Vangen en houden van kooivogeis
geregeld.
62.800 werkloozen
minder dan een
jaar geleden.
Kunst in Haarlem en
daarbuiten.
N'
WOENSDAG 25 AUGUSTUS 1937
HAAREEM'S DAGBEAD
Tal van nieuwe maatregelen worden
1 October van kracht.
Commissie van bijstand
ingesteld.
Bij K.B. is ingevolge art. 4 van de Vogel-
wet 1936 ingesteld een commissie van bij
stand, welke den naam zal dragen van „Vo-
gelwet-commissie" en tot taak heeft minister
van economische zaken van advies te dienen
omtrent maatregelen met betrekking tot de
uitvoering van de Vogelwet 1936.
Voor het tijdvak van 1 October 1937 tot
en met 30 September 1940 zijn benoemd tot
leden dezer commissie, de heeren W. F. P.
Boshouwers, te Arnhem, L. W. Britzei, te
Usquert, G. A. Brouwer te Groningen, J.
Drijver, te Santpoort, P. A. Hens, te Valken
burg, L. Hansma te Weesp, J. Haverkamp te
Kampen, dr. G. J. van Oordt, te Bilthoven,
C. Passchier te Ndjkerlc en E. E. L. baron
van Tuyll van Serooskerken te Heemskerk.
Tot voorzitter van de Vogelwet-commissie
is voor het tijdvak benoemd mr: J. J. Win-
termans, inspecteur van den landbouw, te
's Gravenhage, tot secretaris mr. W. B. J.
Buve, hoofdcommies ter directie van den
landbouw, Bezuidenhout 30, 's Gravenhage en
tot plaatsvervangend voorzitter de heer P.
A. Hens, voornoemd.
Dit besluit kan worden aangehaald als
Vogelcommissiebesluit 1937" en het treedt
in werking met ingang van 1 October 1937
Vergunningen.
De minister van economische zaken heeft
in verband met het bovengenoemde verschil
lende maatregelen getroffen ten aanzien van
de beschermde vogels, waarbij tal van soor
ten vergunningen worden omgevoerd.
In de eerste plaats kan worden verleend
een vogelvergunning A-l (prijs f 20), welke
recht geeft tot het in het geheele rijk ten
verkoop voorhanden hebben, te koop aan
bieden, verkoopen, afleveren, buiten het veld
vervoeren en het ten vervoer aanbieden van
kooivogeis.
Een vogelvergunning A-2 (prijs f 10)
strekt tot het te koop aanbieden, het uit
sluitend in 'n gemeente op een of meer plaat
sen in de vergunning genoemd, ten verkoop
voorhanden hebben enz. van kooivogeis.
Vogelvergunning A-3 (prijs f 5), geeft de
zelfde rechten voor een bepaalde plaats aan
personen, die kooivogeis betrekken van hou
ders van een vergunning A-l of A-2, terwijl
een houder van een vergunning A-4 (prijs
f 2.50) slechts van een der vergunning
houders A-l of A-2 mag afnemen.
Voorts kan en voor f 20 een vangvergun-
ning krijgen (Vogelvergunning A-5). Deze
geeft den bezitter het recht tot het in het
geheele rijk vangen en ten verkoop voor
handen hebben van kooivogeis. Deze vergun
ninghouders mogen de vogels echter uitslui
tend te koop aanbieden, verkoopen en af
leveren aan houders van een vergunning
A-I of A-2.
Een beperkte vergunning van dezelfde
strekking,' welke slechts geldig is voor ten
hoogste drie vaste vangplaatsen kost f 10
(vergunning A-6)terwijl een houder van
zoo'n beperkte vergunning, die uitsluitend
aan één bezitter van vergunning A-l of A-2
aflevert, een bedrag van f 2.50 verschul
digd is (A 7).
Verder kunnen personen, die niet m het
bezit zijn van een der bovengenoemde ver
gunningen, voor een bedrag van 2 cent een
vergunning A-8 ontvangen, welke voor één
keer het recht geeft kooivogeis buiten het
veld te vervoeren.
Alle genoemde vergunningen worden slechts
verleend aan te goeder naam en faam be
kend staande personen, die in het jaar voor
afgaande aan de aanvrage niet onherroepe
lijk zijn veroordeeld wegens overtreding van
de vogelwet of de jachtwet, en aan deze per
sonen alleen voor zoover dit naar het oor
deel van den minister noodig blijkt ter voor
ziening in de behoefte aan kooivogeis.
De vangvergunningen zijn slechts
geldig' van 15 October tot 15 Decem
ber, tenzij de minister mocht verkla
ren, dat de geldigheid eerder zal op
houden, hetgeen dan in de Staats
courant za! worden bekend gemaakt.
Dit laatste kan echter niet eerder
geschieden dan met ingang van 1 No
vember.
Voorts zijn de houders van de vogelver
gunningen a verplicht de vogels gehuisvest
te houden in kooien, welke steeds voorzien
zijn van voor de vogels bereikbaar en ge
schikt voeder en drinkwater.
Wat de kooiruimte betreft, is bepaald, dat
deze ten minste moet zijn 10 kubieke meter
voor houders van een vergunning A-l, 1 ku
bieke meter voor vérgunning A-2, 0.5 voor
A-3, 0.2 voor A-4, 2 kubieke meter voor A-5,
1 kubieke meter voor A-6 en 0.2 voor A-7.
De vogels mogen alleen vervoerd worden
met een eigen of met een openbaar vervoer
middel, tenzij een houder van een vangver-
gunning de zending begeleidt.
Ook moeten de vergunninghouders van
iedere aflevering van vogels nauwkeurig
aanteekening houden in afleveringsrègisters.
Bovendien zijn de bezitters van een ver
gunning A-l of A-2 verplicht aanteekening
te houden van de door hen aan houders van
vangvergunningen betaalde laagste inkoop
prijzen voor iedere soort kooivogeis, onder
scheiden naar mannelijk en vrouwelijk ge
slacht, en eveneens van de door hen ge
maakte hoogste verkoopprijzen bij leveran
ties aan vergunninghouders A-3 of A-4.
Verder wordt de verplichting opgelegd tot
het houden van aanteekeningen in ont
vangst- en vangregisters, terwijl de houders
van vangvergunningen verplicht zijn. wan
neer zij in het veld ter vangst zijn, steeds
in voldoende mate voeder en drinkwater bij
zich te hebben.
Vergunningen voor praeparaten.
Voor het verkoopen en vervoeren
van doode beschermde vogels zijn
vogelvergunningen B ingesteld.
Vergunning B-l geeft aan door den mi
nister erkende praeparateurs het recht tot
het ten verkoop voorhanden hebben, te koop
aanbieden, verkoopen en afleveren van
doode beschermde vogels. Deze vergunning
kost f 25.
Voor een bedrag van f 1 is een vergunning
B-2 verkrijgbaar, welke recht geeft tot het
uitsluitend' ten behoeve van den persoon of
instelling in de vergunning genoemd, afle
veren van gepraepareerde beschermde vogels,
terwijl voor het vervoeren, gedekt door een
vergunning B-3, een bedrag van 2 cent ver
schuldigd is voor iederen gepraepareerden
vogel.
Ook deze vergunninghouders moeten van
ontvangst en aflevering in registers nauw
keurig aanteekening houden, terwijl het
voorhanden hebben van gepraepareerde vo
gels en het praepareeren alleen mag geschie
den in de in de vergunning genoemde lokali
teiten.
Voorts zijn nog vergunningen C ingevoerd
voor de leverantie van doode beschermde vo
gels aan vergunninghouders B, vergunnin
gen D voor het vervoeren van eieren en nes
ten van beschermde vogels en vergunningen
E (prijs f 1), tot het zoeken, rapen en in het
veld vervoeren van eieren van meeuwvogels,
met uitzondering van dwergsterns, lach-
sterns en zwarte sterns.
Bovengenoemde bepalingen treden even
eens in werking met ingang van 1 October
aanstaande.
Ontvangsten der spoorwegen
blijven omhoog gaan.
De geschatte ontvangsten van de Neder
landse he Spoorwegen over de maand Juli be
dragen f 9.206.300. De geschatte totaal ont
vangsten over de eerste zeven maanden dit
jaar zijn f 56.726.615 tegen f 54.942.502 in 1936.
De ontvangst per dagkilometer heeft dit
jaar f 78.63 bedragen tegen f 75.26 het vorig
jaar.
De „Possidon9' vlot gebracht.
Naar de Waalhaven gesleept.
Het Grieksche s.s. „Possidon" dat Zaterdag
avond op den Nieuwen Waterweg in aanva
ring is geweest met het Nederlandsche m.s.
„IJssel", is hedennacht door schepen van
v. d. Tak's Bergingsmaatschappij en L. Smit
en Co's Sleepdienst, vlot gebracht. Het schip
is op weg naar Rotterdam, waar het lig
plaats zal nemen in de Waalhaven. Het wordt
daarheen gesleept door booten van L. Smit
en Qp. en van P. Smit. Enkele bergingsvaar
tuigen van v. d. Tak bevinden zich langszij
het schip en pompen.
Eindhoven moet het zonder melk
doen.
Personeel van Coöperatieve Melkinrichtingen
in staking gegaan.
Te Eindhoven is Dinsdag het personeel
van de Coöperatieve Melkinrichtingen St.
Josef en St. Petrus in staking gegaan, ten
gevolge waarvan een zeer groot deel der Eind-
hovensche bevolking van melk verstoken is ge
bleven. Dat een en ander groot ongerief ver
oorzaakt, kan men begrijpen, als men weet,
dat 93 venters bij de staking zijn betrokken.
Jongen onder vrachtauto geraakt.
Doodelijk ongeluk te Geleen.
Dinsdagavond omstreeks negen uur is in de
Steegstraat te Geleen de negenjarige zoon van
den heer D. te Lutterade door een vrachtauto
met aanhangwagen van den kermisexploitant
S. uit Heerlen overreden.
De knaap zat bij een anderen jongen op den
bagagedrager van de fiets. Toen hij de auto
hoorde naderen, werd hij bang en sprong
van den bagagedrager af. Daarbij had hij het
ongeluk te struikelen, waardoor hij onder den
wagen raakte. De jongen was op slag dood.
De politie heeft den wagen voor onderzoek
in beslag genomen.
Keuringsveearts van Naarden
oneervol ontslagen.
Besluit van den gemeenteraad.
De gemeenteraad van Naarden heeft na
geheime beraadslagingen, welke twee en een
half uur duurden, met 7 tegen 4 stemmen on
eervol ontslag verleend aan den keuringsvee
arts den heer H. ter B.
In het besluit wordt medegedeeld, dat de
keuringsveearts zich heeft schuldig gemaakt
aan ontoelaatbare uitlatingen ten opzichte
van leden van het college van B. en W. en
den gemeente-secretaris en dat die uitlatin
gen voor een hoofdambtenaar daarom ontoe
laatbaar zijn, omdat zij in hooge mate belee-
digend en in absoluten zin ondermijnend
voor het gezag zijn. Zijn eigenschappen van
karakter en geest maken het onmogelijk, dat
hij als hoofdambtenaar met de overheid kan
samenwerken.
TOESTAND VAN MINISTER BOEIJEN
BEVREDIGEND.
De toestand van den minister van Binnen-
landsche Zaken, den heer H. van Boeïjen, was
Dinsdagavond bevredigend.
Paard bleef op onbéwaakteu
overweg stilstaan.
Gespan door den trein gegrepen.
Voerman zeer ernstig gewond.
Dinsdagavond omstreeks half zes
is op den onbewaakten overweg bij
Emmi'khuizen in de gemeente Rens-
woude een ernstig ongeluk gebeurd.
De 23-jarige ongehuwde Dirk van W.,
wilde met paard en wagen, geladen
met kolen den onbewaakten spoor
wegovergang passeeren, toen het
paard plotseling op den overweg bleef
stilstaan. Een botsing was onvermij
delijk. Met een hevigen smak werd
W. van den wagen geslingerd. Hij
bleef bewusteloos liggen. Uit den trein,
die op korten afstand na den over
weg stilhield, stapte een ziekenzuster,
die den man verbond.
Hij is er hoogst ernstig aan toe en
werd met dienzelfden trein naar
Utrecht vervoerd, waar hij in een zie
kenhuis is opgenomen.
Het paard was op slag dood.
Huwelijk legen middernacht.
Na een dag van angstig wachten.
Maandagmiddag zou om twee uur in de sy
nagoge van de Oost-Joodsche gemeente aan
de Stille Veerkade te Den Haag een trouw
plechtigheid plaats vinden. De bruid met haar
ouders en overige familieleden waren op tijd
aanwezig, doch de bruidegom ontbrak, Deze
moest n.l. uit Antwerpen komen. Het werd
later en later.,., de toekomstige echtgenoot
bleef weg. Wat zou er gebeurd zijn? Er hing
een angstige spanning, er werd getelefoneerd
en getelegrafeerd, doch dit leverde niets op.
Tot men bericht kreeg, dat bruidegom en
familieleden ingevolge moeilijkheden met de
passen, die niet in orde bleken, aan de Bel-
gisch-Hollandsche grens niet verder konden.
Er werd een auto gehuurd en zoo begaven
zich een oom van den bruidegom en eenige
leden van het bestuur van de Oost-Joodsche
gemeente op weg om te trachten de bezwaren
uit den weg te ruimen.
Na heel lang over en weer praten en nadat
men de garantie had gegeven, dat de bruide
gom Dinsdag voor 12 uur zich wederom aan
den grenspost zou vervoegen, mocht deze door
reizen. De familieleden mochten echter niet
mee. Zij keerden naar Antwerpen terug.
Opperrabbijn Van Gelder, die de huwelijks
plechtigheid zou verrichten, had tot half elf
's avonds gewacht, doch was, toen de bruide
gom zich niet meldde, huiswaarts gegaan.
Om omstreeks kwart over elf arriveerde de
aanstaande echtgenoot in de Residentie. De
opperrabbijn werd uit zijn bed gehaald. Zoo
kon alsnog het jonge paar in den echt worden
verbonden, aldus de Avp.
Tijdelijke ingenieurs en opzichters
bij den Rijkswaterstaat.
Vragen van den heer Van Braambeek
beantwoord.
Op vragen van den heer Van Braambeek
betreffende den gang van zaken ten aanzien
van vaste aanstelling, ontslag, enz. van tijdelijk
bij den Rijkswaterstaat in dienst zijnde inge
nieurs en opzichters, heeft de minister van
Waterstaat o.m. als volgt geantwoord:
Het in het geding zijnde rondschrijven (van
22 Juni j.l.) was bedoeld als een voorloopig be
richt ten aanzien van de voornemens met het
tijdelijk personeel op 1 Januari 1938, in hoofd
zaak ter geruststelling van degenen, wien
tegen dien datum ontslag was aangezegd.
Immers bij de aanschrijvingen van 21 Octo
ber 1930 en 24 Mei 1935 was bepaald, dat de
ingenieurs op arbeidsovereenkomst en met
tijdelijke aanstelling op 1 Januari 1938 den
dienst zouden moeten verlaten, terwijl bij de
aanschrijvingen van 23 Juni 1933 en 26 April
1935 hetzelfde was bepaald ten aanzien van
de opzichters op arbeidsovereenkomst.
Voorts kan nog worden vermeld, dat de be
doeling voorzat om, indien bij het treffen van
de definitieve regeling mocht blijken, dat pen
sioenaanspraken zouden vervallen, na te gaan,
of daarin op eenige wijze zou kunnen worden
voorzien.
De redelijke gronden voor de regeling, be
doeld in het rondschrijven van 22 Juni j.l.,
waren deze, dat zoowel in de tewerkstelling als
in de salarieering het tijdelijk karakter van de
dienstbetrekking der betrokkenen duidelijker
dient uit te komen. Het is echter niet de be
doeling geweest het salaris, dat iemand op
1 Januari 1938 zou genieten, te verminderen.
Omtrent de maatregelen, die met 1 Januari
1938 ten aanzien van het hierbedoeld tijdelijk
personeel zullen worden getroffen, moet de
minister zich nog beraden. Daarbij zal met
redelijke aanspraken van de betrokkenen,
voor zoover met het dienstbelang vereenigbaar,
rekening worden gehouden.
In Juli echter een geringe
vermeerdering.
Het centraal bureau voor de statistiek deelt
de volgende cijfers mede betreffende het
aantal geheel werkloozen. bij alle organen dec
openbare arbeidsbemiddeling als werkzoeken
de ingeschreven.
Opgemerkt zij, dat niet alle werkloozen in
Nederland zich als werkzoekende bij de open
bare arbeidsbemiddeling laten inschrijven.
Aantal geheel werkloozen op het einde van:
Juli Juli Juni
gemeenten met: 1937 1936 1937
100.000 en meer inw, 140.301 162.322 137.616
50.000—100.000 inw. 42.352 50.818 41.349
20.000—50.000 inw. 41.198 46.670 40.440
minder dan 20.000 inw. 89.056 115.864 91.211
TSog een paar Halszaken II.
aast ons plaatje van de vorige week
geeft deze afbeelding van Hals' „Mer
ry Company" uit het Metropolitan
Museum te New York een zeer afwij
kenden indruk. Wel vroolijkheid, doch geen
wezenlooze domheid, als van een troep aange
schoten zatlappen, geeft dit New-Yorksche
schilderij te zien: storende misteekeningen of
ongemotiveerde verhoudingen in den omvang
der figuren komen hier niet voor. De bouw van
de hoofdgroep is dezelfde, maar hoeveel logi
scher en zekerder is die hier gegeven, als wij
nog afzien van de verandering in het eostuum
der jonge vrouw en détails in de schildering,
waarover wij het straks zullen hebben.
Het is zeer waarschijnlijk dat dit New-
Yorksche schilderij in de achttiende eeuw te
Amsterdam op een veiling verkocht is en bij
die gelegenheid als een „Vastenavondscène"
gecatalogiseerd is geweest. Men zou althans
zonder bezwaar kunnen aannemen, dat wat
thans in New-York hangt, met dat Amster-
damsche veilingstuk identiek is.
De voorstelling heeft inderdaad meer van
een toevallig arrangement in de vastenavond-
pret, dan van een vroolijken maaltijd, waarbij
men zich toch de dischgenooten minder be
wegelijk voorstelt. Nu hebben de kunstgeleer
den Bode onder anderen beweerd dat de
achtergrond van het New-Yorksche schilderij
overschilderd is en dat er vermoedelijk nog zes
koppen van feestgangers onder die overschil
dering verborgen zouden zitten. Waar die dan
zouden moeten zitten valt uit ons plaatje niet
af te leiden, maar het is heel eigenaardig dat
die koppen nu juist op het schilderstuk, dat
thans in Haarlem geëxposeerd is, wèl voorko
men!
Wanneer wij gaan probeeren verband te zoe
ken tusschen de New Yorksche museumschil
derij en het doek dat thans in Haarlem hangt,
stuiten wij op allerlei vraagteekens. Hetgeen
zeker niet bevorderlijk is ons aesthetisch be
zwaar tegen het Haarlemsche doek te vermin
deren.
Beide doeken worden, zoowel in New York
als in Haarlem, als „vroege" Halsen gepresen
teerd, en de ontstaanstijd wordt op 1616-1620
gesteld. Wat het Amerikaansche exemplaar be
treft, klopt dat best. De uitvoerige accura
tesse waarmede kraag en keurs der vroolijke
dame geschilderd zijn, het gansche eostuum
dier gezellige gangmaakster, doen nog Hals'
Vlaamsche afkomst in de herinnering komen
en men plaatst haar in gedachten naast de
Catharina van Beresteyn in het Louvre of het
Kind op den arm van haar min in Berlijn.
Maar wat kan Frans Hals bezield hebben van
deze gezonde tante het wezenloos mirakel in
décolleté te maken dat ons in Haarlem wordt
voorgesteld?
Décolleté der vrouwenportretten komt bij
Frans Hals sporadisch voor en zeker niet om
streeks 1620. Zooals wij al bij de bespreking
van het portret van Schade van Westrum op
gemerkt hebben, komt pas tegen het midden
der zeventiende eeuw bij de jeugdige aristo-
cratie de zin voor Europeeschen opschik boven
",:u
en het décolleté der dames behoort daartoe.
Het is dan ook logisch dat men bij Frans
Hals lang zoeken moet voor men een dergelij-
ken kleedij-vorm tegenkomt. Pas in 1650, als
hij het portret van Isabella Coymans, de mooie
vrouw van den Haarlemschen schepen Stepha-
nus Geraerdts schildert, verschijnt een ont
bloot halsje en een breed-uit liggende kant
kraag met strik op den boezem.
Het portret van den heer Geraerdts is eigen
dom van het Antwerpsch museum en door de
welwillendheid der Sinjoren kan men het nu
in Haarlem bewonderen. Het is één der glans
punten ter expositie. Het is jammer dat de
schoone Isabella van haar heer-gemaal is af
geraakt en thans in de familie Rotschild haar
rust gevonden heeft. Als zij ook naar Haar
lem had kunnen gezonden worden, zou zij niet
alleen weer drie maanden met haar echtge
noot vereenigd zijn geweest, doch wij zouden
dan hebben kunnen zien hoe haar decolleté
met kraag en fluweelen strik als twee drup
pelen waters gelijkt op die versierselen van
het malle vrouwtje op ons prentje van ver
leden week.
Ook de opvallende pogingen, in dat prentje
nog wel waar te nemen, om de geniale bliksem
flits-techniek van den ouderen Hals te ver-
toonen, die magistrale tikken en vegen die al
les suggereeren wat noodig isdat alles
wijst er mijns inziens op, dat het Haarlemsche
doek niets met de periode 1620 te maken
heeft. Dat. en de technische fouten en de dui
delijke verwarring tusschen hoofd- en bijzaken
in de voorstelling, doen mij vermoeden dat
Frans Hals aan dit werk volmaakt onschuldig
is. Met het tegendeel vol te houden beleedigt
men een ras-artist, dien men beweert te ver
eeren.
Wat zooiets dan wèl kan zijn? Daarop een
antwoord te willen geven kan niet dan in
vorm van veronderstellingen geschieden. Wij
zitten trouwens nog met die zes koppen die
op het New Yorksche schilderij overschilderd
zouden zijn en hier aanwezig, in de maag.
Een vóórstudie door Hals zelf, voor de groote
schilderij, vóórstudie die dan jaren later door
een ander weer opgeraapt en naar eigen
smaak gecompleteerd zou zijn geworden, dat
is natuurlijk mogelijk, maar hoogst onwaar
schijnlijk. Vóórstudies kent men van Hals niet
zoozeer. Dat Hals zelf na verloop van jaren
dat oude onderwerp nog eens aangevat en
zichzelf gecopieerd zou hebben, is nog on
waarschijnlijker. Hij zou het beter gedaan
hebbenzoo het al in zijn aard gelegen
had. Het zou leerlingenwerk uit Hals' atelier
kunnen zijn.maar dan toch van een stun
telig discipel. Het zou. och, wat zou het al
niet! Misschien kan onze chemische schil
derijenprofessor wel uitrekenen hoe elk par
tikeltje verf op dit werk is en of er onderlinge
verschillen zijn.
Maar wat doet dat er eigenlijk toe? Het
blijft een uiterst zwak stuk schilderwerk, waar
aan wij ongaarne den naam van Frans Hals
verbonden zien. Om dat te verklaren legden
wij de reproducties naast elkaar en opperden
de in hoofdzaak aesthetische bezwaren. De
rest kan ons koud laten.
J. H. DE BOIS
Totaal 312.907 375.674 310.616
Het totaal aantal geregistreerde
werkloozen bedroeg blijkens boven
staand overzicht op het einde van Juli
1937 62.767 minder dan een jaar ge
leden en 2291 meer dan einde Juni
1937. Bij de beschouwing van boven
genoemde cijfers houde men in het
oog, dat de bevolking van Nederland
toeneemt (op 1 Juni 1937 in een jaar
tijds met bijna 86,000 zielen) en dat
daarmede dus gepaard gaat een
nieuw aanbod van arbeidskrachten.
Gedachten over bedelen.
In Den Haag wil men van
particuliere zijde maatregelen
gaan nemen tegen het bedelen.
En ik zeg u: er wórdt in Den Haag veel
gebedeld.
En ik zeg u: het is vervelend dat er in
Den Haag veel gebedeld wordt.
Maar ik zegge u dan toch tevens: het
bedelen is geen pleizier en dacht u dat die
bedelaars het zoo leuk vonden om te bede
len?
Gij, dik madammeke, met uw scheeve
hoedje en uw welverzekerd natje en droogje,
met uw dans-avondje en uw bioscoop-avond
je. uw tooneel- en uw concert-avondje op
hun tijd, die ik zoo kranig langs de bede
laars zie stappen met een norsch „néé man"
op uw lieve lippen, wat zou ik u een nóg aar
diger madammeke vinden, wanneer ik u
eens één keer, of desnoods twee keer in de
week „ja man" zou zien knikken en iederen
keer één klein dubbeltje in zoo'n griezelige
hand zou zien leggen. Dat zou ik nóg flinker
van u vinden.
En gij. kwieke meneer, met uw sigaret en
uw prettige portefeuille, met uw wèlgestre-
ken pantalonplooi en uw nette hoofd, ik zou
u nog netter vinden, wanneer u eens wèl
wat gaf aan den sloeber voor uw wel gepen
seelde deur.
O ja, en gij principieel persoon, die princi
pieel niet aan bedelaars geeft, die princi
pieel ervan overtuigd zijt. dat geen enkele
bedelaar het noodig heeft te bedelen, die
principieel geen wel-geschoeiden voet wilt
geven aan zulk een knagenden kanker dei-
maatschappij, wat zou het leuk zijn wanneer
ge eens van uw principe wildet wijken en
naar uw menschenhart zoudt willen luiste
ren, aangenomen dat ge dat in principe hèbt
en dat het zij het zwakjes klopt onder
uw gouden horloge.
Madammeke, weet ge wel zeker, dat u
niet één kopje thee in de week minder drin
ken kunt? Dat u niet wel eens één hoedje
minder koopen kunt per jaar? En weet u
hoeveel dubbeltjes u kunt weggeven voor 52
kopjes thee en één hoedje minder per jaar?
En. kwieke meneer, weet u dat één slappe
catz in de week minder en één doosje siga
retten in de week minder en vijf dubbelt jes-
aan-bedelaars in de week méér, u geen dub
beltje armer maakt?
O ja, en dan die principieele meneer nog,
Ik wilde alleen maar vragen of u altijd zoo
principieel bent. Bent u tegen uw chef altijd
principieel? Enik dacht dat u principieel
tegen cumulatie waart, maar u hebt toch
nog een klein commissariaat je voor u zelf
in de wacht gesleept nietwaar? En u bent
principieel tegen oneerlijkheid, maar toen de
conducteur van de tram u laatst vergat bent
u zonder blikken, blozen en betalen bij uw
halte van de tram gestapt.
Ja ik ben het heelemaal rood-gloeiend vol
komen en ten zeerste er mee eens: er wórdt
veel gebedeld in Den Haag en het is lastig
en ik weet dat de principieele heer princi
pieel niets aan bedelaars geeft, omdat bede
len principieel foutief is en daar heeft-ie
principieel groot gelijk in.
Maar laten ^ij dan al het bedelen ook af
schaffen, nietwaar?
Laten we dan het bedelen bij den mi
nister en het Kamerlid om een lintje voor
den paps en 'n heel klein griffiers- of burge
meestersbaantje voor den zoon van den paps
óók afschaffen.
En laten we dan het bedelen om de gunst
en de recommandatie van 's op de thee ge
vraagd te mogen worden bij die allerkeurig
ste familie aan den overkant ook afschaf
fen.
En het bedelen om de stem der kiezers.
En het bedelen om een trapje hooger op
den socialen ladder te mogen klimmen.
Het bedelen om een toegift van den con
certzanger.
Om een kusje van die lieve Lily.
Om een vriendelijk knikje van den minister
zelf.
Het bedelen om applaus voor onze goede
daden.
Het bedelen om een ordertje.
Wanneer gij, mollig madammeke, en gij
kwieke meneer en u. principieel persoon en
gij allen, die klaagt over de grauwe drie
stuivers-opera, die allen dag in Den Haag
vertoond en gekreund en gefluisterd wnrdt,
al u w bedelen laten zult, dan ga ik kwiek en
principieel meedoen aan een anti-bedel-
bewegïng.
Maar voorloopig zal ik nog maar wat los
geld in mijn zak houden. Voor alle bedelaars
die het niet noodig hebben.
A propos, amice had jij dat commissaris
plaatsje wèl noodig?
Maar trekt u zich maar niets van mijn
eigenwijsheden aan. ik schrijf wel eens meer
nonsens en niet zoo zuinig ook
Mr. E. ELIAS.