Winkels stoffen
GLOBES
Van der Meer
Gloeilampen
Haarlem's
Dagblad
WINKELS
LUXE DOOZEN
FANTASIE
Christelijke
Oratorium-Vereeniging
JEPHTA.
VULPEN
HOUDERS
FRANS - DUITS - ENGELS
adverteert
STOFFENHUIS
BONBONS PRESENT
ZAKDOEKEN
GROOTE HOUTSTR. 11-13
VRIJDAG 19 NOVEMBER 1937
HAARLEM'S DA
GBLAD
9
HET TOONEEL
Drie eeuwen
„Gijsbreght van Aemstel"
door Ben Albach
(Uiig. N.V. Noordhollandsche Uitgevers Mij
Amsterdam)
Met de Vondelherdenking valt merkwaar
diger wijze het derde eeuwfeest van des
dichters meest bekende en nationale werk in
hetzelfde jaar samen. Op 3 Januari zal het
300 jaar geleden zijn, dat de Amsterdamsche
Schouwburg op de Keizersgracht met den
Gysbreght van Aemstel werd geopend en de
Heer van Aemstel voor het eerst op de plan
ken de bekende dichtregels sprak:
Het hemelse gerecht heeft zich ten lange
lesten
Erbarremd over mij en mijn benauwde
vesten
Nog slechts eenige weken scheiden ons dus
van de herdenking van deze voor de Neder-
landsche tooneelgeschiedenis meest belang
rijke gebeurtenis en de heer Ben Albach deed
dan ook goed zijn door hem geschreven en
door Prof. H. Brugman van een voorwoord
voorziene studie „Drie eeuwen „Gysbreght van
Aemstel" thans het licht te doen zien.
De heer Ben Albach is onder de jongeren
een van de weinigen, die zich bijzonder inte
resseeren voor de geschiedenis van het too-
neel in Nederland. Niet alleen, dat hij zich
reeds herhaaldelijk verdienstelijk maakte bij
het inrichten van tentoonstellingen op too-
neelgebied, hij publiceerde ook verschillende
artikelen over de geschiedenis van het too-
neel in ons land, welke de aandacht hebben
getrokken. En ook nu weer geeft dit nieuwe
boekwerk van hem het bewijs van degelijke
studie en liefde voor het vaderlandsch tooneel.
„De historie van 300 jaar Gysbreght van
Aemstel is een samenvatting van drie eeuwen
Amsterdamsche tooneelgeschiedenis," schrijft
de heer Albach terecht in zijn voorbericht
en zijn boek is dan ook een brok Amsterdam
sche tooneelgeschiedenis geworden.
De traditie van de jaarlijksche opvoeringen
van den Gijsbreght brengt den auteur, die de
historie hiervan schrijft, als van zelf op de
verschillende tooneelspelers, die in den loop
der eeuwen in dit treurspel zijn opgetreden
en zoo geeft Albach's boek een zeer belang
wekkend overzicht van de meest bekende
spelers van 1637 af tot heden en de plaats,
welke zij in de tooneelwereld innamen.
Maar belangrijker nog is dit boek, omdat
het ons een duidelijk beeld geeft van een ge
leidelijken ontwikkelingsgang van het tooneel
met zijn verschillende richtingen in tijden
van bloei, verval en weder opleving in den
loop van deze drie eeuwen. De opvoeringen
van den Gijsbreght waren geheel afhankelijk
van de richting, waarin het tooneel zich be
woog. Verschillende invoeden hebben zich
steeds bij de vertooningen van Vondel's treuf-
spel doen gelden. Het Fransch Klassicisme in
het begin der 18de eeuw, de romantiek der
19de eeuw, het daarop volgend realisme, ze
kwamen beurtelings tot uitdrukking in de op
voeringen van den Gijsbreght, ja zelfs is de
„drakentijd" het treurspel niet ongemerkt
voorbij gegaan. De moord op Bisschop Goze-
wijn en de nonnen in het klooster welke
afgrijselijke en wansmakige vertooning ook
daarvóór trouwens reeds traditie was gewor
den, werd in dien tijd het hoofdmoment van
de opvoering.
Over de gevechten in het klooster en de
daarop onmiddellijk volgende „stomme ver
tooning" in het laatst der 18de en begin van
de 19de eeuw lezen wij in het boeok van Al
bach: „Nadat Gijsbreght „naar boven gevlo
gen was", viel de vijand van beide kanten
binnen en begon de vermoording van de non
nen. Onder het gevecht luidde de brandklok,
die hiervoor in den nok van den Schouwburg
was aangebracht. Bovendien- werden de don
derbussen afgeschoten, terwijl rood Ben-
gaalsch vuur het effect van brand moest ge
ven. Te midden van de algemeene conster
natie viel het doek, om na enkele oogenblik-
ken weer op te gaan voor de befaamde
„stomme vertooning".
Over deze stomme vertoocing", waarbij
een berg van lijken op het tooneel lag, geeft
Albach een uittreksel uit een brief van den
Duitscher J. Gi'abner in 1792, die o.a. schreef:
„De stervende abdis houdt in het midden
van het tooneel den vermoorden bisschop op
haar knieën. Hier stoeten eenige razende
krijgslieden met hun .dolken naar een paar
om genade smeekende nonnen. Daar bekijkt
een ander soldaat den degen, dien hij zoo pas
bloedend uit de borst van een non heeft ge
trokken Hierbij wordt geen woord gesproken
en de groepen blijven onbewegelijk als stand
beelden en de Engelschman Is Disraeli schreef
in 1820, dat na deze pantomime vol pathos,
die minuten lang duurde, het applaus los
barstte.
Nu glimlachen wij om een van zoo grooten
wansmaak getuigende vertooning in een
treurspel van Vondel, maar ik herinner mij
toch nog heel goed, dat bij de opvoering door
de Kon. Ver. Het Nederlandsch Tooneel in
1910, onder regiee van de Leur, welke min of
meer in operastijl werd gegeven, de krijgs
lieden met getrokken zwaarden nog bij rood
licht het klooster binnenstormden en op de
nonnen afvlogen en dat daarna eerst het
doek zakte
Ook over de costuums, welke in Vondel's
treurspel dat bij de eerste vertooningen
door enkel mannen is gespeeld werden
gedragen, vinden wij in dat boek vermakelijke
gegevens. Zoo verscheen Gysbrecht in het
midden der 18de eeuw in rok met panden,
roode voering en breed gouden passement,
groote steek met dito gepoeierde pruik en
haarzak, witte zijden kousen en schoenen met
steengespen. Badeloch schreed in een sierlijke
hoepelrok rond en Rafaël vertoonde zich in
de wolken als een elegante, jonge dame in
18de eeuwsch toilet Arend en de Bode droe
gen zwierige gala-costuums.
Het was de bekende tooneelspeler Corver,
die hierin in de tweede helft der 18de eeuw
verandering bracht, maar hij ging met de
costumeering toch niet verder terug dan tot
de 16e eeuw. Eerst in de 19de eeuw zag men
in Gysbreght costuums dragen uit den tijd,
waarin het treurspel speelt.
Over de verschillende wijzen, waarop de
„reyen" nu eens werden gezegd dan weer ge
zongen in 1895 zelfs dooi een groot koor
op muziek van Berndrd Zweers, welk koor
bij den regel „zoo treurt nu Aemstel's vi-ouw"
zich omkeerde en naar de treurende Badeloch
wees en in 1912 bij Royaards op het
honderdjarig herdenkingsfeest van Toon
kunst op muziek van Diepenbrock door
een dubbel kwartet, bestaande uit onze beste
zangers en zangeressen o.a. de dames
Noordewier-Reddingius en de Haan-Manifar-
ges die met muziek in de hand ten too-
neele verschenen geeft Albach zeer le
zenswaardige bijzonderheden.
Maar voor ons is wel het belangrijkste deel
van zijn boek het laatste hoofdstuk, waarin
Albach beschrijft, hoe in de laatste 25 jaar
de opvoering van den Gysbreght eerst door
Royaards, daarna door Verkade werd gemo
derniseerd en hoe thans Defresne weer is
teruggekeerd tot een bewogen, dramatische,
min of meer romantische opvoering. Albach
stelt duidelijk de groote verdienste in het
licht van Willem Royaards, die eindelijk
voor het eerst durfde breken met het over
dreven. burgerlijk realisme van de voorstel
ling van Het Nederlandsch Tooneel en met
zijn monumentale, aesthetische Gysbreght-
opvoering een geheel nieuwen Vondel-stijl
zoowel in decors, costuums, spel en voor
dracht gaf.
Het is dit laatste hoofdstuk vooral, dat ik
met veel belangstelling gelezen heb, omdat
ik al deze voorstellingen van die van de
Leur af heb bijgewoond en daarbij heb
gezien, hoe de opvoeringen van een Gys
breght onderhevig zijn aan de verschillende
stroomingen van het tooneel en de persoon
lijke inzichten van den regisseur.
De geschiedenis van den Gysbreght toont
wel duidelijk aan, dat de vertooningen van
het treurspel telkens een wisselend beeld
gaven van het tooneel in Nederland met zijn
hoogte en laagte punten. Zij zijn steeds een
toetssteen geweest van ons nationaal tooneel
en zullen dat ook in de toekomst blijven.
J. B. SCHUIL.
PING—PONC.
FIENTJE DE LA MAR.
Wanneer men mij vraagt, welke actrice in
Nederland het grootste natuur-talent bezit,
antwoord ik zonder aarzelen: Fientje de la
Mar. Dit was blijkbaar ook de meening van
Willem Royaards, die, na haar in het cabaret
chansons te hebben hooren voordragen, voor
spelde, dat zij, als zij naar het tooneel over
ging, onze eerste actrice zou kunnen worden.
Zoo hoog is Fientje de la Mar nog niet geste
gen, maar onder de vier beste actrices van ons
land mogen wij haar zeker rekenen. Zij bezit
gaven ik noem hier slechts haar prachtig
getimbreerde donkere spreekstem welke
alle actrices haar mogen benijden.
Toen ik Fientje de la Mar gisteren in het
Centraal Theater te Amsterdam in Ping-
Pong zag, werd ik opnieuw bekoord door dit
wel zeer zeldzaam talent. Het is feitelijk een
dood-gewoon Weensch blijspelletje en ook de
rol van Trude is allerminst een schitterrol en
toch is het verrassend te zien, wat zij ervan
maakt. Het is zoo zuiver menschelijk, zoo fijn
en mooi van nuanceering, zoo innig-vrouwe-
lijk, dat er van deze Trude wel een zeer groote
charme uitgaat. Er is iets in haar spel
evenals van Paula Wessely op de film dat
onmiddellijk van hart tot hart gaat en daar
om ontroert. Zij heeft door haar spel de rol
tot een hooger niveau, zij geeft in dit luchtig
blijspelletje „das ewig weibliche", dat altijd
opnieuw bekoort.
Wij zagen Ping-Pong eenige jaren geleden
van het Rotterdamsch-Hofstad Tooneel. Het
had ook „spel van ontrouw" kunnen heeten
en zou 'n veertig jaar geleden, misschien de
verontwaardiging hebben gewekt van de def
tige dames en heeren uit dien tijd. Niet. dat
wij er een oogenblik bij behoeven te blozen. O,
heelemaal niet! maar zoo'n wereldje, waarin
men alsof het een ping-pong spelletje is
met de ontrouw over en weer speelt, er als het
ware mee kaatst en terugkaatst, dat zou men
vroeger waarschijnlijk erg immoreel hebben
gevonden. En ja, als je het op de keper be
schouwt, is het dat natuurlijk ook, maar de
Weener Hans Jaray doet het zoo en badi
nage en het blijft zoo volkomen „spel", dat wij
het geval in het geheel niet au serieux nemen
en de menschen in dit luchtige stukje be
halve Trude al evenmin.
Mijnheer en mevrouw zijn na pas 4 maan
den getrouwd te zijn beiden eenige maan
den alleen, zij in Parijs, hij in Weenen. Van
meneer zijn wij er dadelijk zeker van, dat hij
zijn vrouwtje niet trouw is gebleven, maar
over het vrouwtje zijn wij in twijfel, zelfs nog
aan het slot, als het doek voor het laatst zakt.
Man en vrouw willen echter beiden zekerheid
en zij beginnen nu meer ten genoege van
de toeschouwers in de zaal dan voor zichzelf
een spelletje om het terrein te verkennen.
De compagnon van meneer zal daarbij den
man helpen, maar dan dreigt het heelemaal
mis te loopen en raakt de zaak zoo in den
knoop, dat er op het laatst niemand meer op
het tooneel is, die de ander niet verdenkt. Het
wordt heel erg ingewikkeld met al die echte en
schijnbare ontrouw, maar het eindresultaat is
toch, dat man en vrouw aan het slot verzoend
huiswaarts keeren en de compagnon met zijn
eigen vriendinnetje eveneens gehuwd het too
neel verlaat. Een Weensch blijspelletje dus,
dat doet denken aan een omelette soufflée,
heel erg soufflée en weinig omelette.
Het krijgt in de opvoering vooral zijn
waarde door het innig-vrouwelijke en prach
tige spel van Fientje He la Mar. Maar ook
Louis de Bree en Johan Kaart blijven vol
komen in den comedie-toon en geven bei
den zeer geestig spel. Kaart die ook de
regie heeft gevoerd weet zich opmerkelijk
in te houden in de rol van den wat verlegen
Max en wij hebben hem in tijden niet zoo
gewaardeerd als gisteravond.
Jan Teulings heeft een heel klein rolletje
als de opera-zanger zonder stem en speelt
het opmerkelijk goed. De dames hebben het
wel bijzonder zwaar naast een actrice als
Fientje de la Mar te moeten optreden. Dat
bleek in Ping-Pong wel heel duidelijk, zoowel
bij Corry Schiller, die Erna in tegenstelling
van Trude nog al grof speelde en Maria Teu-
lings-Nathusius, die het verliefde typistetje
wel vermakelijk typeerde, maar er toch zicht
baar wat overdreven veel moeite voor deed.
J. B. SCHUIL.
MUZIEK
„Jephta", in 1751 voleindigd, was het laat
ste oratorium, dat Handel schreef. „Schreef"
het schrijven ging in dit geval wel met
groote moeilijkheden gepaard, want gedu
rende den arbeid verergerde de oogziekte, die
ten slotte tot volledige blindheid zou leiden,
zóódanig, dat Handel het werk een poos moest
laten rusten. In het manuscript staat onder
het eerste deel van het slotkoor der 3de acte
de aanteekening van zijn hand: „Bis hierher
kommen den 13 Februar 1751' und verhindert
worden wegen des Gesichts meines linken
Auges so relax" en onder den canon „Unser
Glück" op de volgende bladzijde: „Den 24 die
ses etwas besser worden, wieder angegangen".
De muziek van dit oratorium draagt echter
geen spoor van het lichamelijk lijden des
componisten; die toont hem, zoowel in de ko
ren als in enkele der aria's en vooral ook in
het machtige, dramatische alt-recitatief
„Hör, Jephta", dat op de komst van een Ri
chard Wagner wijst, in het volle bezit zijner
genialiteit. Nog een voorspelling trof me, bij
het hooren van dit oratorium: de aria „Sieh,
des Zögerns" uit de tweede scène doet veeleer
den stijl van Mozart dan dien van Handel
gevoelen. Het „Hallelujah" van het slotkoor
wijst daarentegen duidelijk naar het gelijk
namige stuk uit „The Messiah" terug, terwijl
de „Sinfonia", die de 3de acte inleidt, sterk
aan dit uit 't tweede deel van Bach's „Welh-
nachtsoratorium" herinnert, zoowel door
toonsoort en rythme, als door het gebruik der
schalmei.
De koren nemen relatief geen gróót ge
deelte der handeling in beslag. Maar wat
het koor der C. O. V. te doen vond deed het
voortreffelijk en soms. als in het door George
Robert in een stevig tempo geleide slotnum
mer der 2de acte „lm glanze hoch" met een
schittering, die in overeenstemming met de
tekstwoorden was en die den hoorder eerbied
afdwong. Ook het kinderkoor zong zijn in
Gavotte-tempo geschreven nummer zeer goed.
Van de solisten noemen we in de aller
eerste plaats Louis van Tulder, niet zoozeer
wegens zijn jubileumsperiode, die Donder
dagavond in een waardeerende toespraak van
den voorzitter der C. O. V., den heer P. Koen,
herdacht werd, als wel wegens den glans van
zijn zang en de expressiviteit van zijn voor
dracht, die zoowel in de brillante coloratuur
vóór de pauze als in de heerlijk mezza voce
gezongen aria „Tragt sie, Engel" uit de 4de
acte ware hoogtepunten van deze uitvoering
vormden.
Na hem mag de alt Ans Stroink genoemd
worden: ook bij haar waren vocale beheer-
sching en uitdrukkingskracht in mooi even
wicht.
De sopraan Di Moorlag scheen in de eerste
helft van den avond nog niet op dreef; zij
nam echter in de tweede helft revanche,
eerst in de aria „Für solch grosz Heil", later
nog overtuigender en verheugender in het
wondermooie recitatief en aria uit de 4de acte
Ook de bas Laurens Bogtman was in de
tweede helft veel beter dan in de eerste. In de
aria „Nur mich" hoorden we hem weer in zijn
volle kracht, en in het daarbij aansluitende
solokwartet een in Handei's Oratoriums
zelden aangewende combinatie vormden
de vier stemmen een mooi geheel.
Het geweldige recitatief „Hör, Jephta" werd
door de alt Annie Hermes zeer indrukwek
kend vertolkt.
Ons orkest werkte, enkele kleine oneffen
heden buiten beschouwing gelaten, schitte
rend mee om de uitvoering van dit oratorium
op een hoog peil te brengen, „Jephta" is hier
althans in de laatste 20 jaar niet ten ge-
hoore gebracht, In den Haag schijnt het be
kend en geliefd te zijn, zóó, dat de uitvoering
er van een volle zaal waarborgt. Dit was hier
nog lang niet het geval. Misschien kan een
herhaling binnen niet te langen tijd be Lij
materieele resultaten afwerpen. De artistieke
waren in elk geval aanzienlijk, en een goed
deel daarvan mag op rekening van den diri
gent George Robert gesteld worden.
Nog een slotopmerking: de clou der han
deling toont een merkwaardige gelijkenis met
die van „Iphigenie in Aulis". En men behoeft
den naam van Jephta's dochter Iphis slechts
eenigszins te veranderen en te verlengen om
dien van Agamemnon's dochter te krijgen.
K. DE JONG
UITSLAG VEILING.
Uitslag der veiling, gehouden in ,,'t Nota
rishuis" op Donderdagavond.
Het café met bovenwoning en erf te Haarlem
aan de Bakenessergracht No. 105, groot 56
centiaren.
f 5900 F. Slot q.q.
Het huis en erf te Bloemendaal aan den
Kinheimweg No. 43, groot 1 are, 9 centiaren,
f 3900 B. Simons.
De hypothecaire vordering ten behoeve van
H. J. Bakker en ten laste van W. Akersloot,
beiden te Haarlem, groot f 2000 6 pet. 's jaars
op 27 AprilOctober, gevestigd als eerste
hypotheek op perceel Lange Begijnestraat 10
te Haarlem, groot 19 centiaren,
f 1850 J. Scholte q.q.
Halve villa met erf en tuin te Bentveld,
Zandvoorterweg No. 21, groot 4 aren, 20 centi
aren en een halve villa met erf en tuin te
Bentveld, Zandvoorterweg No. 23, gr. 4 aren
45 centiaren.
Gecombineerd f 17.700 E. E. Stoel.
Zware staff en tegen spoorweg-
dieven gëischt.
De officier van justitie te Amsterdam heeft
Donderdag zware straffen gevorderd tegen
twee mannen, een schaalknecht bij de Ne-
derlandsche Spoorwegen en een chauffeur,
waarvan de eerste zich heeft schuldig ge
maakt aan diefstal van een groot aantal pak
ken die aan de zorgen van de spoorwegen wa
ren toevertrouwd, heeft schuldig gemaakt. De
chauffeur had zich wegens heling te verant
woorden.
De eerste verdachte legde een bekentenis
af, doch de tweede hield vol dat hij aanvan
kelijk niet geweten had, dat de pakken, die
de schaalknecht voor hem klaar legde, van
diefstal afkomstig' waren. Hij gaf toe de goe
deren te hebben verkocht.
De officier eischte tegen beiden één jaar en
acht maanden gevangenisstraf.
INGEZIMEN
/TUKKEN
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
Redactie zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst oj niet
geplaatstwordt de kopij den inzender niet
teruggegeven.
Aan ouders van schoolgaande
kinderen.
Dezer dagen kwam een van mijn kinderen
zich thuis beklagen over een driftigen uitval
van zijn onderwijzer.
Het optreden van den onderwijzer was niet
goed te keuren, maar ik kan toch wel een
verklarig van het geval geven.
Het betreft hier een serieuzen onderwijzer,
die van zijn klas tracht te maken, wat er
van te maken is. Hij staat voor een overvolle
klas, ik meen wel van pl.m. 50 leerlingen,
waaronder zich kinderen bevinden, die niet
„mee" kunnen .De onderwijzer staat voor een
klas, waaraan twee leerkrachten de handen
vol zouden hebben. Dus mag het ons, ouders,
niet verwonderen, dat een onderwijzer, wiens
zenuwgestel dikwijls toch al veel te verduren
heeft, wel eens „uitvalt" en dingen zegt, die
niet gezegd mogen worden.
Ik sprak laatst een hoofdonderwijzer van
een der lagere scholen hier ter stede. Hij
zeide: „Ik zou zóó nog zes onderwijzers op
mijn school kunnen plaatsen. Het is een
bopelooze toestand, wij kunnen het werk niet
meer aan".
Millioenen worden thans voor onze weer
macht uitgegeven, maar voor de opvoeding en
ontwikkeling van het opkomend geslacht,
moet aan alle kanten bezuinigd worden.
Wordt het niet tijd, dat wij vrouwen en
moeders, onze stem verheffen voor een betere
regeling van het onderwijs?
EEN MOEDER.
Werkloosheidsbestrijding?
Geachte redactie.
Op 1 November j.l. werden te dezer stede
een 20-tal werkloozen verblijd met de tijding,
dat zij voor werk in aanmerking kwamen en
wel voor heiwerk, benoodigd voor de riolee-
ring op de Brouwersvaart. Hun loon bedraagt
daar 43 cent per uur benevens eventueelen
kinderbijslag. Bij een volle week werken was
dan het weekloon 20.64 plus kinderbijslag.
Iedereen zal het met mij eens zijn, dat dit geen
overdadig loon is voor de te presteeren werk
zaamheden, maar toch waren deze huisvaders
blijweer eens zelf voor hun gezinnen te kun
nen zorgen. Deze 20 mannen werden in 2 ploe
gen verdeeld en iedere ploeg kon per dag on
geveer 10 palen, varieerende van 5,50 tot 7
Meter, inheien, dus samen 20 palen per dag.
Het werk wordt uitgevoerd door Openbare
Werken der gemeente Haarlem en wel met het
z.g. 6-weken-werk-systeem, zoodat de daar te
werk gestelde mannen ook op 6 weken werk
rekenden. Groot was echter de teleurstelling,
toen zijn Vrijdag 12 dezer de tijding ont
vingen, dat op Maandag 15 dezer het werk
voor hen was afgeloopen, niet omdat het
werk was afgeloopen, maar omdat het verdere
heiwerk met een machine moest gebeuren.
Twintig huisgezinnen moesten "weer aan de
werkloozenondersteuning worden overgegeven,
omdat men het werk misschien even voordee-
liger door een machine kon laten doen.
Twintig gezonde kerels moeten zich weder
naar het stempellokaal begeven. Niet omdat er
geen werk meer voor hen is, maar omdat mis
schien enkele luttele guldens op arbeidsloon
bespaard kunnen worden. Twintig gezonde
huisvaders moeten nu weer hun hand gaan
ophouden voor steun, omdat een tak van
dienst der gemeente zich moet houden aan
het voor bedoeld werk uitgetrokken bedrag.
Maar als wij nu den steun gaan berekenen
welke deze 20 gezinnen thans weer moeten
ontvangen, dan zal iedereen het toch met mij
eens zijn dat dit een verkeerde bezuiniging is.
Zij, die reeds met hun vrouwen hadden uit
gerekend, wat er wel al zoo kon worden aan
geschaft in die bedoelde 6 weken werk, wor
den nu door de machine verdrongen en met
het koopen van hoognoodige artikelen is het
uit. Niet alleen voor deze gezinnen is het weer
een teleurstelling, maar ook voor de winke
liers; zij toch zouden hun omzet weder ver
groot hebben gezien. De- enkele guldens welke
door eigen arbeid zouden worden ontvangen
kwamen toch ook ten goede aan de gemeen
schap?
Aan hen, die een oordeel kunnen vellen over
het bovenstaande, verzoek ik namens de be
doelde twintig mannen alles in het werk te
willen stellen om zulke gevallen te voorko
men. Overal wordt aangeraden, werken te
laten uitvoeren om de werkloosheid te be
strijden en wat doet nu onze overheid?
Wij hebben een Opbloei-actie gehouden en
allen hebben hieraan medewerking verleend,
ook het gemeentebestuur. Maar wat komt er
van deze acties terecht, als onze werkloozen
op deze wijze worden verdrongen? Overal
wordt propaganda gemaakt voor het te werk
stellen van arbeiders, aan verschillende bedrij
ven wordt subsidie gegeven tot instandhouding
van het bedrijf ten gunste van de betrokken
arbeiders en nogmaals: wat gebeurt er hier?
Natuurlijk zal Openbare Werken wel een ar
gument hebben tot het verontschuldigen van
deze daad, maar daarmede is het feit toch niet
weggenomen?
Afwachtende wie er meehelpt ter voorko
ming van zulke gevallen verblijf ik inmiddels,
met dank voor de plaatsing,
A. SELHORST
Graaf Willemstraat 13, Haarlem
(Wij hebben deze klacht overgebracht aan
den Directeur van Openbare Werken, die er
echter niet op wenschte te antwoorden).
De a.s. blijde gebeurtenis in het
Prinselijk gezin.
Het Comité voor uitdeeling van baby-
uitzet j es heeft veel geld noodig om aan vele
moeders bij de geboorte van haar kindje
kleertjes te geven. Draalt niet en stuurt zoo
spoedig mogelijk uw bijdrage aan de Twent-
sche Bank N.V. Zijlstraat 76 Haarlem (Post
giro No. 4000) onder vermelding: „ten be
hoeve van het Comité Oranjevreugde-Volks-
vreugde".
Bijdragen in contanten of chèques zullen
ook gaarne aan onderstaande adressen in
ontvangst genomen worden.
Het dagelijksch bestuur:
Mevr. J. M. VAN LIEIMTr—DOLMANS,
Voorzitster, Lorentzplein 9.
Mevr. S. J. J. MOUTHAAN—ZIMMERMAN
Onder-voorzitster, Florapark 11.
Mevr. J. C. II. WESSTRAMACKAY,
Secretaresse. Van Edenstraat 1.
Mevr. L. N. J. LEFEBVRE
VAN SOM10R1EN GRÓVE,
2e Secretaresse, Beelslaan 19.
Mevr. H. W. TEDING VAN BERKHOUT-
VAN MARKEN,
Penningmeesteresse. Baan 19.
Mej. C. M. HEERKENS THIJ3SEN.
2e Penningmeesteresse, Plein 13.
Mevr. A. A. ANBMA—GERTZEN,
Florapark 10.
Zelfgebreide babykleertjes zijn ook zeer wel
kom en kunnen aan het adres van de derde
ondergeteekende, Van Eedenstraat 1, bezorgd
worden.
Gebr. v. Brederode
GR, MARKT 21 - TEL. 10409
Gebr. van Brederode
Tel. 10409, Groote Markt 21
Fietshandschoenen
Handwarmers vanaf
39 cent per paar
Regenpijpen voor H., D.
en jongens al vanaf
75 ct. per paar.
■Tasbeschermers vanaf
29 cent.
Spatlappen vanaf 6 ct.
Electr. rijwiellampen
compl. vanaf f 2.89
Electr. achterlichten m.
rijkskeur vanaf 25 ct.
Peer- en kogellampen
39 cent.
Half-mat lampen 50 ct.
met garantie.
Schagchelstr. 7
en
Hoek Cronjéstr.
Conv. en Berlitz Meth. in zeer
korten tijd correct spr., lezen en
schr. Privaatles ƒ4.50 p.m. Twee
pers. ƒ3. Mej.N.GROOTENBOER
RIVIER VISCHMARKT 11 rd.
de Courant
waarin gij met't
meeste succes
MANGELSTER en DROOGSTER gevraagd.
Wasscherij „BOSCH EN VAART", Brouwersvaart 24. Aanmelden
's avonds tusschen 78 uur, Gaelstraat 31.
EERSTE KLAS LAMPEKAPWERKSTER
GEVRAAGD. Hoog loon, vaste betrekking.
Brieven met volledige gegevens, waar gewerkt enz. ond. nr. 8058
aan het Bureau van dit Blad.
BIJ AANKOOP f C
VAN MINSTENS
EN.„. BIJ AANKOOP VAN
VAN MINSTENS f 2-50
EEN LEUK DOOSJE
Gedurende de St. Nicolaas-
weken Speciale Coupon-
verkoopIWol,zijde, fluweel
VOOR ALLE SEIZOENEN ONOVERTROFFEN
Dames, ziet vooral
Onze Etalages, want
onze CADEAU RE-
CLAME is altijd 'n
WARE Attractie!!!
HET AMERIKAANSCHE HUIS
VOOR UW LEDEREN KLEEDING
EIGEN FABRIKAAT.
LEDEREN JEKKERS vanaf 17.50
LEDEREN JASSEN vanaf24.90
LEDEREN MANTELS vanaf18 75
In REGENJASSEN alle bekende merken.
REGENPIJPEN, HANDSCHOENEN m. en z. kap,
HANDWARMERS, SHAWLS, TRUIEN.
LEDEREN RENKAPPEN 0.95
24 BARTEL JORISSTRAAT 24
TELEFOON 15459 JACK MORRIS.