ZONDERLINGE LEVENS
Blijft Fit!
H'
Litteraire
Kantteekeningen.
ZXTERDKG 20 NOVEMBER 1937
HAAREEM'S DAGBEAD
CARTOUCHE.
ADDEN de tijdgenooten van Louis
Dominique Bourguignon een voor-
zienenden geest gehad, zij zouden
dezen spitsboef, roover, bendeleider
en moordenaar niet Cartouche, maar Staats
vijand No. 1. hebben genoemd. Zonder over
drijving kan deze meester in de „konst van
het beurzen-snijden" de geestelijke vader van
Al Caone, Bonnet, de Spada en wat de oude
en nieuwe wereld verder aan illustere bewo
ners van de „onderwereld" mag hebben opge
leverd, worden genoemd. En toch hebben deze
epigonen, hoezeer de meerderen in technische
vakbekwaamheid, in één opzicht hun mees
ter niet weten te evenaren: Cartouche, hij
mag een aartsschurk zijn geweest, heeft niet
alleen zijn bedrijf uitgeoefend met een on
miskenbaar talent; een feilloos combinatie
vermogen, een onuitputtelijk initiatief er
een zeldzame scherpzinnigheid, hij bezat
daarenboven de gave om zijn tallooze misdrij
ven op een onnavolgbare wijze te enscenee-
ren met de gratie van een edelman en de hu
mor van een man-van-geest. Daarom heeft
het Frankrijk zijner dagen hem veel vergevexi,
ja zelfs bewonderd en vereerd. De breedspra
kige dichter, die zijn lof zong in de dertien
boeken, die te zamen het merkwaardige dicht
werk „Cartouche of de gestrafte Booswigt"
vormen, kan schier geen adjectieven genoeg
vinden, om de bijzondere eigenschappen van-
den „held" te omschrijven: stout, dapper en
grootmoedig wordt hij genoemd, krachtig,
behendig, rijk voorzien van geest, verstand en
oordeel; schoon hoe jong', aldus bralt
het vers, dat men zelfs aaxi Voltaire heeft
toegeschreven, „bezat hij die vermetelheid,
die drift, die moed en krachdat oordeel en
beleid, dat hij de stoutste der ontwerpen uit
kon voeren...."
Cartouche's terechtstelling.
Hadden zijn daden den toets der moraal
kunnen doorstaan, waarlijk onze Cartouche
zou een biograaf gevonden hebben aLs een
Uilenspiegel, aan wien hij vaak meer herin
nert dan aan zijn, met de vondsten der mo
derne techniek en de methoden van de twixi-
tigste-eeuwsche zakelijkheid opereerende
discipelen.
Cartouche, wien de eer toekomt de eerste
misdadiger-van-,grooten-stijl der moderne ge
schiedenis te zijn geweest,- beoefende nog het
„handwerk", dat heel wat meer list en in
ventief vermogen vorderde dan de gew"elds-
practijken van pantserauto's en machine
geweren der Amerlkaansche „zware jongens'.
En alsof deze meester in de kunst der regie
voor een theaterpubliek speelde, liet hij nooit
na, voor een verrassend als geestige ontknoo
ping te zorgen, die haar uitwerking vrijwel
nooit miste: men huiverde wel even, maar
men amuseerde zich toch en lachte.
Cartouche slaat zijn slag.
OO houdt op een goeden dag een voor-
xiame karos voor de ambtswoning van den
commandant der politiewacht stil. Twee fraai
uitgedoschte lakeien zijn een waardigen
grijsaard van gestreng uiterlijk bij het uit
stijgen behulpzaam en dienexi aanstonds den
hoogen bezoeker als adellijk Engelschman
aan. Natuurlijk wordt hij met alle voorko
mendheid ontvangen en wel in de eetzaal,
waar de luitenant zich juist aan het middag
maal te goed doet. De aristocratische vreem
deling komt de hulp der ordebewaarders in
roepen: zoojuist heeft hij een anonym schrij
ven ontvangen, waarin hem Wordt medege
deeld, -dat de beruchte Cartouche, die afgrijse
lijke schurk, een plan heeft bex-aamd om het
hotel te berooven, waarin de rijke Engelsch
man zijn intrek heeft genomen. Mocht de
politie er in slagen nog denzelfden dag de
hand te leggen op Cartouche, dan kan zij van
een vorstelijke belooning vei-zekerd zijn. De
commandant doet met veel strijkages de toe
zegging, xxiets oxibeproefd te zullen latexi om
dit vuige complot te verijdelen en vergezelt
met hoffelijke buigingexi zijn hoogen gast
tot de deur. Nauwelijks is hij teruggekeerd in
de eetkamer, of hij komt tot de ontstellende
ontdekking, dat al het zilveren tafelgerei
spoorloos is verdwenen. Blijkbaar hebben de
lakeiexi het oogenblik, waarop de comxnan-
dant xnet ontzag en bewondering de karos
van derx vreemdeling xiastaarde eexx dankbaar
gebruik gemaakt en door de open venstex-s
hun slag geslagen. Eenige uren later wordt
een keurig pakket aan de commandantswo-
ning bezorgd, inhoudexide lepels en vox-ken
van het fraaistetin, opdat de bestolexie
niet al te zeer onthand zal zijn door het gele
den verlies.
Zoo is CartoucheMaar niet altijd zijn z'n
streken zoo gemoedelijk: als jonge man van
achttien jaar deel uitmakend van een dieven
bende, wandelt hij eens met zijn „chef" langs
de Seine-kade. Zijn meester, blijkbaar geneigd
om Cartouche iets aangenaams te zeggen,
deelt hem vertrouwelijk mee, dat hij den jon
gen man als zijn opvolger beschouwt in het
geval, dat hij eens mocht komen te vallen.
Cartouche wijst, zooals zelfingenomen men-
schen plegen te doen, deze loftuiting natuurlijk
blozend van de hand met het zwakke protest,
dat hij immers veel te jong zou zijn, om bij zijn
bendegexiooten het noodige gezag af te dwin
gen.
„Jij, m'n waax-de?" antwoordt de ,chef", „je
jeugd pleit juist voor je; en wat kracht, dap
perheid en sluwheid aangaat zou je jezelf toch
plet kunnen overtreffen, al werd je zoo oud
als Methxxsalem!" Cartouche bloost niet meer,
protesteert evenmin, maar als man-van-de-
daad steekt hij zijn leider pardoes een dolk in
het hart, duwt hem in de Seine en keert terug
naar het kwartier van zijn bende om zich,
overeenkomstig den laatsten wensch van den
overledene, aan het hoofd daarvan te stellen.
De xnilieu-theoretiei zouden in Cartouche
geexx dankbaar object gevonden hebben:
Louis Dominiqxxe stamde uit een eerzaam bur
gergezin, dat ten tijde van zijn geboorte
1693 dus in Coux-tille, een Parijsche wijk,
woonde. Vader Bourguignon. een godvruchtig
man, die in zijn uil een valk zag, zond zijn
zoon naar het college van Clex-mont om hem
door de Jezuïtenpaters te doen bekwamen in
de klassieke en theologische geleerdheid dier
dagen. Maar dat kleine, bewegelijke ©n intel
ligente ventje had zijn hoofd bij heel andere
zaken dan Thomas Aquinas-werken: er kwam
geen fruitvrouw of bakker aan de poorten van
het college of de rappe vingertjes van Louis
Dominique hadden de manden der bezorgers
orxgemex-kt wat lichter gemaakt. Messen, boe
ken, linealen en dergelijk roerend goed van
zijn medescholiex-en nam hij met het rustigste
geweten in zijn bezit om ze te ruilen tegen be
geerlijker voorwerpen. Zelfs de slaapmutsen
van zijn kameraden waren niet veilig voor
hem; op een avond had hij er niet minder daxi
120 buitgemaakt en mogelijk zou men den be
drijver van dezen diefstal niet zoo gemakke
lijk hebben gevonden als Louis wat bekwamer
was geweest in de kunst van „deduceeren en
combineeren": de domoor, die na zijn slag
geslagen te hebben den slaap des rechtvaar
digen sliep, wasde eenige, die wel een
slaapmuts di-oeg
Al doende leert men: zijn eerste proeven van
geveltoerisme legde .hij af, toen hij door bet
losbreken van de zoldering en met behulp van
touwen de kostelijke potten met honing ixit
de foex-gplaats van den ovex-ste lichtte. Het was
mogelijk wel de eerste, maar zeker niet de
laatste maal, dat een stom toeval hem uit de
handen der wrekende Nemesis reddede ont-
deugende pater-jezuïet had in stiijd met zijn
gelofte een groot aantal goudstukken verza
meld en er een veilige bergplaats voor gevon
den in de honingpotten. Zeker zou Louis toen
al van het College zijn verwijderd, als de
ovex-ste ruchtbaarheid aan deze euveldaad had
kunnen geven, wat zijn eigen gelofte-breuk
hem belette. Lang duurde het evenwel niet
dat Louis de hemel mag weten wat ihij toen
weer bedreven had de toegang tot de kloos
terschool werd ontzegd. Een van zijn broers
had hem voorbereid op wat er thuis voor hem
in het vet zat.
Maar Louis achtte het raadzaam, zich
niet in het ouderlijk huis te vertoon en
en trok de wijde wereld in, roovend en bedrie
gend, levend onder de zigeuners of onder de
zakkenrollers die de Pont-Nfeuf onveilig maak
ten, schooierend met een hongerigen maag en
gehuld in lompen, tot zijn oom hem bij toe
val ontdekte in Rouaan en medelijdend naar
zijn ouders terugbracht, die deui verloren zoon
met open armen ontvinigexi. Alles was verge-
vexi en vergeten: Louis zou een nieuw leven
beginnen.
Maar dit avoxituurlijke jongemensch, nau
welijks zestien jaar oud, werd tot over de
ooren verliefdt op een, naar de geschiedenis
vertelt, bekoorlijke waschvrouw, die er niet af-
keerig van was, naast de ideëele ook de stof
felijke bewijzen vaxi vereering en toewijding
ixi oxitvangst te nemen. De verschaffing van
de noodige contanten kostte Louis niet veel
hoofdbrekens: er waren altijd wel hier of daar
beurzen, horloges exi sieraden te „vinden",
die onopvallend van eigenaar veranderen wil
den, terwijl een welwillexid heer, met wien hij
zoo juist had kennis gemaakt, belangrijke
diensten bewees bij het zoeken naar een af
zetgebied. Deze haxidlanger was dezelfde, die
Cartouche introduceerde in de rooversbende,
waarvan, hij kort daarop de leiding op zich
zou nemen. Vader Bourguignon had, xiadat
zoonlief een Inbraak had gepleegd bij den
bruidegom vaxi zijn zuster, besloten, het
jongemensch eens eexi jaar lang onder tucht
te stellen in eerx klooster; maar op het laat
ste moment had Louis kans gezien op listige
wijze te ontvluchten, daarmee het pad dei-
burgerlijke deugdzaamheid voor goed ver
latend.
De eeuwig onvindbare.
(jpARTOUCHE zou hij voortaan genoemd
worden, ,,'t hoofd der Gauwdieven, be
rucht in 't France Lely-Ryk, door steelen, roo-
ven, moorden, grieveix", de man over wien
heel Frankrijk de zonderlingste, ja ongeloof
waardigste vex-halen vertelde. Hij sprak met
zijn durf, list en humor blijkbaar levendig tot
de verbeelding en stoxid, als man-xnet-een-
verleden, bij Vrouwe Venus niet weinig in de
gunst. Menige markiezin dong naar zijn guxxst
en moest haar amoixreus avontuur duur be
talen. Nu eens noemde hij zich Baron de la
Birogne, dan weer Seigneur de la Haute Tigre
of Graaf de la Grinche. Maar hoe hij ook hee-
ten mocht, nooit hield hij verblijf waar men
hem zocht, om juist daar zijxi slag te slaan,
waar men hem het allerlaatst verwachtte.
Zoo gebeurde het eens, dat hij met de dili
gence naar Lille reisde in gezelschap vkn den
Abt Potter, die verheugd was, in zijn mede
reiziger zoo'n onderhoudend causeur te heb
ben gevonden. Het gesprek kwam op Cartouche
dien nietswaardigexi schelm, over wien de
waardige Abt nog al wat bijzonderheden
scheen te wetexx. Zelfs liet hij doorschemeren
dat hij zeer gegronde vermoedens had omtrent
Cartouche's verblijfplaats exi niet zou nala-
texx, de Pax-ijsche politie in te lichten, zoodra
hij ixi de hoofdstad zou zijn aangekomexi.
Eenige dagen later ontving de Parijsche
politie een brief, waarin strikt vertrouwelijk
werd medegedeeld, dat Cartouche, kort na
aankomst van de diligence in Lille, den bra
ven Abt om het leven had gebracht, waarna
hij zich meester had gemaakt van de kleeren
en papiex-en vaxx het slachtoffer. Men ver
zocht de politie den als Abt Potter verxxxomden
Cartouche, die op weg was xxaar de hoofdstad,
bij zijn aankomst onverwijld te arresteeren.
Nauwelijks ®«<'d de postkeots op het markt
plein stil, of ae gendarmen omsingelden het
voertuig en legden zonder moeite de hand op
den vermomden priester, die natuurlijk heftig
protesteerde. Eindelijk dan was de politie 011-
zen Cartouche te slim af geweest en bevond
de meest gevreesde man zich achter slot en
grendel. Hoe groot was echter de ontgooche
ling, toen bij het verhoor bleek, dat de ge
arresteerde de eerwaarde Potter in hoogst
eigen persoon was! Voor de zooveelste maal
had Cartouche de politie bij den neus gehad.
Terwijl de onschuldige klooster-overste in
den kerker zuchtte beroofde Cartouche de een
of andere markiezin, in wier boudoir hij op
het ongelegenste moment in een wolk van
kalk via het plafond zijn entree maakte, waar
bij hij zijn ongewenscht bezoek zóó wist ixi te
kleeden, dat de adellijke dame zich hopeloos
gecompromitteerd zoxx hebben als zij aaxi de
diefstal de geringste ruchtbaarheid gegeven
had.
Nooit wist hij zijn publiek meer te vermaken,
dan wanneer het hem weer eens gelukt was
de politie om den tuin te leiden. De Parijsche
politieluitenant de la Reynie kon er van mee
praten, wat het zeggen wilde, als Cartouche
er zijn zinnen op gezet had. de Heilige Her
mandad beet te nemen. De Parijsche politie-
prefectum- had een hooge geldsom uitgeloofd,
uit te keeren aan dengene, die aaxxwijzingerx
zou geven, welke zouden leiden tot de ax-resta-
tie van Cartouche. Inderdaad meldde zich een
te goeder naam en faam bekend staand mar
kies aan met de boodschap, dat hij den poli-
tieluitenant onverwijld en onder vier oogen
wenschte te spreken in vex*band met de op
sporing van Frankrijk's grootsten misdadiger.
Binnengelaten trok de waardige edelman plot
seling een dolk met de woorden: Meneer de la
Reynie, deze dolk is vergiftig; één steek er
mede exi het is met U gedaan, of mijn naam
is geexi Cartouche meer!" Voordat de doode-
lijk verschrikte commandant tot bezinning
was gekomen, had Cartouche zich met de aan
wezige kasgelden uit de voeten gemaakt. Een
dag later ontving de politieluitenant een al-
lervriexidelijkst schrijvexi, waarin hem dank
werd gebracht voor de aangename ontvangst
en de ter beschikkixig stelling van de uitge
loofde belooning.
Cartouche's einde.
Y ijftien October 1721 schreef men, toen Pa
rijs in rep en roer was: men verdrong zich
in de straten en logementen en bespi-ak opge
wonden de groote nationale gebeux-tenis: Car
touche was gevangen genomen! Mannen en
vrouwen van alle rangen en standen verza
melden zich voor de gevangenis, waar Car
touche was ingesloten, in de hoop, een glimp
van den bef aamden roover te kunnen opvan
gen. Zelfs zou de maitresse van dexi Regent.
Madame de Parabere zich, als grisétte ver
momd, naar de Chatelet hebbexi begeven om
den man, diexi men evexiveel geluk als misda
den toedichtte van nabij te kunnen zien.
Ruim een maand later, 26 November, sprak
het gerechtshof het vonnis uit, dat den vol
genden dag werd voltrokken. De marteling
met de Spaansche laarzen doox-stond hij mees
terlijk: geen bekentenis, ja zelfs geen kreet
kwam over zijn lippen. Anderdaags werd hij
opnieuw in handen van den scherprechter ge
steld, ditmaal om het tweede en laatste deel
van het vonnis te ondergaan: het radbraken.
Eex-st na den elfden slag met de ijzeren staaf
verstomde zijn smeeken om erbarmen en was
Cartouche bewuseloos. Twintig" minuten latex-
gaf hij den geest, of zooals zijn dichter-bio-
graaf zoxig:
Cartouche eertijds de bloem der Helden
door zijn daan,
Verloor op 't straf schavot dus lijf, en
lauwertalaan.
C. J. E. DINAUX.
VRAAG- EN GETUIGENISAVOND.
De Gemeenschap voor Practisch Christen
dom belegt as. Dinsdag, n.m. 8 uur, een
vraag- en getuigehisavond in het gebouw
„Ons Huis", Ged. Voldersgracht 15.
De hertog van Aosta, die vermoedelijk, in de
plaats van Graziani, tot onderkoning van
Abessynië zal worden benoemd.
CRACKFREE IS HET NIEUWE
WONDER-STIJFMIDDEL
dat alle huismoeders moeten kennen. Want Crack-
free is edel-stijfsel. Dun en helder als water. Geeft
geen stijve plekken. Haalt de oorspronkelijke
kleur op als nieuw. Voor alle bonte en fijne
wasch: kant, vitrage, zijde, wol, enz. enz.
Probeer éénmaal Crackfree de edel-stijfsel.
Fabr.N.V. „Onder Ons", de Krlm (O.)
Crackfree
.Maakt alle stoffen als
(Adv. Ingez. Med.)
Parade gaat door. Door Gerard
van Eckeren. Amsterdam. Querido
De schrijver Gerard van Eckeren (bij den
Burgerlijken Stand als M. Esser ingeschi-even
heeft dit, zijn zestigste, levensjaar opgeluisterd
met een roman die van een xiog ongedoofde
belangstelling in 't leven, van een frisch up-
to-date-zijn en van de potentie getuigt al het
veranderende wijsgeerig te kunnen beschou
wen. Zonder dit alles zou het hem onmogelijk
zijn geweest ons het kox-te leven van den Hol-
landschen journalist van Weele Caers, de fic
tieve hoofdfiguur uit dit boek, zoo interessant
te xxiaken als hij deed. Hij sterft, deze journa
list, al op de eerste bladzij, in Madrid, ixi dit
jaar zelfs, doordat een bom der rechtschen op
het huis valt, waarin hij zich bevindt. De wijze
waarop hij sterft vindt in den dan volgenden
roman haar verklaring.
„De journalist die, door de grillen van het
lot, op vier en veertigjarigen leeftijd, ver van
zijxi land, den dood vond onder een stortenden
mum- eexi boekje van Pascal in zijn zak en
den rozekrans van een oude vrouw geklemd
tusschen de vingers werd in 1893 te 's Gra-
venhage geboren. In 1908 was hij dus vijftien
jaar. Van dat tijdstip af kunnen wij den twij
fel xxaspeuren die in hem wortel schoot, om
trent de vele zekerheden waar onze wereld
rustig op slaapt. Hij maakte hem (waarom
het te verzwijgen?) tot een x-idder van de
droevige figuur in een samenleving, welke Don
Quichote alleen al daax-om voor een sprookje
houdt wijl de ridderlijkheid in haar gelede-
x-en zoek is. De twijfel is een bacil waartegen
de quaraxitaine eener goed geordende maat
schappij geen afdoende beveiliging biedt; hij
dringt door hi de beste families en een enkel
lid wordt er allicht door besmet. En zoo hij,
deze twijfel, in het algemeen gesproken een
quaestie is van intelligentie en karakter, de
aanleidingen waardoor hij in een menschen-
leven eensklaps, op het oxiverwachtst, kan bin
nensluipen, zijn vele."
In deze regels geeft de schrijver een als het
ware kox-t begrip van denken en doening van
zijn hoofdfiguur, wiens wezen vroeg al voor
twijfel openstond en die nimmer leerde de
formule te vinden waarmee hij zich daaraan
kon onttrekken, die niet van ridderlijkheid
ontbloot was eai door de omstandigheden vaak
tot een Don Quichoterige positie gevoerd werd.
Zoodanig is zijn houding als wij hem straks
in Leipzig uit den trein zien stappen en hij een-
willekeurige juffrouw xiaar haar woning ver
gezelt (met wie hij een eindweegs gereisd
heeft) omdat hij haar koffertje dragen wil
terwijl zij voor haar zuigeling moet zox-geax,
Het is geen alled'aagsche positie waarin hij
koxnt te verkeeren als die juffrouw,, thuis ge
komen, onwel wondt exi men hem voor haar
minnaar aanziet. Medelijden met haar en
wroeging over eigen gedrag vroeger, waar
voor werkelijk niet zoo heel veel grond aanwe
zig' is, behalve dan dat hij" zijn deftige Haag-
sche familie, naai- die zeide, gescandaliseerd
had nopen hem zich vaderlijke zorgen voor
Minna's kind, Christiaan, op te leggen. Het is
deze Christian Heinecke die later in een Van
der Lubbe-achtig proces gewikkeld en ter -dood
veroordeeld zal worden. Dan heeft Willem
Caers echter al een loopbaan als oorlogscor
respondent in den grooten oorlog achter den
rug. Het is bij een van zijn tochten aan het
Fi-ansch-Duitsclie front dat hij van een ster
vend Fransch officier het boekje van Pascal,
de Pensées, ontvangt waarvan enkele regels als
Leitmotiv voor dezen roman zijn aangegeven.
Zoo weinig Willem van Weele Laers een
alledaagsch mensch is, zoo min is „Parade
gaat door" een alledaagsch boek. Boeiend zijn
zeker de episodes waarin de jeugd en de ver
houding tot Mary en zijn vader ge teekend zijn,
evenzeer die van Willem's leven in Leipzig
met de vele aamknoopingspunten tusschen hem
en den geest van het na-oorlogsch Duitsch-
land.
Van Eckeren's locale kennis was hij. de
uitgever, wellicht zelf jaren lang in de stad'
der boeken werkzaam? komt den schrijver
goed te stade.
Doch afgezien van de historiette. het ver
dichtsel, het eigenlijk verhaal, is dit boek in
teressant om 'de schildering der geestelijke
sferen, waarin het historische zoowel als het
verzonnene zich afspeelt. Willem van Weele
Caers moge een, zonderling wandelaar op het
pad des lévens zijn, in zijn contact met de
„anderen", die dan naar buiten minder op
vallend van de schablone afwijken, is voort
durend een element dat boeit en bezig houdt.
En dat door den schrijver voortreffelijk tot den
einde gecultiveerd wordt. Men legt het boek
ongaarne uit handen, vóór het uit is en dan
nog keert men naar passages terug waarvan
de dialoog ons intrigeerde. Uit ervaring en
De Hoestdronk.
Uit het Russisch door
IWAN STAPORSKY.
AANGEZIEN ik dringend om 20 roebel
verlegen zat, besloot ik mijn tante
Iwanova met een bezoek te vereeren.
Ik stapte dus naar de Straat dei-
Veertig Bataljons en belde aan haar woning
aan. Een rossig hoofd voorzien van ontelbare
papillotten werd door het raam geschoven
en de mij welbekende schelle stem schreeuw
de: „Ben jij het, Iwan? Ga eens gauw naar
de apotheek op het plein 1917 en haal er mijn
hoestdrank". „Hebt u 20 roebel voor mij tot
de volgende maand?" was mijn antwoord.
Deze simpele vraag deed mijn beminde tante
in een onnatuurlijke woede ontsteken. Een
stroom van minder vleiende bewoordingen
werden naar mijn onschuldig hoofd geslingerd
gevolgd door eeii absolute weigering. Reeds
wilde ik haar op geiijke wijze van repliek die
nen, toexi een schitterend denkbeeld mijn
brein doorkliefde. Ik antwoordde dus slechts:
„Dierbaar tantetje, ik vlieg reeds". Ik begaf
mij naar mijn vriend, den caféhouder Sergo-
witch en kocht een flesch wodka van voor de
revolutie, dus extra sterk. Ik haalde er het
etiket met de beroemde geitekop af en voorzag
haar van eexi stukje papier met opschrift:
„Drie glazen voor het ter ruste gaan", Hier
mede keerde ik naar mijn taxitetjelief. Hoe
gaat het er nu mee? De apotheker zei, dat
het wel erg met u moet zijn, als de dokter
zoo'n sterk drankje voorschrijft".
Mijn tante zag mij wantrouwend aan, maar
ik zette zoo'n onschuldig gezicht, dat zij
blijkbaar alle achterdocht liet varen en toe
liet dat ik het grootste glas, dat ik vinden kon
uit de flesch vol schonk en terwijl ik het op
schrift toonde, haar aanbood. Zij zeide, nu
geheel verteederd: Iwan, voor de laatste maal
zal ik je 20 roebel voorschieten. Maar zet ze
dan niet weer in sterken-drank om". Ik be
zwoer beterschap en keek belangstellend toe
hoe ze zich in de eerste slok verslikte. „Tan
tetje", sprak ik. „gedraag u zooals het een
burgeres der Sovjet-republiek betaamt en
drink uw medicijn zonder een spier van uw
eerbiedwaardig gelaat te vertrekken. En, in
derdaad, zij dronk het eerste glas zonder veel
misbaar leeg, Bij het tweede gias beefde reeds
haar hand en het derde kon zij slechts met
iiiijn welwillende hulp innemen. Iwan, sprak
ze met een stem, welke haar schelheid geheel
verloren had en eenigszins beefde terwijl ze
van tijd tot tijd oversloeg, „Iwan, je bent een
beste jongen. Ik ben er toch schijnbaar erger,
aan toe dan ik dacht, ik voel mij zoo vreemd".
„Tantelief", antwoordde ik geroerd, „de apo
theker heeft mij gezegd dat, indien de drank u
niet geheel en al zou bekomen, een beetje
frissche lucht u veel goed zou doen. Laat ons
dus even de straat opgaan, maar vergeet niet
uw wollen omslagdoek om te doen".
Wij gingen dus naar buiten en slechts met
veel moeite slaagde ik erin mijn tante, die van
tijd tot tijd neiging vertoonde haar evenwicht
te verliezen en op een eigenaardige en onsa
menhangende manier sprak, te leiden tot den
hoek van het Krasnovskyplein. Even voor den
hoek zeide ik tot haar: Houd u voor een
oogenblikje vast aan den muur, dan ga ik even
kijken of we, zonder gevaar om door een
auto te worden geëxecuteei-d, de straat kun
nen oversteken". Hierop stapte ik naar den
agent, die op het plein voor het gebouw der
vereenigde fabrieksarbeiders op wacht stond
en sprak: Kameraad-inspecteur, als goed bur
ger van onze communistische republiek voel
ik mij gedrongen aangifte te doen van iemand
die zich bedronken heeft als een aristocraat
ALs bestuurslid van de vereeniging van ax~-
beiders in de jute-industrie verzoek ik u mei
klem deze schandv^k van onzen oroletari
schen staat van de straat te verwijderen". Ik
wees den agent mijn tante aan en, na gezien
te hebben hoe zij op hardhandige manier naar
het politiebureau wex-d gebi-acht, begaf ik mij
naar huis, in het bezit van mijn 20 roebels en
in het blijde besef, mijn plicht als ordelievend
burger gedaan te hebben.
fantasie werd een goed boek gebrouwen in de
solide schrijfkunst der na-tachtigers.
J. H. DE BOIS.
Nieuwe Boeken:
Arthur van Schendel. De grauwe vogels. Ro
man 248 pag. A'dam. J. M. Meulenhoff.
Herman Besselaar. En wie weetRoman
167 pag. R'dam. W. L. en J. Brusse.
Leo va?i Daele. Vergeefsche bloei. Roman 183
pag. A'dam. Uitg. Mij. Kosmos.
Teixeira de Pascoaes. Paulus de Dichter
Gods. Uit het Poi-tug. vertaald. 394 pag. A'dam.
J, M. Meulenhoff.
Hany Bloniberg. Het brandt in de sneeuw.
Roman. Uit het Zweedsch. 283 pag. Uitgeverij
Boot. Voorburg.
Ben van Eysselsteyn. Tusschen Zuiderkruis
en Poolster. Roman. 370 pag. Den Haag Leo
pold's U.M.
Annie de HoogNooy. Het leven wijst den
weg. Roman 218 pag. A'dam. Allert de Lange.
Annie Slot. De meisjes Verbaan. Roman. 213
pag. A'dam. Bigot en van Rossum.
Van Duinkerken, Henr. van Eyk en vijf ande
ren. „Beterschap". Zeven auteurs op zieken
bezoek. 223 pag. A'dam. Dezelfde uitgevers.
DE HEER SIMPSON IN HET HUWELIJK
GETREDEN.
FAIRFIELD, (Connecticut), 19 November
(A.N.P.) In de Bi-ooklawn Counti-y Club hier
ter stede is gisteren het huwelijk gesloten tus
schen den heer Ernest Simpson, den vroege-
ren echtgenoot van 'de hertoging van Windsor,
en mevrouw Mary Kirk. Raffray, een vx-oegere
schoolvriendin van de hertogin. De plechtig
heid droeg een zuiver particulier karakter en
was voor niemand toegankelijk.
OPVOERING VAN „X.Y.Z."
Op Woensdag 24 November za'l de Haarlem-
sche Tooneelcïub ten bate van de commissie
van Moedexs en Opvoedsters uit de af deeling
Haarlem, van de vereeniging voor Volkenbond"
en Vx-ede. het tooneelstuk X.Y.Z." opvoeren
in den Stadsschouwbxxrg.
KAASMARKT ALKMAAR.
Aangevoerd 36 stapels zijnde 74000 K.G.
Fabriekskaas kleine f 25 per 50 kio.
Boerenkaas kleine f 23 per 50 kilo.
Handel goed.
Oefening 121. Een
pracht gelegenheid
voor hen, die we nog
niet overgehaald heb
ben, iederen ochtend
gymnastiek te beoefe
nen, om nü mee te
doen. Iederen dag be-
ginnexi met een paar
vroolijke oefeningen,
zoodat het een niet
meer te missen ge
woonte wordt en volkomexi fit en opgeruimd
begiixt ge uw dagtaak!
De eerste oefening van deze week is uiterst
eenvoudig. We beginnen op handen en knieën
en zwaaien dan krachtig een arm zijwaarts
omhoog. Beurtelings links en rechts, zoodat
we heex-lijk warm worden. De oefening wordt
nog heel wat beter, als we naar de omhoog
vliegende hand blijven kijken.
Oefening 122.
Een rekoefening om
lenig en slank te
blijven. Als u het
enthousiast doet,
zult u eens voelen
wat u er aan hebt.
De beginstand is ge
spreide beenen, een
arm hoog gestx-ekt.
en den anderen arm
gebogen in de zij.
Nu één knie buigen
en 't lichaam laten
doorbuigen naar den
anderen kant, zoo-
als de teekening aangeeft. Als u zoover bent,
kunnen we de oefenixxg op twee verschillende
manieren laten verloopen, die allebei goed
zijn.
122a. Met licht veex-ende bewegingen, bij
voorbeeld tien maal links zoover mogelijk pro-
beex-en te rekken. Daarna tien maal rechts.
122b. Met één krachtigen zwaai dix-ect zoover
mogelijk naar links, daarna in één flinken
zwaai naar rechts. Dit afwisselend links en
rechts twintig maal herhalen.
Dat is waar ook: repeteert u de oude oefe
ningen nog wel eens? Want als u éven den
tijd hebt, dan zijn slechts vier oefeningen per
dag niet genoeg. Neemt u daarom, als 't even
kan, eerst nog eens de nos. 102, 113 en 117.
Oefening 123
Is weer be
stemd voor
twee personen
Tegenover el
kaar zittend
met gespreide
beenen, zóó.
dat de enkels
tegen elkaar
aan komen. A
probeert zijn beenen te sluiten, maar B werkt
tegen. Natuurlijk ook eens omwisselen van
functie.
En nu ook weer eens
een moeilijke, een héél
moeilijke oefening! V^,
Oefening 124. Ge-
knield op den grond,
het lichaam iets gebo-
gen en de armen naar
achter geheven .Pro- f
beert u maar eens van
dezen stand uit hoog
op te springen. Lukt
het niet? Tóch kan het
maar een goed gebruik
van de armen is abso
luut noodig.
JULES KAMMEIJER,
Leeraar Lich. Opv. M.O.