HET HOOGSTE RECHT FEUILLETON Naar het Amerikaanseh van MILDRED DANNING. (Nadruk verboden.) 17) „Wacht even", vervolgde hij. „Natuurlijk heb ik eerst niet aan zoo iets gedacht, ik was in de war en geschrokken, dat geef ik toe, maar ik heb Jackson om een uitleg gevraagd en die wilde hij niet geven. Daarom heb ik jou geroepen". Rechter Kent liep naar zijn zoon en zag hem aan. Hij glimlachte, maar toen hij sprak, klonk zijn stem schor van angst", Jackson" zei hij. „Vertel me wat je weet". Maar Jackson zweeg. „Wat beteekent dit, mijn jongen? Begrijp je niet dat je spreken moet?" Jackson hief het hoofd op, maar keek zijn vader niet aan. Zijn gezicht was lijkbleek. „Ik kan het niet uitleggen, vader", klonk het. e Het waren vreeselijke oogenblikken ge weest, terwijl Jackson op zijn v^der wachtte. De kamer, de heen en weer loopende kolonel, de zwakke geluiden van lach en vroolijkheid. die door de gesloten deur tot hem doordron gen, alles had hem vaag en onwerkelijk gele ken. Het eenige wat hem duidelijk voor den geest stond was Virginia's gezicht, zooals ze hem door haar tranen heen, den dag van zijn vertrek naar het Noorden in den tuin had aangekeken en gesmeekt had: ..Lieve Jack, wil je probeeren hem te helpen?" Nog voelde hij de zachte armen om zijn hals en hij had haar Büjn woord gegeven. Toen rechter Kent kwam, was het afschu welijke van dit alles plotseling tot hem door gedrongen en had hem zoo doen beven, dat hij zich haast niet had kunnen staande hou den, maar het had niets aan zijn besluit kun nen veranderen. Geen half uur voor dit ge beurd was, had hij die woorden neergeschre ven met een vasten wil en een groot verlan gen, die hem nu moreel bonden haar broer, ten koste van alles te beschermen. Geluk op te offeren, eer, zelfs, ter wille van haar! Er bestond geen middenweg. Zijn pad lag dui delijk voor hem. Rechter Kent deinsde achteruit en zijn stem klonk nu heesch en scherp, maar nog niet boos toen hij dit zeide „Je moet". Met moeite keek Jackson zijn vader aan en toen hij rechter Kent's oogen zag, deed hij een stap vooruit en bleef opeens staan. „Ik kan het niet", mompelde hij. Kolonel Monroe kwam nader. Hij zag bleek en de hand die hij op zijn vriend's arm legde, beefde. „Neem hem mee naar huis", sprak hij, „en laat hem tot zichzelf komen. Laat hem er over denken! Wat mij betreft is de zaak afge handeld. Ik heb de paai-len" hij keerde zich om en slingerde ze op de tafel „verdraaid... ik wou dat ik ze nooit gezien had!" Maar de rechter had zich ook afgewend. Zijn gezicht zag aschgrauw en met opge heven armen bracht hij zijn vuisten naar zijn gesloten oogen. Zijn oude vriend zag die uiting van ellende, van afstand doen en snelde op den rechter toe. „Neem hem mee naar huis," riep hij „neem hem mee dan zal hij alles wel vertel len. Er moet een verklaring zijn en jou zal hij die geven, als hij tijd heeft gehad om na te denken. Ik kan het niet forceeren, dat weet je.". Hij liet een korten, bitteren lach hooren. waarin toch verdriet en sympathie klonk. „Neem hem mee. Randolph, ik kan niet meerl" Vlug liep hij naar Jackson toe en gooide hem de jas over de schouders, toen duwde hij hen beiden naar de deur, de hall door een arm om ieder van hen heengeslagen naar de voor deur. Toen ze voortgingen greep hij den rechter steviger vast en fluisterde, zoodat Jackson het niet hooren kon. „Het moet anders zijn dan het lijkt. Geef den jongen zijn kans en geeft hem tijd om na te denken. Ik zeg je, beste vriend, dat ik Jackson kan er moet iets achter zitten." Maar de rechter scheen niets te hooren. Hij liep flink en rechtop het pad af en Jackson volgde hem. Kolonel Monroe keerde zich om en üep langzaam zijn studeerkamer weer in. Zwijgend gingen ze huiswaarts, de rechter eenige schreden voor zijn zoon uit. De oude man keek recht voor zich en zweeg, tot ze zijn huis bereikt hadden en hij in zijn studeerka- merwas. Daar zakte hij in een stoel en verborg het gezicht een oogenblik in de handen, ter wijl zijn zoon bleek en zwijgend naast hem stond. Jackson poogde zijn vermoeide hersens tot denken te brengen. Hij had niet gereali seerd hoe zijn vader onder dit alles lijden zou. Kon hij 't hem niet vertellen, hem zijn verdriet verzachten? Als hij eens zei, dat hij de paarlen niet gestolen had en dan weigerde iets meer te zeggen? Maar daaimee zou zijn vader geen genoegen nemen. Hij zou er op staan alles te weten en dat durfde Jackson hem niet te vertellen. Hij wist te goed, hoe zijn vader gerechtigheid boven alles schatte, hij kende zijn onbuigzaam plichtsgevoel ten opzichte van wat recht en billijk was. Hij zou Jackson nooit toestaan, de schuld op zich te nemen en Lloyd's misdaad ongestraft te la ten. Jackson zag geen uitweg, tenzij Lloyd zelf zou willen bekennen. En dan zou Virginia in de schande betrokken worden. De rechter bewoog zich in zijn stoel, de han den nog voor zijn oogen. „Spreek uit!" fluisterde hij. Jackson aarzelde. „Vader", begon hij, „ik wil het u vertellen - ik kan u niet zoc zien lijden, maar luister, Vader. Ik zai u alles zeg gen, als u mij uw woord geeft, de heele zaak dood te zwijgen en er niet over te spreken, net zooals kolonel Monroe. Dan kan ik. Rechter Kent keek op en zijn handen grepen de stoelleuning. „Je behoeft me geen voorwaarden te stel len", zei hij met vaste stem, maar met trillen de lippen. „Je moet me de waarheid zeggen". „Vader, als ik u mijn woord geef, dat het mijn wensch is dat u niets zegt, wil u 't me dan beloven?" „Neen!" De wooi-den kwamen er stroef en kort uit. „Je moet me nu zonder eenig voor behoud de waarheid zeggen." „Vader". Maar de oogen, die Jackson nu op zich ge vestigd zag, waren als staal. Daardoor wist Jackson, dat verder pleiten nutteloos was, hij zuchtte diep, richtte zich rechtop en zei: „Dan kan ik u niets vertellen." Eenige minuten zweeg de rechter, de oogen strak op zijn zoon gericht, toen begroef hij zonder een enkel geluid het gezicht weer in de handen. Wat dit zijn zoon? Zijn. Jackson? Op wien hij sedert zijn moeders dood gepast had, dien hij verzorgd en opgevoed had? Was er dan geen uitleg mogelijk? Een vreeselijke ge dachte maakte zich van den rechter meester. Jackson had gezegd: „Als ik geld noodig heb, dan zal ik het Wel ergens vinden." Kon die jongen met zijn knap gezicht en heldere oogen moreel zoo achteruit gegaan zijn? Koix zijn eigen zoon zoo door en door slecht zijn? Om te stelen! En dan nog te probeeren zijn eigen vader voorwaarden te stellen! Wat kon dit anders beteekenen? Wat voor anderen uit leg kon er zijn? Door de stilte, die op zijn laatste woorden volgde, kon Jackson het kleine bureauklokje op zijn vader's schrijftafel hooren tikken. Zijn gedachten vlogen naar duizenderlei kleinigheden, die zijn leven hier met zijn vader had uitgemaakt, dingen die hij als vanzelfsprekend had geaccepteerd en die nu zoc dierbaar en begeerenswaardig scbmen. Maar de teerling was geworpen. Zijn weg was afgepaald. Plotseling drong het tot hem door, dat zijn vader sprak, haast fluisterde. „Tenzij je bij me komt en me de waaiTieid zegt, tenzij je dat doet, wil ik nooit meer je gezicht zien!" Jackson sprong naar voren, als verblind en met een hart. dat zoo pijnlijk bonsde, dat hij het haast niet kon uithouden. „U bedoelt toch niet Maar de rechter stond op, en zijn gezicht was vaal en grimmig. Hij stak een bevende arm uit en wees naar de deur. En na een moment, terwijl de pijn dieper in zijn hart doordrong, keerde Jackson zich om en verliet zwijgend de kamer. Met oogen, die niets zagen, liep hij de hall door, de trap op naar zijn kamers. Al zijn bezittingen wai'en hier, zijn boeken, platen, meerendeels, ge schenken van zijn vader. Maar hij kon ze niet meenemen.... Den volgenden morgen vroeg ontwaakte Jackson met de herinnering aan zijn vaders laatste woorden. Hij had lang wakker gele gen, maar was op 't laatst in slaap gevallen en had gedroomd, dat hij weer met Virginia in haar tuin was. maar de Virginia, die hem met harde, koude oogen aanzag, was niet de Virginia van toen. Hij probeerde te spreken, maar zijn tong was als verlamd tot Virginia zich op het laatst omkeerde en hem verzocht heen te gaan;hem zei, dat zij hem nooit meer wilde zien en toen werd Jackson wakker, om in plaats van deze nachtmerrie zich bewust te worden van iets, dat nog erger is, omdat hier geen ontkomen mogelijk was. Hij stond op, kleedde zich, pakte het meest noodige in een tasch en sloop de trap af. Hoe vroeg hij ook was, de rechter was nog vroeger. Jonathan staarde zijn jongen meester met angstige oogen aan. „Ja, meneer Jackson, de rechter is vanmor gen vroeg uitgegaan. Waar gaat u heen, me neer Jackson?" „Geef me wat te eten, Jonathan", antwoord de hij somber. „Ik ga voor een poos weg." (Wordt vervolgd,) De bomaanslagen, welke te Parijs werden gepleegd op de gebouwen der Fransche Centrale Werkgeversvereniging en van den patroonsbond uit de metaalbedrijven, hebben twee menschenlevens geëischt. De ruïne van het verwoeste gebouw in de Rue de Presbourg Het défilé der landelijke rijvereenigingen en ruiterclubs tijdens het concours hippique, dat te Voerendaal is gehouden De loodsbooten te Hoek van Holland worden bewapend met twee lichte stukken geschut in verband met de beveiliging van de monding van den Nieuwen Waterweg. De onderdeelen der kanonnen worden naar de loosboot 17 gebracht Het s.s. .Boekelo", dat eenigen tijd geleden in de Kieler Bocht op een wrak liep en daarbij schade aan de kiel kreeg, wordt te Amsterdam gerepareerd De heer L J. van Voort- huysen, sedert 18 Decem ber 1901 burgemeester van Domburg, is overleden De nieuwe mijnenveger „Pieter Florisz" is Maandag te Rotter dam officieel in dienst gesteld. Een overzicht tijdens de plech tigheid aan boord Luit -kolonel H. C. J. C. van Stockum heeft Maandag te Breda afscheid genomen als commandant van het 12de halfregiment huzaren. Tijdens de plechtige overdracht van het regimentsvaandel Onmiddellijk na de bomaanslagen, welke te Parijs op twee gebouwen werden gepleegd, werd de omgeving door de garde mobile afgezet

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 9