De betooverde Villa.
Jhr. mr. dr. H. A. van Karnebeek, commissaris der Koningin in de provincie
Zuid-Holland, heeft Vrijdag het waterleidingbedrijf .De Vijf Gemeenten* te
Bergambacht officieel in bedrijf gesteld. Jhr. Van Karnebeek draait de
hoofdkraan der waterleiding open
Manschappen van het corps Motordienst te Haarlem zijn bezig met het plaatsen van
voedingstenten op het terrein der Wereldjamboree te Vogelenzang
Wachtend op instructies. Piloten van Engelsche bommen
werpers rusten even uit tijdens de luchtatweer-oefeningen,
welke door de Britsche luchtstrijdkrachten zijn gehouden
FEUILLETON
Naar het Engelsch bewerkt door
J. R. VAN RIJN.
(Nadruk verboden)
Hjj ging naar het bureau en schreef vlug:
„Geachte Miller,
Ik moet beginnen met een excuus voor mijn
houding tegenover u. Sir Charles Le Mesurier
heeft mij zooeven uw naam genoemd en mij
geraden uw hulp in te roepen. Mevrouw Grey
„is verdwenen, het ingesloten briefje achter
latend en ik ben zeer bezorgd over haar. Ik
ga nu naar den heer Bronson, omdat deze
haar het laatst gesproken heeft; wilt u bij
het kasteel op mij wachten?
Julian Por sham".
Twee minuten later was Julian op weg naar
het kasteel.
Mademoiselle Lemoine liep door de hall,
toen hij werd binnengelaten. Met een kort
knikje stuurde ze den huisknecht weg en
nam Julian mee naar de huiskamer.
Mijnheer Bronson is met een paar brie
ven bezig, zei ze. Gaat u zitten, ik zal hem
zeggen, dat u er bent.
Na een minuut of acht verscheen Bronson.
Neem me niet kwalijk, dat ik u heb laten
wachten, verontschuldigde hij zich hoffelijk,
ik had dringende correspondentie.
Mijnheer Bronson, begon Julian, we ma
ken ons ongerust over mevrouw Grey Ze heeft
de villa plotseling verlaten enenfin, ik
geloof dat u haar vanmiddag nog gesproken
hebt. Heeft ze tegen u misschien over haar
voornemen gesproken of Iets gezegd, dat een
aanknoopingspunt geeft?
Hoe is het mogelijk?, zei Bronson op
verschrikten toon. Dat is onaangenaam
nieuws! Nee, ze heeft mij niets verteld en
evenmin ergens op gezinspeeld.
Zei ze niet, dat ze ergens heen moest?
Neen, ze heeft absoluut niets gezegd.
Trouwens, ze was heelemaal erg stil. Ze vroeg
of ik bleef theedrinken, maar ik had geen
tijd. Ik wilde nu om een lief ding dat ik
maar
Hij brak abrupt af en keek Julian angstig
aan.
Mijnheer Forsham, u denkt toch niet.
Neen, antwoordde Julian, bijna heftig,
daar denk ik geen oogemblik aan.
Maar zijn heftigheid verried, dat er, ach
ter den drempel van zijn bewustzijn, een
vrees was, die geen noodlottige mogelijkheid
uitgesloten achtte.
Toen Julian weg was, ging Bronson naar
zijn werkkamer terug. Daar wachtte made
moiselle Lemoine hem.
Wat zei hij? Wat wou hij? vroeg ze ge
jaagd.
Hij zag er vreeselijk opgewonden en ont
daan uit.
Bromson trok de wenkbrauwen samen.
Vóór alles kalm blijven, vermaande hij
scherp. En daarop: Forsham wou natuurlijk
weten hoe mevrouw Grey was, toen ik van
haar wegging. Ik heb hem gezegdo, dat ze
me erg bedrukt en neerslachtig toescheen
voegde hij er veelbeteekenend aan toe.
Wat zal ik blij zijn als we weg zijn!
Wanneer gaan we?
Hij keek haar koel aan.
Wanneer we gaan? We gaan niet. Waar
denk je over?
Gilbert., ik begrijp je niet. We moeten zoo
gauw mogelijk hier vandaan zien te komen.
Dacht je, dat ze niet naar mevrouw Grey
gingen zoeken? Julian Forsham zal geen
steen op den anderen laten om haar te vin
den.
Bronson deed de deur van de kamer op slot.
Toen liep hij naar den haard, drukte op een1
onzichtbare veer en opende een deur in het
paneel allemaal zóó kalm en onbewogen,
dat het duidelijk was, dat het heel gerwone
handelingen voor hem waren.
Ik verzeker je, dat hij haar vinden zal,
al moet hij er het huis voor afbreken, waar
schuwde ze.
„Natuurlijk vindt hij haar", bevestigde
Bronson, met sinister sarcasme. „Het is van
begin af mijn doel geweest, dat ze haar zou
den vinden".
Anastasie Lemoine, eenmaal Annie Brown,
liep op hem toe, en keek hem met wijdopen
oogen aan.
„Gilbert", drong ze met bevende stem,, wat
bedoel je? Waar zullen ze haar vinden?"
„In de rivier", klonk het kort. „Wat dacht
je anders?"
Annie gaf een kreet en greep zijn arm.
„O, neen, dat nooit, dat niet", riep ze uit.
„Je meent het toch niet?"
„Natuurlijk meen ik het. En maak er alsje
blieft geen scène over. Nu zij den doorgang
gevonden heeft, kan het niet anders. We moe
ten kiezen: zij of wij. Wat dacht je dan?"
Annie Brown was een stap achteruit gegaan.
Ze keek niet meer naar hem; haar blik was
op den vloer gericht en ze klemde haar han
den in elkaar.
„Ik wil aan moord niet medeplichtig zijn",
zei ize met een vreemde, diepe stem.
Bronson legde zwaar de hand op haar
schouder.
„Dat wordt ook niet van je verlangd. Maar
waarom vraag je naar bijzonderheden, als
je zoo zenuwachtig bent? Geen mensch zal
aan moord denken. Mevrouw Grey vond het
griezelig in de villa; ze werd hoe langer hoe
zwaarmoediger. Dan wordt ze in de rivier
gevonden en er ligt een opgewonden briefje,
dat ze het niet langer kon uithouden. Ik ben
de laatste, die haar gesproken heeft en ver
klaar, dat ze stil en neerslachtig was. Er zal
heusch niet aan moord gedacht worden. En"
Annie hief de oogen weer naar hem op, zag
zyn gezicht en huiverde „Ik geloof heusch
niet, dat de Forshams ooit nog een anderen
huurder voor de villa krijgen. Je ziet, dat die
onverwachte complicatie toch nog wel ergens
goed voor is".
Hij keerde zihc om als wilde hij weggaan;
maar Annie was met een sprong tusschen
schen hem en de open deur in het paneel.
„Neen, neen", smeekt ze met een heesch,
wanhopig geluid; „neen, Gilbert, doe het
niet!"
Hij pakte haar ruw beet, maar opeens ver
anderde haar gezicht en haar stem.
„Gilbert, daar komt Angela aan".
Hij liet haar los. Ze sloeg het paneel dicht.
Beiden hoorden ze het jongensachtige fluiten
en den vasten stap van Bronson's dochter.
„Draai den sleutel om", flisterde Annie.
„Wat moet ze wel denken?"
Bronson deed de deur open en begroette
Angela met een glimlach,
„Nog niet gekleed voor het diner?, pruilde
ze, „Ik krijg standjes over gebrek aan stipt
heid en u geeft zelf zoo'n slecht voorbeeld".
Mademoiselle Lemoine kwam de kamer door.
„Angela heeft gelijk", beaamde ze.. „Het is
al zoolaat, de bedienden zouden denken dat er
iets niet in orde is. Kunt u uw zaken niet na
het diner afdoen? Men kan tegenwoordig niet
genoeg rekening houden met het personeel".
Er lag een diepe bedoeling in de achtelooze
woorden.
Bronson keek haar aan, eerst aarzelend, toen
knikte hij.
„Goed, we zullen eerst dineeren, ik ben in
tien minuten klaar".
Angela stak haar arm door den zijne en
tezamen gingen zij de hall door. Annie volgde.
Aan de trap keerde Bronson terug.
„Wat moet hij nu nog doen?", vroeg An
gela ongeduldig. Mademoiselle, u bent zoo wit
als een doek, we moeten noodig aan tafel,
dat zal u opknappen. En nu zal het wel weer
een poos duren".
Bronson sloot echter alleen zijn kamer
aan den buitenkant en kwam terug met den
sleutel.in zijn zak.
„Er liggen zooveel papieren", legde hij uit.
Toen gingen zij naar boven.
„Hij vertrouwt me niet, hij heeft de deur
gesloten, omdat hij me niet vertrouwt. O, wat
moet ik doen?", woelde het door Annie's
hoofd.
„Je vader zegt, dat hij tien minuten
noodig heeft", wendde ze zich tot Angela,
,„maar bij mij zal het wel een kwartier duren,
voor ik klaar ben.
Toen ze de deur gesloten had, bleef ze er
tegen staan leunen, besluiteloos, trillend over
haar heele lichaam. Als hij zijn kamer maar
niet had afgesloten de kaaner, waarin de
onderaardsche gang naar de kelders van de
villa uitkwam, had ze met Amabel kunnen
overleggen, iets kunnen bedenken, dat een
paar uren tijd gaf, wat wist ze niet maar
ze was niet tot werkloosheid gedoemd ge
weest. Maar nu, wat moest ze nu? Met een
radeloos gevoel herinnerde zij zich Bronson's
gezicht, toen hij zei-1 „Ze zullen haar in de
rivier vinden. Het gezicht van Bronson en
dat van Julian die twee gezichten ver
volgden haar.
aan haar bange aarzeling. Ze haalde diep
adem en ging rechtop staan. Gilbert zou
minstens tien minuten in zijn kamer blijven
en hij verkeerde in de veronderstelling dat
zij bezig was toilet te maken. Ze ging vlug
naar de badkamer die bij haar slaapkamer
aansloot, en zette de kraan van het bad
open. De deur van de badkamer sloot ze en
stak den sleutel in haar zak. Toen deed ze
voorzichtig haar deur op een kier en keek
naar buiten. De gang was leeg.
In de kamer tegenover de hare hoorde ze
Bronson heen en weer loopen. Stil sloop ze de
gang doro en snelde de groote trap af. Er
stond een bediende in de hall. Ze verbeeldde
zich dat hij haar wat vreemd aanzag. Door
de voordeur het huis verlaten ging niet
de man zou denken dat ze gek v as.
(Wordt vervolgd)'.
Op de Kagerplassen is Vrijdag de jaarlijksche zgn. „Kaagweek" begonnen. De laatste voor
bereidingen worden getroffen
De Engelsche minister van Oorlog, Hore-Belisha, bezocht
dezer dagen het kamp te Aldershot. De minister tijdens
zijn inspectie der militaire .kookschool"
Het bezoek van
Koning George VI
en Koningin Eliza
beth van Engeland
aan Caernarvon
Castle tijdens hun
reis door Wales
ging met groote
plechtigheid ge
paard
Mr. J. J. R. Schmal is tot lid van
Gedeputeerde Staten van Zuid Holland
gekozen als opvolger van den heer
H. van Boeijen, den nieuwen minister
van Binnenlandsche Zaken