HET HOOGSTE RECHT
H. M. de Koningin arriveert aan de Ridderzaal op het Binnenhof te 's Gravenhage voor de plechtige opening der Staten Generaal, welke Dinsdag plaats had. De eerewacht
presenteert het geweer
Vfi s.-'<
Minister-president dr. H. Colijn begeeft zich
de opening der Staten Generaal
De plechtige opening der Staten Generaal door H. M. de Koningin heeft Dinsdag wederom plaats gehad met ai
het ceremonieel, aen deze traditie verbonden. Met oogenblik, waarop de vorstin de troonrede voorleest
In de gouden koets. H. M. de Koningin 1
na de opening der Staten Generaal het Binnen
hof
FEUILLETON
Naar het Amerikaansch
van
MILDRED DANNING.
(Nadruk verboden.)
24)
Rechter Kent schreef dadelijk na zijn
aankomst inEvansville en vertelde dat hij voor
loopig in het hotel zijn intrek genomen had.
't Was een prettige brief, en al gaf hij geen
weergave van des rechter's stemming, kreeg
Virginia toch den indruk, dat hij zich min
der somber voelde en dit vroolijkte haar wat
op.
Ze schreef hem haast dagelijks, vertelde
hem dat Lloyd ziek was, zonder hem te laten
weten hoe erg het was, maar toen hij wat
vooruitging, vertelde Virginia dat den rechter
ook.
Maar naarmate Lloyd herstelde, begon
Virginia zich weer voor een en ander te in
teresseeren. Ze ging zelfs Sylvia Monroe op
zoeken en zoo herleefde hun oude vriendschap
weer, hoewel geen van hen het onderwerp, wat
hen 't naast aan het hart lag, aanroerde.
Wat rechter Kent betreft, deze vond een
overvloed van werk in zijn nieuwe omgeving
en hernieuwde ook nog oude vriendschaps
banden. Maar hoewel Jackson en zijn vader
nu in dezelfde stad en zoo dicht bij elkaar
woonden, toch liepen hun paden In verschil
lende richtingen en ontmoetten ze elkaar
nooit. 5J
Een week lang had Jackson op zijn brief
gev acht. Misschien was Lloyd er niet, mis
schien was hij ziek, had zijn brief vertraging
ondervonden. Jackson had dagenlang zijn
hoop levend gehouden, toen was er geen
twijfei meer. Hij wist zeker, dat als Lloyd
van plan was geweest te doen, wat hem ge
vraagd was, hij dadelijk geschreven zou heb
ben, ook al om zekerheid te verkrijgen, dat
Jackson zijn woord zou houden. Neen, óf de
brief had hem niet bereikt, wat heel onwaar
schijnlijk was, óf hij had hem gelezen en
verscheurd en in beide gevallen, wilde Jackson
niet meer schrijven. Zijn laatste hoop stierf en
nu prepareerde Jackson zich om de conse
quenties van zijn nieuwe leven te aanvaarden
en er van te maken, wat hij kon, tot eens de
tijd zou komen, dat hij in zijn eer hersteld
werd.
Een geluk had hij echter in dezen tijd.
De kassier die bij de bank werkte, toen
Jackson zijn intrede deed, was een magere
jongeman, die met hart en ziel aan zijn werk
hing. Hij was jarenlang bij de „Evansville Co-
renty Bank" werkzaam, maar ongeveer veer
tien dagen nadat Jackson gekomen was,
had hij zijn ontslag genomen, om directeur
van een kleine bank in een naburig dorp te
worden.
Den dag van zijn vertrek had de oude heer
Evans Jackson laten roepen en hem gevraagd
of hij dacht bekwaam genoeg te zijn, om het
werk van den vertrekkenden kassier over te
nemen. Jackson was zeer verheugd geweest,
niet alleen omdat hij zonder aanbeveling was
aangenomen, maar er waren oudere employé's
met langer diensttijd die zeker den voorrang
hadden. Hij was wat beduusd geweest door
dit bewijs van vertrouwen, maar wist natuur
lijk niet dat Bob hem herhaaldelijk geprezen
had tegenover zijn vader en 'n tikie ironisch
had gepraat over de soliede levensopvattingen
van zijn vriend en dit vooral had grooten
indruk op meneer Evans gemaakt. De direc
teur der bank had bij den procuratiehouder
geïnformeerd en gehoord, dat Jackson een
goede opleiding hadr gehad en daarbij een
vlug en accuraat employé was, op wien men
zich verlaten kon.
Van zijn eerlijkheid wist hij echter mets
af, dus redeneerde hij als volgt. Als de jongen
eerlijk is, zal hij mij van heel veel nut zijn.
Hij is knap en ik mag hem persoonlijk graag.
Is hij niet eerlijk, hoe eerder ik daar dan ach
ter kom, hoe beter. Dus maak ik hem kassier,
maar zal hem veiligheidshalve in de gaten la
ten houden. Maakt hij het goed. dan blijft hij
kassier; maar maakt hij het niet goed, dan
weet ik waar ik aan toe ben.
Het was een goed uitgedacht plan en het
deed meneer Evans eer aan. Jackson besloot
na eenige aax-zeling, de benoeming aan te ne
men, onder voorwaarde, dat meneer Evans
hem tijd wilde geven zich in te werken. Bob
was verrukt, toen hij het hoorde. De oude heer
had er thuis niets van verteld en Bob hoorde
het pas, toen hij op een keer de bank binnen
stormde, om zijn vader te spreken, en Jack
son al in zijn nieuwe functie vond.
„Hallo", riep hij, „wat voer jij daar uit?"
Jackson vertelde hem het nieuws dat uit
bundig ontvangen werd. Bob gaf zijn vriend
door het loket een langen en stevigen hand
druk. Hij was opgetogen over het succes van
Jackson, dien hij meer of min als zijn be
schermeling beschouwde.
„Dat heb je 'm gelapt!" zei hij, „maar kalm
aan, hoor Jack. Ruim den ouden heer voor-
loopig niet uit den weg, want ik heb hem dub
bel en dwars noodig."
Hij grinnikte tegen Jackson en werd toen
plotseling ernstig. .Deksels, daar schiet me
ineens wat te binnen. Er zit wat voor me op!
Ik heb te veel geld opgenomen. Tot straks
hoor!"
En niet het minst uit het veld geslagen,
verdween hij in de richting van zijn vader's
privé-kantoor.
Jackson verdiepte zich weer in zijn werk
en na een minuut of tien kwam Bob glim
lachend, maar minder opgewekt dan te voren
uit het kantoor van zijn vader.
't Was haast sluitingstijd en Jackson was
bezig zijn kas op te maken. Bob kwam voor
het loket staan hij was zijn standje al weer
'gauw vergeten.
„Nu, je bent er op vooruit gegaan, maar ik
had het wel voorzien." Vader is niet'zoo dom,
en ik wist wel, dat hij je naar waarde zou
leeren schatten."
Jackson lachte. „Het ls maar een probeer
sel, denk ik, maar 't is heel vriendelijk van
hem, mij een kans te geven; ik heb veel aan
jou te danken, Bob!"
Bob wierp het hoofd in den nek en lachte,
maar zijn lach klonk niet natuurlijk.
„Onzin", zei hij, „men is de jeugd wat ver
plicht. Maar zeg, wat voer je van avond uit?
Heb je een afspraak? We moesten de promotie
maar eens vieren! De Evansville Bank maakt
bekend, dat zij er na veel moeite in ge
slaagd is, zich van de diensten van een genie
op financieel gebied te verzekeren."
Hij zwaaide met zijn hand, die in aanra
king kwam met den reusachtigen hoed van
een dikkenegerin, die een wanhopigge poging
deed het loket te naderen. Bob verontschul
digde zich op zoo'n ernstige en innemende
wijze, dat de negerin na haar zaken te hebben
afgehandeld, gichelend de bank verliet.
Toen wendde hij zich weer tot Jackson.
„Nu, Rockefeller, wil je me het genoegen
doen een bescheiden maaltijd met me te nut
tigen?"
„Als je me twintig minuten lang met rust
kunt laten, dan zal ik nog eens zien."
„Zooals je wilt!" En Bob ging op een stoel
zitten, terzijde van het loket. Jackson ging
door met zijn werk en bemerkte, zonder ex-
speciaal naar te kijken, dat Bob met een serie
lachjes en buigingen de paraplui, van een pot
sierlijk aangekleede, norsch uitziende vrouw
opraapte. Hij had dit nu al twee maal ge
daan, maar de derde keer zag Jackson toe
vallig, dat Bob de paraplu met zijn voet weer
omstootte. Jackson moest lachen, of hij wilde
of niet. Er was iets onweerstaanbaars aan
trekkelijks aan Bob en hij was hem den laat-
sten tijd heel sympathiek geworden. Bob
wachtte geduldig tot Jackson zijn arbeid be
ëindigd had en sleepte hem toen mee naar het
grootste restaxxraxit van de stad. 's Was pas
zes uur; ze biljarten tot het zeven sloeg en be
stelden toen hxxn diner.
Bob stond er op, om ter eere van deae
promotie, en zei dat zoo onomwonden, dat
Jackson zich veel minder eenzaam voelde.
Bog stond er op. om ter eere van deze
gelegenheid champagne te bestellen en 't wei-
xxige dat Jackson dronk, deed zijn stemming
geen kwaad.
Niemand kon zich in Bob's gezelschap lang
down voelen. Om te beginnen, was hij
spraakzaam en geestig. Verder had men het
gevoel, de vriend van een beroemdheid te
zijn, want iedereen kende Bob en iedereen
mocht hem graag. Hij werd door talloozen
vrienden begroet, verscheidene kwamen even
aan hun tafeltje bij hun komen of gaan en
voor ieder had Bob een geestige opmerking.
Na eenigen tijd liep het restaurant leeg en
begonnen ze herinneringen uit hun studietijd
op te halen
,'t Gesprek kwam vanzelf op het heden en
eindelijk vertelde Bob, wat de oorzaak was ge
weest van zijn neerslachtigheid.
„Mijn brave vader was vandaag zijn hooM
kwijt", zei hij. ,,'t Was werkelijk treurig,
't Heeft me diep getroffen, dat wil ik je w<ei
zeggen.
„Wat was er dan aan de hand? Wilde je
niet werken?"
„Maak in vredesnaam geen grappen! Neen,
daar ging 't niet om. De kwestie is, dat de
oude heer een onbegrijpelijken tegenzin heeft
om mij meer te geven dan mijn toelage. Na
tuurlijk kxxn je je in mijn gevoelens ver
plaatsen, maar ik kan hem niet zoo ver krij
gen, dat hij 't ook zoo ziet. 't Is een soort
manie van hem, lijkt 't wel,"
„Had je dan weer te veel opgenomen?"
Bob keek verbaasd op.
„Wat bedoel je met wéér? 't Is sinds weken
niet gebeurd."
„Dan neem ik mijn woorden terug", ant-
woox-dde Jackson ernstig.
.CWordt vervolgd.)