75 £en roode das in het laatste huis van de wereld. met groene stippen Dobbelnraim lebber... man! HET VOLMAAKTE "STAINLESS" MESJE. Gillette's jongste succes H.D.-V ertellim DONDERDAG 4 NOVEMBER 1937 HAARLEM'S DAGBLAD 6 Brieven uit de Molukken van BEB VUYK Een leven, licht door de genade van het avontuur. IN den wind hangt een reusachtige slan genhuid te drogen, zes meter lang en in het midden ruim een meter breed. Boeroe is het land van de geweldige slangen en de slang is het heilige dier van de Alfoeren. Volgens de sage is de bevolking- voortgekomen uit de verhouding van een prinses en een slang. Achter Kajili, de oude Compagnie's nederzetting, is een puntig ge vormde bergtop, de Goenoeng Koekoesan. Volgens de verhalen moet deze top hol zijn en dn de diepte moeten zich schatten van porcelein bevinden, doch de reuzenpythons bewaken dit verborgen heilig erfdeel. Maar ook over de alledaagsche slangen hebben we verhalen gehoord. Kort voor we hier .kwamen, waren een paar zusjes op weg naar school door een reuzenslang aangeval len en op het hulpgeroep van het oudste meisje vonden de toegesnelde mannen het lijkje van het jongste, totaal vermorzeld en geen botje ongekraakt. Maar het is met zulke verhalen als met lectuur over ver keersongelukken. Je leest ze en denkt: het leven is vol gevaren en den volgenden mor gen fiets je seelenruhig door de groote stadsdrukte. En als je zelf een ongeluk krijgt zit de schrik er voor een paar maan den in en daarna begin je te vergeten. Wij beginnen de schrik voor de slang ook al weer te vergeten. Op een nacht heeft onze man doer achter ons huis op Batoebooi de benauwde schreeuw van een varken gehoord en den volgenden mor gen .bij daglicht ontdekken zij dwars over den weg, door de alang alang een breed spoor als of een prauw over den grond is gesleept. De Alfoersche tuinjongen weet hier dadelijk een verklaring voor. Een slang- heeft een varken overvallen en is het struikgewas ingegaan om zijn buit slapende te verteren. Hij haalt dadelijk zijn lange lans en gaat de alang alang in, gevolgd door den mandoer, die, ofschoon beter bewa pend, met moeite zijn angst kan bedwingen. De slang is den kant van de rivier uitgegaan, waar de bodem moerassig is en de sagobos- schen dicht op elkaar staan. Later buigt het spoor om, loopt met een groote bocht om het huis en ais de achtervolgers uit de sche mering van de metershopge alang alang tre den, ligt daar midden op den weg naar de rivier, geen vijf meter van hen af, opgerold als een scheepstros, de python. De Alfoer kietels haar met de lans en zij schiet als een veer de hoogte in. De mandoer mist den eer sten keer, ontzet door den verschrikkelijken kon. drie meter boven den grond; het tweede schot verplettert de halswervels. 's Middags na het werk werpen zij het dier ln de prauw en roeien het de rivier af en de baai over naar de tandjong. Het is een Zon dagmiddag, we zitten op het grasveldje thee te drinken als de prauw op het strand loopt. De slang beslaat den heelen prauwbodem, maar als zij op het strand wordt uitgelegd, kunnen wij eerst goed zien. wat een ontzet tend beest het is, 6.40 meter van kop tot staart en ruim een meter dik. In het midden puilt de buik geweldig uit en is duidelijk de vorm van het varkenslichaam na te gaan. De jongen, uitgezonden om een film te koo- pen, alarmeert de heele kampong. Het eerste verschijnt de Chineesche medicijnmeester, die een bod op de gal doet, maar nog voor het bieden is afgeloopen, stroomen de men- schen toe. Het schiint in jaren niet gebeurd te zijn, dat zoo'n slang geschoten is. Onder groote belangstelling wordt de huid openge sneden en zooals Roodkapje uit de buik van den Wolf, rolt het varken uit de buik van de slang. Hij is nog geheel in tact, een jong, bijna volwassen beest. Mijn kleine jongen wordt spierwit en zegt: ..Mammie, varken uit stal zit in dit beest". Ik neem hem mee naar binnen: aan het strand snijden ze het beest verder open en zoeken naar de gal. Een walgelijke lucht stijgt er uit op en zoo gauw mogelijk laat mijn man de slang en het varken met stee- nen bezwaard achter de tandjong in zee wer pen. Maar als den volgenden morgen met eb het rif bloot komt, haalt een Alfoer het var ken daar vandaan, roostert het en inviteert eenige kennissen op het festijn. Het moet behoorlijk bedorven geweest zijn; zelfs Al foersche ingewanden zijn er niet tegen be stand. Het werkt als wo»derolie en de rest van den dag brengen ze aan het strand door. IP -Mi slang is nooit alleen, ergens tussehen JL' het donkere sagobosch moet nog een mannetje rondkruipen. Wij besluiten voor- loopig de kinderen niet meer mee te nemen naar Batoebooi. Echter een slang schieten we niet; spoe dig wel iets anders. Kort er op gaat de Al foersche jongen zijn kleeren wasschen, bij onze badplaats aan de rivier en trapt bijna op een krokodil. Het dier ligt achter het bamboehek en is waarschijnlijk van boven- strooms af komen zakken. Nu is het ook voor mijn man uit met het onbekommerd baden in de kali; de nooit ge bruikte badkamer wordt in orde gebracht en Batoebooi heeft een van zijn charmes ver loren. Er wordt een haaienhaak uitgelegd met aas; den volgenden morgen wordt de afge beten haak. nota bene van het beste Engel- sche staal, bengelend aan het staaldraad ge vonden. Onze mandoer beweert: „Alleen met een haak uit een hertengewei kun je een krokodil vangen. Maar nog voor er een man netjeshert geschoten is, heeft het gevecht plaats in een kleine, bijna droge zijkali. Weer zijn het de Alfoeren, die de krokodil het eerst bemerken en de boodschap naar huis sturen om den mandoer te waarschuwen. Die is juist bezig met blad wegen en een heel stel ketelkerèls trekt mee naar de kali. Het beest ligt nog steeds op dezelfde plaats, half weggezakt in den dikken modder, kop en bovenras duidelijk zichtbaar. De oude jager schiet de beide loopen op hem af, maar de lood en kogels slaan plat tegen de hoornlge huid- het beest echter slaat op de vlucht in de richting van de groote rivier. Schreeuwend rennen de jongens het bosch door om hem in een van de bochten de pas af te snijden. Ze kappen bamboelansen en drijven hem teru°-terua' naar het zekere schot. Deze keer is het geweer geladen met een gegroefder, kogel, die dwars door de pantserhuid tot het jiart doordringt. De krokodil verheft zich op Slangen en Krokodillen. zijn korte voorpooten, loeit als een stier en spert zijn ontzaglijke bek open. De kerels stuwen achteruit, maar de grootste kracht van het dier is gebroken en hij kan zich slechts zwak verweren. Er wordt een strik om zijn kop geworpen en hij wordt naar het huis gesleept. Dan krijgt hij het genadeschot, dat nochtans het einde niet brengt. Nog een paar maal dien nacht doet hij een poging om te ontvluchten en sleept de lange bamboe over de tomatenbedden. Niemand slaapt; gegroefde kogels zijn er niet meer en de gewone hebben geen uitwerking Als hij dood is, wordt hij in de prauw ge laden en naar de Tandjong gebracht. Hij is oneindig veel vreeselijker en weerzinwek kender dan de slang. Sinds dien morgen spelen mijn beide zoontjes „krokodilletje". fff oo heeft iedere dag zijn avontuur. Soms ^zijn het visschers van de Filippijnen, die van hun smalle eenzijdige prauwtjes uit de diepte in duiken en de groote visschen ach terhalen met hun stalen pijl. Ze zijn naakt op een kort broekje en een duikbril na. De is iets,waar mannen met smaak niet van houden. WILLEKEURIGE T A B A K is iets, waar mannen met smaak niet van houden. Een rustige das en een pijp geurige tabak, dat zijn dingen waar man nen met smaak van houden. Met dassen hebben wij niets te maken. Met tabak des te meer. Wij maken de geürlgste; IBIS! t (Adv. Ingez. Med.j pijl wordt weggeslingerd door een soort kata pult in geweervorm en de buit tussehen de koralen op den bodem opgedoken. Vuur roode en helgroene zijn het, maar ook langousten en kleine inktvisschen, die hier goerita's ge noemd worden en haaien, gedood door de stalen pijl achter den kop. Het is prettig aan het strand te zitten op het aangespoelde drijfhout en van een man in een lekke prauw bezems te koopen, sago, eieren en klapperolie. Hij lijkt op den ka bouter uit Niels Holgersonn, maar hij heet Makaraoe, Maansverduistering. Dezen morgen na het ontbijt is er „ikan, ilcan" geroepen, een kleine prauw met een vierkant Ceramsch zeil rondt de Tandjong en loopt snel vast in het zand onder den grooten katapangboom. Ik zit op een aangespoelde, uituitgebeten boomstam en de man stalt zijn waar voor mij uit, levende visch, versch gevangen aan de Wai Apoemond, waar de krokodillen in het ebbende getijde, op de zandbanken liggen te zonnen en de haaien zoo talrijk zijn, dat de visscher menigmaal alleen den kop van zijn buit binnenhaalt, omdat de haaienbek sneller toeslaat dan de man kan ophalen. Ik ding een kwartier lang af, tijd is een ongekend begrip. Tenslotte worden we het met elkaar eens: voor een rijksdaalder achttien tonkols, een kleine tonijnsoort, 25 a 30 cM. lang van zeer fijn, vet vleesch. Ik zoek een paar mooie exemplaren voor onszelf, van de rest wordt „ikan assar" gerookte visch gemaakt voor de ketelkerels. De visch wordt daartoe opengespleten, de ingewanden eruitgehaald en na het zouten op een vuurtje van klapperdoppen gerookt, We hebben een groot gezin; ruim vijftig ketelkerels moeten mede van eten voorzien worden. Daarom koopen wij de visch met prauwen tegelijk en drogen en rooken alles hier zelf, want het is een warme tocht naar het concessieterrein, waar de kajoepoetih ge stookt wordt. Soms komen er prauwen met djoeloeng, een soort geep, die in zee geviseht wordt door menschen van Negri-lima op Hi toe. Deze visch is bestemd om gerookt te wor den en maaakt op Ambon een goeden prijs, maar om aan wat contanten te komen, bren gen de visschers nu en dan een prauw-lading visch naar Namlea. We hooren hen al van verre aankomen, een groote orembaai, ge roeid door twintig man op de maat van him eigen zang en de roffel van de pagaaier in de boeg. De prauw wordt grooter en de stemmen duidelijker. Ze ronden de Taidjong en de wind waait woorden naar ons toe van het roerlied. Iedereen loopt naar het strand, onrustig ge worden door die snelle opwindende zang. In de kampong verzamelen de menschen zich op de passar. Straks wordt het een hevige strijd, want de djoeloeng is goedkoop, smakelijk en dus zeer gewild. Wij, op de Tandjong, een kwartier loopen van de passar vandaan, heb ben absoluut geen kans en daarom stuur ik den tuinjongen met de kleine prauw er op uit om de orembaai de pas af te snijden. De zang stopt en de djoeloeng wordt afgeteld, duizend voor twee gulden, een prauw voi groene, glinsterende visch. De roffel slaat op nieuw, in de kampong verdringen de .men schen zich op den steiger. Nu begint bij ons het werk. Iedereen wil graag meehelpen, want na af loop schieten er altijd een paar vischjes over. Hindji, zijn vrouw en kinderen, de tuinjon gen, iedereen rept zich. Er wordt bamboe ge spleten en rekjes gevlochten. De visch wordt in zout water geweekt en daarna op de rekjes vastgeklemd met een' paar dwarslatjes. Deze rekjes worden nu naast elkaar op een stuk kippengaas gelegd, waaronder een vuurtje brandt. Een klein vuur, dat zeer veel rook verspreidt, het duurt uren. Een man blijft op passen, de anderen gaan aan hun gewone werk. Soms slaat een vlam omhoog, onmiddel lijk gedoofd door een handvol klappervezels. Vooral des avonds is het een fantastisch ge zicht als allen bezig zijn onder den hoogen mangaboom achter het mandoershuis. Een paar petromaxen verlichten de plaats, opge hangen aan een uitstekende tak, een onrustig schijnsel doordat de opkomende landwind de lampen heen en weer slingert. En als alles klaar is blijven de menschen toch nog om het vuur zitten en roosteren visch en poffen eassaveknollen of broodvruchten. Nu en dan staat iemand op om de djoeloeng om te draaien of een kind tuimelt dronken van slaap Na jaren van voortdurende onderzoekingen zijn de ingenieurs van Gillette er in geslaagd een Stainless mesje te maken, de naam van Gillette waardig. Een mesje dat zij preferee- ren boven elk ander tot nu toe gemaakt mesje. Een mesje bovendien, dat U tijden geldbe sparing geeftbet Gillette "Stainless" mesje. Na het scheren met een Gillette Stainless mesje behoeft U slechts het apparaat een kwart slag los te draaien en af te spoelen in water. Oxydatie der snij kanten is tot een minimum beperkt, zoodat U het mesje niet behoeft af te drogen. Daardoor is beschadi ging der snij kanten onmogelijk. Het scheren kost U thans minder tijd en moeite dan ooit tevoren. Stainless Gillette mesjes scheren zachter scheren beterzij kunnen langer gebruikt worden. Met ieder pakje Stainless Gillette mesjes bespaart U tijd, moeite en geld. Koopt nog heden een pakjeUw winkelier verkoopt ze. PER vvij ets.] (Adv. Ingez. Med.) het huis binnen naar zijn slaapmatje. In tien artikelen heb ik nu van ons leven verteld. Een eenzaam leven in het laatste huis van de wereld. En een heerlijk leven, al zul len weinigen dit begrijpen. Ergens loopt een scheidslijn, die ons verdeelt in avonturiers en gewone menschen. Gewone menschen zullen het geluk en de charme van ons bestaan, hier nooit begrijpen. Die missen alleen 't comfort van de steden, de ijsfabriek, het electrische licht, scholen, dok toren en iederen avond biscoop, waar de ro mantiek van een verlaten eiland voor een avond is af te huren. Met de avonturiers is te praten. Die begrij pen het genot van een tocht in een lekkende prauw, de opwinding van een onverwacht schot, en den schreeuw van een stervend dier, het ongemak van de regens, bandjirrende ri vieren en een lekkend dak. Want wiens leven licht is door de genade van het avontuur, voelt een heimwee in de steden en de be woonde plaatsen en een lichte wrevel om het onglorieuze bestaan, beveiligd en zonder ri sico's. Dit waren de verloren zonen, die uitzeil den' en stierven, de koloniën waren hun na latenschap. Maar de kloloniën zijn overzee- sche gewesten geworden en avonturiers wor den er liefst geweerd. Gelukkig zijn hier en daar nog eenzame plaatsen en verborgen eilanden, waar een dwaas kan leven en danken voor zijn uitzon derlijk bestaan. (Nadruk verboden.") De cassière van Pel Co. door J. P. BALJé. ALS je zoo'n jaar of drie, vier niet met vacanlie was geweest, genoot je er dubbel van als je er weer eens tus sehen uit kon knijpen, vond meneer Reigersma. De geleerden mochten dan van de devaluatie zeggen, wat ze wilden, voor het eerst sinds jaren ging z ij n zaak toch maar weer goed, en hij had berekend, dat er nu weer wel een buitenlandsch reisje van een dag of veertien afkon. Al te duur mocht hij het echter niet maken, je kon nooit weten of de magere jaren niet zouden terugkeeren, en voorzichtigheid was zijn devies. Zoo was hij dan in Ostende te rechtgekomen, maar hij had zich toch niet het genoegen ontzegd, zich door de K.L.M. naar Knocke te laten vliegen. Dat extra'tje had hij zichzelf al lang beloofd, en hij had er geen spijt van gehad, want zoo gemakkelijk en comfortabel had hij nog nooit eerder ge reisd. Hij voelde zich in Ostende bijzonder op zijn gemak. Zoo'n echt genoeglijke, knusse bad plaats met een fijnen Boulevard, waar je heer lijk op een terras kon zitten „zonnen". En al miste hij dan zijn Hollandsche bols, hij was al gauw gewend aan een vermouth. Er waren een massa Hollanders in Ostende en in het bad had hij al direct kennissen bij de vleet. Ja, die zeebaden waren toch maar een uitvinding, Als je tegen de veertig liep en je was een gevestigd zakenman, moest je een beetje op je decorum letten. Al jeukten je tee- nen om op straat tegen een leeg sigaretten doosje te schoppen je ouwe voetbalbloed verloochent zich nu eenmaal niet je moest dat ding netjes laten liggen, als een straatorgel een lollig deuntje speelde, kon je moeilijk meefluiten, of een paar danspassen maken, al zou je nog zoo graag willen, enfin, allerlei jeugdige aanvechtingen had je te on derdrukken. Maar in het bad was dat heel wat anders. Je kon hardloopen en plassen naar hartelust, je kon als een pias achter een bal letje aanhuppelen, of met een heel troepje juichend tegen aandonderende golven wor stelen, en er was geen mensch, die dat gek vond. Vanmorgen was het wel heel aardig ge weest, vond Jurgen Reigersma. Dat pittige zwartje had hij gauw in de gaten en als hij den bal te pakken had, kon ze er steevast op rekenen dat hij hem haar toewierp. Wat had ze een pret gehad en wat had ze gelachen Later hadden ze samen een fijn zonnebad genomen en een beetje soezerig over ditjes en datjes gepraat. Waar hij den moed vandaan gehaald had, wist hij nog niet, want hij was anders nooit zoo „bij" in damesgezelschap, maar hij had haar gevraagd of ze 's avonds met hem ging dansen, zoo maar ongegeneerd weg in „La Terrasse", daar was het gezellig. En ze had het warempel goedgevonden! Het werd een prachtavond. Jurgen Reigersma had er schik in. In jaren had hij niet zooveel gedanst, z'n stramme beenen werden met de minuut leniger, wat misschien ook wel te dan ken was aan de Vermouth. In ieder geval gaf die hem een losheid van tong die hem te pas kwam. Om elf uur verzocht hij het meisje, hem maar Jur te noemen en om twaalf uur zei h ij al Miesje-lief. En hij zei nog veel meer. Dat ze leuke krulletjes had om nooit te vergeten. Dat hij het jammer vond, dat hij haar niet eerder had ontmoet, en dat ze zoo lekker rook. Precies zoo zei hij het. Waarop ze hem antwoordde, dat het „Jasmijn" was, en dat Jasmijn haar lievelingsparfum was. Om één uur veel te vroeg naar zijn zin nam hij afscheid voor haar hotel met een vasten af spraak voor den volgenden dag. Prompt op tijd ontmoette hij haar in de vroege ochtenduren bij „Petit Nice", en ze kleurde erg, toen hij haar twee flesschen •Jasmijn gaf. EJij was wel iéts van zijn zeker heid van den vorigen avond kwijt, maar hij bezat toch nog durf genoeg en ze werden van dat moment af onafscheidelijk. Jurgen Rei gersma was werkelijk heel erg van haar „weg". Toen gebeurde het raadselachtige. Zater dagsavonds hadden ze samen nog de Kursaal bezocht en Zondagsmorgens zou hij haar in het bad ontmoeten, maar Meisje „dook niet op." Ongerust ijsbeerde Jurgen den heelen morgen over het strand en dat kostte hem een verbrande rug, want hij had zich niet inge vet; maar hij merkte het niet eens, want hij dacht alleen aan Miesje, die maar niet kwam. In arren moede ging hij naar haar hotel, en daar hoorde hij, dat de juffrouw was afge reisd. Nee, ze had geen boodschap voor hem achtergelaten! Daar stond Jurgen!!! Hoewel het in de tweede week van zijn va- cantie zoo mogelijk nog mooier weer was dan in de eerste, verliep die week voor hem grauw en eentonig. In zijn Vermouth had hij geen trek meer, het bad had voor hem alle bekoring verloren, werkelijk, hij treurt om Mies! In die stemming kwam hij thuis. Zonder animo werkte hij 's Maandags op zijn kan toor. Hoeveel illusies, hoeveel luchtkasteelen waren er niet tegelijk met Mies verdwenen! Om zes uur stapte hij in de lift van het groote kantoorgebouw, waar ook hij zijn bu reaux had. Om één minuut over zes snoof hij even, snoof hij nog eens, en in zijn hersens vormde zich een woord: Jasmijn. Een seconde later had hij zich omgedraaid en wat hij niet had durven hopen, was waar. Achter hem in de lift stond Mies. Zijn begroeting was zoo onstuimig, dat de lift jongen zijn wenkbrauwen verbaasd optrok. Hij sleepte Mies mee naar Dorrius. Ze moest en zou met hem dineeren. En toen vuurde hij op haar los. Als uit een mitrailleur werden zijn vragen op haar afgeschoten. Wat dat al lemaal voor onzin geweest was, om onver wacht uit Ostende te verdwijnen, en hoe ze in de lift kwam. Tussehen twee. hapjes hors d'oeuvre door, pruilde Mies, dat zij de verstandigste had moeten zijn. Ze wilde hem niet binden. Zij was cassière bij Pel Co., welke firma zijn kantoren vlak boven de zijne had, ze stond al twee jaar lang om zes uur bij hem in de lift, en nog nooit had hij haar gezien, of haar Jasmijn geroken. Ze had heel goed begre pen, dat het van hem maar een badplaatsbe vlieging was geweest, en dat het tussehen hen immers toch nooit wat kon worden „O nee?" had Jurgen Reigersma op bijna dreigenden toon gevraagd. Nou, dat wilde h ij dan wel eens zien. Hij was niet zoo'n blaag met bevliegingen, hij was potverdrie al bijna veertig en hij wist, wat hij wilde. Hij wilde haar en daarmee basta! Toen had Miesje gebloosd en zich zwijgend over haar hors d'oeuvreschotel gebogen Pel Co. verloor een handige, geroutineer de cassière. Op 30 September trad ze uit dienst, 's Avonds om zes uur ging ze voor de laatste maal met de lift mee. Aan Jurgen Reigersma's arm stapte ze er uit. Maar toen ze drie stappen gedaan had, liet ze hem los. „O, ik vergat wat", zei ze en ze liep op den liftjongen toe. Die keek uiterst verbaasd, dat ze hem zoo vriendelijk toeknikte en hem een gulden in de hand drukte. Wat een malle, die cassière van Pel Co.! Tja, die liftjongen kon ook moeilijk weten dat hij, met zijn peenhaar, zoo'n beetje voor Amor had gespeeld, Want als hij zich een paar maanden terug niet had laten ontvallen dat meneer Reigersma naar Ostende ging met z'n vacantie, dan had Mies dat nooit gewe ten, en dan had ze haar spaarduitjes vermoe delijk aan wat anders besteed, dan aan óók *en reisje naar Ostende (Nadruk verboden. Auteursrecht voorbehou den.) De kou...? Die laat me koud! Kijk maar eens naar Van den Brul op pap. s (Adv. Ingez. Med.) GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. Inlichtingen aan het bureau van politie, uitsluitend tussehen 11 en 13 uur. Terug te krijgen: Politiebureau, Smede- straat, handschoenen en ceinturen; porte feuille; penning; Willemse, Trompstraat 16, autoachterlicht; Huet, Barrevoetestraat 15, armband; v. d. Reep, Amsterdamstraat 31, broche; Schoenmaker, Velserstraat 4, dames- armbandhorloge; Zuurendonk, Kleverlaan 26, armbandhorloge; Brouwer, Rijksstraatweg 88, Bennebroek, regenjas; Koekoek, Mentawi- straat 32, kousen; Esselink, Hyacintenlaan 12, regenmantel; Haasbeek, Brouwersvaart 146, mantel; Felicien, Anslijnstraat 11, portemon- naie met inhoud; Kruseman, Westerhoutpark 15, rijwielplaatje; Tesselaar, St. Bavostraat 2, tasch; Hazen, Reigerstraat 69, actetasch met inhoud; van Duin, Dunklerstraat 4, tasch met inhoud; Lobrij, Cremerplein 32, teeke- ning; Kistemaker, Cremerplein 30, vulpen; Pieke, Tetterodestraat 100, zeil. SYNAGOGEDIENSTEN NED. ISR. GEM. Sabbath: Vrijdagavonddienst te 4 uur. Ochtenddienst te 8 uur. Middagdienst te 1 uur. Avonddienst te 5.08 uur. Werkdagen: Ochtenddienst te 7 uur. Zondag te 7.30 uur. Avonddienst te 7.45 uur. Talmoed Törah: Sabbath te 12 uur. Werkdagen 's avonds te '7.15 uur, Zondag te 7 uur. De diensten op Sabbath worden verricht ter Synagoge, Lange Begijnestraat 11. De overige diensten, alsmede Talmoed Torah vinden plaats in het Gemeentegebouw, Lan ge Wijngaardstraat 14. PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE RADIOCENTRALE OP VRIJDAG 5 NOV. 1937 Progr. 1: Hilversum I. Progr. 2: Hilversum II. Progr. 3: 8.Keulen 8.50 Parijs Radio 11.20 Keulen 1.20 Ned. Brussel 3.20 Keulen 4.20 Di versen 5,20 Parijs Radio 6.20 London Regio nal 7.20 Diversen 8.20 Fransch Brussel 9.15 Beromünster 9.45 Fransch Brussel 11.20 Parijs Radio Progr. 4: 8.Ned. Brussel 9.20 Diversen 5.20 Droitwich 9.40 Weenen 10.— Droitwieh 11. London Regional 11.20 Droitwich Progr. 5: S'.OO7.00 Diversen. 7.Eigen Gramofoonplaten concert: Populaire zang en muziek. 1. Dixon Hits no. 14, Reg. Dixon. 2. Bella Ragazinna, Tino Rossi; 3. Ho, ho, Paul Robeson; 4. Flowery aPth, Gino Bondin; 5. Ay, ay, ay, Luigi Fort; 6. Fa-ros Boubla, Secco Gitanos; 7. Singing Marine, Reg. Fort; 8. Night in the desert, Gino Bordin; 9, Loin des guitares. Tino Rossi; 10. Big Hits parade, Orkest; 11. Broadway Melodies of 1938, Reg. Fort; 12. Hora, Secco Gitanos; 13. Si vous l'aviez compris, Luigi Fort; 14. Climbing up, Paul Robeson. 8.00—12.00 Diversen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 6