Boldoot Eau de Cologne i üv| WOENSDAG 7 JULI 1937 H A A E L E M'S DAGBLAD 5 Haarlem, hoofdstad van Noord-Holland. Waaraan dankt Haarlem dat voorrecht? Een belangrijke studie van de gemeente- archivaresse. In het Jaarboek der vereeniging „Haer- ïem" heeft mej. Dr. g. h. Kurtz, gemeente- archivaresse van Haarlem, een uitvoerige en interessante studie geschreven over de vraag waaraan Haarlem (boven Amsterdam) het voorrecht dankt tot hoofdstad der provincie te zijn verkozen. Er zijn zoo Ibegint zij haar studie i— soms zaken, die men als vanzelfsprekend aanvaardt, doch die bij nadere beschouwing toch niet zoo logisch zijn en, als men naar de oplossing daarvan zoekt, blijkt deze ook niet zoo eenvoudig te vinden. Tot dergelijke zaken behoort de vraag waarom Haarlem de hoofdstad van Noord-Holland is. In den tijd der Republiek der Vereenigde Nederlanden bestond een Noorderkwartier, zijnde het gedeelte van Holland ten Noor den van het IJ, waartoe dus de steden Am sterdam en Haarlem niet behoorden. Het college van de Gecommitteerde raden van het Noorderkwartier vergaderde te Hoorn, dat van het zuiderkwartier in Den Haag. On der de Bataafsche Republiek ontstonden er 8 departementen. Haarlem behoorde tot het departement van Texel, dat zich van het Vlie tot den Ouden Rijn uitstrekte, zoodat zelfs de stad Leiden er onder viel. Van dit departement werd Alkmaar de hoofdstad. Haarlem streefde er toen naar den zetel van 't departementaal gerechtshof te krijgen, om dat dit toen van meer beteekenis was dan het administratieve departementale bestuur. Haarlem kreeg inderdaad het gerechtshof. Voor de huisvesting daarvan werd het Raad huis op de Groote Markt voor f 25.000 door het stadsbestuur verkocht. Voor de onder brenging van het Raadhuis werd in 1799 een heerenhuis in de Jansstraat gekocht, alsook eenige perceelen in de Morinnesteeg. De staatsgreep van 1801 bracht aan het bestaan van dit gerechtshof een einde. In 1803 betrok het stadsbestuur weer het Raad huis op de Groote Markt, waarvoor als ver goeding aan het rijk een aantal schilderijen door de gemeente werden afgestaan. Daarna werd ongeveer weer de oude indee ling van de gewesten ingevoerd, het depar tement Holland bleef daarbij ongesplitst. Toen in 1306 Lodewijk Napoleon koning van Holland geworden was deden weldra ge ruchten de ronde, dat men het gewest Hol land wilde splitsen in een Noordelijk en een Zuidelijk gedeelte. Als zetel van het bestuur van Noord-Holland aarzelde men tusschen Amsterdam en Haarlem. De regeering van Haarlem achtte het toen gewenscht moeite te doen den koning tot haar begunstiging te bewegen „ten einde haar verloren luister eenigszins op te beuren, aan de vervallen welvaart een vernieuwing van bestaan te geven en door de vermeerdering van huisge zinnen de ledig staande huizen door nieuwe lnwoonders te vervullen, mitsgaders de vaste eigendommen, die thans, door gebrek aan genoegzame inwoonders en verval van be staan, tot spotprijzen zijn gedaald, wederom tot een behoorlijke waarde te doen aan groeien". In een request aan den koning werd gezegd: „Er bestaat hier ter stede niets 't welk een algemeene tak van handel of be drijf genoemd kan worden, waaruit haar in gezetenen kunnen bestaan. Vandaar het amoveeren der huizen, terwijl de kapitalen zeer verminderd zijn. De schoonste gebou wen worden verkocht als burgerwoningen; lands- en stadslasten zullen weldra niet meer opgebracht kunnen worden. Door de steeds hoogere lasten, gevolg van de vele armlas tigen. is er ook geen hoop. dat menschen die elders kapitaal vergaard hebben, zich te Haarlem zullen vestigen ter wille van de ligging en mooie omstreken, zoodat de stad meer en meer ontvolkt zal worden. 9 April 1807 kwam het bericht dat Haar lem aangewezen was als verblijfplaats van de departementale administratie, terwijl ook verschillende maatregelen ter verbetering van de Haarlemsche industrieën in het vooruitzicht werden gesteld. Maar toen eischte de regeering voor de huisvesting het Raadhuis op de Groote Markt. Dat viel den Haarlemmers niet mee. Ze hebben zich tegen dat plan verzet, o.a. op grond dat het stadsbestuur niet de 50 gulden kon betalen om de gemeentelijke admi nistratie van de Groote Markt over te bren gen naar de Jansstraat. De stad bood nog voor het gouvernement een groot heeren huis op de Groote Markt aan, maar daarte gen bestonden bezwaren. Tenslotte nam de regeering genoegen met het gebouwencom plex in de Jansstraat voor den zetel van het gouvernement. 2 Juni 1807 werd de Land drost plechtig te Haarlem geïnstalleerd. Bij de inlijving bij het groote Fransche keizerrijk kwam Haarlem te liggen in het departement van de Zuiderzee (ongeveer Noord-Holland en Utrecht omvattend). Dit duurde tot 1813 toen het vreemde Juk werd afgeworpen en Oranje weer werd ingehaald. De president-burgemeester David Hoeuff, pleitte er in 1814 in Den Haag voor om Haarlem weer hoofdstad van de provincie Noord-Holland te maken, opdat de zoo zeer verarmde stad weer wat zou kunnen op halen. Er waren in dien tijd in Haarlem vele werkloozen, huizen werden afgebroken om dat er geen bewoners voor waren. De poging slaagde. Haarlem werd weer gouvernementsstad. Als gouverneur kwam A. W. N. van Tets van Goudriaan. Als dank bood de gemeente aan den gouverneur een bank in de Groote Kerk aan. Eerst bij de Grondwet van 1840 werd Haarlem officieel aangewezen als hoofdstad der provincie Noord-Holland. De toestand is sindsdien onveranderd gebleven. PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE RADIOCENTRALE OP DONDERDAG 8 JULI. IProgr. 1: Hilversum II. Progr 2: Hilversum I. Progr. 3: 8.00 Keulen. 10.50 Parijs Radio. 12.35 Brussel Vlaamsch. 2.20 Parijs Radio. 3.35 Londen Regional. 4.20 Keulen. 5.20 Brussel Fransch. 5.50 Keulen. 7.20 Brussel Vlaamsch; 7.50 London Regional. 8.20 Keulen. 9.20 Rome. Progr. 4: 8.00 Brussel Vlaamsch. 9.20 Lille; 9.50 Pauze. 10.35 London Regional. 2.50 Droit- wich.. 6.20 Diversen. 6.40 Brussel Fransch. 7.00 Droitwich. Pyogr. 5: 8.00—7.00 Diversen. 7.— Eigen gra- mofóonplaten concert: orgel- en marsch- muziek: 1. Vorwarts.... Marsch. Odeon Or kest; 2. Round about Regent street, Scott Wood; 3. Hot Dog, Sydney Torch; 4. Blackpool Song Mixture. Reg. Dixon: 5. Naval Marsch, Grenadier Guards; 6. Blackpool Song Mixture, Reg. Dixon: 7. The Storm, Reg. Dixon; 8. The open air brigade, Scott Wood: 9. Dixon Request Medley. Reg. Dixon; 10. Dance of the blue Marionettes, Sydney Torch; 11. Military March, Grenadier Guards. 8.00—12.00 Diversen. De Luclitvaartopleidiiig in Nederland. Propagandafilm voor de opleiding tot verkeersvlieger en radio- telegrafist. Bestemd voor de Middelbare Scholen. In opdracht van den Luchtvaartdienst van het Departement van Waterstaat, de Kweek school voor de Zeevaart te Amsterdam, de K. L. M. en de N.V. Nationale Luchtvaart- school wordt door den Fototechnischen Dienst van de K. L. M. een film vervaardigd van de Rijksopleiding tot Bestuurder van Verkeersvliegtuigen en tot Radio-telegrafist. Dinsdagmiddag was de Nederlandsche pers op Schiphol genoodigd om daar het eerste deel van deze film te komen bekijken. Hoe wel men natuurlijk uiteraard na een deel van een film moeilijk over de geheele film een oordeel kan vellen, schijnt het ons noch tans toe dat de heeren A. de Wit en H. Wee- ner, die respectievelijk de fotografie en het scenario van deze film verzorgden in hun eersten opzet de film is bestemd als pro paganda materiaal voor de hoogste H. B. S. klassen zeer zeker geslaagd zijn. De heer J. A. Aler vertelde namens de com missie van voorbereiding een en ander over het doel van dit propaganda-filmpje, dat nog eens den nadruk wil leggen op de moge lijkheden die voor de H. B. S.'er open liggen om bij- de Luchtvaart te komen hetzij als verkeersvlieger, hetzij als radio-telegrafist. Wordt voor de opleiding tot verkeersvlieger een diploma van de H. B. S. B vereischt, waar bij vooral gelet wordt op de wis- en natuur kundecijfers, voor radio-telegrafist is een di ploma M. U. L. O. of 3-jarige H. B. S. vol doende. De opleiding wordt begonnen met dé les sen te volgen aan de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam, terwijl een zware medische keuring voorafgaat. Nu zoo menig gediplomeerd H. B. S.'er voor de zoo uiterst moeilijke keuze staat „Wat nu?" is deze opleiding misschien een uitkomst; eventueele gegadigden willen wij nog wel verklappen dat sollicitaties, die voor het einde van deze week in het bezit zijn van den Commandant van de Kweekschool voor Zeevaart nog voor de opleiding 1937 meetellen. Over de nog in „statu nasoendi" verkee- rende opleidingsfilm kunnen we na de ge maakte opmerkingen kort zijn, wij schorten ons definitief oordeel liever op tot wij de ge heele film aanschouwd hebben. Hiermee wil echter niet gezegd zijn dat dit eerste deel niet alleszins voortreffelijke momenten had. Uit de gemaakte opmerkingen, de heeren critici werden verzocht ditmaal hun critiek meteen na de vertooning te laten hooren, bleek wel dat niet ieder over dit eerste deel tevreden was. Hoofdzakelijk betroffen deze opmerkingen echter niet de film zelf, doch meer de montage. Zonder twijfel heeft de voortreffelijke foto-technische staf van de K. L. M. deze opmerkingen ter harte geno men en zal vóór de film in zijn geheel ver toond wordt nog wel het een en ander ver anderd worden. Niettegenstaande echter deze meerendeels goedmoedige critiek, gaf dit eerste deel reeds alle hoop. dat de „Luchtvaartopleiding in Nederland" een film zal worden die volko men aan de haar gestelde eischen zal vol doen en die de populariteit die de opleiding tot verkeersvlieger en radio-telegrafist onder de jeugd reeds geniet, nog zal doen toene men. Deze eerste voorstelling werd verder bijgewoond door vele K. L. M. en militaire autoriteiten. De inbraak in de Metropoolbank. door HUGHIE McCOY. De Hoofdcommissaris van Washington werd uit zijn zoetste droomen gewekt. Onbekende daders hadden een inbraak in de Metropool- bank gepleegd, een brandkast aangeboord en een zeer groot bedrag aan geld gestolen. „Ongehoord!" bromde de hoofdcommissaris. „Alweer een inbraak! En nogwel in de groot ste bank der stad". Hij kleedde zich vlug aan en spoedde zich naar het hoofdbureau. „Mannen", begon hij, nadat hij de meest beproefde rechercheurs in zijn kamer had verzameld, „mannen, het is u welbekend, dat wij den laatsten tijd geen enkele der gepleeg de inbraken tot klaarheid konden brengen. Ik wil nu niet onderzoeken, waar dat aan ligt, aan de handigheid der inbrekers of wel aan jullie ongeschiktheid. Maar zooveel wil ik jul lie nu wel zeggen: ontdekt ge ook nu de in brekers niet, dan zet ik jullie, met z'n allen, op straatNu geef ik jullie den raad mij goed te verstaan en je naar mijn woorden te richten. Dank u". Een paar uur later belde de minister van Justitie op: „Meneer de hoofdcommissaris! Ik heb zoojuist van den bankroof gehoord. Hoe staat het met het onderzoek?.... Nog geen spoor?Ik hoop, dat het er niet zoo mee zal gaan als met de laatste groote inbraken! Meneer de hoofdcommissaris, ik verwacht bin nen vier en twintig uur de arrestatie van de daders, want anders zal ik mij genoodzaakt zien, u ongevraagd op pensioen te stellen. Be grijpt u mij nu goed en richt u naar mijn woorden". Toen liet de hoofdcommissaris twee recher cheurs bij zich komen en zeide tot hen: „Jullie beiden gaan terstond naar een der beruchte lokalen der achterbuurt en brengt mij een ladelichter, 'n zakkenroller, een kwartjesvin der, een inbreker of zooiets. Hoofdzaak is, dat het een man is, waarmee men verstandig pra ten kan. Maar gaat 'n beetje vriendelijk met hem om!" De rechercheurs gingen hoofdschuddend op weg. In een van de achterbuurtspelonken trof fen zij een oude-bekende aan, die bij zijn vak- jenooten onder den naam van „de gevlekte" bekend was. Zij hielden hem aan, zetten hem beleefd in een auto en leverden hem in het hoofdbureau af. „Waarde vriend", zoo begon het politiehoofd, „je hebt er zeker al van gehoord, dat de Me tropoolbank vannacht leeggeroofd is, niet waar?" „Ja-ja", stamelde de vagebond. „Maar, mijn heer de commissaris, ik bezweer u, dat ik een aantal getuigen kan brengen, die verklaren kunnen, dat .Maar vriendje", viel de commissaris hem lachend in de rede. „op jou valt ook niet de minste verdenking. De zaak ligt heel anders Wat ik van jou wensch is het volgende: Be ken, dat je de inbraak gepleegd hebtJa. goed, ik weef wel, dat het niet zoo is, ik wil Geur Frischheid Verkwikking Wonderlijk hoe de loomheid ver- vliegt na zoo'n paar verkwikkende druppels Eau de cologne BOLDOOT1 b-j Heerlijk die geur, die U zoo J vliegensvlug weer fit maakt, die U ||j zoo verfrischt, dat U alle warmte, alle ff stof, alle vermoeidheid snel vergeet! Let op, dat er op Uw flacon BOLDOOT staat, - als waarborg voor echtheid! J IMPÉRIALE 25 ct. en hooger. VÉRITABLE 20 ct. en hooger. NEDERLANDSCH FABRIKAAT. (Adv. ingez. Medj alleen maar, dat je de schuld op je neemt. Je wordt dan gearresteerd en twee of drie dagen vastgehouden natuurlijk slechts voor den vorm. begrijp dat goed. Je kunt dat snap je zóó eten en drinken en doen wat je wilt. Dan laat ik je vrij en betaal je diensten met tien briefjes van honderd dollarBegre pen?" „De gevlekte" overlegde de zaak een oogen- blik met zichzelf. „Als meneer de hooge com missaris mij belooft, dat alles gebeuren zal zooals hij zegt, dan ga ik met het voorstel ac- coord". Chr. Boeren- en Tuindersbond. De jaarvergadering te Haarlem. Dinsdagmiddag twee uur werd de jaarver gadering van den Christ. Boeren- en Tuin- dersbond in de Gemeentelijke Concertzaal voortgezet. Aan de orde kwamen besprekingen naar aanleiding van het referaat van Dr. A. A. van Rhijn over: „De naaste economische toekomst van onzen Nederlandschen land- en tuinbouw", waarvan de voornaamste bijzonderheden in ons vorig nummer werden gepubliceerd. De heer Biesheuvel uit Haarlemmerliede is het er mee eens, dat de landbouwers dooi de crisismaatregelen van de regeering voor den ondergang gered zijn. Maar daarmee is dan ook volgens hem alles gezegd. De landbouwers hebben nog zooveel meer noodig. De akker bouwers hebben zoo weinig van de crisis maatregelen genoten. Zij hebben geen ver hoogden prijs voor hun producten kunnen verkrijgen, maar wel moesten zij meer betalen voor hun machinerieën, gereedschappen, enz. De heer Haverkamp uit Kampen heeft tot genoegen gemerkt, dat de leden van den Chr. Boeren- en Tuindersbond veel waardee ring hebben voor wat de regeering en de heer Van Rhijn voor de tuin- en landbouwers heb ben gedaan. Zij wenschen dan ook niet mee te doen met de matelooze critiek. die nogal eens vernomen wordt. Spreker vroeg echter, hoe het met den afbouw van de crisismaat regelen verder zal gaan. We moeten weer de richting van „zelf doen" uit. Er moet echter een basis gevonden worden, waarop gesteund kan worden. Die basis is onze regeering. De heer De Putter uit Axel merkte op, dat niet alle crisis-maatregelen op korten ter mijn in werking gesteld moesten worden. De teeltbeperking heeft de prijzen wel omhoog doen gaan, maar de winst ging toch verloren, omdat men een aantal kalveren niet in den handel mocht brengen. De heer Kamper uit Kampen was van oordeel, dat de landbouw-organisaties bij het in leven roepen van de crisismaatregelen niet voldoende gehoord zijn. Volgens hem is de akkerbouw niet genoeg gesteund. De aard appelteelt is tegenwoordig tot een derde van vroeger beperkt. De tarweprijs is niet in over eenstemming met de opbrengst van den oogst. Hij vraagt daar maatregelen tegen. De heer Borst uit Veur zegt, dat nu aan de practijk eens een kans gegeven moet wor den. Het is nu volgens hem de beste tijd om zelf het bedrijf ter hand te nemen. Hiermede kan een belangrijke besparing worden ver kregen. De heer Sonnevelt uit Woerden zegt, dat de teeltbeperking ten opzichte van de melk geheel is mislukt. De productiekosten zijn nog steeds te hoog. De heer Biemond uit Blijswijk is van oor deel, dat de Hollandsche boter niet slechter is dan die van Denemarken of Argentinië; dat komt omdat geen enkel land zulke vette wei den heeft als ons land. De kalverenbeperking heeft ten aanzien van de melkproductie niet voldaan. De heer VanBerkel uit Maasland schetste de moeilijkheden ten aanzien van den export. Hij vroeg of men nog niet kon komen tot af schaffing van de teeltbeperking. De heer Van der Schans uit Haarlem mermeer vraagt of de regeering niet kan in grijpen. als de eieren voor den export niet voldoende verpakt zijn. Verder vroeg spreker of het juist is, dat de regeering den aankoop van groenten voor het tweede plan-Deterding heeft uitgesteld. De heer V e e r m a n uit Boskoop bepleit meer aandacht van de regeering voor de sierteelt. Dr. Van Rhijn beantwoordde de verschil lende sprekers. Het hooren van de organisaties zou te veel bezwaren hebben ontmoet. De be langhebbenden zijn het in eigen kring ook niet altijd eens. De regeering moet dus den knoop toch zelf doorhakken. Volgens spreker is de regeeringspolitiek goed geweest. De taak van de bedrijfsorganen kan langzamerhand uitge- „Ik geef je mijn woord". Een handdruk bezegelde de overeenkomst De hoofdcommissaris wreeg zich, verblijd over zijn gelukkigen inval, de handen. De minister van Justitie wilde den hoofd commissaris persoonlijk zijn meening zeggen en reed in een auto naar het hoofdbureau. Toen hij binnentrad snelde het politiehoofd hem verheugd en met een diepe buiging te gemoet. „Zooeven wilde ik uw Exc. telefonee- ren, dat het ons. dank zij onze energieke en omzichtige navorschingen, gelukt is ons van den dader meester te maken". „Werkelijk? Nu, op mijn woord, dat ver heugt me zeer, meneer de hoofdcommissaris. En waar is de kerel? Ik zou dien schobbejak wel eens willen zien". ,Tot uw dienst, Excellentie, ik laat hem on middellijk voorleiden". Eenige oogenblikken later stond de „gevlek te" voor den minister. „U bent het dus. die de inbraak heeft ge pleegd?" vroeg de minister hem. „Tot uw dienst, Excellentie". „Alleen of met- meer spitsboeven?" „Geheel alleen! Ik ken mijn vak en heb geen hulp noodig". Z. Exc. informeerde dan uitvoerig naar de bijzonderheden en de technisch uitvoering der inbraak. De commissaris luisterde nerveus naar de woorden van den „gevlekte"; nu eerst viel het hem in, dat hij verzuimd had, hem omtrent de nadere bijzonderheden van de in braak in te lichten. De „gevlekte" werd ech ter hoegenaamd niet door de vragen van den minister in 't nauw gebracht. Hij antwoordde zonder de minste hapering en vertelde zelfs omstandig hoe hij de buitensloten tot smelten gebracht en de stalen brandkast aangeboord had Drie dagen na de arrestatie haalde de hoofdcommissaris den „gevlekte" persoonlijk uit z'n cel. Hij overhandigde hem met een warmen handdruk de beloofde tien bankjes van honderd, dankte hem voor den bewezen dienst en voegde daar ten afscheid nog bij. „Ik reken op je strengste geheimhouding. Ik hoop en vertrouw, dat het voorgevallene on der ons blijft". „Natuurlijk", antwoordde de „gevlekte". De hoofdcommissaris gaf den man twee re chercheurs mee, om de reis over de grenzen naar Canada te vergemakkelijken. Deze ver zocht de rechercheurs, hem eerst even naar zijn woning te begeleiden, om wat kleeren en eenige andere dingen te halen, die hij gaar ne wilde meenemen. Toen de man met zijn ouden gelapten rugzak verscheen, konden de de rechercheurs slechts met groote moeite het lachen laten. Toen ze over de grenzen waren, zei de boef: .Nu ben ik toch benieuwd, wien men in Washington in mijn plaats zal veroordeelen". „Men zal de behandeling der zaak jaren lang rekken; in tusschen kunnen wij misschien wel den waren dader opsporen", antwoordde een der speurders. ,Nee, dat is uitgesloten", zei de „gevlekte", die thans op Canadeeschen grond stond, en klopte beteekenisvol op zijn rugzak, „het geld der Metropoolbank zit namelijk hierin Nu, in ieder geval vriendelijk bedankt voor uw vriendelijke begeleiding!" riep hij met een veelbeteekenend lachje en maakte als de weerlicht, dat hij wegkwam. stippeld worden: daarmee moet niet te veel haast worden gemaakt. Het organisatorisch besef bij de industrie behoeft niet meer wak ker gemaakt te worden. Ten aanzien van de veehouderij geeft spreker er de voorkeur aan, niet steun per koe te geven, maar in verhou ding tot de hoeveelheid melk van de koe. Den tarweprijs acht hij ook niet te hoog. De regee ring is met de teeltbeperking niet te ver ge gaan. maar heeft de noodige voorzichtigheid betracht. De landbouw heeft weliswaar altijd goed selectie gehouden, maar tegenwoordig wordt er toch nog meer geselecteerd. Wat de boter betreft noemt spreker het juist, dat men in Engeland de Hollandsche boter te zacht vindt. Het zou echter overweging verdienen, boter uit Brabant en Limburg, die harder is, naar Engeland te exporteeren. De zachte Holland sche boter kan men dan naar andere landen uitvoeren. De teeltbeperking moet nog gehand haafd worden. Ten aanzien van de verpak king merkt spreker op, dat de Regeering daaraan haar aandacht schenkt. De vraag van den heer Van der Schans over de plannen van den heer Deterding kon spie ker niet afdoende beantwoorden. Er waren eenige moeilijkheden gerezen, die nu uit den weg zijn geruimd. De toestand van de boomkweekerij is be langrijk verbeterd, vooral door den export naar Duitschland en andere landen. Mede dank zij de maatregelen van de regeering staat de boomkweekerij er tegefiwoordig niet slecht voor. Spreker heeft tenslotte veel respect voor de wijze, waarop werkgever en werknemer in land- en tuinbouw met elkaar samenwerken. De heer Van Haastert, bestuurslid van den R.-K. Ned. Boeren- en Tuindersbond. ver tolkte de gevoelens van vriendschap, die tus schen deze beide organisaties altijd hebben bestaan. Hij hoopt dat dit tot in lengte van jaren mag voortduren. Spreker verheugt zich over den groei van den Chr. Boeren- en Tuindersbond; hij hoopt dat die groei blijft voortgaan, niet alleen in de breedte, maar ook in de diepte, gelijk een boom, die alleen bloeien kan als zijn wortels in een goeden vasten grond zitten. De heer T i 1 a n u s voerde het woord namens de Chr.-Hist. Kamerfractie; hij roemde het hooge plan, waarop de redevoeringen gestaan hebben. Hij achtte die nuttig, ook voor de Kamerleden, want die moeten zich interes seeren voor het economische leven in binnen- en buitenland. De heer Schoute n sprak namens de anti-rev. Kamerclub. Ook deze fractie kijkt met belangstelling naar het werk en den groei van den Christ. Boeren- en Tuindersbond. In sa menwerking kan men onder Gods zegen sla gen. De Voorzitter sloot de vergadering met een woord van dank speciaal tot de drie laatste sprekers; verder tot de debaters en ten slotte tot Dr. Van Rhijn, die deze materie zoo volkomen beheerscht. De deelnemers aan deze jaarvergadering ver- eenigden zich te half zeven aan een gemeen- schappelijken maaltijd in Hotel „Groot Bad huis" te Zandvoort. fA7£. "R*" Ut. 4CYL. 1.1VI J. DE LUXE COACH 4 PLAATSEN N.V. GEBR. H. F. KIMMAN WAGENWEG 8—10 PLEIN 23—25 TELEFOON 13850 TELEFOON 11578 -25 578 I (Adv. Ingez. Medj BADHUIZEN „WITTE KRUIS" HAARLEM. Het aantal genomen baden in de afge- loopen maand Juni was: Badhuis Koudenhom: mannen 934, vrou wen 382, Werkl.baden 108. Totaal 1424. Badhuis Leidscheplein: mannen 1225; vrouwen 610; schoolbaden 273; werkl.baden 200. Totaal 2308. Badhuis Schotersingel: mannen 1578; vrou wen 636; schoolbaden 1182; werkl.baden 203. Totaal 3599. Badhuis Hofdijkplein: mannen 1486; vrouwen 568; schoolbaden 731; Werkl.baden 322. Totaal 3107. Badhuis van Egmondstraatmannen 1604; vrouwen 819; schoolbaden 1061; Werkl.baden 427. Totaal 3991. OPERETTE. De Haarlemsche Middenstands Operette Vereeniging zal onder haar nieuwen dirigent binnenkort uitvoeren „De Zigeuner Baron" van Johan Strauss. FAILLISSEMENTEN. Door de Arrondissements-rechtbank te Haarlem zijn de volgende faillissementen uitgesproken op Dinsdag 6 Juli 1937. H. I. Meyer, manufacturer, wonende te Velsen N. Wijkerstraatweg 126, Curator Mr. L. J. Venhuizen te Heemstede. A. Castien. kamerverhuurder, wonende te Haarlem, Kinderhuissingel 34, Curator Mr. H. J. M. Tonino, te Haarlem. Rechter-Commissaris in beide faillissemen ten Mr. S. J. Pit te Haarlem. Wegens gebrek aan actief werden opgehe ven de faillissementen van: W. van Driel. automobielhandelaar, wonen de te Zandvoort, thans te Amsterdam, Post jesweg 37, Curator Mr. A. Klein, thans te Utrecht, Trans 12. N. Wildschut, zonder beroep, wonende te Santpoort, Lazer us Mullerlaan 1, Curator Mr. G. E. Mellema, te Haarlem. E. van der Veldt, rijwielhandelaar, wonen de te Haarlemmermeer, Vijfhuizerdijk 181. Curator Mr. J. Deenik, te Haarlem. J. Dijkstra, zaakwaarnemer, wonende te IJmuiden, gemeente Velsen, Julianakade 9, Curatrice Mevr. L. M. I. L. van Taalingen- Dols, te Haarlem. L. van der Veekens, aannemer, wonende te Zaandam, Doniastraat 76, Curatrice Mevr. Mr. C. L. VisSanders te Haarlem Door het verbindend worden der eenige Uitdeelingslijst is geëindigd het faillissement van: J. de Graaf, smid-lasscher. wonende te Bloemendaal, zaak drijvende te Haarlem Cu rator Mr. L. Ali Cohen te Haarlem. Bij arrest van het Gerechtshof te Amster dam d.d. 23 Juni 1937 is vernietigd het fail lissement van H. J. Nijveld, koopman, wo nende te Beverwijk. Curator Mr. Dr. F. A. Bijvoet, te Haartenu

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 7