ZONDERLINGE LEVENS Blijft Fit! H' Litteraire Kantteekeningen. ZXTERDKG 20 NOVEMBER 1937 HAAREEM'S DAGBEAD CARTOUCHE. ADDEN de tijdgenooten van Louis Dominique Bourguignon een voor- zienenden geest gehad, zij zouden dezen spitsboef, roover, bendeleider en moordenaar niet Cartouche, maar Staats vijand No. 1. hebben genoemd. Zonder over drijving kan deze meester in de „konst van het beurzen-snijden" de geestelijke vader van Al Caone, Bonnet, de Spada en wat de oude en nieuwe wereld verder aan illustere bewo ners van de „onderwereld" mag hebben opge leverd, worden genoemd. En toch hebben deze epigonen, hoezeer de meerderen in technische vakbekwaamheid, in één opzicht hun mees ter niet weten te evenaren: Cartouche, hij mag een aartsschurk zijn geweest, heeft niet alleen zijn bedrijf uitgeoefend met een on miskenbaar talent; een feilloos combinatie vermogen, een onuitputtelijk initiatief er een zeldzame scherpzinnigheid, hij bezat daarenboven de gave om zijn tallooze misdrij ven op een onnavolgbare wijze te enscenee- ren met de gratie van een edelman en de hu mor van een man-van-geest. Daarom heeft het Frankrijk zijner dagen hem veel vergevexi, ja zelfs bewonderd en vereerd. De breedspra kige dichter, die zijn lof zong in de dertien boeken, die te zamen het merkwaardige dicht werk „Cartouche of de gestrafte Booswigt" vormen, kan schier geen adjectieven genoeg vinden, om de bijzondere eigenschappen van- den „held" te omschrijven: stout, dapper en grootmoedig wordt hij genoemd, krachtig, behendig, rijk voorzien van geest, verstand en oordeel; schoon hoe jong', aldus bralt het vers, dat men zelfs aaxi Voltaire heeft toegeschreven, „bezat hij die vermetelheid, die drift, die moed en krachdat oordeel en beleid, dat hij de stoutste der ontwerpen uit kon voeren...." Cartouche's terechtstelling. Hadden zijn daden den toets der moraal kunnen doorstaan, waarlijk onze Cartouche zou een biograaf gevonden hebben aLs een Uilenspiegel, aan wien hij vaak meer herin nert dan aan zijn, met de vondsten der mo derne techniek en de methoden van de twixi- tigste-eeuwsche zakelijkheid opereerende discipelen. Cartouche, wien de eer toekomt de eerste misdadiger-van-,grooten-stijl der moderne ge schiedenis te zijn geweest,- beoefende nog het „handwerk", dat heel wat meer list en in ventief vermogen vorderde dan de gew"elds- practijken van pantserauto's en machine geweren der Amerlkaansche „zware jongens'. En alsof deze meester in de kunst der regie voor een theaterpubliek speelde, liet hij nooit na, voor een verrassend als geestige ontknoo ping te zorgen, die haar uitwerking vrijwel nooit miste: men huiverde wel even, maar men amuseerde zich toch en lachte. Cartouche slaat zijn slag. OO houdt op een goeden dag een voor- xiame karos voor de ambtswoning van den commandant der politiewacht stil. Twee fraai uitgedoschte lakeien zijn een waardigen grijsaard van gestreng uiterlijk bij het uit stijgen behulpzaam en dienexi aanstonds den hoogen bezoeker als adellijk Engelschman aan. Natuurlijk wordt hij met alle voorko mendheid ontvangen en wel in de eetzaal, waar de luitenant zich juist aan het middag maal te goed doet. De aristocratische vreem deling komt de hulp der ordebewaarders in roepen: zoojuist heeft hij een anonym schrij ven ontvangen, waarin hem Wordt medege deeld, -dat de beruchte Cartouche, die afgrijse lijke schurk, een plan heeft bex-aamd om het hotel te berooven, waarin de rijke Engelsch man zijn intrek heeft genomen. Mocht de politie er in slagen nog denzelfden dag de hand te leggen op Cartouche, dan kan zij van een vorstelijke belooning vei-zekerd zijn. De commandant doet met veel strijkages de toe zegging, xxiets oxibeproefd te zullen latexi om dit vuige complot te verijdelen en vergezelt met hoffelijke buigingexi zijn hoogen gast tot de deur. Nauwelijks is hij teruggekeerd in de eetkamer, of hij komt tot de ontstellende ontdekking, dat al het zilveren tafelgerei spoorloos is verdwenen. Blijkbaar hebben de lakeiexi het oogenblik, waarop de comxnan- dant xnet ontzag en bewondering de karos van derx vreemdeling xiastaarde eexx dankbaar gebruik gemaakt en door de open venstex-s hun slag geslagen. Eenige uren later wordt een keurig pakket aan de commandantswo- ning bezorgd, inhoudexide lepels en vox-ken van het fraaistetin, opdat de bestolexie niet al te zeer onthand zal zijn door het gele den verlies. Zoo is CartoucheMaar niet altijd zijn z'n streken zoo gemoedelijk: als jonge man van achttien jaar deel uitmakend van een dieven bende, wandelt hij eens met zijn „chef" langs de Seine-kade. Zijn meester, blijkbaar geneigd om Cartouche iets aangenaams te zeggen, deelt hem vertrouwelijk mee, dat hij den jon gen man als zijn opvolger beschouwt in het geval, dat hij eens mocht komen te vallen. Cartouche wijst, zooals zelfingenomen men- schen plegen te doen, deze loftuiting natuurlijk blozend van de hand met het zwakke protest, dat hij immers veel te jong zou zijn, om bij zijn bendegexiooten het noodige gezag af te dwin gen. „Jij, m'n waax-de?" antwoordt de ,chef", „je jeugd pleit juist voor je; en wat kracht, dap perheid en sluwheid aangaat zou je jezelf toch plet kunnen overtreffen, al werd je zoo oud als Methxxsalem!" Cartouche bloost niet meer, protesteert evenmin, maar als man-van-de- daad steekt hij zijn leider pardoes een dolk in het hart, duwt hem in de Seine en keert terug naar het kwartier van zijn bende om zich, overeenkomstig den laatsten wensch van den overledene, aan het hoofd daarvan te stellen. De xnilieu-theoretiei zouden in Cartouche geexx dankbaar object gevonden hebben: Louis Dominiqxxe stamde uit een eerzaam bur gergezin, dat ten tijde van zijn geboorte 1693 dus in Coux-tille, een Parijsche wijk, woonde. Vader Bourguignon. een godvruchtig man, die in zijn uil een valk zag, zond zijn zoon naar het college van Clex-mont om hem door de Jezuïtenpaters te doen bekwamen in de klassieke en theologische geleerdheid dier dagen. Maar dat kleine, bewegelijke ©n intel ligente ventje had zijn hoofd bij heel andere zaken dan Thomas Aquinas-werken: er kwam geen fruitvrouw of bakker aan de poorten van het college of de rappe vingertjes van Louis Dominique hadden de manden der bezorgers orxgemex-kt wat lichter gemaakt. Messen, boe ken, linealen en dergelijk roerend goed van zijn medescholiex-en nam hij met het rustigste geweten in zijn bezit om ze te ruilen tegen be geerlijker voorwerpen. Zelfs de slaapmutsen van zijn kameraden waren niet veilig voor hem; op een avond had hij er niet minder daxi 120 buitgemaakt en mogelijk zou men den be drijver van dezen diefstal niet zoo gemakke lijk hebben gevonden als Louis wat bekwamer was geweest in de kunst van „deduceeren en combineeren": de domoor, die na zijn slag geslagen te hebben den slaap des rechtvaar digen sliep, wasde eenige, die wel een slaapmuts di-oeg Al doende leert men: zijn eerste proeven van geveltoerisme legde .hij af, toen hij door bet losbreken van de zoldering en met behulp van touwen de kostelijke potten met honing ixit de foex-gplaats van den ovex-ste lichtte. Het was mogelijk wel de eerste, maar zeker niet de laatste maal, dat een stom toeval hem uit de handen der wrekende Nemesis reddede ont- deugende pater-jezuïet had in stiijd met zijn gelofte een groot aantal goudstukken verza meld en er een veilige bergplaats voor gevon den in de honingpotten. Zeker zou Louis toen al van het College zijn verwijderd, als de ovex-ste ruchtbaarheid aan deze euveldaad had kunnen geven, wat zijn eigen gelofte-breuk hem belette. Lang duurde het evenwel niet dat Louis de hemel mag weten wat ihij toen weer bedreven had de toegang tot de kloos terschool werd ontzegd. Een van zijn broers had hem voorbereid op wat er thuis voor hem in het vet zat. Maar Louis achtte het raadzaam, zich niet in het ouderlijk huis te vertoon en en trok de wijde wereld in, roovend en bedrie gend, levend onder de zigeuners of onder de zakkenrollers die de Pont-Nfeuf onveilig maak ten, schooierend met een hongerigen maag en gehuld in lompen, tot zijn oom hem bij toe val ontdekte in Rouaan en medelijdend naar zijn ouders terugbracht, die deui verloren zoon met open armen ontvinigexi. Alles was verge- vexi en vergeten: Louis zou een nieuw leven beginnen. Maar dit avoxituurlijke jongemensch, nau welijks zestien jaar oud, werd tot over de ooren verliefdt op een, naar de geschiedenis vertelt, bekoorlijke waschvrouw, die er niet af- keerig van was, naast de ideëele ook de stof felijke bewijzen vaxi vereering en toewijding ixi oxitvangst te nemen. De verschaffing van de noodige contanten kostte Louis niet veel hoofdbrekens: er waren altijd wel hier of daar beurzen, horloges exi sieraden te „vinden", die onopvallend van eigenaar veranderen wil den, terwijl een welwillexid heer, met wien hij zoo juist had kennis gemaakt, belangrijke diensten bewees bij het zoeken naar een af zetgebied. Deze haxidlanger was dezelfde, die Cartouche introduceerde in de rooversbende, waarvan, hij kort daarop de leiding op zich zou nemen. Vader Bourguignon had, xiadat zoonlief een Inbraak had gepleegd bij den bruidegom vaxi zijn zuster, besloten, het jongemensch eens eexi jaar lang onder tucht te stellen in eerx klooster; maar op het laat ste moment had Louis kans gezien op listige wijze te ontvluchten, daarmee het pad dei- burgerlijke deugdzaamheid voor goed ver latend. De eeuwig onvindbare. (jpARTOUCHE zou hij voortaan genoemd worden, ,,'t hoofd der Gauwdieven, be rucht in 't France Lely-Ryk, door steelen, roo- ven, moorden, grieveix", de man over wien heel Frankrijk de zonderlingste, ja ongeloof waardigste vex-halen vertelde. Hij sprak met zijn durf, list en humor blijkbaar levendig tot de verbeelding en stoxid, als man-xnet-een- verleden, bij Vrouwe Venus niet weinig in de gunst. Menige markiezin dong naar zijn guxxst en moest haar amoixreus avontuur duur be talen. Nu eens noemde hij zich Baron de la Birogne, dan weer Seigneur de la Haute Tigre of Graaf de la Grinche. Maar hoe hij ook hee- ten mocht, nooit hield hij verblijf waar men hem zocht, om juist daar zijxi slag te slaan, waar men hem het allerlaatst verwachtte. Zoo gebeurde het eens, dat hij met de dili gence naar Lille reisde in gezelschap vkn den Abt Potter, die verheugd was, in zijn mede reiziger zoo'n onderhoudend causeur te heb ben gevonden. Het gesprek kwam op Cartouche dien nietswaardigexi schelm, over wien de waardige Abt nog al wat bijzonderheden scheen te wetexx. Zelfs liet hij doorschemeren dat hij zeer gegronde vermoedens had omtrent Cartouche's verblijfplaats exi niet zou nala- texx, de Pax-ijsche politie in te lichten, zoodra hij ixi de hoofdstad zou zijn aangekomexi. Eenige dagen later ontving de Parijsche politie een brief, waarin strikt vertrouwelijk werd medegedeeld, dat Cartouche, kort na aankomst van de diligence in Lille, den bra ven Abt om het leven had gebracht, waarna hij zich meester had gemaakt van de kleeren en papiex-en vaxx het slachtoffer. Men ver zocht de politie den als Abt Potter verxxxomden Cartouche, die op weg was xxaar de hoofdstad, bij zijn aankomst onverwijld te arresteeren. Nauwelijks ®«<'d de postkeots op het markt plein stil, of ae gendarmen omsingelden het voertuig en legden zonder moeite de hand op den vermomden priester, die natuurlijk heftig protesteerde. Eindelijk dan was de politie 011- zen Cartouche te slim af geweest en bevond de meest gevreesde man zich achter slot en grendel. Hoe groot was echter de ontgooche ling, toen bij het verhoor bleek, dat de ge arresteerde de eerwaarde Potter in hoogst eigen persoon was! Voor de zooveelste maal had Cartouche de politie bij den neus gehad. Terwijl de onschuldige klooster-overste in den kerker zuchtte beroofde Cartouche de een of andere markiezin, in wier boudoir hij op het ongelegenste moment in een wolk van kalk via het plafond zijn entree maakte, waar bij hij zijn ongewenscht bezoek zóó wist ixi te kleeden, dat de adellijke dame zich hopeloos gecompromitteerd zoxx hebben als zij aaxi de diefstal de geringste ruchtbaarheid gegeven had. Nooit wist hij zijn publiek meer te vermaken, dan wanneer het hem weer eens gelukt was de politie om den tuin te leiden. De Parijsche politieluitenant de la Reynie kon er van mee praten, wat het zeggen wilde, als Cartouche er zijn zinnen op gezet had. de Heilige Her mandad beet te nemen. De Parijsche politie- prefectum- had een hooge geldsom uitgeloofd, uit te keeren aan dengene, die aaxxwijzingerx zou geven, welke zouden leiden tot de ax-resta- tie van Cartouche. Inderdaad meldde zich een te goeder naam en faam bekend staand mar kies aan met de boodschap, dat hij den poli- tieluitenant onverwijld en onder vier oogen wenschte te spreken in vex*band met de op sporing van Frankrijk's grootsten misdadiger. Binnengelaten trok de waardige edelman plot seling een dolk met de woorden: Meneer de la Reynie, deze dolk is vergiftig; één steek er mede exi het is met U gedaan, of mijn naam is geexi Cartouche meer!" Voordat de doode- lijk verschrikte commandant tot bezinning was gekomen, had Cartouche zich met de aan wezige kasgelden uit de voeten gemaakt. Een dag later ontving de politieluitenant een al- lervriexidelijkst schrijvexi, waarin hem dank werd gebracht voor de aangename ontvangst en de ter beschikkixig stelling van de uitge loofde belooning. Cartouche's einde. Y ijftien October 1721 schreef men, toen Pa rijs in rep en roer was: men verdrong zich in de straten en logementen en bespi-ak opge wonden de groote nationale gebeux-tenis: Car touche was gevangen genomen! Mannen en vrouwen van alle rangen en standen verza melden zich voor de gevangenis, waar Car touche was ingesloten, in de hoop, een glimp van den bef aamden roover te kunnen opvan gen. Zelfs zou de maitresse van dexi Regent. Madame de Parabere zich, als grisétte ver momd, naar de Chatelet hebbexi begeven om den man, diexi men evexiveel geluk als misda den toedichtte van nabij te kunnen zien. Ruim een maand later, 26 November, sprak het gerechtshof het vonnis uit, dat den vol genden dag werd voltrokken. De marteling met de Spaansche laarzen doox-stond hij mees terlijk: geen bekentenis, ja zelfs geen kreet kwam over zijn lippen. Anderdaags werd hij opnieuw in handen van den scherprechter ge steld, ditmaal om het tweede en laatste deel van het vonnis te ondergaan: het radbraken. Eex-st na den elfden slag met de ijzeren staaf verstomde zijn smeeken om erbarmen en was Cartouche bewuseloos. Twintig" minuten latex- gaf hij den geest, of zooals zijn dichter-bio- graaf zoxig: Cartouche eertijds de bloem der Helden door zijn daan, Verloor op 't straf schavot dus lijf, en lauwertalaan. C. J. E. DINAUX. VRAAG- EN GETUIGENISAVOND. De Gemeenschap voor Practisch Christen dom belegt as. Dinsdag, n.m. 8 uur, een vraag- en getuigehisavond in het gebouw „Ons Huis", Ged. Voldersgracht 15. De hertog van Aosta, die vermoedelijk, in de plaats van Graziani, tot onderkoning van Abessynië zal worden benoemd. CRACKFREE IS HET NIEUWE WONDER-STIJFMIDDEL dat alle huismoeders moeten kennen. Want Crack- free is edel-stijfsel. Dun en helder als water. Geeft geen stijve plekken. Haalt de oorspronkelijke kleur op als nieuw. Voor alle bonte en fijne wasch: kant, vitrage, zijde, wol, enz. enz. Probeer éénmaal Crackfree de edel-stijfsel. Fabr.N.V. „Onder Ons", de Krlm (O.) Crackfree .Maakt alle stoffen als (Adv. Ingez. Med.) Parade gaat door. Door Gerard van Eckeren. Amsterdam. Querido De schrijver Gerard van Eckeren (bij den Burgerlijken Stand als M. Esser ingeschi-even heeft dit, zijn zestigste, levensjaar opgeluisterd met een roman die van een xiog ongedoofde belangstelling in 't leven, van een frisch up- to-date-zijn en van de potentie getuigt al het veranderende wijsgeerig te kunnen beschou wen. Zonder dit alles zou het hem onmogelijk zijn geweest ons het kox-te leven van den Hol- landschen journalist van Weele Caers, de fic tieve hoofdfiguur uit dit boek, zoo interessant te xxiaken als hij deed. Hij sterft, deze journa list, al op de eerste bladzij, in Madrid, ixi dit jaar zelfs, doordat een bom der rechtschen op het huis valt, waarin hij zich bevindt. De wijze waarop hij sterft vindt in den dan volgenden roman haar verklaring. „De journalist die, door de grillen van het lot, op vier en veertigjarigen leeftijd, ver van zijxi land, den dood vond onder een stortenden mum- eexi boekje van Pascal in zijn zak en den rozekrans van een oude vrouw geklemd tusschen de vingers werd in 1893 te 's Gra- venhage geboren. In 1908 was hij dus vijftien jaar. Van dat tijdstip af kunnen wij den twij fel xxaspeuren die in hem wortel schoot, om trent de vele zekerheden waar onze wereld rustig op slaapt. Hij maakte hem (waarom het te verzwijgen?) tot een x-idder van de droevige figuur in een samenleving, welke Don Quichote alleen al daax-om voor een sprookje houdt wijl de ridderlijkheid in haar gelede- x-en zoek is. De twijfel is een bacil waartegen de quaraxitaine eener goed geordende maat schappij geen afdoende beveiliging biedt; hij dringt door hi de beste families en een enkel lid wordt er allicht door besmet. En zoo hij, deze twijfel, in het algemeen gesproken een quaestie is van intelligentie en karakter, de aanleidingen waardoor hij in een menschen- leven eensklaps, op het oxiverwachtst, kan bin nensluipen, zijn vele." In deze regels geeft de schrijver een als het ware kox-t begrip van denken en doening van zijn hoofdfiguur, wiens wezen vroeg al voor twijfel openstond en die nimmer leerde de formule te vinden waarmee hij zich daaraan kon onttrekken, die niet van ridderlijkheid ontbloot was eai door de omstandigheden vaak tot een Don Quichoterige positie gevoerd werd. Zoodanig is zijn houding als wij hem straks in Leipzig uit den trein zien stappen en hij een- willekeurige juffrouw xiaar haar woning ver gezelt (met wie hij een eindweegs gereisd heeft) omdat hij haar koffertje dragen wil terwijl zij voor haar zuigeling moet zox-geax, Het is geen alled'aagsche positie waarin hij koxnt te verkeeren als die juffrouw,, thuis ge komen, onwel wondt exi men hem voor haar minnaar aanziet. Medelijden met haar en wroeging over eigen gedrag vroeger, waar voor werkelijk niet zoo heel veel grond aanwe zig' is, behalve dan dat hij" zijn deftige Haag- sche familie, naai- die zeide, gescandaliseerd had nopen hem zich vaderlijke zorgen voor Minna's kind, Christiaan, op te leggen. Het is deze Christian Heinecke die later in een Van der Lubbe-achtig proces gewikkeld en ter -dood veroordeeld zal worden. Dan heeft Willem Caers echter al een loopbaan als oorlogscor respondent in den grooten oorlog achter den rug. Het is bij een van zijn tochten aan het Fi-ansch-Duitsclie front dat hij van een ster vend Fransch officier het boekje van Pascal, de Pensées, ontvangt waarvan enkele regels als Leitmotiv voor dezen roman zijn aangegeven. Zoo weinig Willem van Weele Laers een alledaagsch mensch is, zoo min is „Parade gaat door" een alledaagsch boek. Boeiend zijn zeker de episodes waarin de jeugd en de ver houding tot Mary en zijn vader ge teekend zijn, evenzeer die van Willem's leven in Leipzig met de vele aamknoopingspunten tusschen hem en den geest van het na-oorlogsch Duitsch- land. Van Eckeren's locale kennis was hij. de uitgever, wellicht zelf jaren lang in de stad' der boeken werkzaam? komt den schrijver goed te stade. Doch afgezien van de historiette. het ver dichtsel, het eigenlijk verhaal, is dit boek in teressant om 'de schildering der geestelijke sferen, waarin het historische zoowel als het verzonnene zich afspeelt. Willem van Weele Caers moge een, zonderling wandelaar op het pad des lévens zijn, in zijn contact met de „anderen", die dan naar buiten minder op vallend van de schablone afwijken, is voort durend een element dat boeit en bezig houdt. En dat door den schrijver voortreffelijk tot den einde gecultiveerd wordt. Men legt het boek ongaarne uit handen, vóór het uit is en dan nog keert men naar passages terug waarvan de dialoog ons intrigeerde. Uit ervaring en De Hoestdronk. Uit het Russisch door IWAN STAPORSKY. AANGEZIEN ik dringend om 20 roebel verlegen zat, besloot ik mijn tante Iwanova met een bezoek te vereeren. Ik stapte dus naar de Straat dei- Veertig Bataljons en belde aan haar woning aan. Een rossig hoofd voorzien van ontelbare papillotten werd door het raam geschoven en de mij welbekende schelle stem schreeuw de: „Ben jij het, Iwan? Ga eens gauw naar de apotheek op het plein 1917 en haal er mijn hoestdrank". „Hebt u 20 roebel voor mij tot de volgende maand?" was mijn antwoord. Deze simpele vraag deed mijn beminde tante in een onnatuurlijke woede ontsteken. Een stroom van minder vleiende bewoordingen werden naar mijn onschuldig hoofd geslingerd gevolgd door eeii absolute weigering. Reeds wilde ik haar op geiijke wijze van repliek die nen, toexi een schitterend denkbeeld mijn brein doorkliefde. Ik antwoordde dus slechts: „Dierbaar tantetje, ik vlieg reeds". Ik begaf mij naar mijn vriend, den caféhouder Sergo- witch en kocht een flesch wodka van voor de revolutie, dus extra sterk. Ik haalde er het etiket met de beroemde geitekop af en voorzag haar van eexi stukje papier met opschrift: „Drie glazen voor het ter ruste gaan", Hier mede keerde ik naar mijn taxitetjelief. Hoe gaat het er nu mee? De apotheker zei, dat het wel erg met u moet zijn, als de dokter zoo'n sterk drankje voorschrijft". Mijn tante zag mij wantrouwend aan, maar ik zette zoo'n onschuldig gezicht, dat zij blijkbaar alle achterdocht liet varen en toe liet dat ik het grootste glas, dat ik vinden kon uit de flesch vol schonk en terwijl ik het op schrift toonde, haar aanbood. Zij zeide, nu geheel verteederd: Iwan, voor de laatste maal zal ik je 20 roebel voorschieten. Maar zet ze dan niet weer in sterken-drank om". Ik be zwoer beterschap en keek belangstellend toe hoe ze zich in de eerste slok verslikte. „Tan tetje", sprak ik. „gedraag u zooals het een burgeres der Sovjet-republiek betaamt en drink uw medicijn zonder een spier van uw eerbiedwaardig gelaat te vertrekken. En, in derdaad, zij dronk het eerste glas zonder veel misbaar leeg, Bij het tweede gias beefde reeds haar hand en het derde kon zij slechts met iiiijn welwillende hulp innemen. Iwan, sprak ze met een stem, welke haar schelheid geheel verloren had en eenigszins beefde terwijl ze van tijd tot tijd oversloeg, „Iwan, je bent een beste jongen. Ik ben er toch schijnbaar erger, aan toe dan ik dacht, ik voel mij zoo vreemd". „Tantelief", antwoordde ik geroerd, „de apo theker heeft mij gezegd dat, indien de drank u niet geheel en al zou bekomen, een beetje frissche lucht u veel goed zou doen. Laat ons dus even de straat opgaan, maar vergeet niet uw wollen omslagdoek om te doen". Wij gingen dus naar buiten en slechts met veel moeite slaagde ik erin mijn tante, die van tijd tot tijd neiging vertoonde haar evenwicht te verliezen en op een eigenaardige en onsa menhangende manier sprak, te leiden tot den hoek van het Krasnovskyplein. Even voor den hoek zeide ik tot haar: Houd u voor een oogenblikje vast aan den muur, dan ga ik even kijken of we, zonder gevaar om door een auto te worden geëxecuteei-d, de straat kun nen oversteken". Hierop stapte ik naar den agent, die op het plein voor het gebouw der vereenigde fabrieksarbeiders op wacht stond en sprak: Kameraad-inspecteur, als goed bur ger van onze communistische republiek voel ik mij gedrongen aangifte te doen van iemand die zich bedronken heeft als een aristocraat ALs bestuurslid van de vereeniging van ax~- beiders in de jute-industrie verzoek ik u mei klem deze schandv^k van onzen oroletari schen staat van de straat te verwijderen". Ik wees den agent mijn tante aan en, na gezien te hebben hoe zij op hardhandige manier naar het politiebureau wex-d gebi-acht, begaf ik mij naar huis, in het bezit van mijn 20 roebels en in het blijde besef, mijn plicht als ordelievend burger gedaan te hebben. fantasie werd een goed boek gebrouwen in de solide schrijfkunst der na-tachtigers. J. H. DE BOIS. Nieuwe Boeken: Arthur van Schendel. De grauwe vogels. Ro man 248 pag. A'dam. J. M. Meulenhoff. Herman Besselaar. En wie weetRoman 167 pag. R'dam. W. L. en J. Brusse. Leo va?i Daele. Vergeefsche bloei. Roman 183 pag. A'dam. Uitg. Mij. Kosmos. Teixeira de Pascoaes. Paulus de Dichter Gods. Uit het Poi-tug. vertaald. 394 pag. A'dam. J, M. Meulenhoff. Hany Bloniberg. Het brandt in de sneeuw. Roman. Uit het Zweedsch. 283 pag. Uitgeverij Boot. Voorburg. Ben van Eysselsteyn. Tusschen Zuiderkruis en Poolster. Roman. 370 pag. Den Haag Leo pold's U.M. Annie de HoogNooy. Het leven wijst den weg. Roman 218 pag. A'dam. Allert de Lange. Annie Slot. De meisjes Verbaan. Roman. 213 pag. A'dam. Bigot en van Rossum. Van Duinkerken, Henr. van Eyk en vijf ande ren. „Beterschap". Zeven auteurs op zieken bezoek. 223 pag. A'dam. Dezelfde uitgevers. DE HEER SIMPSON IN HET HUWELIJK GETREDEN. FAIRFIELD, (Connecticut), 19 November (A.N.P.) In de Bi-ooklawn Counti-y Club hier ter stede is gisteren het huwelijk gesloten tus schen den heer Ernest Simpson, den vroege- ren echtgenoot van 'de hertoging van Windsor, en mevrouw Mary Kirk. Raffray, een vx-oegere schoolvriendin van de hertogin. De plechtig heid droeg een zuiver particulier karakter en was voor niemand toegankelijk. OPVOERING VAN „X.Y.Z." Op Woensdag 24 November za'l de Haarlem- sche Tooneelcïub ten bate van de commissie van Moedexs en Opvoedsters uit de af deeling Haarlem, van de vereeniging voor Volkenbond" en Vx-ede. het tooneelstuk X.Y.Z." opvoeren in den Stadsschouwbxxrg. KAASMARKT ALKMAAR. Aangevoerd 36 stapels zijnde 74000 K.G. Fabriekskaas kleine f 25 per 50 kio. Boerenkaas kleine f 23 per 50 kilo. Handel goed. Oefening 121. Een pracht gelegenheid voor hen, die we nog niet overgehaald heb ben, iederen ochtend gymnastiek te beoefe nen, om nü mee te doen. Iederen dag be- ginnexi met een paar vroolijke oefeningen, zoodat het een niet meer te missen ge woonte wordt en volkomexi fit en opgeruimd begiixt ge uw dagtaak! De eerste oefening van deze week is uiterst eenvoudig. We beginnen op handen en knieën en zwaaien dan krachtig een arm zijwaarts omhoog. Beurtelings links en rechts, zoodat we heex-lijk warm worden. De oefening wordt nog heel wat beter, als we naar de omhoog vliegende hand blijven kijken. Oefening 122. Een rekoefening om lenig en slank te blijven. Als u het enthousiast doet, zult u eens voelen wat u er aan hebt. De beginstand is ge spreide beenen, een arm hoog gestx-ekt. en den anderen arm gebogen in de zij. Nu één knie buigen en 't lichaam laten doorbuigen naar den anderen kant, zoo- als de teekening aangeeft. Als u zoover bent, kunnen we de oefenixxg op twee verschillende manieren laten verloopen, die allebei goed zijn. 122a. Met licht veex-ende bewegingen, bij voorbeeld tien maal links zoover mogelijk pro- beex-en te rekken. Daarna tien maal rechts. 122b. Met één krachtigen zwaai dix-ect zoover mogelijk naar links, daarna in één flinken zwaai naar rechts. Dit afwisselend links en rechts twintig maal herhalen. Dat is waar ook: repeteert u de oude oefe ningen nog wel eens? Want als u éven den tijd hebt, dan zijn slechts vier oefeningen per dag niet genoeg. Neemt u daarom, als 't even kan, eerst nog eens de nos. 102, 113 en 117. Oefening 123 Is weer be stemd voor twee personen Tegenover el kaar zittend met gespreide beenen, zóó. dat de enkels tegen elkaar aan komen. A probeert zijn beenen te sluiten, maar B werkt tegen. Natuurlijk ook eens omwisselen van functie. En nu ook weer eens een moeilijke, een héél moeilijke oefening! V^, Oefening 124. Ge- knield op den grond, het lichaam iets gebo- gen en de armen naar achter geheven .Pro- f beert u maar eens van dezen stand uit hoog op te springen. Lukt het niet? Tóch kan het maar een goed gebruik van de armen is abso luut noodig. JULES KAMMEIJER, Leeraar Lich. Opv. M.O.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 13