ZONDERLINGE LEVENS
MATA HARI.
GEBR. v. GILSE
ROSENGART AGENTSCHAP
WAGENWEG 132
Litteraire
Kantteekeningen.
.1. BEELEX d Zn
Rubriek voor Vragen
ZATERDAG 23 OCTOBER 1937
HAAHLE M'S DAGBLAD
Het is 1905; in het museum Guimet met zijn
kostbare boekerij wordt aan een Parijsch ge
zelschap van zorgvuldig uitgekozen genoo-
digden de zeldzame gelegenheid geboden,
kennis te maken met den gewijden cultus der
Aziatische volken. De bibliotheek is herscha
pen in een antieken tempel, het heiligdom van
den Hinaou-God Siwa; guirlandes van rozen
slingeren zich van zuil tot zuil, bloemen over
dekken de fraaie tapijten en in het spaarzame
licht van flakkerende kaarsen glijden scha
duwen geheimzinnig langs de ontelbare boe-
kenruggen. In het midden der zaal troont de
God Siwa Nadaraja, heerscher over ver
nietiging en vruchtbaarheid, tijdens zijn slui
mer trouwelijk bewaakt door een viertal naut-
chnis, die, gehuld in zwarte zijde, aan zijn
voeten knielen. Straks, bij verbeelden zonsop
gang, zal hij worden gewekt door priesters,
die hem het heilige water van den Ganges
zullen aandragen en vele kostelijke spijzen ten
geschenke zullen aanbieden. De God Siwa is
ontwaakt en bereid om de heilige offerande
van den dans in ontvangst te nemen. En ter
wijl zacht een melodie vol Oostersche zwoel
heid klinkt, gebeurt het wonder, waarvoor dit
uitgelezen gezelschap eigenlijk hierheen is
gekomen: zij, de bajadère, verrijst plotseling,
als uit den grond opgestaan, licht-gesluierd,
versierd met glinsterende ringen en armban
den, het zwarte haar getooid met een kost
baar diadeem, en voert voor den God van Dood
en Liefde, golvend als het vuur, een devoten
dans uit, terwijl de sluiers als nevels in de
opgaande zon verijlen. Dan, gewapend met
lans en ponjaard, in den stijl van het heroïek
krijgshaftige, danst zij ter eere van den
oorlogsgod Soubramaja, tot zij, doodelijk ver
moeid naar het schijnt, zich laat neerglij-
den.
Mata Hari.
Het gezelschap, waarin zich naast illustre
representanten van de „beau-monde" kun
stenaars, jounalisten en zelfs enkele diploma
ten bevinden, is opgetogen over deze sug
gestieve uitbeelding van de Oostersche mys
tiek, over de bekoorlijke soepelheid van deze
Maleische danseres, de matheid van haar
huidskleur, de glinstering van haar goud-brui
ne oogen: Mata Hari vierde haar eersten
grooten triomf.
Mata Hari, „het oog van den dageraad"
de dagbladen overstelpten haar met lof, op de
boulevards werd haar naam met bewondering
en ontzag genoemd, ja, Mata Hari had Pa
rijs veroverd. Men wist te vertellen, dat zij,
geboren op Java, opgevoed was te midden van
de bajadères van Siwa aan de oevers van den
Ganges; anderen schreven haar een nog voor
namer afkomst toe en hielden haar voor een
Hindou-prinses; en moet men haar lateren
biograaf en pleitbezorger Gomez Carillo geloof
schenken, dan zou zij zelf hebben verklaard,
aan de kusten van Malabar te zijn geboren,
in een heilige stad en, voortgekomen uit een
familie die deel uitmaakte van de gewijde
kaste der Brahmanen, tot de eersten haars
lands te behoorenPriesters, die haar na
den vroegtijdigen dood van haar moeder op
voedden, zouden haar den naam van „oog van
den dageraad", Mata Hari hebben gegeven
en haar hebben ingewijd in den geheimen
cultus van den God Siwa.
Bahmaansch, Hindoustaniseh, Maleisch;
Java en Ganges dat was wel een passend
verleden om zich te hullen in het waas der
Oostersche mystiek! Heel wat minder exo
tisch was haar werkelijke afkomst.
Het „geheim" van Mata Hari's
afkomst.
In 1876 werd te Leeuwarden in het gezin
van een pettenwinkelier Margaretha Geer-
truida geboren als eerste kind uit een zorge
lijk huwelijk. Fijn van postuur was het meis
je. innemend van uiterlijk met haar lange
wimpers, de fraaie buiging van haar wenk
brauwen, de glinsterende bruine oogen en de
blauw-zwarte, weelderige haardos. Op 15-ja-
rige leeftijd verloor zij haar moeder, een brave
degelijke Friezin, die na het faillissement
van haar man, de oogen niet gesloten zal heb
ben met de troostrijke gedachte, dat Greet]e
en haar drie broertjes welverzorgd achterble
ven. Grootmoeder van der Meulen belastte
zich met de opvoeding der kinderen en toen
de vader kort daarna naar Amsterdam ver
huisde waar hij als petroleumventer, later als
handelsreiziger, de kost verdiende, werdGreetje
opgenomen in het gezin van haar oom en
voogd in Sneek.
Nadat besloten was, dat Gretha onderwijze
res zou worden, vertrok zij naar Leiden en liet
zich inschrijven als leerlinge van het toenma
lige kweekschool-internaat. Of het de jaloer-
sche liefde was, die de directeur voor het
knappe meisje had opgevat, dan wel de studie
haar op den duur niet kon bekoren, is, zooals
veel in dit mysterieuze en fantastisch ver
dichte leven, niet bekend. Wel weet men, dat
zii de kweekschool verliet en haar intrek nam
in de woning van haar Haagschen oom, waar
zii zich hoofdzakelijk onledig hield met het
verslinden van taliooze romans van Gyp Sii-
vestre en soortgelijke ontspannmgsliteratuui
die in haar uitermate levendige fantasie wel
riikeliik 'weerklank zal hebben gevonden. Zoo
als de jonge meisjes uit haar romanwereld
wachtte ook zij den prins harer droomen,
liefst gestoken in den flatteusen uniform,
waarmee het Haagsche straatbeeld haai had
bekoord. De wijze waarop de komst, van den
Adonis zich aankondigde moet haar wonderwel
in overeenstemming zijn toegeschenen met
de gelukzalige onverwachtheid waarmee zulks
in het rijk der belleterie pleegt ze geschieden.
In het „Nieuws van den Dag" las zij een ad
vertentie, waarin een verlofsofficier van het
Indische leger kennismaking zocht met een
jonge dame. Brief met portret werden met
ongeduld toegezonden en, naar de bronnen
vermelden, moet de bekoorlijke beeltenis van
deze romantische Julia den Romeo, wiens ad
vertentie niet eens door hem, maar bij wijze
van grap door een bevriend journalist werd
geplaatst, zoozeer getroffen hebben, dat zijn
hart meteen in vuur en vlam stond. Brieven
werden gewisseld, een verloving volgde al
spoedig ondanks een 21-jarig leeftijdsverschil
en nog in hetzelfde jaar werd te Amsterdam
het huwelijk voltrokken.
Inderdaad een opvallend paar dat zich in
de namiddaguren herhaaldelijk in de Kalver-
straat vertoonde: hij een martiale figuur,
wien de uniform aan het lichaam scheen ge
goten, fier correct; zij een tenger-gracieuze
gestalte met de matte teint die een Ooster
sche afkomst doet vermoeden en het blauw
zwarte haar, dat er zoo exotisch mee contras
teerde.... een merkwaardig paar, bijna benij
denswaard. Maar wie hen van nabij kende,
wist wel, dat de harmonie tusschen beider
levens al niet ongerept meer was en de il
lusie niet bestand was gebleken tegen de
ontnuchterende regelmaat van alledag.
Gansch anders dan die van haar man gin
gen Gretha's verlangens te zeer uit naar de
verlokkingen van een avontuurlijk leven
dan dat zij in de intimiteit van eigen huis
en haard bevrediging had kunnen vinden.
Zelfs de geboorte van hun zoontje Norman
vermocht daarin geen verandering te bren
gen. Schitteren wilde zij, bekoren, bewon
derd en bemind worden, hartewenschen waar
aan de Indische samenleving, die zij twee
jaren later binnentrad, meer tegemoet kwam
dan haar echtgenoot welkom was. De smar
telijke dood van den kleinen Norman, die het
slachtoffer werd van een inlandsche wraak
neming, verwijderde beiden nog verder van
elkaar. Hun dochtertje Non, in Malang gebo
ren. aan wie de vader zich, met alle liefde die
in hem was, dubbel gehecht had na den dood
van zijn troetelkind, bleek geen voldoende
band te zijn, om een breuk te voorkomen. In
1902, teruggekeerd in Holland, gingen man en
vrouw elk huns weegs, al werd de echtschei
ding eerst later uitgesproken
Weer stond Gretha alleen; niets belette
haar nu meer, om haar leven te modelleeren
naar eigen gril en verlangen vader noch
moeder, man noch kind. Was zij gelukkiger?
Onbezorgder zeker niet; de kleine toelage
van haar man was nauwelijks toereikend om
bescheiden van te leven, laat staan om er
de luxe mede te veroveren, waarmee Gretha
zich verlangde te omgeven. Een poging om
bij het tooneel te komen, mislukte: zij wilde
zich niet de inspanning getroosten van een
langdurige opleiding, achtte zich niet
vrij van zelfingenomenheid bovendien ta
lentvol genoeg, om zonder studie voor het
voetlicht successen te oogsten.
Zeven en twintig jaar is zij. als ze, na me
nige wisseling van woonplaats aankomt te
Parijs, dat haar in zijn verleidelijke licht
zinnigheid rijkelijk vergoeding bood voor den
harden strijd om het bestaan. Korten tijd
poseert zij als model in verschillende schil
dersateliers, maar als zij eenmaal in een der
Parijsche salons is opgetreden als Brah-
maansche danseres onder den naam van
Lady Gresha, en ervaren heeft, hoezeer haar
imitatie van Salomés dans voor Herodes de
toeschouwers in verrukking brengt, is de
Friesche Greet je vergeten, heeft zelfs Lady
Gresha afgedaan en doet Mata Hari haar in
trede in de pikante wereld der lichtstad. In
het Museum Guimet heeft Mata Hari gedanst
en hoe! Heel Parijs spreekt er over. het
Olympiatheater biedt haar een engagement
aan, Monte-Carlo noodigt haar uit en als zii
in Weenen optreedt, waar haar komst wordt
aangekondigd als een artistieke gebeurtenis
van den eersten rang, is het nog pompeuzer
dan bij haar debuut in Parijs.
Teruggekeerd in Parijs van een geheimzin
nig Egyptisch verblijf, moet zij tot haar ver
ontwaardiging bemerken, dat zii „school" ge
maakt heeft met haar gewaagde dansposes;
maar al kondigt zij aan, in den vervolge uit
sluitend te zullen optreden in ondoorschij
nende gewaden die tot aan de voeten rei
ken, houden doet zij haar belofte niet.
Langdurig zou haar roem niet meer zijn:
Isadora Duncan de vermaarde danseres, was
van haar Europeesch tournée teruggekomen
en het Parijsche publiek bleek fijnzinnig ge
noeg om te onderscheiden tusschen kunst en
erotiek. Mata Hari verlegde haar operatie
terrein dan ook wijselijk naar het buiten
land: Duitschland werd bezocht, waar zij
optrad in den „Winter gar ten". Den Haag
kwam aan de beurt, dat haar kon aanschou
wen na een opvoering van „Lucia di Lam-
mermoor"; Mata Hari zou „Folies francaïses"
ten beste geven, begeleid door muziek van
Couperin. De herdersdans. dien zij uitvoerde
voor een rustiek décor, oogstte maar matig
bijval. Of het dit gebrek aan succes was dat
een einde maakte aan haar „artistieke" loop
baan dan wel de realiteit van het oogenblik
haar tot andere besognes riep, valt niet te
zeggen. Maar toevallig zal het wel niet ge
weest zijn. dat zij in Juli 1914. bii het uitbre
ken van den oorlog, plots haar villa in Neuil-
ly verliet en haar buitenlandsche tournée
begon
Wereldoorlog en dans
kunst.
In dat licht beschouwd was haar contact
met den chef van den Duitschen spionnage-
dienst. den „man met de honderd maskers",
zooals hij werd genoemd, op z'n minst merk
waardig, evenals haar verblijf op plaatsen
van strategische beteekenis. Zoo scheen zij
plots dringende behoefte gevoelen om in
Vittel de baden te gaan gebruiken en haar
Russischen Masloff. die aan het front zwaar
gewond was. te verplegen. Eigenaardig; de
aldaar gevestigde luchthaven van het Fran-
sche leger had meer haar aandacht dan het
geneeskrachtige water en vriend Masloff
bleek te dien tijde gezond en wel bij den veld
dienst te zijn. De Fransche contra-spionnage
dienst stelt haar listig op de proef door een
geheime opdracht, die haar via Madrid. En
geland en Holland naar België zou voeren
en verzamelt voldoende bezwarend mate
riaal om tot haar arrestatie te kunnen over
gaan. In Januari 1917 werd zii in het Elysée
Palacehotel gearresteerd en gevankelijk over
gebracht naar St. Lazare, waar zii dag en
nacht werd bewaakt door de barmhartige
zusters der Orde Marie-Joseph du Dorat.
Acht maanden duurde hara arrest; toen de
krijgsraad uitspraak deed luidde het vonnis,
ondanks het. hartstochtelijk pleidooi van den
grüzen verdediger Mr. Clunet. doodstraf. Ter-
wiil Mr Clunet het hoofd in de handen ver
borg speelde een giimiepv. om de lippen van
Mata Hari, toen zij met onbewogen stem
mededeelde, beroep aan te teekenen. Evenals
het cassatieverzoek dat daarop volgde, werd
het afgewezen. Nóg kon Mata Hari gered wor
den: persoonlijk bezocht Mr. Clunet den
President der Fransche Republiek, Poincaré
en op de knieën moet hij dezen hebben ge
smeekt, aan zijn cliënte gratie te verleenen
tevergeefs.
Mata Hari's laatste uren.
15 October 1917, bij het krieken van den
morgen verschenen de gerechtsambtenaren
in haar cel; Mata Hari was, dank zij 't toe
gediende slaapmiddel, nog in diepe rust;
zuster Léonide. die haar maanden lang be
waakt en getroost had. knielde in gebed
verzonken. Enkele seconden slechts was Mata
Hari bij haar ontwaken overweldigd door de
schrikkelijke realiteit van het oogenblik
dan hervond zij haar Eelfbeheersching.
„Vrees niet. zuster, ik zal weten te sterven
zonder zwakheid; ge zult een schoonen dood
aanschouwen", bemoedigde zij. Dan kleedt
zij zich in een lichte japon, kapt zich zorg
vuldig. slaat haar met kostbaar bont afge-
zetten mantel om en is gereed. Uit de han
den van pastoor Arboux, met wien zij zoo
menig vertrouwelijk gesprek voerde, ontvangt
zij den doop. Nog weet zij een woord van
troost te vinden voor zuster Léonide. die
haar tranen niet langer kan bedwingen:
„Kom, moedertje, huil maar niet meer
ik vertrek immers alleen maar van een groot
station, waar men nooit meer aankomt".
De automobiel staat gereed om haar naar
de plaats, waar het executiepeleton is opge
steld te voeren. Waardig stijgt zij in, geen
spoor van vrees is op haar gezicht te lezen
tijdens den macaberen rit en met opgeheven
hoofd gaat zij tusschen de beide rijen sol
daten. die ter eere van het Vaderland en het
Recht het geweer presenteeren. Strak staan
de gezichten, stram zijn de lichamen van
de twaalf soldaten, die het vonnis zullen
moeten voltrekken. Mata Hari heeft den
blinddoek geweigerd: onbewogen zien haar
oogen, dezelfde die zoo menig hart sneller
deden kloppen, in de ijlte van den stillen
herfstmorgen. Een laatste handgroet daar
gaat de sabel van den commandeerenden
officier omhoog, twaalf schoten vallen. Mata
Hari zinkt op de knieën, zakt dan in elkaar:
een genadeschot heeft een einde gemaakt
aan een verdoold leven
Niemand eischt het stoffelijk overschot-
op: vèr zijn. uit vrees zich te zullen com-
promitteeren. de vele vrienden. En terwijl
een verlatene ten grave wordt gedragen door
vreemde handen, slaat ergens Mars een blad
zijde om van een sinister dagboek, waarbo
ven de historici den titel schreven: „episode
uit den wereldoorlog".
C. J. E. DINAUX.
Weet U ook al dat de firma
die zoo'n kolossaal succes heeft met PEUGEOT, nu tevens
beslag heeft kunnen leggen op het
De EENIGE
PRIJZEN van
De EENIGE ECHTE 4-pers. wagen die l op 18 loopt.
PRIJZEN vanaf 1250.—
Werkplaatsen:
IIEERENVEST 116—122.
(Adv. Ingez. Med.)
Diet Kramer.
Roeland Westwout.
Uitg. Mij. Holland. A'dam.
Wij hebben van deze thans zeer in trek
zijnde schrijfster haar „Begin" hier inder
tijd besproken, en met waardeering van haar
qualiteiten gewag gemaakt. Zij geldt als
kenster bij uitnemendheid van de psyche-der
jeugd onzer dagen, een kennis die misschien
voortdurend in evolutie verkeert, daar de
jeugd van vandaag weer belangrijk schijnt
te verschillen van de jeugd van gisteren.
Tenminste, zoo moet het ons ouderen wel
voorkomen als wij bij die jeugd ons oor te
luisteren leggen en daar dan vernemen, dat
axioma's van een paar jaar geleden alweer
door hun tegengestelde vervangen zijn. Vrij
zeker is het dat de jeugd eerder bewust-rijp
is dan vroeger, en dat de wijze waarop zij
met die vervroegde zekerheden omspringt
nog aan allerlei mutaties onderhevig is.
En al mogen die zekerheden nu niet direct
voor iedereen zooveel zekers bevatten, het
feit dat de jeugd ze als zoodanig aanvaardt
maakt, dat ze niet verwaarloosd mogen wor
den bij het beoordeelen van het doen en la
ten dierzelfde jeugd. Per slot van rekening
is er niet zoo heel veel nieuws onder de zon
en is de kern van hetgeen de jeugd van
vroeger dacht en droomde niet zoo verbijste
rend anders dan hetgeen die van vandaag
beroert. Alleen het tempo is versneld en de
uitingsvrijheid is ruimer geworden. Of de
jeugd daarmee nu zoo bijster gebaat is, blijft
een tweede.
Als ik mij goed herinner waren de dra
matis personae van „Begin" jongelui van
twintig, twee-en-twintig jaar. In Roeland
Westwout maken wij kennis met een groep
H.B.S.-scholieren, jongens en meisjes, waar
van bijvoorbeeld Roeland al op zijn zeven
tiende jaar een levensquaestie oplost met een
rustige zekerheid die, hoe sympathiek ook,
toch wel wat praematuur lijkt. Als het meis
je waarvan hij houdt en dat ook hem lief
heeft men schrikt van dat groote woord
bii een kind van zestien bij een wagen
botsing overreden wordt en na langen tijd
wel herstelt maar voor haar leven verminkt
zal blijven, dan schildert Diet Kramer ons
beider emoties, twijfel en verzekerdheid
buitengewoon knap dat dient gezegd
maar belast den lezer tevens met vraagtee-
kens. die hij bij deze jeugdige oud menschen-
wijsheid zou willen plaatsen. Indien de ont
wikkeling van ons geslacht voortgaat zich
op deze wijze te voltrekken, dan behoort het
niet tot de onmogelijkheden dat een latere
Diet Kramer ons met een roman verblijdt,
waarin eenige leerlingen van Montessori met
even groote stelligheid weten wat hun te
doen staat in de vaak zoo netelige posities,
waarin het leven ze brengen kan. Waarmee
ik maar zeggen wil dat Roeland een schat
van een jongen is, maar dat het- wil schij
nen dat Diet Kramer zijn levensklok nog een
paar jaar vooruit had kunnen zetten.
Men moet echter toegeven dat hij dan
niet meer in het milieu gepast zou hebben,
door de schrijfster met zoo groote genegen
heid en met zooveel begrip van jeugd en
jongelingschap beschreven. Dat is het milieu
van tante Elsa, met haar man waarlijk een
stel ideaal-paedagogen voor het opgroeiend
geslacht. Tot waar het ongeval met Mies ge
beurt is in dien kring alles van een zeld
zame harmonie en welluidendheid, waarin
zelfs de komst van de verwende Indische
Paula geen duurzame wanklank brengt.
Tante Elsa en haar man hebben behalve
hun eigen beide jongens nog vier andere
kinderen in huis en die zeer uiteenloopende
karakters te schetsen, juist in die moeilijke
jaren der opkomende puberteit, is der schrijf
ster best toevertrouwd. Zii is buitengewoon
goed thuis in de terminologie en den ge-
dachtengang van wat men onder feen deel
van) de hedendaagsche jeugd verstaat en
haar tante Elsa is het niet minder. Vandaar
dat het er een korte periode door de aan-
vangsmoeilijkheden met Paula uitgezonderd
ook voor die jeugd een ideaal huishouden
is. Alles loopt er op rolletjes en zelfs als Paula
even dreigt te dérailleeren wordt alles ten
beste gekeerd. Het is bijna de burgerlijke
braafheid van Van Alphen, met een ultra
modern jasje aan. en van de levenswijsheid
van tante Elsa zou Van Alphen geen kaas
gebeten hebben.
Van Alphen zou Diet Kramer vermoedeliik
niet zoo apprecieeren als wij dat doen. Wij
staan haar altijd nog wel een beetje nader.
Roeland Westwout is. alles welbeschouwd,
een alleraardigst frisch boek. al raakte zii in
..Begin" misschien dieper sniidende mutaties
in het. jeugdleven, dan in dit. nieuwe werk
dat meer het groote kinderen-leven omcir
kelt. En dan nog houde men in het oog dat
deze praatgrage jeugd wel een symptoom
van den tijd, maar niet van het gansche
volk is.
J. H. DE BOIS.
Nieuw uitgekomen boeken:
A. DEFRESNE. Dp wonderlijke familie. Roman
417 pag. A'dam Uitgeverij De Spieghel.
LOUISE ANDREWS KENT. Op reis met
Marco Polo. 250 pag. Zutphen. W. J.
Thieme Cie.
KERST ZWART. In en om het kleine dorp.
Vertelsels in rijm en onrijm. 217 pag.
Dezelfde uitgevers.
AMY GROSKAMP-TEN HAVE. Moeder.
Roman. 345 pag. Baarn. Hollandia-
Drukkerij.
W. ACKERMANN. Vlucht met Elisabeth.
De vertaling uit het Duitsch, ingeleid
door A. Viruly. 211 pag. Amsterdam.
REVÓLUTIÓNNAIRE LIEDEREN uit Ne
derlands verleden, verzameld door Dr.
P. van Noorden. Geïllustreerd. 188
pag. A'dam Uitgeverij Pegasus.
F. E. SILLANPaa. De weg van een man. Ro
man uit het Finsch vertaald door S.
van Praag. 229 pag. A'dam, J. M. Meu-
lenhoff.
De Bs.
Wat
«laar in zit
Uoiut er in terug'
Als de waschmanden binnen'
komen, wordt iedere wasch
zorgvuldig gesorteerd en van
het begin tot het einde geheel
afzonderlijk behandeld.Vergissen
is menschelijk, maar door ons
moderne systeem is zoekraken
practisch uitgesloten. Voor Uw
wasch staan wij in.
Gedeeltelijke Mangelwasch 20 ct. p. K G.
Algeheele Mangelwasch 25ct.p.K.G.
Eenvoudige opmaakwasch. 30ct.p.KG.
Nsamt U de proel aam, iluur ont a»eo onderstaande coupon
Wilt U a.s. daguur
proefwasch halen bij
Wasscherij
Bleekersvaartweg 13 - Heemstede - Tel. 28189
Adv. Ingez. Med.)
PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE
RADIO CENTRALE OP ZONDAG 24 OCT.
Progr. I Hilversum I.
Progr. II Hilversum H.
Progr. III 8.35 Fransch Brussel, 8.45 Pauze,
8.50 Keulen, 10.20 Fransch Brussel. 10.50 Keu
len. 1.20 Ned. Brussel, 2.20 Fransch Brussel, 2.35
Ned. Brussel. 3.20 Keulen, 5.20 Parijs Radio,
7.20 Pauze. 7.25 Weenen, 9.20 Fransch Brussel,
11.05 Berlijn.
Progr. IV 8.30 Ned. Brussel. 10.50 Diversen,
11.45 Ned. Brussel, 12.50 Droitwich. 2.20 Di
versen, 2.40 Droitwich, 3.20 Fransch Brussel,
5.20 London Regional, 6.35 Droitwich, 9.05 Di
versen. 9.25 Droitwich, 11.00 Boedapest. 11.25
Parijs Radio.
Progr. V 8.3012.00 Diversen.
PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE
RADIO-CENTRALE
op Maandag 25 October 1937.
Progr. I Hilversum I.
Progr. II Hilversum II
Progr. III 8.00 Keulen; 9-20 Deutschland-
sender; 9.50 Keulen; 10.00 Diversen; 10.35
Parijs Radio; 12.05 Droitwich; 12.20 Ned.
Brussel; 1.30 Fransch Brussel; 2.20 Diversen.
3.20 Keulen; 4.20 London Regional; 5.20 Pa
rijs Radio; 6.20 Keulen; 6.30 Leipzig; 8.20
Rome; 9.20 Lyon La Doua; 10.50 Fransch
Brussel; 11.20 Diversen.
Progr. IV. 8.00 Ned. Brussel; 9.20 Diversen,
10.35 Droitwich; 11.35 London Regional; 12.45
Droitwich; 1.20 London Regional; 4.20 Droit
wich; 8.05 London Regional; 8.50 Droitwich.
11.05 London Regional; 11.20 Droitwich.
Progr. V 8.00—7.00 Diversen.
7.00 Eigen gramofoonplaten-concert: Po
pulaire muziek.
1 Graf Zeppelin's Weltreise. Symphonie-
orkest; 2 White flowers of the Islands, Troise
met orkest; 3 Leise klingt eine Melodie, Adal
bert Luter: 4 Good old tunes 2 deelen, Co
ventry Hipt>. orkest; 5 Die kleine Patrouille,
Dajos Bela; 6 Tee bei Maikafer. Dajos Bela.
7 Ernst en Luim. Polydor Strijkorkest. S El
Gaucho. Troise en orkest; 9 Nachtliche
Heerschau, Dajos Bela: 10 Vergiss mein
nicht. Adalbert Lutter; 11 Puppe und Ham-
pelmann, Dajos Bela; 12 Um das blaue Band,
Paul Godwin.
80012.00 Diversen.
DUIDELIJK GESTELDE VRAGEN
van alle Abonnês van Haarlem's Dagblad
worden door een specialen Redacteur en
zijn talrijke medewerkers zoo mogelijk en
ten spoedigste beantwoord.
De vragen moeten worden geadresseerd
aan de 'Redactie. Groote Houstraat 93. met
duidelijke vermelding van naam en icoon-
plaatsVragen, waaraan naam en adres
ontbrekenworden terzijde gelegd.
De namen der vragers blijven redactie-
De antwoorden worden per auto GEHEEL
KOSTELOOS thuis bezorgd.
Alleen die vragen, welker beantwoording
voor vele anderen behalve den vrager, van
nut kan zijn. worden tevens in ons blad ge
plaatst.
PLANTEN.
VRAAG: 1. Wanneer moeten' de geranium-
planten naar binnen en hoe kan Ik ze overhou
den? Een zolder heb ik niot en «Ie kolder is te
vochtig.
2. Is het goed mijn eactusplantje nu te ver
potten en is bladaarde daarvoor geschikt? Moe
ten ze in een verwarmd vertrek meer water heb
ben dan in een koud?
ANTWOORD: 1. Ongeveer half October. De
onderste bladeren er at' plukken en do planten
zetten op een lichte, koele plaats, doch vorst-
vrij.
2. Neen, wachten met verpotten tot het voor
jaar. Gewone tuingrond en daar doorheen pot
scherven is het hoste voor grondmengsel. Wat
oude, droge koemest daardoor is wenschclljk.Een
te warme plaats veroorzaakt walluis, doch vorst-
vrij is noodig.
VRAAG: Hoe kan men een ster van Bethlehem
stekken? Hoe kun ik dat het beste doen?
ANTWOORD: Jonge, sterke scheutjes er af
nemen en deze in een potje gevuld mot bladaar
de en scherp zand zetten. U kunt hierme het beste
wachten tot half Maart en dan in een bak zetten.
U kunt de plant ook heel goed scheuren, dit is
verdeelen in eenige stukken, zoodat. ieder deel
wortels blijft houden.
VRAAG: Kan men een Fransche geranium
overhouden? Moet die 's winters nog water heb
ben of op een donkere plaats staan?
ANTWOORD: Ja, op eon lichte vorstvrlje
plaats bewaren
MILITAIRE ZAKEN
VRAAGTot wien moet ik mij wenden voor
opleiding tot militair vlieger? Welke leeftijds
grens is hiervoor gesteld en welke diploma's ver-
eischt?
ANTWOORD: Voor u is het de eenvoudigste
wijze om op het garnizoensbureel ln de Kazerne
aan den Koudenhorn. alhier, persoonlijk te in-
formeeren of er vrijwilligers voor die opleiding
worden aangenomen van uw leeftijd en met de
wetenschappelijke ontwikkeling, technische ken
nis en lichamelijke gesteld, die gij bezit en ook
welke onkosten daaraan verbonden zijn.
RECHTSZAKEN
VRAAG: Mijn vrouw Is overleden. Moot ik nu
nog mijn schoonouders steunen?
ANTWOORD: Als er uit uw huwelijk kinde
ren zijn blijft u onderhoudsplichtig: zijn er geen
kinderen dan eindigt met het overlijden van uw
vrouw uw onderhoudsplicht.
DIEREN.
VRAAG: Ik heb last van mieren en vliegende
mieren. Hoe kan ik die afdoende verwijderen?
1-Iet. nest zoeken lijkt mij onmogelijk.
ANTWOORD: Petroleum ln de uitgangen van
het nest spuiten. Bovendien verdwijnen ze ln deze
maand vanzelf door de koude.
RECEPTEN.
VRAAG: Hoe maakt Ik zuurkool in?
ANTWOORD: 3 witte kooien. 4 snvoyckoolen.
90 gr. zout, 10 gr. zwarte peperkorrels. 10 gram
jeneverbessen.
Ontdoe de kool van de buitenste bladeren,
snijd ze in de helft. Verwijder deti harden stronlc
en snipper de kool in zeer fijne, lange snippers
liefst met een koolmes. Wasch deze en laat ze
uitlekken. Kneed dan de kool zoo lang mot het
zout, tot zich pekel vormt. Vermeng ze met de
peperkorrels en jeneverbessen en pak ze in een
schoongemaakte!» Keulschen pot. Sluit dezen
goed af.
DIVERSEN.
VRAAG: 1. Zoudt u me kunnen Inlichten om
trent correspondentie met buitenlandsche jongens
en meisjes van H. B. S. enz.?
2. Bestaat er in Nederland een bureau, dat
hieromtrent Inlichtingen verstrekt'
3. Maar moet ik mij vervoegen?
ANTWOORD: Wend u tot mej. Pakker, van do
Intern. Ver. voor Wereldvrede en Vriendschap,
Engelszstraat 48 of tot den heer Roomers (die
juist een vereenlging met het door u gewenschte
doel aan het oprichten is), Hofmeyerstraat 8.
VRAAG: Hoe maakt men mica van haarden
schoon?
ANTWOORD: Met azijn afwrijven.
VRAAG: Hoe kan ik een witte tafzijden japon,
die door het wasschen slap geworden is, weer
stijf maken?
ANTWOORD: In een oplossing van gummi
Arabicum dompelen en daarna aan den verkeer
den kant met niet te warme bout strijken.
VRAAG: Hoe krijg lk een zwart marmeren
schoorsteen glanzend zwart? Wrijven helpt niet.
ANTWOORD: Met zwarte marmer was goed en
stevig ln- en uitwrijven.
VRAAG: Hoe maak ik een lichte gabardine
regenjas schoon, zoodat hij goed waterdicht
blijft?
ANTWOORD: Eerst in sterke, neutrale zeep
goed wasschen, lauw warm water, uitslaan en m
min. laten uitdruipen. Dan In oen oplossing van
250 gr. fijne aluin op 12 L water 15 min. be
handelen. Uitslaan en glad ophangen buiten of
in de tocht. Tn geen geval echter bij do kachel.
VRAAG: Hoe kan ik een vuil geworden wit vil
ten hoedje weer schoonmaken?
ANTWOORD: In benzine, waarin wat mag
nesia is gedaan, goed afschuieren, daarna met het
fijnste schuurpapier voorzichtig afschuren.
VRAAG: Ik heb op mijn blauw garen, puk
mosterd vlek ken; hoe kan ik die hel host verwlj-
ANTWOORD: Met heet water good afschuie
ren, daarna met leeren lap zoo droog mogelijk
kloppen.