Het jubileum van de Beemster. HET HOOGSTE RECHT Mütr. Theo Manr» - Bouwmeester met Joiianna Bouwmeester en Theo Frenkel Tn den rouwstoet van wijlen mevrouw Esther de Boer van Rijk bij het ver iaten van den Stadsschouwburg te Amsterdam Sir John Simon en Anthony Eden op weg naar de buitengewone zitting van het Engelsche kabinet over de Middel- landsche Zee kwestie De onthulling van het borstbeeld van Jan Adriaanszn. Leegh- water op het plein voor het Heerenhuis te Midden Beemster ter gelegenheid van het 325-jarig jubileum van de Beemster heeft Donderdag plaats gehad. Tijdens de plechtigheid Komende uit Warschau is de Poolsche minister van Buitenlandsche Zaken, Beek, deze week te Parijs gearriveerd, waar hij door de regeering werd ontvangen Op de begraafplaats Muiderberg had Donderdag de teraardebestelling plaats van wijlen de groote actrice mevr. Esther de Boer van Rijk. De acteur Louis de Vries werpt een schep aarde in de geopende groeve De Middelbare Koloniale Landbouwschool te Deventer bestaat 25" jaar. Ter gelegenheid daarvan wordt een economische Koloniale tentoonstelling georganiseerd. De opbouw der expositie De nieuwe reddingsboot der N.Z.H. Reddingsmaatschappij, .Abraham Fock" genaamd, op de werf te Katwijk aan Zee. - Na de ingebruikneming der boot zal zij te Hollum op Ameland gestationneerd worden De commissaris der Koningin in Noord Holland, mr. dr. A. baron Röell, bezichtigt de veetentoonsteillng, welke Donderdag te Midden Beemster werd geopend ter gelegenheid der viering van het 325-jarig jubileum van den Beemster De begrafenis van wijlen mevr. Esther de Boer van Rijk. De rouwstoet bij het verlaten van den Stadsschouwburg te Am sterdam FEUILLETON Naar het Amerikaansch van MILDRED DANNING. .(Nadruk verboden.) 14) Elise Graven, 't meisje uit het Noorden, had eveneens een groote sympathie voor mevrouw Monroe opgevat en liet haar gereserveerde houding geheel varen. Vol enthousiasme ver telde ze haar gastvrouw alles vair "huis, van haar vrienden in New-York, van de bals en feesten en ritten in het park; dat 't zoo moei lijk was na een heelen avond gedanst te hebben, 's morgens op te staan, en weidde ten slotte uit over het feest, gegeven ter eere van haar achttienden verjaardag, en haar vaders geschenk. Mevrouw Monroe boog zich voorover om de fijne gouden ketting met 'hanger, die 't meisje om had, te bewonderen. Terwijl ze dit deed, ging haar hand machinaal naar haar hals en met een kreet van verba zing richtte ze zich ineens op. „Hè, waar ter wereld Elise Graven boog zich naar haar toe. „Wat is er? Hebt u iets verloren?" „Mijn paarlensnoer!" Mevrouw Monroe keek onrustig door de zaal. Ze kunnen niet gevallen zijn, dus moet ik ze op mijn kamer hebben laten liggen. „Excuseer me een oogen- blik, kindlief, ik moet even gaan kijken." Lloyd wachtte niet langer. Hij had me vrouw Monroe's beweging en de uitdrukking op haar gezicht gezien en wist, dat hij moest probeeren het snoer kwijt te raken. Hij storm de de hall in en stond daar besluiteloos, toen mevrouw Monroe haastig langs hem heen liep. Hij zag haar tegen Jackson aanbonzen in de bocht van de trap, maar stond niet lang bij deze gebeurtenis stil. Hij moest en zou het snoer kwijtraken, maar hoe en waar? Lloyd draaide zich om, toen Jackson de trap af kwam, en haastte zich naar de eetkamer. Maar Tom, de neger was daar op zijn post en daarbij bood deze kamer geen gelegenheid om wat te verstoppen. Hij moest nadenken. En vóór alles moest hij zijn zenuwen tot rust brengen. Een glas whiskey misschien? Tom maakte er een klaar en in zijn opwin-, ding merkte Lloyd niet eens dat er haast geen whiskey in was, maar 't deed hem toch goed. Hij wist, dat het nog een poos zou duren, voor mevrouw Monroe zeker zou weten, dat het paarlensnoer verdwenen was. En daarna zou er nog eenigen tijd voorbij gaan voor werkelij ke maatregelen getroffen zouden kunnen worden. Hij besloot, dat het beter zou zijn eerst zien uit te vinden wat de Monroe's van plan waren en dan pas het halssnoer zoo te verber gen, dat hij door de mazen van het net, dat zij zouden spannen, kon heenglippen. Daarom ging hij weer naar de hall terug. En mevrouw Monroe bevond zich daar. Ze was juist haastig de trap af komen loopen, haar nog knap gezicht rood van opwinding en angst, de handen tegen het hart gedrukt. Kolonel Monroe, die op dit oogenblik uit zijn studeerkamer kwam, stond nu naast haar en ze sprak geagiteerd tegen hem. Er was voor Lloyd iets beangstigends in dat gebogen hoofd en het ernstige gezicht van den kolonel, terwijl hij naar zijn vrouw luisterde. Llovd ging met. een heftige poging om zich te beheerschen en een onverschillig uiterlijk in hun nabijheid staan. „Maar man, het is weg! Ik heb overal geke ken. Ik herinner me nu, dat ik het snoer op tafel heb gelegd om het aan te doen, maar ik weet nu haast zeker, dat ik het heb laten liggen. Je weet, dat het slot nog is nagezien, ik kan het onmogelijk verloren hebben! Er moet iemand in mijn kamer geweest zijn. Lloyd kon het niet langer uithouden. Zijn knieën knikten en zijn mond was droog als kurk. Hij wendde zich snel af, zijn lippen in een krampachtig lachje vertrokken, toen iemand dien hij kende, voorbij kwam, maar gelukkig keek deze hem niet aan en het vol gend oogenblik nam Kolonel Monroe den arm van zijn vrouw en bracht haar naar de stu deerkamer, die vlak bij was. Nog een korten tijd was Lloyd veilig, maar nu moest hij ook handelen. Langzaam loopend en met stijve, houterige stappen, veroorzaakt door de in spanning, om zijn slappe knieën in bedwang te houden, zocht Lloyd den weg naar de hall. Zijn hoofd was vol warrelende emoties Ze konden hem niet verdenken! Maar de ver schrikking joeg hem op. Zijn lippen leken wel perkament en zijn hart sloeg met zulke zware slagen, dat zijn lichaam er van schokte. Als hij zijn jas eens haalde en naar huis ging? Maar hij moest zien weg te komen voor ze... Of hij moest het halssnoer verbergen. Zien kwijt te raken. Weggooien. Het brandde tegen zijn borst en in zijn verbeelding meende hij dat den vorm buiten op zijn zak zichtbaar was. Hij zou maar naar huis gaan Plotseling riep iemand iets achter hem en hij keerde zich half om en streek met een be vende hand over zijn gezicht, als om er een gewone uitdrukking aan te geven. Kolonel Monroe kwam in de gang en sprak tot den bedaarden neger, een man van mid delbaren leeftijd, die dienst deed bij de voordeur. Lloyd kon niets hooren. maar vermoedde wel, wat er gezegd werd: „Niemand mag weg gaan". Een andere, een jonge neger, haastte zich door de hall alsof hij gebeld was, en de kolonel hield hem staande en sprak met hem De man keerde naar de voordeur terug en ging uit. Lloyd liep zoo kalm mogelijk de kleedka mer in, waar hij jas en hoed had gelaten. Zijn beweegreden was, buiten het bereik van de oogen van den kolonel te komen, voor deze zich zou omdraaien en. hem zien zou. Hjj stond besluiteloos, nadat de deur achter hem was dichtgegaan en staarde naar den muur. De ka mer was leeg en op het oogenblik was hij vei lig! Plotseling kreeg hij een ingeving. Het ven ster! Hij kon daaruit ontsnappen. Neen, hij zou het zacht opendoen en het halssnoer in een bloembed naar beneden laten vallen. Dan kon hij het later halen, of een excuus ver zinnen en even achter blijven, om het op te rapen, nadat hij zich gewillig zou hebben laten fouilleeren. Wat eenvoudig! En hij had zich zoo zenuwachtig gemaakt. Per slot waren het ezels, die zich met zooiets in de kaart lieten kijken. Als een man zijn hoofd maar niet ver loor Lloyd liep zacht naar het raam en keek naar buiten. Zijn handen gingen naar den sluiting en hielden stil; bewogen zich toen ongemoti veerd heen en weer en grepen den middelstijl om de knikkende knieën van hun eigenaar te steunen. De tuin lag helder in het maanlicht en be scheen het glimmend opgeheven gezicht van den jongen neger, tot wien kolonel Monroe het laatste had gesproken, die hem vast aan keek. Lloyd hing half tegen het raam, niet in staat zich te bewegen en staarde op den neger neer. Toen kwam hij weer eenigszins tot zich zelf en poogde onverschillig den tuin in te kijken, voor hij zich afwendde en be vend de kamer inliep, buiten het bereik van die oogenzijn handen waren nat en koud en hij zocht naar zijn zakdoek dien hij niet vinden kon. In zijn overjas misschien? Lloyd had het gevoel alsof hij in een net gevan gen zat. waarvan de mazen zich steeds vaster óm hem heen sloten. Werktuigelijk liep hij op zijn overjas toe, maar die van Jackson hing boven op de zijne. Met een gebrom als van een dier, duwde hij deze opzij en wachtte, Jackson's jas was door den ruk binnenste buiten gekeerd en voor Lloyd oogen bevond zich de geheime zak, die Jackson hem dien avond getoond had; het geheime zakje, waar in hij zijn geld bewaarde. Lloyd keek om zich heen en staarde naar de deur. Deze was gesloten en hij hoorde niemand aankomen. Een lichte vlugge beweging, mevrouw Monroe's parels glansden een deel van een seconde zacht en wit in het licht van de electrische lamp aan de zoldering, en toen hing Jackson's jas weer op zijn plaats. „Zie zoo!" zuchtte Lloyd en keerde zich af. „Nu kalm blijven, alles komt terecht, alleen moet ik me rustig houden, dat moet eenvou dig! Als ze de paarlen bij hem vinden, zal hij zeggen, dat hij niet in de buurt geweest is. Maar dat is hij wel! Hij is er geweest. Me vrouw Monroe heeft hem op de trap gezien. En als ze de paarlen op hem vinden, zal hij geen uitleg kunnen geven, dan zullen ze rech ter Kent ophalen en ik kan me uit de voeten maken. Dan heb ik mijn rekening met dat vrome stel vereffend!" Lloyd ontdekte ineens dat hij hardop sprak en hij bedekte zijn mond met de hand, maar zijn gedachten spoedden voort. „Ze zullen ze niet bij hem vinden", dacht hij. „Ze zullen hem nooit fouilleeren; in ieder geval niet secuur. Dan gaan we samen naar huis en dan zal ik zijn jas leenen en de mij nen hier laten of scheuren. En niemand zal er iets van merken, behalve Gloria en ik. Zoo eenvoudig was het echter niet, maar Lloyd beheerschte zich. Hij was veel te lang in de kleedkamer ge weest Als er eens iemand binnenkwam en hem bij Jackson's jas vond! Dus ging Lloyd weer naar de dansenden terug. Jackson had zijn dans met Sylvia beëindigd en danste nu met Elisa Graven, toen Kolonel Monroe de zaal binnenkwam en Sylvia een teeken gaf. Jack son danste verder en toen iemand zijn vroo- lijke partner kwam halen, slenterde hij de hall in. Hij vroeg zich ar of Lloyd weer ge dronken zou hebben eri liep met een vaag ge voel van onrust naar de eetkamer. Maar op dat oogenblik zag hij Lloyd uit de kleedkamer komen. (Wordt vervolgd.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 5