Patrouilleplan opgesteld
voor de Middellandsche Zee
Parijsche overeenkomst gisteren geteekend.
Thijs Ijs en Oom Mopperniet gaan weer verder!
Koning Zog's veelbewogen loopbaan.
H"
V R TT n A G 1 OCTOBER 1937
HAARLE M'S DAGBLAD
4
De marinedeskundigen van Engeland, Frankrijk en Italië hebben
gistermiddag het drielanden-accoord inzake de „anti-piraten"-pa-
trouïlIe in de Middellandsche Zee geteekend.
De overeenkomst zal onverwijld ter goedkeuring aan de regeerïn-
gen worden voorgelegd. Zij zal, naar Havas meldt, waarschijnlijk
onmiddellijk na de bekrachtiging in werking treden.
Het accoord stelt de scheepvaai-t-
wegeri en de zones vast, die aan de
bewaking der drie vloten worden op
gedragen, alsmede de seincodes, die
gebruikt zullen worden. De algemeen
bepalingen, in het bijzonder die be
treffende de uitoefening van den
politiedienst op zee, blijven naar alle
waarschijnlijkheid zooals zij te Nyon
zijn" vastgesteld.
Men heeft er in de eerste plaats naar ge
streefd, dat elke mogendheid de verbindings
wegen, die haar in het bijzonder interessee
ren, bewaakt. Elke politieke overweging is
zorgvuldig bij de besprekingen vermeden.
De zones zijn alleen op practische gronden
verdeeld.
In het westen der Middellandsche Zee is de
sector bij Gibraltar aan de Britsche vloot
toevertrouwd, terwijl Frankrijk zijn verbin
dingswegen met Algerië bewaakt. De rest van
dit deel der Middellandsche Zee is ter be
waking toevertrouwd aan Italië, zoodat dit
zal pratouilleeren in vrijwel de geheele Thyr-
reensche Zee met inbegrip van de wateren
om Sardinië en Sicilië en verder in de Adria-
tische en de Ionische Zee.
In het Oostelijk deel der Middellandsche
Zee, bewaakt Italië een zóne langs de kust
van Tripolis en Egypte, die eindigt bij Port
S»aid. Om Italië in de gelegenheid te stellen,
zijn verbindingsweg met Tripolis te bewaken,
heeft men een strook van zestig zeemijlen
Mussolini's intocht in Rome.
De Duce met veel enthousiasme ontvangen.
Op zijn terugreis naar Rome werd Musso
lini op alle stations geestdriftig toegejuicht.
Te Verona werd hij o.a. door d'Annunzio
verwelkomd. Na hier de eerewacht geïnspec
teerd te hebben, zette Mussolini de reis voort.
Om kwart voor twee des middags kwam de
trein te Florence aan. Mussolini verliet den
trein en inspecteerde de afdeelingen balilla
en zwarthemden. die op het perron stonden
opgesteld. Vervolgens stapte hij weer in zijn
wagon en vertrok de trein naar Rome.
In afwachting van de komst van den Duce
was de hoofdstad versierd met Italiaansche
en Duitsche vlaggen. Op het Piazza waren
groote schijnwerpers aangebracht ter ver
lichting van het Palazzo Venezia. Langs den
weg van het station naar het Palazzo Ve-
nezzia waren troepen geschaard om den Duce
het eeresaluut te brengen.
Om half zeven kondigden kanonschoten,
sirenes en klokgelui de aankomst aan van
den trein, waarmede Mussolini te Rome te
rugkeerde. De bevolking had den Duce een
grootsclie ontvangst bereid en bij het verla
ten van het station werd hij langdurig toe
gejuicht door een ontzaglijke menschenme-
nigte. In een open auto begaf Mussolini,
naast wien graaf Ciano gezeten was. zich
naar het Palazzo Venezia, waar zich opnieuw
een groote menigte verdrong om den Duce
toe te juichen. Van het balkon van het Pa
lazzo Venezia hield Mussolini een korte toe
spraak, waarin hij zeide: „Ik heb van Duitsch
land en van mijn gesprekken met den
Fuehrer een diepen indruk en onuitwischbare
herinnering meegenomen. De Italiaansch-
Duitsche vriendschap, die bezegeld is in de
politiek van de as Rome-Berlijn, is in deze
dagen doorgedrongen in het hart der beide
landen en zal daarin blijven. De doeleinden
dezer vriendschap zijn de nauwe solidariteit
tusschen de beide revoluties, de wederge
boorte van Europa, en een vrede tusschen de
volken, die hem waardig zijn.
Hitier aanvaardt Mussolini
uitnoodiging.
Tijdens zijn verblijf in Duitschland heeft
Mussolini, zooals bekend den Fuehrer uitge-
noodigd, zijn bezoek te beantwoorden. De
Nationalsozialistische Partéikorrespondenz
verneemt, dat Hitier de uitnoodiging heeft
aangenomen.
Een geschenk.
Uit Berlijn: De Italiaansche ambassaderaad,
graaf Magistrati, heeft in opdracht van Mus
solini aan Hitier een in zilver gelijst portret
van den Duce overhandigd, voorzien van de
woorden: „Aan den Fuehrer en kanselier van
het derde rijk Adolf Hitler in hartelijke
vriendschap. Mussolini".
BELIJDENDE KERK IN DUITSCHLAND
OPNIEUW GETROFFEN.
BERLIJN, 30 September. De chef der Duit
sche politie Himmler, heeft op grond van de
verordening tot bescherming van volk en
staat bepaald, dat de door de organen dei-
Belijdende Kerk opgerichte arbeidsgemeen
schappen, die de hoogescholen vervangen,
ontbonden worden en dat alle door de Be
lijdende Kerk georganiseerde theologische
cursussen verboden zijn.
In Himmler's beschikking wordt gezegd,
dat de organen der Belijdende Kerk door se
dert langen tijd, met voorbijgaan van de
door den staat ingestelde inrichtingen, de
theologie studeerende jeugd in eigen orga
nisaties te willen opleiden en examineeren,
bewust hebben gehandeld tegen de verorde
ning tot uitvoering van de wet tot bescher
ming der Duitsche Evangelische Kerk.
Vliegtuig op groep matrozen
gestort.
vastgesteld, die den noordelijken en den zui
delijken bewakingssector van Italië verbindt
en waar de Italiaansche vloot eveneens zal
patrouilleeren. De Aegaeische zee is onder
Britsch toezicht geplaatst:deze zóne eindigt te
Port Said, evenals de aan Frankrijk toege
wezen zóne langs de kust van Palestina en
Syrië
Fraokrijfe
Frankrijk9s begrooting voor 1938
De Commisie voor1 de financiën van de
Fransche Kanier heeft gisteren het wetsont
werp inzake de begrooting voor 1938 bespro
ken.
De maatregelen om het tekort op de be-
grooting te dekken hebben ertoe geleid, dat
voor 193'8 de lasten voor de schatkist zijn ge
bracht op achttien milliard, terwijl in de
jaren 1932 tot 1936 de schatkist gemiddeld 21
milliard moest leenen. De regeering is verder
van meening, dat een onmisbare voorwaarde
voor herstel een groeiende activiteit is. De
crisis, waaronder Frankrijk gebukt gaat, is
ontstaan buiten haar grenzen en dit is de
reden om te verwachten dat het herstel in de
overige landen het herstel van Frankrijk in
de hand zal werken.
Sedert twee jaar bemerkt men
overal een zekere verbetering. Een
verbetering in Frankrijk kan alleen
het gevolg zijn van een regeling van
de prijzen op betrekkelijk stabielen
basis, een vermeerdering van de pro
ductie en vergrooting van den binnen-
en buitenlandschen handel. Alles zal
- in het werk worden gesteld om dit te
bereiken. Het welzijn van het land
hangt hiervan af. In het verontruste
Europa is een begin van herstel de
beste garantie voor den vrede.
Vervolgens worden in groote trekken de
begrootings-voorstellen voor 1938 behandeld.
De inkomsten worden geraamd op 53.781 mil-
lioen franc, terwijl de uitgaven op 1600 mil-
lioen minder worden geraamd. Zeshonderd
millioen zullen onmiddellijk worden gebruikt
tot dekking van de onkosten der bewapening
en openbare werken. De begrooting toont
verder een belangrijke étappe in de geleide
lijke vermindering van de uitgaven, welke
door leeningen worden gedekt. De openbare
schuld komt op de begrooting voor met 13.625
millioen.
Het bewapenings-programma werd
diepgaand bestudeerd en de uitgaven
hiervoor worden geraamd op 11.2-60
millioen, 1760 millioen meer dan in
1937.
Voor openbare werken worden de uitgaven
geramd op 13.630 millioen.
De toelichting sluit met de verklaring, dat
de franc alleen buiten gevaar kan worden
gesteld, wanneer alle Franschen toestemmen
in een uiterste krachtsinspanning.
Geoève
Overeenstemming over de
resolutie in Spanje.
De zesde (politieke) commissie van de Vol-
kenbondsassemblée is gisteravond bijeenge
komen ter behandeling van de ontwerp-reso-
lutie inzake Spanje.
Na een breedvoerige discussie nam de
commissie de resolutie aan, die thans aan
de Assemblée zal worden voorgelegd. De ge
delegeerden van Ierland, Oostenrijk, Honga
rije en Portugal onthielden zich van stem
ming, terwijl die van Zuid-Afrika en Bulga
rije mededeelden, dat zij zich hun standpunt
voor behielden, teneinde met hun regeerin
gen overleg te kunnen plegen.
De inhoud van de resolutie kan als volgt
worden samengevat:
De resolutie herinnert aan de niet-inmen-
gingsovereenkomst, constateert met leed
wezen, dat deze overeenkomst ernstig is ge
schonden. Zij beroept zich op de door de mo
gendheden aanvaarde verplichting de poli
tieke onschendbaarheid en de territoriale
onafhankelijkheid van Spanje te eerbiedigen.
Zij spreekt den wensch uit dat de onderhan
delingen met Rome. waartoe Engeland en
Frankrijk het initiatief hebben genomen,
tot resultaat zullen hebben, dat de overeen
komst van Londen nagekomen zal worden, in
het bijzonder door. de verwijdering der bui-
tenlandsche strijders. Indien de onderhan
delingen tot mislukking gedoemd zouden
zijn zou er voor de deelnemers aan het niet-
inmengingsaccoord aanleiding bestaan, zoo
spoedig mogelijk den toestand opnieuw te be
zien en vast te stellen, dat het stelsel van
niet inmenging geliquideerd zou zijn
Oostenrijk
Nationaal-socialisten wenden zich
tot Mussolini.
Volgens de „Volkszeitung" hebben de Oos
tenrijksche nationaal socialisten zich tijdens
Mussolini's verblijf in Duitschland tot den
Duce gewend met het verzoek hen te steunen
en hun een plaats in het Oostenrijksche ka
binet te verzekeren. Het Tiroolsche blad
noemt dit hoogverraad en acht dergelijke
daden nutteloos, omdat de Oostenrijksche
politiek te Weenen geleid wordt en niet te
Berlijn of te Rome.
Uitwisseling van Spaansche
gevangenen.
Aanhangers van Franco naar Marseille.
Donderdag zijn 20 gevangenen aanhan
gers van Franco, waaronder de bekende
schrijfster Pilar Milan Astray, een zuster
van den generaal der rechtschen van dien
naam ,aan boord van een Fransch schip ge
bracht, dat hen naar Marseille zal vervoeren.
Bij zullen onder toezicht van het Roode Kruis
worden uitgewisseld tegen aanhangers van de
regeering, welke door Franco gevangen waren
genomen.
Largo Caballero ook als fractieleider
vervangen.
Ramon, Gonsalez Pena en Prat zijn naar 't
Spaansche persagentschap meldt tot voor
zitter, secretaris en onder-secretaris van de
Socialistische Parlementsgroep gekozen. Zij
vervangen de plaatsen die door Largo Cabal
lero en Rudolf Llopes werden bezet.
Spaansche vluchtelingen moeten
Frankrijk verlaten.
De staat kan hun onderhoud niet langer
bekostigen.
De onderprefect .vair Bayonne heeft
opdracht. Ontvangen,alle Spaansche
vluchtelingen, die leven op kosten van
de gemeenschap of,', van deh Fran
schen staat, of die in aanraking zijn
geweest met de politie, naar hun land
telatenterugkeeren over dat deel
van de grens, dat zij zelf uitkiezen.
Naar aanleiding van dit besluit heeft de
Fransche minister van Binnenlandsche Za
ken, Marx Dormoy, verklaard, dat het aantal
dezer vluchtelingen 55.00-0 bedraagt, waarvan
het onderhoud een millioen francs per dag
kost. Bij het naderen van den winter, zeide
hij, kan deze toestand niet voortduren.
Japansclie bombardementen
voortgezet.
Thans Kwangteh, Kiating en Nansiang
onder vuur.
SJANGHAI, 30 September (Domei) De
Japansche marine heeft Nansiang, Kiating,
en Kwangteh gebombardeerd. Te Kwangteh
werden een vliegloods en een munitiebewaar
plaats vernield. Vliegtuigen bombardeerden
Kiangjin en een Chineeschen kruiser, die
ernstig beschadigd werd.
ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLINC
Zeven dooden.
Donderdag is te Spezia een marine-
watervliegtuig bij het dalen Ih aan
raking gekomen met het dak van een
loods en te midden van een groep
matrozen gestort, waarvan er zeven
werden gedood.
En, jongens en meisjes, hebben jullie zoet geslapen, vannacht? ja?
Mooi, dan ga ik verder vertellen. Dooi is dus erg kwaad, omdat Vries
kou zoo hard aan het blazen is en dat alle water nu weer ijs-ge
worden is. Daarom, jullie weten,, dat hij vliegen kan, is hij gauw
teruggekomen en jullie zien hem op het plaatje al in de verte aan
komen. Maar de anderen hebben niets in de gaten, hoor! Ze zitten
nog maar steeds bij het vuur zich te warmen, maar jullie kunnen wel
zien, dat alles al weer ijs geworden is. Jongens, pas toch op, daar
komt Dooi aan en hij zit vol slechte bedoelingen!
Maar Thijs zit een beetje voor zich uit te staren en oom Mopper-
niet heeft zoo'n slaap, dat hij niets bemerkt. En Vrieskou wijst met
een tevreden gezicht op den berg achter zich.
Zien jullie, allemaal alweer ijs! zegt hij lachend. Pas op, Vries
kou, DAAR KOMT DOOI I I I
Eenmaal werd zijn doodvonnis uitgesproken.
.Vrede met alle staten"
Albanië als Italiaansche kolonie.
ET is onmogelijk om van Athene oer
spoor naar Tiranë, de hoofdstad van
Albanië te reizen. Gansch Albanië is
nog geen honderd kilometer spoor
weg rijk; alleen van de belangrijkste haven
stad Durrës, zooals de inheemsche naam van
Durazzo luidt, voert een liliputterig spoorlijn-
tjè van nog geen veertig kilometer lengte naar
Tiranë. Doch de Albaneesche spoorwegmaat
schappij,'al is zij maar klein, weet met haar
tijd mee te gaan en geeft buitenlandsche toe
risten op de toch al minieme kosten van het
kaartje nog een extra korting om het reizen
per spoor te bevorderen
In Tiranë, een stadje met dertigduizend in
woners, vindt men den modernsten weg van
het land: den boulevard Zog I. Hij voert langs
de in modernen trant opgetrokken ministeries,
die vlak naast de oude moskee staan, dwars
door de stad. Heele gedeelten van den Bou
levard zijn bezwangerd met een scherpe, bij
tende uiengeur, afkomstig van de maaltijden
der bewoners, die voor een deel hun potje nog
langs de straat koken. Maar tevens ziet men
op den Boulevard snelle auto's, die dwars door
de trage muilezelkaravanen heenschieten;
naar de laatste mode gekleede mannen en
vrouwen tusschen nog met hun witte fez ge
dekte Albaneezen Men vindt op den Balkan
vaker zulk een ir geling van oud en nieuw,
maar nergens zijn de tegenstellingen zoo sterk
als hier.
Heerschar over dit land is koning Zog 1, na
dat voor hem prins Wilhelm von Wied korten
tijd als vorst over Albanië geregeerd heeft,
toen in 1912 eindelijk Albanië als laatste
Europeesehe staat zich van de Turksche over
heersching wist los te maken.
Hij is vier en veertig jaar oud en reeds
in zijn jeugd bij r 1 Turken verdacht wegens
zijn afkeer tegen het regime van den sultan.
Men oordeelde het dan ook veiliger om hem in
Constantino^el te hebben, waar men hem in
het oog kon aouden. In het Page-instituut van
Galata Serail werd hij tot officier opgeleid,
en deze kennis is hem later zeer van pas ge
komen. Toen echter de Jong-Turkenrevolutie
uitbarstte vertrok hij weer naar zijn vader
land. Tijdens de korte onafhankelijkheid van
zijn land was hij zeer bevriend met den prins
von Wied, doch toen Oostenrijk tijdens den
Wereldoorlog een deel van Albanië veroverde,
oordeelde het ook, dat het maar veiliger was
om den opvliegenden jongeling onder bewa
king te houden en zond hem naar Weenen.
Na den oorlog kon hij weer terugkeeren en
nam dadelijk actief deel aan het bestuur van
het land. Als minister en minister-president
nam hij van 1920 tot 1925 aan het bestuur
deel, met een onderbreking in 1924, toen bis
schop Fan Noli een revolutie tegen hem ont
ketende. Zog moest haastig naar Servië vluch
ten om zijn leven te redden, want de bisschop
had hem bij verstek met nog een aantal van
zijn. medestanders ter dood veroordeeld. Een
nieuwe revolutie, door den huidigen koning
van Servië uit voorbereid, wierp den bisschop
echter weer uit het regeeringszadel en als op
perbevelhebber van de nationale troepen trok
Zog zegevierend Tiranë binnen. In Januari
1925 werd de republiek in Albanië uitgeroepen
en de nationale assemblee koos Ahmed Zogoe.
zooals hij voor zijn kroning heette, tot presi
dent. Ruim drie en een half jaar heeft hij als
zoodanig over Albanië geregeerd en zijn best
gedaan om het volk op een h-ooger bescha
vingspeil te -brengen.
Koning van Albanië.
AAR Ahmed Zogoe was met den presl-
dents-titel niet tevreden, en daarom liet
hij zich op 1 September 1928 tot koning aller
Albaneezen uitroepen, tot groote onrust van
Griekenland en Joego-Slaviq, die tezamen
mqer dan een millioen Albaneezen binnen hun
grenzen tellen en dezen fraaien titel verbon
den achtten met oorlogszuchtige plannen. Zoo
ver is het echter niet gekomen, al was Alba-
nië's houding tijdens de Italiaansch-Joego
slavische spanning verre van vriendelijk
tegenover laatstgenoemde staat. Doch dit was
meer te wijten aan het feit dat Albanië prac-
tisch een Italiaansche kolonie is, dan aan
werkelijke vijandelijkheid tusschen beide vol
keren.
Albaniës afhankelijkheid van Italië sproot
voort uit de financieele onmacht van het land.
waarvan Mussolini partij trok om zich van de
alleenheerschappij in de Adriatische Zee te
verzekeren door het met gouden ketenen aan
zich te verbinden. Het Albaneesche eiland
Saseno, dat strategisch de Bocht van Valona
beheerscht. is met Italiaansche troepen bezet,
zoodat Italië de geheele Adriatische Zee kan
afsluiten en Joego-Slavië van de zeezijde kan
isoleeren. Handel en industrie in Albanië zijn
voor het meerendeel in Italiaansche handen
Eerst scheen het of Mussolini de vriendschap
van Albanië wel te duur had gekocht en
eenige jaren geleden dreigde hij met opzeg
ging van den financieelen steun. Zog wendde
zich daarop echter om hulp tot Joego-Slavië,
doch nog voor er ook maar officieuze onder
handelingen waren aangevangen, was Musso
lini zoodanig geschrokken, dat hij ten snelste
weer toenadering zocht. Het schijnt thans dat
het Italiaansche goud niet geheel en al in het
water geworpen is, er bestaan namelijk ver
moedens dat Albanië's bodem ertsen en pe
troleum bevat, twee zaken, waaraan Italië
dringend behoefte heeft.
Residentie op een rots.
TT* E koning, die slechts gedurende den win-
ter in Tiranë vertoeft, ontving hij in
zijn zomerverblijf, dat zich even buiten Dur
rës op een hoogen rots bevindt, die nauwlet
tend bewaakt wordt, opdat er geen vreemden
tot de residentie door kunnen dringen. Twee
aides-de-camp geleidden mij naar den ont-
vangsalon, waar, na de protocollaire buigin
gen, ik alleen met den jongen vorst achter
bleef. Slechts een klein tafeltje, waarop gla
zen en sigaretten, stond tusschen ons in, zoo
dat ik hem van zeer dichtbij kon opnemen.
Men kan den koning aanzien, dat hij een
militaire opleiding heeft gehad; zijn slanke,
haast smalle gestalte, is kaarsrecht. Hij heeft
roodblond haar, dat reeds begint te dunnen,
en klein snorretje onder den langen, rechter
neus. Onder het hooge, ietwat te breede voor-
blikken een paar heldere grijsgroene
iie echter meestal naar buiten staren.
^'h^nië is slechts een klein landje"
zegt "iet een langzamen, haast
aarzo "Mmlach, „dat voldoende
eigen z -oft om zich mee bezig
te houder.. 'at het zeer actief aan
de werelap; .i k zou deelir i. Wij
wenschen slechts vrede om in rust de
hervormingen te kunnen uitvoeren,
die ons land van noode heeft. En de
kansen om dien vrede voorloopig te
behouden lijken mij toe groot te zijn.
Wat toch zijn de voornaamste oorza
ken van een oorlog? Ontevredenheid
bij volkeren, die door vreemde heer-
schers onderdrukt worden of wien
gebiedsdeelen ontnomen zijn.
Voor den wereldoorlog vond men deze in
heel Europa verspreid, thans zijn er slechts
hier en daar geringe, onbeteekenende min
derheden, die men wel eeuwig in de geschie
denis zal kennen. Wij leven in vrede met al
le staten en het is mijn innige wensch, dat
daarin geen verandering zal komen. Vooral
met Italië verbinden ons sterke vriendschaps
banden en wij verheugen ons met ons buur-
volk in zijn hernieuwe grootheid. Van des
ochtends tot 's avonds leid ik het bestuur
van mijn land en ben dus uiteraard ook op de
hoogte van de voornaamste internationale
tendenzen. Ontegenzeggelijk is er in de af-
geloopen jaren veel spanning geweest, waar
in wij gelukkig echter nimmer rechtstreeks
betrokken waren. Ook op het oogenblik zijn
er wel spanningen in de wereld maar is dat
niet volkomen normaal? In een levend orga
nisme, zooals de onderlinge samenleving der
volkeren vormt, is altijd spanning en ont
spanning, die men zou kunnen vergelijken
met den hartslag, die het bloed door het
lichaam stuwt.
„Natuurlijk weet ik, dat deze vergelijking
niet heelemaal opgaat, maar ik gebruikte
haar hoofdzakelijk om duidelijk te maken,
dat ik een zoodanig verschijnsel niet gevaar
lijk acht. Als twee mensehen oneenigheid
hebben over 't eigendom van den weg, dien zij
beiden steeds hebben kunnen gebruiken, dan
is dat ook een spanning, maar dat hoeft nog
niet te beduiden dat er klappen zullen vallen!
Zij zullen desnoods braniënd met hun wan
delstok op de straatsteenen tikken, ten tee-
ken, dat zij toch lekker doen wat ze willen,
maar verder komt zoo iets toch niet. Neen, ik
zal wel rustig mij kunnen blijven wijden aan
den opbouw van mijn land, en de twee kibbe-
laars om het straatje zullen elkaar nog wel
eens boos aankijken, maar toch niet hand
tastelijk worden. Heeren vechten niet in het
openbaar!"
DE aides-de-camp staan reeds weer bij
de deur, het korte onderhoud is geëin
digd. Terwijl ik mijn buigingen maak, zegt de
koning staande nog eens: „Neen, in het
openbaar vechten heereii niet." En hij heeft
zijn werkbrauwen gefronst alsof hij met in
spanning van al zijn gedachtekracht de
methode Coué toepast
De Albaneezen zélf vechten wel eens in het
openbaar
Kort na elkaar in 1934 en dit voorjaar, zijn
er twee opstanden in het Zuiden des lands
geweest, die men echter spoedig heeft kun
nen onderdrukken. Het Zuidelijk, overwegend
Mohammedaansche gedeelte van Albanië kan
zich maar noode bij koning Zogs hervormin
gen neerleggen. Bovendien is in het Zuiden de
de wet der bloedwraak nog van kracht en juist
velen uit dat gebied zijn in den loop der jaren
terechtgesteld. Telt men daar nog bij, dat de
Zuiderlingen een ander idee van onafhanke
lijkheid hebben dan aan den leiband van
Italië te loopen, dan is het zonder meer dui
delijk dat daar voldoende stof voor meerdere
conflicten opgehoopt ligt, die in tijd van oor
log Albanië's waarde voor Italië wel eens
sterk zou kunnen verminderen. Zoodat ko
ning Zog werkelijk reden heeft om van harte
op vrede te blijven hopen....
K. ANDR.
(Nadruk verboden. Alle rechten voorbehou
den.)
Troncoso legt een bekentenis af.
Chauffeur bleek een markies te zijn.
Het Spaansche persagentschap verneemt
uit Parijs:
In een tot den onderzoek-rechter gerichten
brief erkent Troncoso aan den aanval te
Brest op den onderzeeër „C-2" te hebben deel
genomen.
Troncoso bevestigt de verklaringen afgelegd
door zijn chauffeur Parella.
Deze Parella is in werkelijkheid de Markies
De Maravelles.
Schatten der Britscli-Indische
Groot Mogols.
Delhi, de hoofdstad van Britseh-Indië, van
waaruit zich de machtheerschappij van den
Tamerlan, den Dsjengis-Khan en andere
Aziatische veroveraars uitbreidde, bezit bin
nen zijn muren de meest sprookjesachtige
rijkdommen van Azië. De rijkste fantasie ver
mag zich geen voorstelling te maken van de
schatten, die in het paleis van Delhi verza
meld waren. Twee eeuwen lang hebben de
Groot-Mogols hun diamanten en parels, die
zij op hun rooftochten van koningen en an
dere vorsten buit maakten, daar opgehoopt.
De goud- en zilvermijnen van het land werden
tot de laatste korrel uitgebuit om het bezit
van deze heeren te vergrooten. Tenslotte
wisten zij werkelijk niet meer wat ze begin
nen moesten met al die robijnen en smarag
den en ze begonnen al de muren van hun pa
leizen met edelsteenen in te leggen.
De beroemde „Koh-i-noor, de onder den
naam „Groot-Mogol" beroemd geworden dia
mant, die in 1550 in Golconda werd gevon
den, ontving de heerscher van een vazal dezer
provincie ten geschenke. De steen vormde het
pronkstuk van de troon van den rijkste dei-
acht koningszonen, die zich in het paleis van
Delhi bevonden. Deze troon, die de afmetin-
ven van een divan heeft, was volkomen be
dekt met de kostbaarste edelsteenen en was
overhuifd met een dak van zuiver goud.
Twaalf met paarlen ingelegde zuilen omga
ven hem en boven aan deze zuilen bevond
zich een kroon van bladen uit massief goud
vervaardigd. De woonzalen van den keizer
waren van wit marmer gemaakt, terwijl de
muren tot manshoogte uit gouden platen be
stonden. Ter onderbreking van de decoratie
waren ze ingelegd met edelsteenenNog een
ander voorbeeld: de waarde van het tuig van
een zijner olifanten, rijk versierd met edelstee
nen, zou voldoende zijn om een geheele stad
te kunnen bouwen. De bedragen, die deze,
Mogols jaarlijks ontvingen van hun vazallen,
zouden tegenwoordig in astronomische getal
len uitgedrukt moeten worden.