NANKING NOG NIET
GEVALLEN.
TREINBOTSING
Strijd om de stad woedt in alle
heftigheid voort.
[DAMPO bonbons
IN SCHOTLAND.
Verduisteringsoefeningen in Zwitserland
h:
Ruwe handen
THIJS IJS GAAT DOOR DIK EN DUN
ZATER DS'G 11 DECEMBER 1937
HAARLEM'S DAGBLAD
Volgens üapansche berichten
uit Nanking duren de gevechten
om Nanking in alle heftigheid
voort. De Chineezen doen voort
durend tegenaanvallen en de
Uapansche artillerie, welke op den
Purperen Heuvel staat opgesteld,
tracht de muren der stad in puin
te schieten.
Ook in de nabijheid van de
Tsjoengsjan-poort wordt fel ge
streden. Verder berichten de 3a-
pansche autoriteiten, -dat de Chi-
neesche troepen van de Taiping
poort en van de Noord-Oostelijke
poort zijn verdreven.
Te middernacht hebben de
Chineezen een uitval gedaan in
de richting van de Poort der
Overwinning in het Zuiden der
stad. Zij maakten hierbij gebruik
van handgranaten en traangas.
De Japansche troepen, die van
gasmaskers voorzien waren, sloe
gen de aanvallers terug.
De woordvoerder van het 3a-
pansche leger heeft verklaard,
dat zich binnen de muren van
Nanking minstens twintigduizend
soldaten bevinden.
De 3apansche militaire autori
teiten verwachten den val van de
hoofdstad binnen twee of drie
dagen.
Te vroeg gevlagd.
Havas meldt uit Tokio De geheele
Japansehe pers tracht den indruk te
wekken, dat Nanking reeds genomen
is, doch het Japansehe volk is verwon
derd over het feit, dat de stad nog niet
is gevallen. Het dacht, dat de stad
zonder tegenstand zou worden gezet,
zooals verscheidene andere steden.
Reeds werd in de hoofdstad gevlagd
om de overwinning te vieren. Nu even
wel geen antwoord is ontvangen op
het ultimatum van generaal Matsoei
en Tsjang Kai Sjek niet aftreedt, be
gint het Japansehe volk te begrij
pen, dat de Chineezen nog niet gede
moraliseerd zijn en nog in staat zijn
tpgenstand te bieden en het den Ja-
panschen troepen bij verder door
dringen in China zeer moeilijk te
maken.
Mongolen achter de centrale
regeering.
Naar uit Hankau van Chineesche zijde
toordt gemeld, heeft de kort geleden aldaar
aangekomen generaal Tsjoe Sja Liang ver-
kleerd, dat alle provincies in het Noord-
Westen druk bezig zijn met de verdediging
voor te bereiden. Hij deelde mede, dat sedert
verscheidene dagen in Kokonor gemobiliseerd
wordt, en voegde hieraan toe, dat het mee-
rendeel der „Mongoolsche banieren" in
Soeijoean zich plechtig verbonden heeft de
centrale regeering te steunen. Generaal Ma-
koengkwei, de gouverneur van Ningsjai, heeft
Tinquota vastgesteld.
Vrijgekomen tonnage wordt gedeeltelijk aan
Ned.-Indië toegewezen.
Uit Londen: Het internationale Tincomité
heeft de quota voor het eerste kwartaal van
1938 vastgesteld op 70 pet.
De delegaties van Bolivia Congo en
Fransch Indo China gingen er mede accoord
afstand te doen van hun achterstanden over
1937, welke zij het recht hadden volgens de
overeenkomst in 1938 in te halen, terwijl zij
bovendien afstand deden van een hoeveel
heid tot een totaal van bij benadering 11.500
ton over 1938. Deze tonnage, die thans dus
vrij gekomen is, zal worden verdeeld over
Nederlandsch-Indië, Malakka en Nigeria,
naar verhouding van de hun toegewezen
standaard-tonnages.
Dit zal Nederlandsch-Indië, Malakka en
Nigeria in staat stellen tin te exporteeren
tot een omvang van bij benadering 80 pet.
der toegewezen standaardtonnages, zoolang
het quota op 70 pet. blijft bepaald.
De volgende bijeenkomst zal op 18 Febru
ari 1933 in 's Gravenhage geschieden.
'Attlee verwacht voortduren van
den Spaausclien burgeroorlog.
Geen overeenstemming in zicht.
In een verklaring, die de Labourleider
Attlee gisteren bij zijn terugkeer uit Spanje
heeft afgelegd, noemde hij het denkbeeld, dat
de Spaansche regeering verslagen is, volko
men verkeerd.
Ik heb sterk den indruk gekregen, aldus
Attlee, dat het den opstandelingen thans
niet mogelijk is Madrid in te nemen, en ik
heb geen mogelijkheid van overeenstemming
tusscben de beide partijen gezien. Het is dan
ook waarschijnlijk, dat de strijd zal voort
duren, hetgeen voor het Spaansche volk tot
de ernstigste ontberingen zal leiden. Groote
moeilijkheden levert voor de regeeringstroe-
pen het ravitailleeringsvraagstuk op.
Op een vraag naar de troepensterkte der
regeeringslegers verklaarde Attlee, dat hij
deze raamt op 600 tot 700 duizen man.
Wat de vrijwilligers betreft, die voor Bar
celona strijden, bepaalde Attlee zich er toe
mede te deelen, dat men hem ter plaatse ge
zegd had, dat ze 10,000 man en meer om-
vatton.
verklaard, vastbesloten te zijn, de indringers
te bestrijden.
Japan erkent Tsjang Kai
Sjek niet meer.
In bevoegde kringen wordt te Tokio beves
tigd, dat in de kabinetszitting besloten is
maarschalk Tsjang Kai Sjek niet meer te
erkennen. In overeenstemming hiermede zal
de Japansehe regeering steigeren met hem
onderhandelingen te voeren. De in Noord
en Midden-China ontstane bewegingen ech
ter zullen bij de vorming van een nieuwe
Chineesche regeering door Japan onder
steund worden.
Vorming van een pro-
Japansche regeering.
In politieke kringen te Peking verwacht
men, dat ondanks de voortzetting van den
oorlog in de eerstvolgende dagen een nieuwe
Chineesche anti-communistische regeering
gevormd zal worden die niets meer zal heb
ben uit te staan met de Kwomintang. De
zetel dezer nieuwe regeering en hoofdstad
van China zal waarschijnlijk Peking worden.
Om deze reden zouden alle militaire Japan
sehe acties aan de fronten in Noord-C'hina
tijdelijk stopgezet worden, tot de politieke
toestand in Noord- en Midden-China opge
helderd zal zijn, waardoor de Japanners ho
pen verder bloedvergieten te voorkomen, al
dus het D.N.B.
Prins Asaka legeraanvoerder.
Het keizerlijk hoofdkwartier deelt mede,
dat luitenant-generaal prins Yasoehiko
Asaka, een schoonzoon van den overleden
keizer Meiji, belast is met het bevel over de
Japansehe troepen aan het front van Nanking.
verzachten keel
25 s soos.en borst.
(Adv. Ingez. Med.)
Habsburgers krijgen hun
goederen terug.
O.a. het slot Laxenburg bij Weenen.
Naar officieel uit Weenen medegedeeld wordt
is in den ministerraad van gisteren besloten
krachtens de reeds vroeger afgekondigde wet
betreffende de opheffing van het verblijfs-
verbod voor en de restitutie thans ten uitvoer
te leggen. De volgende bezittingen worden te
ruggegeven: het slot Laxenburg bij Weenen
het slot Muerzsteg bij Stiermarken, de heer
lijkheid Orth met het slot Eckartsau, de goe
deren Poeggstall, Mannersdorf aan de Leitha,
Gebirge en Voesendorf in Neder-Oostenrijk,
Krampen in Stiel-marken, en Mattighofen in
Neder-Oostenrijk en de meubelen van het slot
Neuberg in Stiermarken.
De bekende Prater wördt door het rijk aan
de gemeente Weenen overgedragen.
Wat Delbos en Antonescu
bespraken.
In het communiqué, dat door het Roe-
meensche Telegraafagentschap over de tus-
schen Delbos en Antonescu gevoerde bespre
kingen is verspreid, wordt gezegd, dat de
beide staatslieden den internationalen toe
stand, en in het bijzonder die in Midden-
Europa, grondig hebben bestudeerd en tevens
van gedachtenhebben gewisseld omtrent de
vraagstukken, die in het bijzonder de betrek
kingen tusschen Frankrijk en Roemenië be
treffen. Deze besprekingen, aldus - gaat het
communiqué verder, werden gekenmerkt door
een geest van eensgezindheid en hartelijkheid,
die geheel in den aard is van de Fransch-Roe-
meensche betrekkingen.
Delbos en Antonescu hebben tot huri vreug
de kunnen vaststellen, dat hun standpunten
overeenstemden. Zij constateerden, dat de
politiek van Frankrijk en die van Roemenië
welke geleid worden door hetzelfde ideaal en
versterkt door de stevigheid der banden, die
elk der beide staten verbindt met zijn gemeen
schappelijke bondgenooten of vrienden, en
welke trouw bijven aan de beginselen van den
Volkenbond, beide kunnen bijdragen tot het
scheppen tusschen alle landen van een loyale
samenwerking die, gebaseerd op de eerbiedi
ging der onafhankelijkheid van elk, de beste
waarborg voor den vrede biedt. De beide mi
nisters hebben verder den wenseh te kennen
gegeven, de Fransch-Roemeensche samenwer
king uit te breiden zoowel op het gebied der
economische, als op dat der intellectueele en
artistieke betrekkingen.
Luit.•generaal De Longueville
overleden.
De gepensionneerde luitenant-generaal De
Longueville is in den leeftijd van 70 jaar over
leden. In 1914 was De Longueville chef de ca
binet van minister De Brocqueville. In 1926
werd hij benoemd tot chef van den generalen
staf van het leger.
Frankrijk.
Aanslag op Delbos voorbereid?
Ongeveer een maand geleden is in Frankrijk
te Valenciennes een Hongaar gearresteerd,
Budai Koleman, een bekend terrorist. Sinds
zijn arrestatie was de politie er in geslaagd
twee brieven te onderscheppen, die in gewone
taal gesteld aan zijn adres te Valencienes en
te Saint Amand gezonden waren. Na ontcijfe
ring blijken de brieven echter gegevens te be
helzen omtrent twee aanslagen, die ontworpen
waren en waarvan één in Praag zou hebben
moeten worden uitgevoerd op minister Yvon
Delbos tijdens zijn rondreis en één op den
Algerijnschen gouverneur-generaal Le Beau.
De onderteekenaar van de beide brieven, die
Koleman geld vroeg voor de uitvoering van
den aanslag, is te Praag gearresteerd. Gelijk
bekend is, zijn in verband met deze ontdek
king speciale maatregelen genomen, toen
Delbos uit Pol*» vertrok.
Er zijn tharvs verschillende bevelen tot voor
geleiding uitgevaardigd tegen de medeplichti
gen van Koleman, die den uitvoerders van den
aanslag naar het schijnt de noodige aanwij
zingen moest overbrengen. Koleman is van
Doornik naar Valenciennes overgebracht,
waar hij door den rechter van instructie ge
hoord zal worden.
VREDES NOBELPRIJS OVERHANDIGD.
Vrijdagmiddag is in het Nobel-instituut te
Oslo de Nobelprijs voor den vrede plechtig
overhandigd aan Lord Robert Cecil, in tegen
woordigheid van den Koning, den Kroonprins,
den voorzitter van het Storting, de leden der
regeering en het corps diplomatique, benevens
tal van op den voorgrond tredende persoon
lijkheden. Dr. Lange, voormalig secretaris
van de Interparlementaire Unie, hield een
lofrede op het door Lord Cecil tot stand ge
brachte werk. Frederick Stang, professor aan
de universiteit te Oslo en voorzitter van het
Nobelcomité, ging vervolgens over tot de uit
reiking van den prijs, dien hij overhandigde
aan den Britschen gezant, Dormer, die uit
naam van Lord Robert Cecil dank zeide.
Laatstgenoemde zal later naar Oslo komen
om er zelf het woord te voeren over het vre-
desprobleem.
Aantal dooden bedraagt
tot nu toe 34.
Sneeuw en duisternis bemoei
lijkten de hulpverleening.
Te Castlecary, tusschen Edin
burgh en Glasgow, zijn gisteren
twee passagierstreinen met elkaar
in botsing gekomen. De gevolgen
waren ontzettend: twee wagons
van een der treinen werden vol
komen versplinterd, vermoede
lijk hebben 34 personen den
dood gevonden. Het aantal ge
wonden bedraagt meer dan 40.
Sedert 1915 is in Groot-Brittan-
nië zulk een ernstig spoorweg
ongeluk niet voorgekomen.
De express-trein DundeeGlasgow
stond bij het station te Castlecary.
toen de express EdinburghGlasgow
hem achterop reed. De beide voorste
wagens van den achtersten trein
werden totaal versplinterd. De duis
ternis en de sneeuw maakten het. aan
vankelijk onmogelijk den gewonden
te hulp te komen.
De redders werkten eerst bij het
schijnsel der brandende wagens en
stookten later een vuur van het ver
spreid liggende houtwerk.
De lijken zijn nog niet geïdentifi
ceerd. Toen het ongeluk geschiedde,
woedde er een sneeuwjacht. De dokto
ren, het personeel der ambulance en
de vrijwillige redders moesten zich over
de met veel sneeuw bedekte wegen -
naar de plaats van het ongeluk be
geven.
Te middernacht werd brand ontdekt in de
verongelukte treinen. De brandweer van Fal
kirk werd gewaarschuwd teneinde te voor
komen, dat 't vuur zich zou mededeelen aan
de lichamen, die, naar men gelooft, zich nog
in het puin bevinden.
Voor de bescherming der bevolking tegen luchtaanvallen.
Gehoorzame, doch nog niet overtuigde medewerking der
bevolking. De houding van den middenstand. Heeft
verduistering wel zin in de naaste omgeving van een meer?
GENèVE, 6 December 1937.
(Van onzen correspondent).
Et jaar 1937 is niet ten einde gegaan,
zonder dat ook in Zwitserland een
oefening op groote schaal in
verduistering heeft plaats ge
vonden, opdat het land in een toe-
komstigen oorlog zoo goed mogelijk tegen de
gevaren van nachtelijke aanvallen uit de lucht
beschermd zou worden. Eerst in geheel Oost-
Zwitserland, vervolgens in gansch West-
Zwitserland en ten slotte in het grootste ge
deelte van het land, Midden-Zwitserland, is
op een tevoren natuurlijk bekend gemaakten
dag alles in volkomen duisternis gehuld ge
weest van des middag vijf uur af tot het be
ginnende ochtendgloren op den volgenden
morgen. De bedoeling van deze verduisterings
oefeningen was, dat de bewoners reeds thans
de noodige voorbereidende maatregelen zou
den treffen, opdat zij, wanneer te eeniger tijd
het gevaar van nachtelijke bommenwerpers
werkelijkheid zou worden dan terstond in staat
zouden zijn te verhinderen, dat eenige licht
straal uit hun woning naar buiten zou door
breken en den vijandelijken vliegers een weg
wijzer zou zijn.
Deze verduisteringsoefeningen vormen uit
den aard der zaak slechts een onderdeel van
het geheele stel maatregelen, dat Zwitserland
voorbereidt om zich tegen den luchtoorlog te
beschermen. Men is zich hier bewust van de
noodzakelijkheid, dat maatregelen van „pas
sieve" bescherming der bevolking tegen lucht
aanvallen zullen worden aangevuld door „ac
tieve" beschermingsmiddelen in den vorm
vooral van afweerkanonnen. die de nadering
60ct. Bij Apoih.en Drogisten
(Adv. Ingez. Med.)
Weidmann's medeplichtigen
verbreken het zwijgen.
Jean le Blanc, de medeplichtige van den
massamoordenaar Weidmann, die zich bij de
politie heeft gemeld, heeft medegedeeld, dat
hij in begin 1933 met Roger Million deviezen
uit Duitschland heeft gesmokkeld. Zij werden
in Duitschland gearresteerd en in de gevange
nis leerden zij Weidmann kennen.
De drie vonden elkaar in 1937 te Parijs terug
en Le Blanc leende aan zijn medeplichtigen
dertien duizend franc om een schoonheids
instituut op te richten. De zaak mislukte
evenwel. Te Nantua hoorde Le Blanc door de
radio van de misdaden van Weidmann en hij
besloot zich aan te melden bij de politie te
Parijs. Hij onderging een langdurig verhoor,
dat vanochtend zou worden voortgezet. Daarna
zal de rechter van instructie een beslissing
teiil aanzien van hem. nemen.
De tweede medeplichtige, Roger Million,
heeft bekend, dat bij ongewild medeplichtig
is geweest aan den moord op Roger Leblond.
Hij bevond zich in een kamer naast het ver
trek. waar Weidmann zijn slachtoffer neer
schoot. Na den moord deelde Weidmann hem
mede, dat hij Leblond gedood had om hem te
berooven. Million verklaarde zijn aanwezig
heid in de villa met te zeggen: dat zij alle drie
hierheen waren gegaan om een bioscoop
kwestie te bespreken.
Million zeide gezwegen te hebben, omdat
Weidmann hem had bedreigd te vermoorden,
wanneer hij iets zeide. De vriendin van Mil
lion, Renée Tricot, zeide. dat haar vriend
haar van den moord had verteld, doch ook zij
durfde uit angst voor Weidmann niets zeggen.
Van de andere misdaden van Weidmann was
haar niets bekend.
DIENSTTIJDEN VAN SLUIS- EN
BRUGPEKSONEEL.
In antwoord op opmerkingen in hét Voor-
loopig Verslag der Tweede Kamer over de
Waterstaatsbegrooting deelt minister van
Buuren mede, dat van te lange diensttijden
van het sluis- en brugpersoneel niet kan
worden gesproken. Intusschen is hij bereid
de dienst- en rusttijden aan eenige sluizen
en bruggen in nadere beschouwing te nemen.
ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLINC
Het getrappel van de paardenhoeven kwam nader en daar zag
Thijs, die nog steeds achter den boom verscholen lag, een wagen aan
komen. Het paard liep langzaam en uit alles bleek, dat de boeven
geen haast hadden.
En toen zag Thijs ook Dickie. Deze zat angstig tusschen twee
mannen in, of liever gezegd, naast hem zat een man en vlak achter
hem zat er ook een. Hij keek heel angstig, niet te verwonderen ook.
Zoo'n klein kereltje met die boeven.
Wacht maar, leelijke hapsnurkers, ik zal jullie wel krijgen!
bromde Thijs zacht. Als ik jullie te pakken krijg!
De wagen was nu vlak bij den buidel met geld aangekomen. Thijs
keek nieuwsgierig toe. Hij ging op zijn buik liggen, anders was de
kans, dat de boeven hem in de gaten kregen, niet gering.
Hééé! hoorde hij eensklaps een van de mannen uitroepen.
Hééé, kijk daar eens!
van vijandelijke vliegtuigen zullen moeten
belemmeren. Men spreekt ook over het bouwen
van veilige kelders, waar de bevolking bij bom-
menaanvallen toevlucht zou kunnen zoeken,
over het in voorraad houden van duizenden
gasmaskers en over andere voorbereidende
maatregelen, die reeds thans eenigen indruk
geven van de verschrikkingen, die in een toe-
komstigen oorlog te wachten staan.
Dit jaar heeft men zich echter nog tot het
verduisteren bepaald. Eerst heeft men van
den zomer op verschillende dagen in de ver
schillende steden een bepaalde wijk uitgeko-r
zen, waarin van negen tot elf uur des avonds
alle lichten uitgedoofd moesten zijn. Daarna
is toen de vorige maand de groote algemeene
oefening gehouden, waarin een geheele land
streek van het intreden der duisternis op den
éénen dag tot het aanbreken van het ochtend
gloren den volgenden dag in het volstrekte
donker moest blijven.
De bevolking heeft in haar overgroote meer
derheid zich naar de bevelen geschikt. Alleen
heeft de politie proces verbaal opgemaakt
tegen eenige anti-militairistische predikanten,
die hun woning opzettelijk fel belicht hadden.
Voor het overige werden de voorschriften van
de staatscommissie voor de passieve luchtbe
scherming braaf opgevolgd. Van buiten af
was geenerlei licht in de woningen en winkels
te bespeuren. De auto's en fietsen, voor zoo
verre zij zich door de straten voortbewogen,
hetgeen slechts met weinige het geval was,
waren slechts van een heel zwak blauw lichtje
voorzien. De natuur hielp door flinke mist nog
ertoe mede Zwitserland op deze drie oefenings
avonden inderdaad goed in het donker te
hullen.
Wil dit nu zeggen, dat deze zoo gehoorzame
Zwitsersche bevolking ook algemeen door
drongen was van de noodzakelijkheid en het
nut dezer oefeningen in verduistering? Dit valt
te betwijfelen. Velen zijn er zeker geweest, die
minder uit overtuiging dan wel uit een alge
meen tuchtgevoel of misschien ook wel uit
angst voor moeilijkheden met de politie ervoor
gezorgd hebben, dat geen lichtstraal uit hun
woning de duisternis verbrak.
jpN hoe hebben velen dit dan nog gedaan?
JLj Niet,zooals toch bij de organisatoren der ver
duisteringsoefeningen de bedoeling was, door
het aanbrengen van zwaarpapieien borden of
stoffen, die de buitenwereld van iederen -icht-
straal afsloten. Velen waren er. die het een
voudigste en ook zekerste middel kozen, cm
niet de aandacht der politie tot zich te trek
ken: zij staken het licht in het geheel niet aan
en lieten hun woning geheel in het donker!
Op deze wijze overtraden zij weliswaar het
duisternis-g.ebod niet, doch zij beantwoordden
toch ook niet aan de bedoeling dezer oefe
ning, n.l. dat iedereen thans reeds de noodige
voorbereidingen zou treffen om op het oogen-
blik van werkelijk gevaar terstond gereed te
zijn.
Vooral van den zomer, toen de verduistering
slechts twee uurtjes duurde en dan nog
slechts in een bepaalde stadswijk, waren er
honderden, die de voorkeur eraan gaven hun
woning eenvoudig te verlaten en deze twee
uurtjes buiten door te brengen, hetzij in het
gewoon verlichte stadsdeel, hetzij met een
bezichtiging van het verkeer op straat in de
duisternis. En daar ook velen uit het ver
lichte deel der gemeente op een fraaien
zomeravond gaarne eens een kijkje in de
duisternis kwamen nemen, heerschte daar
toen een opgewekt verkeer, dat meer deed
denken aan een openbare vermakelijkheid
dan aan een voorbereiding voor een zoo hoogst
ernstige mogelijkheid
In November was deze openbare-vermake-
lijkheid-stemming geweken. Het weder lokte
niet tot wandeltochtjes door de duistere
straten. En daar het toch wel heel ongemoe
delijk was langer dan 12 uren achtereen
in het geheel geen licht te mogen aansteken,
gingen de meesten toen toch maar aan het
„voorbereiden" en kochten zij zoo goedkoop
mogelijke licht-afschermingsmiddelen. In de
meeste woningen kon toen dus het licht ge
woon blijven branden, zonder dat een vliege
nier daardoor wegwijs zou kunnen worden!
Anders stond het echter met de winkels.
De autoriteiten hadden aanvankelijk ge
hoopt, dat ook de middenstand doen zou, wat
de huisbewoners in November deden: het licht
in de winkels laten branden, doch zorgen, dat
het niet naar buiten zou doordringen. Dit
werd den winkeliers echter te kostbaar. Te
recht inziende bovendien, dat de meeste stede
lingen in November ernaar zouden streven
nog tijdig zonder duisternis-moeilijkheden
thuis te komen en weinig lust tot winkelen
zouden hebben, besloot de middenstand de
winkels eenvoudig reeds om vijf uur te sluiten
Het verlies, dat zij door deze vroegtijdige
winkelsluiting zouden lijden, scheen hun ge
ringer toe dan de kosten der lieht-afscher-
mingsmaatregelen.
Door deze houding van den middenstand
is dus het doel der verduisteringsoefeningen
voor een belangrijk deel niet bereikt. De hoop
der staatscommissie was, dat iedereen zulke
voorbereidende maatregelen thans reeds zou
treffen, dat op den dag des gevaars de ver
duistering terstond algemeen zou worden,
zonder dat echter het gewone stadsleven
daardoor zou worden onderbroken. De mid
denstand beroept zich echter erop, dat ook
de staat zelf niet alle voorbereidingen in
dezen zin getroffen heeft. Zooals de waren
huizen en winkels, werden bijv. ook de post
kantoren om vijf uur of nog vroeger geslo
ten. Ook de staat vond het onnoodig extra-
kosten te maken, opdat de vermoedelijk
schaarsche bezoekers der postkantoren in de
uren der duisternis nog zouden kunnen be
diend worden. En men vraagt zich dan ook
af, of deze opzet, het handhaven van het ge
wone leven ondanks verduistering, niet on-
practisch is. Zullen werkelijk in "tijden van
vliegersgevaar vele personen de straat op-
~aan?
Zooals ik reeds vermeldde, hielp het, mis
tige weder ertoe mede de duisternis volko
men te maken. Eén groot nadeel had de
mist echter voor de verduisteringscommissie.
Zij had vliegtochten boven het verduisterde
land willen ondernemen om te zien, of het
'n vlieger dan inderdaad onmogelijk zou zijn
zijn weg door Zwitserland te vinden Vooral
werd een dergelijke proefvlucht noodig ge
acht bij steden als Genève, Luzern en Zürich,
omdat velen beweren, dat deze steden door
haar ligging aan een groot meer toch ter-
-tond ontdekt zouden worden, zoodat ver
duistering in dit geval niet zou baten. De
mist was echter zoo sterk, dat het te gevaar
lijk zou zijn geweest een nachtelijke vlieg
tocht te ondernemen. Daardoor is echter
juist een der ernstige redenen van twijfel aan
het nut der verduisteringsoefeningen in een
groot deel van het aan meren zoo rijke Zwit
serland nog blijven voortbestaan.
B. .DE JONG VAN BEEK EN DONK,