g Met Frans Hals naar het Artisten-feest. ZATERDAG 24 JUEÏ 1937 HAAREEM'S DAGBEAD Kunst zij ons Doel." (1) Ik heb een wonderlijken droom gehad. Vreemd, vreemd was het allemaal, maar ik zal trachten het u te vertellen voorzoover je 'n droom tenminste precies kunt vertellen. Ik lag voor mijn siësta Zaterdag na tafel op mijn sofa en was juist ingesluimerd, toen de deur openging en een zwaar gebouwd, breed man op den drempel stond. Hij was heel zonderling gekleed, maar zijn gezicht met de vroolijke oogen, zijn snor en zijn sik kwamen mij bekend voor. „Goeien avond!" zei hij met een zware bas- stem en hij nam zijn breed geranden hoed met een zwierigen zwaai af. „Goeien avond", antwoordde ik, nog niet geheel wakker. „Wie is u. als ik vragen mag?' „Herken je mij niet!" lachte hij. „Ja, ja, ik heb je meer gezien, maar ik ben toch niet zeker „Frans!" riep hij en zijn stem klonk als een bronzen klok. „Frans?" Ik was er nog niet. Toen kwam het antwoord en het daverde door het huis: „Frans Hals!" Ik was opeens klaar wakker, stond recht op mijn voeten. „Meneer Hals?" stotterde ik. „Ja, laat dat meneer er maar af. Hals is vol doende. Meneer is goed voor den eersten den besten burgerman. Ik zou me d'er 'n beetje voor geneeren. Ze kennen me in de heele wereld niet anders dan als Frans Hals!" „Hoe komt u hierbij mij?" vroeg ik, geheel in de war door deze onverwachte ver schijning. „Ik kreeg het zoo stijf in mijn rug, daar op die lamme Houtbrug. Ik ken den kerel niet, die mij gemaakt heeft, maar is dat nou 'n houding om altijd zoo op die sprinkplank te staan. Ik zet het jou om zoo onbewegelijk als een paal met je rug tegen een muur te staan! Dat houd jij geen uur uit. En ik sta daar nou al een paar jaar zoo! Dat doe je ook niet voor je plezier!" „Arme kerel!" zei ik vol medelijden. „Ja, maar ik geef er de brui aan! Ik ben d'er afgesprongen. Niemand merkt daar wat van! Ze kijken toch nooit naar me om!" „En wat wou je nou doen?" vroeg ik. ,,'n Avondje uit!" antwoordde hij en hij smakte met zijn lippen. „Ze zeiden, dat ik voor het goeie adres bij jou moest wezen." „Hm, ja, zoo!" Mijn borst zwol van trots, bij de gedachte, dat Hals, de beroemde Frans Hals bij mij was gekomen. „Maar ik heb niet veel tijd. Eén avond maar!" zei hij. „Wat dunkt je van de bios?" Hals keek mij vragend aan. „De bioscoop!" lichtte ik toe. „Wat is dat voor 'n ding?" vroeg Hals. Ik trachtte het hem uit te leggen, maar hij weerde met beslist gebaar af. „Nee, nee, da's niets voor mij, niets voor 'n schilder!" ,,'n Dancing dan? Naar „Modern" bijvoor beeld? „Zijn daar meisjes?" vroeg Hals en zijn oogen begonnen te schitteren. „Natuurlijk!" antwoordde ik. „Vooruit dan maar!" riep Hals en hij was al in de gang. Maar op eens stond hij ver schrikt stil en keek erg beteuterd. ;',Als- de regenten dat maar goed vinden Wanneer ze het te hoor en krijgen, dat ik zoo aan de zwier ben geweest!" „Arme kerel!" zuchtte ik weer. Daar stond plotseling een andere Hals voor mij, de Hals van het oud-mannenhuis. Op eens viel mijn blik op een uitnoodiging van „Kunst zij ons Doel".... Artistenfeest ter voering van het 111-jarig bestaandat was wat voor Hals en ik stelde het hem voor. „Hop!" schreeuwde hij en hij was tegelijk weer de opgeruimde, vroolijke Frans. „Naar de broeders van St.-Lucas, naar de schilders bent. in m'n ouwe Haarlemmer Hout. Da's 'n idéé!" ,,'k Zal 'n sneltax bestellen!" ,,'n Wat?" vroeg Hals verbaasd. „Nou, zoo'n taxi met 'n pijl, zooals je eiken dag voorbij je ziet gaan op de Houtbrug!" legde ik uit. „Op de Houtbrug ben ik doof en blind, daar ben ik dood!" zei Hals en zijn stem klonk als uit het graf. „Maar nou leef ik! Vooruit!" riep hij en hij had zijn arm al onder den mijne ge stoken. „Niet in 'n koets. We gaan loopen, ouwe jongen!" Wij liepen getweeën door de Haarlemmer Hout, Frans Hals en ik. Bij elk paartje, dat wij passeerden, grinnikte Hals. „Er is niets veranderd in die paar honderd jaar!" lachte hij. Maar op eens stond hij ver wonderd stil. „Hoe komen die allen de stadspoort straks nog in? De poorten zijn toch al gesloten?" vroeg hij. merkbaar verrast. „Poorten zijn er niet meer, Hals. Jij staat op de plaats, waar eens de Houtpoort stond!" „Wat je zegt!" zei Hals en toen met 'n knipoogje: „Gelukkige jeugd!" „Je bent er!" riep ik, toen wij voor Dreef- zicht stonden. Hals begon onverwachts in den tuin van louter vreugde een kuitenflikker te slaan. De gedachte, dat hij zoo dadelijk te midden van zijn Haarlemsche kunstbroeders zou zijn, maakte hem blijkbaar geheel van streek. „Pas nou op! Als je zoo begint, dan laten ze je niet eens binnen!" „Mij niet? Frans Hals?" riep hij veront waardigd. Ik wist- niet, hoe ik hem tot bedaren moest brengen. Toen kreeg ik een idee. „De menschen hier zijn tegenwoordig erg voor het gezag. Als ze merken, dat jij zonder permissie van je plank op de brug bent af gesprongen, brengen ze je subiet terug! Ieder op zijn eigen plaats! zeggen ze." Dat hielp. Kalm gedwee ging hij met mij naar binnen. Wij zetten ons aan een tafeltje. „Wat zal 't wezen?" vroeg ik. Hals smakte met de lippen en riep: „Geef mij maar 'n kroes gerstenat!" „Münchener of Pils?" Weer keek Hals mij aan, als of hij het in Keulen hoorde donderen! „Bieruit 'n kruik!" was het eenige. wat hij antwoordde. Ik bestelde „twee Pils!" Zwijgend zat Hals naast mij, al maar rond kijkend naar de menschen om ons heen. Toen eindelijk, na een heele poos, zei hij: „De man nen zijn er niet op vooruitgegaan in die paar honderd jaar! Iesemieserige kereltjes en geen sjeuigheid an! Niks meer om te schilderen? Hoe maken ze nou in 's hemelsnaam tegen woordig 'n schuttersmaaltijd?" „Er zijn geen schutters meer!" lichtte ik hem in. .„Geen schutters?" „En de mannen dragen alleen nog maar effen zwart, zonder kant en zonder kleur. Kijk, daar heb je 'n rok, da's 't mooiste, wat 'n man van tegenwoordig dragen kan! En dat en ik wees op het pak van mijn buurman, ,,'n smoking!" „Bah, wat 'n wansmaak!" bromde Hals. Doch op eens begonnen zijn oogen te schit teren. Een breede lach kwam om zijn mond en hij zei, zoo hard, dat allen om ons tafeltje het konden hooren: „Maar de vrouwen, da's in orde, hoor!" „Sssst" siste ik verschrikt. „Mag je dat niet meer zeggen!" vroeg Hals. „Ja, maar niet zoo hard!" „En ik ben hier bij de schildersbent!" „Jawel, maar we zijn in die paar honderd jaar wat stijver geworden!" legde ik uit. „Zoo. nou dat zou je anders niet zeggen!" en Hals keek lachend naar een dame met zwaar décolleté. „En zooals ze tegenwoordig dansennee, zeg mij maar niets meer, met je stijfheid!" Dat moesten m'n oude re gentessen eens zien! Die bestierven het van de schrik!" een Hals bulderde van den lach. Opnieuw zweeg hij 'n tijd. Toen zei hij weer met dienzelfden breeden lach: „De vrouwtjes, dat's aardig spul tegenwoordig. Al lemaal even jong en fleurig. En wij behoeven hun gezichten niet meer te schilderen, dat doen ze zelf al, zie ik!" Een saxophoon en een trompet begonnen om het hardst te gillen. „Noemen jullie dat tegenwoordig muziek?" vroeg Hals. ,,'n Jazz!" lichtte ik hem in. Hals bromde: „En dan zeggen ze nog, dat de wereld vooruit is gegaan!" Toen, opeens stond hij op en zei: „Vooruit, nou moet je mij m'n collega's van tegen woordig eens aanwijzen!" Zie je dien donkere, ernstige, met dien baard? Dat is Boot, de primus van avond. Hij is voorzitter van het schilderscollege. Hals knikte. „En daar, die deftige meneer, dat is Buis man, en die daar met dat kale knikkertje Grootens en daar heb je Wesseling, je weet wel, die dikwijls ook voor Haarlem's Dagblad teekent!" „Nee, dat weet ik niet!" onderbrak Hals mij. „O, da's waar ook, jij leest geen kranten. En daar heb je Olf „Dat mag ik" zei Frans Hals. „Die is ten minste anders gekleed, fleuriger, dan de an deren. Daar houd ik van!" Toen legde hij zijn zware hand op mijn schouder en vroeg: „En waar is mijn huisbe waarder nou?" „Wie?" vroeg ik verbaasd. „Wel, Gratama! Hij komt eiken morgen langs mij, als hij naar het museum gaat!" Vreemd, nu wist Hals plotseling zich weer iets uit zijn bestaan op de brug te herinne ren. „Hij is er niet!" antwoordde ik. „Jammer! vond Hals. „Ik had graag eens met hem kennis gemaakt, omdat hij mij zoo mooi schoon gewasschen heeft." Er werd een teekenfilm vertoond en een schimmenspel van Dante en Beatrys. Hals lachte glunder. „Nou merk ik dat ze nog vroolijk kunnen zijn, de broeders van St.-Lucas I" zei hij en hij sloeg mij op mijn schouder. Achter een groene tafel op het podium na men drie heeren plaats en de verkoop van schilderijen begon. „800 gulden! 900 gulden! duizend! elf honderd!" gilden ze in de zaal. Hals zat star-verbaasd naast mij. Zijn mond ging wijd open en zijn oogen puilden bijna uit hun kassen. „Elf honderd gulden? Voor dat kleine schil derijtje? Ik kreeg nog niet 'n tiende voor 'n schuttersmaaltijd! En je zei me, dat het zoo'n slechte tijd is!" „Ja wel, maar dat zijn geen echte guldens; ze betalen met inflatieguldens!" lichtte ik hem in. „Met wat?" vroeg Hals. Ik trachtte hem uit te leggen, wat inflatie beteekende, maar het werd mij duidelijk, dat hij reeds te veel bier had gedronken om mij te begrijpen. „Zij koopen die dingetjes om noodlijdende schilders te helpen!" legde ik hem uit. „Komen die tegenwoordig dan niet meer in het oude mannenhuis, zooals ik? En krijgen ze geen turven meer van de stad?" „Nee, daar zorgen nu de kunstbroeders voor, de leden van Kunst zij ons Doel". Zag ik goed? Glinsterde daar een traan in Hals' oog? Was het van ontroering of kwam het door het bier?" „Meneer, wordt u wakker! Het is 8 uur!" Het was ons dienstmeisje, dat mij wekte. Op de tafel lag de uitnoodiging voor den artistenavond van Kunst zij ons Doel, maar Frans Hals was verdwenen. Waarom zou ik tot de werkelijkheid terug- keeren, nu ik zoo'n wonderlijken droom heb gehad. J. B. SCHUIL. 11 Het is op verzoek van eenigen onzer lezers, dat wij deze „fantasie" die de heer Schuil na het feest van „Kunst zij ons Doel" voor ons blad op 1 Mei 1933 schreef en die thans weer actueel is geworden, nog eens plaatsen. PROT. CHR. NIJVERHEIDSSCHOOL. Aan de Prot. Chr. Nijverheidsschool in de Tetterodestraat werden de volgende getuig schriften uitgereikt: Het getuigschrift van de voorbereidende klasse aan: J. F. Alofs, Haarlem; G. de Boo, Hoofddorp; G. Duits, Haarlem; E. Dijkstra, Santpoort; P. H. van Ewijk, Haarlem; A. P. Heijkoop, Haarlem; G. Hoffies, Haarlem; C. van Iperen, Heemstede; C. de Koningh, Haar lem; G. Poppen, Haarlem; W. van Pruissen, Haarlem; A. Sepers, Haarlem; A, Timmer mans, Haarlem; E. M. Traanberg, Bloemen- daal; M. H. Venema, Haarlem; B. W. Walet, Heemstede; J. M. Wassink, Haarlem; N. Been hakker, Haarlem; J. Broekmeulen, Santpoort; A. E. den Engelse, Haarlem; H. van Giessel, Haarlem; D. v. d. Ham, Haarlem; J. M. M. Kater, Haarlem; E. Klaassen, Haarlem; S. P. v. d. Klugt, Haarlem; G. W. Kuipers, Haarlem; J. Kuykhoven, Haarlem; A. C. van Leersum, Haarlem; G. T. Maarse, Haarlem; M. Noest, Santpoort; D. Oudkerk, Haarlem; M. M. Peek, Haarlem; W. A. Roorda, Santpoort; M. A. de Ruigh, Haarlem: M. Smallegange, Haarlem; T. A. Sohl, Haarlem; T. L. M. Stomphorst, Haarlem; C. C. van Bergen, Haarlem; A C. Brouwer, Haarlem; M. Bruin, Haarlem; N. Calandt, Haarlem; R. Dercksen, Santpoort; N. Hart, Haarlem; M. E. A. v. d. Hoek, Haar lem; J. J. Horselenberg, Haarlem; E. Kalf, Haarlem; D. Kooymans, Haarlem; F. Kruiver, Haarlem; A. Kunnen, Haarlem; J. de Ridder, Haarlem; W. J. v. Schagen, Haarlem; G. Schraa, Haarlem, A. van Schuppen, Haarlem; M. E. v. d. Velde, Haarlem; H. v. d. Veen. Haarlem. Afgewezen 5. Het getuigschrift „Costuumnaaister" be haalden: P. Boekman, Hillegom; J. M. T. Boe- ser, Haarlem; M. Oly, Haarlem. Afgewezen geen. Het getuigschrift „huisnaaister" werd uit gereikt aan F. W. Groenveld, Nieuw Vennep. Het getuigschrift van den twee jarigen mid dagcursus werd uitgereiktaan: J. Aardema, Haarlem; M. Bakker, Haarlem; J. J. M. de Bruin, Haarlem; G. C. Eelman, Haarlem; M. E. Eenkhoorn, Haarlem; E. de Jong, Haarlem; A. Kok, Haarlem; J. W. Kremer, Haarlem; H. Leen, Haarlem; S. Ouwerkerk, Haarlem; E. M. van Riessen, Bloemendaal; H. J. Ruitenberg, Haarlem; E. Rijbroek, Haarlem; J. H. Teut-, scher, Haarlem; D. v. Zon, Haarlem. Afgewezengeen. Bevorderd van de le naar de 2e klasse huishoudkundige: A. M. Bolhuis, Haarlem, J. van Engers, Haarlem, P. Florijn, Heemstede. C. A. Hultzer, Aerdenhout, G. Hijlkema, Hil legom, M. Joustra, Haarlem, A. H. C. Kout, Overveen, A M. Kuit, Haarlem, G. H. de Waal Malefijt, Overveen, A. A. Nederkoorn, Haarlem, S. Nieuwenhuis, Lisse, M. C. Plai- sier, Heemstede, J. H. Schelling, Heemstede, W. L. Siebelink, Haarlem, A. M. Zaal, IJmui- den, P. W. Lasschuit, Haarlem. Niet bevorderd geen Bevorderd van de le naar de 2e klasse hulp in de huishouding: M. M. Biesheuvel, Hoofd dorp. L. Bol. Zandvoort, M. van Buuren, Haarlem, E. van Eykern, Haarlem, M. Hoog land, Overveen, A. J. v. d. Leek, Haarlem, H. C. M. Ligretmoed, Haarlem; H. C. L. Montijn, Haarlem; G. Peen, Heemstede, T. v. d. Putte, IJmuiden, T. Vink, Haarlem, H. A. Trentz Coppens, Heemstede, G. J. Kooy, Haarlem, Voorwaardelijk: E. van Egmont, Heemstede, N. Hartog, Aerdenhout, E. W. Sonius, Haarlem, W. F. Weyntjes, Aerden hout. Niet bevorderd een. Van de costuumklasse zijn bevorderd: P. v. d. Gruyter, Haarlem, J. P. v. de. Ham, Bloe mendaal, A. S. van Hinte, Haarlem; M. de Kok Haarlem, J. Lycklama a Nijeholt, Haarlem, C. A. de Munnik, Haarlem, E. J. den Doelder, Haarlem, G. A. Lavèn, Haarlem, W. G. Suur- land, Haarlem. Niet bevorderd geen. Bevorderd van de le naar de 2e voorberei dende klasse: T. Alkema, Haarlem; D. G. C. Beutler, Sant poort; H. v. d. Brink, Overveen; I. Kahle. Santpoort; J. Kalf, Haarlem; M. I. de Lee, Haarlem; W. de Lijn, Haarlem; H. Scheeper, Haarlem; A. J. Zandstra. Overveen; J. EL v. d. Akker, Santpoort; M. van Ee, Haarlem; H. Hidding, Santpoort: A. de Hoop, Overveen; H. M. Korving, Haarlem; E. de Kroon, Haar lem; H. Kruiswijk, Haarlem; M. Sikkens, Bloemendaal; S. H. Starrenberg, Santpoort; W. Steenken, Haarlem; Z. Visser, IJmuiden; C. Wagenmaker. Voorhout; L. W. van Zanten, Haarlem; C. Bak. Haarlem, A. Boeser, Haar lem; A. Buist, Haarlem; A. C. Donker, Sant poort; S. Gerbehij, Haarlem; C. T. Geutskens, Haarlem; A. J. Hagen, Haarlem; C. F. v. d. Ham, Haarlem; M. v. d. Ham, Bloemendaal; J. Koenes, Overveen; M. C. Kruyf, Haarlem; R. H. Lugtmeier, Haarlem; B. Boerman, Aerden hout; J. Slijkhuis, Santpoort; J. H. Smits, Haarlem; C. L. Strating, IJmuiden; E. Vau- pell, Haarlem; E. C. Veen, Overveen. Voorwaardelijk bevorderd: B. van Asselt, Haarlem; P. H. Buhre, Santpoort; A. Huizing, Haarlem; J. Steenbergen, Haarlem; M. Vene ma, Haarlem; K. de Vries, Haarlem; W. Wittekoek, Haarlem: J. M. Holst, Overveen. Naar de le jaars klasse hulp in de huishou ding gaan: W. Snoek, Driehuis; T. Kraaye- veld, Heemstede; E. Lam, Heemstede; M. C. Zuilhof, Haarlem. Niet bevorderd: 9. Bevorderd van de le naar de 2e klasse mid dagcursus: C. A. Abspoel, Haarlem; C. W. Dek ker, Haarlem, A. W. v. d. Domhof, Haarlem; P. van Gend, Haarlem: J. E. Hoogervorst, Haar lem; M. v. Loevezijn, Haarlem; H. Ouwer kerk, Haarlem; G. Pesman, Haarlem, C. D. Roosen, Haarlem; G. Spanjer, Haarlem; C. M. Spijker, Haarlem; J. Teljeur, Haarlem; A. A. Zeilmaker, Haarlem; T. Bartels, Haarlem; J. Blok, Haarlem; C. van Heerden, Haarlem; E. B. van Hoven, Haarlem; G. v. d. Meye, Zand voort; A. S. Poen, Haarlem; A. de Ronde, Zandvoort; H. M. Smit, Haarlem; H. G. C. v. d. Steeg, Haarlem. Voorwaardelijk bevorderd: M. Cats, Haar lem; N. de Ridder, Haarlem; K. Westra, Haar lem; G. Wijtvliet, Haarlem: W. Bakker. Haar lem; A. M. Heykoop, Haarlem. Niet bevorderd 4. AANKONDIGING. Wij ontvingen van het bestuur der A.N.V.V. een aantal brochures in het Italiaansch, Engelsch en Fransch van reclame voor Ned. Badplaatsen. Vooral het Italiaansche boekje, dat ons de voornaamste bezienswaardigheden toont van Nederland, is het bezien zeker ward. Keuringsdienst van Waren. Het verslag over 1936. Verschenen is het verslag van den Keu ringsdienst van Waren voor het gebied Haar lem over het jaar 1936. samengesteld door den directeur, den heer C. J. Mieras. We ont leenen er het volgende aan: Op 1 Januari trad de nieuwe Warenwet in werking maar gedurende de beide eerste maanden bleef krachtens het besluit van 31 December 1935 de oude gebiedsindeeling ge handhaafd. Bij besluit van 24 Januari 1936, dat op 5 Maart d.a.v. nog nog eenige wijziging onderging, werd de nieuwe gebiedsindeeling afgekondigd. Ingevolge dit besluit bleef een Keuringsdienst te Haarlem gevestigd, maar werden de gemeenten, gelegen ten noorden van het Noordzeekanaal, voor zoover ze voor den tijd tot het gebied Haarlem behoorden, gevoegd bij het gebied Alkmaar, terwijl die van het opgeheven gebied Leiden, behoudens enkele kleine gemeenten, bij het gebied Haarlem werden gevoegd. Het aantal inwoners, naar de telling op 1 Januari 1936 bedroeg van het oude gebied 358,270 van het nieuwe gebied 491,604. De wijziging der gebiedsindeeling, de uit breiding van het terrein en de invoering van de belasting waren van grooten invloed op de werkzaamheden. De administratie van het voormalige gebied Leiden moest geheel in orde worden gebracht, zoodat deze in over eenstemming kwam met den tegenwoordigen toestand en met de administratie, zooals die hier goed voldeed. Ook in het nieuwe gebied werd begonnen, alle bakkers, melkverkoopers, slagers, kruide niers, drogisten, enz. aan een geregelde con trole te onderwerpen en daarbij na te gaan of alle bepalingen krachtens de Warenwet gege ven, werden nageleefd. In den beginne vor derde één en ander zeer veel tijd, zoodat dit jaar het toezicht niet zoo vaak kon plaats heb ben als noodig is. Door den veerarts van den dienst werd op ongeregelde tijden controle op de visch, die door vischhandelaren in hun winkels en op straat in alle gemeenten werd verkocht, uitge oefend. Door ernstige waarschuwingen werden de verkoopers er toe gebracht, zorg voor de hoedanigheid van hun waar te dragen, zoodat afkeuring bij onverwachte controle, langza merhand een zeldzaamheid wordt. In enkele gevallen werd een vervolging ingesteld. Eveneens werden door hem, de verkoop plaatsen en slachtgelegenheden van handela ren in wild en gevogelte geïnspecteerd en straatventers in deze waren aangehouden. 195 malen werden gestorven en zieke dieren ge heel of gedeeltelijk afgekeurd. In den winter werd een begin gemaakt met stalcontröle, waarbij in het bijzonder aan vee, lijdende aan open tuberculose, aandacht zal worden geschonkerDe markten werden geregeld bezocht. Bezocht werden 206 markten, kermissen, enz., gecontroleerd 925 bakkerijen. 1743 melk- bedrijven en 10.376 andere bedrijfslokalen (winkels, pakhuizen, fabrieken, venters, enz.) zoodat in totaal 13044 inspecties werden ver richt. Onderzocht werden 18353 monsters, nl. 15097 melk en melkproducten, 3052 van andere waren en 204 diversen. Afgekeurd werden 669 partijen van ver schillende waren, waaronder 118 visch en 122 wild en gevogelte. In totaal was dit een hoe- veelheir van 13710,9 K.G.. 385 Liter en 1732 flesschen, waaronder 11253 K.G, visch, ge deeltelijk aan de vischhal te IJmuiden. Opgemaakt werden 87 processen-verbaal, nl. wegens overtreding van het Broodbesluit 37, van het Melkbesluit 35. van het Vleesch- warenbesluit 6, van het Kaasbesluit 3, van het Oliën en Vettenbesluit 2. en voor ondeugdelij ke visch en kippen ieder 2. Gegeven werden naar aanleiding van de onderzoekingen op het laboratorium 1199 waarschuwingen. Onderzocht werden 33 monsters port en 32 diverse wijnen. Van veel monsters port bleek het alcoholgehalte onvoldoende te zijn. Verschillende wijnsoorten werden aan het oordeel van deskundige proevers onderwor pen, waarbij het oorde.l vaak ongunstig bleek te zijn. Enkele flinke partijen werden afge keurd. Azijn bleek vaak veel te laag azijnzuurge halte te hebben, een enkele maal was zij kunstmatig gekleurd. Door de veranderigen in verband met de wijziging der Wet, kon minder aan brood- contróle worden gedaan dan de laatste jaren in het oude gebied Haarlem het geval was. De controle bleek echter wel zeer noodig te zijn. De indruk werd verkregen, dat in het nieuwe gebied veel op het brood viel aan te merken, zoowel wegens te geringe hoeveelheid droge stof in het brood als wel door het verwerken van onvoldoende melk in melkbrood. Behalve in enkele gevallen, werd aanvankelijk waar schuwend opgetreden.. Hoewel het aantal malen, dat bakkers be zocht werden en monsters genomen werden, geringer was dan het vorige jaar, was thans het aantal afwijkende brooden grooter. Eén bakker bakte brood, dat hij als z.g. oud brood verkocht, van een extra laag gewicht. Deze werd 2 maal vervolgd. Door sommige bakkers werd gebruik ge maakt van minerale olie en wonderolie voor het insmeren van broodblikken. Dit gebruik werd verboden. Op enkele monsters melkchocolade moest aanmerking gemaakt worden wegens aanwe zigheid van te weinig melkbestanddeelen. Eenige monsters cacao waren schimmelig of bestonden uit magere cacao. Veel voorraden chocoladepastei moesten worden afgekeurd wegens onvoldoende samenstelling en in het bijzonder wegens ontwikkeling van schimmel. Dit jaar konden slechts 224 monsters con sumptieijs worden onderzocht. De bacteriolo gische toestand was verbeterd. Het gehalte aan room in roomijs liet zeer veel te wenschen over. Onderzocht werden 155 monsters huishoud- jam, 86 bessensap, 50 tomatenpuree, 85 li monadesiroop, 26 vruchtensaus en 82 andere dergelijke waren. De samenstelling van 40 monsters huishoudjam was onvoldoende. Be langrijke partijen werden afgekeurd. Verschillende malen moest nog aanmerking worden gemaakt op den verkoop van gekleur de macaroni, enkele malen op gekleurd pa neermeel. De melkcontröle werd belangrijk beïnvloed door de verandering in de gebiedsindeeling en hetgeen daarmede verband hield. Bij de controle der melkverkoopers in het nieuwe gebied, bleken verscheidene niet in het bezit te zijn van een geldige vergunning, zooals door het Melkbesluit verplicht is ge steld, terwijl ook in vele gevallen door melk verkoopers waren werden verkocht, welke krachtens art. 31 van genoemd Besluit on toelaatbaar zijn; in het bijzonder had dit met vleeschwaren plaats. Aan enkele van hen, woonachtig te Leiden werd, daar deze toestand ontoelaatbaar was, bericht, dat de hun verleende vergunning als ongeldig werd beschouwd, krachtens art. 29, sub 5 van het Melkbesluit. Toen zij toch het bedrijf op den zelfden voet voortzetten, werd tegen hen proces-verbaal opgemaakt wegens het niet hebben van een geldige vergunning, waarop veroordeeling volgde. Hetzelfde resultaat werd bereikt bij een melkverkooper. die in het geheel geen melklokaal had, maar ge bruik maakte van een oud papier, dat reeds lang vervallen was. Het meest opmerkelijk is de stijging van het aantal en het percentage monsters dat water bleek te bevatten. Verschillende vervalschingen werden op gespoord, zooals de laatste jaren zelden wer den geconstateerd. In verband daarmede was het aantal processen-verbaal thans grooter. Tegen melkverkoopers en veehouders samen werden 15 processen-verbaal opgemaakt we gens watertoevoeging, 2 voor melk met te laag vetgehalte, 8 voor vuile melk, 6 wegens het niet hebben van een vergunning, 1 voor geen naam en adres op voertuig en 1 voor het aanduiden van taptemelk als melk. Bezwaar moest worden gemaakt tegen re clame met de vermelding „Tuberculose vrije melk," omdat hiervoor geen toestemming was verleend. Zoo dikwijls dit mogelijk was, werd in alle gemeenten waar gepasteuriseerde melk werd verkocht, hiervan monsters genomen. Bij onderzoek van 356 monsters bleek 10 maal het vetgehalte te laag, 4 bevatten wat wa ter. 10 waren bacteriologisch onvoldoende. Daar karnemelk in het voormalige gebied Leiden zeer veel verkocht wordt, werden hier van veel meer monsters genomen dan het vorige jaar. In sommige gemeenten liet de samenstelling zeer veel te wenschen over. Verder werden onderzocht 155 monsters room en slagroom. 62 karnemelkspap, 105 taptemelk en diverse melkproducten. De room en slagroom was 23 keer onvoldoende verhit. Onderzocht werden voorts 64 monsters pe per, 49 mosterd, 45 nootmuscaat. 16 kaneel en 11 diversen. De belangrijkste afwijking was te veel water in mosterd en ondeugdelijk heid van peper, die langen tijd bewaard was. Boterolie bleek herhaaldelijk wat vreemde olie te bevatten. Enkele monsters waren kunstmatig gekleurd. De volgende monsters werden onderzocht: gekookte worst 428, leverworst 249, ongekook te worst 43, leverpastei 83. vleeschextract, bouillonblokjes, enz. 24. Bij beschouwing van het totaal aantal monsters bleek het resul taat van het onderzoek slechter te zijn dan de laatste jaren het geval was. In het bij zonder bleek gekookte worst vaak veel meel te bevatten of salpeter; ook was deze wel gekleurd. In worst werd 49 maal te veel meel aan getroffen, 29 maal te veel salpeter, 18 maal kleurstof. In 37 van de 83 monsters leverpas tei was te veel water verwerkt. Eenige pro cessen-verbaal werden opgemaakt. In een conserfzout voor slagerijen werd een paar maal veel nitriet aangetroffen. Mayonaise bleek met minerale olie bereid te zijn. De samenstelling van kaas was niet in overeenstemming met de aangebrachte merken, terwijl de reclame, die hiervoor ge maakt werd misleidend was. Het verslag bevat tenslotte vele tabellen. EEN ZONDERLING OP EEN SNELVERKEERSWEG. Gistermiddag bemerkten de automobilisten, die den rijksweg bij Muiden passeerden, dat zich een voetganger midden op den rijweg be vond, die zich niet stoorde aan auto- of mo torfietssignalen en midden op den weg bleef loopen. Eenige malen scheelde het maar zeer weinig of de man zou onder een auto geraakt zijn. Gelukkig passee,rde juist de rijksveld wachter van Muiden, die den zonderling aan sprak en dadelijk den indruk kreeg, dat deze niet over volledige geestelijke vermogens be schikte. De veldwachter nam den man voor- loopig mee naar zijn woning, en liet hem eerst flink eten, waaraan de zonderling in de eerste plaats behoefte scheen te hebben. Toen gelei delijk kwam vast te staan, dat hij in Haar lem thuïsbehoorde, stelde burgemeester Th. C. D. Coops zich telefonisch met de politie al daar in verbinding en nu bleek, dat de zonder ling reeds twee dagen geleden van zijn fami lieleden, bij wie hij inwoonde, was weggeloo- pen, waarvan bij de politie aangifte was ge daan. Een familielid begaf zich per auto van Haarlem naar Muiden en bracht den zonder ling weer veilig thuis. APARTE KAZAK VOOR GEWONE FIGUREN O) De kazak biedt ons vele mogelijkheden. Al lereerst de mogelijkheid om er een gekleed toiletje (met een langen rok) zoowel als een middagtoiletje (met een korten rok) van te maken. Een andere mogelijkheid, die de ka zak biedt, is, dat men van een ouderwetsch geworden japonnetje zoo gemakkelijk een aardige kazak kan maken. Allemaal mogelijkheden dus, die de zuinige huisvrouw benutten kan. Voor de elegante kazak op onze afbeelding heeft men 3 me ter bedrukte zijde van 90 centimeter breedte noodig. De aparte wijze, waarop de mouw is ingezet en de gedrapeerde pas aan de hals, geven het kleedingstuk een elegant cachet. Het patroon is te verkrijgen in maat 46: bovenwijdte: 107 centimeter; taillewijdte: 90 centimeter; heupwijdte: 120 centimeter. Door het al of niet aanknippen van naden kan men het patroon passend maken voor het eigen figuur. Ten einde de lezeressen het werken met deze knippatronen te vergemakkelijken is een korte handleiding ingesloten Prijs van het patroon 26 ets. Het is van heden af gedurende een week te verkrijgen aan de bureaux van dit blad, Gr. Houtstraat 93 en Soendaplein 37.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 7