Een olifantentemmer
aan het visschen
CREHOLDQ
D
PIN S D A G 14 SEPTEMBER 1937
HÏSECEM'S DAGBUXD
Een gesprek met
den heer Willy
Hagenbeek
Comtess verlaat een spoorwagon,
welke maar net hoog genoeg is.
Als er een circus in de stad is, dan zijn de
andere vermakelijkheden als bioscoop,
schouwburg, variété en dergelijke uit de gratie.
Een circus heeft toch nog altijd, zoowel voor
jong als oud, een bijzondere aantrekkelijkheid.
Wat vroeger een „wildebeesten-spul" was, is
nu gegroeid tot een machtige vertooning van
allerlei beesten, die door de dressuur van de
verschillende temmers de meest fantastische
kunsten vertoonen.
En zeer zeker doet circus Sarrasani niet on
der voor de vele andere circussen, die we reeds
gezien hebben. Integendeel, ieder, die een
voorstelling heeft bijgewoond, zal moeten toe
geven, dat de dressuur hier werkelijk niets te
wenschen overlaat.
Zondagmiddag. Prachtig, stralend zomer
weer, een zuchtje wind, en honderden men-
schen in dichte drommen naar Sarrasani!
Een beeld dat doet denken aan de drukte voor
een internationalen voetbalwedstrijd. Een
lange queue menschen, die geduldig wachten
op de gelegenheid, een kaartje te koopen. Wij
hebben het al overzien, er is voorloopig nog
geen doorkomen aan.
Een paar passen naar rechts, een paar naar
links en een staart van een olifant zwaait
vervaarlijk dicht langs ons.
Waar planten zijn is waterwaar oli
fanten zijn, zijn ook menschen. Dan de vraag:
„Wat voor menschen zijn er gewoonlijk bij
olifanten in ee,n circus?" Maar even later
zien wij een heer op ons toekomen, die ons
geiioegelijk toelacht.
Wat zoudt gij doen in dit geval? Hem aan
klampen, de stereotype vraag stellen: Hebt u
een oogenblikje, enz.
Vandaar dat wij geen tien minuten later in
een gezellig cafétje zaten te pi-aten. De heer
Hagenbeek in hoogst eigen persoon, in dage
lijks leven olifantentemmer bij het circus
naast hem zijn vrouw.
En toen ontstond er een opgewekt gesprek.
U heeft geloof ik, lang gewoond in Ne
derland.
Ja zeker, in 1920 ben ik in Zandvoort ko
men wonen. Ik heb het daar altijd buitenge
woon prettig gevonden.
En hoe lang heeft u daar dan gewoond?
De heer Willy Hagenbeca denkt een oogen-
blik na.
Tot 1930. Natuurlijk niet voortdurend,
want we hebben in dien tijd veel getrokken
door andere landen.
Bent u veel in andere landen geweest met
het circus?
Natuurlijk, vooral in Duitschland. In
Wuppertal heb ik gewerkt als. inspecteur van
de verpleging van zieke beesten; Ik ben daar
ongeveer een jaar geweest.
Bent u altijd olifantentemmer geweest?
of heeft u ook nog wel andere beesten „onder
handen gehad"?
Ja zeker, indertijd had ik ook beren. Mijn
lievelingsbeesten waren altijd de ijsberen.
Daar was ik de beste maatjes mee!
Dan schiet ons een voorval door het hoofd,
dat indertijd nogal wat beroering heeft ge
wekt.
De onlangs gestorven olifant Jenny, daar
was u zeker wel erg aan gehecht?
Hier valt mevrouw Hagenbeek, Hollandsche
van geboorte, haar man in de rede.
Toen Jenny gestorven was? Mijn man
was ontroostbaar. Maar dat is altijd bij ons.
Als er een dier sterft, heerscht er in het ge-
heele circus een gedrukte stemming. En voor
al als het een dier betreft, dat ons zoovele
jaren gediend heeft.
We knikken zwijgend. Wij begrijpen dat het
iets moet zijn, wat wij, gewone zakenmen-
schen. ons haast niet voor kunnen stellen.
Een dier, dat dag in, dag uit verpleegd is door
Willy Hagenbeek bij da verpleging
van de moederlooze kangoeroe-baby.
je eigen handen, en waarvoor je vele ontbe
ringen hebt moeten doorstaan, hecht snel aan
zijn meester, maar op z ij n beurt hecht de
meester ook zeer snel aan het beest.
Bent u van plan, nog lang bij het circus
te blijven?
Dat zou ik niet zoo een, twee, drie kun
nen en durven vertellen, lacht de heer Ha
genbeek. Het bevalt ons er uitstekend. De
onderlinge geest is goed en dat is een groote
factor in een circus. Mevrouw Hagebeck lacht
even.
Ons uiteindelijk doel, dat is, om als we
wat geld verdiend hebben, te gaan- wonen op
Zandvoort.
Is het niet juist, dat u veel tijd in
Noord-Holland bent geweest?
Ja, dat is juist. Ik had indertijd, de heer
Hagenbeek lacht even, nog een aardig staal
tje met een man.
Voor aardige staaltjes zijn we altijd paraat.
Vandaar dat wij den heer Hagenbeek vra
gend aanzien. Hij knikt lachend.
We waren dan in het circus en in de
pauze kwamen er verschillende menschen de
stallen bezichtigen. U moet niet denken, dat
het aantal toeschouwers even groot was als
tegenwoordig. Het was misschien een tiende
deel ervan. Ik stond bij mijn olifanten, Com
tess was wat rumoerig en opstandig. Vandaar
dat ik haar een stuk brood gaf, welke hande
ling door een man werd opgemerkt.
Hij trad op me toe en vroeg me: Maor nou
mot u me toch eens vertelle, waorom neemt
u dat rare dingsigheidje niet weg? Daan kaan
dat biest toch viel gemakkelijker eten? Hij
bedoelde natuurlijk de slurf!
Het is een typisch voorbeeld. En het is voor
een Duitscher, die uit den aard der zaak haast
geen Hollandsch spreekt, aardig verteld.
Hoe lang zit u al in het dieren-„bedrijf"?
35 jaar. Toen ik 16 was trad ik al op, en
toen ik 20 was had ik al 70 ijsberen.
We zagen u daarnet met een paar visch-
hengels loopen. Hebt u hier gevischt?
Ja. daar houd ik erg veel van. Het werkt
buitengewoon kalmeerend.
Het circusleven is zeker zeer vermoeiend?
Ja, vooral als je met olifanten te doen
hebt. lacht de heer Hagenbeek. Ons oog valt
op een foto. Dat daar bent u toch?
Ja, dat is een kleine kangoeroe. De moe
der is vlak na de geboorte gestorven, en toen
heb ik het diertje drie maanden achtereen
verpleegd. Als u bedenkt, dat het om de 2 uur
zijn fleschje melk hebben moest, kunt u zich
wel voorstellen, wat een werk dat geweest
is
We begrijpen. En we begrijpen de liefde
van dezen grijzen dierentemmer voor zijn
beesten, onverschillig of het olifanten, dan
wel kangoeroe-baby's zijn.
En dan staat de heer Hagenbeek plotseling
op. Het is mijn tijd, ik moet naar mijn dieren.
Over een kwartier moet ik optreden!
Wij danken den heer Hagenbeek vriendelijk
voor het toegestande interessante onderhoud.
Het werpt weer eens een ander licht op een
circus, of, zooals de onvriendelijke, nuchtere
Hollander zegt: Op het paardenspul
De groote liefde en toewijding, die allen voor
hun dieren hebben en die ze ook zeker niet
onder stoelen of banken steken, zou ons nog
wel eens tot voorbeeld kunnen strekken, wij,
met onze liefde voor menschen.
A. v. M.
„WELDADIGHEID NAAR VERMOGEN".
Pandpoort. .Koningstraat.
Het plan van onzen arbeid.
Vraagt veel van de kas.
Dus komen veel giften
Uitstekend van pas!
Postgiro 212793. Telefoon 11855.
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij K.B. is benoemd tot voorzitter van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal, gedurende
de zitting welke zal aanvangen op den derden
Dinsdag in September 1937, de heer mr. W. L.
baron de Vos van Steenwijk, lid van die
Kamer.
HEERLIJK OP DE BOTERHAM
j EEN CREME VAN CHOCOLADE I
In 3 smaken
VANILLE - ORANGE - CITROEN
u;iiai>w;Bi
(Adv. Ingez. Med.)
FIETSTOCHT VAN „NIEUW LEVEN".
De door tooneelvereeniging „Nieuw Leven"
georganiseerde fietstocht naar Heemskerk, die
Zondag heeft plaats gehad, kan weer als ge
slaagd beschouwd worden.
Ofschoon het weer des morgens nu niet
bepaald zijn medewerking verleende, heeft dit
toch een flinke groep niet weerhouden, de
tocht mee te maken. Na aankomst te Heems
kerk eerst het welbekende kasteel en tot
jeugdherberg ingerichte Assemburg bezocht,
waar na de bezichtiging geluncht werd. Van
daar uit werd een wandeling ondernomen naar
het buiten „Marquette" dat bekend is om zijn
ongerept natuurschoon.
Ook daar werden eenige uren prettig door
gebracht, waarna, nadat de thee gebruikt was
op „Aissembiurg", de terugtocht werld aan
vaard.
BADHUIS HEEMSTEDE.
In het badhuis aan de Postlaan werden in
de week van 6 tot en met 11 Sept. genomen
477 douchebaden en 16 kuipbaden.
Aan 48 kinderen werd een gratis schoolbad
verstrekt op Woensdagmiddag van 2 tot 4
uur.
Van de gelegenheid tot kosteloos baden op
Woensdagavond tusschen 5 en 8 uur werd
door 74 volwassenen gebruik gemaakt.
n PHILIPS?®:
DAN HIER TEC STEDE NAAR
[bAIQRRIHGO!
HOFLEVERANCIERS
PLEIN 35 7o tempéuerstraat
jHAuéf 16825 J&uAl
(Adv. Ingez. Med.)
PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE
RADIOCENTRALE OP WOENSDAG
15 SEPT. 1937.
Programma I: Hilversum II.
Programma H: Hilversum I.
Programma III: 8.00 Keulen. 9.50 Pauze.
10.05 Keulen. 10.20 Pauze. 10.35 London Re
gional. 12,20 Keulen. 1.20 Ned. Brussel. 1.35
Keulen; 2.20 Parijs Radio. 3.35 London Regio
nal. 5.20 Parijs Radio. 6.20 London Regional.
6.50 Keulen. 7.20 Parijs Radio. 8.20 Keulen.
9.15 Droitwich. 10.20 Ned. Brussel 10.40
Weenen.
Programma IV 8,00 Necl. Brussel; 9,20 Di
versen. 10.35 Droitwich. 8.00 Diversen. 8.20
Fransch Brussel. 9.15 London Regional. 11.20
Droitwich.
Programma V: 8.007.00 Diversen.
7.00 Eigen gramofoonplaten-concert: Po
pulaire zang en muziek.
1. The great little army, Victor Sterling;
2. The broken record, Sam Costa; 3. Auf Wie-
óersehn my dear, Billy Reid; 4. Underneath
tbe Russian Moon, Richard Tauber; 5. Ca
price Viennois, Larry Adler; 6. Compositie op
Song of -Songs, Zang met Billy Cotton. 7. What
good am I Without you, Layton and John-
stine. 8. Where the- blue of the night, Billy
Reid; 9. Red sails in the sunset, Mimi Torna.
10. Ritual fire dance, Larry Adler. 11. When
we meet again, Richard Tauber. 12. Love is
a dancing thing. Sam Costa met orkest; 13.
I'm wearing out my heart for you, Layton and
Johnstone. 14. The Rosary, Zang met Billy
Cot-ton; 15. Colonel Bogey March, Victor
Sterling. 8.00—12.00 Diversen.
VOORDEN-
-POLITIERECHTER
De lange lijst
We hopen het niet, maar het zal een treu
rige waarheid zijn, dat, zoolang er steuntrek
kers zijn, door sommigen getracht zal wor
den, meer steun naar zich toe te halen, dan
waarop zij recht hebben, tengevolge waar
van zij zich voor valschheid in geschrifte
zullen moeten verantwoorden. De politie
rechter wijdde er Maandag een heele zitting
aan.
"Al die menschen die nu terecht stonden,
hadden dus valschheid in geschrifte ge
pleegd, wat een ernstig misdrijf is, want er
staat een zware gevangenisstraf op en de
meesten hadden nooit kennis gemaakt met
de politie. Ze schenen er zich niet van be
wust te zijn, dat ze een ernstig misdrijf hadden
gepleegd. Wel zeiden ze ja, als de politie
rechter hun vroeg, of ze den erpst van het
feit wel inzagen en of ze berouw gevoelden,
maar geen van allen ziag er werkelijk be
rouwvol uit, zoodat de politierechter de vraag
nog eens herhaalde en er op wees, dat een
voorwaardelijke veroordeeling, waarom zij
vroegen, alleen kon worden gegeven aan
menschen, die inzagen verkeerd te hebben
gedaan en er berouw over hadden, waardoor
de hoop gewekt werd, dat ze niet weer in
hetzelfde euvel zouden vervallen.
De officier voelde niets voor voorwaardelijke
veroordeeling, hij wees er op, dat de ver
dachten zonder blikken of blozen hun hand-
teekening onder onware opgaven hadden ge
zet; dat zij door het verzwijgen van inkom
sten de gemeenschap hadden bestolen en
dat zij door naast den vollen steun vol ar
beidsloon te trekken, oneerlijke concurrentie
aan de bonafide werkers hadden gedaan.
Als daartegen niet streng wordt opgetre
den, zei de officier, is de ellende niet te over
zien en hij eischte dan ook in alle geval
len een gevangenisstraf, als regel voor een
maand.
Nu was er nog wel verschil in de mate aan
bedrog, dat gepleegd was. Een had verzwe
gen, dat zijn vrouw geregeld een dag in de
week uit werken ging, waarmee ze een rijks
daalder verdiende; de vrouw van een ander
hield een kantoor schoon, waarvoor ze f 1,25
per week kreeg, een derde had een commen
saal, die f 8 per week betaalde, waarvan hij
dus een klein voordeel genoot en bovendien
had hij verzwegen, dat zijn huur met twee
kwartjes per week was verminderd. Dat wa
ren lichte gevallen.
Er waren ook zwaardere: een had in een
week met een handeltje f 40 verdiend, doch
daar met geen woord van gerept, evenmin
als een ander, die met een handeltje een
kleine zestig gulden had verdiend, terwijl een
behanger, die in enkele woningen had ge
werkt en daarmee een paar weken een zeer
normaal loon had verdiend, het evenmin
noodig had gevonden dit te vermelden.
Dat waren van dig buitenkansjes, die er
naast den steun zoet invielen en zeer welkom
waren, want er was in het huishouden nog
al het een en ander noodig. Dat gold dan ook
als motief om duidelijk te maken, waarom de
verleiding te groot was geweest.
De politierechter nam slechts in één geval
een beslissing en wel door 14 dagen gevan
genisstraf op te leggen aan den man, die met
een handeltje f 60 had verdiend. Deze man
had geen best strafregister, had zich tegen
over Maatschappelijk Hulpbetoon ook eens
onhebbelijk gedragen en nam de houding
aan, alsof hij volstrekt niet zoo'n groot onge
lijk had gehad.
In alle andere gevallen werd de beslissing
aangehouden, aangezien een reclasseerings-
rapport zal worden aangevraagd. De rechter
wilde hiermee volstrekt niet zeggen, dat een
voorwaardelijke straf zal volgen, maar liet
de mogelijkheid open.
D. H. ROODHUYZEN Co. n.v.
MAKELAARS
SUIKER - RUBBER - KOFFIE - CACAO
per contract Amsterdamsche Liquidatiekas N.V.
DAM 2a Talsfoon No. 30012431012 AMSTERDAM-C
Beurc Ni» 2, T#W. 30012 Telogramadrs»; CARLOS-AMSTERDAM
jA
(Adv. Ingez. Med.)
HJD.
Een zwakke constitutie.
door J. P. BALJé.
et stond wel onomstootelijk vast, dat
Jorisje Jelgersma een zwakke con
stitutie had. Het ventje haalde bij
zijn geboorte de vijf pond nog niet
en in de eerste weken van zijn sober bestaan-
tje schudde de dokter meermalen bedenkelijk
het hoofd. Er gaat van babies een roep uit,
dat ze heele families tot krankzinnigheid
kunnen brengen door hun erbarmelijk gehuil,
maar Jorisje was blijkbaar slechts een schim
metje van een baby, want als hij huilde klonk
het eerder als het klaaglijk gemiauw van een
jeugdig poesje.
„Zwakke longetjes", zei de dokter van het
ziekenhuis tot de verpleegster, ,,'t zal me mee
vallen, als 't kereltje een week leeft".
Jorisje haalde de week en al bleef het een
armetierig wichtje, dat zijn moeder de groot
ste zorgen baarde, hij slaagde er zelfs in, het
ziekenhuis te verlaten en te groeien, zij het
dan ook als een sprietig plantje, dat de zon
mist. Het eerste jaar was het knaapje perma
nent verkouden en lag het altijd met waterige
oogjes en een verveld, rood neusje in de wieg.
En de levensverzekeringsagenten, die de wo
ning van zijn ouders plat liepen, zoodra de
burgerlijke stand vermeld had, dat Joris Jel
gersma zijn intrede op dit ondermaansche had
gedaan, verdwenen één voor één zonder het
postje af te sluiten. Aan dit manneke was geen
eer te behalen.
Vóór zijn vijfde jaar had Jorisje ongeveer
alle kinderziekten gehad, die te bedenken wa
ren. Jorisje werkte in een versneld tempo.
Nauwelijks was hij van de mazelen genezen,
of de „bof" kondigde zich aan. en pas was het
roodvonk overwonnen, of de eerste symptomen
van de waterpokken brachten zijn familie al
weer tot wanhoop!
Ook op school zat het den kleinen Joris niet
mee. Vanwege zijn rachitische beentjes en zijn
zwakke borst mocht hij niet meedoen aan
gymnastiek. Hij moest herhaaldelijk een paar
weken verzuimen voor verkoudheden, angina
of bronchitis, en het was voor de onderwijze
res steeds weer een verrassing, „dat Jorisje
dezen keer toch nog teruggekomen was!" De
kleine Joris had beentjes als lucifershoutjes,
armpjes als breinaalden, hij had nooit kleur
op zijn wangen, behalve wanneer hij met over
de 40 graden koorts in bed lag.
Zooals het meer gaat met jongetjes van een
zwakke, teere constitutie, die niet aan sport
kunnen doen, niet mee kunnen komen met de
anderen, en daardoor wat eenzelvig worden,
wierp hij zich met woede op de studie. Het
moet gezegd worden, dat Joris een helder
hoofd had. Ondanks zijn vele verzuimen,
slaagde hij er steeds in, met vlag en wimpel
..over te gaan" en op de H.B.S. was hij één
van de beste leerlingen. Zóó goed, dat, toen
Joris in de tweede klasse twee maanden met
dipht-heritis ziek lag, en daardoor geen over
gangsexamen kon doen, de directeur niet
schroomde, hem toch in de derde klasse te
plaatsen, toen Joris bij het begin van den
nieuwen cursus zich bleekjes, en nog een
nuance teerder en doorzichtiger, presenteerde.
Een paar jaar bleef Joris toen vrij van
ziekte en hij prees zich al gelukkig, dat hij
eindelijk zijn sukkelperiode achter den rug
zou hebben. Hij slaagde als nummer één voor
zijn eindexamen en wat méér was, hij kreeg,
dank zij een gloeiende aanbeveling van den
directeur, ook spoedig een baantje op een kan
toor. Zijn ijver en werklust waren groot, maar
zijn zwakke lichaam moest het toch weer af
leggen tegen zijn vurigen wil. Zijn vatbaar
heid scheen weer te zijn teruggekeerd, en
zelfs als de musschen dood uit de boomen vie
len van de hitte, kon er op Joris' kantoor geen
raam op een kiertje staan, of hij werd snip
verkouden. Zoo kreeg Joris, toen hij één-en-
twintig was een dubbelzijdige pleuris, maar
dank zij de goede zorgen van zijn moeder,
die wekenlang met lauwe verbanden, taft, me
dicijnen en tientallen liters melk sjouwde,
kwam hij er ook nu weer bovenop.
Joris was een mensch als ieder ander en.
hij werd verliefd. Daar Joris een zacht karak
ter had maar bovendien dank zij zijn heldere
hersens een goede toekomst tegemoet ging,
was het voorwerp van zijn adoratie niet on
genegen, met hem het wankele huwelijksboot
je in te stappen. Maar vóór Joris dit deet. liet
hij zich als een serieus man medisch onderzoe
ken. En de dokter in kwestie die Joris' magere
karkasje met een critisch oog aanschouwde,
gaf hem in kiesche termen, te kennen, dat het
beter was, dat Joris zijn stuurmanskunst niet
op de woeste baren van de huwelijkszee zou
trachten te demonstreeren, doch liever de rus
tige, kalme wateren van het vrijgezellenschap
moest kiezen. Zoodat Joris gelaten zijn huwe
lijksplannen opschortte en ze tenslotte depo
neerde in het archief van zijn herinneringen
en vervlogen illusies.
Joris, men voelt het, was voorbestemd voor
een vroegen dood. Toen hij dertig was, door
stond hij zoowaar nog een acute longontste
king. Op zijn twee en dertigste jaar heerschte
er griep. De Man met 'de Zeis maaide tal van
jonge menschen weg. Ook Joris bracht hij een
bezoek. Hij bekeek het geval eens, grijnsde
toen cynisch, en ging weer weg. Joris was een
prooi, waaraan hij zijn krachten niet wilde
verspillen, die was tóch ten doode opgeschre
ven, daarvoor had hij geen griepepidemie noo
dig. Zoodat onze vriend in dit geval dus den
dans ontsprong.
Joris' neven en nichten koesterden hem
met hun goede zorgen. Want de brave jongen
had zich zoo langzamerhand een goede en
goedbetaalde positie weten te verschaffen,
hij ging nooit uit in schouwburgen en bios
coopzalen was het hem te benauwd, op sport
terreinen te tochtig, in treinen levensgevaarlijk
zoodat hij wel een aardig potje bijeen ge
spaard moest hebben. Joris' zwakke constitu
tie in aanmerking genomen leek een specu
latie op zijn genegenheid, respectievelijk erfe
nisje niet ongemotiveerd, en de uitgegeven gel
den zouden zeker hun rente opbrengen.
De doktoren, die Joris Jelgersma een vroe
gen dood hadden toegedacht, de neven en
nichten, die op zijn wankele gezondheid en
zijn teringachtig uiterlijk hun hoopvolle fan
tasieën hadden gebouwd kregen gelijk! Joris
werd niet oud! Om het precies te zeggen hij
werd zevenendertig jaar!
Op den ochtend van zijn zevenendertigsten
jaardag stapte Joris Jelgersma naar buiten om
zich naar zijn kantoor te begeven. Het was
een donkere sombere ochtend. In den voor
nacht had het geregend, daarna was het weer
echter omgeslagen en de vorst had plotseling
ingezet, zoodat het op straat uiterst glad was.
Onbewust van het gevaar, dat hem dreigde,
stapte Joris zijn deur uit. Hij had zich extra
goed ingebakerd, droeg zijn dikste jaeger-
onderpakje, zijn dikke duffelsche jas. had "zijn
das tweemaal om zijn hals geslagen, en zijn
wanten waren van beproefde kwaliteit.
Maar de straten waren verraderlijk spiegel
glad, de huishoudster van Joris had er niet
aan gedacht asch voor de deur te strooien,
en hij gleed uit. Joris kreeg een zware hersen
schudding en schedelbasisfractuur. 's Avonds
sliep hij zacht en kalm in! Zevenendertig jaar
was hij geworden! Niet oud dus! Ja, Joris had
nu eenmaal een zwakke constitutie!
(Nadruk verboden.
Auteursrecht voorbehouden).
R.-K. Middenstandsvereenighig.
Groote belangstelling voor de Vestigingswet,
De R.K. Middenstandsvereeniging
hield Maandagavond bij Brinkmanm
een zeer druk bezochte vergadering,
waarin de heeren G. Alders en Th. S.
J. Hooy spraken over enkele belang
rijke onderwerpen in verband met de
Wet op de Vestigingseischen.
De voorzitter, de heer Th. S. J. Hooy, open
de deze eerste vergadering van het werksei-
zoen met een hartelijk woord van welkom tot
de talrijke aanwezigen, w.o. de heer Klein
Schiphorst voorzitter van de Kamer van
Koophandel, afd kleinbedrijven en de heer
Van Tetering, oud-voorzitter en eere-lid der
vereeniging. Spr. herdacht met enkele
woorden de heeren Sï-ammeyer en Kloes, die
de vereeniging door den dood zijn ontvallen.
Na enkele mededeelingen over de werk
zaamheden der vereeniging, hield de voorzit
ter in verband met de in voorbereiding zijnde
wet op de vestigingseischen een interessante
inleiding over algemeene handelskennis.
De middenstand, aldus spr., heeft ernstig
onder de crisis geleden. Zij was een tweesnij
dend zwaard. Aan de eene, zijde een omzet-
vermindering van ongeveer 40 pet. en aan de
andere zijde een belangrijke toeneming van
de z.g.n. „gelegenheidsmiddenstanders". Deze
deden den middenstand door gebrek aan vak
kennis veel schade.
Spr. schetste, hoe pogingen waren gedaan,
om een z.g.n. „spertijd" te verkrijgen, welke
pogingen thans weerklank hebben gevonden
in de aangekondigde Vestigingswet. De R.K.
middenstand aldus spr., is daarmede echter
niet tevreden. De wet stelt drie eischen, alge
meene handelskennis, vakbekwaamheid en
credietwaardigheïd, doch houdt geen reke
ning met het behoefte-element.
Toch is de wet met vreugde begroet omdat
zij den eersten stap beteekent op den weg
naar ordening in den middenstand. Het f oj
van deze wet is tweeledig, n.l. verheffing van
het peil van den middenstand en verminde
ring van het te groote aantal bedrijven. Deze
wet zal niet alleen voor den middenstand gel
den, doch ook voor de warenhuizen, filiaalbe
drijven, coöperaties e.d.
Spr. behandelde uitvoerig de tot stand-
koming en inhoud van den spertijd voor de
slagersbedrijven, die z.i. een belangrijke ver
betering beteekent.
Bij de eischen voor credietwaardigheid zal
rekening worden gehouden met de omstandig
heden, waaronder het nieuwe bedrijf begon
nen wordt.
Ook voor de handelskennis zullen bepaal
de eischen worden gesteld, waarbij de gele
genheid zal worden geopend, die handels
kennis opdoen. De Ned. R.K. Middenstands
bond heeft reeds 65 van dergelijke scholen
ónder haar hoede. Ook in Haarlem is thans
een R.K. Middenstandsavondschool opge
richt, die zich op dit terrein zal bewegen.
Vooral deze eisch zal het peil van den mid
denstand weer aanzienlijk kunnen opvoeren.
Bij gecombineerde zaken, b.v. brood- en
banketbakkerij, zal de eigenaar aan de eischen
voor beide bedrijven moeten voldoen.
Vervolgens hield de heer G. Alders een in
leiding over de door de wet gestelde eischen
van vakbekwaamheid.
Deze wet is zoodanig gesteld, dat de uitvoe
ring vrijwel geheel aan de middenstanus-
vakbonden wordt overgelaten. Spr. achtte dit
zeer verheugend, omdat hierdoor de bepa
lingen zich aan de praktijk zullen aanpassen.
Doch aan..,-de organisaties is hiermede een zeer
moeilijke taak opgelegd.
Wat betreft den eisch van vakbekwaam
heid, zal worden samengewerkt met de ver
eeniging tot veredeling van het ambacht. Spr.
ziet in deze maatregelen min of meer een
herstel van de oude gilden, die immers ook
hun eischen van vakbekwaamheid hadden.
Om de menschen de noodige vakbekwaam
heid bij te brengen, zullen ook weer cursus
sen moeten worden ingesteld. Deze bekwaam
heid zal echter voornamelijk door de jonge
menschen in de bedrijven zelf moeten worden
opgedaan.
Tenslotte werd naar aanleiding van de bei
de inleidingen een levendige discussie ge
voerd, waarbij nog tal van belangrijke détails
ter sprake kwamen, die er toe bijdroegen het
inzicht over deze kwestie te verhelderen.
NED. BOND TOT HET REDDEN VAN
DRENKELINGEN.
Door het bestuur van den Kon. Nat. Bond
voor Reddingwezen en Eerste Hulp bij On
gelukken „Het Oranje-Kruis" is de heer A. J.
Meijerink uitgenoodigd, ter gelegenheid van
de jaarversgadering van dien Bond, een voor
dracht met lichtbeelden te houden over het
onderwerp: Hulp aan drenkelingen uit
auto's.
De voordracht heeft plaats a.s. Zaterdag te
Rotterdam. Het gemeentebestuur van Rot
terdam biedt den afgevaardigden dier verga
dering een rondtocht door de havens aan.
J.l. Vrijdag werd te'Dokkum een voordracht
door denzelfden spreker gehouden over het
reddingswezen met het gevolg dat daar een
brigade werd opgericht; aansluiting bij den
Bond volgt spoedig.
Zondagmorgen en middag heeft in de ge
meentelijke zweminrichting aan de Hout
vaart een examen plaats gehad om het di
ploma C. te behalen van den Bond.
Een staf van technische leden van den Bond
was aanwezig om het technisch zwemmen af
te nemen; het bassinwater was reeds aan den
frisschen kant.
Eén der examenproeven was vooral een
zware opgaaf; verondersteld werd dat een
watervliegtuig uit Noordelijke richting ko
mende neerstrijkt op het Noorder Buiten
Spaarne. Bij het neerstrijken slaat het vlieg
tuig over den kop; de piloot wordt uit het
toestel geslingerd. Het toestel en de piloot
zinken weg.
Toevallig aanwezigen duiden aan den red
der ongeveer de plaats aan, waar de piloot
zonk en wijzen een plek aan van 5 M. bij 7
Meter.
Toevallig staat bij de onheilsplek een
schutting: de redder moet nu buiten de schut
ting te water gaan, zich zwemmend begeven
naar de ongeveer ongeduide plaats van 35
M2. die oppervlakte onder water systematisch
afzoeken en de pseudo-drenkeling (duikpop)
binnen een tijdsverloop van 5 minuten op de
juiste wijze bovenbrengen. Aan 8 candidaten
van de 14 aeelnemenden konden voldoende
cijfers door de T. C.-leden gegeven worden.
Aan 5 candidaten, die reeds medisch- en
technischslaagden kon het diploma C. wor
den uitgereikt, nl. de dames: M. Th. Vos. Am
sterdam, Hermien Haase, Haarlem en W. Ap
pel. Amsterdam en de heeren: G. van Brug
gen, Haarlem, J. Mey, Amsterdam.
Alleen technisch zijn geslaagd de heeren A.
Winter, Zaandag en Th. Schoonhoven te
Utrecht.
A.s. Zaterdag en Zondag hebben de laatste
examens in het open water plaats; dan
wordt het Kustwachtexamen afgenomen in
zee en in het BloemendaaLsche Strandhuis,