Haarlems Dagblad Het Gele Gevaar. Een hanenvechter. Fa. VAN BASTEN KAAN (de Wolbaai) Dr. J. E. baron de Vos Van Steenwijk neemt afscheid van Zwolle. 55e Jaargang No. 16686 Uitgave Lourens Coster, Maatschappij vook Conrant-Uitgaven en Aigem. Drukkerij N. V. Bureaux: Groote Houtstraat 93, bijkantoor Soendaplein 37. Postgirodienst 38810. Drukkerij: Zuider Buiten Spaarne 12. TelefoonDirectie 13082, Hoofdred. 15054 Redactie 10600, Drukkerij 10132, 12713 Admin. 10724, 14825. Soendaplein 12230. Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Directie: P. W. PEEREBOOM EN ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM Zaterdag 13 November 1937 Abonnementen per week f0.25. p. maand f 1.10. per 3 maanden f 3.25. franco per post f3.55. losse nummers 6 cent per ex. Advertentiën1-5 regels f 1.75, elke regel meer f 0.35. Reclnmes f 0.60 per regel, Regelabonnementstarieven op aanvraag. Vraag en aanbod 1-4 regels f 0.60. elke regel meer f 0.15. Groentjes zie rubriek. Toen Duitschland nog een keizerrijk was (heeft Wilhelm n Europa herhaaldelijk ge waarschuwd tegen het Gele Gevaar, waar mee hij een toekomstige machtsontplooiing van Japan en China aanduidde. De Duitsche keizer was volstrekt de eenige niet die deze [bedreiging voor Europa zag naderen. Er werd destijds zeer veel over betoogd en gerede neerd en in ons land werd de opkomst der Aziatische grootmachten toen reeds als een groot gevaar voor Indië gezien. Dit moet men zich wel 'herinneren nu vandaag het Fransche persbureau Havas met zeer uitvoerige mededeelingen komt over vredesvoorstellen die namens Japan, Duitsch- land en Italië gedaan zouden worden, of al gedaan zijn. Deze drie mogendheden zijn thans, zooals men weet, vereenigd in het z.g. Anti-Komintern-Pact, dat volgens Engelsche en Fransche opvattingen veeleer tegen Enge land en Frankrijk dan tegen Rusland ge richt zou zijn. Havas nu deelt mede in Tokio vernomen te 'hebben dat men van de over winning in het gebied van Shanghai gebruik wil maken om maarschalk Tsjiang-Kai-Sjek voor de keuze te stellen tusschen samenwer king met Japan, Duitschland en Italië in het Anti-Komintern-Pact of algeheele ver nietiging van zijn land. Als officieel bemid delaar zou Hitier optreden. Een reeks voor waarden zou zijn gesteld, die niet malsch schijnen, maar die Tsjiang-Kai-Sjek niette min niet onwelwillend zou beschouwen. Want ze zouden hem de gelegenheid geven toe te treden tot een blok van dynamische mogend heden. Hij zou de voorstellen als een moreele overwinning kunnen beschouwen door te ver klaren dat China afziet van eenigen steun van den Volkenbond, van Engeland en van de Sovjet-Unie, maar daartegenover een nieuwen machtigen steun krijgt waardoor het de af schaffing van de buitenlandsche concessies in China zal kunnen bewerken. Dat wil dan zeg gen: van de concessies der „decadente" mo gendheden die te Genève en Brussel weer hebben getoond dat zij niet in staat zijn China te steunen. De voorwaarden, door Havas opgesomd, houden in dat China tot het anti-Komintern Pact zou moeten toetreden, de provincies ten Noorden van de Gele Rivier moeten demilita- riseeren, Nanking's souvereiniteit voor het heele land handhaven en de onafhankelijk heid van Mandsjoekwo en Binnen-Mongolië erkennen. Japan zou dan binnen eenige jaren al zijn troepen uit de provincies ten Noorden van de Gele Rivier terugtrekken. Dit laatste punt, in verband gebracht met de Chineesche demilitarisatie van die provincies, klinkt een tikje twijfelachtig. Maar het zou bij deze dingen nog niet eens blijven. China zou gelukkig worden gemaakt met Japansche, Italiaansche en Duitsche ad viseurs bij de diplomatieke, militaire en economische diensten te Nanking. De Chinee sche legers en het anti-communistische ver dedigingscorps zouden gereorganiseerd worden. Geen „offensieve" wapens. De anti-commu nistische mogendheden zouden China als stra tegische basis mogen gebruiken. Alle vier landen zouden in economische samenwerking treden. De Chineesche integriteit zou hersteld worden door het land te bevrijden van den invloed van andere landen. Tenslotte zegt Havas, dat Duitschland en Italië de Chineezen reeds aangeraden zouden hebben de voorstellen ten snelste te aanvaar den. In sommige Japansche kringen vreest men dat de voorstellen ten doel zouden hebben een millioen Japansche soldaten vrij te maken van hun Chineesche bezigheden en hen dan ten snelste tegen Rusland te laten oprukken. Japan zou verder moreel verplicht zijn Duitschland en Italië ook te steunen in geval van verwikkelingen in Europa. Indien deze onthullingen van Havas juist zijn zouden zij meer beteekenen dan een uit breiding van de machtsconcentratie Duitsch landItaliëJapan, die neergelegd is in het Anti-Komintern-Pact. Zij zouden immers tevens beteekenen dat Duitschland en 'Italië, om zich van den steun van Japan, van Azia tisch afzetgebied en ongetwijfeld ook van (koloniale winst te verzekeren, het Gele Gevaar hielpen ontketenen en het tot een macht te brengen als het nimmer tevoren heeft be zeten! Zij zouden feitelijk beteekenen dat Duitschland en Italië zich verbinden zouden met dit machtige Verre Oosten ten nadeele van het zeer kleine maar eertijds invloed rijkste deel der wereld waartoe zij zelf be- hooren: West-Europa. Daarom is het moeilijk in de juistheid van deze mededeelingen, van deze geweldige di plomatieke manoeuvre die feitelijk Europa's ontbinding zou beteekenen, zoo maar voet stoots te gelooven. Men kan zich een derge lijke daad van Duitschland en Italië nauwe lijks voorstellen. Er zouden sterker bewijzen voor moeten komen om erin te gelooven dan de mededeelingen van het Fransche pers bureau Havas. Mochten zij waar blijken te zijn dan zouden zij van een ontzettende, een huiveringwekkende beteekenis zijn. Japan voelt zich ongetwijfeld in een ge vaarlijke positie tegenover de Sovjet-Unie. Dat Italië en Duitschland zich in een dergelijken toestand zouden gevoelen is evenwel niet aan te nemen. R. P. VRIJE EVANGELISCHE GEMEENTE. Tot hulpprediker van de Vrije Evangelische Gemeente te Haarlem is benoemd cand. D. J. D„ Fossé uit Breskens. (Een Egyptenaar, wiens zenuwen niet bestand waren tegen het hanengekraai in den vroegen och tend, is achter slot en grendel gesloten, nadat hij alle hanen van zijn dorp had uitgeroeid.) Als na de Egyptische duisternis, De morgenstond aan het krieken is, Dan geeft d' Egyptische haan het teeken, Dat weder een dag staat aan te breken, En opgeschrikt door het schel geluid. Wrijft zelfs de Sphinx zich de oogen uit. Nu is gebleken, dat een der lieden In 't zandig land van de pyramiden, Niet erg gesteld was op die muziek, Hij schrok zich daaglijks een morgenkriek En vond dus dat die kukelekuren, Geen enkelen dag meer mochten duren. Hij heeft de duisternis afgewacht, Toen ging hij stil op de hanenjacht, En waar hij zoo'n dier maar kon ontdekken, Talmde hij niet om het wreed te nekken. En vanaf haantje de voorste tot De achterste onderging dit lot, Nu kan geen haan bij het ochtendgloren De zoete rust van dien man meer storen, Nu slaapt hij rustiger uit, hoewel Niet meer in zijn bed maar in een cel, Daar kan hij over het vraagstuk droomen, Hoe (bij den baard van de Sphinx!) 't kan komen, Dat men, zelfs als er geen haan naar kraait, Toch voor zijn zonde den bak in draait. P. GASUS Groofe Houtstraat 155 - Telef. 11159 Bedden- en Meubelmakers (Adv. Ingez. Med.) KUNSTZAAL REEKER Wagenweg 102 TENTOONST ELLINC nagelaten werken: mej. D. Struick du Moulin beeldhouwwerken: Mej. Nelly Bakema Mozaïekwerken: Ant. H. J. Molkenboer Dagel. 1-05 uur. 's Zondags 24 uur. (Adv. 'Ingez. Med.) De tunnel onder den spoorweg Haarlem—V eisen. B. en W. van Haarlem, overwegende, dat onder den sporweg Haarlem-Velsen aan het Rijklof van Goensplein een voetgangerstun nel is gemaakt, die een verbinding vormt tus schen de gemeenten Haarlem en Bloemendaal en daarbij bedenkende, dat de ingang van die tunnel aan beide zijden vrij sterk hellend naa.r beneden loopt en dat in die tunnel dooi den U-vorm bovendien; twee onoverzuchtelijke bochten zijn, zijn van meening, dat het daar om in het belang van de vrijheid en veilig heid van het voetgangersverkeer gewenscht is genoemde tunnel voor zoover gelegen in de gemeente Haarlem in beide richtin gen gesloten te verklaren voor het verkeer met alle motorrijtuigen, rijwielen en rij- of voertuigen, geen motorrijtuigen of rijwielen zijnde. Daarvan hebben B. en W. een besluit af gekondigd waarin dien maatregel wordt vast gelegd. Zoo sterk als Staaldraad Gen. Cronjéstr. 129 (Adv. Ingez. Med.) HEDEN: 16 PAGINA'S pag. Baron de Vos van Steenwijk heeft af scheid van Zwolle genomen. 1 De vijfhonderdste vlucht naar Indië is hedenmorgen begonnen. i De 16e partij tusschenn Euwe en Aljechin is na 65 zetten üi remise geëindigd. 2 Mr. P. J. Oud acht opheldering over het gebeurde bij de kabinetsformatie noodig 3 Japan's antwoord aan Brussel. 4 Nantau is door de Japanners gewonnen. 4 Een vliegramp in Duitschland heeft 10 dooden geëischt. 4 Bioscopen. 8 ARTIKELEN, ENZ. R. P.: Het gele gevaar. l P. v. d. Hem: China en de Mogendheden. 3 Van onzen Berlijnschen correspondent: Nazï-Duitschland herdenkt den 9den November. 4 Br. M. Euwe; Strategie in de scliaakstrijd heel belangrijk. 6 C. J. E. Dinaux: Zonderlinge levens. 7 J. H. de Bois: Litteraire Kantteekeningen 7 Jules KanimeijerBlijft Fit 7 J. B. Schuil: Jubileumvoorstelling Oscar Tcurnïaire. g Financieel Economisch Weekoverzicht: Vrees voor den dollar. 9 De Burgerlijke Stand van Haarlem is op genomen op 13 Hartelijke afscheidswoorden gesproken. In de oude, stemmige trouwzaal van het stadhuis te Zwolle heeft heden de Burgemeester Dr. J. E. Baron de Vos van Steenwijk, die Dinsdag het burgemeesterschap te Haarlem zal aanvaarden, afscheid genomen van den gemeenteraad. Namens den geheelen raad werd de scheidende Burgemeester het eerst toegesproken door den heer H. G. C. Treep, den oudsten wethouder, die ook tijdens het vacant zijn van het burgemeestersambt, als loco-Burgemeester zal optreden. Van groote waardeering getuigd. „Het is nu ruim 4 jaar geleden", aldus spreker, „dat gij hier het burgemeesters ambt hebt aanvaard, maar deze betrekkelijk korte tijd heeft ons gelegenheid te over ge geven om u te leeren kennen en waardeeren. Toen gij in Februari 1933 naar hier kwaamt, was het besturen van een gemeente geheel nieuw voor u en ofschoon wij vol goede ver wachtingen waren, zou toch de toekomst moeten openbaren of gij een goede Burge meester voor ons zoüdt zijn. Gij kwaamt hier heen in een zeer ongunstigen tijd en hadden wij toen hoop, dat het ergste geleden was, de practijk leerde anders. Uw begrootingen ver toonden jaar op jaar een grooter tekort en wij zullen nu weldra opgenomen worden on der de noodlijdende gemeenten. Het lijkt wel zeer onvriendelijk, dezen on gunstigen toestand nog eens zoo uitdrukke lijk te constateeren. Is het soms mijn be doeling, hiermede te zeggen, dat gij aan dezen achteruitgang eenige schuld hebt? Neen en nogmaals neen! Het zou voor u en voor ons prettiger zijn geweest, wanneer de gemeente bij uw afscheid zich meer in een stijgende lijn had bewogen, maar het is geen geringe lof voor een burgemeester, als raad en bur gerij van een door hem bestuurde stad zijn beleid eenstemmig prijzen, juist in ongun stige omstandigheden, waarin immers zooveel meer gevraagd wordt van zijn werkkracht, zijn doorzicht en tact. De tijdsomstandigheden waren ster ker dan uw wil en gij kunt bij uw heengaan met het volste recht zeg gen: „Ik heb gedaan wat ik doen kon om den wagen in het goede spoor te houden". Wij willen daaraan toevoegen, dat gij meer gedaan hebt dan uw plicht was en dat u geeh arbeid te veel was om voor onze gemeente de gun stigste mogelijkheden te verkrijgen. Niet bekend is hoeveel werk gij binnens kamers en in de vergaderingen van Burge meester en Wethouders hebt verricht, om Zwolle zoo goed mogelijk door de slechte tij den heen te helpen. Ik noem uw vele reizen naar Den Haag, uw tallooze besprekingen met- de autoriteiten over het verplaatsen der cen trale werkplaats, om te trachten dit onheil van Zwolle af te wenden. Ik wijs op uw vele po gingen, om de Zwolsche ingezetenen te be hoeden voor het invoeren van nieuwe en het verhoogen van bestaande belastingen, als gij van meening waart, dat de uiterste grens be reikt werd. Ook voor de werkloozen en de be- hoeftigen, van wie immers velen buiten hun schuld in deze positie gekomen zijn, hebt gij steeds op de bres gestaan, al het mogelijke doende, hun ultkeeringen op peil te houden. Het vraagstuk, om zooveel mogelijk werk loozen in de werkverschaffing te plaatsen liefst zoo dicht mogelijk bij huis had niet alleen uw volle aandacht, maar ook uw daadwerkelijken steun, waardoor het geluk is geregeld plusminus 150 menschen aan het werk te houden. Voor al dezen arbeid willen wij van deze plaats u hartelijk dankzeggen. Wij hebben be wondering gekregen voor uw groote gaven, uw warme belangstelling en voor de groote intel ligentie, die het u mogelijk maakten, u verras send snel in te werken in de vele en velerlei vraagstukken, die u dag op dag werden voor gelegd. Gij waart toegankelijk voor allen en de ingezetenen vonden bij u steeds een open oor voor hun wenschen en nooden, die gij, zooals vanzelf spreekt, niet alle kondt be vredigen, maar die toch steeds uw volle aan dacht hadden. Een speciaal genot was het, naar u te luisteren op officieele ontvangsten, wanneer u gasten ontving in onze oude trouw zaal en hun welkom heette in welverzorgde en van humor tintelende redevoeringen. Ook dit deel uwer taak was bij u in goede han den. Aan het cultureele leven van Zwolle hebt gij actief .deelgenomen en ook hierdoor hebt gij blijk gegeven, dat het belang van onze stad u zeer ter harte gaat. Groote capaciteiten als Voorzitter. Wij als raad der gemeente Zwolle zijn het best in de gelegenheid geweest, uw capacitei ten als voorzitter te leeren kennen. Ook aan deze functie hebt gij u geheel gegeven en uw aangename en soepele leiding stemden ons tot dankbaarheid. Met groote aandacht en be langstelling hebt gij de besprekingen der ver schillende vraagstukken door diverse woord voeders aangehoord, hun meeningen aan de uwe getoetst en zoo noodig uw oordeel naar voren gebracht. Gij hebt steeds de debatten beheerscht en waart een onpartijdig voorzit ter. Nadat u hier een paar jaren werkzaam was geweest, is de vrees bij enkelen onzer wel eens opgekomen, dat een burgemeester van uw kwaliteit veel kans had, om in een grootere plaats te worden benoemd. Deze vrees is zoo als nu blijkt, niet ongegrond geweest en of schoon wij ons zeer verheugen over uw be noeming tot burgemeester van een groote stad en u daarmede hartelijk gelukwenschen, spijt het ons toch en dit gevoelen wordt door een groot deel onzer inwoners gedeeld dat gij na een zoo kort verblijf heengaat. Wij hadden u gaarne nog lange jaren hier gehou den. Burgemeester, nog één dag na dezen en gij zult uw nieuwe functie in Haarlem aanvaar den en Zwolle verlaten, maar ik geef u de verzekering, dat bij ons de dankbare herin nering zal blijven bestaan aan een goeden en bekwamen burgemeester en een onpartijdig en geëerbiedigd voorzitter van den raad. Wij zullen met groote belangstelling uw verdere loopbaan blijven volgen. Het moge u en uw familie wèl gaan." De gemeente-secretaris sprak. De gemeente-secretaris, Mr. Dr. G. van Leijden, zeide het volgende: „Hoe snel gij u hebt kunnen inwerken in het u tevoren vreemde gebied van gemeente lijk bestuur, heeft wellicht niemand beter dan Dr. J. E. baron de Vos van Steenwijk. ik kunnen waarnemen, dank zij ons vrijwel dagelijksch contact. En het was mij een oor zaak van groote voldoening", aldus Mr. Van Leijden, „dat ik u daarbij mocht terzijde staan. Van weerskanten hebben wij gezocht naar wat ons vereenigde, om deze voor onze gemeente zoo moeilijke jaren teboven te ko men. Dat het resultaat daarvan niet bevre digender is geworden, is zeker niet te wijten aan gemis aan ijver, kunde en voortvarend heid uwerzijds. Maar aan onze onderlinge ver houding hebben de moeilijkheden dezer jaren geen afbreuk gedaan, integendeel, zij zijn daardoor misschien verstevigd. Moge het belangrijke ambt, waartoe gij zijt geroepen, u alles brengen, waarop uw per soonlijkheid en uw kunde u recht geven en moge in de herinnering aan uw Zwolsche ambtsperiode ook die aan onze samenwerking een groote plaats blijven innemen." De burgemeester dankte. Tenslotte nam de burgemeester zelf het woord: „Al is mijn ambtstermijn hier ter stede slechts kort geweest", aldus spreker, „toch is deze lang genoeg om de behoefte te gevoelen, deze laatste samenkomst te houden in een sfeer van bezinning, die vrijblijft van de toevallige beslommeringen eener normale raadsvergadering. Zeer waardeerende en zeer hartelijke woorden zijn tot mij gesproken. Mocht de waardeering al door de hartelijk heid zijn beïnvloed en daardoor de toets der critiek minder goed kunnen doorstaan, de hartelijke toon, die uw woorden doortrok, neem ik gaarne voor volle munt aan en wel omdat ik dezelfde gevoelens jegens u koester. Gij zijt voor mij niet slechts „lid van den Zwolschen raad", maar in ieder uwer zie ik een persoonlijkheid, die in mij herinneringen oproept aan de discussies, de vragen of voor stellen, kortom, die voor mij een stuk doet herleven van deze laatste vijf jaar. Daardoor wordt het afscheidswoord, dat ik heden tot u spreken wil, ook persoonlijker getint dan het begroetingswoord van 1933. Het is niet alleen een afscheid van den Zwolschen raad, het is ook een afscheid van de Zwolsche raadsleden. De goede verhouding tusschen raad en college te bewaren, heb ik altijd als een van de eerste plichten van den burgemeester be schouwd, want continuteit in het uitvoerend beleid van het college en wederzijdsch ver trouwen tusschen college en raad, zijn be langrijke factoren tot het richtige vervullen van beider bestuurstaak. De goede verhouding tusschen raad en col lege te bewaren, heb ik altijd als een dei- eerste plichten van den burgemeester be schouwd, want continuïteit in het uitvoerend beleid van het college, en wederzijdsch ver trouwen tusschen college en raad, zijn be langrijke factoren tot het rich tig vervullen van beider bestuurstaak. En waar de burge- meester zelfs niet door een votum van den J raad kan worden getroffen, is het voor hem 1 slechts een bewijs van zeer betrekkelijken moed. om conflicten uit te lokken, of te ver scherpen. Een belangrijk deel uwer werkzaamheid vindt zijn weerslag niet in de eerste plaats in de handelingen. Immers geen ervan ge schiedt commissoriaal, in de vaste commis sies van voorbereiding en in. de commissie van bijstand. In het bijzonder zou ik zeer mijn Het woord is aan Otto Weiss: Het is dikivijls moeilijk een vraag even dom te beant woorden als zij gesteld is. waardeering willen uitspreken voor het werk van de commissie van bijstand voor den dienst van Maatsch. Hulpbetoon, welker werkzaamheid aan vele onzer medeburgers maar al te goed bekend is. In haar weke- lijksche vergaderingen ziet deze commissie zich telkens weer geplaatst voor moeilijke, ja pijnlijke beslissingen. Want het is helaas zoo gesteld, dat haar uitgaven een beslis- senden invloed hebben, op het geheele fi- nancieele bestel der gemeente en daardoor op onze meerdere of mindere zelfstandig heid. En dit besef, dat hen telkens weer zal moeten dwingen tot het voeren van een strakken teugel, wordt doorkruist door het gevoel van menschelijk mededoogen. wan neer zij deze strenge eischen moeten toe passen in de individueele gevallen van nood druft, die hen worden voorgelegd. Financieel beleid. Hiermede kom ik haast vanzelf op het „Leitmotiv" van onze gemeente lijke huishouding „de financiën". De begrooting kan slechts op papier slui tend gemaakt worden door bijdragen uit 's Rijks schatkist, die veelal een bitteren bij smaak hebben, door de voorwaarden, waar onder ze ons verstrekt worden, en toch moe ten we beseffen, waar we aan toe zouden zijn, indien deze ruggesteun ons kwam te ontvallen. Want ze heeft het mogelijk ge maakt, om het gemeente-crediet ongerept te handhaven en daardoor hebben we ook hier ten volle kunnen profiteeren van den dalen den rente-standaard, een voordeel, dat de gemeente-financiën nog voor een lange reeks van toekomstige jaren zal kunnen genieten. „Het daghet in het Oosten", zullen som migen mij tegenwerpen, die mijn betoog te pessimistisch vinden; ik wil hen die hoop niet ontnemen, maar er wel aan herinneren, dat de eerste ochtendschemering nog verre verwijderd is van het tijdstip dat de verwar mende zonnestralen hun uitwerking doen ge voelen. Met de Wethouders is het contact uiter aard veelvuldiger geweest dan met den raad. En de raadsleden zullen het mij wel niet euvel duiden, indien ik ook bii miin open baar afscheid enkele woorden in het bijzon der aan de leden van dit college wijdt. De collegiale bestuursfunctie, die ik met hen heb uitgeoefend, laat bij mij slechts aange name herinneringen achter en het was mij steeds een genoegen, hun vergaderingen te leiden. Van alle banden, die mijn verblijf in uw midden geweven heeft, is die met den secre taris wel het hechtste. en het verbreken er van. kost dan ook de meeste moeite. Ik ben er trotsch op. dat iemand van zijn kwalitei ten zoo dikwijls ondubbelzinnig getoond heeft, een dagelijfcschen arbeid en omgang met mij, op prijs te stellen, en ik draag deze herinnering, als een kostbare schat van hier mede. Van de politie, van de hoofdambtenaren en van het secretarie-oersoneel heb ik reeds in besloten kring afscheid genomen, maar van deze plaats wil ik hen allen dank zeggen, voor de toewijding en trouw, waarmede zij onder mijn voorzitterschap de gemeente hebben gediend. En nu is het oogenblik gekomen om van u te scheiden. In het afscheid van uw raad ligt voor mij tevens besloten het afscheid van de burgerij, die zij vertegenwoordigt, van de vele com missies, besturen en particulieren, met wie mijn ambt mij in aanraking bracht en aan wie ik bii deze gelegenheid dank breng voor den geest van hartelijke samenwerking, waarmede zij mij zijn tegemoet getreden. Hetzelfde zou ik willen herhalen namens mevrouw de Vos van Steenwijk. die hier noode het werk in verschillende besturen zal laten varen, daar dit haar volle belangstel ling had en zij zich daarbij door veler sym pathie gedragen wist. Als ik deze stad weer betreed en ik hoop dit nog dikwijls te doen dan zal het zijn als oud-burgemeester. Maar mijn gevoelens voor Zwolle, waar ik geboren werd en school ging, waar ik den huwelijksband sloot en dat ik nu enkele jaren mocht bestui'en, zullen onveranderd blijven: het wel en wee van Zwolle zal ik blijven voelen als iets dat mij nersoonlijk raakt. Moge Zwolle door donkere tijden een zegenrijke toekomst tegemoet gaan. Namens het gemeentebestuur van Haarlem werd de zitting bijgewoond door den loco burgemeester, wethouder W. J. B. van Liemt en den gemeente-secretaris, Mr. Th. A. Wesstra. MODERNE WONINGEN TE HUUR, op mooi punt van Hyacintenlaan, 7 kamers, w.o. badkamer, 40,p. mnd. U kunt nu het beste uitzoeken en huren per eersten Januari, Februari, Maart of April. Bevr. op het werk en bij S. VELDKAMP, Van Dortstraat 90, Telefoon 16373. (Adv. Ingez. Med.) Opbrengst Oliebollenweek verduisterd. Vrijdag is door de politie alhier aange houden de 46-jarige boekhouder R., wonende te Haarlem, verdacht van verduistering van ongeveer f 100 ten nadeele van de Haarlem- sche Speeltuin Federatie. Hij heeeft bekend zich hieraan te hebben schuldig gemaakt. Dit bedrag was de opbrengst van de zooge naamde oliebollenweek dezer Sneeltuinfede- ratie, waarvan de aangehoudene bestuurslid was. Hij werd Vrijdag m verz°kerde bewaring gesteld. Na verhoor is hij hedenmorgen vrij gelaten STADS BIBLIOTHEEK EN LEESZAAL In verband met de installatie van den Bur gemeester in de Statenzaal Prinsenhof, zal de Stadsbibliotheek en Leeszaal op Dinsda-c 16 November 1937 van 1-3.30 uur gesloten zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 1