IstöolË-
pöië
&ËËÊ!St 'i
gw
De betooverde Villa.
fj»rd"wédrd Van.he' 3wemfJ«ï> da' Zondag door .Da Waterratten" te HaarlenTwerd georganl".
werd de waterPolo-wedstrijd Nederland-Duischland gespeeld, welke in een 5-1 overwinning
voor de gasten eindigde
Het Ned. Ind.sche Padvinder,contingent, dat ter deelneming aan de as. Wereldjamboree momenteel in on, land vertoeft,
bracht Zaterdag een bezoek aan Hilversum. De .joyeuse entree' van de padvinders in Hilversum
Een interessant
snapshot op den
tweeden dag van
het jaarlijksche
groote concours
hippique in het
Westbroekpark te
Den Haag
Ir. M. J. van Dijk, die door B. en W.
van Amsterdam is aanbevolen ter
voorziening in de vacature van direc
teur der gemeentewaterleidingen
Vrienden van het Gooische Natuurreservaat hebben Zater
dag op de Crailoosche heide de reeds geruimen tijd in
gebruik zijnde schaapskooi aan deze instelling overgedragen.
Het gezelschap bij de schaapskooi
De bekende Engelsche golfspeler Robertson in actie tijdens de internationale
open golfkampioenschappen van Nederland op de golflinks van .De Pan'
Van één der hellingen van de Ned. Dok Mij. te Amsterdam is Zaterdag het dubbelschroef
stoom-tankschip .Rodas", gebouwd voor rekening van de Kon. Shell groep, te water
gelaten
De voorzitter van het Intern. Congres van Landbouw en
Industrieën, dr. Rutgers, feliciteert dr. ir. Dudok van Heel
(rechts), secretaris van het congres, met de onderscheiding,
welke hem door de Fransche regeering is aangedoden
FEUILLETON
Naar het Engelsch bewerkt door
J. R. VAN RUN.
(Nadruk verboden).
35)
Onder aan de trap gekomen liep ze met
haar gewone, trage bevalligheid naar de huis
kamer. Er was daar niemand. Flauw glom het
licht van den haard in het donker. Boven
hoorde zij het sluiten van een deur stem
men. Het volgend oogenblik was zij de kamer
door; ze schoof de gordijnen opzij en deed
de glazen deuren daar achter open. Toen zij op
het terras stond deed ze de deuren weer
achter zich dicht.
Annie Brown ging snel het terras langs
naar den hoek van het huis. Ze sloeg dien
hoek om en kwam in de oprijlaan. Eén mo
ment keek ze nog naar het huis met de ver
lichte vensters een van de ramen was het
hare. Een gevoel van iets onafwendbaars
kwam over haar. Met haastige voeten vloog
ze de laan af, alsof de angst een gedaante
had aangenomen die haar op de hielen zat.
HOOFDSTUK XXXIV.
Julian verliet het kasteel in een toestand
van angst, die hem haast belette te denken.
Hij durfde ook niet denken. In zijn verbijste
ring drong het niet eens tot hem door, dat
Miller, dien hij verzocht had hem bij het
kasteel te treffen, er niet was.
In het paviljoen aan het einde van de laan
zag hij licht en het schoot hem te binnen
dat mevrouw King daar vandaag haar in
trek zou nemen Nita King, van wie hij op
sommige momenten geloofd had, dat zij
Annie Brown kon zijn. Was zij het, dan kon
zij betrokken zijn in de dingen, die Amabel
haar noodkreet hadden doen neerschrijven.
Terwijl dit door zijn geest flitste, had hij
al geklopt, en hij vroeg aan de vrouw, die
opendeed, naar mevrouw King. Een minuut
later was hij in het salonnetje met 1e wan
orde van nog niet op hun plaats staande
meubelen.
Nita King sprong versclirïkt op om hem te
begroeten.
„Ik zie er zoo uit, meneer Forsham
Julian brak haar excuses kort af.
„Mevrouw King.. begon hij schor
„Meneer Forsham. wat is er? Is er iets ge-
neurd?"
„Als u Annie Brown bent", stiet Julian uit,
weet u wat er gebeurd is; als u 't niet weet
zult u waarschijnlijk denken dat ik gek
oen".
Nita King gaf een gilletje.
„O. wat bedoelt u? Meneer Forsham ik
geloof heusch dat u niet goed bent.
Julian keek haar lang en scherp-onderzoe-
kend aan.
„Neen, u bent Annie niet", zei hij einde
lijk. „De gelijkenis is maar oppervlakkig".
Hij liep gejaagd heen en weer, kwam toen
weer naar haar toe en hernam opeens hef
tig:
Als u Annie Brown niet bent, waarom
hebt u Agaath Moreland dan bepraat om
naar dat medium te gaan? Wat had u daar
mee voor?"
Nita King deinsde achteruit. Alle kleur
trok uit haar gezicht weg.
Ze strekte de handen uit, als om een slag
af te weren en zei flauwtjes:
„Kijk me niet zoo aan!"
Toen barstte ze in tranen uit.
„Spreekt u dan! Waarom stuurde u haar
naar die mevrouw Th omspon?"
„Omdat mijnheer BBronson me een
ggouden broche had beloofd als ik het
deed. Hij zei. dat het om een weddenschap
ging".
Nita King sprak dikwijls onwaarheid, maar
nu was ze te verschrikt om te veinzen en
Julian voelde dit Zonder een woord vloog
hij het huis uit Bronson Bronson liad
haar omgekocht. Hij had Agaath naar dat
mensch gestuurdZou hij teruggaan naar
het kasteel
Hij begreep, dat. hij vóór alles moest zien
verbinding met Miller te krijgen. Toen hoorde
hij eensklaps het geluid van snelle voetstap
pen. Er liep iemand hard de laan door. Hij
deed zijn lantaarn oplichten, een kreet het
schijnsel viel op het gezicht van mademoiselle
Lemoine blootshoofds zonder mantel of
shawl.
„Wat is er?", riep hij en op het zelfde mo
ment greep ze zijn arm.
„Julian! Mijnheer Julianl"
„Wat is er?"
„Wilt u haar redden? Kom dan direct
mee!"
Ze trok hem voort naar de poort, den weg
op. Ze rende naar de villa.
„Wat is er?", drong hij nogmaals. „Wat is
er gebeurd?"
„Ze is in de villa, ze heeft den doorgang
gevonden, den doorgang naar dg dichtge
metselde kelders, Jenny en ik hadden het
vroeger ontdekt, toen we kinderen waren".
Er ging Julian een licht op; er was nu geer
twijfel meer aan de identiteit van Annie
Brown.
Haar gang werd trager. Zij kwam dichter
bij hem en hij hoorde haar zeggen:
„JaJenny en ik vonden de geheime
gang, jaren geleden, toen we verstoppertje
speelden. Jenny dorst er niet door, maar ik
welEn vandaag heeft mevrouw Grey
haar gevondenO, mijnheer Julian, kom
vlug alsjeblieft".
Hij dwong haar tot spoed. Ze waren nu in
den tuin van de villa.
,Jk begrijp het niet. Waar is mevrouw
Grey?"
Ze liet zijn arm los.
„Dat is het eenige, waar u naar vraagt
Ja, ik. ik weet het wel. ik zal er u
'reen brengen, ik doe het voor u en
omdat ik niet zoo maar een moordkan
'aten..
„Een moord! Om 's hemelswil.
„Neen, we komen nog wel op tijd! Het
moet!"
Toen ze den hoek van het huis om kwa
men, vonden ze de hall open en helder ver-
Licht. Er stond een groepje opgewonden men-
schen. Anne Miller, Jenny, bitter schreiend en
de heer Miller, die het meisje streng en drin
gend ondervroeg
„Je hebt een gang gevonden, toen je een
kind was, vlug, waar? Waar ging die gang
heen? Naar het kasteel? Vlug, zeg op.
Toen Julian binnenkwam, maakte Jenny
van de gelegenheid gebruik om naar de keuken
te glippen. Miller deed een stap vooruit.
Annie Brown liep recht de trap op, naar
de deur van de kamer van miss Harriet, waar
Amabel verscheidene nachten geslapen had,
en verschrikt was door de spokerij. Daar keek
ze om en zag Julian en Miller vlak achter haar.
Ze draaide het licht aan, ging de kamer in
en deed de groote kast open.
„Mijnheer Julian, uw lantaarn!" verzocht
ze.
Hij gaf haar die, en zag wat Amabel ge
zien had: de open ruimte en de trap.
Annie daalde die af, de mannen volgden.
Ze kwamen in een kelder, waar alleen een
paar pakkisten stonden. Annie ging naar
een deur in de muur.
„Hier", wees ze.
Ze gooide de deur open: een andere kelder
met witte steenen muren en steenen vloer.
Drie lampen verlichtten het interieur. Een
scherpe uitroep kwam over Miller's lippen. Da
inventaris liet den politieman niet in hè.
onzekere omtrent het doel, waarvoor de on-
deraardsche ruimte werd gebruikt. Na twaalf
maanden ingespannen, maar vrQwel vruch-
te loozen arbeid van veel scherpzinnige gees
ten was het probleem der valsche bankbiljet
ten opgelost
,Jk heb het!", riep hij triomfantelijk.
(Wordt vervolgd.)