan secretaris-pen ningmeester (en wal-kapitein) van de afd. Noordwijk der N.Z.H. Redding Mij. en sedert 1902 gewoon bestuurslid van deze afdeeling. Veel heeft Jan van Kan ook te danken aan den steun van zijn trouwe levensgezellin die altijd klaar stond, om bij nacht en ontij arme. geredde schipbreukelingen in haar huis op te nemen en te verplegen. Zoo ver bleef de bemanning van de „Transit" 3 volle dagen in haar woning, alvorens naar het vaderland terug te keeren. Vergoeding heb ben Van Kan en zijn vrouw nooit voor deze onkosten gehad. De toestanden waren in dien tijd anders dan nu! De oude doos van de Redding-Mij. Uit de ..oude doos", het trommel-archief van de N.Z.H. Redding-Mij. komen nog tal- looze oude paperassen en rapporten te voor schijn, waarin nuchtere cijfers en simpele gegevens het verhaal vertellen van Noord wijksche heldenlevens, van vele, vele daden van zelfopoffering te midden van het woe dend geweld der elementen in stikdonkere nachten, wanneer de zee zich als een brul lend roofdier stort op onze stranden, op scherjen en op menschen. Vijftig jaar is het geleden, dat Jan van Kan, de toen 17-jarige smidsjongen, voor het eerst als z.g. „opstapper" meeging met de reddingssloep van Noordwijk. 7 Juli is de eigenlijke datum, doch op ,9 Juli wordt dit feit feestelijk herdacht dooi de Noordwijksche burgerij, de badgasten en natuurlijk het bestuur der N.Z.H. Redding- Maatschappij. Nog steeds ontvangt Jan van Kan brieven van dankbaren en bewonderaars over de ge- heele wereld. De adresseering: „Jan van Kan Holland", blijkt voldoende te zijn. Dit feit alleen spreekt boekdeelen. En wanneer straks, in het onstuimige en ruwe herfst- en winter-tij. opnieuw de zee in woede ontsteekt en Moeder Aarde beukt en kastijdt in toomelooze drift, ook dan zal Jan van Kan weer gereed staan, om. als het moet, zijn leven voor de zooveelste maal in de waagschaal te stellen, ten einde men schen te kunnen ontrukken aan een anders zekeren dood. Zóó zijn die dappere mannen van onze kusten, zóó zijn die koene kerels gelijk Van Kan, Dorus Rijkers, Toxopëus en zoovele anderen, van wie men terecht kan zeggen: zoolang zij er nog zijn in hun een voudige grootheid, zóólang is Nederland nog niet verloren Jan van Kan, proficiat, nog vele, vele jaren! „Wat moet, dan kan", nietwaar?" JAN VAN ZIJST. Vinken uit veldwacliterswoiiing gestolen. Inbraak in het hol van den leeuw. In den nacht van Zondag op Maandag heb ben drie dieven gepoogd in te breken in de woning van den rijksveldwachter Maessen in de Daalstraat, te Geleen. Toen de veldwach ter op het gerucht wakker werd, heeft hij de dieven die er vandoor gingen, in nachtgewaad achtervolgd. Nabij het sportpark kreeg hij hen in zicht en loste toen drie revolverschoten, waarop een hevig gegil volgde. Hij kon echter niet nagaan, of iemand was getroffen. Zijn hond slaagde erin een der mannen te doen stil staan. Deze werd terstond aan een kort ver hoor onderworpen en in arrest gesteld. Op het pad langs de beek, welke achter de wo ning van den rijksveldwachter loopt, werden drie rijwielen en drie paar schoenen gevon den, alsmede vier kooien met vinken, die de inbrekers reeds uit het huis hadden ghaald. AFGEWEZEN AUTOBUSDIENSTA AN VRAGEN Aanvragen om vergunning voor de uitoefe ning van een autobusdienst van W. Veltman te Leeuwarden, tusschen Leeuwarden en Am sterdam; van P. Offriga te Groningen tus schen Groningen en Amsterdam en van de Gebr. de Jong te St. Anna Parochie, tusschen J Leeuwarden en Rotterdam, zijn door de com missie, bedoeld in art. 5 reglement autover voer personen, afgewezen. LOUIS 5AALB0PsNj SAALBORN Op zijn schouders heeft het hermelijn van Royaards gelegen. Doch hij is wél een van onze warmhartigste, volbloedigste, natuurlijkste tooneelspelers. De mantel van den meester was te zwaar. Maar een echt en bekoorlijk talent onder scheidt hem van de vele planken-huppelaars die zich tooneelspeler en.... nou ja... kunstenaar noemen. Zou hij nog ooit de herleving van het Nederlandsch Tooneel meemaken? Met zóó'n Midzomernachtsdroom, zoo'n Jonk vrouw de la Seiglière, zoo'n Welkom Vreemdeling als toén? De „Sarkani"-kapitein geeft zijn oordeel. Hij acht weigering van convooi onbegrijpelijk Transport van munitie heeft plaats gehad vóór een verbod der regeering was uitgevaardigd. De kapitein van de „Sarkani", de heer J. A. Gitz, deelt ons mede, er, na alles wat over de reis en de aanhouding van zijn schip is gepu bliceerd, prijs op te stellen, zijnerzijds een ver klaring te geven en zijn bezwaren tegen de weigering van convooi aan zijn schip kenbaar te maken. De „Sarkani" heeft tweemaal oorlogsmate riaal naar Spanje vervoerd, beide keeren uit Gdynia in Polen. Deze reizen geschiedden vóór de afkondiging van het verbod tot het ver voeren van wapenen en munitie naar Spanje. Het gold hier geoorloofde transporten. Op 12 Maart kondigde de Nederlandsche regeering het verbod af. De „Sarkani' was toen uit Gdynia onderweg naar Santander, waar het schip op 17 Maart aankwam. Nadien zijn geen wapenen meer vervoerd. In Rotterdam terug gekeerd is de „Sarkani' ter reparatie op de werf van de firma Piet Smit geweest en daar na heeft de boot te Rotterdam een lading le vensmiddelen voor Alicante ingenomen. Toen de „Sarkani" nog in reparatie was, heeft de kapitein op het departement van defensie convooi gevraagd voor dit transport. Naar hij verzekert is hem dit in uitzicht ge steld, indien het schip onder toezicht van de rivierpolitie en de douane werd geladen. De aanvrage moest geschieden door de reederij. Aan deze voorwaarden is voldaan. De reederij heeft convooi gevraagd, zij het dan monde ling en niet schriftelijk, het schip is onder toezicht geladen en met verzegelde luiken op 9 April uitgevaren. Op 13 April ontving de kapitein een tele grafische order van de reederij om Gibraltar aan te doen teneinde een non-interventie officier aan boord te nemen. Eerst op 14 April deelde de marinestaf aan de reederij medé, dat convooi geweigerd werd. Op 15 April verzocht de kapitein aan de „Java" convooi naar Gibraltar overeenkomstig zijn orders. Dit convooi is toen, op last van den minister van Defensie geweigerd. Daar het schip met verzegelde luiken voer en gemak kelijk geconstateerd kon worden, dat de zegels niet verbroken waren, terwijl in Gibraltar een non-interventie-officier aan boord zou kunnen komen, acht de kapitein het onbe grijpelijk, dat men een met levensmiddelen, geladen schip, onder Nederlandsche vlag va rend, aan zijn lot heeft overgelaten. EDWARD B. KOSTER OVERLEDEN. Op 75-jarigen leeftijd is te 's Gravenliage overleden dr. Edward B. Koster, bekend let terkundige en oud-leeraar in de oude talen aan het gymnasium aan de Laan van Meer- dervoort. De thans ontslapene was een productief letterkundige; vele bundels met gedichten van zijn hand zagen het licht. Ook schreef hij studies over kunst en critiek. Eenheid door Democratie blijft doorwerken. Conferentie van hoofdbestuur met afdeelingsbesturen. Men meldt ons: Op het terrein der Ned. Chr. Studenten Vereeniging „Woudschoten" (bij Zeist) heeft het hoofdbestuur der Neder landsche Beweging voor Eenheid door Demo cratie met de afdeelingsbesturen een confe rentie gehouden, waar de richtlijnen voor de toekomst zijn besproken, en plannen zijn ge makt voor de verdere ontwikkeling der or ganisatie. De voorzitter ds. H. Faber zette in zijn in leiding uiteen, dat ondanks de overwinning der democratie bij verkiezingen, de democratie nog steeds in een crisis verkeert. Het gevaar ligt vooral in de situatie in West-Europa en voor wat Nederland betreft in de massa's, die niet uit 'n staatkundig beginsel leven, doch uit suggestie handelen, terwijl ook de vervlak king der cultuur door cosmopolitisme ge varen voor de volkseenheid meebrengt. In een zeer levendige beraadslaging, waar aan bestuurders uit tal van afdeelingen deel namen, werden alle verschillende onderdeelen van den arbeid die noodzakelijk is, uitvoerig besproken en nader uitgewerkt. Daarbij kwam eenstemmig tot uiting, dat men inderdaad het gevaar voor de democratie aanwezig blijft achten en dus voortzetting van den arbeid van E. D. D. als vanzelfsprekend en drin gend noodzakelijk beschouwt. De algemeene stecretaris, de heer ir W. Ritmeester behandelde vervolgens de organi satie die voor de toekomst noodig zal zijn. Tenslotte behandelde de heer Bekker, voor zitter van Zaltbommel de practijk eener kleine afdeeling. AFSCHEIDSCOLLEGE VAN PROF. SCHUEFFNER. Aanbieding van het Schueffner-laboratorium Onder vele blijken van hartelijke deelne ming heeft Maandag prof. dr. W. A. F. Schueffner. hoogleeraar aan de Gemeente lijke Universiteit te Amsterdam, zijn af scheidscollege gehouden. Maar een afscheid is het niet geweest, nu zijn vrienden en ver eerders hem een laboratorium hebben ge schonken, waarin hij zijn werkzaam leven van wetenschappelijke toewijding zal kun nen voortzetten. In dit college heeft de zeventigjarige hoog leeraar over zijn ervaringen in de~ veertig jaar, dat hij zich aan de tropische gezond heidsleer heeft gegeven, uitgeweid. Prof. dr. W. A. Kuenen uit Leiden vertolkte daarop de gevoelens van vrienden en vereer ders van den scheidenden hoogleeraar en bood daarop het laboratorium aan. Vele sprekers hebben daarna nog het woord gevoerd en van hun waardeering en hun bewondering voor den arbeid van prof. Schueffner gewaagd. Proffessor Schueffner heeft daarop in het kort een collectief dankwoord tot allen ge- sproken, waarbij hij zijn groote waardeering voor het nieuwe laboratorium deed uitkomen. De regeling van het ziekenfonds wezen. De verhouding tot de tandartsen. Maandagochtend is in het jaarbeursgebouw te Utrecht de 88e algemeene vergadering be gonnen van de Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der geneeskunst. De voorzitter, dr. L. C. Kersbergen, rele veerde in zijn openingsrede de moeilijkheden waarin vele artsen als gevolg van de in 1929 ingetreden wereldmalaise zijn komen te ver- keeren. Salarisverlaging over de geheele linie voor de medische ambtenaren, afname van den welstand van het publiek en dus geringere opbrengst van de particuliere praktijk voor den medicus-practicus, zoowel specialist als huisarts, een mede voor beide categorieën geldend zich sterker en blijvend concen- treeren op de nu voor hen allen gelijkelijk noodzakelijke ziekenfondspraktijk. Over de kwestie van de overvulling van het beroep, welke nog in studie is, mocht en kon spr. nog geen standpunt innemen. Wel spreekt het vanzelf, dat in de huidige om standigheden het verlangen naar een pen sioenregeling voor den medicus-practicus, voor den ziekenfondsarts in het bijzonder, sterk naar voren komt, ja om vervulling roept. Wat den toestand van de eigen organisatie betreft, wilde spr. waarschuwen tegen een reorganisatie-woede, welke veranderingen vraagt, voordat de kortelings aangebrachte wijzigingen al of niet haar bestaansrecht heb ben kunnen bewijzen. Spr. stipte slechts terloops de perikalen van de regeling van de middenstandsziekteverze kering en van het contract met de ziekenhuis- verplegingsvereenigingen aan, omdat deze bei de den hoofdschotel van de besprekingen op deze algemeene vergadering zullen vormen. Een oplossing in den door de maatschappen voorgestelden zin is voor breede kringen van alles overheerschend belang. Het groote perikel voor de maatschappij, dat haar steeds maar opnieuw zorg baart, is de regeling van het ziekenfondswezen. Na het schipbreuklijden van het jongste wetsontwerp zal, wat den toestand van het oogenblik betreft, vermoedelijk van een wet telijke regeling voorloopig geen sprake zijn. Spr. herinnerde voorts aan een groot ge vaar, dat zou dreigen, indien men niet als één man front had gemaakt tegen het slui ten, geheel buiten de artsen, mede-belang hebbenden om, van een overeenkomst van den groothandel met de Nederlandsche maatschappij voor pharmacie. Maar ook in het algemeen is het op den duur voor de artsen evenzeer als voor de pharmaceuten een gevaar te achten, indien beide maatschappijen elkander bij een wel dra te plegen gemeenschappelijk overleg weer niet zouden kunrin vinden. En tenslotte achtte spr. het evenzeer een gevaar, indien de maatschappij nu reeds waar de tijd er nog niet rijp voor is, zich ge heel accoord ging verklaren met de te ver gaande verlangens van tandartsen, hoe lo gisch deze ook voor een toekomststaat op zie- kenfondsgebied mogen klinken. Spr. wekte de vergadering op te volharden in de ernstige pogingen om aan al deze gevaren het hoofd te bieden en voor al deze moeilijk heden de meest gelukkige oplossing te vinden. Dr. Middendorp bepleitte stappen van de maatschappij om de voorgenomen reorganisa tie van tandartsen opleiding te sturen in de richting van het elschen van een volledige artsenopleiding var, de toekomstige specia listen in de tandheelkunde, alsmede overleg met de nieuwt mondartsenvereeniging. De voorzitter deeld» mede, dat het hoofdbestuur voorloopig afwijzend tegenover deze denkbeel den staat, maai geen bezwaar heeft het vraag stuk nog eens te overwegen. Bij den minister van Onderwijs zal nogmaals ernstig worden aangedrongen op toestemming tot publicatie van het advies, dat de maatschappij hem heeft uitgebracht over de artsenopleiding, mede in verband met de overvulling van het artsenberoep. De voorzitter deelde mede, dat een districts- gewijze organisatie van de maatschappijzie kenfondsen in voorbereiding is (zeven dis tricten). Besloten werd een geschriftje over de gas- bescherming ten behoeve van de artsen sa men te stellen en uit te geven en te bevor deren, dat met financieelen steun van de maatschappij voordrachten in de afdeelingen worden gehouden. De algemeene bindende besluiten inzake ziekenfondswezen en middenstandsziektever zekering worden nog een jaar ongewijzigd ge laten. Dr. Kersbergen werd onder acclamatie voor een jaar als voorzitter der maatschappij her kozen. Benoemd werden tot nieuwe hoofd bestuursleden dr. I. Wessel (Hilversum), dr. M. Sypke Smit (Haarlem) en dr. F. A. Schaly (Rotterdam), voorts in den raad van beroep dr. G. J. van Thienen (Zwolle), in de geldcom- missie dr. A. Schuckink Kool (Utrecht) en in de sociaal-hygiënische commissie dr. P. H. Kramer (Rotterdam), terwijl herkozen werden in de verschillende commissies de aftredende leden, .voorzoover herkiesbaar. In de middag vergadering kwam de grens- artsenkwestie aan de orde. en U zult 's morgens „kiplekker" uit bed springen. Eiken dag moet Uw lever een liter ga! in de insre- voldoend^fJ1 vloe'®n- Wanneer de galafscheiding on- derf, 1 °rd- Fw voedsel "'et verteerd, het be- \?rmen gassen in Uw lichaam. U raakt verstopt Uw organisme wordt vergiftigd cn U wordt humeurig en loom. U ziet alles zwart. ,-?xeern»ddeIen zün slechts lapmiddelen een geforceerde stoelgang neemt de oorzaak niet weg vnörvïi?.T,EK S I-EVERPILLETJES ."len ,o7Sen h2rr»«i? V t°evoer ^"an gal. waardoor U weer geheel nm H» Planlafrd.'S- zaO". onovertroffen middel om de gal te doen vloeien. Ê>i L, u-jen viueien. thekS*r«l£aH er'? peverpilletjes. verkrijgbaar bij apo thekers en drogisten m flacons van ƒ0.75. (Adv. Ingez. MedJ DIAMANTEN HUWELIJK. Het echtpaar Jozephus VisserGijsbertha Bosman aan den Heerenweg te Mijdrecht zal op 17 dezer den dag herdenken waarop het voor zestig jaar in het huwelijk trad. De dia manten bruid is 82 en haar echtgenoot 83 jaar oud. Beiden genieten een goede gezondheid. KIND IN KOKEND WATER GEVALLEN. Het driejarig zoontje van de familie B'ar- neveld uit de Steinstraat'te Geleen is Zondag in een teil met kokend water gevallen en met ernstige brandwonden overdekt naar het Ziekenhuis te Sittard vervoerd, waar het Maandag is overleden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 5