ZONDERLINGE LEVENS MATA HARI. GEBR. v. GILSE ROSENGART AGENTSCHAP WAGENWEG 132 Litteraire Kantteekeningen. .1. BEELEX d Zn Rubriek voor Vragen ZATERDAG 23 OCTOBER 1937 HAAHLE M'S DAGBLAD Het is 1905; in het museum Guimet met zijn kostbare boekerij wordt aan een Parijsch ge zelschap van zorgvuldig uitgekozen genoo- digden de zeldzame gelegenheid geboden, kennis te maken met den gewijden cultus der Aziatische volken. De bibliotheek is herscha pen in een antieken tempel, het heiligdom van den Hinaou-God Siwa; guirlandes van rozen slingeren zich van zuil tot zuil, bloemen over dekken de fraaie tapijten en in het spaarzame licht van flakkerende kaarsen glijden scha duwen geheimzinnig langs de ontelbare boe- kenruggen. In het midden der zaal troont de God Siwa Nadaraja, heerscher over ver nietiging en vruchtbaarheid, tijdens zijn slui mer trouwelijk bewaakt door een viertal naut- chnis, die, gehuld in zwarte zijde, aan zijn voeten knielen. Straks, bij verbeelden zonsop gang, zal hij worden gewekt door priesters, die hem het heilige water van den Ganges zullen aandragen en vele kostelijke spijzen ten geschenke zullen aanbieden. De God Siwa is ontwaakt en bereid om de heilige offerande van den dans in ontvangst te nemen. En ter wijl zacht een melodie vol Oostersche zwoel heid klinkt, gebeurt het wonder, waarvoor dit uitgelezen gezelschap eigenlijk hierheen is gekomen: zij, de bajadère, verrijst plotseling, als uit den grond opgestaan, licht-gesluierd, versierd met glinsterende ringen en armban den, het zwarte haar getooid met een kost baar diadeem, en voert voor den God van Dood en Liefde, golvend als het vuur, een devoten dans uit, terwijl de sluiers als nevels in de opgaande zon verijlen. Dan, gewapend met lans en ponjaard, in den stijl van het heroïek krijgshaftige, danst zij ter eere van den oorlogsgod Soubramaja, tot zij, doodelijk ver moeid naar het schijnt, zich laat neerglij- den. Mata Hari. Het gezelschap, waarin zich naast illustre representanten van de „beau-monde" kun stenaars, jounalisten en zelfs enkele diploma ten bevinden, is opgetogen over deze sug gestieve uitbeelding van de Oostersche mys tiek, over de bekoorlijke soepelheid van deze Maleische danseres, de matheid van haar huidskleur, de glinstering van haar goud-brui ne oogen: Mata Hari vierde haar eersten grooten triomf. Mata Hari, „het oog van den dageraad" de dagbladen overstelpten haar met lof, op de boulevards werd haar naam met bewondering en ontzag genoemd, ja, Mata Hari had Pa rijs veroverd. Men wist te vertellen, dat zij, geboren op Java, opgevoed was te midden van de bajadères van Siwa aan de oevers van den Ganges; anderen schreven haar een nog voor namer afkomst toe en hielden haar voor een Hindou-prinses; en moet men haar lateren biograaf en pleitbezorger Gomez Carillo geloof schenken, dan zou zij zelf hebben verklaard, aan de kusten van Malabar te zijn geboren, in een heilige stad en, voortgekomen uit een familie die deel uitmaakte van de gewijde kaste der Brahmanen, tot de eersten haars lands te behoorenPriesters, die haar na den vroegtijdigen dood van haar moeder op voedden, zouden haar den naam van „oog van den dageraad", Mata Hari hebben gegeven en haar hebben ingewijd in den geheimen cultus van den God Siwa. Bahmaansch, Hindoustaniseh, Maleisch; Java en Ganges dat was wel een passend verleden om zich te hullen in het waas der Oostersche mystiek! Heel wat minder exo tisch was haar werkelijke afkomst. Het „geheim" van Mata Hari's afkomst. In 1876 werd te Leeuwarden in het gezin van een pettenwinkelier Margaretha Geer- truida geboren als eerste kind uit een zorge lijk huwelijk. Fijn van postuur was het meis je. innemend van uiterlijk met haar lange wimpers, de fraaie buiging van haar wenk brauwen, de glinsterende bruine oogen en de blauw-zwarte, weelderige haardos. Op 15-ja- rige leeftijd verloor zij haar moeder, een brave degelijke Friezin, die na het faillissement van haar man, de oogen niet gesloten zal heb ben met de troostrijke gedachte, dat Greet]e en haar drie broertjes welverzorgd achterble ven. Grootmoeder van der Meulen belastte zich met de opvoeding der kinderen en toen de vader kort daarna naar Amsterdam ver huisde waar hij als petroleumventer, later als handelsreiziger, de kost verdiende, werdGreetje opgenomen in het gezin van haar oom en voogd in Sneek. Nadat besloten was, dat Gretha onderwijze res zou worden, vertrok zij naar Leiden en liet zich inschrijven als leerlinge van het toenma lige kweekschool-internaat. Of het de jaloer- sche liefde was, die de directeur voor het knappe meisje had opgevat, dan wel de studie haar op den duur niet kon bekoren, is, zooals veel in dit mysterieuze en fantastisch ver dichte leven, niet bekend. Wel weet men, dat zii de kweekschool verliet en haar intrek nam in de woning van haar Haagschen oom, waar zii zich hoofdzakelijk onledig hield met het verslinden van taliooze romans van Gyp Sii- vestre en soortgelijke ontspannmgsliteratuui die in haar uitermate levendige fantasie wel riikeliik 'weerklank zal hebben gevonden. Zoo als de jonge meisjes uit haar romanwereld wachtte ook zij den prins harer droomen, liefst gestoken in den flatteusen uniform, waarmee het Haagsche straatbeeld haai had bekoord. De wijze waarop de komst, van den Adonis zich aankondigde moet haar wonderwel in overeenstemming zijn toegeschenen met de gelukzalige onverwachtheid waarmee zulks in het rijk der belleterie pleegt ze geschieden. In het „Nieuws van den Dag" las zij een ad vertentie, waarin een verlofsofficier van het Indische leger kennismaking zocht met een jonge dame. Brief met portret werden met ongeduld toegezonden en, naar de bronnen vermelden, moet de bekoorlijke beeltenis van deze romantische Julia den Romeo, wiens ad vertentie niet eens door hem, maar bij wijze van grap door een bevriend journalist werd geplaatst, zoozeer getroffen hebben, dat zijn hart meteen in vuur en vlam stond. Brieven werden gewisseld, een verloving volgde al spoedig ondanks een 21-jarig leeftijdsverschil en nog in hetzelfde jaar werd te Amsterdam het huwelijk voltrokken. Inderdaad een opvallend paar dat zich in de namiddaguren herhaaldelijk in de Kalver- straat vertoonde: hij een martiale figuur, wien de uniform aan het lichaam scheen ge goten, fier correct; zij een tenger-gracieuze gestalte met de matte teint die een Ooster sche afkomst doet vermoeden en het blauw zwarte haar, dat er zoo exotisch mee contras teerde.... een merkwaardig paar, bijna benij denswaard. Maar wie hen van nabij kende, wist wel, dat de harmonie tusschen beider levens al niet ongerept meer was en de il lusie niet bestand was gebleken tegen de ontnuchterende regelmaat van alledag. Gansch anders dan die van haar man gin gen Gretha's verlangens te zeer uit naar de verlokkingen van een avontuurlijk leven dan dat zij in de intimiteit van eigen huis en haard bevrediging had kunnen vinden. Zelfs de geboorte van hun zoontje Norman vermocht daarin geen verandering te bren gen. Schitteren wilde zij, bekoren, bewon derd en bemind worden, hartewenschen waar aan de Indische samenleving, die zij twee jaren later binnentrad, meer tegemoet kwam dan haar echtgenoot welkom was. De smar telijke dood van den kleinen Norman, die het slachtoffer werd van een inlandsche wraak neming, verwijderde beiden nog verder van elkaar. Hun dochtertje Non, in Malang gebo ren. aan wie de vader zich, met alle liefde die in hem was, dubbel gehecht had na den dood van zijn troetelkind, bleek geen voldoende band te zijn, om een breuk te voorkomen. In 1902, teruggekeerd in Holland, gingen man en vrouw elk huns weegs, al werd de echtschei ding eerst later uitgesproken Weer stond Gretha alleen; niets belette haar nu meer, om haar leven te modelleeren naar eigen gril en verlangen vader noch moeder, man noch kind. Was zij gelukkiger? Onbezorgder zeker niet; de kleine toelage van haar man was nauwelijks toereikend om bescheiden van te leven, laat staan om er de luxe mede te veroveren, waarmee Gretha zich verlangde te omgeven. Een poging om bij het tooneel te komen, mislukte: zij wilde zich niet de inspanning getroosten van een langdurige opleiding, achtte zich niet vrij van zelfingenomenheid bovendien ta lentvol genoeg, om zonder studie voor het voetlicht successen te oogsten. Zeven en twintig jaar is zij. als ze, na me nige wisseling van woonplaats aankomt te Parijs, dat haar in zijn verleidelijke licht zinnigheid rijkelijk vergoeding bood voor den harden strijd om het bestaan. Korten tijd poseert zij als model in verschillende schil dersateliers, maar als zij eenmaal in een der Parijsche salons is opgetreden als Brah- maansche danseres onder den naam van Lady Gresha, en ervaren heeft, hoezeer haar imitatie van Salomés dans voor Herodes de toeschouwers in verrukking brengt, is de Friesche Greet je vergeten, heeft zelfs Lady Gresha afgedaan en doet Mata Hari haar in trede in de pikante wereld der lichtstad. In het Museum Guimet heeft Mata Hari gedanst en hoe! Heel Parijs spreekt er over. het Olympiatheater biedt haar een engagement aan, Monte-Carlo noodigt haar uit en als zii in Weenen optreedt, waar haar komst wordt aangekondigd als een artistieke gebeurtenis van den eersten rang, is het nog pompeuzer dan bij haar debuut in Parijs. Teruggekeerd in Parijs van een geheimzin nig Egyptisch verblijf, moet zij tot haar ver ontwaardiging bemerken, dat zii „school" ge maakt heeft met haar gewaagde dansposes; maar al kondigt zij aan, in den vervolge uit sluitend te zullen optreden in ondoorschij nende gewaden die tot aan de voeten rei ken, houden doet zij haar belofte niet. Langdurig zou haar roem niet meer zijn: Isadora Duncan de vermaarde danseres, was van haar Europeesch tournée teruggekomen en het Parijsche publiek bleek fijnzinnig ge noeg om te onderscheiden tusschen kunst en erotiek. Mata Hari verlegde haar operatie terrein dan ook wijselijk naar het buiten land: Duitschland werd bezocht, waar zij optrad in den „Winter gar ten". Den Haag kwam aan de beurt, dat haar kon aanschou wen na een opvoering van „Lucia di Lam- mermoor"; Mata Hari zou „Folies francaïses" ten beste geven, begeleid door muziek van Couperin. De herdersdans. dien zij uitvoerde voor een rustiek décor, oogstte maar matig bijval. Of het dit gebrek aan succes was dat een einde maakte aan haar „artistieke" loop baan dan wel de realiteit van het oogenblik haar tot andere besognes riep, valt niet te zeggen. Maar toevallig zal het wel niet ge weest zijn. dat zij in Juli 1914. bii het uitbre ken van den oorlog, plots haar villa in Neuil- ly verliet en haar buitenlandsche tournée begon Wereldoorlog en dans kunst. In dat licht beschouwd was haar contact met den chef van den Duitschen spionnage- dienst. den „man met de honderd maskers", zooals hij werd genoemd, op z'n minst merk waardig, evenals haar verblijf op plaatsen van strategische beteekenis. Zoo scheen zij plots dringende behoefte gevoelen om in Vittel de baden te gaan gebruiken en haar Russischen Masloff. die aan het front zwaar gewond was. te verplegen. Eigenaardig; de aldaar gevestigde luchthaven van het Fran- sche leger had meer haar aandacht dan het geneeskrachtige water en vriend Masloff bleek te dien tijde gezond en wel bij den veld dienst te zijn. De Fransche contra-spionnage dienst stelt haar listig op de proef door een geheime opdracht, die haar via Madrid. En geland en Holland naar België zou voeren en verzamelt voldoende bezwarend mate riaal om tot haar arrestatie te kunnen over gaan. In Januari 1917 werd zii in het Elysée Palacehotel gearresteerd en gevankelijk over gebracht naar St. Lazare, waar zii dag en nacht werd bewaakt door de barmhartige zusters der Orde Marie-Joseph du Dorat. Acht maanden duurde hara arrest; toen de krijgsraad uitspraak deed luidde het vonnis, ondanks het. hartstochtelijk pleidooi van den grüzen verdediger Mr. Clunet. doodstraf. Ter- wiil Mr Clunet het hoofd in de handen ver borg speelde een giimiepv. om de lippen van Mata Hari, toen zij met onbewogen stem mededeelde, beroep aan te teekenen. Evenals het cassatieverzoek dat daarop volgde, werd het afgewezen. Nóg kon Mata Hari gered wor den: persoonlijk bezocht Mr. Clunet den President der Fransche Republiek, Poincaré en op de knieën moet hij dezen hebben ge smeekt, aan zijn cliënte gratie te verleenen tevergeefs. Mata Hari's laatste uren. 15 October 1917, bij het krieken van den morgen verschenen de gerechtsambtenaren in haar cel; Mata Hari was, dank zij 't toe gediende slaapmiddel, nog in diepe rust; zuster Léonide. die haar maanden lang be waakt en getroost had. knielde in gebed verzonken. Enkele seconden slechts was Mata Hari bij haar ontwaken overweldigd door de schrikkelijke realiteit van het oogenblik dan hervond zij haar Eelfbeheersching. „Vrees niet. zuster, ik zal weten te sterven zonder zwakheid; ge zult een schoonen dood aanschouwen", bemoedigde zij. Dan kleedt zij zich in een lichte japon, kapt zich zorg vuldig. slaat haar met kostbaar bont afge- zetten mantel om en is gereed. Uit de han den van pastoor Arboux, met wien zij zoo menig vertrouwelijk gesprek voerde, ontvangt zij den doop. Nog weet zij een woord van troost te vinden voor zuster Léonide. die haar tranen niet langer kan bedwingen: „Kom, moedertje, huil maar niet meer ik vertrek immers alleen maar van een groot station, waar men nooit meer aankomt". De automobiel staat gereed om haar naar de plaats, waar het executiepeleton is opge steld te voeren. Waardig stijgt zij in, geen spoor van vrees is op haar gezicht te lezen tijdens den macaberen rit en met opgeheven hoofd gaat zij tusschen de beide rijen sol daten. die ter eere van het Vaderland en het Recht het geweer presenteeren. Strak staan de gezichten, stram zijn de lichamen van de twaalf soldaten, die het vonnis zullen moeten voltrekken. Mata Hari heeft den blinddoek geweigerd: onbewogen zien haar oogen, dezelfde die zoo menig hart sneller deden kloppen, in de ijlte van den stillen herfstmorgen. Een laatste handgroet daar gaat de sabel van den commandeerenden officier omhoog, twaalf schoten vallen. Mata Hari zinkt op de knieën, zakt dan in elkaar: een genadeschot heeft een einde gemaakt aan een verdoold leven Niemand eischt het stoffelijk overschot- op: vèr zijn. uit vrees zich te zullen com- promitteeren. de vele vrienden. En terwijl een verlatene ten grave wordt gedragen door vreemde handen, slaat ergens Mars een blad zijde om van een sinister dagboek, waarbo ven de historici den titel schreven: „episode uit den wereldoorlog". C. J. E. DINAUX. Weet U ook al dat de firma die zoo'n kolossaal succes heeft met PEUGEOT, nu tevens beslag heeft kunnen leggen op het De EENIGE PRIJZEN van De EENIGE ECHTE 4-pers. wagen die l op 18 loopt. PRIJZEN vanaf 1250.— Werkplaatsen: IIEERENVEST 116—122. (Adv. Ingez. Med.) Diet Kramer. Roeland Westwout. Uitg. Mij. Holland. A'dam. Wij hebben van deze thans zeer in trek zijnde schrijfster haar „Begin" hier inder tijd besproken, en met waardeering van haar qualiteiten gewag gemaakt. Zij geldt als kenster bij uitnemendheid van de psyche-der jeugd onzer dagen, een kennis die misschien voortdurend in evolutie verkeert, daar de jeugd van vandaag weer belangrijk schijnt te verschillen van de jeugd van gisteren. Tenminste, zoo moet het ons ouderen wel voorkomen als wij bij die jeugd ons oor te luisteren leggen en daar dan vernemen, dat axioma's van een paar jaar geleden alweer door hun tegengestelde vervangen zijn. Vrij zeker is het dat de jeugd eerder bewust-rijp is dan vroeger, en dat de wijze waarop zij met die vervroegde zekerheden omspringt nog aan allerlei mutaties onderhevig is. En al mogen die zekerheden nu niet direct voor iedereen zooveel zekers bevatten, het feit dat de jeugd ze als zoodanig aanvaardt maakt, dat ze niet verwaarloosd mogen wor den bij het beoordeelen van het doen en la ten dierzelfde jeugd. Per slot van rekening is er niet zoo heel veel nieuws onder de zon en is de kern van hetgeen de jeugd van vroeger dacht en droomde niet zoo verbijste rend anders dan hetgeen die van vandaag beroert. Alleen het tempo is versneld en de uitingsvrijheid is ruimer geworden. Of de jeugd daarmee nu zoo bijster gebaat is, blijft een tweede. Als ik mij goed herinner waren de dra matis personae van „Begin" jongelui van twintig, twee-en-twintig jaar. In Roeland Westwout maken wij kennis met een groep H.B.S.-scholieren, jongens en meisjes, waar van bijvoorbeeld Roeland al op zijn zeven tiende jaar een levensquaestie oplost met een rustige zekerheid die, hoe sympathiek ook, toch wel wat praematuur lijkt. Als het meis je waarvan hij houdt en dat ook hem lief heeft men schrikt van dat groote woord bii een kind van zestien bij een wagen botsing overreden wordt en na langen tijd wel herstelt maar voor haar leven verminkt zal blijven, dan schildert Diet Kramer ons beider emoties, twijfel en verzekerdheid buitengewoon knap dat dient gezegd maar belast den lezer tevens met vraagtee- kens. die hij bij deze jeugdige oud menschen- wijsheid zou willen plaatsen. Indien de ont wikkeling van ons geslacht voortgaat zich op deze wijze te voltrekken, dan behoort het niet tot de onmogelijkheden dat een latere Diet Kramer ons met een roman verblijdt, waarin eenige leerlingen van Montessori met even groote stelligheid weten wat hun te doen staat in de vaak zoo netelige posities, waarin het leven ze brengen kan. Waarmee ik maar zeggen wil dat Roeland een schat van een jongen is, maar dat het- wil schij nen dat Diet Kramer zijn levensklok nog een paar jaar vooruit had kunnen zetten. Men moet echter toegeven dat hij dan niet meer in het milieu gepast zou hebben, door de schrijfster met zoo groote genegen heid en met zooveel begrip van jeugd en jongelingschap beschreven. Dat is het milieu van tante Elsa, met haar man waarlijk een stel ideaal-paedagogen voor het opgroeiend geslacht. Tot waar het ongeval met Mies ge beurt is in dien kring alles van een zeld zame harmonie en welluidendheid, waarin zelfs de komst van de verwende Indische Paula geen duurzame wanklank brengt. Tante Elsa en haar man hebben behalve hun eigen beide jongens nog vier andere kinderen in huis en die zeer uiteenloopende karakters te schetsen, juist in die moeilijke jaren der opkomende puberteit, is der schrijf ster best toevertrouwd. Zii is buitengewoon goed thuis in de terminologie en den ge- dachtengang van wat men onder feen deel van) de hedendaagsche jeugd verstaat en haar tante Elsa is het niet minder. Vandaar dat het er een korte periode door de aan- vangsmoeilijkheden met Paula uitgezonderd ook voor die jeugd een ideaal huishouden is. Alles loopt er op rolletjes en zelfs als Paula even dreigt te dérailleeren wordt alles ten beste gekeerd. Het is bijna de burgerlijke braafheid van Van Alphen, met een ultra modern jasje aan. en van de levenswijsheid van tante Elsa zou Van Alphen geen kaas gebeten hebben. Van Alphen zou Diet Kramer vermoedeliik niet zoo apprecieeren als wij dat doen. Wij staan haar altijd nog wel een beetje nader. Roeland Westwout is. alles welbeschouwd, een alleraardigst frisch boek. al raakte zii in ..Begin" misschien dieper sniidende mutaties in het. jeugdleven, dan in dit. nieuwe werk dat meer het groote kinderen-leven omcir kelt. En dan nog houde men in het oog dat deze praatgrage jeugd wel een symptoom van den tijd, maar niet van het gansche volk is. J. H. DE BOIS. Nieuw uitgekomen boeken: A. DEFRESNE. Dp wonderlijke familie. Roman 417 pag. A'dam Uitgeverij De Spieghel. LOUISE ANDREWS KENT. Op reis met Marco Polo. 250 pag. Zutphen. W. J. Thieme Cie. KERST ZWART. In en om het kleine dorp. Vertelsels in rijm en onrijm. 217 pag. Dezelfde uitgevers. AMY GROSKAMP-TEN HAVE. Moeder. Roman. 345 pag. Baarn. Hollandia- Drukkerij. W. ACKERMANN. Vlucht met Elisabeth. De vertaling uit het Duitsch, ingeleid door A. Viruly. 211 pag. Amsterdam. REVÓLUTIÓNNAIRE LIEDEREN uit Ne derlands verleden, verzameld door Dr. P. van Noorden. Geïllustreerd. 188 pag. A'dam Uitgeverij Pegasus. F. E. SILLANPaa. De weg van een man. Ro man uit het Finsch vertaald door S. van Praag. 229 pag. A'dam, J. M. Meu- lenhoff. De Bs. Wat «laar in zit Uoiut er in terug' Als de waschmanden binnen' komen, wordt iedere wasch zorgvuldig gesorteerd en van het begin tot het einde geheel afzonderlijk behandeld.Vergissen is menschelijk, maar door ons moderne systeem is zoekraken practisch uitgesloten. Voor Uw wasch staan wij in. Gedeeltelijke Mangelwasch 20 ct. p. K G. Algeheele Mangelwasch 25ct.p.K.G. Eenvoudige opmaakwasch. 30ct.p.KG. Nsamt U de proel aam, iluur ont a»eo onderstaande coupon Wilt U a.s. daguur proefwasch halen bij Wasscherij Bleekersvaartweg 13 - Heemstede - Tel. 28189 Adv. Ingez. Med.) PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE RADIO CENTRALE OP ZONDAG 24 OCT. Progr. I Hilversum I. Progr. II Hilversum H. Progr. III 8.35 Fransch Brussel, 8.45 Pauze, 8.50 Keulen, 10.20 Fransch Brussel. 10.50 Keu len. 1.20 Ned. Brussel, 2.20 Fransch Brussel, 2.35 Ned. Brussel. 3.20 Keulen, 5.20 Parijs Radio, 7.20 Pauze. 7.25 Weenen, 9.20 Fransch Brussel, 11.05 Berlijn. Progr. IV 8.30 Ned. Brussel. 10.50 Diversen, 11.45 Ned. Brussel, 12.50 Droitwich. 2.20 Di versen, 2.40 Droitwich, 3.20 Fransch Brussel, 5.20 London Regional, 6.35 Droitwich, 9.05 Di versen. 9.25 Droitwich, 11.00 Boedapest. 11.25 Parijs Radio. Progr. V 8.3012.00 Diversen. PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE RADIO-CENTRALE op Maandag 25 October 1937. Progr. I Hilversum I. Progr. II Hilversum II Progr. III 8.00 Keulen; 9-20 Deutschland- sender; 9.50 Keulen; 10.00 Diversen; 10.35 Parijs Radio; 12.05 Droitwich; 12.20 Ned. Brussel; 1.30 Fransch Brussel; 2.20 Diversen. 3.20 Keulen; 4.20 London Regional; 5.20 Pa rijs Radio; 6.20 Keulen; 6.30 Leipzig; 8.20 Rome; 9.20 Lyon La Doua; 10.50 Fransch Brussel; 11.20 Diversen. Progr. IV. 8.00 Ned. Brussel; 9.20 Diversen, 10.35 Droitwich; 11.35 London Regional; 12.45 Droitwich; 1.20 London Regional; 4.20 Droit wich; 8.05 London Regional; 8.50 Droitwich. 11.05 London Regional; 11.20 Droitwich. Progr. V 8.00—7.00 Diversen. 7.00 Eigen gramofoonplaten-concert: Po pulaire muziek. 1 Graf Zeppelin's Weltreise. Symphonie- orkest; 2 White flowers of the Islands, Troise met orkest; 3 Leise klingt eine Melodie, Adal bert Luter: 4 Good old tunes 2 deelen, Co ventry Hipt>. orkest; 5 Die kleine Patrouille, Dajos Bela; 6 Tee bei Maikafer. Dajos Bela. 7 Ernst en Luim. Polydor Strijkorkest. S El Gaucho. Troise en orkest; 9 Nachtliche Heerschau, Dajos Bela: 10 Vergiss mein nicht. Adalbert Lutter; 11 Puppe und Ham- pelmann, Dajos Bela; 12 Um das blaue Band, Paul Godwin. 80012.00 Diversen. DUIDELIJK GESTELDE VRAGEN van alle Abonnês van Haarlem's Dagblad worden door een specialen Redacteur en zijn talrijke medewerkers zoo mogelijk en ten spoedigste beantwoord. De vragen moeten worden geadresseerd aan de 'Redactie. Groote Houstraat 93. met duidelijke vermelding van naam en icoon- plaatsVragen, waaraan naam en adres ontbrekenworden terzijde gelegd. De namen der vragers blijven redactie- De antwoorden worden per auto GEHEEL KOSTELOOS thuis bezorgd. Alleen die vragen, welker beantwoording voor vele anderen behalve den vrager, van nut kan zijn. worden tevens in ons blad ge plaatst. PLANTEN. VRAAG: 1. Wanneer moeten' de geranium- planten naar binnen en hoe kan Ik ze overhou den? Een zolder heb ik niot en «Ie kolder is te vochtig. 2. Is het goed mijn eactusplantje nu te ver potten en is bladaarde daarvoor geschikt? Moe ten ze in een verwarmd vertrek meer water heb ben dan in een koud? ANTWOORD: 1. Ongeveer half October. De onderste bladeren er at' plukken en do planten zetten op een lichte, koele plaats, doch vorst- vrij. 2. Neen, wachten met verpotten tot het voor jaar. Gewone tuingrond en daar doorheen pot scherven is het hoste voor grondmengsel. Wat oude, droge koemest daardoor is wenschclljk.Een te warme plaats veroorzaakt walluis, doch vorst- vrij is noodig. VRAAG: Hoe kan men een ster van Bethlehem stekken? Hoe kun ik dat het beste doen? ANTWOORD: Jonge, sterke scheutjes er af nemen en deze in een potje gevuld mot bladaar de en scherp zand zetten. U kunt hierme het beste wachten tot half Maart en dan in een bak zetten. U kunt de plant ook heel goed scheuren, dit is verdeelen in eenige stukken, zoodat. ieder deel wortels blijft houden. VRAAG: Kan men een Fransche geranium overhouden? Moet die 's winters nog water heb ben of op een donkere plaats staan? ANTWOORD: Ja, op eon lichte vorstvrlje plaats bewaren MILITAIRE ZAKEN VRAAGTot wien moet ik mij wenden voor opleiding tot militair vlieger? Welke leeftijds grens is hiervoor gesteld en welke diploma's ver- eischt? ANTWOORD: Voor u is het de eenvoudigste wijze om op het garnizoensbureel ln de Kazerne aan den Koudenhorn. alhier, persoonlijk te in- formeeren of er vrijwilligers voor die opleiding worden aangenomen van uw leeftijd en met de wetenschappelijke ontwikkeling, technische ken nis en lichamelijke gesteld, die gij bezit en ook welke onkosten daaraan verbonden zijn. RECHTSZAKEN VRAAG: Mijn vrouw Is overleden. Moot ik nu nog mijn schoonouders steunen? ANTWOORD: Als er uit uw huwelijk kinde ren zijn blijft u onderhoudsplichtig: zijn er geen kinderen dan eindigt met het overlijden van uw vrouw uw onderhoudsplicht. DIEREN. VRAAG: Ik heb last van mieren en vliegende mieren. Hoe kan ik die afdoende verwijderen? 1-Iet. nest zoeken lijkt mij onmogelijk. ANTWOORD: Petroleum ln de uitgangen van het nest spuiten. Bovendien verdwijnen ze ln deze maand vanzelf door de koude. RECEPTEN. VRAAG: Hoe maakt Ik zuurkool in? ANTWOORD: 3 witte kooien. 4 snvoyckoolen. 90 gr. zout, 10 gr. zwarte peperkorrels. 10 gram jeneverbessen. Ontdoe de kool van de buitenste bladeren, snijd ze in de helft. Verwijder deti harden stronlc en snipper de kool in zeer fijne, lange snippers liefst met een koolmes. Wasch deze en laat ze uitlekken. Kneed dan de kool zoo lang mot het zout, tot zich pekel vormt. Vermeng ze met de peperkorrels en jeneverbessen en pak ze in een schoongemaakte!» Keulschen pot. Sluit dezen goed af. DIVERSEN. VRAAG: 1. Zoudt u me kunnen Inlichten om trent correspondentie met buitenlandsche jongens en meisjes van H. B. S. enz.? 2. Bestaat er in Nederland een bureau, dat hieromtrent Inlichtingen verstrekt' 3. Maar moet ik mij vervoegen? ANTWOORD: Wend u tot mej. Pakker, van do Intern. Ver. voor Wereldvrede en Vriendschap, Engelszstraat 48 of tot den heer Roomers (die juist een vereenlging met het door u gewenschte doel aan het oprichten is), Hofmeyerstraat 8. VRAAG: Hoe maakt men mica van haarden schoon? ANTWOORD: Met azijn afwrijven. VRAAG: Hoe kan ik een witte tafzijden japon, die door het wasschen slap geworden is, weer stijf maken? ANTWOORD: In een oplossing van gummi Arabicum dompelen en daarna aan den verkeer den kant met niet te warme bout strijken. VRAAG: Hoe krijg lk een zwart marmeren schoorsteen glanzend zwart? Wrijven helpt niet. ANTWOORD: Met zwarte marmer was goed en stevig ln- en uitwrijven. VRAAG: Hoe maak ik een lichte gabardine regenjas schoon, zoodat hij goed waterdicht blijft? ANTWOORD: Eerst in sterke, neutrale zeep goed wasschen, lauw warm water, uitslaan en m min. laten uitdruipen. Dan In oen oplossing van 250 gr. fijne aluin op 12 L water 15 min. be handelen. Uitslaan en glad ophangen buiten of in de tocht. Tn geen geval echter bij do kachel. VRAAG: Hoe kan ik een vuil geworden wit vil ten hoedje weer schoonmaken? ANTWOORD: In benzine, waarin wat mag nesia is gedaan, goed afschuieren, daarna met het fijnste schuurpapier voorzichtig afschuren. VRAAG: Ik heb op mijn blauw garen, puk mosterd vlek ken; hoe kan ik die hel host verwlj- ANTWOORD: Met heet water good afschuie ren, daarna met leeren lap zoo droog mogelijk kloppen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 11