HET ULTIMATUM VAN JAPAN.
Thijs IJs heeft een raar avontuur
„Holland, de rijke parasiet".
H'
maandag 19 run 1937
HAARLEM'S DAGBLAD
Door Noord-China ingewilligd.
Volgens een uit Nanking afkomstig
bericht zal vanavond om half twaalf
pl. t.) de door de Japanners vast
gestelde termijn, waarbinnen de ge
vraagde verzekeringen moeten wor
den ontvangen, afloopen.
Het ultimatum der Japanners heeft naar
het D. N. B. meldt den volgenden inhoud
1 Aftocht van de 37ste divisie van gene
raal Feng Tsjoe Han, den gouverneur der
provincie Hopei.
2. Bestraffing der schuldigen, in het bijzon
der van den bevelhebber der 110de brigade,
generaal Ho Tsji Feng, wiens troepen bij het
uitbreken van het conflict de Marco Polo-
brug en de plaats Wan Ping Sien bezet
hielden.
3. Persoonlijke verontschuldiging van gene
raai Feng Tsjoe Han bij den Japanschen op
perbevelhebber.
4. Volledige vergoeding van de door de Ja
panners geleden schade.
5. Maatregelen tot onderdrukking van de
anti-Japansche en communistische activi
teit.
6. Waarborgen, dat de incidenten zich niet
zullen herhalen.
Dit ultimatum is Zondagmiddag
om één uur door den voorzitter van
den politieken raad van Hopei en,
Tsjahar, generaal Soeng Tsje Yoean.
onvoorwaardelijk aangenomen.
Volgens de Chineesche lezing noch
tans slechts mondeling. Generaal
Tsjang Tze Sjoeng, generaal-majoor
Hasjimoto en luitenant-kolonel
Watsji zullen de bijzonderheden vast
stellen. Welke houding Nanking zal
aannemen, is niet bekend.
Japansch protest te Nanking.
Zaterdagmiddag hebben kolonel Okido en
de Japansche officieren, die te Nanking ver
blijf houden in opdracht van hun regeering
een krachtig protest overhandigd aan gene
raal Hojin Tsjin, den Chineeschen minister
van oorlog, tegen het oprukken van de Chi
neesche troepen naar het Noorden. Geëischt
werd. dat deze troepen onmiddellijk zouden
worden teruggetrokken, aangezien deze op-
marsch een schending is van het verdrag
var, 1934-1935
Hieraan werd toegevoegd, dat de Japan
sche militaire autoriteiten zich genoodzaakt
zouden zien strenge tegenmaatregelen te ne-
indien de Chineesche autoriteiten geen vol
doende rekening zouden houden met deze
protesten. In dit geval zouden de Chineesche
autoriteiten zelf verantwoordelijk zijn, voor
de gevolgen van hun verdrag.
Japan treft militaire
voorbereidingen.
Het A. N. P. bericht uit Tientsin, 15 Juli:
Japan heeft een aanzienlijke militaire
macht verzameld in de nabijheid van Zuid
en Midden China. Vierhonderd driemotorige
Japansche bommenwerpers zijn op Formosa
aangekomen, vanwaar gemakkelijk de volk
rijke Jangste Vallei kan worden gebombar
deerd, terwijl ook de zuidkust van China en
In Japan zelf worden 400.000 reservisten
gereed gemaakt voor den dienst in China en
ook hebben oorlo_gsbodems van de tweede Ja
pansche vloot, die gewoonlijk dienst doet in
Ontploffing in Chineesche
kruitfabriek.
70 arbeiders en 40 soldaten om het leven
gekomen.
Naar het D. N. B. uit Sjanghai verneemt is
een kruitfabriek bij Hsintengkau in de pro
vincie Tsjetsjoean Zaterdagmiddag door een
hevige ontploffing vernield. Ook werden meer
dan honderd huizen in de omgeving van de
fabriek verwoest. Onder de puinhoopen heeft
men totdusverre zeventig dooden gevonden,
terwijl meer dan driehonderd gewonden zijn
opgenomen. De oorzaak der ontploffing is
nog niet bekend. De leider der fabriek is in
hechtenis genomen, daar men rekening
houdt met de mogelijkheid van sabotage.
Nader wordt gemeld, dat bij deze ramp 110
personen om het leven zijn gekomen ,n.l. 70
arbeiders en veertig soldaten.
GEHEIMZINNIGE ZIEKTE IN BELGIë.
Het blad „Soir" bericht, dat dertien kinde
ren van twee en drie jaar, die eenigen tijd
hebben doorgebracht in een sanatorium te
Mechelen ziek zijn geworden. De aard van de
ziekte heeft men nog niet vast kunnen stellen
Vijf kinderen zijn reeds overleden.
De geneeskundige autoriteiten stellen een
onderzoek in, de bevolking is zeer verontrust.
Fransche regeering zal krachtig
tegen onrustzaaiers optreden.
Chautemps veroordeelt de hotelstaking.
Een vertegenwoordiger van Havas heeft
minister-president Chautemps vragen gesteld
over de staking in het hotelbedrijf. De minis
ter-president verklaarde, dat de regeering
steeds heeft getracht bemiddelend op te tre
den. doch zij is er niet in geslaagd een einde
te maken aan de staking, hoewel zij wist te
voorkomen, dat de hotels en restaurants zou
den sluiten.
De minister-president doet bij deze opnieuw
een beroep op alle betrokkenen om hen te
wijzen op de onmetelijke schade, welke zij aan
het land berokkenen. Tijdens de wereldtentoon
stelling te Parijs en tegenover de vele interna
tionale moeilijkheden moet Frankrijk zich meer
dan ooit eensgezind sterk toonen, iedere wan
ordelijkheid en iedere vruchtelooze agitatie
verzwakt het vaderland op ernstige wijze. De
minister-president zal derhalve voortgaan
met kracht te arbeiden aan het beëindigen
van het conflict. De wanordelijkheden, welke
zich op enkele plaatsen in de stad hebben
voorgedaan, zijn absoluut ontoelaatbaar.
Reeds is de politie met de noodige kracht op
getreden en zijn enkele onrustzaaiers veroor
deeld. De regeering is vastbesloten aan der
gelijke schaamtelooze practijken een einde te
maken, ieder die zich hieraan schuldig maakt
zal onmiddellijk worden gearresteerd en
streng worden gestraft.
Ieder moet begrijpen, dat de regeering die
volledig onpartijdig wil blijven staan tegen
over de besprekingen, niet onpartijdig kan blij
ven tegenover aanslagen op de openbare orde
cn het landsbelang.
de Japansche wateren, opdracht gekregen
zich gereed te maken onmiddellijk naar
China te vertrekken.
In nationalistische Chineesche
kringen vreest men, dat maarschalk
Tsjang Kai Sjek zal wijken voor de
overmacht en men verdubbelt zijn
druk op de Chineesche onderhande
laars en op de regeering te Nanking
om niet toe te geven aan de Japan
sche eischen.
Uit Sjanghai, 18 Juli: Uit goede bron
wordt vernomen, dat Japansche vliegtuigen
troepen der Chineesche regeering zouden
hebben gebombardeerd bij anyano (provin
cie Honan).
Hodza opnieuw kabinets
formateur.
President Benesj heeft Zaterdag den ge-
heelen dag geconfereerd met leden van de
regeering en vertegenwoordigers der par
tijen. Des avonds ontving hij Hoza: hij aan-
vaardclde het ontslag der regeering en be
lastte Hodza met de vorming van een nieuw
kabinet.
De acht partijen, die tot dusverre teza
men de regeeringsmeerderheid vormden,
streven er, ondanks hun onderlinge ver
schillen, naar een basis te vinden voor een
nieuwe coalitièregeering. In politieke krin
gen verwacht men. dat vandaag het nieuwe
kabinet gereed zal zijn.
Em geland
Vloot/verdragen met Duitschland
en Rusland onderteekend
Zaterdag zijn op het Britsche
ministerie van buitenlandsche zaken
na onderhandelingen die ruim een
jaar geduurd hebben, de bilaterale
vloot-overeenkomsten geteekend,
welke Engeland heeft aangegaan met
Duitschland en Sovjet Rusland.
Deze overeenkomsten zijn bestemd
omde clausules van het op de vloot-
conferentie van Londen in 1936 ge
sloten verdrag inzake de kwalita
tieve beperking van oorlogsschepen
en de onderlinge uitwisseling van
berichten betreffende den voorge
nomen nieuwen vlootbouw voor de
marine, uit te breiden tot de mo
gendheden, die niet aan deze Lon-
densche conferentie hebben deelge
nomen.
Het bestaat, naar het D.N.B. meldt, uit drie
deelen
a. Een kwalitatieve overeenkomst, djw.z.
een afspraak inzake de grootte én de bewa
pening der oorlogsschepen en een afspraak
om berichten over toekomstigen vlootbouw
uit te wisselen.
b. Een als „opheldering" gekenmerkte
aanvullende overeenkomst op het Duitsch-
Engelsche vlootaccoord van 1935, rekening
houdende met de speciale positie van
Duitschland na dit accoord.
c. Een uitwisseling van nota's inzake de
stillegging van den aanbouw van groote
kruisers.
De overeenkomst treedt in werking na de
ratifiactie, gelijktijdig met het Londensche
vlootverdrag van 1936 en met het Zaterdag
eveneens onderteekende verdrag tusschen
Engeland en Sovjet-Rusland.
Met dit verdrag, dat het resultaat is van
langdurige onderhandelingen, zijn alle tus
schen Engeland en Duitschland bestaande
vlootkwesties geregeld. Het geeft aldus
het D.N.B. blijk van Duitschland's wensch
naar samenwerking en van het voornemen
alles in het werk te stellen om een bewa
peningswedloop te verhinderen.
Bijzondere bepalingen zijn opgenomen be
treffende het Verre Oosten. Met betrekking
tot den vlootbouw in het Verre Oosten is
Sovjet-Rusland zoo lang van de verplichting
bevrijd om Engeland hiervoor vooraf op de
hoogte te stellen, als de Sovjets de bepalin
gen naleven van het verdrag van 1936 inzake
den scheepsbouw en de scheepsbewaking.
Hiervan kan slechts worden afgeweken, in
dien de Engelsche regeering verwittigd
wordt
Een jaar broederkrijg in Spanje.
Critiek van president Azana op de non-
interventiecommissie.
Uit Valencia, 18 Juli: De president der
Spaansche rupubliek, Azana, heeft ter ge
legenheid van de herdenking van den ver
jaardag van den burgeroorlog een groote rede
voering uitgesproken.
De president hield zijn redevoering in de
aula van de universiteit voor politici, auto
riteiten en intellectueelen. De toespraak werd
ook per radio verspreid.
Azana werd ontvangen door den president
van de Cortes, den minister-president en alle
ministers. Op de tribune had o.m. de presi
dent van de Baskische regeering, Aguirre,
plaats genomen, die per vliegtuig uit Santan
der was overgekomen.
Azana deelde mede, dat de redevoering,
welke hij zou uitspreken, in overleg met de
republikeinsche regeering was opgesteld.
Hij bracht in herinnering, hoe de opstand
tot uitbarsting was gekomen. „De militaire
beweging zou verpletterd zijn geworden, in
dien de opstandelingen niet direct door
vreemde mogendheden zouden zijn geholpen.
De opstand werd veranderd in een buiten
landsche invasieSpanje is door drie lan
den overweldigd: Portugal, Duitschland en
Italië
Azana.
De Duitschers en de Italianen komen niet bij
ons om de republiek te vernietigen. Zij komen
om ons onze mijnen en onze vlootbases af te
nemen.
Om tegen ons te strijden?
Neen! Om de andere mogendheden, zooals
Engeland en Frankrijk, in bedwang te krij
gen.
Wij hebben gedacht, dat de Volkenbond een
juridisch instituut was om het recht te doen
eerbiedigen. Wij hebben ons tot hem gewend
niet om iets te eischen, maar eenvoudig om
hem te doen begrijpen, dat een staat-lid door
troepen van andere staten was overweldigd.
Wij zijn naar Genève gegaan en zullen er
terugkeeren, omdat wij nog steeds gelooven,
dat naar kleine staten kan worden geluisterd.
De Volkenbond wist niet, dat Spanje over
weldigd was, noch wat er te doen was. Hij
weet thans, dat Spanje overweldigd is door
vreemde troepen en heeft een beroep gedaan
op de afzijdigheidscommissie.
Maar waartoe dient de commissie van Lom
den?
Ik heb daar voor mijzelf èèn opvatting over,
aldus Azana, een opvatting, die ik nog niet wil
bekend maken. Deze commissie is gefundeerd
op een onjuist denkbeeld en werkt in een
dwaling. Zij kan den Volkenbond niet ver
vangen. Zij vervangt hem dan ook niet, maar
doet hem als een bedwelmingsmiddel inslapen.
Zij heft hem op. De eenige waarachtige nlet-
inmenging, welke tot stand werd gebracht, is
de niet-inmenging van den volkenbond".
Alle resoluties der commissie zijn ongunstig
voor Spanje. Men miskent zijn rechten. Eenige
staten komen hun verplichtingen na. Andere
niet.
Men neemt een controlestelsel aan en men
verdaagt er de toepassing van tot het oogen-
blik, dat de opstandelingen voldoende wape
nen hebben ontvangen om in een toestand te
komen om den oorlog te winnen. Men bemerkt
dan dat het door de opstandelingen ontvan
gen materiaal niet aanzienlijk genoeg is. Men
lokt dan incidenten uit met Almerïa om een
einde te maken aan de controle. Wij hebben
deze ondervinding, die niet zal nalaten ge
volgen te hebben, beleefd. Transacties tus
schen aanvaller en slachtoffer zijn niet
mogelijk.
Men spreekt er over het recht van oorlog-
Een dagje uit op de fiets
Dan Purol meenemen! Dit voorkomt, verzacht
en geneest doorzitten en zonnebrand. Doos 30 ct.
(Adv. Ingez. Med.)
ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLING.
Fluitend en zingend liep Thijs den weg naar huis af. Tjonge, hij
had niet gedacht, dat alles nog zoo goed zou afloopen. Hij was blij,
dat Grootoor gered was, maar eerlijk gezegd begreep hij niet veel van
die jassen.
Ik zou best zoo'n jas willen hebben, bromde hij. Het zou me wel
lijken, zoo een poosje onzichtbaar te zijn.
HiDeldie. hoppeldie, happeldie, zong hij en gleed een eindje over
de sneeuw.
Het was gelukkig niet erg koud, maar toch verlangde hij weer naar
huis, het zou hem benieuwen, hoe Dickie het maakte.
Onverantwoordelijk geschrijf in Duitschland.
et zal eeuwig als een bewijs voor het
eigenaardige karakter der Duit
schers kunnen worden aangevoerd,
en, in latere tijden, wanneer eenmaal
aan onze Westgrens alles weer volgens de ge
boden der natuur in orde gekomen is, mis
schien in het onderwijs van onze nakome
lingen als een waarschuwend voorbeeld voor
onze grootste zwakte aangevoerd worden, met
welke lankmoedigheid Duitschland, het vlij
tigste, meest hoogstaande volk der aarde, het
duldde, dat juist daar een afgescheiden ras
splinter zoo lang als rijke parasiet (sic! K.
Andr.) terzijde lag. Dat hij, (deze parasiet), de
monding van den grootsten Duitschen stroom,
den belangrijksten economischen uitgangsweg
in de hand hield, niet in staat en onwillig haar
uit te bouwen volgens den vooruitgang der
techniek, zoodat Duitschland honderden mil-
lioenen weg moest gooien om een kanaal,
een kunstmatigen Rijnmond, te scheppen,
voerende toe te kennen aan de wettige regee
ring. Daarvoor onzen dank.
Maar er is geen schaamteloozer inmenging
geweest dan de mogelijke toekenning van het
recht van oorlogvoerende aan de opstande
lingen (luid applaus, de aanwezigen bren
gen Azana een ovatie).
De commissie deed goed, toen zij eischte,
dat de vreemdelingen Spaansch grondgebied
zouden verlaten en wanneer zij de komst van
Italianen, Duitschers en Portugeezen wil
voorkomen.
Men moet weten, wat de terugtrekking van
vreemde vrijwilligers beteekent. Voor ons zijn
vreemdelingen al degenen, die geen Spaansch
staatsburger zijn. De sultan van Marokko is
niet in de commissie van Londen vertegen
woordigd. De Marokkanen in de rijen van
Franco zijn in opstand tegen de beschermde
natie. De Europeesche mogenheden zouden
moeten beginnen te zeggen, dat de inboorlin
gen van protectoraten onderdanen zijn van
de bescherming uitoefende landen.
Sprekende over de vreemdelingen, die aan
de zijde der regeering strijden, verklaarde de
president, dat dit werkelijk vrijwilligers zijn,
daar niemand hen geroepen heeft en niemand
hen heeft verplicht te komen.
De president besprak tenslotte de gevaren,
welke den vrede bedreigen.
Een langdurige ovatie volgde op deze toe
spraak. Terwijl Azana de zaal verliet, zongen
de aanwezigen hem het Spaansche volkslied
toe.
Aan het Sierra-front ontwikkelde zich naar
Havas uit Madrid verneemt Zondag een dei-
grootste luchtgevechten, welke tot nu toe in
de geschiedenis der moderne oorlogen zijn
voorgekomen.
Franco aan het woord.
Zaterdagavond heeft generaal Franco te
Salamanca een rede gehouden ter herdenking
van den verjaardag van de nationalistische be
weging. Hij bracht daarbij in herinnering den
toestand, waarin Spanje vóór Juli 1936 zich
bevond en de omstandigheden, waaronder de
nationalistische beweging,ontstond.
Verder, ging hij in enkele woorden de groote
offensieven na van de rechtsche legers en het
succes waardoor „een groot deel van Spanje
van de linksche terreur bevrijd werd". Ten
slotte deed hij een beroep op allen vertrouwen
in de overwinning te hebben.
Te Sevilla hield generaal Queipo de Llano
een herdenkingsrede,.
Hevige luchtgevechten aan
het Sierra-front.
Aan het Sierra-front ontwikkelde
zich naar Havas uit Madrid verneemt
een der grootste luchtgevechten, wel
ke tot nu toe in de geschiedenis der
moderne oorlogen zijn voorgekomen.
Honderdzestig vliegtuigen waren gedu
rende meer dan een uur in gevecht ge
wikkeld. 26 toestellen der opstandelin
gen werden omlaag geschoten, terwijl
de regeeringstroepen vier machines
verloren.
Het zoeken naar Amelia Earliart.
Laatste poging der Amerikaansche marine.
Het A.N.P. verneemt uit Honoloeloe, 18 Juli:
De Amerikaansche vloot heeft haar laatste
poging om Amelia Earhart te vinden begon
nen. Vermoedelijk zal men haar en haar met
gezel Fred Noonan als verloren beschouwen,
wanneer zij bij deze laatste poging niet ge
vonden zullen worden.
Het spoorwegongeluk bij Patna.
107 dooden.
PATNA, 17 Juli. Officieel wordt medege
deeld, dat het aantal personen, dat bij het
spoorwegongeluk om het leven is gekomen,
107 bedraagt.
De Paus prijst de houding van
aartsbisschop Mündelein.
Scherp commentaar van het Buitsche
Nieuwsbureau.
CASTEL GANDOLFO, 17 Juli: De
Paus heeft een aantal pelgrims uit
Chicago ontvangen en in een tot hen
gerichte toespraak openlijk aartsbis
schop Mündelein wiens verklarin
gen over Hitier zooveel stof hebben
doen opwaaien geprezen. De paus
zeide: „Gij moest trots zijn op de
grootheid van uw stad en ook, waar
om het niet te zeggen, op de groot
heid van uw prachtigen aartsbis
schop, die zoo moedig is bij de ver
dediging van de rechten van God en
de Kerk en het heil der zielen".
Het Duitsche Nieuwsbureau maakt van
deze toespraak van den Paus melding. Het
bureau laat zijn desbetreffend bericht als
volgt beginnen:
„Pius XI heeft Zaterdagmorgen een Ame
rikaansche pelgrimsgroep uit Chicago ont
vangen, waarbij hij openlijk te kennen gaf,
dat hij op het in acht nemen van de inter
nationale gebruiken in de betrekkingen van
het Vaticaan tot Duitschland geen prijs
meer stelt". Het nieuwsbureau publiceert ver
volgens de rede van den Paus.
omdat deze afgescheiden rassplinter als steen
des aanstoots juist in het belangrijkste vaar
water lag! En voorts: wij verklaren het met
recht als sociale ongerechtigheid, als zonde
tegen de gezondheid van een volk, wanneer
een klein gedeelte van dat volk zich op kosten
der gemeenschap verrijkt. Goed en wel, maar
waar school een grooter onrechtvaardigheid
dan in het feit dat de Hollanders, die toch
niets anders dan een afgescheiden deel van
het Duitsche volk zijnd), zich zoodanig aan
ons verrijken konden? Dat ons gansche Duit
sche volk jaarlijksch ongetelde millioenen
voor tabak, koffie, cacao en andere zaken
meer betalen moest, opdat zich een klein ge
deelte, door welks havens en handen dit alles
ging, met dit door het Duitsche volk betaalde
tribuut verrijkte?
Dit, voor ons Hollanders ongetwijfeld leer
zame en interessante citaat kan men lezen
in het boek van Lotharingius, getiteld „De We
reldoorlog in het Licht der natuurwetenschap
pelijke Geschiedenisopvatting! (Der Weltkrieg
im Lichte naturwissenschaftlicher Geschichts-
auffassung). Dit boek,„dat door diverse Duit
sche officieele instanties als leerzaam en nut
tig aanbevolen is, kan men in eiken boekhan
del koopen. Het is niet de eerste maal, dat
dergelijke uitdrukkingen in de Duitsche litte
ratuur voorkomen, en dit citaat staat dan ook
geenszins op zich zelf. Zonder al te veel moeite
kan men uit de Duitsche geschiedenisboeken
der laatste jaren verschillende fragmenten
aanhalen, die Holland als een deel van
Duitschland brandmerken en de Hollanders
zelf als „Grens-Duitschers". Ik herinner me,
hoe tijdens de Saarstemming een der kranten
aldaar een bijlage uitgaf, waarin op een kaart
alle nog onder vreemden dwang zuchtende
Duitschers stonden. Behalve Oostenrijk, Zwit
serland, Bohemen en een stuk van Denemar
ken, behoorden ook ons land en België daar-
bij.
Wat wil Lotharingius met deze opmerkingen
bereiken? Want in een geschiedenis van den
wereldoorlog doen zij, dit zal men mij gaarne
willen toegeven, toch weinig ter zake. Wel, uit
het verdere verloop van dit boek blijkt zeer
duidelijk dat de schrijver raadgevingen voor
de toekomst heeft willen geven.
„Hollanders", zoo schrijft hij verder, „be
staan eigenlijk net zoo min als Belgen, Zwit
sers of Oostenrijkers. Het zijn allemaal Duit
schers, die zoo gauw mogelijk weer binnen de
grenzen van het groote vaderland gebracht
moeten worden".
Daartoe, meent de welwillende heer Lotha
ringius, is het absoluut niet noodzakelijk
Holland eenvoudig te zijner tijd den oorlog te
verklaren om het te verslinden (zu ver-
schlingen!). De natuur geeft de wegen tot zul-
ken ontwikkelingen vanzelf aan. Hadden wij
het front naar het Oosten vrij gehad, hadden
wij onze weermacht zoo ontwikkeld als nood
zakelijk was en zooals de anderen gedaan
hebben, dan had dezelfde militaire dwang, die
tot den doonnarsch naar België noopte, ook
wel tot den doonnarsch door Holland moeten
leiden, daar anders eenvoudig de ook in 1914
reeds sterk bekrompen plaats voor het ge-
heele leger ontbrak. Daarmede echter was het
vraagstuk automatisch op het tapijt gebracht".
In den wereldoorlog ontbrak helaas de ge
legenheid, maar Lotharingius meent dat ook
in de toekomst de kwestie nog wel eens „op
het tapijt gebracht" zal worden, en geeft de
noodige raadgevingen om dan niet weer in de
fouten, die vroeger gemaakt zijn, te vervallen.
Ik was in de gelegenheid om met een groot
aantal Duitschers over dit boek te spreken. En
gelukkig de groote meerderheid be
schouwde het terecht als de koortsfantasieën
van een fanaticus.
Doch er waren ook anderen, die de uitla
tingen van den heer Lotaringius geenszins
als zoodanig opvatten, en het met zijn mee-
ningen volstrekt eens waren.
„Het is waar", zeide iemand, wien ik deze
fragmenten had voorgelezen, het is waar, dat
er tegenwoordig in Holland een groote afkeer,
om niet te spreken van haat, tegen Duitsch
land heerscht. Dat is in het begin van dit jaar
wel gebleken. Maar spruit dat niet voort uit
het kwade geweten van de Hollanders, die zelf
niet kunnen begrijpen, waarom het machtige
Duitschland zich zoolang door uw kleine landje
den toegang tot de monding van zijn grootste
rivier heeft laten afsluiten?"
En een ander, een oud-journalist, die als
buitenlandsch correspondent langen tijd in
Genève heeft gewerkt en die een belangrijke
positie in de N. S. D. A. P. inneemt, ontleek
het vraagstuk van de verhouding tot Holland,
doch gaf als zijn meening te kennen, dat een
oorlog niet te vermijden zou zijn op den duur.
Niet dat Duitschland die zou willen, maar het
zal er óf toe gedwongen worden, omdat men
weigert het vrijwillig te geven wat het noodig
heeft en waarop het recht heeft, óf uitbarsten
door de uittartende houding van het marxis
tische FrankrijkDoch laat men gewaar
schuwd zijn! De vorige maal was het „le Boche
payera!" maar nu zijn wij voorbereid en zal
het worden „les autres payeront!"
In ieder land telt men heethoofden, wier
meening men niet verwarren moet met die van
het overige volk. Zulke heethoofden kent men
in Duitschland natuurlijk net zoo goed als
elders, en men kan een land daarvoor niet
aansprakelijk stellen. Doch ieder boek, dat in
Duitschland verschijnt, moet door de Reichs-
schrifttumskammer goedgekeurd worden. Be
handelt het bovendien politieke vraagstukken,
dan wordt het daarenboven nog gecensureerd
door het Partei-politische Amt van de N. S.
D. A. P. Blijkbaar hebben deze instanties niet
het minste bezwaar gehad tegen de meeningen
van den heer Lotaringius en achtten zij het
integendeel aanbevelenswaardig dat het volk
daarvan kennis zou kunnen nemen.
Men zou het boek van dezen schrijver schou
derophalend voorbij kunnen gaan, indien het
een particulier standpunt van een zonderling
was. Maar één semi-officieele en één officieele
instantie hebben dit schriftstuk goedgekeurd.
Andere hebben het aanbevolen als nuttig en
leerzaam. Mij dunkt, dat zulks van een verre
gaand gebrek aan tact tegenover een bevrien-
den buurstaat getuigt. Tenzij wij moeten aan
nemen, dat dit boek uit pacifistische overwe
gingen werd geschreven, het pacifisme, waar
over Adolf Hitler in het elfde hoofdstuk van
„Mein Kampf" schrijft: „Men moetbe
sluiten ooi-log te voeren om tot pacifisme te
komen. Wie bijvoorbeeld werkelijk van harte
de overwinning van de pacifistische gedachte
in deze wereld zou wenschen, zal alles op het
spel moeten zetten voor de verovering der
wereld door de Duitschers".
Vooralsnog willen wij echter aannemen, dat
de hierboven gelaakte citaten aan de aan
dacht der Duitsche regeering ontsnapt zijn, en
dat zij aan het gevaarlijk drijven van dergelij
ke onverantwoordelijke schrijvers paal en
perk zal weten te stellen.
K. ANDR.
(Nadruk verboden. Alle rechten
voorbehouden).