BEGROOTINGSDEBAT BEGONNEN.
Kunst in Haarlem en
daarbuiten.
De N.Z.H.R.M. is
morgen jarig.
WOENSDAG 10 NOVEMBER 1937
HAAELE M'S DAGBLAD
3
TWEEDE KAMER
Ir. Albarda opent als vanouds,
Prof. Aalberse neemt afscheid
als voorzitter.
Hartelijke woorden gesproken.
DEN HAAG Dinsdag.
Het afscheid, door President Aalberse van de
Kamer genomen, was bepaald indrukwekkend.
In een onopgesmukte rede, waarin, ook in den
toon dien te beluisteren viel, diepe bewogen
heid van het gemoed tot uiting kwam, gaf de
voorzitter te verstaan welk een strijd het hem
gekost heeft om zijn werk in de Kamer op te
;even en de benoeming
ot lid van den Raad
van State te aanvaar
den. De oudste der Ka
merleden. de heer Duy-
maer van Twist (ar.)
die op 24 Februari 1903
Mr. Aalberse's intrede
in 's lands vergader
zaal had beleefd, luidde
hem thans in 'n har
telijk speechje uit,
waarna Dr. Col ij n na
mens de Regeerir.g
sprak om te getuigen
van de erkentelijkheid
Mr. P. J. M. AALBERSE
hu J. W. ALBARDA
S.D.A.P.
H-K. B voor de wijze waarop
de heengaande Presi
dent steeds zorg had gedragen voor het in
stand houden van een goede „brug" tusschen
Kamer en Kabinet. In tegenstelling met wat
elders veelal het geval is, oefent immers ten
onzent het Kabinet geen invloed uit op (de
regeling van) de werkzaamheden van het Par
lement. Applaus begroette de vriendelijke
woorden namens Kamer en Regeering gespro
ken tot den President.
Na een half uur schorsing, ten einde allen
ook den journalisten gelegenheid te
geven den heer Aalberse de hand te drukken,
heropening van de vergadering, nu onder lei
duig van den eersten onder-voorzitter, den
heer Smeenk (a.r.) Deze „liep groen" als Pre
sident in rok getooid en moest daarom
wel bijkans drie kwartier achtereen lijsten vol
onbelangrijke mededeelingen voorlezen. Ten
slotte kon hij voorstellen op Woensdag te 1 uur
de nominatie voor het voorzitterschap op te
maken. Mr. v. Schaik (R.K.), die nummer één
zal worden, zal dus weldra den heer Smeenk
van zijn taak kunnen bevrijden!
Eindelijk kan dan het algemeen begroo-
tingsdebat beginnen, dat gelijk nu al vele jaren
het gebruik wil, ingeleid wordt door Ir. Al
barda (s.d.), die voorop stelt, dat de verkie
zingen in sterke mate de trouw van het Neder-
landsche volk aan de democratische beginse
len tot uiting hebben gebracht. Niettegen
staande den ijver van nationaal-socialisten en
communisten beide groepen, welke dank zij
de democratie in dit
Parlement kunnen ze
telen is de democra
tie sterker dan ooit uit
den verkiezingsstrijd te
voorschijn gekomen.
Spr. schildert het ver
val, dat na de stembus
zich nog verder van de
N.S.B. heeft meester
gemaakt. Nog voor een
andere partij, een met
'n schoon verleden, die
van de liberalen, was
het electorale resul
taat buitengewoon, en
zelfs verrassend, on
gunstig. Bij verstan
diger beleid had het
proces niet zoo pijnlijk hoeven te zijn: de par
tij volgde een te hardnekkig conservatief- en
anti-socialistische politiek. Wel leggen de
liberalen thans plots bewijzen van wat beter
inzicht aan den dag, doch de heer Albarda
vreest, 'dat het te laat is
Wat de Kabinetsformatie betreft, merkt hij
op dat z.i. een onderzoek van den verkiezings
uitslag leert, dat deze geen basis voor een
rechts kabinet opleverde, al haalden de drie
j christelijke groepen tezamen meer dan
52/o der stemmen en 56 van de 100 Kamer
zetels.
Het is echter een feit, dat de anti-revolu-
tionnairen, nog meer dan in 1933, een zeer
groot aantal zetels hebben verworven dank
zij de stemmen van tienduizenden die heele-
maal niet anti-revolutionnair zijn En dit
was niet geschied als Dr. Colijn te voren ver
klaard had een rechtsch Ministerie te willen
vormen. Binnen en buiten het Parlement
had hij veeleer kenbaar gemaakt ook nu
weer, gelijk in 1933, het meest te voelen voor
een kabinet op breede basis. Zoodoende trok
hij een aanzienlijk deel van het kiezerscorps,
dat geenszins anti-revolutionnair was tot
zich.
Enfin, de rechtsche partijen, de anti-revo-
lutionnairen weten zelf al te goed, dat zij
boven hun kracht of boven hun stand leven.
Trouwens Dr. Colijn heeft zelf eerst gepro
beerd een kabinet op breede basis te vormen
wat mislukt is. De oorzaak hiervan moest de
formateur toch werkelijk bekend willen ma
ken, wat hij echter tot dusverre heeft ge
weigerd. Is het waar, dat de formateur aan
de nifet-reehtsche heeren, die hij eerst in een
kabinet op breeden grondslag wilde opne
men, het aanbod deed op voor deze vrijzin
nigen onaanvaardbare voorwaarden? Het
was hier niet de kwestie van een onrijpe
vrucht, welke de formateur had willen pluk
ken, maar van een verboden vrucht. (Ge
lach). Wie heeft dit verbod uitgevaardigd?
De heer Albarda bestrijdt, dat 'het 'n juist
stelsel zou zijn een kabinet samen te stellen
zonder contact met de fracties. Overigens
heeft Dr. Colijn dan toch. ook maar overleg
gepleegd met de 3 rechtsche .fractie-voorzit
ters. Op een gegeven oogenblik ontving Dr.
Colijn ten zijnent de heeren De Wilde en
Schouten.
Spr. acht het waarschijnlijker, dat het over
de breede basis-formatie-pogingen liep,
waarvan men heel goed weet, dat ze niet de
instemming van den heer Schouten hadden.
Het ware beter geweest als Dr. Colijn toen
die tegenstand te sterk bleek, voor de op
dracht hadde bedankt.
Zoowel op 'het gebied van geloof als op dat
van politieke beginselen ontbreekt tusschen
de drie thans samenwerkende groepen, met
name tusschen Calvinisme en Katholicisme,
een diepere overeenstemming, omtrent het
te voeren Staatkundig beleid. In weerwil van
dit alles is de rechtsche samenwerking er
thans weer, waardoor allicht de oude anti
these jammer genoeg zal herrijzen, wat
niet alleen voor de volkseenheid in het alge
meen maar b.v. ook voor den socialen voor
uitgang bedenkelijk kan zijn. Ten aanzien
van de te volgen sociale en economische po-
Tiek is voorts de tegenstelling tusschen Dr.
Colijn en de (Katholieken in de laatste jaren
in sterke mate toegenomen. Welbewust 'heeft
de R.-K. Staatspartij het eigen program op
het altaar van de coalitie geofferd inplaats
van bereid geweest te zijn tot samenwerking
met de sociaal-democraten en eventueel ook
met de vrijzinnig-democraten, wat wel tot
verwezenlijking van de katholieke sociale en
economische verlangens had kunnen leiden.
Het Christelijk cachet lijkt het Ministerie
te moeten ontleenen aan plannen tot nadere
regeling van het huwelijksrecht, het tegen
gaan van arbeid door gehuwde vrouwen, de
bescherming van de publieke eerbaarheid, en
tot het waken voor eerbiediging van de Zon
dagsrust. Spr. ziet hetgeen men te dien op
zichte zou willen gaan doen met eenige be
zorgdheid tegemoet.
En nu het militaire beleid. De noodzakelijk
heid van opvoering der militaire uitgaven
ontkent de heer Albarda geenszins. Doch
thans wil men te ver gaan door de grenzen
van het financieel mogelijke te overschrij
den ten koste van wat er op sociaal gebied
zou hooren te gebeuren. Men verwijt ons
sociaal-democraten werkelijkheidszin, doch
waar is deze werkelijkheidszin bij het kabinet
en bij den Minister van Financiën als men
acht slaat op de financieel veel te kostbare
en onbetaalbare militaire plannen. Het weer
baarheidsvermogen van 'n volk hangt niet
uitsluitend van z'n bewapenig af, het is ook
'n zaak van socialen en psychischen weerstand.
Matiging van de defensiebelangen is gebo
den om op sociaal gebied tenminste het aller-
noodigste te kunnen verrichten. Duizenden
gezinnen blijken volslagen uitgeput te zijn.
Voor de ouden van dagen geschiedt niets. Op
onderwijsgebied gebeurt evenmin het nood
zakelijke. Voor het overheidspersoneel is sa-
larisverhooging vereischt en spr. hoopt dat de
Regeering toch nog zal kunnen erkennen dat
tegemoetkoming niet achterwege mag blijven.
Daling van de indirecte belastingen is even
zeer gewenscht.
Aan het slot zijner rede betoogt de leider
van de s. d. fractie, dat het plicht der Regee
ring is met behulp van te ondernemen groote
werken de bedrijfsactiviteit te ontwikkelen en
aldus een betere economische situatie te hel
pen scheppen voor de gansche bevolking.
Ds. Kersten (St. Ger.) schilt vervolgens
zijn gebruikelijke appeltje met de anti-revo
lutionairen, die volgens hem van de Hervorm
de beginselen zijn afgeweken en wier aan
voerder Dr. Colijn gewoonweg een oud-libe
raal is. Daarna volgt als van ouds een hage-
preek tegen Rome.
E, v. R.
DE WONDEREN ZIJN DE WERELD NOG NIET
UIT
Dinsdagavond omstreeks half negen is een
63-jarige vrouw, die in beschonken toestand
verkeerde, op het Damrak te Amsterdam, ter
hoogte van de Oude Brugsteeg 'onder een
motorwagen van lijn 22, die op weg was naai
de remise, geraakt. Men is er natuurlijk on
middellijk toe overgegaan de tram op te vij
zelen, ten einde het slachtoffer onder het
voertuig vandaan te halen. Nadat men hierin
geslaagd was, bleek dat de vrouw, hetgeen
zeer zeker een wonder mag worden genoemd,
niets mankeerde.
De geneeskundige dienst, die gewaarschuwd
was, heeft zich dan ook buiten de zaak ge
houden, waarna de politie zich over de vrouw
ontfermde.
Als zij haar roes zal hebben uitgeslapen, laat
de politie haar beschermeling los, in de hoop,
dat zij den rechterkant van den weg niet meer
zal mijden.
Toon Kelder bij Van
Wisseliivrh.
In den bekenden kunsthandel op het Ro-
kin, die in het begin dezer eeuw zich een
faam verwierf door het werk van Bauer en
Breitner, en de zich om dezen groepeerende
Amsterdammers bekend te maken, is thans
gedurende eenige weken de schilder Toon
Kelder te gast, met nieuwe werken. Want
Kelder werkt veel en exposeert veel wij
hadden hem hier in Haarlem een jaar ge
leden te gast, en na de werken, die hij in
Amsterdam dezen, zomer op de Lustrum-ten-
toonstelling der studenten liet zien, is er al
weer heel wat ontstaan, waarvan Van Wis-
selingh nu de primeur heeft.
Het werk van Kelder is mij niet eerst sinds
gisteren bekend. En nu hij hier vlak in de
buurt, op neutraal terrein, zijn werk komt
vertoonen bekruipt me de lust in onze ru
briek iets over den schilder en zijn arbeid te
vertellen. Mij heugt nog zeer wel zijn de
buut in het kunstzaaltje van een Haagschen
boekwinkel, daar in de Prinsestraat. Het
werk was nog jong, maar reeds vol lef en
leven. Brokken stadsgezicht en bloemstuk
ken, naar een donkere kleur neigend met hier
en daar plots een felle lichte er uit te voor
schijn springend. Het was eenige jaren nadat
Le Fauconnier in ons land een aantal jon
geren met zijn aanwezigheid, zijn talent en
zijn redeneerkunst behekst had. Die invloed
't Is verkoudheid
wat de klok slaat!
Dat doet het verra
derlijke weer: Gister
nog een lekker zon
netje en vandaag
mistig en guur.
Maar U weet toch:
bij verkoudheid
alleen ASPIRIN.
Aspirin
is' een »Soye»« - pro duct.
Öranjebanden»flav®*«-kruis
waarborgen de werkzaam
heid en onschadelijkheid
(Adv. Ingez. Med.j
Geheimzinnige ontploffing te
Amsterdam.
Politie speurt nog tevergeefs.
De recherche van het bureau Warmoes-
straat te Amsterdam stelt een onderzoek in
naar een ontploffing, welke zich Vrijdagmid
dag aan de Oosterdokkade heeft voorgedaan.
Spoorwegarbeiders, die dien middag aan de
Oosterdokkade werkzaam waren, hoorden een
tamelijk harden knal en zagen ook eenige
rook opstijgen aan den voet van het talud,
dat daar van den weg is afgerasterd met een
rij dwarsliggers. Een der dwarsliggers bleek
gespleten te zijn en in de nabijheid werden
een paar stukken ijzer gevonden. Een schip
persvrouw, die in de nabijheid woont, had
de ontploffing ook gehoord, doch zij had geen
rook gezien. De politie, die in het belang van
het onderzoek het gebeurde geheim had ge
houden, stuurde de gevonden stukken ijzer
op naar de artillerie-inrichting aan de Hem-
brug. Uit het onderzoek bleek echter, dat
hier geen sprake is van een bom. Het staat
ook nog geenszins vast, dat de biel door deze
ontploffing is gespleten en het is niet onmo
gelijk, dat kwajongens vuurwerk afstaken.
Van een aanslag is dan ook geen sprake. De
politie zet echter haar onderzoek voort.
IN DEN MIST TE WATER GERAAKT.
LEEK, (Gr.) 9 November Gisteravond
tienuur wilde de 25-jarige mejuffrouw I.
Walda, wonende te Leek, haar man halen, die
bij een buurman op bezoek was. Door den
mist misleid, is zij in de Jonkersvaart geloopen
en verdronken. Het lijk is eenigen tijd latei-
opgehaald.
Grijsaard grijpt naar het mes.
Zijn tegenstander levensgevaarlijk
gewond
Noodlottig einde van burentwist.
Op den Middelweg te Zwolle is Dinsdag
middag oneenigheid ontstaan tusschen de
buren Bruggeman en Uit den Bogaert. De
ruzie ontstond tusschen de beide vrouwen
toen zij de stoep aan het schrobben waren.
De twist werd voortgezet door den man van
mejuffrouw Uit den Bogaert eenerzijds en
aan den anderen kant door den 84-jarigen
vader van mejuffrouw Bruggeman.
Toen de laatste Uit den Bogaert te lijf
wilde, hield deze hera met een bezem van zich
af. Hij sloeg hiermede den ouden man man op
het hoofd. Deze werd hierop zoo driftig, dat
hij zijn mes greep en hiermede Uit den Bo
gaert een diepe steek in het hoofd achter
iet oor toebracht.
In ernstig gewonden toestand werd het
slachtoffer naar het Sophia ziekenhuis over
gebracht.
Men vreest voor zijn leven. De oude Brug
geman is in het hoofdbureau van politie in
gesloten.
Klachten over arbeidsvoorwaarden
voor P. T. T.-personeel.
Te lange werktijden en te geringe
bezoldiging
Tweede Kamer over de P. T. T.-begrooting.
Blijkens het voorloopig verslag over de be
grooting der P.T.T. voor 1938 spraken vele
leden er hun waardeering over uit, dat het
P.T.T.-bedrijf ook in de huidige omstandig
heden zich zoo uitermate gunstig ontwikkelt.
Dat de bedrijfsleiding zoo soepel en actief
haar politiek van tariefsverlaging doorzet, is
ongetwijfeld zeer toe te juichen.
Verscheidene dezer leden hadden er ernstig
bezwaar tegen, dat ieder jaar opnieuw de
winst te laag wordt geraamd, zooals uit de
opbrengstcijfers van de laatste jaren blijkt.
Voor het jaar 1936, waarover het verslag van
het hoofdbestuur der P.T.T. onlangs is ver
schenen, werd b.v. 5V2 millioen winst ge
raamd, terwijl uit de uitkomst bleek, dat deze
winst in werkelijkheid f 10 Vz millioen bedroeg.
Gevraagd werd of het in de bedoeling van
den minister ligt tot verdere verlaging van de
tarieven over te gaan en. zoo ja. tot welke.
In aansluiting op het financieel zoo gunstig
beeld van het bedrijf werd van verschillende
zijden aangedrongen op het üi het oog houden
van de personeelsbelangen.
Naar de meeding van verscheidene leden
zijn de arbeidsvoorwaarden zeer slecht. Stel
selmatig wordt het loon meer gedrukt en bij
een zoo winstgevend bedrijf te verantwoorden
lijkt.
Wederom werd de verkorting van den ar
beidsduur ter sprake gebracht. Deze is in vele
gevallen, bij het lagere personeel aanmerkelijk
langer dan 8Y2 uur per dag.
Men drong nogmaals aan op de aanmerke
lijke verzwaring van den werktijd ten gevolge
van het postvervoer met de nachtposttreinen.
Hierdoor wordt het werk der expeditie ver
plaatst naar den avond, gedeeltelijk zelfs naai
den nacht en naar vroege morgenuren. Dat
zulks aan het gezinsleven van de betrokken
ambtenaren groote schade aanbrengt, is zon
der meer duidelijk. Gevraagd werd maatrege
len te nemen, waardoor aan deze bezwaren
wordt tegemoetgekomen.
Verschillende leden zouden gaarne van den
minister vernemen, hoe deze zich voorstelt
de moeilijkheden op te lossen, welke zijn ge
rezen tusschen de omroepvereenigingen en
den bond van exploitanten van radiocentrales.
Deze moeilijkheden betreffen niet alleen de
te betalen vergoeding maar ook het streven
der centrales om den eigen plaatselijken uit
zendtijd geleidelijk aan uit te breiden. De oor
spronkelijke bedoeling van het radiodistri
butiebedrijf komt daardoor in gevaar, wijl de
radiocentrales niet meer distribuanten blijven
maar geleidelijk het zwaartepunt wordt ver
legd naar de eigen programmaverzorging. Dit
moet zooveel mogelijk worden vermeden.
Met voldoening hadden vele leden kennis
genomen van de instelling van de commissie
tot bestudeering van het vraagstuk van de
wereldomroep. Hierdoor immers zal bevorderd
worden, dat ook de stem van Nederland in dat
kader op waardige wijze wordt gehoord. Som
mige leden stelden in dit verband de vraag of
het niet op den weg van de regeering ligt, de
omroepvereenigingen bij de verzorging van
deze voor het algemeene nationale belang zoo
gewichtige uitzending eenigermate tegemoet
te komen, b.v. door het kosteloos ter beschik
king stellen van zenders, of langs anderen
weg.
Gevraagd werd in welk stadium de televisie
thans is. Zullen de technische en financieele
moeilijkheden, die zich hierbij voordoen, kun
nen worden overwonnen? Naar men meende
te weten worden in de laboratoria van Phi
lips allerlei proeven voor de televisie genomen.
Hoewel men alle waardeering voor dien arbeid
had, was men van oordeel, dat deze zaak vol
ledig in handen van de regeering moet zijn
en via de regeering in handen moet worden
gelegd van de omroepvereenigingen. Gevraagd
werd ten slotte of de minister zijn standpunt
ten aanzien van deze aangelegenheid kenbaar
wil maken.
DE OVERVAL OP DOKTER DE RIDDER.
's GRAVENHAGE, 9 November. De Haag-
sche rechtbank deed heden utspraak in de
strafzaak tegen de twee jongelieden, den 23-
jarigen kantoorbediende J. C. V. en den
eveneens 23-jarigen los-werkman J. J. H. Z
die in Augustus van dit jaar een overval ge
pleegd hebben op dokter de Ridder, in diens
woning aan het Oranjeplein hie rter stede.
Ter zake van dezen overval en een door
hen gepleegde inbraak in een meubelfabriek
aan het Smidswater werden beiden tot 3 jaar
gevangenisstraf veroordeeld.
De eisch was tegen beiden vier jaren ge
weest.
heeft nog lang, vooral te Amsterdam onder
de lieden van Kickert's Modernen Kunst
kring, doorgewerkt. Kelder kwam heel wat
later en was intusschen in den na-oor
logstijd, zelf al aan het zwerven in „Parijs
en daarbuiten" gegaan en kwam met heel
wat ervaringen en indrukken in het vader
land terug.
Dat lijkt alles alweer lang geleden en toch
is deze schilder nog betrekkelijk jong, begin-
veertiger en zal dus vijf-zes-en-twintig ge
weest zijn toen ik zijn werk voor 't eerst ont
moette. Daarna is een periode gekomen van
groote figuurcomposities en portretten iii
een duisteren toonaard, sterk maar geen
blij werk dat door Albert Plasschaert zeer
bewonderd werd en het tijdsmerk van het na-
oorlogsche, het individueel expressionisti
sche droeg. Knap waren deze familiegroepen
zeer zeker; men kan een goed deel er van
terug vinden in het Van Abbe-museum te
Eindhoven, doch charmeerend als het tegen
woordige werk wèl is waren ze niet. Wanneer
precies die omzwaai in zijn werk heeft plaats
gevonden, zou ik niet kunnen zeggen want ik
heb die ontwikkeling niet op den voet ge
volgd. Maar eenige jaren geleden verraste
mij op een tentoonstelling een geheel an
dere Kelder dan in mijn 'herinnering leefde,
een schilder thans met een geheel Fransch-
^eorienteerd palet, met een dunne, doorzich
tige factuur vol nuanceering. met een inhoud
die eer romantisch dan iets anders was en
die in lichten, briljanten toets aan een te
rugkeer van den tijd van Rubens en Watt eau
zou doen gelooven. Die beide heroën dan
natuurlijk bij wijze van spreken aangehaald
en slechts met de bedoeling hun wezen in
een twintigste eeuwsch kleed gestoken te
zien. Wat nog zoo vreemd niet is, daar. on
der de iets oudere tijdgenooten van Kelder
in het Parijsche milieu er evenzeer aan te
treffen zijn, die afzijdig van cubisme en
andere cerebrale variaties in de picturale
spraak, tot de traditie der louter schoone
schilderwijs terugkeerden en zich via Dela
croix de meesters der achttiende eeuw en
hun voorganger Rubens herinnerden. Nog
maals. ik zeg niet dat Kelder een Rubens of
een Delacroix zou zijn. maar tracht voor zijn
tegenwoordige kunst een stamboom te plan
ten, die den aard van het werk eenigszins
verhelderen kan. Misschien ook dien om
zwaai verklaren van het grübelend duistere
naar het lichtlevende palet, dien hij boven
dien met Van Dongen, dien anderen geboren
Rotterdammer, gemeen heeft. Toon Kelder is
inderdaad leerling van de Rotterdamsche
Academie geweest maar is al vroeg door
familierelaties met, België, door de aantrek
kingskracht van Parijs, met Frankrijk ver
bonden geraakt. Ziedaar tenminste nog iets
wat hij met den Antwerpenaar Rubens en
den Watteau uit Valenciennes gemeen heeft.
Meer dan Rotterdammer is Kelder in zijn
wezen Zuid-Nederlander met Franschen in
slag.
Doch genoeg thans van deze algemeenhe
den die alleen gedebiteerd worden om den
lezer het werk toegankelijk te maken, wie
het bij van Wisselingh gaat zien, zal be
merken dat het allerminst ontoegankelijk is.
Integendeel, men zal spoedig door dezen ar
beid bekoord worden zoo men het verstaat
kleur te zien in een soms zwoele dan weer
denderende schildering. Zelfs waar hij over
drijft stoort hij het kleurgevoel niet en waar
hij nonchalant schijnt is het. omdat hij het
belang van de hoofdzaak niet wil laten
glippen voor wat hem bijkomstigheden zijn.
Hij is in die dingen eigen gereid als een dui
vel, maar soms schildert hij een portret als
dat van den hofprediker Weiter, waarbij
niets aan zijn aandacht ontglipt, zoo sterk
ook doorgevoerd in de finesses, dat het hem
in ons kalme land een reputatie bezorgde.
Dat deze breed-levende, graag op groote
doeken aanvallende schilder, naast zijn be
wondering voor de uiterlijke schoonheid dei-
verschijning, een groote dosis genegenheid
bergt voor wat er ongerepts achter die ver
schijning verborgen ligt, bewijzen zijn kin
derportretten. Dat van zijn zoontje, hierbij
voor onze lezers gereproduceerd, is mij. niet
alleen in Kelders oeuvre, maar reeds in het
algemeen als kinderportret, iets zeer bijzon
ders als schilderkunstige uiting,
J. H. DE BOIS.
Tot nu toe een kalm jaar gehad.
De heer de Booy vertelt over
het reddingswerk.
Morgen viert de Noord- en Zuld-Holland-
sche Reddingmaatschappij haar 113en ver
jaardag.
Naar aanleiding van dezen reddingbootdag.
waarop de jarige van vele zijden bedacht
wordt met goede en welkome gaven, hebben
wij een gesprek gehad met den secretaris van
deze reddingmaatschappij, den heer H. Th.
de Booy.
Het afgeloopen jaar zoo vertelde de
heer De Booy kenmerkte zich op ons ge
bied door zeer weinig zware stormen. Tot nu
toe werd dit jaar vijf en twintig maal van
de diensten van de reddingbooten gebruik
gemaakt, tegen vijftig maal tot November
van het vorige jaar.
Een treurig ongeluk gebeurde bij de oefe
ning met de strandreddingboot te Zandvoort.
waarbij twee leden van de bemanning om
het leven kwamen. Het ongeluk heeft, zooals
begrijpelijk is, veel ontroering verwekt, doch
geen van onze menschen heeft zich er door
laten ontmoedigen. Men weet, dat (het red
dingswerk gevaar mee brengt.
Dankbrieven.
Aardig zijn de dankbare brieven die we
krijgen, zeide de heer De Booy. Een jacht-
eigenaar. die ter hoogte van Wijk aan Zee in
nood verkeerde schreef: ..Nu is het nog
meer tot mij doorgedrongen, van hoe on
schatbare beteekenis de N.Z.H. Redding
maatschappij is voor menschen, die de zee
bevaren".
Een Urker-visscher, die op 2 Juni door de
motorreddingboot Hilda uit Lemmer werd
gered, besluit zijn dankbrief met de woor
den: ..Hopende dat de N.ZH.R.M. gesterkt
en gesteund moge worden".
Materieel.
Het materieel wordt steeds verbeterd. Uit
het ongeluk te Zandvoort bleek het gevaar,
dat de roeireddingboot oplevert weer eens
duidelijk en men gaat dan ook met spoed
door deze roeireddingbooten te vervangen.
Voor Terschelling bij paal 8 staat op
stapel de ..Nicolaas Marius", geschonken door
een menschenvriend, die onbekend wenscht
te blijven. Op Terschelling wordt ook een wa
terdichte tractor gestationneerd. Dat er
voor het werk van de N.Z.H.R.M., die niet
door de overheid wordt gesubsidieerd, heel
wat geld noodig is. blijkt b.v. uit het feit, dat
een station, bestaande uit een motorstrand-
reddingboot, een wagen, een tractor en een
boothuis niet minder dan f 46000 kost.
Nieuw snufje.
De N.Z.H.R.M. is er steeds op uit het
nieuwste snufje op het gebied van het red
dingwezen direct in te voeren. Zoo bouwt
men thans in een vlot een Hotchkiss cone
propeller, een watervoortstuwer, zoodat de
Wadden beoosten Den Helder, waar de Dorus
Rijkers wegens te veel diepgang niet kan
komen, ook bevaren kunnen worden. In En
geland heb ik met deze watervoortstuwers
goede resultaten gezien, aldus de heer De
Booy.
Opruiming wrakken.
De samenwerking met het departement
van Waterstaat is uitstekend. De regeering
is ons zeer terwille geweest door de wrak
ken van de Salento en Shonga op te ruimen,
die gevaren voor de reddingbooten oplever
den. We hebben nu een verzoek ingediend
om ook een aantal wrakken op de Haaks-
gronden de Eierlandsche gronden. Terschel-
liHger gronden en het Bornrif te doen op
ruimen.
De regeering geeft ook ruimschoots mede
werking bij het onderhoud van de redding
bootwegen naar zee, telefoonlijnen enz.
Doode hand belasting.
Minder was de heer De Booy te spreken
over het departement van Financiën, Nog
steeds immers zijn de reddingmaatschapoijen
aangeslagen voor de betaling van belasting,
die wordt geheven van instellingen van de
doode hand.
Reddingmaatschappij en doode hand zijn
twee begrippen, die moeilijk bij elkaar pas
sen, doch de minister van Financiën vindt
dit bliikbaar geen bezwaar. Zesduizend schip
breukelingen zijn in het 113-jarig bestaan
van de N.Z.H.R.M. door haar van een wissen
dood gered, geen cent subsidie ontvangt zij
van de overheid, zij wordt in stand gehouden
door particuliere bijdragen.
Edochbelasting moet worden betaald
door deze bii uitstek menschlievende instel
ling. Van haar budget moet de N.Z.H.R.M.
ieder jaar f 2700 in de schatkist storten....
Het publiek springt bij.
Gelukkig is de publieke belangstelling voor
het prachtige werk van de 113-jarige steeds
groeiende. Het aantal contribuanten nadert
de tienduizend. „We zijn dankbaar, doch niet
voldaan", zeide de secretaris. ..een zeevarend
land met een roemrijk maritiem verleden en
een even groote toekomst op zeevaartgebied
moet toch minstens 20.000 contribuanten
hebben! Want er is voor ons werk nu een
maal veel geld noodig. Niet alleen voor het
materieel. Wij verzorgen ook onze oud-red
ders en eventueel de nagelaten betrekkingen.
Een bedrag van f 30.000 per jaar is daar
mede gemoeid.
Bij de conferentie te Gothenburg is mij
nog gebleken, dat geen enkele buitenland-
sche reddingmaatschappj.i zooveel voor haar
oud-redders doet als de N.Z.H.R.M.
Maar zij verdienen het. dat er goed voor
hen gezorgd wordt. Met een prachtig, spor
tief enthousiasme en zonder eenige red
derspose" doen ze hun werk. gedreven door
plichtsgevoel. We hebben ook veel te dan
ken aan de plaatselijke commissies, die de
leiding der reddingen ter plaatse op zich
nemen. Ook hun is geen moeite ooit te veel.
Zoo baart dan de toestand van de N.Z.H.
R.M. in deze moeilijke tijden geen zorg, moge
vele Nederlanders aldus besloot de heer
De Booy onze maatschappij op haar ver
jaardag gedenken. Wii vieren dien dag met
de overdracht van de nieuwe m.s.r. „Abra
ham Fock" en het bootenhuis aan de plaat
selijke commissie te Ameland,
BEGRAFENIS IR. E. C. W. VAN DTJK.
De begrafenis van den heer Ir E. C. W. v
Dijk. directeur der Nerierlandsche Spoorwe
gen, zal geschieden op Vrijdag 12 dezer te
Westerveld na aankomst van den trein van
11.41.