E H HU ZAALBERG-DEKEN D Wellner-Wello rGIIXETTE S TRIOMF. met het Stainless" mesje 75 ets. PER Vijf DONDERDAG 28 OCTOBER 1937 HAARLEM'S DAGBLAD 7 VOOR DEN- L_ -KANTONRECHTER Dronken of niet. Een autobestuurder kwam op 12 Aug. op de Buitenrustbrug op de linkerzijde van den weg in botsing met een tegenkomer, die nog trachtte door op het voetpad uit te wijken, de botsing te voorkomen. Door den schok schoot de aanrijder naar den rechterkant en bleef daar staan. De brugwachter kwam er bij en meende, dat de bestuurder beschonken was, waarom hij hem verder rijden belette, tot de politie was gekomen. Deze nam den bestuur der mee naar het bureau, waar hij voor dron kenschap werd ingesloten. De bestuurder stond thans terecht, omdat hij in staat van dronkenschap een auto had bestuurd. Als verdediger trad op Mr. v. Essen uit Am sterdam en het ging tusschen dezen en den ambtenaar van het openbaar ministerie voor namelijk over de vraag of de politie in staat is te constateeren, of iemand dronken is. Ver dachte had, toen hij op het bureau was, ge vraagd om een dokter, die over zijn toestand had moeten oordeelen, hetgeen was geweigerd. De verdediger achtte dit verkeerd, doch de ambtenaar juichte het toe. Deze meende, dat politieambtenaren wel degelijk bevoegd zijn om te constateeren of iemand dronken is en daar hier een inspecteur en twee agenten verklaren, dat de man naar alcohol riekte, on vast ter been was, onlogisch en onsamen hangend sprak en waterige oogen had, zoo dat zijn opsluiting noodig werd geoordeeld, behoeft aan de dronkenschap niet te worden getwijfeld en was een doktersonderzoek niet noodig. De verdediger beriep zich op een autoriteit als Dr. Ruysch, die op een congres van de vereeniging ter bestrijding van alcoholisme gezegd had, dat dronkenschap slechts me disch vastgesteld kan worden. Verdediger be weerde, dat'zijn cliënt slechts 2 a 3 glaasjes bier had gedronken in Amsterdam, wat zijn passagier, een Deensche padvinder, zou kun nen bevestigen, maar die kon hier niet zijn. Evenwel had hij een brief geschreven, waarin stond, dat z.i. de bestuurder niet dronken was. De ambtenaar hechtte niet veel waarde aan die verklaring, want volgens getuigen zou de padvinder zelf dronken zijn geweest en na de aanrijding de beenen genomen hebben. De ambtenaar eischte 14 dagen hechtenis met een jaar ontzegging van rijbevoegdheid. De kantonrechter achtte eveneens dronken schap bewezen en veroordeelde tot een week hechtenis met een jaar ontzegging. Het kraaltje in het oor. Heden werd de zaak voortgezet tegen een verpleger uit een der ziekenhuizen hier ter stede, die een kind, dat een kraaltje in het oor had gekregen, zou hebben behandeld, wat beschouwd werd als onbevoegd uitoefenen der geneeskunde. De verpleger had in het oor ge spoten en geprobeerd met een haakje het kraaltje te verwijderen, wat niet gelukt was. Toen had hij het kind heengezonden met de verzekering, dat het z.i. geen kwaad kon, dat het kraaltje in den gehoorgang zat; den vol genden dag zou men dan een dokter kunnen raadplegen. Het kind kreeg echter een her senontsteking en is gestorven. Op de vorige zitting had een specialist als zijn meening te kennen gegeven, dat hetgeen de verpleger ge daan had, wel werk was dat een dokter be hoorde te doen, ofschoon de verpleger, die de geneesheeren op de kliniek assisteert, niet als een leek was te beschouwen en hem onder dokterstoezicht ooruitspuitingen konden wor den toevertrouwd. De zitting was indertijd ge schorst, omdat men den dokter wilde hoor en, bij wien de vader van het kind zich met het patientje had vervoegd vóór hij naar het gast huis ging. De dokter, die geen gelegenheid had, het kind te behandelen, zou den vader naar het gasthuis hebben verwezen. De dokter, thans als getuige gehoord, ver klaarde dat, toen de vader zich met het kind" bij hem vervoegde, hij getracht heeft, de kraal met lauw water te verwijderen, maar het kind was zoo onhandelbaar, dat de vader het niet kon vasthouden, zoodat het den dokter on mogelijk was het kraaltje te verwijderen. Om dat de dokter bovendien haast had, aangezien patiënten op hem wachtten, gaf hij den va der den raad naar het gasthuis te gaan, belo vende deze inrichting te zullen opbellen, doch door drukke bezigheden had hij dit vergeten. Op een vraag van den verdediger verklaarde getuige, dat hij het kind naar het gasthuis had verwezen, omdat het zoo onhandelbaar was, niet omdat hij zichzelf onbevoegd achtte het kraaltje te verwijderen. Vervolgens werd als getuige-deskundige Dr. Eysvogel gehoord over de vraag of de han delingen van den verpleger buiten diens be voegdheid vielen. Getuige acht het moeilijk, hierop een posi tief ja of neen te zeggen, want de grenzen zijn voor verplegend gediplomeerd personeel zeer moeilijk te trekken. De ambtenaar stelt nu de positieve vraag of in dit geval het tasten met een haakje naar een van buiten niet zichtbaar kraatje een handeling is, die een medicus had moeten doen. Getuige zegt, dat in het algemeen die han deling wel door den broeder verricht had mo gen worden. Het was hier aanvankelijk een algemeen geval, maar is door het ongelukkig verloop een bizonder geval geworden, wat niet te voorzien was. Het feit, dat het kind door een medicus naar het gasthuis is gestuurd, niet speciaal om de behandeling van een oorarts te heb ben, maar omdat daar voldoende personeel aanwezig was, duidt er op, dat de dokter het geval niet als ernstig of bijzonder beschouw- de. De ambtenaar zegt, dat volgens het oordeel van Dr. Hulst, die de lijkschouwing heeft ver richt, niet kan worden gezegd of de verple ger schuldig is aan den dood van het kind, zoodat dit buiten beschouwing moet blijven; alleen blijft de vraag over, of de verpleger de verrichte handelingen had mogen doen. De ambtenaar meent, dat, steunende op de ver klaring van Dr. Kamminga, in dit speciale ge val, de verpleger iets heeft gedaan, wat al leen een medicus mocht doen. Een tweede vraag is: Levert het verrichtte hier een strafbaar feit op? Is het hier een be roeps- of bedrijfshandeling? Financieel belang is hier zeer zeker buiten gesloten. Is het op zichzelf staande geval vol doende voor uitoefening van een beroep? Aan de hand van de geschiedenis der wet ver klaart de ambtenaar, dat een enkele daad uitoefening van het beroep van geneeskundi ge kan zijn. Nog moet in aanmerking genomen worden, dat de vader naar het gasthuis ging om ge neeskundige hulp. Dat alles doet spreker concludeeren, dat hier wel een overtreding van art, 436 is gepleegd. Voorts meent de ambtenaar, dat verdachte een bekwaam verpleger is, die echter zijn kracht in dit geval heeft overschat en eischt een geldboete van 40. Mr. Tonino, de verdediger, meent, aan de band van verschillende arresten, dat voor Altijd, smetteloos blank! Dat is het gróóte voordeel van Wellner-Wello tafelgerei. Zonder poetsen blijft het altijd prachtig,, omdat het door en door vlckvrij is! En practisch onverslijtbaar. Ook is Wellner-Wello niet duur. Voor iets aparts. (Adv. Ingez. Med.) strafbaarheid allereerst noodig is, dat de handelingen in het bedrijf moeten geschieden en dat bij bedrijf steeds sprake moet zijn van betaling in geld. De verdediger acht hier geen bedrijf aan wezig en meent, dat bovendien de handelingen zijn verricht naar aanleiding van een medische opdracht. Ooruitspuiten is volgens den verde diger iets wat een verpleger mag doen. Het tasten met het haakje vindt pleiter ook geen medische handeling. Hij concludeert tot ont slag van rechtsvervolging. Bij veroordeeling zou het voor verplegend personeel practisch onmogelijk zijn, zijn werk te doen en zou een ziekenhuis niet kunnen bestaan, omdat er tal van handelingen zijn, welke met de geïncri mineerde op één lijn zijn te stellen. Uitspraak over 14 dagen. Operette „Je moet maar boffen!'' A.s. Zaterdag, Zondag en Maandag komt het gunstig bekend staande Revue- en Operette-Gezelschap Nol Stanowsky uit Am sterdam in de Gemeentelijke Concertzaal al hier een voorstelling geven van de revue ,,Je moet maar boffen!", een zoogenaamde non stop operette in drie bedrijven door Hans Nesna. De muziek is van Louis Noiret en de regie berust bij Nol Stanowsky. Deze operet te, die aan de bezoekers drie uur van uitbun dige pret en jool bezorgt, heeft o.a. in Am sterdam, Rotterdam en Den Haag een groot succes gehad. Medewerkenden zijn Berry Kievits, Jo Vischer, Teddy Goëth, Frits Scha kels (de Hollandsche Joe Brown), Beppie Diepbrink, Harry van Westen, Lena Eman, Sophie Mattonie, William Ray en Nol Sta nowsky zelf. Het orkest staat onder leiding van Willem Burger. Het gezelschap maakt met dezen wereld-schlager een triumftocht door ons land. ■tnei Vwrt Kon. Ver. Oost en West. Jhr. Dr. J. C. Mollerus vertelt over zijn reis naar West-Indië. Het is zoo-langzamerhand een goede, oude gewoonte gewórden, dat Jhr. Dr. J. C. Mollerus elk nieuw winterseizoen een aantal lezingen houdt over zijn diverse reizen. Gisteravond sprak de heer Mollerus voor de Kon. Vereeniging Oost en West in restaurant Brinkmann over zijn jongste reis, die hij dit maal naar West-Indië heeft gemaakt. Nadat de voorzitter van de afdeeling Haar lem, de heer P. L. van Bueren eenige inlei dende woorden had gesproken, nam de heer Mollerus het woord. Op de reis naar West-Indië wordt allereerst het bekende touristen-eiland Madeira aange daan. Madeira is ook voor Nederland van economisch belang daar in ruil voor de touris- ten die de Nederlandsche schepen in den zo mer aanbrengen, deze schepen eiken winter aardappelen en uien naar West-Indië bren gen. Het eerste der West-Indische eilanden dat men na het vertrek uit Madeira aandoet is het onder Engeisch beheer staande eiland Barba dos dat temidden van koraaleilanden uit de Caraïbische Zee oprijst. Het eiland Trinidad dat vervolgens aangedaan wordt is beroemd om zijn asfalt. Het asfalt komt in het meer Labreja automatisch uit den bodem. Met een spithouweel wordt het weggehakt, het gat dat hierdoor ontstaat wordt weer vanzelf aange vuld. Na Trinidad werd Venezuela bezocht. De hoofdstad Caracas, is uit touristisch oogpunt bezien van niet veel belang en valt eenigszins tegen. In Venezuela is geen belasting bekend, doch de invoerrechten op buitenlandsehe ar tikelen zijn zóó hoog, dat het leven toch niet goedkoop is. Van Venezuela ging de reis naar Curagao. Curacao is in 1499 ontdekt doch eerst in 1915 is er de olie gevonden waaraan het eiland zijn ontwikkeling ontleent. De belangrijkheid van dit gebiedsdeel is voor een deel gekoppeld aan het vinden van ruwe olie in Venezuela, die in Curacaosche raffina derijen wordt verwerkt. Naast dit olie-bedrijf zijn er. in Curacao haast geen takken van be drijf waarvan de bevolking zou kunnen be staan; het eiland is dus zeer eenzijdig ge oriënteerd. Naast de olie heeft Curacao echter een be langrijke bron van inkomsten in het vreem delingenverkeer. Er zijn op dit eiland naar sprekers meening te veel detail- of winkelbedrijven. Eigenaardig is het diat op Curacao 1 M3. drinkwater f 2.50 kost. Het water-probleem is dan ook zeer urgent en men moet met het water uiterst zuinig zijn. Land en tuinbouw producten zijn dan ook zeer duur. Aruba is lang zoo vlak niet als Curacao, ook op dit eiland is de watervoorziening een lastig vraagstuk. Tenslotte vertelde spreker nog een en ander over Suriname. De moeilijkheden die reeds zoovele tientallen jaren daar bestaan hebben zijn nog lang niet opgelost. De consequenties van de opheffing van de slavernij in 1865 hebben vooral voor de suiker plantages funeste gevolgen gehad. Na de pauze werd de interessante K.L.M.- film over West-Indië vertoond en eenige lan taarnplaatjes. (Adv. Ingez. Med.) MARATHON-DANS. Charlotte Kohier. Nog nooit te voren heeft Charlotte Kohier een zoo groot sucecs met haar voordrach ten gehad als thans met Marathon-Dans. Omdat op den tweeden avond onze Stads schouwburg geheel was uitverkocht en velen moesten worden teleurgesteld, zal mevrouw Kohier hier Zaterdag 30 October een herha ling gevan van Marathon-Dans. Wederom is de naam Gillette verbonden aan de jongste vooruitgang in de fabrikatie van veiligheids-scheermesjes. Wederom zijn het de in genieurs van Gillette geweest, die een stap genomen hebben ter verbetering van het zelf- scheren. Thansna jaren van onafge broken, wetenschappelijke onderzoekingen, bieden zij U hun grootste succes aanhet StainlessGillette mesje. Omdat deze mesjes gemaakt zijn van "Stainless Steel" is oxydatie der snij kanten tot een minimum beperkt geworden. Zij kunnen daardoor langer gebruikt worden en de zeer scherpe snijkanten zullen U het scheren tot een genot maken. Na het scheren draait U de schroef slechts een weinig los, spoelt apparaat met mesje in water schoon en zet het daarna, zonder af te drogen, weg- Beschadiging der snijkanten wordt daardoor vermeden en het uit elkander nemen van het apparaat overbodig gemaakt. Vermindert Uwe kosten voor scheren. Bespaart tijd en moeite. Koopt een pakje Stainless Gillette mesjes bij Uw leverancier. (Adv. Ingez. MedJ GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN Inlichtingen aan het bureau van politie, uitsluitend tusschen 11 en 13 uur. Terug te krijgen bij: Politiebureau, Smede- straat handschoenen en ceinturen; bril; num merplaat; hondenpenning; Van der Veen, Pleiadenstraat 21; Melchior, Siriusstraat 38! halsband; Rooden, Pijlslaan 122. damespols horloge; Fauna, hond; Hinlooten, Tuindorp laan 16, heerenhorloge; Scholtens, Spruiten- boschstraat 10, damesarmbandhorloge; Struy kenkamp, Javastraat 27, hond; Fauna, kat; Fauna, kat; Fauna, kat; Heemskerk, Adriaan de Jongestraat 36, portemonnaie met inhoud Leeunk, Brouwersstr. 64. pak; de Lijn, Hoo- gerwoerdstraat 45, rijwielplaatje; Bijster, Bisschop Ottostraat 22, rijwielplaatje; Goos- sens, Wagenweg 62, gymnastiekschoen; Van Boogaart, Harmenjansweg 57 AA, dames schoen; Breeuwer, Nagtzaamstraat 46, vul potlood. Een {joede kosl f ÏO.- (Adv. Ingez. Med.) V ertellini Namaak. door ANRIES BUYS. E vreemdeling maakte een schier on merkbare buiging in haar richting. Ivonne sloeg de oogen neer en wendde het hoofd af, maar een oogenblik later hoorde zij een stem naast zich: „Wilt u mij bij dezen dans vergezellen?" De uitnoodiging klonk haar vreemd in deze ongewone woorden, zij keek op, en zag in het gelaat van den vreemdeling. En voor zij er over na had kunnen denken, had zij zijn aanbod al aanvaard. Zij dansten samen en Ivonne's cavalier sprak zacht tegen haar, in Hollandsch met een sterk accent. Zij antwoordde slechts met een enkel woord, een enkele maal ook met een lachje. Zij keerden terug naar het tafeltje, waar aan zij gezeten had en de ander bleef een oogenblik praten. Het meisje was allerliefst, met groote donkere oogen en veel zwart haar. Geen oogenblik waren de oogen van den ander van haar afgewend, ook niet toen een lichte blos langzaam over het meisjes achtige gezichtje trok. Hij stelde zich voor: Donald Ferguson, en ook zij noemde haar naam, bijna onverstaanbaar: Ivonne Duy- singh. Toen Ferguson zich weer aan zijn eigen tafeltje gezet had, wenkte hij den kellner. „Weet jij misschien ook, wie dat meisje daar is, met dat zwarte haar? Ik heb daar net met haar gedanst?" De kellner keek aandachtig, toen ant woordde hij omzichtig: „Een logé van het hotel, meneer Ferguson. Vanmorgen is ze pas aangekomen". Ferguson knikte en de ander verwijderde zich. Maar een oogenblik later stond hij weel bij het tafeltje. Met gedempte stem zei hij: ..Tweede verdieping, kamer zes en zeven tig. meneer". Even glimlachte Ferguson, toen knikte hij, zonder den kellner aan te zien. Deze ver wijderde zich tevreden. De derde informatie, die Ferguson vroeg, en dus, waarschijnlijk, zijn derde gulden! En met een discreet ver maak zag hij zijn goeden klant weer in de nabijheid van het tafeltje van de logé der Tweede verdieping, kamer zes en zeventig. De nacht was helder en zoel en het groote dakterras van het Grand Hotel lag leeg en verlaten. Slechts flauw drong het schijnsel van de nachtverlichting uit de openstaande gangdeuren naar buiten. Lange palmbladen lispelden zacht in den wind en een onder drukt fluisteren was hoorbaar. Twee donkere figuren stonden geleund te gen de balustrade, uitziende over de stad daar ver beneden hen. Ferguson was aan het woord „Ja, hier zal ik blijven staan. Hieronder is een balcón. Het hoort bij de kamer naast de mijne. Die is leeg. Ze sluiten hier niet eens de ongebruikte kamers af. Daar ga je maar gewoon naar binnen, maar zorg, dat nie mand je de deur binnen ziet gaan. Het is laat genoeg, je hoeft niet bang te zijn, dat men je ziet. En als ze je zien.dan zie je er netjes genoeg uit, om een hotelgast te zijn. En nou, ruk in! Ik ga haar hierheen halen". Vrijwel geruischloos verdween Ferguson's met gezel in het donker. De ander keek hem na en zag zijn schim verdwijnen door een onverlichte dienstuitgang. Ferguson keerde zich met een vermoeid gebaar af van 'de balustrade, en liep in de richting van het trappenhuis. Eigenlijk voel de hij weinig voor dit heele experiment. Er waren oogenblikken in je leven, dat je bijna iets. als berouw kreeg, niet over je leven, maar over een klein stukje van dat leven. En dat berouw voelde hij nu, heel even. Ivonne was ontegenzeggelijk een lief kind. Het speet hém niet zoo erg om haar zelf, want zij had geld genoeg. Of liever gezegd, haar vader. Dat had ze, zoo onder het dan sen verteld. Haar vader was de een of an dere scheepvaartdirecteur in Wassenaar, in een machtige dure buurt! Neen, dat was het niet. Maar het dééd je zelf iets. Die en kele keer, dat je iemand ontmoette, die je iets meer kon schelen Maar hij schudde deze gedachten van zich af. Nonsens, zaken waren zaken! Ivonne was juist opgestaan van haar ta feltje, toen Ferguson de zaal weer binnen kwam, Met een glimlach trad hij op haar toe, ving den kellner op, die juist op haar af wilde komen. Ivonne had bezwaren; neen, dat moest hij niet doen. werkelijk, zij wilde voor zichzelf betalen. Maar Ferguson glim lachte slechts en zeide bij zichzelf: „je zult betalen". Maar hij had er zelf geen ple zier om. Het meisje naast hem bleef hem onder- tusschen een raadsel. Haar gezichtje, dat perzikzachte teint, haar onbevangen manier van spreken, dat alles wees op een jeugd, die nog geen kennis had gemaakt met het werkelijke leven. En aan den anderen kant zat dit meisje alleen in een danszaal zij het dan ook dat die bij het hotel hoorde en had zich weinig terughoudend getoond. Maar vooral dat laatste ging haar zoo open en kinderlijk af! Zij spraken zacht, over willekeurige onder werpen. Er groeide een sfeer van vertrou welijkheid tusschen hen, terwijl ze wat dwaalden door den tuin van het hotel. Ze spraken over hun jeugd, of reizen, over sterren! Dit was Fergusons lievelingsonder werp. Van daar leidde de weg naar den hel, en tusschen den hemel en den tuin was het dakterras! Ze stonden samen aan de balustradè. Fer guson's hand wees omhoog, zijn stem klonk gedempt, terwijl hij de namen noemde dei- sterren en sterrebeelden. Met toewijding schetste hij haar heel de hemelwereld. En Ivonne luisterde, zonder veel te antwoorden. Hij had zijn hand op haar haar arm gelegd, wees in de verte. En haar .hoofd keerde zij in de richting, waarin hij wees. Haar haren deinden in den nachtwind, langs zijn gelaat. En zacht, bep' -bt. legde hij zijn wang tegen haar hoofdje. Zij weerde h- liet af. samen stonden zij een oogenblik stil zoo, achter elkaar. Toen. met zachten drang, keerde hij haar om. Diep keken zijn oogen door den nacht in de hare, met een teeder gebaar omvatten zijn handen haar schouders en voorzichtig drukte hij haar tegen zich aan en kuste haar. En ter wijl haar handjes tegen zijn borst rustten, streelden zijn handen haar hoofd, haar hals. Niemand hoorde iets, ook niet de man, die op het balcon daaronder stond. Maar hij zag boven zich een hand verschijnen, er glinsterde iets, hij ving Abrupt maakte Ivonne zich lps uit zijn omarming. De ruime avondcape sloeg zij om zich heen en met een gefluisterd ..tot mor gen" was zij verdwenen. Even stond Ferguson verstomd. En even ook had hij spijt. Zoo jong, zoo eerlijk en onschuldig. En hij zocht zijn weg naar be neden. In zijn kamer vond hij zijn helper. Maar toen hij diens gezicht zag, welde on gerustheid in hem op. En voor hij iets kon zeggen, beet deze hem toe: „Echt goud, maar valsche steenen". „Dan toch allemachtig 'goed nagemaakt!" antwoordde Ferguson. Hij stak zijn hand uit. nam het sieraad aan en liet het in zijn binnenzak glijden Maar midden in deze beweging stokte hij. Even kwam er een trek van verbijstering op zijn gezicht. Hij vloekte. „Wat is er", vroeg de ander onrustig. „Mijn portefeuillestamelde hij. en dan: „Het serpent! En ik, stommerd die ik ben... Maar onverstoorbaar zei zijn metgezel:' ,Dus niet alleen die steenen waren nage maakt!" PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE RADIO CENTRALE OP VRIJDAG 29 OCT. Progr. l: Hilversum I. Progr. 2; Hilversum II. Progr. 3: 8.Keulen 8.50 Parijs Radio 11.35 Danmarks Radio 12.20 Ned. Brussel 2.20 Di versen 3.05 Parijs Radio 3.20 Keulen 5.50 Pa rijs Radio 6.20 London Regional 6.30 Pauze 6.35 Fransch Brussel 7.20 Diversen 8.20 Rome Progr. 4: 8.Ned. Brussel 9.20 Diversen 10.35 London Regional 5.20 Droitwich 9.40 Pauze 9.45 London Regional 10.20 Fransch Brussel 10.45 London Regional 11.20 Droitwich Progr. 5: 8.007.00 Diversen 7.Eigen gra- mofoonplaten concert: Herinneringen aan Weenen. 1. Wiener Volksmuzik, Dajos Bela; 2. Weaner Mad'len, Wiener Bohème orkest; 3. Vienna Cabman's song. George Boulanger; 4. Memories of old Vienna, Vienna orkest; 5. One night in Vienna, Gino Bordin; 6. Vien nese Memories, Reg. Dixon; 7. Wien, du Stadt meiner Traume, George Boulanger: 8. Ein Abend bei Paul Lincke, Strijkorkest met zang; 9. Geschichten aus dem W. Wald, Berl. Lehrer Gesangverein: 10. Das ist Johann Strauss, Wiener Bohème orkest; 11. El Turia Wiener Bohème orkest. 8.0012.00 Diversen. WtlKT ik* Cf DICHTEN AMSTERDAMSCHE VEEMARKT, Ter veemarkt waren aangevoerd: 207 vette kalveren: le kwaliteit 62—67, 2e kwaliteit 52—58, 3e kwaliteit 44—50 per K.G. levendgewicht. 37 nuchtere kalveren 712 per stuk. 178 varkens. Vleeschvarkens, wegende van 90110 K.G. 7172. zware varkens 7071, vette varkens 69—70 per K.G. slachtgewicht. Aangevoerd 2 wagons geslachte runderen uit Denemarken. VEEMARKT ROTTERDAM. Dinsdag 26 Oct. 1937. Totaal aanvoer 4065. Paarden 164, Veulens 6, Magere runderen 1424, Vette runderen 689, Vette kalveren 73, Graskalveren 413, Nuchtere kalveren 824, Schapen en lammeren 289. Var kens 3, Bokken en geiten 160. Prijzen per K.G.: Vette koeien le kwal. 74, 2e kwal. 66. 3e kwal. 5054. Vette ossen lê 73, 2e 65, 3e 50—54. Stieren le 67. 2e 63, 3e 59. Vette kalveren le 95, 2e 85, 3e 70—75. Schapen le 55. 2e 50, 3e 45. Lammeren le 65, 2e 60, 3e 55. Graskalveren 2e 54, 3e 44. Nuchtere kalve ren le 46. 2e 42, 3e 38. Slachtpaarden le 50, 2e 45, 3e 40. Prijzen per stuk; Schapen le kwal 31, 2e kwal 28, 3e kwal. 24. Lammeren le 21, 2e 18. 3e 16. Nuchtere slachtkalveren le 11, 2e 8. 3e 6. Nuchtere fokkalveren le 18, 2e 16, 3e 14. Slachtpaarden le 220, 2e 180,'3e 120. Werk paarden le 360. 2e 310, 3e 200. Hitten le 220, 2e 180, 3e 120. Stieren le 310. 2e 265, 3e 180. Kalfkoeien le 260, 2e 230, 3e 160. Melkkoeien le 265, 2e 235. 3e 170. Varekoeien le 200, 2e 160, 3e 130. Vaarzen le 180, 2e 135, 3e 105. Pin ken le 145. 2e 115, 3e 95. Graskalveren le 55, 2e 45, 3e 20. Bokken en geiten le 11, 2e 7, 3e 4. Omschrijving Dinsdagsche marktnoteering: Vette koeien en ossen, aanvoer ruim, han del kalm, prijzen lager, pr. koe 78, pr. os 76. Stieren, aanvoer grooter, handel matig, prijzen lager. Vette kalveren, aanvoer gewoon, handel traag, prijzen terugloopend, pr. kalf 1.05. Scha pen en lammeren, aanvoer als vorige week, handel stug, prijzen als gisteren. Nuchtere slacht- en fokkalveren, aanvoer iets grooter. handel tamelijk, prijzen dalend. Paarden, aan voer ruimer, handel stroef, prijzen lager. Kalf- en melkkoeien, aanvoer aanmerkelijk ruimer, handel redelijk, prijzen prijshoudend, genezen koeien van mond- en klauwzeer gingen nog boven noteering. Varekoeien, aanvoer grooter, handel redeiijk, prijzen hooger. zeer vette ex. gingen boven noteering. Vaarzen en pinken, aanvoer ruimer, handel tamelijk, prijzen on veranderd. Graskalveren, aanvoer veel ruimer handel sleepend. prijzen minder Bokken en geiten gewoon, handel matig, prijzen dalend.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 11