DE SLUISWERKEN BIJ DUURSTEDE. Rechter zonder genade FEUILLETON door GEORG FROESCHEL. 31) Hij streek haai* over het haar, wachtte een oogenblikje of ze nog iets zeggen zou en ging. Irma hoorde zijn voetstappen en hoe hij de gangdeur sloot. Na een poosje stond zij op en liep door de flat. Zij kwam in de vestibule, legde haar hand op een deurkruk en stond in de slaapkamer. Het rook er naar Eau de Colog ne, op een stoel lagen slordig wat mannenklee- ren. Irma nam de broek op en wilde hem netjes over de stoelleuning leggen, toen de klank van metaal op hout weerklonk. Een sleutel was uit een der zakken gegleden en vlak bij het vloerkleed op het parket gevallen. Zij bukte zich, raapte den sleutel op om hem op het nachttafeltje te leggen, maar haar vingers lieten het koele donkergrijze stuk ijzer niet meer los. Het bleef in haar hand en als een blinde betastte zij het doode. gladde staafje, de kromming en inkepingen en tan den van den baard. Zij wist onmiddellijk, dat dit geen sleutel van het kantoor was, geen brandkastsleutel en ook niet een van de kas ten of deuren in haar flat. Het was de sleutel die het appartement in de Rankestrasse open sloot, waarin thans haar man met Martina Plöhn tezamen was. Lang staarde Irma naar het stukje ijzer m haar hand, en de sleutel kreeg macht over haar Het leek wel of de sleutel den wil had om in het slot gestoken te worden, waarvoor hij gemaakt was. Nooit had Irma de gedachte gekoesterd haar man te verrassen, om hem na te gaan. hem te volgen naai- de woning van zijn geliefde, nooit had zij zich de thea trale scène voorgesteld, die zoo oud is als het theater zelf en die de tooneelspelers „in flagranti" noemen. Zij had noch de fantasie, noch de energie om jaloersch te zijn zij ge hoorzaamde den sleutel. De sleutel, dien zij ge vonden had geleidde haar de trappen af en op straat. Zij liep door de lange, lange stra ten, haar voeten brandden, haar beenen deden pijn, ze liep maar steeds verder tot zij zich voor het bewuste huis bevond. Nu maar naar boven. Daar was de deur met het naambordje „Martina Plöhn". De sleutel gleed in het slot, een lichte druk en de deur opende zich. Irma stond op een klein portaal, dat zijn licht door een bovenvenster ontving. De groote, helle bloemen waarmee het behang bedrukt was, knikten haar toe en in een kamer klonk een mannenstem. De zware stem, af en toe vermengd met keelschrapingen en hoesten, die Irma zoo familiaar in de ooren klonk en die voor haar verbonden was met het begrip autoriteit en mannelijkheid, leidde haar ver der, deed haar een tweede deur openen, door een kamer met Biedermeyer meubilair gaan en een blauwgroene portière op zij schuiven. De situatie, waarin Waldemar Stiewekind en Martina Plöhn verrast werden was niet in het geringste compromitteerend te noemen. Wal demar zat voor de ronde tafel op een divan, had het leege kopje op zij geschoven, hield in de linkerhand een sigaar en in zijn rechter een krant, waaruit hij Martina voorlas. Deze zat met haar rug naar de portière en doopte groote groene wijndruiven in een kom met water. Het was een kamer die men dagelijks m een burgerlijk milieu vinden kan. en waar in alles erop wees. dat de man zich hier thuis voelde en dat de vrouw aan zijn manier van doen, hoe hij zijn sigaar rookte, op den divan zat en uit de krant voorlas gewend was .Welk resultaat de vergadering van heden bereiken zal, kan men nu nog niet be- oordeelen, maar volgens onze informaties zal het meerendee] der privé-bankiers wel over gaan tot een reductie van de provisie Stiewekind plotseling door iets geïrriteerd keek op. en zag meteen Irma, achter wie de portière weer dichtgevallen was. Zij geleek op dit moment in het geheel niet op een wraak zuchtige, jaloersche echtgenoote, maar veel meer op een kind, dat verdwaald is en plotse ling in een vreemde kamer belandt. Dat zij daar zoo stil stond, dat haar gezicht en haar oogen zoo geheel zonder uitdrukking waren, verlamde op het eerste oogenblik ook Walde mar. Dat onbegrijpelijke, dat Irma als door tooverij uit het niets verschijnen kon, trof hem met de ijzige kilte van een ontzetting. En omdat hij voor het eerst van deze kleine, domme, teedere vrouw schrok geraakte hij in het volgende oogenblik in razende woede. Gedurende vier jaren had hij, zoolang hij in Irma's omgeving was, zijn temperament beteugeld en daar hij nooit op tegenstand stiet, met waardigheid en gematigdheid zijn doel weten te bereiken, en nooit zijn heer- en meesterschap door een donderend dictator zijn moeten bewijzen. Maar nu kreeg zij ook het hartstochtelijke van zijn karakter te zien. Zooals het witte schuim voor het gezicht van een kampioen-zwemmer opborrelt, zoo wierp hij woede in scheldwoorden om zich heen, toen hij niet fonkelende oogen en een schar laken-rood gezicht Irma aanblafte. Wat zocht ze hier? Wie had haar geroepen? schreeuwde hij en rukte haar den sleutel uit de hand die zij gestolen had. Hij was er beu van om be- spionneerd te worden, hij had genoeg van haar leugenachtige, liefdoenerij, en haar ge huichelde liefde, haar lachen, haar spreken, alles, alles, hing hem de keel uit. „Er uit, en zoo vlug mogelijk, je bent me te veel!" Dat was pijnlijk en onrechtvaardig, en wat Martina ook deed om de razende echt genoot met een: „Maar, mijnheer Stiewe kindof, „Het is toch maar een misver stand". tot kaimeeren te brengen, het hielp niets. Hij maakte ontzettende gebaren en raasde door in zijn blinde woede tegen Irma die zwijgend, bleek en doodsbang voor de blauw-groene portière stond. Tenslotte kwam Martina haar te hulp, raakte haar aim aan en haar blond hoofd naar haar toe buigend, geleidde zij haar naar de vestibule, waar zij haar door medelijden en sympathie geroerd, de hand drukte. Daarop nam zij de vrouw van Waldemar mee, de trap af, de deur uit, riep daar een taxi, en wachtte op het trottoir, of schoon ze zonder mantel of hoed was, tot Irma veilig weg kon rijden Toen zij weer boven kwam vond zij Stiewe kind weer meer gekalmeerd, hij probeerde een sigaar aan te steken, knoopte eenige malen zijn jas dicht, liep een paar maal de kamer op en neer maar dwong zich zelf tenslotte in een min of meer waardige houding. Opeens stilstaand voor haar, zei hij: „Dat mag niet nog eens gebeuren, dat is minderwaardig!" „Wij zijn onvoorzichtig geweest", zei Marti na, die zijn gedachten niet geraden had. „Ik kan niet voorzichtig zijn, ik wil geen scheeve verhoudingen. Daarvoor ben ik te oud en laten mijn zaken me geen tijd. Ik heb rust, orde en regelmaat noodig. Ik ben er niet voor geboren om te liegen, of komedie te spelen, en trouwens je weet, dat het voor mijn gezond heid niet goed is, om dergelijke scènes door te maken. Je begrijpt me toch?" „Maar wat moet er nu gebeuren, hoe zou jij het oplossen?" „Er is maar een oplossing: er een eind aan maken èn van voren af aan beginnen." Martina keek hem recht in zijn oogen aan: „Dat beteekent dus „Ik zal me laten scheiden, en dan trouwen wij zoo gauw mogelijk. Zij antwoordde niet, ging bij de tafel staan, en legde mechanisch een servet in de goede vouwen. Hij kwam dicht bij haar staan en vroeg: „Wat zeg je ervan?" „Daar moeten we eerst goed over nadenken. Waldemar, zoo eenvoudig is dat niet, er zijn veel factoren tegen zoo iets. Je onderschat de moeilijkheden, omdat je opgewonden bent en omdat je op het moment slechts aan jezelf denkt," „Het hangt alleen maar van onszelf af, men kan alles door zetten, als men maar wil. Trou wens ik zie geen speciale moeilijkheden. Mijn advokaat zal de echtscheiding in een paar weken voor elkaar hebben „Dat bedoel ik niet. Zeer zeker ben je ener giek en rijk genoeg om de uiterlijke moeiliik-1 heden te kunnen overwinnen, maar er zijn ook innerlijke. Vergeet niet, dat ik me er aan gewend heb om te leven zooals het mij schikt, in elk geval zonder een huwelijksband. Je weet dat mijn ervaringen op het gebied van het huwelijk niet erg gelukkig geweest zijn, en gedurende de acht jaren van mijn vrijheid, heb ik allerlei dingen verlangd, maar geen nieuw huwelijk". „Dat kwam omdat je er niet ernstig aan ge dacht hebt, Martina. In werkelijkheid ben je in het geheel niet zoo uitgerekend en sceptisch als je je zelf wel verbeeldt. Wij zijn nu zes maanden tezamen, ik ken je wel beter. Je hebt den eersten keer pech gehad en dat heeft je wantrouwig tegen jezelf gemaakt. Maar ge loof me, je bent de rechte vrouw voor een hu welijk en ik ben er zeker van dat wij wonder wel met elkaar zouden opschieten." „Je bent een optimist, Waldemar". Zij glim lachte. „Maar zelfs wanneer je gelijk had, zou er nog iets in den weg staan." Martina ging bij het venster staan. „Ik heb medelijden met je vrouw." „Ach, onzin, dat is maar sentimentaliteit!" Waldemar had de gewoonte, om alle gevoels overwegingen als sentimentaliteiten te be schouwen, om zoodoende zijn weg vrij te ma ken voor zijn niets ontziende manier van handelen. Maar hij kon thans en ook later bij Martina geen onomwonden „Ja" doordrijven. Juist haar aarzelen bracht hem er toe, den strijd voor zijn vrijheid met ruwe energie te voeren. Toen hij het huis in de Rankestraat later op den avond verliet stond hij eenigen ti.jd met den hoed in de hand op het trottoir, daarop riep hij een taxi aan, en liet zich naar een hotel in Unter den Linden brengen. Den volgenden dag zond hij een bode met een kort briefje naar Irma, waarin hij haar venocht om kleeren en ondergoed naar het hotel te sturen. Hij had besloten om na de scène van gisteren niet meer naar huis terug te keeren. (Wordt vervolgd.) Het levensgroote portret van Else Mauhs als «Koningin Elisabeth», geschilderd door Jan Poortenaar, dat in den Stads schouwburg te Amsterdam zal worden tentoongesteld De in aanbouw zijnde sluis in het Amsterdam Rijn-kanaal te Wijk bij Duurstede nadert haar voltooiing. Een overzicht van den stand der werkzaamheden De Koning van Engeland verrichtte deze week in tegenwoordigheid van vele autoriteiten de opening van het nieuwe veeartsenijkundige College te Camden Town De overdracht van het Marine-commando in Ned. Indië. Kapitein ter zee R. P. v. d. Wetering droeg te Soerabaja het commando der Marine over aan kapitein ter zee A. C. van de Sande Lacoste (rechts) De Japansche vlag in Sjanghai, Chineesche bewoners in de buitenwijken der stad hebben, uit vrees voor nieuwe over vallen, ten teeken van over gave de Japansche vlag uit gestoken De amazone in den dop, die gaarne de openingsjacht teïwytord deze week op haar pony wilde meemaken Op het IJ te Amsterdam werd Woensdag een demonstratie gegeven met het model van het in aanbouw zijnde ms. «Oranje», zulks op instigatie van het «Nationaal comité tot het bevorderen van belangstelling in de Nederlandsche scheepvaart door het bouwen van scheepsmodellen» Eén der heftorens van de in aanbouw zijnde sluis in het Amsterdam Rijn kanaal te Wijk bij Duurstede, welker .voltooiing binnen afzienbaren tijd een feit zal zijn

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 9