TREINBOTSING TE APELDOORN.
Rechter zonder genade
Prof. dr. D. H. Wester geeft uitlegging
op de tentoonstelling over luchtbe
scherming, welke in den Haagschen
Dierentuin is geopend
Even beroemd als de Zuidlaarder
markt zijn de Zuidlaarder «bollen», die
er alleen dien dag te krijgen zijn. Het
bakkersknechtje mag het één-dag-gebak
naar de klanten brengen
Prins Arthur van Connaught begroet Koningin-weduwe Mary van
Engeland, die deze week de uitbreiding van het West-Londen
hospitaal ter gelegenheid van het zilveren jubileum dezer inrichting
opende
Het Engelsche Royal Scots Greys Regiment is van Aldershot naar Hounslow
overgeplaatst. De manschappen vóór het vertrek naar de nieuwe garnizoens
plaats
FEUILLETON
PEORG FROESCHEL.
De wijzer liep de tweede ronde en liet was
alsof elk streepje hem niet wilde loslaten.
Questenberg ademde diep. nam den hoed af,
wreef zich over het voorhoofdde derde
minuut, de derde eeuwigheid begon.
Het gloeilampje, waarin de rechter staarde,
danste en rukte, het werd een verblindende
zon, die zijn oogen verzengde, een hypnotisch
centrum, dat hem verlamde en slaperig maak
te. Toen zij uitging, toen de automaat, die in
het benedenhuis zacht tikkend afliep en de
stroom voor de lampen in het trappenhuis
afsneed, blikte Questenberg nog een seconde
lang in het niets en toen pas op zijn horloge
in zijn moe en slap geworden hand. Drie mi
nuten waren verloopen, nadat hij op de scha
kelaar gedrukt had.
De volgende drie minuten bleef de rechter
daar stil-staan en leunde op zijn parapluie.
Nu was de tijd weer gewoon op gang, want
elke seconde droeg haar eigen last van ge
dachten. Het was volkomen stil in het trap
penhuis, men kon dus nadenken, combineeren.
uit kleine feiten, uit een enkele tegenstrijdig
heid in een getuigenverklaring, die nu vast
gesteld was geworden interessante crimina-
listische gevolgtrekkingen maken.
Questenberg hief zijn hoofd op en keek
naar het koperen naamplaatje, waarin de
naam „W. Stiewekind", gesneden was. Zeer
correct, zeer burgerlijk was dit gele plaatje
met de eenvoudige Latijnsche letters, nuch
ter was deze geheele flatingang, waarvan het
houten gedeelte in vlekkeloos wit glansde, en
waarvan het kopei*werlc glanzend gepoetst
was. Zoo zag de deur er dus uit, waardoor de
getuige Irma Stiewekind in en uit ging. Zou zij
ooit haar schoentjes op de donkerbruine,
nieuwe voetenmat, die met een blankge-
schuurde ketting aan den grond bevestigd
was, vegen? Er zijn dingen, die in het geheel
niet passen bij menschen, die ze gebruiken.
Voordat zijn gedachten zich geheel en al in
de nevels van de psyehologoie verloren, nam
Questenberg de parapluie onder zijn arm en
ging terug naar de eerste verdieping. Hier
drukte hij, om elke vergissing onmogelijk te
maken en om het regelmatige functioneeren
van het apparaat te controleeren, nogmaals
op den lichtschakelaar. Weer flitsten de gloei
lampen aan, weer stond hij met het horloge
in de hand en wachtte tot zij zouden uitgaan.
Dezen keer verliep het experiment niet zon
der storing. De deur naast de trap opende zich
en een oude dame kwam met twee vlugge
schreden vlak naast Questenberg staan. Zij
legde haai- hand op het handvat van zijn
parapluie, zag hem met blauwgrijze oogen aan
en was schijnbaar vast besloten hem niet te
laten ontglippen. Duidelijk en energiek begon
zij haar relaas, alsof zij reeds lang op deze
gelegenheid gewacht had.
„Goed, dat gekomen bent. Mijnheer de
rentmeester, de verlichting van de trap is in
orde en de vorige week is de installateur er
ook nog geweest en heeft de bellen nagezien.
Maar dat zijn kleinigheden. Het voornaamste
is. hoe het er in de flats uitziet. Ik woon hier
al veertig jaar en nog altijd rookt de kachel
in de eetkamer. In de gang hangt het behang
in flarden van den muur en de balcondeuren
sluiten niet. U moet eens binnen komen en dat
zelf eens zien."
De oude vrouw wilde Questenberg met zacht
geweld aan het handvat van zijn parapluie
met zich mede naar haar flat trekken. Toen
sloeg de trappenverlichting af, precies na drie
minuten, de controle van het experiment was
gelukt. De rechter nam zijn pax-apluie uit de
handen van gravin Rehkamp en zei droogjes:
„Ik ben de rentmeester niet."
Maar de gravin was vastbesloten om kennis
met, hem te maken. Deze vreemde kon nn<?
zoo hard loochenen, maar als hij zich bekom
merde om de verlichting in het huis dan zou
hij zich ook wel interesseeren voor het ge
scheurde behang en de watervlekken aan de
plafonds. Zoo gemakkelijk was hij niet van
haar af. Verschrikt zag de rechter, hoe het
oude vrouwtje, dat daar zoo juist nog zoo
energiek tegen hem gesproken had, plotseling
verwelkte, in elkaar kromp. Haar kleine hoofd
begon te waggelen, alsof de dunne gerimpelde
hals te moe was om het gewicht ervan langer
te dragen. Haar gestalte kromp ineen, haar
blik verloor glans en richting, onzeker tastten
de handen naar links en naar rechts, zochten
een houvast aan de deur en gleden machte
loos af.
Questenberg moest helpend ingrijpen. Hij
nam de oude vrouw bij den arm en leidde haar
voetje voor voetje van den corridor tot in de
voorkamer, waar hij haar op een leunstoel
deed plaatsnemen. Haar kleine gezicht zonk
op het groene hoofdkussentje, zij ademde snel
en rochelend en het leek of zij sterven ging.
Stijf en rechtop, stonden de oude, zware meu
bels van de vreemde kamer, lak en porcelein
glansden in donkere hoeken, een muffe lucht
overheerschte alsof de kamer gedurende tien
tallen jaren niet bewoond was geweest.
Niet zonder inspanning herstelde de rechter
zich. Hij vond dat het zijn plicht was, om haar
daadwerkelijk te helpen. Hij opende het ven
ster en schoof den leunstoel met de flauwge
vallen vrouw in den frisschen tocht. Daarop
snelde hij naar achteren om water te halen.
Nadat hij door lange gangen geloopen was
en veel deuren van groote, onbewoonde ka
mers geopend had vond hij de keuken, van
waar hij met een glas water terugkeerde.
Toen hij het aan haar lippen hield, besloot
het oudje om weer tot bewustzijn te komen.
Ze sloeg de oogen op, haar tong streek over
haar onderlip, waaraan een druppel water
hing, zij zuchtte, hief het hoofd een weinig
op, dronk nog een slokje, scheen Questenberg
weer te herkennen en zei met triomf in haar
krakerige stem; „Kijkt U nu zelf maar eens,
mijnheer de Rentmeester, naar dat behang."
,.Tk bp-p de rentmeester nipt itr bnn van hn*"
gerecht," verklaarde haar de Samaritaan in
den zacht, toegeeflijken toon, waarop men tot
een zwaar zieke spreekt.
Dat antwoord was een prachtgeneesmiddel,
want dat interesseerde haar. De gravin richtte
zich in den stoel op, haar wangen kregen weer
kleur, haar blik kracht en leven. „Blijft U
even", beval zij, „ik zou U iets willen vragen."
Een stapel waardeloos geworden pandbrie
ven en oorlogsleeningen, een bonte, met groote
cijfers bedrukte collectie van papier was de
weduwe van Graaf Degenhart Rehkamp na
gelaten als het symbool van wat eens een
groot vermogen was geweest. Zoo vele och
tenduren hadden haar onderhuurders, de
hoofdonderwijzer en de Marksche baron in de
bureaux van de verschillende autoriteiten, in
de wachtkamers van banken doorgebracht,
tallooze formulieren hadden zij volgens de
onzekere aanduidingen van de gravin moeten
invullen, om de verdorde papieren weer be-
taalkracht te geven, maar tot een definitief
resultaat hadden hun bemoeiingen niet geleid
Nu was hier echter een rechtsgeleerde, een
man van het gerecht, iemand die de wetten
kende! Dat hij graag iemand hielp, had hij
bewezen. Verstand en energie las het oudje
van zijn goed gevormd voorhoofd en de con
centratie in zijn donkerbruine oogen, en zij
besloot daarom hem het doorzetten van haar
aanspraken op den staat toe te vertrouwen.
Het duurde tamelijk lang, voor Questenberg
begreep, welke taak hem toebedeeld werd.
Langs lange omwegen stuurde de gravin op
haar doel af. Eerst moest de rechter het ver
warde verhaal van haar huwelijk en veel de
tails uit het onwaardige leven van haar
schoonzoon Ludwig Falter aanhooren. Vijf
jaren lang had hij de dochter van de gravin
het hof gemaakt en de comtesse had hem
tegen haar moeders wil in en ofschoon hij
praktisch gesproken geen inkomsten had, ge
huwd. In de vijf jaren had Walter in vijf be
roepen schikbreuk geleden. Nu was hij van
plan bookmaker te worden. Het kapitaal
daartoe wilde hij zich verschaffen door den
verkoop van de woning van zijn schoonmoe-
■inr qppb «ruM-n
laatste restje van vroegeren glans, vast te
houden.
„Nooit, nooit, geef ik dit op!" fluisterde de
oude dame met hartstochtelijke energie en zij
begon onmiddellijk de namen van tallooze
reeds lang vertrokken onderhuurders op te
sommen. Questenberg zou er van door zijn ge
gaan, als zij niet haar dorre hand op de zijne
gelegd had en hem zoo de kracht ontnomen
had, om haar, deze oude, zieke vrouw in de
groote, leege kamers achter te laten. Eindelijk
kristalliseerde zich uit het nevelige wirwar van
haar woorden een vasten kern: dat zij heele-
maal niet miserabel en arm was, zij zou rijk,
geëerd, en voor haar dochter een machtige
steun kunnen zijn, als maar niet de geheele
wereld samen spande, om haar van haar ver
mogen te berooven. „Ik heb immers toch nog
mijn papieren
„Wat voor papieren?" vroeg Questenberg,
om zijn deelneming te bewijzen.
„Laat U ze mij eens zien. misschien kan ik
U helpen."
Nu had ze hem, waar ze hem hebben wilde.
Nauwelijks was het woord gevallen, of de oude
dame stond met verbazingwekkende vaardig
heid op, haalde 'n sleutel te voorschijn, cie ze
aan een koord om den hals droeg en schuifel
de snel naar een oude schrijftafel. Ze opende
een lade. haalde er een groot pakket uit en
legde dit vol vertrouwen voor Questenberg.
Nu was er geen terug meer, hij was gevangen
en stond voortaan in haar dienst.
(Wordt vervolgd.)
Het voorloopig Nederlandsch elftal speelde Woensdagmiddag te Rotterdam een oefenwedstrijd tegen de prof.-club
Bournemouth uit de Engelsche derde divisie. Het moment, waarop het eenige doelpunt in deze ontmoeting door
Nederland wordt gescoord
Op het stationsemplacement te Apeldoorn is Woensdagavond een goederen
trein in botsing gekomen met een locomotief, waardoor materieele schade
werd aangericht - De beschadigde locomotief na de botsing
Een aantal Duitsche luchtvaart-officieren, dat op
het oogenblik in Engeland vertoeft, heeft te Mil-
denhall verschillende toestellen der Engelsche
luchtstrijdkrachten bezichtigd
De onrust in Palestina. Een
Mufti wordt bij het verlaten
der moskee van Omar te
Jerusalem door zijn aanhangers
omringd