Aanbieding van geschenken.
Buiten haar kringen
De UtrecMsche padvinders op de
Wereldjamboree hebben midden in hun
kamp een imitatie-Domtoren gebouwd,
welke reeds van verre de aandacht trekt
Een typisch Hongaarsch costuum, ge
demonstreerd door de Hongaarsche
padvinders op de Wereldjamboree te
Vogelenzang
Syrië in gesprek met een brandweerman op de Wereldjamboree.
Het uniform der Syrische padvinders vertoont veel gelijkenis met
dat van een brandweerman
Ter gelegenheid van het 700-jarig best,
een allegorische optocht gehouden,
aan van Doesburg werd
waai van hierboven een i
FEUILLETON
door HERMAN ANTONSEN.
18)
„Je ziet er best uit", constateerde hij, „zit
je veel op Coney Island?"
„Op Coney?"
„Je bent zoo gebruind".
„Neen, niet op Coney", antwoordde ze zon
der verderen uitleg.
Hij liep langs haar heen en ging bedaard
zitten. Zijn oogen dwaalden door het ver
trek.
„Je schijnt niet veel uit te voeren, wel? Of
heb je alles verkocht?"
„Wie verkoopt er nu tegenwoordig iets?"
vroeg ze ontwijkend.
„Dat wist ik niet", zei hij. „Terry, wat
moet dat eigenlijk allemaal beteekenen?"
„Wat bedoel je?" trachtte ze zich hieruit
te praten.
„Dat weet je heel goed", antwoordde hij,
„je hebt het aldoor al geweten".
„Weer zoo onbegrijpelijk!" Ze glimlachte
eventjes.
Hij schudde het hoofd.
„Dat ben ik niet. Je weet heel goed, dat ik
je lief kreeg op dien eersten avond, dat we
elkaar ontmoet hebben".
„Je bedoelt, toen je me verzekerde, dat je
miss Tarpeton lief had?"
„Juist, dat is nou precies, wat ik meen".
„Nou, hoe kon ik dat weten?" vroeg ze
tergend.
„Omdat je een vrouw bent", antwoordde
hij. „En zeg pen? Terry. hoe ben je nu van
plan mei m;- te inen?"
„Wat 'ie van me?"
„Dat ir mét me trouwt", antwoordde hij
bedaard.
„Moet dit een aanzoek beteekenen?"
„Anders is het niet", antwoordde hij vroo-
üjk.
„Doe je niet een beetje mal?"
„Ik hoop het. Liefde is dwaas, veronderstel
ik. En Terry, ik heb je lief?"
„Dat spijt me".
„Waarom?"
Ze aarzelde, Maar ze moest de. waarheid
zeggen.
„Omdat ik niet van jou houd", antwoordde
ze zachtjes.
„Wel waar, je houdt van me!"
Ze kreeg een kleur. „Is dat niet een beetje
al te brutaal?"
„Bij liefde kan er geen sprake zijn van
brutaliteit".
„Misschien niet. als twee menschen van
elkaar houdenmaar zulke algemeenhe
den zeggen toch feitelijk niet veel, wel? Ik
houd nu eenmaal niet van je, Jack"
„Waarom ben je dan voor me weggeloo-
pen? Waarom je voor mij verstopt?"
„Heb ik dat gedaan?"
„Heb je het soms niet gedaan?"
„Ik heb gedacht van niet". Ze had nu haar
zelfbeheersching weer terug, die zij bijna
kwijt geraakt was. toen hij beweerde, dat ze
van hem hield.
„In elk geval ben je verdwenen", zei hij,
„en ik dachtOch Terry, ik wil niet met
je kibbelen".
„Zoo'n gedwongen edelmoedigheid is vrij
vervelend, vind je niet?"
„Ik wil eerlijk tegen je zijn. Terry. En ik
zou graag hebben, dat je het ook tegen mij
was. Ik heb goed werk op kantoor gedaan.
Ik heb weer opslag gekregen. Ik heb die
zaak gewonnen voor Woodwring en voor het.
jaar om is, ben ik deelgenoot in de firma".
„Gewonnen? Ik dacht, dat aan zulke pro
cessen nooit een einde kwam".
„De tegenpartij heeft een dading aange
gaan Tk kan mé veroorloven te gaan trou
wen mijn vrouw zal niet behoeven te wer
ken. 'ik heb succes gehad, Terry".
„Ik ben er erg blij om", zei ze.
„Ik ookwant nu heb ik recht, jou ten
huwelijk te vragenHet is niet mee zoo
alsvroeger".
„En miss Tarpeton?"
„Die is ook van de baan. Terry, wil je met
me trouwen?"
Ze schudde het hoofd. „Het spijt me Jack,
maar heusch, ik houd niet van je".
„Maar je houdt toch niet van iemand an
ders?"
„Ik geloof van wel", erkende ze,
„Maar wanneerJe hield toch niet niet..
O, nu snap ik hetdaarom ben je zoo
lang weg geweest!"
„Juist, dat wa sde reden".
Ze kreeg medelijden om de ellende, die uit
zijn blik sprak.
„Dat had je me wel kunnen vertellen",
zei hij.
„Jij had me toe hook niets verteld?"
„Wat verteld? Odat ik je. lief had?
Maar je wist heel goed, al zei ik van niet,
dat ik je gewoonweg aanbad".
Ze glimlachte tegen hem. „Jouw manier
van hofmaken is dan wel erg indirect. Jack.
Ik heb dat, geloof ik, niet begrepen".
„Maar nu weet je het toch direct?"
„Ik weet nu ook, dat ik van iemand an-
dei-s houd", zei ze.
„Wist je dat ook al, toen ik je
Ze schudde weer het hoofd.
„Ik wist het niet. Ik vermoedde het wel.
maar ik was niet zeker".
„En nuweet je het zeker?"
„Ja. nu wel. Toen wist ik het nog niet zoo
zeker. Nu zou ik je haten, als je me maar
aanrakte. En het, spijt me, dat ik je hier liet
komen".
„Je hoeft niet bang te zijn" zei hij rustig
„Ik zal zooiets niet doen. Maar, Terry. ik zal
met je trouwen!"
„Dat- lijkt wel iets op een ridder uit de oude
doos. Ben je soms van plan me op je strijdros
te ontvoeren?"
.Terry, of je het beseft of niet. je houdf
van me! Net zooals ik van je hield, al wist ik
het zelf nog niet. En aan liefde kunnen we
niet ontkomen, Terry".
„Dat weet ik heel goed", zei ze bruusk, „en
daarom ga ik met een ander trouwen".
„Met wien?"
„Komt dat er iets op aan? Ik geloof, dat
we beter doen, niet te gaan lunchen, Jack.
Dit moet maar onsafscheid zijn".
„Meen je, dat het beter is, dat we elkaar
niet meer terug zien?" vroeg hij schor.
„Is dat niet het beste?"
„Voor wien?" vroeg hij.
„Voor jouen voor mij ook, Ik meen,
als je wérkelijk om me geeftdan wil ik
je geen pijn doen
„Ik kan wel tegen pijn", zei hij. „O, Terry....
dat kun je niet meenen.... Terry!"
„Ik wou, dat je wegging", zei ze ijzig koel.
„Meen je dat heusch?"
„Ik meen het", antwoordde zij.
„Waarom liet je me dan komen? Waarom
zei je, dat we
„Dat was ik je verschuldigd".
„Maar je hoeft me niet te laten blijven..."
„Ik ben het aan iemand anders verschul
digd, jou hier niet. te laten blijven".
Zijn oogen fonkelden. „En je bent dus bang
voor me, Terry?"
„Ik geloof, dat je nu maar gaan moest",
zei ze effen.
„Zoo. dat jij het- gevoel hebt, dat je je
plicht hebt gedaan tegenover den man, van
wien je beweert te houden?"
„Het is geen bewering! Ik wou, dat je nu
maar ging".
„Wat heeft hij, dat ik niet heb, Terry?"
stoof hij woedend op. „Geld?"
„Waarom vraag je dat eigenlijk?"
„Omdat, je een paar weken geleden nog
niet van hem hield. En ik kan niet gelooven
dat je verliefd bent geworden op een ander,
nadat we elkaar het laatst gezien hebben".
„Toch is het zoo", zei ze stroef.
„Dan geef je hem maar weer op!" riep hij
.voest.
Het kwam zoo onverwachts en was zoo be
lachelijk, dat Terry, haars ondanks, gichelde.
En dat had een onverwacht effect op hem.
Zijn voorrood gezicht werd opeens wit van
woede.
„Zoois het zoo grappig?" viel hij uit,
„ik ben maar een bespottelijke gek, omdat ik
van een meisje houd, dat niets van me we
ten wil! Belachelijk, hè? Nou lach, dan hier
ook nog maar om!"
Hij nam haar ruw in zijn armen en keek
haar recht in haar oogen. En de diepe min
achting, die ze daarin las, vervulde haar met
ontzetting. En toen ze angstig haar oogen
voor de zijne neersloeg, duwde hij haar bij
na ruw van zich af.
„Neem me niet kwalijk! Ik hoop. dat ik je
geen pijn gedaan heb. Ik ga nu. Dag!"
Hy was de deur al uit, voordat ze nog goed
besefte, wat er gebeurd was. De deur sloeg
achter hem dicht en ze hoorde hem de trap
afhollen. Onzeker liep ze naar een stoel en
ging zitten
Enfin, het was voorbij. De romance van de
gemaskerde jonge dame en den armen jon
gen man was afgeloopen. Het had heelemaal
niet moeten gebeurd zijn! Van het eerste
begin af, had hij blijkbaar minachting voor
haar gevoeld. Dat verklaarde zijn handel
wijze.
Zoo'n vlegel! Dat was hij en niets anders!
En het was haar gerechte straf, dat hij haar
zoo vernederd had. Dat kwam er van, als ze
buiten haar kring ging en uit den band
sprong! Maar omdat ze innerlijk toch eerlijk
was, zette ze die gedachte toch dadelijk weer
van zich af. Hij was geen vlegel. Hij was een
aardige, keurige jongen. Zij was degene, die
gemeen en laag gehandeld had.
Ze stak een sigaret op en rookte een poos
je in gedachten verzonken.
Was het mpgelijk, dat een meisjeeen
net meisje.van twee mannen hield?
Ze dacht ernstig over die vraag na. Dan
schudde ze beslist het hoofd. En.... echt van
hem houdendat deed ze Immers ook
.niet? Het was maar een avontuurtje geweest,
"meer niet!
(Wordt vervolgd).