1
Om EEN KIND
De Pluimvee- en Konijnenvereeniging te Oss heeft een tentoonstelling gehouden, waarop talrijke
prachtige exemplaren te bewonderen waren. .Haantje de voorste" op de arm van den voorzitter
der vereeniging, dr. Stolz
Een ontzettende brand heeft het fabrieksgebouw van de bontweverij «De Batavier» te Winterswijk bijna geheel verwoest Een
foto van de ruïne, waaruit hier en daar nog de laatste rookwolken opstijgen
«Zie ginds komt de stoombootDe nieuwbenoemde burgemeester van Kortgene
(Noord Beveland), de heer A. A. Schuit, arriveerde Zaterdag voor zijn officieele installatie
per stoomboot in zijn nieuwe gemeente
Bij het afscheid van dr. A. ten Sande als adjunct-directeur
van den veeartsenijkundigen dienst werd hem door den
directeur van dezen dienst, prof. dr. H. C. L. E. Berger (links),
namens collega's een schilderij aangeboden
De Fransche mini
ster van Buiten-
landsche Zaken,
Yvon Delbos, tij
dens zijn bezoek
aan Warschau in
gesprek met zijn
Poolschen collega,
minister Beek
(rechts)
Prins Harald van Noorwegen, de negen
maanden oude zoon van het kroon
prinselijk echtpaar, tijdens een «rijtoer»
in het park van het buitenverblijf te
Skaugum
«Vol verwachting klopt ons hart». St. Nicolaas bracht
Zaterdag met zijn knecht een bezoek aan de Nieuwe School-
vereeniging in de Jan Luykenstraat te Amsterdam
FEUILLETON
ROMAN VAN NOEBERT GARAI.
Nadruk verboden.
11)
Eindelijk komt Kaynes weer uit de duister
nis te voorschijn.
,.De patrouille, inspecteur", meldt hij.
..InspecteurKaynes kijkt de beide
meisjes een oogenblik besluiteloos aan voor
hij verder spreekt. Inspecteur, de mannen
hebben, net als ik, het gevoel, of er iemand om
het huis heen sluipt. Daarom wilden zij hun
schuilplaats ook niet verlaten. Misschien sla
gen zij er in den man te verrassen".
„Die heele geschiedenis beval me niet", zegt
Benett. ,Dat kind moet hier weer vandaan.
De ligging van het huis, de geheele situatie
hier past niet in ons plan".
Merkwaardig is de blik, welke Kaynes na deze
woorden van zijn chef Kitty toewerpt. Het is.
of hij van haar bijstand verwacht of hij ver
wacht, dat zij zich tegen Benett's plan het
kind hiervandaan te nemen, zal verzetten.
„Wat zou het kind eigenlijk kunnen over
komen, inspecteur?" vraagt Kitty, eenigszins
opgewonden. „De man, die Maud ontvoerde,
heeft haar toch bij ons gebracht. Het ligt dus
voor de hand, dat zij bij ons het veiligste is.
Ongetwijfeld is het de wensch van den man.
dat het kind bij ons blijft. Voor het overige
schijnt trouwens mr. Gordon, van wien wij
vandaag een brief hebben ontvangen, dezelfde
meening te zijn toegedaan".
Het ontgaat haar niet, dat over Kaynes'
ernstig gelaat een tevreden lachje glijdt en
dat geeft haar den moed voort te gaan. „Wij
zijn niet bang inspecteur! Nietwaar. Nicolle
Danny?"
Deze suggestieve vraag doet Kittys beide
kameraden, mechanisch als pagoden het
hoofd schudden.
Bovendien zei u toch zooeven, inspecteur"
Kitty's stem klinkt nu zeer beslist „dat
wij onder bescherming van de politie staan?
Welnu, dan hebben we toch niets te vreezen
Neen, inspecteur, ik geef u Maud niet mee!"
Benett kijkt Kitty goedmoedig glimlachend
aan.
„U schijnt nog al aan het kind gehecht te
zijn".
„Ja, inspecteur, het meisje is mij in die paar
dagen zeer lief geworden. En het is aan mij al
heelemaal gewend. Een scheiding zou haar
zeker ontzettend verdriet doen".
„Nu, in ieder geval moet ik toegeven, dat
het- u niet aan durf ontbreekt juffrouw Devine.
Maar wij zullen desondanks eens ernstig moe
ten overwegen. c-f het niet wensclielijker is
alles te vermijden, wat deze idyllische woning
het tooneel van een gevecht tusschen de po
litie en een misdadiger kan maken. Ik mag
niet verhelen, dat wie Coverley, naar het
zich laat aanzien, zich tot een gevaarlijk
desperado heeft ontwikkeld. Tenslotte heeft
deze geschiedenis reeds een menschenleven
geèischt. Op de heide bij Kensington
„Inspecteur", valt Kaynes hem plotseling
in de rede, „de bewaking is immers aan mij
toevertrouwd! Ik geef u de verzekering, dat
geen enkele bewoner van dit huis ook maar
een haar zal worden gekrenkt".
„En als je pech hebt?" zucht Benett. „Dan
wordt er natuurlijk gezegd: .Benett is de
schuld van alles!" Dan heb ik verzuimd alle
voorzorgsmaatregelen in acht te nemen en
had ik alles vooruit moeten voorzien"
Even zit hij in gepeins verzonken. .Ben las
tige geschiedenis!" mompelt hij. „Een zeer
lastige geschiedenis".
„Vertelt u me eens, inspecteur", mengt Ni-
colle zich in het gesprek, „wat gaf mr. Gordon
eigelijk aanleiding tot het besluit om zijn
dochtertje voorloopig bij ons te laten?"
Het schijnt, dat Benett om een of andere
onnaspeurlijke reden het beantwoorden van
deze vraag niet gemakkelijk valt. Hij wisselt
een haastigen blik met Kaynes. Eindelijk deelt'
hij mede, dat Gordon een dreigbrief heeft ont
vangen. Waarschijnlijk van den man, die het
kind ontvoerd heeft.
Deze man bedreigt Gordon met den dood,
als hij Maud niet bij de beide studenten laat,
bij wie hij haar gebracht heeft
Op dit oogenblik krijgt Danny een idee. Een
idee, dat hem zoo fascineert, dat hij van den
emmer opspringt, alsof hij door een wesp
wordt gestoken.
Hij is een handige jongen. Op het beslis
sende oogenblik weet hij met de situatie zijn
voordeel te doen.
Als mr. Gordon voor zijn leven vreest en
daarom het kind voorloopig bij de beide meis
jes wenscht te laten, dan zal deze schatrijke
baas zich zelker niet laten kennen, maar in
tegendeel alles willen doen om den veiligheid
van het kind te waarborgen.
Met een verbazingwekkende snelheid van
gedachten combineert Danny, dat zich hier
een nooit terugkeerende gelegenheid voordoet
Gordon om eenige weken vacantïe te verzoe
ken, teneinde het kind in zijn huis te kunnen
helpen bewaken.
Bovendien als een veldheer overziet Dan
ny thans de situatie maakt hij een goede
kans op een behoorlijke salarisverhooging.
Die kans moet onmiddellijk worden aange
grepen!
„Inspecteur", zegt hij, een en al mannelijke
vastberadenheid, „nergens is Maud zoo goed
opgeborgen als bij ons! Ik zou wel eens willen
zien, wie het durfde wagen dit terrein zonder
mijn toestemming te betreden
Hij bemerkte de waardeerende blikken van
de meisjes en constateert met voldoening, dat
er eenige notitie van zijn moed wordt ge
nomen.
„U kunt u op ons verlaten, inspecteur!"
zegt hij nonchalant. „Laat iemand het maar
eens probeeren hier ongevraagd binnen te
dringen".
Benett kijkt hen één voor één aan. een ver
stolen glimlachje om de lippen. Zoo jong was
hij ook eens.
„Nu, goed!" knikt hij. „Dan wil ik u ook in
kennis stellen van het voorstel, dat mi. Gor
don u aan de hand doet. Hij acht het bij de
huidige omstandigheden niet onmogelijk, dat
de door ons gezochte Coverley vandaag of
morgen hier opduikt om te trachten zich met
het kind in verbinding te stellen. Als het ge
lukt bij die gelegenheid de hand op hem te
leggen, dan ontvangt u, daaies, tien procent
van de som, welke dan nog gered kan wor
den. Dat kan, als het een beetje meeloopt, een
bedrag uitmaken van eenige duizenden pond
sterling, dames
Het einde.
In zijn volle lengte uitgestrekt, het lichaam
stijf tegen den natten grond gedrukt, ligt een
man in de smalle, donkere schaduw van een
braamstruik. De grijze pruik, die zijn uiterlijk
zoo zeer veranderde, is ver iiaar achteren in
zijn hals geschoven en de donkere bril ligt
naast hem op den grond.
Af en toe dringen fluisterende stemmen tot
deze schuilplaats door.
Nauwelijks vijftien pas verder ligt een poli
tieagent in een kuil op den loer. terwijl een
andere, elk geluid vermijdend, van boom tot
boom sluipt, van struik tot struik, luisterend
en spiedend.
De man onder de braamstruik weet. dat
hem nog slechts enkele minuten overblijven.
Dan zal men hem ontdekken.
Klein wolken glijden langzaam voorbij den
maan en onttrekken deze aan het gezicht Zijn
zij voorbij, dan zal de groote hemel-schijn-
werper weer in zijn volle glorie aan het fir
mament troonen en het landschap hier be
neden doen baden in een zacht, maar helder
licht.
Nu sluipt een der agenten naar een groep
van drie, dicht bij elkaar staande berken.
In het heldere maanlicht vormt hij een
uitstekend doelwit.
De man onder de bramenstruik strekt lang
zaam den arm met de revolver. Hij mikt
,lang....
Maar hij haalt den haan niet over. Wat
baat het hem, of hij dien daar neerschiet? De
andere, rechts van hem, zal immers onmiddel
lijk een waar vuurgevecht met hem beginnen.
De schoten zullen de anderen, die hier waar
schijnlijk nog verdekt zijn opgesteld, alar
meeren en wat dan?
Een plotselinge windvlaag buigt voor een
oogenblik de berkentoppen ter zijde.
Men hoort het ruischen van de rivier.
Klaterend slaat golf na golf tegen den kant.
De man, die zich stijf tegen de berkenstam-
men heeft aangedrukt, spiedt naar aan alle
richtingen. Dan laat hij zich bliksemsnel op
den grond vallen en tuurt ingespannen naar
de braamstruik.
Nóg schijnt hij niet volkomen zeker van
zijn zaak te zijn. want eenige minuten lang
blijft hij in dezelfde houding liggen onaf
gebroken de donkere, smalle schaduw van de
struik in het oog houdend.
Dan springt hij echter plotseling overeind.
Zijn kreet alarmeert "zijiv collega. Beiden ren
nen zij in de richting van de braamstruik.
Doch ook de man, die daar vex-borgen lag, is
overeind gevlogen.
Slechts een oogenblik aarzelt hij; dan snelt
hij met groote, zonderlinge sprongen op den
rivier af. Zijn jas fladderd als" een zeil achter
hem aan; zijn armen slingeren langs het
lichaam als de klepels van een klok.
Een spook gelijkt de man, die daar met zijn
schaduw om het hardst schijnt te loopen.
Hij heeft den oever bereikt. Met een wan-
hopigen sprong werpt hij zich in de rivier. De
plons van het zware lichaam is tot ver in den
omtrek hoorbaar.
De man schijnt een geoefend zwemmer te
zijn, want hij heeft zich zeer spoedig van
zijn jas ontdaan om dan met snelle krachtige
slagen naar het midden van de rivier te zwem
men.
Een oogenblik staan de beide politiemannen
verbluft aan den kant.
(Wordt vervolgd).