g
Met Frans Hals naar het
Artisten-feest.
ZATERDAG 24 JUEÏ 1937
HAAREEM'S DAGBEAD
Kunst zij ons Doel." (1)
Ik heb een wonderlijken droom gehad.
Vreemd, vreemd was het allemaal, maar ik
zal trachten het u te vertellen voorzoover je
'n droom tenminste precies kunt vertellen.
Ik lag voor mijn siësta Zaterdag na tafel
op mijn sofa en was juist ingesluimerd, toen
de deur openging en een zwaar gebouwd,
breed man op den drempel stond. Hij was
heel zonderling gekleed, maar zijn gezicht
met de vroolijke oogen, zijn snor en zijn sik
kwamen mij bekend voor.
„Goeien avond!" zei hij met een zware bas-
stem en hij nam zijn breed geranden hoed
met een zwierigen zwaai af.
„Goeien avond", antwoordde ik, nog niet
geheel wakker. „Wie is u. als ik vragen mag?'
„Herken je mij niet!" lachte hij.
„Ja, ja, ik heb je meer gezien, maar ik ben
toch niet zeker
„Frans!" riep hij en zijn stem klonk als
een bronzen klok.
„Frans?" Ik was er nog niet.
Toen kwam het antwoord en het daverde
door het huis: „Frans Hals!"
Ik was opeens klaar wakker, stond recht
op mijn voeten.
„Meneer Hals?" stotterde ik.
„Ja, laat dat meneer er maar af. Hals is vol
doende. Meneer is goed voor den eersten
den besten burgerman. Ik zou me d'er 'n
beetje voor geneeren. Ze kennen me in de
heele wereld niet anders dan als Frans
Hals!"
„Hoe komt u hierbij mij?" vroeg ik,
geheel in de war door deze onverwachte ver
schijning.
„Ik kreeg het zoo stijf in mijn rug, daar op
die lamme Houtbrug. Ik ken den kerel
niet, die mij gemaakt heeft, maar is dat nou
'n houding om altijd zoo op die sprinkplank
te staan. Ik zet het jou om zoo onbewegelijk
als een paal met je rug tegen een muur te
staan! Dat houd jij geen uur uit. En ik sta
daar nou al een paar jaar zoo! Dat doe je ook
niet voor je plezier!"
„Arme kerel!" zei ik vol medelijden.
„Ja, maar ik geef er de brui aan! Ik ben d'er
afgesprongen. Niemand merkt daar wat van!
Ze kijken toch nooit naar me om!"
„En wat wou je nou doen?" vroeg ik.
,,'n Avondje uit!" antwoordde hij en hij
smakte met zijn lippen. „Ze zeiden, dat ik voor
het goeie adres bij jou moest wezen."
„Hm, ja, zoo!" Mijn borst zwol van trots, bij
de gedachte, dat Hals, de beroemde Frans Hals
bij mij was gekomen.
„Maar ik heb niet veel tijd. Eén avond
maar!" zei hij.
„Wat dunkt je van de bios?"
Hals keek mij vragend aan.
„De bioscoop!" lichtte ik toe.
„Wat is dat voor 'n ding?" vroeg Hals.
Ik trachtte het hem uit te leggen, maar hij
weerde met beslist gebaar af.
„Nee, nee, da's niets voor mij, niets voor 'n
schilder!"
,,'n Dancing dan? Naar „Modern" bijvoor
beeld?
„Zijn daar meisjes?" vroeg Hals en zijn
oogen begonnen te schitteren.
„Natuurlijk!" antwoordde ik.
„Vooruit dan maar!" riep Hals en hij was
al in de gang. Maar op eens stond hij ver
schrikt stil en keek erg beteuterd.
;',Als- de regenten dat maar goed vinden
Wanneer ze het te hoor en krijgen, dat ik zoo
aan de zwier ben geweest!"
„Arme kerel!" zuchtte ik weer. Daar stond
plotseling een andere Hals voor mij, de Hals
van het oud-mannenhuis.
Op eens viel mijn blik op een uitnoodiging
van „Kunst zij ons Doel".... Artistenfeest
ter voering van het 111-jarig bestaandat
was wat voor Hals en ik stelde het hem voor.
„Hop!" schreeuwde hij en hij was tegelijk
weer de opgeruimde, vroolijke Frans. „Naar
de broeders van St.-Lucas, naar de schilders
bent. in m'n ouwe Haarlemmer Hout. Da's 'n
idéé!"
,,'k Zal 'n sneltax bestellen!"
,,'n Wat?" vroeg Hals verbaasd.
„Nou, zoo'n taxi met 'n pijl, zooals je eiken
dag voorbij je ziet gaan op de Houtbrug!"
legde ik uit.
„Op de Houtbrug ben ik doof en blind, daar
ben ik dood!" zei Hals en zijn stem klonk als
uit het graf. „Maar nou leef ik! Vooruit!" riep
hij en hij had zijn arm al onder den mijne ge
stoken. „Niet in 'n koets. We gaan loopen, ouwe
jongen!"
Wij liepen getweeën door de Haarlemmer
Hout, Frans Hals en ik. Bij elk paartje, dat
wij passeerden, grinnikte Hals.
„Er is niets veranderd in die paar honderd
jaar!" lachte hij. Maar op eens stond hij ver
wonderd stil.
„Hoe komen die allen de stadspoort straks
nog in? De poorten zijn toch al gesloten?"
vroeg hij. merkbaar verrast.
„Poorten zijn er niet meer, Hals. Jij staat
op de plaats, waar eens de Houtpoort stond!"
„Wat je zegt!" zei Hals en toen met 'n
knipoogje: „Gelukkige jeugd!"
„Je bent er!" riep ik, toen wij voor Dreef-
zicht stonden.
Hals begon onverwachts in den tuin van
louter vreugde een kuitenflikker te slaan. De
gedachte, dat hij zoo dadelijk te midden van
zijn Haarlemsche kunstbroeders zou zijn,
maakte hem blijkbaar geheel van streek.
„Pas nou op! Als je zoo begint, dan laten
ze je niet eens binnen!"
„Mij niet? Frans Hals?" riep hij veront
waardigd.
Ik wist- niet, hoe ik hem tot bedaren moest
brengen. Toen kreeg ik een idee.
„De menschen hier zijn tegenwoordig erg
voor het gezag. Als ze merken, dat jij zonder
permissie van je plank op de brug bent af
gesprongen, brengen ze je subiet terug! Ieder
op zijn eigen plaats! zeggen ze."
Dat hielp. Kalm gedwee ging hij met mij
naar binnen.
Wij zetten ons aan een tafeltje.
„Wat zal 't wezen?" vroeg ik.
Hals smakte met de lippen en riep:
„Geef mij maar 'n kroes gerstenat!"
„Münchener of Pils?"
Weer keek Hals mij aan, als of hij het in
Keulen hoorde donderen!
„Bieruit 'n kruik!" was het eenige. wat
hij antwoordde.
Ik bestelde „twee Pils!"
Zwijgend zat Hals naast mij, al maar rond
kijkend naar de menschen om ons heen. Toen
eindelijk, na een heele poos, zei hij: „De man
nen zijn er niet op vooruitgegaan in die paar
honderd jaar! Iesemieserige kereltjes en geen
sjeuigheid an! Niks meer om te schilderen?
Hoe maken ze nou in 's hemelsnaam tegen
woordig 'n schuttersmaaltijd?"
„Er zijn geen schutters meer!" lichtte ik
hem in.
.„Geen schutters?"
„En de mannen dragen alleen nog maar
effen zwart, zonder kant en zonder kleur.
Kijk, daar heb je 'n rok, da's 't mooiste, wat
'n man van tegenwoordig dragen kan! En dat
en ik wees op het pak van mijn buurman,
,,'n smoking!"
„Bah, wat 'n wansmaak!" bromde Hals.
Doch op eens begonnen zijn oogen te schit
teren. Een breede lach kwam om zijn mond en
hij zei, zoo hard, dat allen om ons tafeltje
het konden hooren:
„Maar de vrouwen, da's in orde, hoor!"
„Sssst" siste ik verschrikt.
„Mag je dat niet meer zeggen!" vroeg Hals.
„Ja, maar niet zoo hard!"
„En ik ben hier bij de schildersbent!"
„Jawel, maar we zijn in die paar honderd
jaar wat stijver geworden!" legde ik uit.
„Zoo. nou dat zou je anders niet zeggen!"
en Hals keek lachend naar een dame met
zwaar décolleté. „En zooals ze tegenwoordig
dansennee, zeg mij maar niets meer,
met je stijfheid!" Dat moesten m'n oude re
gentessen eens zien! Die bestierven het van
de schrik!" een Hals bulderde van den lach.
Opnieuw zweeg hij 'n tijd. Toen zei hij
weer met dienzelfden breeden lach: „De
vrouwtjes, dat's aardig spul tegenwoordig. Al
lemaal even jong en fleurig. En wij behoeven
hun gezichten niet meer te schilderen, dat
doen ze zelf al, zie ik!"
Een saxophoon en een trompet begonnen
om het hardst te gillen.
„Noemen jullie dat tegenwoordig muziek?"
vroeg Hals.
,,'n Jazz!" lichtte ik hem in.
Hals bromde: „En dan zeggen ze nog, dat
de wereld vooruit is gegaan!"
Toen, opeens stond hij op en zei: „Vooruit,
nou moet je mij m'n collega's van tegen
woordig eens aanwijzen!"
Zie je dien donkere, ernstige, met dien
baard? Dat is Boot, de primus van avond. Hij
is voorzitter van het schilderscollege.
Hals knikte.
„En daar, die deftige meneer, dat is Buis
man, en die daar met dat kale knikkertje
Grootens en daar heb je Wesseling, je weet
wel, die dikwijls ook voor Haarlem's Dagblad
teekent!"
„Nee, dat weet ik niet!" onderbrak Hals mij.
„O, da's waar ook, jij leest geen kranten.
En daar heb je Olf
„Dat mag ik" zei Frans Hals. „Die is ten
minste anders gekleed, fleuriger, dan de an
deren. Daar houd ik van!"
Toen legde hij zijn zware hand op mijn
schouder en vroeg: „En waar is mijn huisbe
waarder nou?"
„Wie?" vroeg ik verbaasd.
„Wel, Gratama! Hij komt eiken morgen
langs mij, als hij naar het museum gaat!"
Vreemd, nu wist Hals plotseling zich weer
iets uit zijn bestaan op de brug te herinne
ren.
„Hij is er niet!" antwoordde ik.
„Jammer! vond Hals. „Ik had graag eens
met hem kennis gemaakt, omdat hij mij zoo
mooi schoon gewasschen heeft."
Er werd een teekenfilm vertoond en een
schimmenspel van Dante en Beatrys. Hals
lachte glunder.
„Nou merk ik dat ze nog vroolijk kunnen
zijn, de broeders van St.-Lucas I" zei hij en
hij sloeg mij op mijn schouder.
Achter een groene tafel op het podium na
men drie heeren plaats en de verkoop van
schilderijen begon.
„800 gulden! 900 gulden! duizend! elf
honderd!" gilden ze in de zaal.
Hals zat star-verbaasd naast mij. Zijn
mond ging wijd open en zijn oogen puilden
bijna uit hun kassen.
„Elf honderd gulden? Voor dat kleine schil
derijtje? Ik kreeg nog niet 'n tiende voor 'n
schuttersmaaltijd! En je zei me, dat het
zoo'n slechte tijd is!"
„Ja wel, maar dat zijn geen echte guldens;
ze betalen met inflatieguldens!" lichtte ik
hem in.
„Met wat?" vroeg Hals.
Ik trachtte hem uit te leggen, wat inflatie
beteekende, maar het werd mij duidelijk, dat
hij reeds te veel bier had gedronken om mij
te begrijpen.
„Zij koopen die dingetjes om noodlijdende
schilders te helpen!" legde ik hem uit.
„Komen die tegenwoordig dan niet meer in
het oude mannenhuis, zooals ik? En krijgen
ze geen turven meer van de stad?"
„Nee, daar zorgen nu de kunstbroeders
voor, de leden van Kunst zij ons Doel".
Zag ik goed? Glinsterde daar een traan in
Hals' oog? Was het van ontroering of kwam
het door het bier?"
„Meneer, wordt u wakker! Het is 8 uur!"
Het was ons dienstmeisje, dat mij wekte.
Op de tafel lag de uitnoodiging voor den
artistenavond van Kunst zij ons Doel, maar
Frans Hals was verdwenen.
Waarom zou ik tot de werkelijkheid terug-
keeren, nu ik zoo'n wonderlijken droom heb
gehad.
J. B. SCHUIL.
11 Het is op verzoek van eenigen onzer lezers,
dat wij deze „fantasie" die de heer Schuil
na het feest van „Kunst zij ons Doel" voor
ons blad op 1 Mei 1933 schreef en die thans
weer actueel is geworden, nog eens plaatsen.
PROT. CHR. NIJVERHEIDSSCHOOL.
Aan de Prot. Chr. Nijverheidsschool in de
Tetterodestraat werden de volgende getuig
schriften uitgereikt:
Het getuigschrift van de voorbereidende
klasse aan: J. F. Alofs, Haarlem; G. de Boo,
Hoofddorp; G. Duits, Haarlem; E. Dijkstra,
Santpoort; P. H. van Ewijk, Haarlem; A. P.
Heijkoop, Haarlem; G. Hoffies, Haarlem; C.
van Iperen, Heemstede; C. de Koningh, Haar
lem; G. Poppen, Haarlem; W. van Pruissen,
Haarlem; A. Sepers, Haarlem; A, Timmer
mans, Haarlem; E. M. Traanberg, Bloemen-
daal; M. H. Venema, Haarlem; B. W. Walet,
Heemstede; J. M. Wassink, Haarlem; N. Been
hakker, Haarlem; J. Broekmeulen, Santpoort;
A. E. den Engelse, Haarlem; H. van Giessel,
Haarlem; D. v. d. Ham, Haarlem; J. M. M.
Kater, Haarlem; E. Klaassen, Haarlem; S. P. v.
d. Klugt, Haarlem; G. W. Kuipers, Haarlem; J.
Kuykhoven, Haarlem; A. C. van Leersum,
Haarlem; G. T. Maarse, Haarlem; M. Noest,
Santpoort; D. Oudkerk, Haarlem; M. M. Peek,
Haarlem; W. A. Roorda, Santpoort; M. A. de
Ruigh, Haarlem: M. Smallegange, Haarlem;
T. A. Sohl, Haarlem; T. L. M. Stomphorst,
Haarlem; C. C. van Bergen, Haarlem; A
C. Brouwer, Haarlem; M. Bruin, Haarlem; N.
Calandt, Haarlem; R. Dercksen, Santpoort;
N. Hart, Haarlem; M. E. A. v. d. Hoek, Haar
lem; J. J. Horselenberg, Haarlem; E. Kalf,
Haarlem; D. Kooymans, Haarlem; F. Kruiver,
Haarlem; A. Kunnen, Haarlem; J. de Ridder,
Haarlem; W. J. v. Schagen, Haarlem; G.
Schraa, Haarlem, A. van Schuppen, Haarlem;
M. E. v. d. Velde, Haarlem; H. v. d. Veen.
Haarlem.
Afgewezen 5.
Het getuigschrift „Costuumnaaister" be
haalden: P. Boekman, Hillegom; J. M. T. Boe-
ser, Haarlem; M. Oly, Haarlem.
Afgewezen geen.
Het getuigschrift „huisnaaister" werd uit
gereikt aan F. W. Groenveld, Nieuw Vennep.
Het getuigschrift van den twee jarigen mid
dagcursus werd uitgereiktaan: J. Aardema,
Haarlem; M. Bakker, Haarlem; J. J. M. de
Bruin, Haarlem; G. C. Eelman, Haarlem; M.
E. Eenkhoorn, Haarlem; E. de Jong, Haarlem;
A. Kok, Haarlem; J. W. Kremer, Haarlem; H.
Leen, Haarlem; S. Ouwerkerk, Haarlem; E. M.
van Riessen, Bloemendaal; H. J. Ruitenberg,
Haarlem; E. Rijbroek, Haarlem; J. H. Teut-,
scher, Haarlem; D. v. Zon, Haarlem.
Afgewezengeen.
Bevorderd van de le naar de 2e klasse
huishoudkundige: A. M. Bolhuis, Haarlem, J.
van Engers, Haarlem, P. Florijn, Heemstede.
C. A. Hultzer, Aerdenhout, G. Hijlkema, Hil
legom, M. Joustra, Haarlem, A. H. C. Kout,
Overveen, A M. Kuit, Haarlem, G. H. de
Waal Malefijt, Overveen, A. A. Nederkoorn,
Haarlem, S. Nieuwenhuis, Lisse, M. C. Plai-
sier, Heemstede, J. H. Schelling, Heemstede,
W. L. Siebelink, Haarlem, A. M. Zaal, IJmui-
den, P. W. Lasschuit, Haarlem.
Niet bevorderd geen
Bevorderd van de le naar de 2e klasse hulp
in de huishouding: M. M. Biesheuvel, Hoofd
dorp. L. Bol. Zandvoort, M. van Buuren,
Haarlem, E. van Eykern, Haarlem, M. Hoog
land, Overveen, A. J. v. d. Leek, Haarlem, H.
C. M. Ligretmoed, Haarlem; H. C. L.
Montijn, Haarlem; G. Peen, Heemstede,
T. v. d. Putte, IJmuiden, T. Vink, Haarlem,
H. A. Trentz Coppens, Heemstede, G. J. Kooy,
Haarlem, Voorwaardelijk: E. van Egmont,
Heemstede, N. Hartog, Aerdenhout, E. W.
Sonius, Haarlem, W. F. Weyntjes, Aerden
hout.
Niet bevorderd een.
Van de costuumklasse zijn bevorderd: P.
v. d. Gruyter, Haarlem, J. P. v. de. Ham, Bloe
mendaal, A. S. van Hinte, Haarlem; M. de Kok
Haarlem, J. Lycklama a Nijeholt, Haarlem,
C. A. de Munnik, Haarlem, E. J. den Doelder,
Haarlem, G. A. Lavèn, Haarlem, W. G. Suur-
land, Haarlem.
Niet bevorderd geen.
Bevorderd van de le naar de 2e voorberei
dende klasse:
T. Alkema, Haarlem; D. G. C. Beutler, Sant
poort; H. v. d. Brink, Overveen; I. Kahle.
Santpoort; J. Kalf, Haarlem; M. I. de Lee,
Haarlem; W. de Lijn, Haarlem; H. Scheeper,
Haarlem; A. J. Zandstra. Overveen; J. EL v. d.
Akker, Santpoort; M. van Ee, Haarlem; H.
Hidding, Santpoort: A. de Hoop, Overveen;
H. M. Korving, Haarlem; E. de Kroon, Haar
lem; H. Kruiswijk, Haarlem; M. Sikkens,
Bloemendaal; S. H. Starrenberg, Santpoort;
W. Steenken, Haarlem; Z. Visser, IJmuiden;
C. Wagenmaker. Voorhout; L. W. van Zanten,
Haarlem; C. Bak. Haarlem, A. Boeser, Haar
lem; A. Buist, Haarlem; A. C. Donker, Sant
poort; S. Gerbehij, Haarlem; C. T. Geutskens,
Haarlem; A. J. Hagen, Haarlem; C. F. v. d.
Ham, Haarlem; M. v. d. Ham, Bloemendaal; J.
Koenes, Overveen; M. C. Kruyf, Haarlem; R.
H. Lugtmeier, Haarlem; B. Boerman, Aerden
hout; J. Slijkhuis, Santpoort; J. H. Smits,
Haarlem; C. L. Strating, IJmuiden; E. Vau-
pell, Haarlem; E. C. Veen, Overveen.
Voorwaardelijk bevorderd: B. van Asselt,
Haarlem; P. H. Buhre, Santpoort; A. Huizing,
Haarlem; J. Steenbergen, Haarlem; M. Vene
ma, Haarlem; K. de Vries, Haarlem; W.
Wittekoek, Haarlem: J. M. Holst, Overveen.
Naar de le jaars klasse hulp in de huishou
ding gaan: W. Snoek, Driehuis; T. Kraaye-
veld, Heemstede; E. Lam, Heemstede; M. C.
Zuilhof, Haarlem.
Niet bevorderd: 9.
Bevorderd van de le naar de 2e klasse mid
dagcursus: C. A. Abspoel, Haarlem; C. W. Dek
ker, Haarlem, A. W. v. d. Domhof, Haarlem; P.
van Gend, Haarlem: J. E. Hoogervorst, Haar
lem; M. v. Loevezijn, Haarlem; H. Ouwer
kerk, Haarlem; G. Pesman, Haarlem, C. D.
Roosen, Haarlem; G. Spanjer, Haarlem; C. M.
Spijker, Haarlem; J. Teljeur, Haarlem; A. A.
Zeilmaker, Haarlem; T. Bartels, Haarlem; J.
Blok, Haarlem; C. van Heerden, Haarlem; E.
B. van Hoven, Haarlem; G. v. d. Meye, Zand
voort; A. S. Poen, Haarlem; A. de Ronde,
Zandvoort; H. M. Smit, Haarlem; H. G. C. v. d.
Steeg, Haarlem.
Voorwaardelijk bevorderd: M. Cats, Haar
lem; N. de Ridder, Haarlem; K. Westra, Haar
lem; G. Wijtvliet, Haarlem: W. Bakker. Haar
lem; A. M. Heykoop, Haarlem.
Niet bevorderd 4.
AANKONDIGING.
Wij ontvingen van het bestuur der A.N.V.V.
een aantal brochures in het Italiaansch,
Engelsch en Fransch van reclame voor Ned.
Badplaatsen.
Vooral het Italiaansche boekje, dat ons de
voornaamste bezienswaardigheden toont van
Nederland, is het bezien zeker ward.
Keuringsdienst van Waren.
Het verslag over 1936.
Verschenen is het verslag van den Keu
ringsdienst van Waren voor het gebied Haar
lem over het jaar 1936. samengesteld door
den directeur, den heer C. J. Mieras. We ont
leenen er het volgende aan:
Op 1 Januari trad de nieuwe Warenwet in
werking maar gedurende de beide eerste
maanden bleef krachtens het besluit van 31
December 1935 de oude gebiedsindeeling ge
handhaafd. Bij besluit van 24 Januari 1936,
dat op 5 Maart d.a.v. nog nog eenige wijziging
onderging, werd de nieuwe gebiedsindeeling
afgekondigd. Ingevolge dit besluit bleef een
Keuringsdienst te Haarlem gevestigd, maar
werden de gemeenten, gelegen ten noorden
van het Noordzeekanaal, voor zoover ze voor
den tijd tot het gebied Haarlem behoorden,
gevoegd bij het gebied Alkmaar, terwijl die
van het opgeheven gebied Leiden, behoudens
enkele kleine gemeenten, bij het gebied
Haarlem werden gevoegd.
Het aantal inwoners, naar de telling op 1
Januari 1936 bedroeg van het oude gebied
358,270 van het nieuwe gebied 491,604.
De wijziging der gebiedsindeeling, de uit
breiding van het terrein en de invoering van
de belasting waren van grooten invloed op
de werkzaamheden. De administratie van het
voormalige gebied Leiden moest geheel in
orde worden gebracht, zoodat deze in over
eenstemming kwam met den tegenwoordigen
toestand en met de administratie, zooals die
hier goed voldeed.
Ook in het nieuwe gebied werd begonnen,
alle bakkers, melkverkoopers, slagers, kruide
niers, drogisten, enz. aan een geregelde con
trole te onderwerpen en daarbij na te gaan of
alle bepalingen krachtens de Warenwet gege
ven, werden nageleefd. In den beginne vor
derde één en ander zeer veel tijd, zoodat dit
jaar het toezicht niet zoo vaak kon plaats heb
ben als noodig is.
Door den veerarts van den dienst werd op
ongeregelde tijden controle op de visch, die
door vischhandelaren in hun winkels en op
straat in alle gemeenten werd verkocht, uitge
oefend. Door ernstige waarschuwingen werden
de verkoopers er toe gebracht, zorg voor de
hoedanigheid van hun waar te dragen, zoodat
afkeuring bij onverwachte controle, langza
merhand een zeldzaamheid wordt. In enkele
gevallen werd een vervolging ingesteld.
Eveneens werden door hem, de verkoop
plaatsen en slachtgelegenheden van handela
ren in wild en gevogelte geïnspecteerd en
straatventers in deze waren aangehouden. 195
malen werden gestorven en zieke dieren ge
heel of gedeeltelijk afgekeurd.
In den winter werd een begin gemaakt met
stalcontröle, waarbij in het bijzonder aan vee,
lijdende aan open tuberculose, aandacht zal
worden geschonkerDe markten werden
geregeld bezocht.
Bezocht werden 206 markten, kermissen,
enz., gecontroleerd 925 bakkerijen. 1743 melk-
bedrijven en 10.376 andere bedrijfslokalen
(winkels, pakhuizen, fabrieken, venters, enz.)
zoodat in totaal 13044 inspecties werden ver
richt.
Onderzocht werden 18353 monsters, nl.
15097 melk en melkproducten, 3052 van
andere waren en 204 diversen.
Afgekeurd werden 669 partijen van ver
schillende waren, waaronder 118 visch en 122
wild en gevogelte. In totaal was dit een hoe-
veelheir van 13710,9 K.G.. 385 Liter en 1732
flesschen, waaronder 11253 K.G, visch, ge
deeltelijk aan de vischhal te IJmuiden.
Opgemaakt werden 87 processen-verbaal,
nl. wegens overtreding van het Broodbesluit
37, van het Melkbesluit 35. van het Vleesch-
warenbesluit 6, van het Kaasbesluit 3, van het
Oliën en Vettenbesluit 2. en voor ondeugdelij
ke visch en kippen ieder 2.
Gegeven werden naar aanleiding van de
onderzoekingen op het laboratorium 1199
waarschuwingen.
Onderzocht werden 33 monsters port en 32
diverse wijnen. Van veel monsters port bleek
het alcoholgehalte onvoldoende te zijn.
Verschillende wijnsoorten werden aan het
oordeel van deskundige proevers onderwor
pen, waarbij het oorde.l vaak ongunstig bleek
te zijn. Enkele flinke partijen werden afge
keurd.
Azijn bleek vaak veel te laag azijnzuurge
halte te hebben, een enkele maal was zij
kunstmatig gekleurd.
Door de veranderigen in verband met de
wijziging der Wet, kon minder aan brood-
contróle worden gedaan dan de laatste jaren
in het oude gebied Haarlem het geval was. De
controle bleek echter wel zeer noodig te zijn.
De indruk werd verkregen, dat in het nieuwe
gebied veel op het brood viel aan te merken,
zoowel wegens te geringe hoeveelheid droge
stof in het brood als wel door het verwerken
van onvoldoende melk in melkbrood. Behalve
in enkele gevallen, werd aanvankelijk waar
schuwend opgetreden..
Hoewel het aantal malen, dat bakkers be
zocht werden en monsters genomen werden,
geringer was dan het vorige jaar, was thans
het aantal afwijkende brooden grooter. Eén
bakker bakte brood, dat hij als z.g. oud brood
verkocht, van een extra laag gewicht.
Deze werd 2 maal vervolgd.
Door sommige bakkers werd gebruik ge
maakt van minerale olie en wonderolie voor
het insmeren van broodblikken. Dit gebruik
werd verboden.
Op enkele monsters melkchocolade moest
aanmerking gemaakt worden wegens aanwe
zigheid van te weinig melkbestanddeelen.
Eenige monsters cacao waren schimmelig of
bestonden uit magere cacao. Veel voorraden
chocoladepastei moesten worden afgekeurd
wegens onvoldoende samenstelling en in het
bijzonder wegens ontwikkeling van schimmel.
Dit jaar konden slechts 224 monsters con
sumptieijs worden onderzocht. De bacteriolo
gische toestand was verbeterd. Het gehalte
aan room in roomijs liet zeer veel te wenschen
over.
Onderzocht werden 155 monsters huishoud-
jam, 86 bessensap, 50 tomatenpuree, 85 li
monadesiroop, 26 vruchtensaus en 82 andere
dergelijke waren. De samenstelling van 40
monsters huishoudjam was onvoldoende. Be
langrijke partijen werden afgekeurd.
Verschillende malen moest nog aanmerking
worden gemaakt op den verkoop van gekleur
de macaroni, enkele malen op gekleurd pa
neermeel.
De melkcontröle werd belangrijk beïnvloed
door de verandering in de gebiedsindeeling
en hetgeen daarmede verband hield.
Bij de controle der melkverkoopers in het
nieuwe gebied, bleken verscheidene niet in
het bezit te zijn van een geldige vergunning,
zooals door het Melkbesluit verplicht is ge
steld, terwijl ook in vele gevallen door melk
verkoopers waren werden verkocht, welke
krachtens art. 31 van genoemd Besluit on
toelaatbaar zijn; in het bijzonder had dit
met vleeschwaren plaats. Aan enkele van
hen, woonachtig te Leiden werd, daar deze
toestand ontoelaatbaar was, bericht, dat de
hun verleende vergunning als ongeldig werd
beschouwd, krachtens art. 29, sub 5 van het
Melkbesluit. Toen zij toch het bedrijf op den
zelfden voet voortzetten, werd tegen hen
proces-verbaal opgemaakt wegens het niet
hebben van een geldige vergunning, waarop
veroordeeling volgde. Hetzelfde resultaat
werd bereikt bij een melkverkooper. die in
het geheel geen melklokaal had, maar ge
bruik maakte van een oud papier, dat reeds
lang vervallen was.
Het meest opmerkelijk is de stijging van
het aantal en het percentage monsters dat
water bleek te bevatten.
Verschillende vervalschingen werden op
gespoord, zooals de laatste jaren zelden wer
den geconstateerd. In verband daarmede was
het aantal processen-verbaal thans grooter.
Tegen melkverkoopers en veehouders samen
werden 15 processen-verbaal opgemaakt we
gens watertoevoeging, 2 voor melk met te
laag vetgehalte, 8 voor vuile melk, 6 wegens
het niet hebben van een vergunning, 1 voor
geen naam en adres op voertuig en 1 voor
het aanduiden van taptemelk als melk.
Bezwaar moest worden gemaakt tegen re
clame met de vermelding „Tuberculose vrije
melk," omdat hiervoor geen toestemming
was verleend.
Zoo dikwijls dit mogelijk was, werd in alle
gemeenten waar gepasteuriseerde melk werd
verkocht, hiervan monsters genomen. Bij
onderzoek van 356 monsters bleek 10 maal
het vetgehalte te laag, 4 bevatten wat wa
ter. 10 waren bacteriologisch onvoldoende.
Daar karnemelk in het voormalige gebied
Leiden zeer veel verkocht wordt, werden hier
van veel meer monsters genomen dan het
vorige jaar. In sommige gemeenten liet de
samenstelling zeer veel te wenschen over.
Verder werden onderzocht 155 monsters
room en slagroom. 62 karnemelkspap, 105
taptemelk en diverse melkproducten. De
room en slagroom was 23 keer onvoldoende
verhit.
Onderzocht werden voorts 64 monsters pe
per, 49 mosterd, 45 nootmuscaat. 16 kaneel
en 11 diversen. De belangrijkste afwijking
was te veel water in mosterd en ondeugdelijk
heid van peper, die langen tijd bewaard was.
Boterolie bleek herhaaldelijk wat vreemde
olie te bevatten. Enkele monsters waren
kunstmatig gekleurd.
De volgende monsters werden onderzocht:
gekookte worst 428, leverworst 249, ongekook
te worst 43, leverpastei 83. vleeschextract,
bouillonblokjes, enz. 24. Bij beschouwing van
het totaal aantal monsters bleek het resul
taat van het onderzoek slechter te zijn dan
de laatste jaren het geval was. In het bij
zonder bleek gekookte worst vaak veel meel
te bevatten of salpeter; ook was deze wel
gekleurd.
In worst werd 49 maal te veel meel aan
getroffen, 29 maal te veel salpeter, 18 maal
kleurstof. In 37 van de 83 monsters leverpas
tei was te veel water verwerkt. Eenige pro
cessen-verbaal werden opgemaakt.
In een conserfzout voor slagerijen werd
een paar maal veel nitriet aangetroffen.
Mayonaise bleek met minerale olie bereid
te zijn. De samenstelling van kaas was niet
in overeenstemming met de aangebrachte
merken, terwijl de reclame, die hiervoor ge
maakt werd misleidend was.
Het verslag bevat tenslotte vele tabellen.
EEN ZONDERLING OP EEN
SNELVERKEERSWEG.
Gistermiddag bemerkten de automobilisten,
die den rijksweg bij Muiden passeerden, dat
zich een voetganger midden op den rijweg be
vond, die zich niet stoorde aan auto- of mo
torfietssignalen en midden op den weg bleef
loopen. Eenige malen scheelde het maar zeer
weinig of de man zou onder een auto geraakt
zijn. Gelukkig passee,rde juist de rijksveld
wachter van Muiden, die den zonderling aan
sprak en dadelijk den indruk kreeg, dat deze
niet over volledige geestelijke vermogens be
schikte. De veldwachter nam den man voor-
loopig mee naar zijn woning, en liet hem eerst
flink eten, waaraan de zonderling in de eerste
plaats behoefte scheen te hebben. Toen gelei
delijk kwam vast te staan, dat hij in Haar
lem thuïsbehoorde, stelde burgemeester Th.
C. D. Coops zich telefonisch met de politie al
daar in verbinding en nu bleek, dat de zonder
ling reeds twee dagen geleden van zijn fami
lieleden, bij wie hij inwoonde, was weggeloo-
pen, waarvan bij de politie aangifte was ge
daan. Een familielid begaf zich per auto van
Haarlem naar Muiden en bracht den zonder
ling weer veilig thuis.
APARTE KAZAK VOOR GEWONE FIGUREN
O)
De kazak biedt ons vele mogelijkheden. Al
lereerst de mogelijkheid om er een gekleed
toiletje (met een langen rok) zoowel als een
middagtoiletje (met een korten rok) van te
maken. Een andere mogelijkheid, die de ka
zak biedt, is, dat men van een ouderwetsch
geworden japonnetje zoo gemakkelijk een
aardige kazak kan maken.
Allemaal mogelijkheden dus, die de zuinige
huisvrouw benutten kan. Voor de elegante
kazak op onze afbeelding heeft men 3 me
ter bedrukte zijde van 90 centimeter breedte
noodig. De aparte wijze, waarop de mouw is
ingezet en de gedrapeerde pas aan de hals,
geven het kleedingstuk een elegant cachet.
Het patroon is te verkrijgen in maat 46:
bovenwijdte: 107 centimeter; taillewijdte: 90
centimeter; heupwijdte: 120 centimeter.
Door het al of niet aanknippen van naden kan
men het patroon passend maken voor het
eigen figuur.
Ten einde de lezeressen het werken met
deze knippatronen te vergemakkelijken is
een korte handleiding ingesloten
Prijs van het patroon 26 ets. Het is van
heden af gedurende een week te verkrijgen
aan de bureaux van dit blad, Gr. Houtstraat
93 en Soendaplein 37.