E
H
HU
ZAALBERG-DEKEN
D
Wellner-Wello
rGIIXETTE S TRIOMF.
met het Stainless" mesje
75 ets. PER Vijf
DONDERDAG 28 OCTOBER 1937
HAARLEM'S DAGBLAD
7
VOOR DEN-
L_
-KANTONRECHTER
Dronken of niet.
Een autobestuurder kwam op 12 Aug. op de
Buitenrustbrug op de linkerzijde van den weg
in botsing met een tegenkomer, die nog
trachtte door op het voetpad uit te wijken, de
botsing te voorkomen. Door den schok schoot
de aanrijder naar den rechterkant en bleef
daar staan. De brugwachter kwam er bij en
meende, dat de bestuurder beschonken was,
waarom hij hem verder rijden belette, tot de
politie was gekomen. Deze nam den bestuur
der mee naar het bureau, waar hij voor dron
kenschap werd ingesloten.
De bestuurder stond thans terecht, omdat
hij in staat van dronkenschap een auto had
bestuurd.
Als verdediger trad op Mr. v. Essen uit Am
sterdam en het ging tusschen dezen en den
ambtenaar van het openbaar ministerie voor
namelijk over de vraag of de politie in staat is
te constateeren, of iemand dronken is. Ver
dachte had, toen hij op het bureau was, ge
vraagd om een dokter, die over zijn toestand
had moeten oordeelen, hetgeen was geweigerd.
De verdediger achtte dit verkeerd, doch de
ambtenaar juichte het toe. Deze meende, dat
politieambtenaren wel degelijk bevoegd zijn
om te constateeren of iemand dronken is en
daar hier een inspecteur en twee agenten
verklaren, dat de man naar alcohol riekte, on
vast ter been was, onlogisch en onsamen
hangend sprak en waterige oogen had, zoo
dat zijn opsluiting noodig werd geoordeeld,
behoeft aan de dronkenschap niet te worden
getwijfeld en was een doktersonderzoek niet
noodig.
De verdediger beriep zich op een autoriteit
als Dr. Ruysch, die op een congres van de
vereeniging ter bestrijding van alcoholisme
gezegd had, dat dronkenschap slechts me
disch vastgesteld kan worden. Verdediger be
weerde, dat'zijn cliënt slechts 2 a 3 glaasjes
bier had gedronken in Amsterdam, wat zijn
passagier, een Deensche padvinder, zou kun
nen bevestigen, maar die kon hier niet zijn.
Evenwel had hij een brief geschreven, waarin
stond, dat z.i. de bestuurder niet dronken was.
De ambtenaar hechtte niet veel waarde aan
die verklaring, want volgens getuigen zou de
padvinder zelf dronken zijn geweest en na de
aanrijding de beenen genomen hebben.
De ambtenaar eischte 14 dagen hechtenis
met een jaar ontzegging van rijbevoegdheid.
De kantonrechter achtte eveneens dronken
schap bewezen en veroordeelde tot een week
hechtenis met een jaar ontzegging.
Het kraaltje in het oor.
Heden werd de zaak voortgezet tegen een
verpleger uit een der ziekenhuizen hier ter
stede, die een kind, dat een kraaltje in het
oor had gekregen, zou hebben behandeld, wat
beschouwd werd als onbevoegd uitoefenen der
geneeskunde. De verpleger had in het oor ge
spoten en geprobeerd met een haakje het
kraaltje te verwijderen, wat niet gelukt was.
Toen had hij het kind heengezonden met de
verzekering, dat het z.i. geen kwaad kon, dat
het kraaltje in den gehoorgang zat; den vol
genden dag zou men dan een dokter kunnen
raadplegen. Het kind kreeg echter een her
senontsteking en is gestorven. Op de vorige
zitting had een specialist als zijn meening te
kennen gegeven, dat hetgeen de verpleger ge
daan had, wel werk was dat een dokter be
hoorde te doen, ofschoon de verpleger, die de
geneesheeren op de kliniek assisteert, niet als
een leek was te beschouwen en hem onder
dokterstoezicht ooruitspuitingen konden wor
den toevertrouwd. De zitting was indertijd ge
schorst, omdat men den dokter wilde hoor en,
bij wien de vader van het kind zich met het
patientje had vervoegd vóór hij naar het gast
huis ging. De dokter, die geen gelegenheid
had, het kind te behandelen, zou den vader
naar het gasthuis hebben verwezen.
De dokter, thans als getuige gehoord, ver
klaarde dat, toen de vader zich met het kind"
bij hem vervoegde, hij getracht heeft, de kraal
met lauw water te verwijderen, maar het kind
was zoo onhandelbaar, dat de vader het niet
kon vasthouden, zoodat het den dokter on
mogelijk was het kraaltje te verwijderen. Om
dat de dokter bovendien haast had, aangezien
patiënten op hem wachtten, gaf hij den va
der den raad naar het gasthuis te gaan, belo
vende deze inrichting te zullen opbellen, doch
door drukke bezigheden had hij dit vergeten.
Op een vraag van den verdediger verklaarde
getuige, dat hij het kind naar het gasthuis
had verwezen, omdat het zoo onhandelbaar
was, niet omdat hij zichzelf onbevoegd achtte
het kraaltje te verwijderen.
Vervolgens werd als getuige-deskundige Dr.
Eysvogel gehoord over de vraag of de han
delingen van den verpleger buiten diens be
voegdheid vielen.
Getuige acht het moeilijk, hierop een posi
tief ja of neen te zeggen, want de grenzen
zijn voor verplegend gediplomeerd personeel
zeer moeilijk te trekken.
De ambtenaar stelt nu de positieve vraag
of in dit geval het tasten met een haakje naar
een van buiten niet zichtbaar kraatje een
handeling is, die een medicus had moeten
doen.
Getuige zegt, dat in het algemeen die han
deling wel door den broeder verricht had mo
gen worden. Het was hier aanvankelijk een
algemeen geval, maar is door het ongelukkig
verloop een bizonder geval geworden, wat
niet te voorzien was.
Het feit, dat het kind door een medicus
naar het gasthuis is gestuurd, niet speciaal
om de behandeling van een oorarts te heb
ben, maar omdat daar voldoende personeel
aanwezig was, duidt er op, dat de dokter het
geval niet als ernstig of bijzonder beschouw-
de.
De ambtenaar zegt, dat volgens het oordeel
van Dr. Hulst, die de lijkschouwing heeft ver
richt, niet kan worden gezegd of de verple
ger schuldig is aan den dood van het kind,
zoodat dit buiten beschouwing moet blijven;
alleen blijft de vraag over, of de verpleger de
verrichte handelingen had mogen doen. De
ambtenaar meent, dat, steunende op de ver
klaring van Dr. Kamminga, in dit speciale ge
val, de verpleger iets heeft gedaan, wat al
leen een medicus mocht doen.
Een tweede vraag is: Levert het verrichtte
hier een strafbaar feit op? Is het hier een be
roeps- of bedrijfshandeling?
Financieel belang is hier zeer zeker buiten
gesloten. Is het op zichzelf staande geval vol
doende voor uitoefening van een beroep? Aan
de hand van de geschiedenis der wet ver
klaart de ambtenaar, dat een enkele daad
uitoefening van het beroep van geneeskundi
ge kan zijn.
Nog moet in aanmerking genomen worden,
dat de vader naar het gasthuis ging om ge
neeskundige hulp.
Dat alles doet spreker concludeeren, dat hier
wel een overtreding van art, 436 is gepleegd.
Voorts meent de ambtenaar, dat verdachte
een bekwaam verpleger is, die echter zijn
kracht in dit geval heeft overschat en eischt
een geldboete van 40.
Mr. Tonino, de verdediger, meent, aan de
band van verschillende arresten, dat voor
Altijd,
smetteloos blank!
Dat is het gróóte voordeel van
Wellner-Wello tafelgerei. Zonder
poetsen blijft het altijd prachtig,,
omdat het door en door vlckvrij
is! En practisch onverslijtbaar.
Ook is Wellner-Wello niet duur.
Voor iets aparts.
(Adv. Ingez. Med.)
strafbaarheid allereerst noodig is, dat de
handelingen in het bedrijf moeten geschieden
en dat bij bedrijf steeds sprake moet zijn van
betaling in geld.
De verdediger acht hier geen bedrijf aan
wezig en meent, dat bovendien de handelingen
zijn verricht naar aanleiding van een medische
opdracht. Ooruitspuiten is volgens den verde
diger iets wat een verpleger mag doen. Het
tasten met het haakje vindt pleiter ook geen
medische handeling. Hij concludeert tot ont
slag van rechtsvervolging. Bij veroordeeling
zou het voor verplegend personeel practisch
onmogelijk zijn, zijn werk te doen en zou een
ziekenhuis niet kunnen bestaan, omdat er tal
van handelingen zijn, welke met de geïncri
mineerde op één lijn zijn te stellen.
Uitspraak over 14 dagen.
Operette „Je moet maar boffen!''
A.s. Zaterdag, Zondag en Maandag komt
het gunstig bekend staande Revue- en
Operette-Gezelschap Nol Stanowsky uit Am
sterdam in de Gemeentelijke Concertzaal al
hier een voorstelling geven van de revue ,,Je
moet maar boffen!", een zoogenaamde non
stop operette in drie bedrijven door Hans
Nesna. De muziek is van Louis Noiret en de
regie berust bij Nol Stanowsky. Deze operet
te, die aan de bezoekers drie uur van uitbun
dige pret en jool bezorgt, heeft o.a. in Am
sterdam, Rotterdam en Den Haag een groot
succes gehad. Medewerkenden zijn Berry
Kievits, Jo Vischer, Teddy Goëth, Frits Scha
kels (de Hollandsche Joe Brown), Beppie
Diepbrink, Harry van Westen, Lena Eman,
Sophie Mattonie, William Ray en Nol Sta
nowsky zelf. Het orkest staat onder leiding van
Willem Burger. Het gezelschap maakt met
dezen wereld-schlager een triumftocht door
ons land.
■tnei Vwrt
Kon. Ver. Oost en West.
Jhr. Dr. J. C. Mollerus vertelt over zijn reis
naar West-Indië.
Het is zoo-langzamerhand een goede, oude
gewoonte gewórden, dat Jhr. Dr. J. C. Mollerus
elk nieuw winterseizoen een aantal lezingen
houdt over zijn diverse reizen.
Gisteravond sprak de heer Mollerus voor de
Kon. Vereeniging Oost en West in restaurant
Brinkmann over zijn jongste reis, die hij dit
maal naar West-Indië heeft gemaakt.
Nadat de voorzitter van de afdeeling Haar
lem, de heer P. L. van Bueren eenige inlei
dende woorden had gesproken, nam de heer
Mollerus het woord.
Op de reis naar West-Indië wordt allereerst
het bekende touristen-eiland Madeira aange
daan. Madeira is ook voor Nederland van
economisch belang daar in ruil voor de touris-
ten die de Nederlandsche schepen in den zo
mer aanbrengen, deze schepen eiken winter
aardappelen en uien naar West-Indië bren
gen.
Het eerste der West-Indische eilanden dat
men na het vertrek uit Madeira aandoet is het
onder Engeisch beheer staande eiland Barba
dos dat temidden van koraaleilanden uit de
Caraïbische Zee oprijst. Het eiland Trinidad
dat vervolgens aangedaan wordt is beroemd
om zijn asfalt. Het asfalt komt in het meer
Labreja automatisch uit den bodem. Met een
spithouweel wordt het weggehakt, het gat dat
hierdoor ontstaat wordt weer vanzelf aange
vuld.
Na Trinidad werd Venezuela bezocht. De
hoofdstad Caracas, is uit touristisch oogpunt
bezien van niet veel belang en valt eenigszins
tegen. In Venezuela is geen belasting bekend,
doch de invoerrechten op buitenlandsehe ar
tikelen zijn zóó hoog, dat het leven toch niet
goedkoop is. Van Venezuela ging de reis naar
Curagao.
Curacao is in 1499 ontdekt doch eerst in
1915 is er de olie gevonden waaraan het eiland
zijn ontwikkeling ontleent.
De belangrijkheid van dit gebiedsdeel is voor
een deel gekoppeld aan het vinden van ruwe
olie in Venezuela, die in Curacaosche raffina
derijen wordt verwerkt. Naast dit olie-bedrijf
zijn er. in Curacao haast geen takken van be
drijf waarvan de bevolking zou kunnen be
staan; het eiland is dus zeer eenzijdig ge
oriënteerd.
Naast de olie heeft Curacao echter een be
langrijke bron van inkomsten in het vreem
delingenverkeer.
Er zijn op dit eiland naar sprekers meening
te veel detail- of winkelbedrijven.
Eigenaardig is het diat op Curacao 1 M3.
drinkwater f 2.50 kost. Het water-probleem
is dan ook zeer urgent en men moet met het
water uiterst zuinig zijn. Land en tuinbouw
producten zijn dan ook zeer duur.
Aruba is lang zoo vlak niet als Curacao, ook
op dit eiland is de watervoorziening een lastig
vraagstuk.
Tenslotte vertelde spreker nog een en ander
over Suriname. De moeilijkheden die reeds
zoovele tientallen jaren daar bestaan hebben
zijn nog lang niet opgelost.
De consequenties van de opheffing van de
slavernij in 1865 hebben vooral voor de suiker
plantages funeste gevolgen gehad.
Na de pauze werd de interessante K.L.M.-
film over West-Indië vertoond en eenige lan
taarnplaatjes.
(Adv. Ingez. Med.)
MARATHON-DANS.
Charlotte Kohier.
Nog nooit te voren heeft Charlotte Kohier
een zoo groot sucecs met haar voordrach
ten gehad als thans met Marathon-Dans.
Omdat op den tweeden avond onze Stads
schouwburg geheel was uitverkocht en velen
moesten worden teleurgesteld, zal mevrouw
Kohier hier Zaterdag 30 October een herha
ling gevan van Marathon-Dans.
Wederom is de naam Gillette
verbonden aan de jongste
vooruitgang in de fabrikatie
van veiligheids-scheermesjes.
Wederom zijn het de in
genieurs van Gillette geweest,
die een stap genomen hebben
ter verbetering van het zelf-
scheren.
Thansna jaren van onafge
broken, wetenschappelijke
onderzoekingen, bieden zij U
hun grootste succes aanhet
StainlessGillette mesje.
Omdat deze mesjes gemaakt
zijn van "Stainless Steel" is
oxydatie der snij kanten tot een
minimum beperkt geworden.
Zij kunnen daardoor langer
gebruikt worden en de zeer
scherpe snijkanten zullen U
het scheren tot een genot
maken. Na het scheren draait
U de schroef slechts een weinig
los, spoelt apparaat met mesje
in water schoon en zet het
daarna, zonder af te drogen,
weg-
Beschadiging der snijkanten
wordt daardoor vermeden en
het uit elkander nemen van
het apparaat overbodig
gemaakt. Vermindert Uwe
kosten voor scheren.
Bespaart tijd en moeite.
Koopt een pakje Stainless
Gillette mesjes bij Uw
leverancier.
(Adv. Ingez. MedJ
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN
Inlichtingen aan het bureau van politie,
uitsluitend tusschen 11 en 13 uur.
Terug te krijgen bij: Politiebureau, Smede-
straat handschoenen en ceinturen; bril; num
merplaat; hondenpenning; Van der Veen,
Pleiadenstraat 21; Melchior, Siriusstraat 38!
halsband; Rooden, Pijlslaan 122. damespols
horloge; Fauna, hond; Hinlooten, Tuindorp
laan 16, heerenhorloge; Scholtens, Spruiten-
boschstraat 10, damesarmbandhorloge; Struy
kenkamp, Javastraat 27, hond; Fauna, kat;
Fauna, kat; Fauna, kat; Heemskerk, Adriaan
de Jongestraat 36, portemonnaie met inhoud
Leeunk, Brouwersstr. 64. pak; de Lijn, Hoo-
gerwoerdstraat 45, rijwielplaatje; Bijster,
Bisschop Ottostraat 22, rijwielplaatje; Goos-
sens, Wagenweg 62, gymnastiekschoen; Van
Boogaart, Harmenjansweg 57 AA, dames
schoen; Breeuwer, Nagtzaamstraat 46, vul
potlood.
Een {joede
kosl f ÏO.-
(Adv. Ingez. Med.)
V ertellini
Namaak.
door ANRIES BUYS.
E vreemdeling maakte een schier on
merkbare buiging in haar richting.
Ivonne sloeg de oogen neer en
wendde het hoofd af, maar een
oogenblik later hoorde zij een stem naast
zich:
„Wilt u mij bij dezen dans vergezellen?"
De uitnoodiging klonk haar vreemd in deze
ongewone woorden, zij keek op, en zag in
het gelaat van den vreemdeling. En voor zij
er over na had kunnen denken, had zij zijn
aanbod al aanvaard.
Zij dansten samen en Ivonne's cavalier
sprak zacht tegen haar, in Hollandsch met
een sterk accent. Zij antwoordde slechts met
een enkel woord, een enkele maal ook met
een lachje.
Zij keerden terug naar het tafeltje, waar
aan zij gezeten had en de ander bleef een
oogenblik praten. Het meisje was allerliefst,
met groote donkere oogen en veel zwart
haar. Geen oogenblik waren de oogen van
den ander van haar afgewend, ook niet toen
een lichte blos langzaam over het meisjes
achtige gezichtje trok. Hij stelde zich voor:
Donald Ferguson, en ook zij noemde haar
naam, bijna onverstaanbaar: Ivonne Duy-
singh.
Toen Ferguson zich weer aan zijn eigen
tafeltje gezet had, wenkte hij den kellner.
„Weet jij misschien ook, wie dat meisje
daar is, met dat zwarte haar? Ik heb daar
net met haar gedanst?"
De kellner keek aandachtig, toen ant
woordde hij omzichtig:
„Een logé van het hotel, meneer Ferguson.
Vanmorgen is ze pas aangekomen".
Ferguson knikte en de ander verwijderde
zich. Maar een oogenblik later stond hij weel
bij het tafeltje. Met gedempte stem zei hij:
..Tweede verdieping, kamer zes en zeven
tig. meneer".
Even glimlachte Ferguson, toen knikte hij,
zonder den kellner aan te zien. Deze ver
wijderde zich tevreden. De derde informatie,
die Ferguson vroeg, en dus, waarschijnlijk,
zijn derde gulden! En met een discreet ver
maak zag hij zijn goeden klant weer in de
nabijheid van het tafeltje van de logé der
Tweede verdieping, kamer zes en zeventig.
De nacht was helder en zoel en het groote
dakterras van het Grand Hotel lag leeg en
verlaten. Slechts flauw drong het schijnsel
van de nachtverlichting uit de openstaande
gangdeuren naar buiten. Lange palmbladen
lispelden zacht in den wind en een onder
drukt fluisteren was hoorbaar.
Twee donkere figuren stonden geleund te
gen de balustrade, uitziende over de stad
daar ver beneden hen. Ferguson was aan het
woord
„Ja, hier zal ik blijven staan. Hieronder is
een balcón. Het hoort bij de kamer naast de
mijne. Die is leeg. Ze sluiten hier niet eens
de ongebruikte kamers af. Daar ga je maar
gewoon naar binnen, maar zorg, dat nie
mand je de deur binnen ziet gaan. Het is
laat genoeg, je hoeft niet bang te zijn, dat
men je ziet. En als ze je zien.dan zie je
er netjes genoeg uit, om een hotelgast te
zijn. En nou, ruk in! Ik ga haar hierheen
halen".
Vrijwel geruischloos verdween Ferguson's
met gezel in het donker. De ander keek hem
na en zag zijn schim verdwijnen door een
onverlichte dienstuitgang.
Ferguson keerde zich met een vermoeid
gebaar af van 'de balustrade, en liep in de
richting van het trappenhuis. Eigenlijk voel
de hij weinig voor dit heele experiment. Er
waren oogenblikken in je leven, dat je bijna
iets. als berouw kreeg, niet over je leven,
maar over een klein stukje van dat leven.
En dat berouw voelde hij nu, heel even.
Ivonne was ontegenzeggelijk een lief kind.
Het speet hém niet zoo erg om haar zelf,
want zij had geld genoeg. Of liever gezegd,
haar vader. Dat had ze, zoo onder het dan
sen verteld. Haar vader was de een of an
dere scheepvaartdirecteur in Wassenaar, in
een machtige dure buurt! Neen, dat was
het niet. Maar het dééd je zelf iets. Die en
kele keer, dat je iemand ontmoette, die je
iets meer kon schelen
Maar hij schudde deze gedachten van zich
af. Nonsens, zaken waren zaken!
Ivonne was juist opgestaan van haar ta
feltje, toen Ferguson de zaal weer binnen
kwam, Met een glimlach trad hij op haar
toe, ving den kellner op, die juist op haar
af wilde komen. Ivonne had bezwaren; neen,
dat moest hij niet doen. werkelijk, zij wilde
voor zichzelf betalen. Maar Ferguson glim
lachte slechts en zeide bij zichzelf: „je zult
betalen". Maar hij had er zelf geen ple
zier om.
Het meisje naast hem bleef hem onder-
tusschen een raadsel. Haar gezichtje, dat
perzikzachte teint, haar onbevangen manier
van spreken, dat alles wees op een jeugd,
die nog geen kennis had gemaakt met het
werkelijke leven. En aan den anderen kant
zat dit meisje alleen in een danszaal zij
het dan ook dat die bij het hotel hoorde
en had zich weinig terughoudend getoond.
Maar vooral dat laatste ging haar zoo open
en kinderlijk af!
Zij spraken zacht, over willekeurige onder
werpen. Er groeide een sfeer van vertrou
welijkheid tusschen hen, terwijl ze wat
dwaalden door den tuin van het hotel. Ze
spraken over hun jeugd, of reizen, over
sterren! Dit was Fergusons lievelingsonder
werp. Van daar leidde de weg naar den
hel, en tusschen den hemel en den tuin was
het dakterras!
Ze stonden samen aan de balustradè. Fer
guson's hand wees omhoog, zijn stem klonk
gedempt, terwijl hij de namen noemde dei-
sterren en sterrebeelden. Met toewijding
schetste hij haar heel de hemelwereld. En
Ivonne luisterde, zonder veel te antwoorden.
Hij had zijn hand op haar haar arm gelegd,
wees in de verte. En haar .hoofd keerde zij
in de richting, waarin hij wees. Haar haren
deinden in den nachtwind, langs zijn gelaat.
En zacht, bep' -bt. legde hij zijn wang
tegen haar hoofdje.
Zij weerde h- liet af. samen stonden zij
een oogenblik stil zoo, achter elkaar. Toen.
met zachten drang, keerde hij haar om. Diep
keken zijn oogen door den nacht in de hare,
met een teeder gebaar omvatten zijn handen
haar schouders en voorzichtig drukte hij
haar tegen zich aan en kuste haar. En ter
wijl haar handjes tegen zijn borst rustten,
streelden zijn handen haar hoofd, haar hals.
Niemand hoorde iets, ook niet de man, die
op het balcon daaronder stond. Maar hij
zag boven zich een hand verschijnen, er
glinsterde iets, hij ving
Abrupt maakte Ivonne zich lps uit zijn
omarming. De ruime avondcape sloeg zij om
zich heen en met een gefluisterd ..tot mor
gen" was zij verdwenen.
Even stond Ferguson verstomd. En even
ook had hij spijt. Zoo jong, zoo eerlijk en
onschuldig. En hij zocht zijn weg naar be
neden. In zijn kamer vond hij zijn helper.
Maar toen hij diens gezicht zag, welde on
gerustheid in hem op. En voor hij iets kon
zeggen, beet deze hem toe:
„Echt goud, maar valsche steenen".
„Dan toch allemachtig 'goed nagemaakt!"
antwoordde Ferguson. Hij stak zijn hand uit.
nam het sieraad aan en liet het in zijn
binnenzak glijden
Maar midden in deze beweging stokte hij.
Even kwam er een trek van verbijstering op
zijn gezicht. Hij vloekte.
„Wat is er", vroeg de ander onrustig.
„Mijn portefeuillestamelde hij. en
dan:
„Het serpent! En ik, stommerd die ik
ben...
Maar onverstoorbaar zei zijn metgezel:'
,Dus niet alleen die steenen waren nage
maakt!"
PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE
RADIO CENTRALE OP VRIJDAG 29 OCT.
Progr. l: Hilversum I.
Progr. 2; Hilversum II.
Progr. 3: 8.Keulen 8.50 Parijs Radio 11.35
Danmarks Radio 12.20 Ned. Brussel 2.20 Di
versen 3.05 Parijs Radio 3.20 Keulen 5.50 Pa
rijs Radio 6.20 London Regional 6.30 Pauze
6.35 Fransch Brussel 7.20 Diversen 8.20 Rome
Progr. 4: 8.Ned. Brussel 9.20 Diversen
10.35 London Regional 5.20 Droitwich 9.40
Pauze 9.45 London Regional 10.20 Fransch
Brussel 10.45 London Regional 11.20 Droitwich
Progr. 5: 8.007.00 Diversen 7.Eigen gra-
mofoonplaten concert: Herinneringen aan
Weenen. 1. Wiener Volksmuzik, Dajos Bela;
2. Weaner Mad'len, Wiener Bohème orkest;
3. Vienna Cabman's song. George Boulanger;
4. Memories of old Vienna, Vienna orkest;
5. One night in Vienna, Gino Bordin; 6. Vien
nese Memories, Reg. Dixon; 7. Wien, du
Stadt meiner Traume, George Boulanger:
8. Ein Abend bei Paul Lincke, Strijkorkest met
zang; 9. Geschichten aus dem W. Wald, Berl.
Lehrer Gesangverein: 10. Das ist Johann
Strauss, Wiener Bohème orkest; 11. El Turia
Wiener Bohème orkest.
8.0012.00 Diversen.
WtlKT
ik* Cf DICHTEN
AMSTERDAMSCHE VEEMARKT,
Ter veemarkt waren aangevoerd:
207 vette kalveren: le kwaliteit 62—67, 2e
kwaliteit 52—58, 3e kwaliteit 44—50 per K.G.
levendgewicht.
37 nuchtere kalveren 712 per stuk.
178 varkens. Vleeschvarkens, wegende van
90110 K.G. 7172. zware varkens 7071,
vette varkens 69—70 per K.G. slachtgewicht.
Aangevoerd 2 wagons geslachte runderen
uit Denemarken.
VEEMARKT ROTTERDAM.
Dinsdag 26 Oct. 1937.
Totaal aanvoer 4065. Paarden 164, Veulens 6,
Magere runderen 1424, Vette runderen 689,
Vette kalveren 73, Graskalveren 413, Nuchtere
kalveren 824, Schapen en lammeren 289. Var
kens 3, Bokken en geiten 160.
Prijzen per K.G.: Vette koeien le kwal. 74,
2e kwal. 66. 3e kwal. 5054. Vette ossen lê 73,
2e 65, 3e 50—54. Stieren le 67. 2e 63, 3e 59.
Vette kalveren le 95, 2e 85, 3e 70—75. Schapen
le 55. 2e 50, 3e 45. Lammeren le 65, 2e 60, 3e
55. Graskalveren 2e 54, 3e 44. Nuchtere kalve
ren le 46. 2e 42, 3e 38. Slachtpaarden le 50,
2e 45, 3e 40.
Prijzen per stuk; Schapen le kwal 31, 2e
kwal 28, 3e kwal. 24. Lammeren le 21, 2e 18.
3e 16. Nuchtere slachtkalveren le 11, 2e 8.
3e 6. Nuchtere fokkalveren le 18, 2e 16, 3e 14.
Slachtpaarden le 220, 2e 180,'3e 120. Werk
paarden le 360. 2e 310, 3e 200. Hitten le 220,
2e 180, 3e 120. Stieren le 310. 2e 265, 3e 180.
Kalfkoeien le 260, 2e 230, 3e 160. Melkkoeien
le 265, 2e 235. 3e 170. Varekoeien le 200, 2e
160, 3e 130. Vaarzen le 180, 2e 135, 3e 105. Pin
ken le 145. 2e 115, 3e 95. Graskalveren le 55,
2e 45, 3e 20. Bokken en geiten le 11, 2e 7, 3e 4.
Omschrijving Dinsdagsche marktnoteering:
Vette koeien en ossen, aanvoer ruim, han
del kalm, prijzen lager, pr. koe 78, pr. os 76.
Stieren, aanvoer grooter, handel matig, prijzen
lager. Vette kalveren, aanvoer gewoon, handel
traag, prijzen terugloopend, pr. kalf 1.05. Scha
pen en lammeren, aanvoer als vorige week,
handel stug, prijzen als gisteren. Nuchtere
slacht- en fokkalveren, aanvoer iets grooter.
handel tamelijk, prijzen dalend. Paarden, aan
voer ruimer, handel stroef, prijzen lager. Kalf-
en melkkoeien, aanvoer aanmerkelijk ruimer,
handel redelijk, prijzen prijshoudend, genezen
koeien van mond- en klauwzeer gingen nog
boven noteering. Varekoeien, aanvoer grooter,
handel redeiijk, prijzen hooger. zeer vette ex.
gingen boven noteering. Vaarzen en pinken,
aanvoer ruimer, handel tamelijk, prijzen on
veranderd. Graskalveren, aanvoer veel ruimer
handel sleepend. prijzen minder Bokken en
geiten gewoon, handel matig, prijzen dalend.