Een olifantentemmer aan het visschen CREHOLDQ D PIN S D A G 14 SEPTEMBER 1937 HÏSECEM'S DAGBUXD Een gesprek met den heer Willy Hagenbeek Comtess verlaat een spoorwagon, welke maar net hoog genoeg is. Als er een circus in de stad is, dan zijn de andere vermakelijkheden als bioscoop, schouwburg, variété en dergelijke uit de gratie. Een circus heeft toch nog altijd, zoowel voor jong als oud, een bijzondere aantrekkelijkheid. Wat vroeger een „wildebeesten-spul" was, is nu gegroeid tot een machtige vertooning van allerlei beesten, die door de dressuur van de verschillende temmers de meest fantastische kunsten vertoonen. En zeer zeker doet circus Sarrasani niet on der voor de vele andere circussen, die we reeds gezien hebben. Integendeel, ieder, die een voorstelling heeft bijgewoond, zal moeten toe geven, dat de dressuur hier werkelijk niets te wenschen overlaat. Zondagmiddag. Prachtig, stralend zomer weer, een zuchtje wind, en honderden men- schen in dichte drommen naar Sarrasani! Een beeld dat doet denken aan de drukte voor een internationalen voetbalwedstrijd. Een lange queue menschen, die geduldig wachten op de gelegenheid, een kaartje te koopen. Wij hebben het al overzien, er is voorloopig nog geen doorkomen aan. Een paar passen naar rechts, een paar naar links en een staart van een olifant zwaait vervaarlijk dicht langs ons. Waar planten zijn is waterwaar oli fanten zijn, zijn ook menschen. Dan de vraag: „Wat voor menschen zijn er gewoonlijk bij olifanten in ee,n circus?" Maar even later zien wij een heer op ons toekomen, die ons geiioegelijk toelacht. Wat zoudt gij doen in dit geval? Hem aan klampen, de stereotype vraag stellen: Hebt u een oogenblikje, enz. Vandaar dat wij geen tien minuten later in een gezellig cafétje zaten te pi-aten. De heer Hagenbeek in hoogst eigen persoon, in dage lijks leven olifantentemmer bij het circus naast hem zijn vrouw. En toen ontstond er een opgewekt gesprek. U heeft geloof ik, lang gewoond in Ne derland. Ja zeker, in 1920 ben ik in Zandvoort ko men wonen. Ik heb het daar altijd buitenge woon prettig gevonden. En hoe lang heeft u daar dan gewoond? De heer Willy Hagenbeca denkt een oogen- blik na. Tot 1930. Natuurlijk niet voortdurend, want we hebben in dien tijd veel getrokken door andere landen. Bent u veel in andere landen geweest met het circus? Natuurlijk, vooral in Duitschland. In Wuppertal heb ik gewerkt als. inspecteur van de verpleging van zieke beesten; Ik ben daar ongeveer een jaar geweest. Bent u altijd olifantentemmer geweest? of heeft u ook nog wel andere beesten „onder handen gehad"? Ja zeker, indertijd had ik ook beren. Mijn lievelingsbeesten waren altijd de ijsberen. Daar was ik de beste maatjes mee! Dan schiet ons een voorval door het hoofd, dat indertijd nogal wat beroering heeft ge wekt. De onlangs gestorven olifant Jenny, daar was u zeker wel erg aan gehecht? Hier valt mevrouw Hagenbeek, Hollandsche van geboorte, haar man in de rede. Toen Jenny gestorven was? Mijn man was ontroostbaar. Maar dat is altijd bij ons. Als er een dier sterft, heerscht er in het ge- heele circus een gedrukte stemming. En voor al als het een dier betreft, dat ons zoovele jaren gediend heeft. We knikken zwijgend. Wij begrijpen dat het iets moet zijn, wat wij, gewone zakenmen- schen. ons haast niet voor kunnen stellen. Een dier, dat dag in, dag uit verpleegd is door Willy Hagenbeek bij da verpleging van de moederlooze kangoeroe-baby. je eigen handen, en waarvoor je vele ontbe ringen hebt moeten doorstaan, hecht snel aan zijn meester, maar op z ij n beurt hecht de meester ook zeer snel aan het beest. Bent u van plan, nog lang bij het circus te blijven? Dat zou ik niet zoo een, twee, drie kun nen en durven vertellen, lacht de heer Ha genbeek. Het bevalt ons er uitstekend. De onderlinge geest is goed en dat is een groote factor in een circus. Mevrouw Hagebeck lacht even. Ons uiteindelijk doel, dat is, om als we wat geld verdiend hebben, te gaan- wonen op Zandvoort. Is het niet juist, dat u veel tijd in Noord-Holland bent geweest? Ja, dat is juist. Ik had indertijd, de heer Hagenbeek lacht even, nog een aardig staal tje met een man. Voor aardige staaltjes zijn we altijd paraat. Vandaar dat wij den heer Hagenbeek vra gend aanzien. Hij knikt lachend. We waren dan in het circus en in de pauze kwamen er verschillende menschen de stallen bezichtigen. U moet niet denken, dat het aantal toeschouwers even groot was als tegenwoordig. Het was misschien een tiende deel ervan. Ik stond bij mijn olifanten, Com tess was wat rumoerig en opstandig. Vandaar dat ik haar een stuk brood gaf, welke hande ling door een man werd opgemerkt. Hij trad op me toe en vroeg me: Maor nou mot u me toch eens vertelle, waorom neemt u dat rare dingsigheidje niet weg? Daan kaan dat biest toch viel gemakkelijker eten? Hij bedoelde natuurlijk de slurf! Het is een typisch voorbeeld. En het is voor een Duitscher, die uit den aard der zaak haast geen Hollandsch spreekt, aardig verteld. Hoe lang zit u al in het dieren-„bedrijf"? 35 jaar. Toen ik 16 was trad ik al op, en toen ik 20 was had ik al 70 ijsberen. We zagen u daarnet met een paar visch- hengels loopen. Hebt u hier gevischt? Ja. daar houd ik erg veel van. Het werkt buitengewoon kalmeerend. Het circusleven is zeker zeer vermoeiend? Ja, vooral als je met olifanten te doen hebt. lacht de heer Hagenbeek. Ons oog valt op een foto. Dat daar bent u toch? Ja, dat is een kleine kangoeroe. De moe der is vlak na de geboorte gestorven, en toen heb ik het diertje drie maanden achtereen verpleegd. Als u bedenkt, dat het om de 2 uur zijn fleschje melk hebben moest, kunt u zich wel voorstellen, wat een werk dat geweest is We begrijpen. En we begrijpen de liefde van dezen grijzen dierentemmer voor zijn beesten, onverschillig of het olifanten, dan wel kangoeroe-baby's zijn. En dan staat de heer Hagenbeek plotseling op. Het is mijn tijd, ik moet naar mijn dieren. Over een kwartier moet ik optreden! Wij danken den heer Hagenbeek vriendelijk voor het toegestande interessante onderhoud. Het werpt weer eens een ander licht op een circus, of, zooals de onvriendelijke, nuchtere Hollander zegt: Op het paardenspul De groote liefde en toewijding, die allen voor hun dieren hebben en die ze ook zeker niet onder stoelen of banken steken, zou ons nog wel eens tot voorbeeld kunnen strekken, wij, met onze liefde voor menschen. A. v. M. „WELDADIGHEID NAAR VERMOGEN". Pandpoort. .Koningstraat. Het plan van onzen arbeid. Vraagt veel van de kas. Dus komen veel giften Uitstekend van pas! Postgiro 212793. Telefoon 11855. UIT DE STAATSCOURANT. Bij K.B. is benoemd tot voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, gedurende de zitting welke zal aanvangen op den derden Dinsdag in September 1937, de heer mr. W. L. baron de Vos van Steenwijk, lid van die Kamer. HEERLIJK OP DE BOTERHAM j EEN CREME VAN CHOCOLADE I In 3 smaken VANILLE - ORANGE - CITROEN u;iiai>w;Bi (Adv. Ingez. Med.) FIETSTOCHT VAN „NIEUW LEVEN". De door tooneelvereeniging „Nieuw Leven" georganiseerde fietstocht naar Heemskerk, die Zondag heeft plaats gehad, kan weer als ge slaagd beschouwd worden. Ofschoon het weer des morgens nu niet bepaald zijn medewerking verleende, heeft dit toch een flinke groep niet weerhouden, de tocht mee te maken. Na aankomst te Heems kerk eerst het welbekende kasteel en tot jeugdherberg ingerichte Assemburg bezocht, waar na de bezichtiging geluncht werd. Van daar uit werd een wandeling ondernomen naar het buiten „Marquette" dat bekend is om zijn ongerept natuurschoon. Ook daar werden eenige uren prettig door gebracht, waarna, nadat de thee gebruikt was op „Aissembiurg", de terugtocht werld aan vaard. BADHUIS HEEMSTEDE. In het badhuis aan de Postlaan werden in de week van 6 tot en met 11 Sept. genomen 477 douchebaden en 16 kuipbaden. Aan 48 kinderen werd een gratis schoolbad verstrekt op Woensdagmiddag van 2 tot 4 uur. Van de gelegenheid tot kosteloos baden op Woensdagavond tusschen 5 en 8 uur werd door 74 volwassenen gebruik gemaakt. n PHILIPS?®: DAN HIER TEC STEDE NAAR [bAIQRRIHGO! HOFLEVERANCIERS PLEIN 35 7o tempéuerstraat jHAuéf 16825 J&uAl (Adv. Ingez. Med.) PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE RADIOCENTRALE OP WOENSDAG 15 SEPT. 1937. Programma I: Hilversum II. Programma H: Hilversum I. Programma III: 8.00 Keulen. 9.50 Pauze. 10.05 Keulen. 10.20 Pauze. 10.35 London Re gional. 12,20 Keulen. 1.20 Ned. Brussel. 1.35 Keulen; 2.20 Parijs Radio. 3.35 London Regio nal. 5.20 Parijs Radio. 6.20 London Regional. 6.50 Keulen. 7.20 Parijs Radio. 8.20 Keulen. 9.15 Droitwich. 10.20 Ned. Brussel 10.40 Weenen. Programma IV 8,00 Necl. Brussel; 9,20 Di versen. 10.35 Droitwich. 8.00 Diversen. 8.20 Fransch Brussel. 9.15 London Regional. 11.20 Droitwich. Programma V: 8.007.00 Diversen. 7.00 Eigen gramofoonplaten-concert: Po pulaire zang en muziek. 1. The great little army, Victor Sterling; 2. The broken record, Sam Costa; 3. Auf Wie- óersehn my dear, Billy Reid; 4. Underneath tbe Russian Moon, Richard Tauber; 5. Ca price Viennois, Larry Adler; 6. Compositie op Song of -Songs, Zang met Billy Cotton. 7. What good am I Without you, Layton and John- stine. 8. Where the- blue of the night, Billy Reid; 9. Red sails in the sunset, Mimi Torna. 10. Ritual fire dance, Larry Adler. 11. When we meet again, Richard Tauber. 12. Love is a dancing thing. Sam Costa met orkest; 13. I'm wearing out my heart for you, Layton and Johnstone. 14. The Rosary, Zang met Billy Cot-ton; 15. Colonel Bogey March, Victor Sterling. 8.00—12.00 Diversen. VOORDEN- -POLITIERECHTER De lange lijst We hopen het niet, maar het zal een treu rige waarheid zijn, dat, zoolang er steuntrek kers zijn, door sommigen getracht zal wor den, meer steun naar zich toe te halen, dan waarop zij recht hebben, tengevolge waar van zij zich voor valschheid in geschrifte zullen moeten verantwoorden. De politie rechter wijdde er Maandag een heele zitting aan. "Al die menschen die nu terecht stonden, hadden dus valschheid in geschrifte ge pleegd, wat een ernstig misdrijf is, want er staat een zware gevangenisstraf op en de meesten hadden nooit kennis gemaakt met de politie. Ze schenen er zich niet van be wust te zijn, dat ze een ernstig misdrijf hadden gepleegd. Wel zeiden ze ja, als de politie rechter hun vroeg, of ze den erpst van het feit wel inzagen en of ze berouw gevoelden, maar geen van allen ziag er werkelijk be rouwvol uit, zoodat de politierechter de vraag nog eens herhaalde en er op wees, dat een voorwaardelijke veroordeeling, waarom zij vroegen, alleen kon worden gegeven aan menschen, die inzagen verkeerd te hebben gedaan en er berouw over hadden, waardoor de hoop gewekt werd, dat ze niet weer in hetzelfde euvel zouden vervallen. De officier voelde niets voor voorwaardelijke veroordeeling, hij wees er op, dat de ver dachten zonder blikken of blozen hun hand- teekening onder onware opgaven hadden ge zet; dat zij door het verzwijgen van inkom sten de gemeenschap hadden bestolen en dat zij door naast den vollen steun vol ar beidsloon te trekken, oneerlijke concurrentie aan de bonafide werkers hadden gedaan. Als daartegen niet streng wordt opgetre den, zei de officier, is de ellende niet te over zien en hij eischte dan ook in alle geval len een gevangenisstraf, als regel voor een maand. Nu was er nog wel verschil in de mate aan bedrog, dat gepleegd was. Een had verzwe gen, dat zijn vrouw geregeld een dag in de week uit werken ging, waarmee ze een rijks daalder verdiende; de vrouw van een ander hield een kantoor schoon, waarvoor ze f 1,25 per week kreeg, een derde had een commen saal, die f 8 per week betaalde, waarvan hij dus een klein voordeel genoot en bovendien had hij verzwegen, dat zijn huur met twee kwartjes per week was verminderd. Dat wa ren lichte gevallen. Er waren ook zwaardere: een had in een week met een handeltje f 40 verdiend, doch daar met geen woord van gerept, evenmin als een ander, die met een handeltje een kleine zestig gulden had verdiend, terwijl een behanger, die in enkele woningen had ge werkt en daarmee een paar weken een zeer normaal loon had verdiend, het evenmin noodig had gevonden dit te vermelden. Dat waren van dig buitenkansjes, die er naast den steun zoet invielen en zeer welkom waren, want er was in het huishouden nog al het een en ander noodig. Dat gold dan ook als motief om duidelijk te maken, waarom de verleiding te groot was geweest. De politierechter nam slechts in één geval een beslissing en wel door 14 dagen gevan genisstraf op te leggen aan den man, die met een handeltje f 60 had verdiend. Deze man had geen best strafregister, had zich tegen over Maatschappelijk Hulpbetoon ook eens onhebbelijk gedragen en nam de houding aan, alsof hij volstrekt niet zoo'n groot onge lijk had gehad. In alle andere gevallen werd de beslissing aangehouden, aangezien een reclasseerings- rapport zal worden aangevraagd. De rechter wilde hiermee volstrekt niet zeggen, dat een voorwaardelijke straf zal volgen, maar liet de mogelijkheid open. D. H. ROODHUYZEN Co. n.v. MAKELAARS SUIKER - RUBBER - KOFFIE - CACAO per contract Amsterdamsche Liquidatiekas N.V. DAM 2a Talsfoon No. 30012431012 AMSTERDAM-C Beurc Ni» 2, T#W. 30012 Telogramadrs»; CARLOS-AMSTERDAM jA (Adv. Ingez. Med.) HJD. Een zwakke constitutie. door J. P. BALJé. et stond wel onomstootelijk vast, dat Jorisje Jelgersma een zwakke con stitutie had. Het ventje haalde bij zijn geboorte de vijf pond nog niet en in de eerste weken van zijn sober bestaan- tje schudde de dokter meermalen bedenkelijk het hoofd. Er gaat van babies een roep uit, dat ze heele families tot krankzinnigheid kunnen brengen door hun erbarmelijk gehuil, maar Jorisje was blijkbaar slechts een schim metje van een baby, want als hij huilde klonk het eerder als het klaaglijk gemiauw van een jeugdig poesje. „Zwakke longetjes", zei de dokter van het ziekenhuis tot de verpleegster, ,,'t zal me mee vallen, als 't kereltje een week leeft". Jorisje haalde de week en al bleef het een armetierig wichtje, dat zijn moeder de groot ste zorgen baarde, hij slaagde er zelfs in, het ziekenhuis te verlaten en te groeien, zij het dan ook als een sprietig plantje, dat de zon mist. Het eerste jaar was het knaapje perma nent verkouden en lag het altijd met waterige oogjes en een verveld, rood neusje in de wieg. En de levensverzekeringsagenten, die de wo ning van zijn ouders plat liepen, zoodra de burgerlijke stand vermeld had, dat Joris Jel gersma zijn intrede op dit ondermaansche had gedaan, verdwenen één voor één zonder het postje af te sluiten. Aan dit manneke was geen eer te behalen. Vóór zijn vijfde jaar had Jorisje ongeveer alle kinderziekten gehad, die te bedenken wa ren. Jorisje werkte in een versneld tempo. Nauwelijks was hij van de mazelen genezen, of de „bof" kondigde zich aan. en pas was het roodvonk overwonnen, of de eerste symptomen van de waterpokken brachten zijn familie al weer tot wanhoop! Ook op school zat het den kleinen Joris niet mee. Vanwege zijn rachitische beentjes en zijn zwakke borst mocht hij niet meedoen aan gymnastiek. Hij moest herhaaldelijk een paar weken verzuimen voor verkoudheden, angina of bronchitis, en het was voor de onderwijze res steeds weer een verrassing, „dat Jorisje dezen keer toch nog teruggekomen was!" De kleine Joris had beentjes als lucifershoutjes, armpjes als breinaalden, hij had nooit kleur op zijn wangen, behalve wanneer hij met over de 40 graden koorts in bed lag. Zooals het meer gaat met jongetjes van een zwakke, teere constitutie, die niet aan sport kunnen doen, niet mee kunnen komen met de anderen, en daardoor wat eenzelvig worden, wierp hij zich met woede op de studie. Het moet gezegd worden, dat Joris een helder hoofd had. Ondanks zijn vele verzuimen, slaagde hij er steeds in, met vlag en wimpel ..over te gaan" en op de H.B.S. was hij één van de beste leerlingen. Zóó goed, dat, toen Joris in de tweede klasse twee maanden met dipht-heritis ziek lag, en daardoor geen over gangsexamen kon doen, de directeur niet schroomde, hem toch in de derde klasse te plaatsen, toen Joris bij het begin van den nieuwen cursus zich bleekjes, en nog een nuance teerder en doorzichtiger, presenteerde. Een paar jaar bleef Joris toen vrij van ziekte en hij prees zich al gelukkig, dat hij eindelijk zijn sukkelperiode achter den rug zou hebben. Hij slaagde als nummer één voor zijn eindexamen en wat méér was, hij kreeg, dank zij een gloeiende aanbeveling van den directeur, ook spoedig een baantje op een kan toor. Zijn ijver en werklust waren groot, maar zijn zwakke lichaam moest het toch weer af leggen tegen zijn vurigen wil. Zijn vatbaar heid scheen weer te zijn teruggekeerd, en zelfs als de musschen dood uit de boomen vie len van de hitte, kon er op Joris' kantoor geen raam op een kiertje staan, of hij werd snip verkouden. Zoo kreeg Joris, toen hij één-en- twintig was een dubbelzijdige pleuris, maar dank zij de goede zorgen van zijn moeder, die wekenlang met lauwe verbanden, taft, me dicijnen en tientallen liters melk sjouwde, kwam hij er ook nu weer bovenop. Joris was een mensch als ieder ander en. hij werd verliefd. Daar Joris een zacht karak ter had maar bovendien dank zij zijn heldere hersens een goede toekomst tegemoet ging, was het voorwerp van zijn adoratie niet on genegen, met hem het wankele huwelijksboot je in te stappen. Maar vóór Joris dit deet. liet hij zich als een serieus man medisch onderzoe ken. En de dokter in kwestie die Joris' magere karkasje met een critisch oog aanschouwde, gaf hem in kiesche termen, te kennen, dat het beter was, dat Joris zijn stuurmanskunst niet op de woeste baren van de huwelijkszee zou trachten te demonstreeren, doch liever de rus tige, kalme wateren van het vrijgezellenschap moest kiezen. Zoodat Joris gelaten zijn huwe lijksplannen opschortte en ze tenslotte depo neerde in het archief van zijn herinneringen en vervlogen illusies. Joris, men voelt het, was voorbestemd voor een vroegen dood. Toen hij dertig was, door stond hij zoowaar nog een acute longontste king. Op zijn twee en dertigste jaar heerschte er griep. De Man met 'de Zeis maaide tal van jonge menschen weg. Ook Joris bracht hij een bezoek. Hij bekeek het geval eens, grijnsde toen cynisch, en ging weer weg. Joris was een prooi, waaraan hij zijn krachten niet wilde verspillen, die was tóch ten doode opgeschre ven, daarvoor had hij geen griepepidemie noo dig. Zoodat onze vriend in dit geval dus den dans ontsprong. Joris' neven en nichten koesterden hem met hun goede zorgen. Want de brave jongen had zich zoo langzamerhand een goede en goedbetaalde positie weten te verschaffen, hij ging nooit uit in schouwburgen en bios coopzalen was het hem te benauwd, op sport terreinen te tochtig, in treinen levensgevaarlijk zoodat hij wel een aardig potje bijeen ge spaard moest hebben. Joris' zwakke constitu tie in aanmerking genomen leek een specu latie op zijn genegenheid, respectievelijk erfe nisje niet ongemotiveerd, en de uitgegeven gel den zouden zeker hun rente opbrengen. De doktoren, die Joris Jelgersma een vroe gen dood hadden toegedacht, de neven en nichten, die op zijn wankele gezondheid en zijn teringachtig uiterlijk hun hoopvolle fan tasieën hadden gebouwd kregen gelijk! Joris werd niet oud! Om het precies te zeggen hij werd zevenendertig jaar! Op den ochtend van zijn zevenendertigsten jaardag stapte Joris Jelgersma naar buiten om zich naar zijn kantoor te begeven. Het was een donkere sombere ochtend. In den voor nacht had het geregend, daarna was het weer echter omgeslagen en de vorst had plotseling ingezet, zoodat het op straat uiterst glad was. Onbewust van het gevaar, dat hem dreigde, stapte Joris zijn deur uit. Hij had zich extra goed ingebakerd, droeg zijn dikste jaeger- onderpakje, zijn dikke duffelsche jas. had "zijn das tweemaal om zijn hals geslagen, en zijn wanten waren van beproefde kwaliteit. Maar de straten waren verraderlijk spiegel glad, de huishoudster van Joris had er niet aan gedacht asch voor de deur te strooien, en hij gleed uit. Joris kreeg een zware hersen schudding en schedelbasisfractuur. 's Avonds sliep hij zacht en kalm in! Zevenendertig jaar was hij geworden! Niet oud dus! Ja, Joris had nu eenmaal een zwakke constitutie! (Nadruk verboden. Auteursrecht voorbehouden). R.-K. Middenstandsvereenighig. Groote belangstelling voor de Vestigingswet, De R.K. Middenstandsvereeniging hield Maandagavond bij Brinkmanm een zeer druk bezochte vergadering, waarin de heeren G. Alders en Th. S. J. Hooy spraken over enkele belang rijke onderwerpen in verband met de Wet op de Vestigingseischen. De voorzitter, de heer Th. S. J. Hooy, open de deze eerste vergadering van het werksei- zoen met een hartelijk woord van welkom tot de talrijke aanwezigen, w.o. de heer Klein Schiphorst voorzitter van de Kamer van Koophandel, afd kleinbedrijven en de heer Van Tetering, oud-voorzitter en eere-lid der vereeniging. Spr. herdacht met enkele woorden de heeren Sï-ammeyer en Kloes, die de vereeniging door den dood zijn ontvallen. Na enkele mededeelingen over de werk zaamheden der vereeniging, hield de voorzit ter in verband met de in voorbereiding zijnde wet op de vestigingseischen een interessante inleiding over algemeene handelskennis. De middenstand, aldus spr., heeft ernstig onder de crisis geleden. Zij was een tweesnij dend zwaard. Aan de eene, zijde een omzet- vermindering van ongeveer 40 pet. en aan de andere zijde een belangrijke toeneming van de z.g.n. „gelegenheidsmiddenstanders". Deze deden den middenstand door gebrek aan vak kennis veel schade. Spr. schetste, hoe pogingen waren gedaan, om een z.g.n. „spertijd" te verkrijgen, welke pogingen thans weerklank hebben gevonden in de aangekondigde Vestigingswet. De R.K. middenstand aldus spr., is daarmede echter niet tevreden. De wet stelt drie eischen, alge meene handelskennis, vakbekwaamheid en credietwaardigheïd, doch houdt geen reke ning met het behoefte-element. Toch is de wet met vreugde begroet omdat zij den eersten stap beteekent op den weg naar ordening in den middenstand. Het f oj van deze wet is tweeledig, n.l. verheffing van het peil van den middenstand en verminde ring van het te groote aantal bedrijven. Deze wet zal niet alleen voor den middenstand gel den, doch ook voor de warenhuizen, filiaalbe drijven, coöperaties e.d. Spr. behandelde uitvoerig de tot stand- koming en inhoud van den spertijd voor de slagersbedrijven, die z.i. een belangrijke ver betering beteekent. Bij de eischen voor credietwaardigheid zal rekening worden gehouden met de omstandig heden, waaronder het nieuwe bedrijf begon nen wordt. Ook voor de handelskennis zullen bepaal de eischen worden gesteld, waarbij de gele genheid zal worden geopend, die handels kennis opdoen. De Ned. R.K. Middenstands bond heeft reeds 65 van dergelijke scholen ónder haar hoede. Ook in Haarlem is thans een R.K. Middenstandsavondschool opge richt, die zich op dit terrein zal bewegen. Vooral deze eisch zal het peil van den mid denstand weer aanzienlijk kunnen opvoeren. Bij gecombineerde zaken, b.v. brood- en banketbakkerij, zal de eigenaar aan de eischen voor beide bedrijven moeten voldoen. Vervolgens hield de heer G. Alders een in leiding over de door de wet gestelde eischen van vakbekwaamheid. Deze wet is zoodanig gesteld, dat de uitvoe ring vrijwel geheel aan de middenstanus- vakbonden wordt overgelaten. Spr. achtte dit zeer verheugend, omdat hierdoor de bepa lingen zich aan de praktijk zullen aanpassen. Doch aan..,-de organisaties is hiermede een zeer moeilijke taak opgelegd. Wat betreft den eisch van vakbekwaam heid, zal worden samengewerkt met de ver eeniging tot veredeling van het ambacht. Spr. ziet in deze maatregelen min of meer een herstel van de oude gilden, die immers ook hun eischen van vakbekwaamheid hadden. Om de menschen de noodige vakbekwaam heid bij te brengen, zullen ook weer cursus sen moeten worden ingesteld. Deze bekwaam heid zal echter voornamelijk door de jonge menschen in de bedrijven zelf moeten worden opgedaan. Tenslotte werd naar aanleiding van de bei de inleidingen een levendige discussie ge voerd, waarbij nog tal van belangrijke détails ter sprake kwamen, die er toe bijdroegen het inzicht over deze kwestie te verhelderen. NED. BOND TOT HET REDDEN VAN DRENKELINGEN. Door het bestuur van den Kon. Nat. Bond voor Reddingwezen en Eerste Hulp bij On gelukken „Het Oranje-Kruis" is de heer A. J. Meijerink uitgenoodigd, ter gelegenheid van de jaarversgadering van dien Bond, een voor dracht met lichtbeelden te houden over het onderwerp: Hulp aan drenkelingen uit auto's. De voordracht heeft plaats a.s. Zaterdag te Rotterdam. Het gemeentebestuur van Rot terdam biedt den afgevaardigden dier verga dering een rondtocht door de havens aan. J.l. Vrijdag werd te'Dokkum een voordracht door denzelfden spreker gehouden over het reddingswezen met het gevolg dat daar een brigade werd opgericht; aansluiting bij den Bond volgt spoedig. Zondagmorgen en middag heeft in de ge meentelijke zweminrichting aan de Hout vaart een examen plaats gehad om het di ploma C. te behalen van den Bond. Een staf van technische leden van den Bond was aanwezig om het technisch zwemmen af te nemen; het bassinwater was reeds aan den frisschen kant. Eén der examenproeven was vooral een zware opgaaf; verondersteld werd dat een watervliegtuig uit Noordelijke richting ko mende neerstrijkt op het Noorder Buiten Spaarne. Bij het neerstrijken slaat het vlieg tuig over den kop; de piloot wordt uit het toestel geslingerd. Het toestel en de piloot zinken weg. Toevallig aanwezigen duiden aan den red der ongeveer de plaats aan, waar de piloot zonk en wijzen een plek aan van 5 M. bij 7 Meter. Toevallig staat bij de onheilsplek een schutting: de redder moet nu buiten de schut ting te water gaan, zich zwemmend begeven naar de ongeveer ongeduide plaats van 35 M2. die oppervlakte onder water systematisch afzoeken en de pseudo-drenkeling (duikpop) binnen een tijdsverloop van 5 minuten op de juiste wijze bovenbrengen. Aan 8 candidaten van de 14 aeelnemenden konden voldoende cijfers door de T. C.-leden gegeven worden. Aan 5 candidaten, die reeds medisch- en technischslaagden kon het diploma C. wor den uitgereikt, nl. de dames: M. Th. Vos. Am sterdam, Hermien Haase, Haarlem en W. Ap pel. Amsterdam en de heeren: G. van Brug gen, Haarlem, J. Mey, Amsterdam. Alleen technisch zijn geslaagd de heeren A. Winter, Zaandag en Th. Schoonhoven te Utrecht. A.s. Zaterdag en Zondag hebben de laatste examens in het open water plaats; dan wordt het Kustwachtexamen afgenomen in zee en in het BloemendaaLsche Strandhuis,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 10