Avondtoilet
Menu van de week
Recept
en
DONDERDAG 26 AUGUSTUS 1937
HAARDEM'S DAGBLAD
ie
©.WAT eeN SNOEPER.I& JURKJE
HE6 JE DAAR TOCH WEE» A/w!
-JA MÈ, EN70 «lOEOKOOP Z.EG:
&EBOE10 VA.N WOL VAN
Keus uit 1001 tinten
Cronjéstr. 129
Slechte tijding.
Het gezin zit om de ontbijttafel.
Dat gebeurt anders niet zoo rustig, maar nu
de kinderen vacantie hebben, zijn vader en
moeder er op gesteld dat ook het ontbijt op
een vasten tijd gebeurt, waar anders, met
de verschillende schooltijden geen kwestie
van is.
Daar wordt luid aan de bel getrokken, en
als er opengedaan wordt, stapt mevrouw van
den overkant binnen, heelemaal overstuur: ze
heeft slecht bericht van de kinderen. Onder
tranen vertelt ze, dat de beide oudsten met
vader op een fietstocht zijn, zij is met de
kleintjes thuisgebleven, en nu schrijft haar
man dat haar dochtertje van de fiets gevallen
is en zich bezeerd heeft. Maar ze mag zich
heelemaal niet ongerust maken, het is totaal
niet ernstig en ze krijgt gauw opnieuw bericht.
Zich heelemaal niet ongerust maken, jawel,
ze is doodelijk ongerust en ze vertelt al snik
kende wat zij allemaal wel denkt dat er de
gevolgen van zullen zijn; hoe komen ze nu toch
zoo onvoorzichtig en het is natuurlijk veel
erger dan haar man schrijft, in één woord de
somberste voorstelling van het geval is nog op
geen stukken na somber genoeg.
Het gezin zit er eerst wat stil bij, maar als
de briefkaart op de proppen komt en wordt
voorgelezen, breekt de spanning en nu wordt
er nog eens lang en breed over de toedracht
en de gevolgen van het ongeval gepraat. De
heer des huizes praat rustig en weet heel wat
opgewondenheid tot kalmte te brengen, zijn
vrouwt zegt er hartelijke en opwekkende woor
den tusschendoor, en als de verschrikte moe
der weer weggaat, kan ze weer glimlachen en
opgelucht zeggen dat ze het nu veel minder
donker inziet.
Wat overdreven, moeder, om je over zooiets
zóó overstuur te maken, we hebben toch alle
maal weieens wat met de fiets, zegt een van
de kinderen na haar vertrek.
Maar daarmee zijn vader en moeder het niet
eens: je moet eens bedenken, dat mevrouw
heel alleen thuis is, met niemand over zooiets
kan praten en dan nemen alle kleinigheden
maar al te gauw enorme afmetingen aan. Een
mensch met zorgen, of ze nu groot of klein
zijn doet er niet toe, die niet met een mee
voelende over zijn zorgen kan praten, loopt
gevaar ze op te blazen tot reusachtige afme
tingen. En vaak is niet meer dan een enkel
blijk van medeleven voldoende om de heele
zaak tot zijn ware proporties terug te brengen.
Maar het zijn altijd vrouwen die met zulke
opgeblazen ongerustheden komen aanhollen,
beweert menigeen, en daar heeft men ook
gelijk in; een vrouw is eerder geneigd om met
haar zorgen en angsten die zij met niemand
deelen kan naar een vreemde te gaan, dan
een man. Hem weerhoudt maar al te vaak de
valsche schaamte bij het moeten aanhooren
van: maak je je daar druk over? Ook zijn zijn
zorgen vaak van geheel anderen aard. maar
dat neemt niet weg, dat zij niet minder be
angstigend zijn dan die van de vrouw. En wie
de gave heeft om door die stilzwijgende val
sche schaamte heen te zien, kan met een
enkel hartelijk woord soms een spanning ver
breken, die bijna ondragelijk is.
Daarom is het dom en onaardig om iemand,
die in paniekstemming komt aanloopen met
een kleinigheid die haar overstuur maakte,
af te schepen met een: maak je toch niet druk
om niets, of: ik begrijp niet waarom je je zoo
aanstelt en meer dergelijke dooddoeners. Een
rustig aanhooren van de moeilijkheid en een
paar hartelijke woorden die van begrip getui
gen, brengen al dadelijk rust in een gemoed dat
door het vele tobben de dingen scheef is gaan
zien.
De kleine moeite, die men daarvoor over moet
hebben, wordt ruimschoots beloond door de
opgeluchte ijver waarmee de ander haar dag
taak weer opneemt.
Slechte berichten ontvangen is altijd heel
erg, maar wanneer men heel alleen is, zonder
een enkele medemefisch waarmee men erover
kan praten, dan worden de berichten nog
veel slechter schijnbaar. En dan is hartelijk
medeleven een onbetaalbaar geluk.
E. E. J.—P.
V rouwen-logica.
We kunnen niet „logisch denken"
en we leeren het nooit!
Onlangs woonde ik, als verslaggeefster een
bijzonder amusante vrouwenvergadering bij.
't Waren geen geëmancipeerde vrouwen, die
vergaderen gewend zijn en bij wie alles dus
natuurlijk van een leien dakje gaat. maar 't
was een groepje „gewone vrouwen" en dus....
u begrijpt dat de vergadering bijzonder amu
sant was.
De dames stonden op, als ze bedoelden te
blijven zitten en bleven zitten als ze eigenlijk
als adhaesiebetuiging moesten gaan staan;
ze wilden een reglement gaan wijzigen, dat
eigenlijk al gewijzigd was, maar ze wilden
van die wijziging, die er al was of niet
was geen gebruik maken, omdat ze het
zoo zielig vonden voor 't bestuur en omdat het
bestuur haar aller sympathie had.
En toch wilden ze het sympathieke bestuur
wijzigen, maar waarom ze dit wilden en waar
om ze het niet wilden op de manier, die haar
reeds openstond, dat begreep niemand
en eindelijk gingen ze stemmen en toen wa
ren er drie papiertjes weg en gingen ze alle
maal zoeken. En tenslotte lieten ze de zaak
zoo als zij was.
In vroeger jaren ben ik lid geweest van een 1
dames-debatingclub, die was opgericht met
het vooropgezette doel om logisch te leeren
denken, maar meestal hadden we nog geen
tien minuten gedebatteerd over de opvoeding
in het algemeen, of men hoorde uit het mid
den der vergadering de opmerking:
„Ja mevrouw, u moet me nu echt niet
kwalijk nemen, maar zegt u dat?"
„Ja mevrouw, dat zeg ik, mijn kinderen
Xevrouw. als u persoonlijk wordt
..Pardon ik word niet persoonlijk, maar...
Waarop de presidente verwoed begon te
hameren onder den geijkten uitroep: „Dames,
dames houdt u toch op, de mannen lachen
ons uit!" en de thee met de koekjes redding
brengen moesten.
De vraag is nu maar: kunnen de meeste
vrouwen inderdaad niet logisch denken?
Iedere vrouw kan deze vraag beantwoor
den met haar hart, en ze doet dit wanneer
ze zegt: natuurlijk die dingen, waar je voor
voelen kunt. Daar ligt het kardinale punt.
Wij vrouwen leven in hoofdzaak met ons
hart, niet met ons hoofd.
Negen van de tien op organisatorisch ge
bied ongetrainde vrouwen mogen in het een
voudigste vergaderingetje een mal figuur
slaan, doch nu moet u diezelfde vrouwen
eens zien, in haar huiselijk leven, waar voor
duizend en één kleine dingen moet worden
gezorgd, waar van oud, nieuw wordt ge
maakt, waar op de behoeften van alle kin
deren beurtelings en van allemaal tegelijk
moet worden gelet, waar iederen dag een
ander menu moet zijn óók smakelijk, als
vader onverwachts te laat thuiskomt.
Daar circuleert dag aan dag een logische
gedachtenstroom door de hersens, alles over
ziend, alles beheerschend, afdalend tot in de
finesses, zonder iets te verzuimen, zich uit
drukkend in zorg en toewijding.
Maarhet hart is de motor en van het
hart uit verspreidt zich het leven. Om nu
toch voor één keertje logisch te zijn, zou ik
boud willen beweren dat wij vrouwen on
logische hoofden, maar daarentegen logische
harten hebben..
Gebreid kamerjasje.
Een Vrouw uit één stuk.
Voor Handige Vingers.
Als hei eens een dagje regent, dan is er
voor een vrouw niets prettiger dan een klein
handwerkje dat weinig omslag meebrengt en
dat men ieder oogenblik kan opnemen en
weer neerleggen.
Zoo'n werkje is het versieren van een effen
blouse of jakje eventueel een zonnebad
pakje met blooten rug met een klokjes
motief. Roze en blauwe klokjes op wit, gele
en bruine klokjes op groenbedenkt u
zelf, maar wat aardige conmbinaties!
De klokjes worden eerst van stevig papier
geknipt, op de stof (grof linnen) gelegd en
bij enkelen tegelijk uitgeknipt. Men naait
ze met een fijn festonsteekje op de blouse en
werkt er hier en daar nog een siersteekje
tusschen. Aardig, nietwaar?
Autobiografische schets van Sylvia
E. Pankhurst, verschenen in het
I.V.A.-jaarboek.
Meloenmandje met vruchtensla.
Benoodigd: 1 meloen, druiven, perziken,
pruimen, suiker.
Uit een mooie, rijpe meloen 2 hoeken snij
den, tot even boven de helft, en in het midden
een reep laten van pl.m. 2 c.M. breedte, die
het hengsel worden moeten. Het zaad en het
vocht verwijderen. De goede stukjes van de
twee uitgesneden hoeken nemen en deze in
nette stukjes snijden. De druiven pellen, de
perziken halveeren, van de pit draaien, schil
len en in stukjes snijden, evenzoo de pruimen.
Deze vruchten met elkaar 1 uur met suiker
bestrooid wegzetten, dan in de meloen schep
pen, deze eenige uren op ijs zetten, dan op
dienen op wingerdbladeren.
Groente in mosterdzuur.
(Piccalilly).
Benoodigd: 1' L. gemengde groente b.v.
boontjes, wortel, bloemkool, uitjes in kleine
stukjes gesneden, 1 flesch azijn, 2 lepels sla
olie, 1 blikje mosterdpoeder, plm. 50 gr., 30 gr.
suiker, 10 gr. zout.
De schoongemaakte groente 1 minuut koken
in water met veel zout (30 gr. per L.) .afgieten
en uit laten lekken.
De mosterdpoeder aanmengen met een deel
van de azijn, de rest azijn, suiker, olie en
zout toevoegen en de saus op het vuur laten
binden. De groente er door roeren en alles
overdoen in schoone potten. Deze sluiten met
perkamentpapier.
Een eenvoudig
geeft een prachtige basis
voor verschillende creaties
Onder het motto: „Wie niet rijk is, moet
slim zijn", geven we hier nu eens een aar
dige tip, hoe u met een eenvoudig avond
toilet van zwart satijn tal van verschillende
effecten kunt bereiken, zoodat het voor den
oppervlakkigen toeschouwer werkelijk net
lijkt, of u vijf verschillende japonnen be
zit.
Uw beste vriendin weet natuurlijk wel
beter, maar dat hindert niet!
De japon wordt gemaakt van soepel satijn
met moderne rok strak over de heupen
en van onderen wijd uitspringend. Een een
voudige clup versiert het puntig decolleté,
wanneer de jurk zonder accessoires wordt
gedragen. Dit is dan creatie no. 1.
Als tweede mogelijkheid (zeer gekleed)
kan men op deze japon een boléro met korte
mouwtjes dragen van witte kant, afgebiesd
met kersroode zijde en eventueel een rood
ceintuur. Een tweede boléro van citroengele
kantstof, iets minder gekleed dan de witte,
is uitstekend geschikt voor theaterbezoek.
Voor gala-avonden zal een cape van zwarte
tulle, aan den hals versierd met een collier
van kunstbloemen in zachte kleuren, uit
stekend voldoen en het laatste bolérotje is
van zwart satijn, afgezet met bloem-guir-
landes en voorzien van zeer wijde mouwen
van mousseline de soie.
Een idee, dat u stellig voor het a.s. winter
seizoen goed van pas zal komen!
Dit kamerjasje, dat gemaakt is voor een
kindje van ongeveer twee jaar, is gebreid van
lichtblauwe driedraads wol op pennen no. 4. We
hebben noodig 300 Gr. licht- en 50 Gr. donker
blauwe wol.
Voor den rug zetten we op 80 st. We breien
alles recht en minderen om de 10 toex-en tot
60 st. Dan breien we door tot 150 toeren en
kanten aan weerskanten 6 st. af voor het arms
gat. (2 x 3). Het armsgat wordt 22 toeren
hoog. Voor den schouder, die 14 st. breed
wordt, breien we 5, 5, 4 st., voor den hals kan
ten we 20 st. af.
Voor het linkervoorpand zetten we 60 st. op.
Aan een kant minderen we om de 10 toeren
tot we nog 48 st. over hebben. We breien door
tot 150 toeren en kanten 14st. af voor het
armsgat. (6. 4, 2, 2). De overige 34 st. breien
we 22 ribbels op. De schouder wordt gebreid
als bij het rugpand en de 20 st. die we over
houden, breien we nog 20 toer door voor de
helft van de kraag van achteren.
Het rechtervoorpand is het spiegelbeeld van
het linker.
Voor de mouw. die we van boven beginnen,
zetten we 20 st. op, we meerderen aan het eind
van elke pen tot we 48 st. hebben, zetten er
dan nog 7 st. aan eiken kant bij op, en breien
op deze 52 st. 4 pennen. Nu minderen we om
de 10 toeren tot we nog 40 st. hebben, bi*eien
door tot de mouw 54 ribbels lang is en breien
er vervolgens nog 12 ribbels donkerblauw aan.
Hierna afkanten.
Langs het heele jasje komt een bies van
donkerblauw. Hiervoor zetten we 12 st. op en
breien recht tot de bies de vereischte lengte
heeft.
Het jasje wordt in elkaar genaaid, de kraaL
met een naadje midden achter en de blauwe
bies wordt er onzichtbaar tegen genaaid, hier
na wordt alles gestreken onder een natte
doek.
Een koord 'draaien we, door de blauwe wol
10 dubbel te nemen.
Sp. Th.
Zondag:
Snijboonen
Koude zalm in
Aardappelen
schelpen
Broodpannekoeken
Tomatensoep m. room
Donderdag:
Zwezerik a la
Ragoüt van kip
jardinière.
met saus
Abrikozenbavarois
Gekookte rijst
Meloenxnandje met
Kropsla.
vruchtensla
Warme gemiber-
Maandag:
pudding
Duitsche biefstuk
Vanillesaus
Spercie'boonen
Vrijdag:
Aardappelen
Macaronisoep.
Citroenpudding
Gekookte tarbot.
Dinsdag:
Peterseliesaus.
Groot varkensvleesch
Aardappelen
Andijvie
Worteltjes.
Aardappelen
Vruchten
Vanillevla met
Zaterdag:
pruimencompote
Gehakt
Woensdag:
Postelein
Kippesoep
Aardappelen
Koud varkensvleesch
Beschuit m bessensap
VEGETARISCHE MENU'S.
1 Bloemkoolsoep
Aardappelen
Boter.
Chineesche kool.
Griesmeelschotelt j e
met bitterkoekjes
2 Gevulde
komkommers
Aardappelen
Botersaus
Andijvie
Stoofperen
3 Rauwe groentescho
tel van tomaten, wor-
tjes en bloemkool
Aardappelkoekjes
Postelein
Maizenapudding met
bessensapsaus.
4 Eieren met toma
tensaus
Spinazie
Aardappelen
Gemberf lensjes.
Wanneer we de woorden feminisme,
vrouwenbeweging, emancipatie uit
spreken. dan is er slechts één naam,
die 't eerst vóór alle andere namen
op onze lippen komt: de naam Pankhurst.
Drie vrouwen uit de Engelsche familie
Pankhurst, een moeder en twee dochters, heb
ben, in een tijd toen de vrouwenbeweging nog
niet anders dan spot en hoon ontmoette, deze
beweging, die de vrijmaking en ontwikkeling
der vrouw ten doel had, op haar eigen wijze
en met inzet van al haar krachten, gediend.
Zij werden de leidsters van den strijd der z.g.
„militante suffragettes", die haar kracht zoch
ten in daden van verzet en het moge dan waar
zijn, dat zij in sommige opzichten te ver gingen
haar waardigheid te grabbel gooiden, zichzelf
en de beweging belachelijk maakten, zoodat bij
het uitbreken van den wereldoorlog een andere
groep feministen optrad, die van deze strijd-
methoden niets meer wilde weten, een feit is
het intusschen dat haar strijd, haar offers en
die van haar honderden volgelingen er meer
dan iets anders toe hebben bijgedragen om
de publieke opinie voor de vrouwenemancipa
tie wakker te schudden, niet alleen in Enge
land, doch in geheel Europa.
Het leek mij niet alleen interessant, maar
bovenal een daad van rechtvaardigheid, u
iets te vertellen uit een korte autobiografie
van een dezer drie militante suffragettes,
van Sylvia E. Pankhurst, die zooeven in het
jaarboek van het I. V.A. te Amsterdam ver
schenen.
Deze autobiografische schets werd door Syl
via Pankhurst geschreven op verzoek van een
uitgever, doch zij is, voor zoover bekend, nooit
gepubliceerd. De tekst werd later teruggevon
den in een tweedehandsch boekwinkel en
kwam in het bezit van het Internationaal In
stituut voor Sociale Geschiedenis te Amster
dam. Door het I.V.A. wordt zij thans, met toe
stemming van de schrijfster, voor het eerst in
't licht gegeven.
In een inleiding vaix dra Jane de Iongh, die
aan het stuk voorafgaat, wordt Sylvia, de jong
ste der beide zusters Pankhurst, geschetst als
geheel verschillend van haar moeder, mrs.
Emmeline Pankhurst en haar oudere zuster
Christabel, die tezamen de zaak der suffraget
tes hebben geleid. Terwijl deze twee geheel
opgingen in de vreugde van den strijd, die
volkomen volgens haar inzichten werd gevoerd
en zich steeds omringd zagen door de vereering
eix volstrekte toewijding van haar volgelingen,
bestond Sylvia's aandeel hoofdzakelijk in hard
werk en de ellende van de honger- en dorst
stakingen in de gevangenis, zonder de inner
lijke zekerheid van haar moeder en zuster,
dat de politiek van de Unie de eenige juiste
was. Zij was het zelfs niet eens met het uit
eindelijke doel van de beweging. En hierdoor
wordt het leven van Sylvia Pankhurst geken
merkt door een tragische sfeer, die in dat van
haar moeder en zuster, althans gedurende de
„militante" jaren, geheel ontbreekt.
Terwijl mrs. Pankhurst en Christabel stre
den voor de politieke rechten der vrouw, stel
de Sylvia haar doel veel ruimer. Zij had niet
uitsluitend de bevrijding van de vrouwen op
het oog, maar de politieke, sociale en econo
mische vrijheid van de groote massa, welker
leed en ontberingen zij van zeer nabij kende.
Haar streven liep dus parallel met dat der so
cialistische leiders. In zooverre geleek zij het
meest op haar vader, dr. Richard Pankhurst,
die steeds iedve gelegenheid aangreep om de
verdrukte, lijdende menschheid te helpen.
Zoo diep voelde zij zich een met de demo
cratische idealen van haar vader, wiens in
vloed zij steeds bleef beschouwen als het
meest vormende element in haar leven, dat
het haar niet mogelijk was, het despotische
van haar moeder en zuster, die blinde ge
hoorzaamheid eischten, door dik en dun te
aanvaarden. Dit maakte haar leven wel bui
tengewoon moeilijk.
Het Kindje schreit.
De muziekwetenschap heeft in den loop der
jaren al talrijke gramofoonplaten opgenomen,
die het schreien van eexx zuigeling weergeven.
Vele onderzoekingen zijn gedaan omtrent
rhythme en toonhoogte van dit natuurgeluid.
Men heeft o.a. ontdekt, dat het schreien zich
om een bepaald tooncentrum heenbeweegt, n.l.
om denzelfden toon, waarop de viool gestemd
wordt. Het zet meestal iets hooger in en zakt
langzamerhand, naarmate de ademkracht van
het kindje afneemt. Bepaalde toonhoogten
worden niet aangehouden, doch ongemerkt
gaat de eene toon in den anderen over. Deze
toonstooten worden telkens bij iederen adem
tocht herhaald; ja, er is zelfs verband gecon
stateerd tusschen arm- en beenbewegingen en
het schreien. Het rhythme van het geschrei is
van de ademhaling en den polsslag afhanke
lijk, zoodat de eerste geluiden van het kindje
dus feitelijk tot het rijk van het zingen behoo-
ren. Eerst later wordt het spreken geleerd: dit
behoort tot een hoogere ontwikkelingstrap.
De muziekwetenschap heeft zich ook bezigge
houden met de vraag, hoe de zuigeling op ge
luiden en klanken reageert. Driekwart van alle
zuigelingen kan reeds den eersten dag van zijn
leven geluiden opnemen. Bij sterke geluiden
schrikt het kind en begint te schreien Eerst
na vele weken verliezen de geluiden him be
angstigende werking op de kinderziel en het
begint opmerkzaam te luisteren. De eerste drie
maanden worden eigenlijk geheel besteed aan
den leertijd voor het hooren. Eerst later ordent
het kindje de geluiden en gaat het de oorzaken
zoeken.