75
£en roode das
in het laatste huis van de wereld.
met groene stippen
Dobbelnraim
lebber... man!
HET VOLMAAKTE
"STAINLESS" MESJE.
Gillette's jongste succes
H.D.-V ertellim
DONDERDAG 4 NOVEMBER 1937
HAARLEM'S DAGBLAD
6
Brieven uit de
Molukken van
BEB VUYK
Een leven, licht door de genade
van het avontuur.
IN den wind hangt een reusachtige slan
genhuid te drogen, zes meter lang en
in het midden ruim een meter breed.
Boeroe is het land van de geweldige
slangen en de slang is het heilige dier van
de Alfoeren. Volgens de sage is de bevolking-
voortgekomen uit de verhouding van een
prinses en een slang. Achter Kajili, de oude
Compagnie's nederzetting, is een puntig ge
vormde bergtop, de Goenoeng Koekoesan.
Volgens de verhalen moet deze top hol zijn
en dn de diepte moeten zich schatten van
porcelein bevinden, doch de reuzenpythons
bewaken dit verborgen heilig erfdeel.
Maar ook over de alledaagsche slangen
hebben we verhalen gehoord. Kort voor we
hier .kwamen, waren een paar zusjes op weg
naar school door een reuzenslang aangeval
len en op het hulpgeroep van het oudste
meisje vonden de toegesnelde mannen het
lijkje van het jongste, totaal vermorzeld en
geen botje ongekraakt. Maar het is met
zulke verhalen als met lectuur over ver
keersongelukken. Je leest ze en denkt: het
leven is vol gevaren en den volgenden mor
gen fiets je seelenruhig door de groote
stadsdrukte. En als je zelf een ongeluk
krijgt zit de schrik er voor een paar maan
den in en daarna begin je te vergeten. Wij
beginnen de schrik voor de slang ook al weer
te vergeten.
Op een nacht
heeft onze man
doer achter ons
huis op Batoebooi
de benauwde
schreeuw van een
varken gehoord en
den volgenden mor
gen .bij daglicht
ontdekken zij dwars over den weg, door de
alang alang een breed spoor als of een prauw
over den grond is gesleept. De Alfoersche
tuinjongen weet hier dadelijk een verklaring
voor. Een slang- heeft een varken overvallen
en is het struikgewas ingegaan om zijn buit
slapende te verteren. Hij haalt dadelijk zijn
lange lans en gaat de alang alang in, gevolgd
door den mandoer, die, ofschoon beter bewa
pend, met moeite zijn angst kan bedwingen.
De slang is den kant van de rivier uitgegaan,
waar de bodem moerassig is en de sagobos-
schen dicht op elkaar staan. Later buigt het
spoor om, loopt met een groote bocht om
het huis en ais de achtervolgers uit de sche
mering van de metershopge alang alang tre
den, ligt daar midden op den weg naar de
rivier, geen vijf meter van hen af, opgerold
als een scheepstros, de python. De Alfoer
kietels haar met de lans en zij schiet als een
veer de hoogte in. De mandoer mist den eer
sten keer, ontzet door den verschrikkelijken
kon. drie meter boven den grond; het tweede
schot verplettert de halswervels.
's Middags na het werk werpen zij het dier
ln de prauw en roeien het de rivier af en de
baai over naar de tandjong. Het is een Zon
dagmiddag, we zitten op het grasveldje thee
te drinken als de prauw op het strand loopt.
De slang beslaat den heelen prauwbodem,
maar als zij op het strand wordt uitgelegd,
kunnen wij eerst goed zien. wat een ontzet
tend beest het is, 6.40 meter van kop tot
staart en ruim een meter dik. In het midden
puilt de buik geweldig uit en is duidelijk de
vorm van het varkenslichaam na te gaan.
De jongen, uitgezonden om een film te koo-
pen, alarmeert de heele kampong. Het eerste
verschijnt de Chineesche medicijnmeester,
die een bod op de gal doet, maar nog voor
het bieden is afgeloopen, stroomen de men-
schen toe. Het schiint in jaren niet gebeurd
te zijn, dat zoo'n slang geschoten is. Onder
groote belangstelling wordt de huid openge
sneden en zooals Roodkapje uit de buik van
den Wolf, rolt het varken uit de buik van de
slang. Hij is nog geheel in tact, een jong,
bijna volwassen beest.
Mijn kleine jongen wordt spierwit en zegt:
..Mammie, varken uit stal zit in dit beest".
Ik neem hem mee naar binnen: aan het
strand snijden ze het beest verder open en
zoeken naar de gal. Een walgelijke lucht
stijgt er uit op en zoo gauw mogelijk laat
mijn man de slang en het varken met stee-
nen bezwaard achter de tandjong in zee wer
pen.
Maar als den volgenden morgen met eb
het rif bloot komt, haalt een Alfoer het var
ken daar vandaan, roostert het en inviteert
eenige kennissen op het festijn. Het moet
behoorlijk bedorven geweest zijn; zelfs Al
foersche ingewanden zijn er niet tegen be
stand. Het werkt als wo»derolie en de rest
van den dag brengen ze aan het strand door.
IP -Mi slang is nooit alleen, ergens tussehen
JL' het donkere sagobosch moet nog een
mannetje rondkruipen. Wij besluiten voor-
loopig de kinderen niet meer mee te nemen
naar Batoebooi.
Echter een slang schieten we niet; spoe
dig wel iets anders. Kort er op gaat de Al
foersche jongen zijn kleeren wasschen, bij
onze badplaats aan de rivier en trapt bijna
op een krokodil. Het dier ligt achter het
bamboehek en is waarschijnlijk van boven-
strooms af komen zakken.
Nu is het ook voor mijn man uit met het
onbekommerd baden in de kali; de nooit ge
bruikte badkamer wordt in orde gebracht en
Batoebooi heeft een van zijn charmes ver
loren. Er wordt een haaienhaak uitgelegd met
aas; den volgenden morgen wordt de afge
beten haak. nota bene van het beste Engel-
sche staal, bengelend aan het staaldraad ge
vonden. Onze mandoer beweert: „Alleen met
een haak uit een hertengewei kun je een
krokodil vangen. Maar nog voor er een man
netjeshert geschoten is, heeft het gevecht
plaats in een kleine, bijna droge zijkali. Weer
zijn het de Alfoeren, die de krokodil het
eerst bemerken en de boodschap naar huis
sturen om den mandoer te waarschuwen. Die
is juist bezig met blad wegen en een heel
stel ketelkerèls trekt mee naar de kali. Het
beest ligt nog steeds op dezelfde plaats, half
weggezakt in den dikken modder, kop en
bovenras duidelijk zichtbaar. De oude jager
schiet de beide loopen op hem af, maar de
lood en kogels slaan plat tegen de hoornlge
huid- het beest echter slaat op de vlucht in
de richting van de groote rivier. Schreeuwend
rennen de jongens het bosch door om hem
in een van de bochten de pas af te snijden.
Ze kappen bamboelansen en drijven hem
teru°-terua' naar het zekere schot. Deze keer
is het geweer geladen met een gegroefder,
kogel, die dwars door de pantserhuid tot het
jiart doordringt. De krokodil verheft zich op
Slangen en Krokodillen.
zijn korte voorpooten, loeit als een stier en
spert zijn ontzaglijke bek open. De kerels
stuwen achteruit, maar de grootste kracht
van het dier is gebroken en hij kan zich
slechts zwak verweren. Er wordt een strik
om zijn kop geworpen en hij wordt naar het
huis gesleept. Dan krijgt hij het genadeschot,
dat nochtans het einde niet brengt. Nog een
paar maal dien nacht doet hij een poging
om te ontvluchten en sleept de lange bamboe
over de tomatenbedden. Niemand slaapt;
gegroefde kogels zijn er niet meer en de
gewone hebben geen uitwerking
Als hij dood is, wordt hij in de prauw ge
laden en naar de Tandjong gebracht. Hij is
oneindig veel vreeselijker en weerzinwek
kender dan de slang.
Sinds dien morgen spelen mijn beide zoontjes
„krokodilletje".
fff oo heeft iedere dag zijn avontuur. Soms
^zijn het visschers van de Filippijnen, die
van hun smalle eenzijdige prauwtjes uit de
diepte in duiken en de groote visschen ach
terhalen met hun stalen pijl. Ze zijn naakt
op een kort broekje en een duikbril na. De
is iets,waar mannen met
smaak niet van houden.
WILLEKEURIGE
T A B A K is iets, waar
mannen met smaak niet
van houden.
Een rustige das en een
pijp geurige tabak, dat
zijn dingen waar man
nen met smaak van
houden.
Met dassen hebben wij
niets te maken. Met
tabak des te meer. Wij
maken de geürlgste;
IBIS!
t
(Adv. Ingez. Med.j
pijl wordt weggeslingerd door een soort kata
pult in geweervorm en de buit tussehen de
koralen op den bodem opgedoken. Vuur roode
en helgroene zijn het, maar ook langousten
en kleine inktvisschen, die hier goerita's ge
noemd worden en haaien, gedood door de
stalen pijl achter den kop.
Het is prettig aan het strand te zitten op
het aangespoelde drijfhout en van een man
in een lekke prauw bezems te koopen, sago,
eieren en klapperolie. Hij lijkt op den ka
bouter uit Niels Holgersonn, maar hij heet
Makaraoe, Maansverduistering.
Dezen morgen na het ontbijt is er „ikan,
ilcan" geroepen, een kleine prauw met een
vierkant Ceramsch zeil rondt de Tandjong
en loopt snel vast in het zand onder den
grooten katapangboom.
Ik zit op een aangespoelde, uituitgebeten
boomstam en de man stalt zijn waar voor mij
uit, levende visch, versch gevangen aan de
Wai Apoemond, waar de krokodillen in het
ebbende getijde, op de zandbanken liggen te
zonnen en de haaien zoo talrijk zijn, dat de
visscher menigmaal alleen den kop van zijn
buit binnenhaalt, omdat de haaienbek sneller
toeslaat dan de man kan ophalen. Ik ding
een kwartier lang af, tijd is een ongekend
begrip. Tenslotte worden we het met elkaar
eens: voor een rijksdaalder achttien tonkols,
een kleine tonijnsoort, 25 a 30 cM. lang van
zeer fijn, vet vleesch. Ik zoek een paar mooie
exemplaren voor onszelf, van de rest wordt
„ikan assar" gerookte visch gemaakt voor de
ketelkerels.
De visch wordt daartoe opengespleten, de
ingewanden eruitgehaald en na het zouten
op een vuurtje van klapperdoppen gerookt,
We hebben een groot gezin; ruim vijftig
ketelkerels moeten mede van eten voorzien
worden. Daarom koopen wij de visch met
prauwen tegelijk en drogen en rooken alles
hier zelf, want het is een warme tocht naar
het concessieterrein, waar de kajoepoetih ge
stookt wordt. Soms komen er prauwen met
djoeloeng, een soort geep, die in zee geviseht
wordt door menschen van Negri-lima op
Hi toe.
Deze visch is bestemd om gerookt te wor
den en maaakt op Ambon een goeden prijs,
maar om aan wat contanten te komen, bren
gen de visschers nu en dan een prauw-lading
visch naar Namlea. We hooren hen al van
verre aankomen, een groote orembaai, ge
roeid door twintig man op de maat van him
eigen zang en de roffel van de pagaaier in de
boeg. De prauw wordt grooter en de stemmen
duidelijker. Ze ronden de Taidjong en de wind
waait woorden naar ons toe van het roerlied.
Iedereen loopt naar het strand, onrustig ge
worden door die snelle opwindende zang. In
de kampong verzamelen de menschen zich op
de passar. Straks wordt het een hevige strijd,
want de djoeloeng is goedkoop, smakelijk en
dus zeer gewild. Wij, op de Tandjong, een
kwartier loopen van de passar vandaan, heb
ben absoluut geen kans en daarom stuur ik
den tuinjongen met de kleine prauw er op uit
om de orembaai de pas af te snijden. De
zang stopt en de djoeloeng wordt afgeteld,
duizend voor twee gulden, een prauw voi
groene, glinsterende visch. De roffel slaat op
nieuw, in de kampong verdringen de .men
schen zich op den steiger.
Nu begint bij ons het werk.
Iedereen wil graag meehelpen, want na af
loop schieten er altijd een paar vischjes over.
Hindji, zijn vrouw en kinderen, de tuinjon
gen, iedereen rept zich. Er wordt bamboe ge
spleten en rekjes gevlochten. De visch wordt
in zout water geweekt en daarna op de rekjes
vastgeklemd met een' paar dwarslatjes. Deze
rekjes worden nu naast elkaar op een stuk
kippengaas gelegd, waaronder een vuurtje
brandt. Een klein vuur, dat zeer veel rook
verspreidt, het duurt uren. Een man blijft op
passen, de anderen gaan aan hun gewone
werk. Soms slaat een vlam omhoog, onmiddel
lijk gedoofd door een handvol klappervezels.
Vooral des avonds is het een fantastisch ge
zicht als allen bezig zijn onder den hoogen
mangaboom achter het mandoershuis. Een
paar petromaxen verlichten de plaats, opge
hangen aan een uitstekende tak, een onrustig
schijnsel doordat de opkomende landwind de
lampen heen en weer slingert. En als alles
klaar is blijven de menschen toch nog om
het vuur zitten en roosteren visch en poffen
eassaveknollen of broodvruchten. Nu en dan
staat iemand op om de djoeloeng om te
draaien of een kind tuimelt dronken van slaap
Na jaren van voortdurende onderzoekingen
zijn de ingenieurs van Gillette er in geslaagd
een Stainless mesje te maken, de naam van
Gillette waardig. Een mesje dat zij preferee-
ren boven elk ander tot nu toe gemaakt mesje.
Een mesje bovendien, dat U tijden geldbe
sparing geeftbet Gillette "Stainless" mesje.
Na het scheren met een Gillette Stainless
mesje behoeft U slechts het apparaat een
kwart slag los te draaien en af te spoelen in
water. Oxydatie der snij kanten is tot een
minimum beperkt, zoodat U het mesje niet
behoeft af te drogen. Daardoor is beschadi
ging der snij kanten onmogelijk.
Het scheren kost U thans minder tijd en
moeite dan ooit tevoren.
Stainless Gillette mesjes scheren zachter
scheren beterzij kunnen langer gebruikt
worden.
Met ieder pakje Stainless Gillette mesjes
bespaart U tijd, moeite en geld.
Koopt nog heden een pakjeUw winkelier
verkoopt ze.
PER
vvij
ets.]
(Adv. Ingez. Med.)
het huis binnen naar zijn slaapmatje.
In tien artikelen heb ik nu van ons leven
verteld. Een eenzaam leven in het laatste huis
van de wereld. En een heerlijk leven, al zul
len weinigen dit begrijpen. Ergens loopt een
scheidslijn, die ons verdeelt in avonturiers en
gewone menschen.
Gewone menschen zullen het geluk en de
charme van ons bestaan, hier nooit begrijpen.
Die missen alleen 't comfort van de steden, de
ijsfabriek, het electrische licht, scholen, dok
toren en iederen avond biscoop, waar de ro
mantiek van een verlaten eiland voor een
avond is af te huren.
Met de avonturiers is te praten. Die begrij
pen het genot van een tocht in een lekkende
prauw, de opwinding van een onverwacht
schot, en den schreeuw van een stervend dier,
het ongemak van de regens, bandjirrende ri
vieren en een lekkend dak. Want wiens leven
licht is door de genade van het avontuur,
voelt een heimwee in de steden en de be
woonde plaatsen en een lichte wrevel om het
onglorieuze bestaan, beveiligd en zonder ri
sico's. Dit waren de verloren zonen, die uitzeil
den' en stierven, de koloniën waren hun na
latenschap. Maar de kloloniën zijn overzee-
sche gewesten geworden en avonturiers wor
den er liefst geweerd.
Gelukkig zijn hier en daar nog eenzame
plaatsen en verborgen eilanden, waar een
dwaas kan leven en danken voor zijn uitzon
derlijk bestaan.
(Nadruk verboden.")
De cassière van Pel Co.
door J. P. BALJé.
ALS je zoo'n jaar of drie, vier niet met
vacanlie was geweest, genoot je er
dubbel van als je er weer eens tus
sehen uit kon knijpen, vond meneer
Reigersma. De geleerden mochten dan van
de devaluatie zeggen, wat ze wilden, voor het
eerst sinds jaren ging z ij n zaak toch maar
weer goed, en hij had berekend, dat er nu
weer wel een buitenlandsch reisje van een
dag of veertien afkon.
Al te duur mocht hij het echter niet maken,
je kon nooit weten of de magere jaren niet
zouden terugkeeren, en voorzichtigheid was
zijn devies. Zoo was hij dan in Ostende te
rechtgekomen, maar hij had zich toch niet
het genoegen ontzegd, zich door de K.L.M.
naar Knocke te laten vliegen. Dat extra'tje
had hij zichzelf al lang beloofd, en hij had er
geen spijt van gehad, want zoo gemakkelijk
en comfortabel had hij nog nooit eerder ge
reisd.
Hij voelde zich in Ostende bijzonder op zijn
gemak. Zoo'n echt genoeglijke, knusse bad
plaats met een fijnen Boulevard, waar je heer
lijk op een terras kon zitten „zonnen". En al
miste hij dan zijn Hollandsche bols, hij was
al gauw gewend aan een vermouth.
Er waren een massa Hollanders in Ostende
en in het bad had hij al direct kennissen bij
de vleet. Ja, die zeebaden waren toch maar
een uitvinding, Als je tegen de veertig liep en
je was een gevestigd zakenman, moest je een
beetje op je decorum letten. Al jeukten je tee-
nen om op straat tegen een leeg sigaretten
doosje te schoppen je ouwe voetbalbloed
verloochent zich nu eenmaal niet je
moest dat ding netjes laten liggen, als een
straatorgel een lollig deuntje speelde, kon je
moeilijk meefluiten, of een paar danspassen
maken, al zou je nog zoo graag willen, enfin,
allerlei jeugdige aanvechtingen had je te on
derdrukken. Maar in het bad was dat heel wat
anders. Je kon hardloopen en plassen naar
hartelust, je kon als een pias achter een bal
letje aanhuppelen, of met een heel troepje
juichend tegen aandonderende golven wor
stelen, en er was geen mensch, die dat gek
vond.
Vanmorgen was het wel heel aardig ge
weest, vond Jurgen Reigersma. Dat pittige
zwartje had hij gauw in de gaten en als hij
den bal te pakken had, kon ze er steevast op
rekenen dat hij hem haar toewierp. Wat had
ze een pret gehad en wat had ze gelachen
Later hadden ze samen een fijn zonnebad
genomen en een beetje soezerig over ditjes en
datjes gepraat. Waar hij den moed vandaan
gehaald had, wist hij nog niet, want hij was
anders nooit zoo „bij" in damesgezelschap,
maar hij had haar gevraagd of ze 's avonds
met hem ging dansen, zoo maar ongegeneerd
weg in „La Terrasse", daar was het gezellig.
En ze had het warempel goedgevonden!
Het werd een prachtavond. Jurgen Reigersma
had er schik in. In jaren had hij niet zooveel
gedanst, z'n stramme beenen werden met de
minuut leniger, wat misschien ook wel te dan
ken was aan de Vermouth. In ieder geval gaf
die hem een losheid van tong die hem te pas
kwam. Om elf uur verzocht hij het meisje, hem
maar Jur te noemen en om twaalf uur zei h ij
al Miesje-lief. En hij zei nog veel meer. Dat
ze leuke krulletjes had om nooit te vergeten.
Dat hij het jammer vond, dat hij haar niet
eerder had ontmoet, en dat ze zoo lekker
rook. Precies zoo zei hij het. Waarop ze hem
antwoordde, dat het „Jasmijn" was, en dat
Jasmijn haar lievelingsparfum was. Om één
uur veel te vroeg naar zijn zin nam hij
afscheid voor haar hotel met een vasten af
spraak voor den volgenden dag.
Prompt op tijd ontmoette hij haar in de
vroege ochtenduren bij „Petit Nice", en ze
kleurde erg, toen hij haar twee flesschen
•Jasmijn gaf. EJij was wel iéts van zijn zeker
heid van den vorigen avond kwijt, maar hij
bezat toch nog durf genoeg en ze werden van
dat moment af onafscheidelijk. Jurgen Rei
gersma was werkelijk heel erg van haar „weg".
Toen gebeurde het raadselachtige. Zater
dagsavonds hadden ze samen nog de Kursaal
bezocht en Zondagsmorgens zou hij haar in
het bad ontmoeten, maar Meisje „dook niet
op." Ongerust ijsbeerde Jurgen den heelen
morgen over het strand en dat kostte hem een
verbrande rug, want hij had zich niet inge
vet; maar hij merkte het niet eens, want hij
dacht alleen aan Miesje, die maar niet kwam.
In arren moede ging hij naar haar hotel, en
daar hoorde hij, dat de juffrouw was afge
reisd. Nee, ze had geen boodschap voor hem
achtergelaten! Daar stond Jurgen!!!
Hoewel het in de tweede week van zijn va-
cantie zoo mogelijk nog mooier weer was dan
in de eerste, verliep die week voor hem grauw
en eentonig. In zijn Vermouth had hij geen
trek meer, het bad had voor hem alle bekoring
verloren, werkelijk, hij treurt om Mies!
In die stemming kwam hij thuis. Zonder
animo werkte hij 's Maandags op zijn kan
toor. Hoeveel illusies, hoeveel luchtkasteelen
waren er niet tegelijk met Mies verdwenen!
Om zes uur stapte hij in de lift van het
groote kantoorgebouw, waar ook hij zijn bu
reaux had. Om één minuut over zes snoof hij
even, snoof hij nog eens, en in zijn hersens
vormde zich een woord: Jasmijn. Een seconde
later had hij zich omgedraaid en wat hij niet
had durven hopen, was waar. Achter hem in
de lift stond Mies. Zijn begroeting was zoo
onstuimig, dat de lift jongen zijn wenkbrauwen
verbaasd optrok.
Hij sleepte Mies mee naar Dorrius. Ze moest
en zou met hem dineeren. En toen vuurde hij
op haar los. Als uit een mitrailleur werden
zijn vragen op haar afgeschoten. Wat dat al
lemaal voor onzin geweest was, om onver
wacht uit Ostende te verdwijnen, en hoe ze in
de lift kwam.
Tussehen twee. hapjes hors d'oeuvre door,
pruilde Mies, dat zij de verstandigste had
moeten zijn. Ze wilde hem niet binden. Zij
was cassière bij Pel Co., welke firma zijn
kantoren vlak boven de zijne had, ze stond al
twee jaar lang om zes uur bij hem in de lift,
en nog nooit had hij haar gezien, of haar
Jasmijn geroken. Ze had heel goed begre
pen, dat het van hem maar een badplaatsbe
vlieging was geweest, en dat het tussehen
hen immers toch nooit wat kon worden
„O nee?" had Jurgen Reigersma op bijna
dreigenden toon gevraagd. Nou, dat wilde
h ij dan wel eens zien. Hij was niet zoo'n blaag
met bevliegingen, hij was potverdrie al bijna
veertig en hij wist, wat hij wilde. Hij wilde
haar en daarmee basta!
Toen had Miesje gebloosd en zich zwijgend
over haar hors d'oeuvreschotel gebogen
Pel Co. verloor een handige, geroutineer
de cassière. Op 30 September trad ze uit
dienst, 's Avonds om zes uur ging ze voor de
laatste maal met de lift mee. Aan Jurgen
Reigersma's arm stapte ze er uit. Maar toen
ze drie stappen gedaan had, liet ze hem los.
„O, ik vergat wat", zei ze en ze liep op den
liftjongen toe. Die keek uiterst verbaasd, dat
ze hem zoo vriendelijk toeknikte en hem een
gulden in de hand drukte. Wat een malle, die
cassière van Pel Co.!
Tja, die liftjongen kon ook moeilijk weten
dat hij, met zijn peenhaar, zoo'n beetje voor
Amor had gespeeld, Want als hij zich een
paar maanden terug niet had laten ontvallen
dat meneer Reigersma naar Ostende ging met
z'n vacantie, dan had Mies dat nooit gewe
ten, en dan had ze haar spaarduitjes vermoe
delijk aan wat anders besteed, dan aan óók
*en reisje naar Ostende
(Nadruk verboden. Auteursrecht voorbehou
den.)
De kou...? Die laat me
koud! Kijk maar eens naar
Van den Brul op pap. s
(Adv. Ingez. Med.)
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
Inlichtingen aan het bureau van politie,
uitsluitend tussehen 11 en 13 uur.
Terug te krijgen: Politiebureau, Smede-
straat, handschoenen en ceinturen; porte
feuille; penning; Willemse, Trompstraat 16,
autoachterlicht; Huet, Barrevoetestraat 15,
armband; v. d. Reep, Amsterdamstraat 31,
broche; Schoenmaker, Velserstraat 4, dames-
armbandhorloge; Zuurendonk, Kleverlaan 26,
armbandhorloge; Brouwer, Rijksstraatweg 88,
Bennebroek, regenjas; Koekoek, Mentawi-
straat 32, kousen; Esselink, Hyacintenlaan 12,
regenmantel; Haasbeek, Brouwersvaart 146,
mantel; Felicien, Anslijnstraat 11, portemon-
naie met inhoud; Kruseman, Westerhoutpark
15, rijwielplaatje; Tesselaar, St. Bavostraat
2, tasch; Hazen, Reigerstraat 69, actetasch
met inhoud; van Duin, Dunklerstraat 4, tasch
met inhoud; Lobrij, Cremerplein 32, teeke-
ning; Kistemaker, Cremerplein 30, vulpen;
Pieke, Tetterodestraat 100, zeil.
SYNAGOGEDIENSTEN NED. ISR. GEM.
Sabbath:
Vrijdagavonddienst te 4 uur.
Ochtenddienst te 8 uur.
Middagdienst te 1 uur.
Avonddienst te 5.08 uur.
Werkdagen:
Ochtenddienst te 7 uur. Zondag te 7.30 uur.
Avonddienst te 7.45 uur.
Talmoed Törah:
Sabbath te 12 uur.
Werkdagen 's avonds te '7.15 uur,
Zondag te 7 uur.
De diensten op Sabbath worden verricht ter
Synagoge, Lange Begijnestraat 11.
De overige diensten, alsmede Talmoed Torah
vinden plaats in het Gemeentegebouw, Lan
ge Wijngaardstraat 14.
PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE
RADIOCENTRALE OP VRIJDAG 5 NOV. 1937
Progr. 1: Hilversum I.
Progr. 2: Hilversum II.
Progr. 3: 8.Keulen 8.50 Parijs Radio 11.20
Keulen 1.20 Ned. Brussel 3.20 Keulen 4.20 Di
versen 5,20 Parijs Radio 6.20 London Regio
nal 7.20 Diversen 8.20 Fransch Brussel 9.15
Beromünster 9.45 Fransch Brussel 11.20 Parijs
Radio
Progr. 4: 8.Ned. Brussel 9.20 Diversen 5.20
Droitwich 9.40 Weenen 10.— Droitwieh 11.
London Regional 11.20 Droitwich
Progr. 5: S'.OO7.00 Diversen. 7.Eigen
Gramofoonplaten concert: Populaire zang en
muziek. 1. Dixon Hits no. 14, Reg. Dixon. 2.
Bella Ragazinna, Tino Rossi; 3. Ho, ho, Paul
Robeson; 4. Flowery aPth, Gino Bondin;
5. Ay, ay, ay, Luigi Fort; 6. Fa-ros Boubla,
Secco Gitanos; 7. Singing Marine, Reg. Fort;
8. Night in the desert, Gino Bordin; 9, Loin
des guitares. Tino Rossi; 10. Big Hits parade,
Orkest; 11. Broadway Melodies of 1938, Reg.
Fort; 12. Hora, Secco Gitanos; 13. Si vous
l'aviez compris, Luigi Fort; 14. Climbing up,
Paul Robeson. 8.00—12.00 Diversen.