W!
AKKERTJES
Zwarte kraai en huismusch
niet beschermd.
OP WEG NAAR CURACAO.
VRIJDAG 27 AUGUSTUS 1927
HAAR GEM'S DAG BEAD
3
Kievitseieren mogen tot 20 April
geraapt worden.
Uilvoering van de Vogelwet 1936.
Thans is verschenen het Vogelbesluit 1937,
hetwelk strekt ter uitvoering van de Vogel-
wet 1936.
Niet tot de beschermde vogels in den zin
van de Vogelwet behooren voor onbepaalden
tijd de zwarte kraai en de huismusch.
Voorts kan de minister van Economische
Zaken bepalen, dat een of meer van de vol
gende vogelsoorten, voor bepaalde tijdvakken
(elk tijdvak ten hoogste 2 jaar), hetzij voor
het geheele rijk, hetzij voor bepaalde gedeel
ten daarvan, niet tot de beschermde vogels
zullen behooren: schollevaar, blauwe reiger,
sperwer, slechtvalk, mantelmeeuw, zilver
meeuw, kokmeeuw, houtduif, bonte kraai, ek
ster, Vlaamsche gaai en spreeuw. Dit zijn de
z.g. voorwaardelijk onbeschermde vogels.
Vogels voor de kooi zijn volgens het besluit:
zwarte lijster, kauw, vink, putter, sijs, kneu,
groenling en geelgors.
Vogels voor de jacht zijn: havik, slechtvalk
en klapekster.
De raaptijd van kievitseieren vangt aan met
ingang van 1 Februari en eindigt voor alle
provinciën met ingang van 20 April.
De raaptijd van eieren van meeuwvogels
vangt aan met ingang van 1 April en eindigt
met ingang van 15 Juni.
Hij, aan wien een vergunning is verleend om
beschermde vogels voor de kooi of voor de
jacht te vangen, mag daarbij gebruik maken
van vang- of treknetten, waarvan de vleugels
een lengte hebben van niet meer dan tien me
ter, gemeten van stijggaren tot stijggaren, en
een breedte van niet meer dan twee meter,
gemeten volgens de lengte der staven en waar
van de mazen, gestrekt gemeten langs het
koord van knoop tot naastliggende knoop, een
lengte en een breedte hebben van niet min
der dan 17 millimeter.
Hem, aan wien een vergunning is verleend
om beschermde vogels te vangen, anders dan
voor de kooi of voor de -jacht, of te dooden,
kan tevens worden vergund daarbij gebruik te
maken van andere vangmiddelen uitgezon
derd lokvogels, die geblind of verminkt zijn
met dien verstande, dat ook vang- en treknet
ten van andere dan bovengenoemde maten
kunnen worden toegestaan.
De Koningin bezoekt de tentoon
stelling te Varsseveld.
In den rook gestikt.
Machinist van Engelsch schip om het leven
gekomen.
Woensdagavond keerde de 36-jarige derde
machinist R. Boxburghwood uit Glasgow van
het Engelsche s.s. „Antiope", dat in de Waal
haven te Rotterdam ligt, tegen middernacht
aan boord van zijn schip terug.
De machinist heeft zich daarna spoedig ter
ruste begeven en vermoedelijk nog een sigaret
gerookt. Men neemt aan, dat de man, voordat
de sigaret was opgerookt, in slaap is gevallen,
waarna de brandende sigaret in het kooigoed
is terechtgekomen. Dit heeft geen vlam gevat,
maar is gaan smeulen, zoodat de hut in kor
ten tijd geheel vol rook stond. Waarschijnlijk
is de man onwel geworden. Hij is uit bed geko
men en heeft nog getracht de deur te bereiken.
Halverwege is hij echter in elkaar gezakt.
Toen Donderdagmorgen na herhaald kloppen
niet werd open gedaan, heeft het personeel
zich toegang tot de hut verschaft.
De levensgeesten van den man waren toen
echter reeds geweken.
GROOTE BOERDERIJBRAND.
Donderdagochtend omstreeks elf uur ont
stond, vermoedelijk door kortsluiting, brand
in de groote boerderij van den heer G. Dewes,
tevens bewoond door diens schoonzoon den
heer K. Tiktak, aan het Nieuwediep te Bare-
veld.
De marechaussee was spoedig ter plaatse,
doch doordat de brandspuit uit de gemeente
Gieten een afstand van ongeveer 13 km.
moest komen, was er weinig meer aan te doen.
Het vuur greep zoo snel om zich heen, dat
niets meer te redden viel en het geheele huis
met schuren een prooi der vlammen werd. De
schuren waren geheel gevuld met stroo en
koren. Zoowel de boerderij als de inboedel was
verzekerd.
Publiek zeer enthousiast.
H.M. de Koningin is Donderdagmiddag om
half drie met haar gevolg te Varsseveld aan
gekomen om een bezoek te brengen aan de
landbouw- en nijverheidstentoonstelling
„Lanijto".
De burgemeester, de heer J. J. Boot, heeft
Hare Majesteit op het perron verwelkomd.
Voor het stationsgebouw stonden alle school
kinderen van het dorp opgesteld, die het Wil
helmus zongen.
Aan den ingang van het tentoonstellings
terrein werden Hare Majesteit bloemen aan
geboden door het dochtertje van den bur
gemeester en werd het bestuur van de „La
nijto" aan Haar voorgesteld.
Hierna maakte de Koningin, begeleid dooi
den burgemeester en den voorzitter der „La
nijto", den heer L. Levy, een rondgang langs
de stands. Na de bezichtiging nam de Ko
ningin op de eere-tribune plaats. Het pu
bliek was zeer enthousiast en zong het Wil
helmus. De geestdrift was zoo groot, dat de
omrastering werd doorbroken, doch de poli
tie had spoedig de aanwezigen weer in be
dwang.
Hierna werden de bekroonde paarden en
koeien voorgeleid, terwijl de landelijke rij-
vereeniging een défilé hield.
Om half vijf vertrok de Koningin per trein
naar Apeldoorn, nadat zij nog per auto een
rit door het dorp had gemaakt.
De Koningin te Hengelo.
Bezoek aan de zoutindustrie.
H.M. de Koningin heeft Donderdagochtend
om tien voor twaalf komend met den gewo
nen trein uit Apeldoorn, waaraan twee sa
lonrijtuigen waren gekopneld, een kort be
zoek gebracht aan Hengelo, ter bezichtiging
van het nieuwe bedrijf der Koninklijke Ne
derlandsche Zoutindustrie „K.NZ."
Hare Majesteit werd op het bedrijf o.a.
verwelkomd door den directeur, den heer ir.
G. de Haas en door de beide gedelegeerde
commissarissen, de heeren ir. mr. dr. H. J.
D. van Lier uit Rotterdam en ir. A. van dei-
Minnen uit Zwijndrecht.
Hare Majesteit, die met klein gevolg was,
toonde voor alle af deelingen zeer veel be
langstelling.
Tenslotte bezichtigde zij op het directie
kantoor een expositie van de producten der
K.N.Z.
Toen het bekend werd. dat H.M. de Ko
ningin in de stad was, schaarden zich overal
groepjes belangstellenden lanes den weg, die
haar hartelijk toejuichten. H.M vertrok om
kwart voor een per extra-trein naar En
schedé en vandaar naar de tentoonstelling
te Varsseveld.
Hoe kom ik van
die hoofdpijn af?
Wanneer Uw hoofdpijn (migraine) U over
valt bij het opstaan, vóór of na den maal
tijd, koop dan even bij Uw drogist of
apotheker een doosje "AKKERTJES"
Deze nieuwe vinding van Apotheker
Dumont wordt overal en door iederen
gebruiker geroemd om haar wonderlijke
resultaten bij Hoofdpijn, Migraine, Kies-
Sijn, Zenuwpijn, Kou, Influenza, Spierpijn,
euralgische pijnen, Rheumatische pijnen.
Het is niet noodig U te laten plagen door
Uw pijn. Want bijna onmiddellijk zullen
"AKKERTJES" U helpen en Uw pijnen snel
tot bedaren brengen. Ook Gij zult opge
togen zijn over de resultaten. Probeert zei
Overal verkrijgbaar. Per 12 stuks 52 cent.
Volgens recept van Apotheker Dumont
(Adv. ingez. Med.)
„Twee van zes'
Zondagavondstilte in de Kerkstraat in
Den Bosch, aldus meldt de Prov. N. Br, en
's Hert. Crt. Het portiek van het postkantoor
rust uit van de beweeglijkheid der weeksche
dagen. Wat licht van een lantaarn, schampt
op de hermetisch-gesloten deur, de stoere
pilaren, den tegelvloer, de hardsteenen trap
pen, Langs het portiek schuifelen af en toe
wat menschen, die wat wandelen in den
herfstigen avond.
Dan nadert tmefr luiden tred een buitenman
met zondoorbrand gezicht, waarin een pijpje
walmt.
Hij stapt op de postzegelautomaat toe, in
specteert hét kastje van boven tot onder,
legt zijn hand hier en daar op wat nikkel
en dan heeft hij het door. Het zwengeltje
verdwijnt in zijn knoestige hand en met vin
nig gebaar draait hij het eenige malen
rond. Dan buigt hij zich en door de gleuf
waarin de postzegels omlaag plegen te zijgen,
althans wanneer aan de geldelijke eischen is
voldaan, roept hij kortaf, maar gebiedend:
„Twee van zés!"
Het bakje blijft leeg. Weer zwengelt hij
thans nog vinniger en direct daarop brult hij
boosaardig
„Ik zeg: twee van zés!"
Nog steeds blijft het bakje leeg.
Daarop volgt een mep tegen de automaat,
en weer roept hij; „Twéé van zés!"
Een jonge man is inmiddels achter den
boer verschenen, en behulpzaam als een goed
Bosschenaar pleegt te zijn, vraagt hij den
teleurgestelde of hij hem misschien kan
helpen.
„Dè's goed", zegt de boer, „want ze luisteren
nie daarbinnen".
„Hoe zoo?"
„Wel, ik schreeuw m'n eigen gek en ze
geven niks".
„Maar je moet ook niet schreeuwen! Lees
maar wat er staat"
„Lezen? Mensch, dè kan ik nie. Ik ben nie
zoo geleerd!"
„Geef mij maar het geld", zegt de jonge
man, en in een oogwenk heeft hij „de twee
van zes" in het bakje getooverd.
,,'t Is kazuweel!" zegt de dankbare boer,
„ik docht bij m'n eigen
Maar de .jonge man is al verdwenen.
Een halve eeuw geleden
Uil Haarlem's Dagblad van 1887
Auto door sneltrein gegrepen.
Bestuurder op slag gedold.
Donderdagmiddag ongeveer half een is op
den onbewaakten overweg, aan den achter
weg te Nootdorp een ernstig ongeluk ge
beurd. Van de zijde van het dorp kwam een
auto. die door den sneltrein gaande in de
richting Den Haag, gegrepen werd. De auto
werd vierhonderd meter meegesleurd, alvo
rens de trein tot stilstand kwam. De eenige
inzittende, de 22-jarige A. van Rossum uit
Papendrecht, werd op slag gedood. Het uit
zicht op den onbewaakten overweg ter plaat
se is slecht. Politie was spoedig aanwezig. Na
drie kwartier oponthoud kon de trein zijn
reis voortzetten.
MEISJE VERDRONKEN.
Donderdagmiddag is de 23-jarige Neeltje
van Middelkoop te Hei- en Boeikop in de na
bij haar huis gelegen Wetering geraakt en
verdronken. Het meisje schijnt bij het vaten
wasschen aan den kant van het water te
zijn uitgegleden. Men heeft nog geruimen
tijd gepoogd door kunstmatige ademhaling'
de levensgeesten op te wekken, doch dit
mocht niet baten.
LIJK GEVONDEN.
Door schipper J. Otte van het motor-kust
vaartuig „Zwerver" uit Bruinisse is. ter hoog
te van Marken, het lijk gevonden van een
naar schatting zestig-jarigen man.
y
Een bezoek aan Barbados en Trinidad.
RANGEERDER ONDER TREIN.
Donderdagmiddag te één uur is op het sta
tion te Kruiningen-Ierseke de 45-jarige J.
Nieuwdorp onder een rangeerenden trein ge
komen. De rangeerder werd op slag gedood. De
oorzaak van het ongeluk is nog onbekend.
Het slachtoffer was gehuwd.
Wielrijder tegen den grond
geslagen.
Door aanrander van zijn portefeuille
beroofd.
Toen de heer K. ten Cate Jzn.. wonende
aan den Bovenstraatweg te Oldebroek, gis
teravond den Laanzichtsweg per rijwiel pas
seerde. werd hii aangevallen door een onbe
kend persoon, die hem een klap tegen het
hoofd gaf, waardoor hij vermoedelijk tegen
een boom terecht kwam en bewusteloos
raakte. Hii liep een buil aan het hoofd op.
Toen hij weer tot bewustzijn kwam, bleek hij
volgens zijn mededeelingen aan de politie,
van zijn portefeuille, inhoudende f 215 te
zijn beroofd.
Onder leiding van den burgemeester van
Oldebroek heeft, de politie in den afgeloo-
pen nacht en vanmorgen een uitgebreid on
derzoek. ingesteld, terwijl nog van een poli
tiehond van elders werd gebruik gemaakt-
Tot nu toe heeft het onderzoek nog geen
enkel resultaat opgeleverd.
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij K. B. van 20 Augustus 1937 zijn met in
gang van 1 September 1937 in vasten dienst
benoemd tot ingenieur der telegrafie en te
lefonie ir. Barend van Dijl, ir. Willem Frede-
rik Reeser. ir. Henri Cretien Felser, ir. Tjaarda
de Cock Buning, allen thans ingenieur der
telegrafie en telefonie op arbeidsovereenkomst.
Bij K.B. van 23 Augustus 1937 is, ingaande
16 Augustus 1937. benoemd tot adjunct-com
mies bij het hoofdbestuur der posterijen, tele
grafie en telefonie J. C. Lokhorst, thans werk
zaam op arbeidsovereenkomst bij genoemd
hoofdbestuur.
De tweede étappe.
oensdag 14 Juli kwamen we in Fun-
chal, de hoofdstad van het eiland
Madeira, denzelfden avond ver
trokken wij eenige uren later dan
onze kapitein had vermoed en had gehoopt
naar Barbados. De lange Oceaan-route,
een gelegenheid bij uitnemendheid om zich
aan het mijmeren over te geven. De kalme
zee, het tropische zonnetje, de luie stoelen
werken alle daartoe mede. Een mensch zou
er vadsig onder worden, ware het niet, dat
de purser een commissie in het leven wist te
roepen tot organisatie van verschillende
sportwedstrijden, welke commissie zich voor
treffelijk van haar taak heeft gekweten en
ons gedurende enkele dagen nuttig heeft
bezig gehouden. De prijsuitreiking had plaats
op Dinsdag 21 Juli na „captain's dinner". Zoo
waren de zeven dagen ten einde, voordat men
zich daarvan ben volle rekenschap had kun
nen geven. Woensdags omstreeks zes uur in
den namiddag doken de kustlijnen op van
het eiland Barbados. Maatregelen werden ge
troffen om het laden en lossen zoo vlot mo
gelijk te doen verloopen. In een breeden cir
kel werd om het eiland heen gevaren in de
richting van Bridgetown, de hoofdstad. Het
was reeds donker, toen wij per motorboot
landwaarts trokken.
Barbados en Bridgetown.
Het eiland Barbados is ongeveer zoo groot
als 't bekende Engelsche eiland Wight en
is, vooral in onze wintermaanden, een uit
verkoren vacantieoord. Het is het meest
Oostelijke punt der W. Indische eilanden
groep én telt ongeveer 168.000 inwoners,
waarvan er in de hoofdstad Bridgetown
circa 14.000 wonen.
Portugeesche zeevaarders gebruikten het
eiland in de middeleeuwen op hun tochten
naar Brazilië als welkom tusschenstation
voor het innemen van hout en water. Volgens
de overlevering moet een hunner Pedro a
Campos aan dit eiland den naam Las Barba-
das gegeven hebben. Sedert 1605 is Barbadas
Engelsch bezit. In dat jaar landde er de be
manning van de „Olive Blossom", op weg
zijnde naar Suriname, plaatste er een houten
kruis en nam het eiland in bezit voor den
Engelschen Koning.
Barbados is omgeven door koraal-eilanden
en mist het werkelijk tropisch aspect van
de andere W. Indische eilanden. Een goed
wegennet maakt het mogelijk het grootste
gedeelte van het eiland te doorkruisen. Bij
die omzwervingen doet veel herinneren aan
de beteekenisvolle plaats, welke de suiker
cultuur op dit eiland inneemt. De windmo
lens persen er het suikerriet, de schoorstee-
nen vormen de aanwijzing van het meer fa
briekmatige gedeelte van het suikerbedrijf.
Naast suiker vormen rum, melasse, kerosine
en gasoline benevens katoen de belangrijk
ste voortbrengselen van het eiland. Het kli
maat is gunstig. Ofschoon liggend in de tro
pen wordt veel profijt ondervonden van
koele winden. Evenals op Madeira heeft ook
Barbados het noodige gedaan om den tourist
bezig te houden, doch eerstgenoemd eiland
biedt van nature veel meer dan laatstge
noemd.
Het primitieve aardewerk van Barbados,
afkomstig uit het stadje Bathsheba, is meer
eigenaardig dan wel mooi. Een geliefkoosd
gerecht is de z.g. vliegende visch; die in de
omgeving van Barbados in groote zwermen
voorkomen, doch die wij ook dagen vooraf
reeds op volle zee konden waarnemen. Ge
woonlijk wordt deze visch gebakken gegeten
en doet denken aan onze bokking.
De aankomst in de zeer kleine havenkom
van Bridgetown levert het bekende beeld. Op
de kade wordt de tourist ook hier opgewacht
door een menigte behulpzame lieden. We be
ginnen onze wandeling door een ruime
douaneloods, waar niemand zich iets van ons
aantrekt. Daarna heeft een ware bestorming-
plaats. Een aapjeskoetsier laat een snerpend
geluid voortkomen uit een bescheiden toeter
(precies als in Dakar) en noodigt ons langs
dezen weinig melodieuzen weg uit in zijn
vehikel plaats te nemen. Van voren en van
achteren klampen negers ons aan en trach
ten ons te bewegen een auto te benutten. Ja,
het gaat zelfs zoo ver, dat een tweetal leege
taxi's (overigens zeer comfortabel) naast ons
komen rijden en ons begeleiden, terwijl de
chauffeurs om beurten hun* vervoermiddel
aanprijzen. Men moet zich m.i. van al dat
gedoe niets aantrekken. Laat men zich ver
leiden en begint men te.onderhandelen, dan
is het aantal gegadigden plotseling veel
grooter.
Het stadje zelf is klein. De hoofdstraat
heeft eenige moderne winkels, het plaveisel
voldoet aan redelijke eischen, het aantal ver
keersagenten zou waarschijnlijk belangrijk
ingekrompen kunnen worden. Ook hier heeft
de Bombayer zijn intrede gedaan en zijn win
kel komt overeen met de toko, die in ons
Indië zoo veelvuldig voorkomt. Moderne vil
lawijken liggen als een gordel om de binnen
stad. Verderaf zijn prachtige badgelegenhe-
den te vinden.
Op onze terugreis naar de Costa Rica wordt
onze motorsloep voor een belangrijk gedeelte
ingenomen door een groote groep jeugdige
cricketers, die met ons zullen samenreizen
tot Trinidad. Het is een vroolijk gezelschap,
in keurige donkerblauwe jasjes gestoken en
met stroohoeden.
In den nacht van Woensdag op Donder
dag (2122 Juli) wordt er aan boord door
gewerkt. Druk gesticuleerende negers zijn
aan het laden en lossen. Vaatjes met zout,
kisten met blikjes sardines, aardappelen en
uien worden uit de diepe laadruimen in lich
ters overgebracht, om zoo meteen naar Bar
bados te vertrekken.
Donderdag, 's morgens vroeg, om zes uur,
wordt de reis voortgezet. Reeds in den loop
van den ochtend wordt hier en daar land
ontdekt en tegen 5 uur in den middag ligt de
heuvelachtige, door de zon beschenen kust
van Trinidad voor ons. De zee is er woelig,
het water niet meer zoo helder door de groote
slibmassa's, welke de breede armen der Ori
noco in zee uitstorten. Uiterst sierlijke zwart-
gekleurde vogels zeilen boven de oerwouden.
In de verte ligt op de reede een Engelsch
oorlogsschip in verband met de stakingson
lusten op Trinidad. Het schouwspel blijft
onvergelijkelijk mooi. 's Avonds om 8 uur ligt
de Costa Rica verankerd. Wij krijgen de ge
legenheid tweemaal aan wal te gaan, voordat
wij naar Venezuela zullen vertrekken, In een
motorboot varen wij gedurende twintig mi
nuten naar Port of Spain.
Trinidad en Port of Spain.
nprinidad ligt 10 graden benoorden den
-1- Evenaar, op den weg tusschen New York
en Brazilië. Het is van Venezuela gescheiden
door de Golf van Paria en de nauwe Bocas'
kanalen en behoort feitelijk tot Zuid-Ame-
rika, waarmede het vroeger ook vei'bonden
was. Het is het meest zuidelijke eiland van
dc West-Indische groep en werd op 31 Juli
1498 door Colombus ontdekt en staat sedert
1797 onder Engelsch bewind. De bevolking
telt circa 390.000 zielen, waarvan er ongeveer
72.000 in de hoofdstad Port of Spain wonen.
Het eiland is heuvelachtig, de bodem is over
het algemeen vruchtbaar, het klimaat is tro
pisch. De droge tijd valt tusschen Januari
en Mei, de regenperiode tusschen Juni en
December. Vooral tusschen December en
April wordt Trinidad door touristen bezocht.
Naast agrarische- levert het eiland ook mine
rale producten. Tot de eerste groep behoo
ren: cacao, suiker, cocosnoten, koffie, citrus-
sen enz., tot dè tweede groep: petroleum en
asphalt. In de latere jaren is de cultuur van
bananen en grape fruits sterk uitgebreid en-
hebben o.a. veertiendaagsche verschepingen
naar Engeland plaats. Het eiland is overi
gens niet gemakkelijk per schip te bereiken
Deze blijven ver uit de kust vóór de hoofd
stad op de reede ankeren. Er zijn plannen
in uitvoering voor het aanleggen van een
haven, waarvan de kosten op 1 millioen
worden geschat. De vruchtbaarheid van den
bodem is oorzaak, dat de plantengroei uiterst
weelderig is. De hoofdstad van het eiland
Port of Spain is een goed ontwikkeld cen
trum. Voor touristen is de binnenstad be
trekkelijk weinig interessant. Het standbeeld
van Columbus doet er terugdenken aan lang
vervlogen jaren, aan de periode van het
Spaansche bewind, aan het zoeken naar het
mystieke land. Aan de tocht van Sir Walter
Raleigh, die de oude hoofdstad van het
eiland St. Joseph liet verbranden en zijn
schepen liet vullen met materiaal uit het we
reldberoemde meer bij La Brea. Het Spaan
sche bewind heeft weinig voordeel gebracht.
Daarin kwam een radicale wijziging toen de
Engelschen onder Abercromby en Harvey het
eiland veroverden. De eerste Engelsche Gou
verneur was Picton die later sneuvelde in den
slag bij Waterloo.
Met een tiental landgenooten trokken wij
dan per motorboot naar den vasten wal. Dp
volle maan verlichtte het water. In de verte
liggen Hollandsche baggermolens voor den
havenbouw bij Port of Spain, we varen op
korten afstand langs den Nederlandschen
onderzeeër, de O 12 en in ons vervoerimddel
doet een Nederlandsche machine-installa
tie ons voortbewegen. Een fijn gevoel deze
triologie, zoo ver van honk. En weldra slen
teren we door Port of Spain. De volle maan is
oorzaak, dat de stadsverlichting niet ont
stoken is. Maar welk een verschil met Brid
getown. Flinke winkels, enkele bioscopen,
een druk autoverkeer, goed geasphalteerde
straten, een flink hotel tegenover de z.g. Sa
vannah, met ruim opgezette sportterreinen.
En via de typische nacht-markt, welke in
enkele straten wordt gehouden, trekken we
met het laatste avondbootje van half twaalf
uur terug naar de Costa Rica.
Het is Vrijdag 23 Juli, 's morgens om half
zes reveille voor hen, die een der touristen-
autoritten over het eiland zullen maken. Wij
brachten een bezoek aan den prachtigen bo-
tanischen tuin, die mij deed terugdenken aan
onze wandelingen door 's lands Plantentuin
te Buitenzorg en de botanische tuinen van
Rio de Janeiro, Dakar en Philadelphia. Hier
in Port of Spain staat in dezen tuin de resi
dentie van den Gouverneur van Trinidad. Per
auto slingerden wij omhoog naar Lady Chan
cellor's Hill vanwaar men een prachtig ge
zicht heeft over de stad en de zee, maar het
neusje van de zalm vormt de rondrit: Round
the Saddle, Dan heeft men eerst recht gele
genheid den weelderigen plantengroei van Tri
nidad te leer en kennen. Dikke bamboe, het
suikerciet in de lager gelegen gedeelten, ca
caoplantages en koffiestruiken het ziet
er hier en daar een beetje onverzorgd uit
rubber, van tijd tot tijd de nootmuskaat, de
kokospalmen en de bananen, wat wil men
nog meer. Het was een onvergetelijke tocht,
die misschien nog iets mooier had kunnen
zijn, indien op dat oogenblik de bloemen
pracht, welke wij op Madeira zagen, ook op
Trinidad te vinden zou zijn geweest. Maar
we trokken hoogst voldaan boot-waarts om
Vrijdagmiddag onze reis voort te zetten.
MOLLERUS.
27 Augustus:
Bij kabinetsschrijven van 18 dezer,
heeft Z. M. de Koning den hoogleeraar
J. A. Alberdingk Thijm, te Amsterdam,
opgedragen de Regeering te vertegen
woordigen op het 20ste Nederlandsche
Taal -en Letterkundig Congres, dat van
1417 September e.k. te Amsterdam zal
gehouden worden.
Het aanstaande vertrek van de
mijnenvegers naar Indië.
Officieren beëedigd.
Donderdagmiddag zijn op het terrein van
Harer Majesteits wachtschip „Noord-Bra
bant" voor het front van de troepen door den
ondercommandant van de marine in Zeeland,
kapt. ter zee H. J. van der Stad, beëedigd de
nieuw benoemde officieren D. W. baron van
Lijnden, W. P. Jansen, M. J. H. Gregory en
J. H. baron Mackay, welke officieren zijn be
stemd voor de divisie mijnenvegers, bestaande
uit de „Jan van Amstel", „Pieter dé Bitter",
„Abraham Crijnssen", en „Eland Dubois",
welke Maandag a.s. van Vlissingen naar Ned.-
Oost Indië zullen vertrekken.
Na de beëediging heeft kapt. v. d. Stad de
jonge officieren toegesproken en hun gewe
zen op de ernst van dit oogenblik.
Baron van Lynden mocht tevens uit de
handen van den kapitein een gouden horloge
ontvangen, uitgeloofd door den minister van
defensie als belooning voor buitengewone be
kwaamheid en gehoorzaamheid. Nadat ka
pitein van der Stad ook de ouders en naaste
familieleden had gelukgewenscht, eindigde
hij met een driewerf „hoezee" voor H.M. de
Koningin.
Nadat het Wilhelmus was gespeeld, defi
leerden de matrozen van de opleiding voor
den ondercommandant en voor de nieuw be
noemde officieren, waarna deze voor Vlis
singen zoo zelden voorkomende plechtigheid
was geëindigd.
VERGEMAKKELIJKING VAN HET
VERKEER.
De vele toeristen, jongeren en oude
ren, die dit jaar per fiets naar de Parij-
sche tentoonstelling of naar een ander ge
deelte van Frankrijk gaan, hadden tot nu
toe daarvoor een triptiek voor Frankrijk
noodig, waarmee hun bescheiden reisbudget
nogal zwaar belast werd.
Het zal hun genoegen doen, te vernemen,
dat de A.N.W.B. thans in de gelegenheid is,
hun een speciaal document te verstrekken,
geldig voor één reis en gedurende één maand,
dat aan A.N.W.B.-leden gratis kan worden
verstrekt, aan anderen tegen een minimale
vergoeding (f 0.50.)
Aangezien voor den doortocht door België
geen enkele formaliteit voor de fiets is te
vervullen en geen enkele kaart of lidmaat
schap noodig is, worden de wielrijders thans
dus wel in de gelegenheid gesteld, op zeer
gemakkelijke wijze hun vacantietocht naar
België en Frankrijk te maken
De Posterijen en de Jamboree.
Hoe druk het was.
In het laatstverschenen nummer van
„P.T.T.-Nieuws" lezen we de volgende bijzon
derheden over het P.T.T.-kantoor op de Jam
boree:
Manden en zakken vol correspondentie uit
de kampbrievenbussen werden om de twee
uur op de sorteertafels van het Jamboreekan
toor uitgestort: ontelbare bundels „Jambo
ree-Vogelenzang" met postauto's uit Haar
lem aangebracht, werden hier eerst op na
tionaliteit en daarna op sub-kamp gesor
teerd. Van 's morgens 8 tot 's avonds 20 uur,
of zooveel later als noodig was, waren twee
hulpkrachten onafgebroken bezig de tien
duizenden stuks correspondentie te voorzien
van den specialen stempelafdruk „Bloemen-
daal-Vogelenzarig Wereld-Jamboree".
Statistieken van de vorige Wereld-Jambo
ree hebben aangetoond, dat er dagelijks wel
30.000 stukken verwerkt zouden moeten
worden, doch dit aantal werd hier gedurende
de eerste dagen reeds aanmerkelijk over
schreden. Op den openingsdag bedroeg het
ruim 42.000 en op den volgenden dag zelfs
63.000, waarvan 55.000 verzonden en 8000 ont
vangen.
De bestelling in het kamp geschiedde drie
maal per dag, n.l. om 7, 12 en 17 uur. De
post werd aan de sub-kampen (mét het voor
trekkerskamp mede tien in getal) afgegeven
en daar door de padvinders gedistribueerd.
Elk sub-kamp had 'n eigen (post-)brieven
bus, terwijl menig contingent de correspon
dentie vooraf verzamelde in een groepsbus.
Ook had elk sub-kamp een speciale telefoon
tent, welke aansluitingen des nachts waren
doorverbonden met het hoofdkwartier. Bo
vendien bevonden zich in de persafdeeling en
op verschillende punten van het terrein tele
fooncellen met automatische incasseerinrich
tingen en niet te vergeten eenige postzegel
automaten. Werd aanvankelijk gedacht, dat
hiervan weinig gebruik zou worden gemaakt,
omdat ze geen Jamboreezegels verschaften,
de praktijk was anders.
Op één dag werden alleen uit de V/z ets.
automaat naast 't P, T. T -kantoor 3000 ze
gels verkocht!
Nieuwe centen gevraagd!
Er was een besteller, die den geheelen dag
bijna niet anders deed dan automaten vullen
en wat het geld betreft ledigen. Hij
werd steeds gevolgd door troepjes Amerika
nen. die dol waren op.... nieuwe centen!
Vóór de loketten van het ruime, lichte
P.T.T.-gebouwtje was 't heel den dag door
één kluwen van j ad vinders, die in alle talen
of met gebaren en aanwijzen postzegels, geïl
lustreerde briefkaarten, enz. verlangden en
er hun verdere postzaken afdeden. Velen
kochten van alle bestaande zegels één of
meer exemplaren en maakten van hun brie
ven ware staalkaarten. Het spreekt vanzelf,
dat de loketambtenaren (zij spraken behalve
Fransch, Duitsch en Engelsch ook Esperan
to) hier de handen meer dan vol hadden. On
afgebroken schoof de stroom van koopers
voort en op de spitsuren, zoo tegen tweeën
en na afloop der voorstellingen in arena cn
theater, was de drukte hier inderdaad over
weldigend. Maarde ambtenaren hiel
den het!