OM EEN KIND Schout bij nacht J, Th. Furstner, chef van den Marinestaf van het Departe ment van Defensie, is met ingang van 1 Januari a.s. bevorderd tot vice- admiraal Japansche mariniers zuiveren met behulp van een pantserauto een der vernielde wijken in Sjanghai van de laatste Chineesche verdedigers Een Chineesche vluchtelinge met haar kinderen op weg naar de internationale concessie te Shanghai, waar zij voorloopig een veilig heenkomen zal vinden. Een droevig beeld van den hardnekkigen strijd in China De Ver. tot bevordering van uitdeeling van kleeding aan minvermogenden van alle religies hield Dinsdagavond in het gebouw Musis Sacrum te Amsterdam een uitreiking van kleeding en schoeisel aan meer dan honderd kinderen De smalle hooge Bontebrug over het Winschoterdiep te Groningen, een berucht verkeersobstakel in den weg naar het Oosten der provincie, zal vervangen .worden door een moderne breede draaibrug, die 60 c.M. lager zal komen te liggen De typhus-epidemie te Croydon breidt zich nog steeds uit. Tijdens hun verblijf te Berlijn brachten de Hongaarsche premier Hierboven de bron, welke het aangetaste gebied van water Von Daranyi en de minister van Buitenlandsche Zaken Von voorzag en die thans gesloten is Kanya een bezoek aan de groote jachttentoonstelling Het tweedaagsch Zesde Nederland- sche Reclamecongres is Dinsdag te Amsterdam geopend. Achter de be stuurstafel v.l.n.r.J. W. Henny (voor zitter Ned. Dagbladpers), A. F. Hollaar, de voorzitter jhr. dr. J. C. Mollerus, A. J. G. Strengholt (voorzitter Ned. Periodieke Pers) en J. Smit FEUILLETON ROMAN VAN NORBERT GARAI. Nadruk verboden. 1) Adviesbureau voor Vrouwen. Een jaar geleden, toen de kleine Kitty, blakend van ijver en ondernemingsgeest, haar vriendin Nicolle het plan voorlegde om een adviesbureau voor vrouwen op te richten, had het er werkelijk naar uitgezien, of het den beiden meisjes-studenten zou gelukken zich door dit bureau de middelen te verschaffen om haar studie aan de universiteit voort te zetten. Er was voor een dergelijke onderneming niet veel kapitaal noodig. Men behoefde slechts wat geduld te oefenen en op de cliën ten te wachten. Volgens Kitty behoefden zij er niet aan te twijfelen, of er zouden al spoe dig tal van raad- en hulpzoekende vrouwen zich tot haar wenden. De wereldcrisis had im mers ook England de laatste jaren op onzet- tende wijze geteisterd; een adviesbureau voor vrouwen was dus juist een behoefte van dezen tijd, die zoovele menschen, onder wie zeker vijftig procent vrouwen, totaal uit haar even wicht bracht. Slechts één ding was er, dat niet klopte in haar berekening Konden zij van arme, veï-twijfelde vrouwen een honorarium verlangen voor haar adviezen al waren die dan ook nog zoo goed? Moch ten zij profijt trekken van den nood en de ellende, harer medemenschen? En konden zij sexegenooten, wie wanhoop het hoogtepunt bereikt had, met leege handen en wat goed- ^oope troostwoorden afschepen? Zoo kwam het, dat de deurwaarder bij de vrouwelijke studenten tenslotte kind in huis was, want al spoedig bleek, dat zij van haar talrijke cliënten niet alleen geen honorarium ontvingen, maar dat zij bovendien meermalen zelf in de zak moesten tasten om arme drom mels voor een totalen ondergang te be hoeden. En daarbij was het toch de vurigste wensch van het tweetal om „geld te verdie nen". Kitty's ouders hadden alles gedaan om hun dochter de studie mogelijk te maken. De tij den werden echter steeds moeilijker. Het land goed in Schotland was reeds lang geleden met hypotheek belast en daarna had men opnieuw geld moeten opnemen om de hypotheekrente te kunnen betalen. De tijd verging ook zoo snel. Voor men het goed besefte was er alweer een termijn verstreken, de rente moest bijeen geschraapt worden en op het landgoed liep men met radelooze gezichten Geld verdienen! Ook Nicolle droomde daar van. Haar vader was een gepensionneerd mi litair, die zich, ondanks een stijf rechterbeen, nog als vertegenwoordiger van een filmver huurkantoor door het leven trachtte te slaan. De firma, waarvoor hij werkte ging echter failliet, zoodat hij zijn dochter Nicolle geen toelage meer kon geven om haar studie te be ëindigen. ja geld verdienen. Geld verdienen! Helaas maar al te spoedig was de droom ten einde. En de onbarmhartige werkelijkheid in de gedaante van den deurwaarder, trad de kleine woning binnen, beplakte alle meubels met de voor dit doel gebruikelijk zegels en verklaarde, dat een en ander binnen veertien dagen naar 't verkooplokaal zou worden getransporteerd wanneer niet binnen dien termijn de achter stallige belastingschuld, ten bedrage van een endertig pond, was aangezuiverd. In tegenstelling mpt itty, die, al haar on dernemingsgeest ten spijt, langzamerhand den moed begon tp verliezen, wist Nicolle on der alle omstandigheden haar goed humeur 3 bewaren. Aan niets je hart verpanden en zeker aller minst aan geld! Hygiëne van de ziel! Dat was haar motto. De ziel is als een kamer, die steeds behoor lijk moet worden gelucht. Hoe minder meubi lair er zich in bevindt, hoe gemakkelijker zij zich schoon laat houden. Geen oude rommel laten staan! Alle onnoodige stofnesten oprui men! Geen nuttelooze sentimenten, geen dwaze illusies. Teleurstellingen mogen niet meer beteekenen dan een stofje, dat men weg blaast. De blonde, tengere Kitty echter voelde zich door al dien tegenspoed hopeloos terneerge slagen. De ondergang van het Adviesbureau voor Vrouwen had haar diep in de put ge bracht. Wat hielpen haar de fraaiste theorieën over de hygiëne van de ziel, als zij de hy; i- theekrente niet kon opbrengen, die zij haar ouders beloofd had aan het einde van de maand te zullen sturen? De domme bij. Door de stille, zonnige straat loopt een man, die een klein, ongeveer vierjarig meisje aan de hand houdt. Ondanks de zomersche tempe ratuur heeft hij de kraag van zijn jas opge slagen en de slappe hoed, welke hij draagt, is zoo diep op het voorhoofd getrokken, dat men zijn gelaat nauwelijks kan onderscheiden. „Zijn we er nu haast?" vraagt het kmd op huilerigen toon. „Ik ben zoo moe „Stil", fluistert de man, terwijl hij een schuwen blik werpt in de richting van een politieagent, die aan de overzijde van de straat staat. „Kom, loop wat door, anders neemt die booze man daar je nog mee en dan kom je heelemaal niet bij je mamma". En haastig trekt hij het kind met zich voort. Misschien zou het anders geloopen zijn, wanneer niet juist op dit oogenblik een ijverig zoemende bij zich had neergelaten op een naambord, dat bij den ingang van een der huizen in de stille straat is aangebracht. Op dit naambord prijkt links, naast de met vele krullen versierde letters een gegraveerde, roodgelakte roos. De bij doet vergeefsche moeite om deze, fel rood gekleurde bloem de honing te ontfutselen en schijnt zich er steeds nijdiger over te maken, dat de roos haar kelk niet wil openen. Het meisje, dat zich tot dusver vermoeid door den man heeft laten voortsleepen, begint plotseling luid te lachen. „O, kijk eens, wat een domme bij. Die denkt, dat het een echte bloem is. En het is niet eens een echte bloem. En hoor eens hoe boos hij bromt De blik van den man blijft even op het naambord rusten en plotseling schijnt dit zijn volle aandacht te trekken. Twee meisjes stu denten hebben hier een adviesbureau voor vrouwen gevestigd; de een studeert medicij nen, de andere rechten. Een oogenblik staart de man gefascineerd naar het bord, dan monstert hij wantrouwend het huis, dat niet bepaald een imponeerenden indruk maakt. Hij haalt een paar maal diep adem als iemand, die het met zichzelf niet geheel eens is, maakt een beweging, alsof hij door wil loopen, blijft dan echter toch staan, kijkt nog eens naar den politieagent aan den overkant, pakt dan gedecideerd het kind bij den arm en duwt het haastig het huis binnen. Voor een dein:, waarop eveneens een koperen naambord met een roodgelakte roos is aan gebracht, blijft hij staan om onmiddellijk tweemaal achtereen te bellen als iemand, die niet gewend is om te wachten. Het duurt eenige minuten voor er iemanci komt. Verwonderd kijkt Kitty naar den man, die zijn hoed zoo diep in de oogen heeft getrokken. Merkwaardig uitgedost is het kind, dat naast hem staat. Een aardig meisje met een lief ge zichtje, maar met een voor dezen tijd van het jaar veel te dik, grijs fluweelen manteltje. „Hier is het Adviesbureau voor vrouwen?" vraagt de man op vrij onhebbelijken toon. En op hetzelfde oogenblik hoort Kitty het meisje vragen: „Bent u mijn nieuwe mammie?" De man gaat zonder verder nog een woord te spreken aan Kitty voorbij door de donkere gang naar de kamer, waarvan de deur open staat en waarin de meubels wanordelijk door elkaar zijn geplaatst. „Wij zijn bezig te verhuizen. Het bureau wordt opgeheven", zegt Kitty, die den man snel naar de kamer gevolgd is. De situatie schijnt haar wat pijnlijk, want bij den eersten blik moest de man de vele blauwe zegels ont dekken, waarvan de verschillende meubelstuk ken zijn voorzien. Niet begrijpend staart zij naar haar het kind, dat verlangend de armp jes naar haar uitstrekt, alsof het lang op dit oogenblik heeft gewacht. „Mijn naam is Kitty Devine. Waarmee kan ik u van dienst zijn?" wendt zij zich tot den bezoeker, die zonder een uitnoodiging af te wachten, op de sofa heeft plaats genomen. De man schijnt echter voorloopig niet ge neigd een of andere vraag te beantwoorden. Met een misnoegd gezicht monstert hij eerst het vertrek en daarna de bewoonster. „Wilt u een adviesbureau voor vrouwen leiden?" bromt hij eindelijk. „Daar bent u toch veel te jong voor!" Nog voor zij den man van repliek kan die nen, hoort zij het meisje zeggen: „Is dat nu mijn nieuwe mammie?" Ongeduldig trekt het kind den man aan den mouw. „Ik wil hier blij ven. Ik wil hier blijven!" De man schudt het hoofd. Op hetzelfde moment wordt de deur van de woning ge opend. Men hoort voetstappen en even later komt Nicolle de kamer binnen, de grijze muts schuin op het bruine, krullende haar, de met witte stippen bedrukte roode shawl met één ruk van haar hals trekkend. „Dit is juffrouw Osbom", zegt Kitty snel. De bezoeker maakt een weinig vertrouwwek- kenden indruk en zij is blij, dat Nicolle er nu ook is. „Juffrouw Osbom behandelt de juridische aangelegenheden van ons bureau". (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 9