NANKING NOG NIET GEVALLEN. TREINBOTSING Strijd om de stad woedt in alle heftigheid voort. [DAMPO bonbons IN SCHOTLAND. Verduisteringsoefeningen in Zwitserland h: Ruwe handen THIJS IJS GAAT DOOR DIK EN DUN ZATER DS'G 11 DECEMBER 1937 HAARLEM'S DAGBLAD Volgens üapansche berichten uit Nanking duren de gevechten om Nanking in alle heftigheid voort. De Chineezen doen voort durend tegenaanvallen en de Uapansche artillerie, welke op den Purperen Heuvel staat opgesteld, tracht de muren der stad in puin te schieten. Ook in de nabijheid van de Tsjoengsjan-poort wordt fel ge streden. Verder berichten de 3a- pansche autoriteiten, -dat de Chi- neesche troepen van de Taiping poort en van de Noord-Oostelijke poort zijn verdreven. Te middernacht hebben de Chineezen een uitval gedaan in de richting van de Poort der Overwinning in het Zuiden der stad. Zij maakten hierbij gebruik van handgranaten en traangas. De Japansche troepen, die van gasmaskers voorzien waren, sloe gen de aanvallers terug. De woordvoerder van het 3a- pansche leger heeft verklaard, dat zich binnen de muren van Nanking minstens twintigduizend soldaten bevinden. De 3apansche militaire autori teiten verwachten den val van de hoofdstad binnen twee of drie dagen. Te vroeg gevlagd. Havas meldt uit Tokio De geheele Japansehe pers tracht den indruk te wekken, dat Nanking reeds genomen is, doch het Japansehe volk is verwon derd over het feit, dat de stad nog niet is gevallen. Het dacht, dat de stad zonder tegenstand zou worden gezet, zooals verscheidene andere steden. Reeds werd in de hoofdstad gevlagd om de overwinning te vieren. Nu even wel geen antwoord is ontvangen op het ultimatum van generaal Matsoei en Tsjang Kai Sjek niet aftreedt, be gint het Japansehe volk te begrij pen, dat de Chineezen nog niet gede moraliseerd zijn en nog in staat zijn tpgenstand te bieden en het den Ja- panschen troepen bij verder door dringen in China zeer moeilijk te maken. Mongolen achter de centrale regeering. Naar uit Hankau van Chineesche zijde toordt gemeld, heeft de kort geleden aldaar aangekomen generaal Tsjoe Sja Liang ver- kleerd, dat alle provincies in het Noord- Westen druk bezig zijn met de verdediging voor te bereiden. Hij deelde mede, dat sedert verscheidene dagen in Kokonor gemobiliseerd wordt, en voegde hieraan toe, dat het mee- rendeel der „Mongoolsche banieren" in Soeijoean zich plechtig verbonden heeft de centrale regeering te steunen. Generaal Ma- koengkwei, de gouverneur van Ningsjai, heeft Tinquota vastgesteld. Vrijgekomen tonnage wordt gedeeltelijk aan Ned.-Indië toegewezen. Uit Londen: Het internationale Tincomité heeft de quota voor het eerste kwartaal van 1938 vastgesteld op 70 pet. De delegaties van Bolivia Congo en Fransch Indo China gingen er mede accoord afstand te doen van hun achterstanden over 1937, welke zij het recht hadden volgens de overeenkomst in 1938 in te halen, terwijl zij bovendien afstand deden van een hoeveel heid tot een totaal van bij benadering 11.500 ton over 1938. Deze tonnage, die thans dus vrij gekomen is, zal worden verdeeld over Nederlandsch-Indië, Malakka en Nigeria, naar verhouding van de hun toegewezen standaard-tonnages. Dit zal Nederlandsch-Indië, Malakka en Nigeria in staat stellen tin te exporteeren tot een omvang van bij benadering 80 pet. der toegewezen standaardtonnages, zoolang het quota op 70 pet. blijft bepaald. De volgende bijeenkomst zal op 18 Febru ari 1933 in 's Gravenhage geschieden. 'Attlee verwacht voortduren van den Spaausclien burgeroorlog. Geen overeenstemming in zicht. In een verklaring, die de Labourleider Attlee gisteren bij zijn terugkeer uit Spanje heeft afgelegd, noemde hij het denkbeeld, dat de Spaansche regeering verslagen is, volko men verkeerd. Ik heb sterk den indruk gekregen, aldus Attlee, dat het den opstandelingen thans niet mogelijk is Madrid in te nemen, en ik heb geen mogelijkheid van overeenstemming tusscben de beide partijen gezien. Het is dan ook waarschijnlijk, dat de strijd zal voort duren, hetgeen voor het Spaansche volk tot de ernstigste ontberingen zal leiden. Groote moeilijkheden levert voor de regeeringstroe- pen het ravitailleeringsvraagstuk op. Op een vraag naar de troepensterkte der regeeringslegers verklaarde Attlee, dat hij deze raamt op 600 tot 700 duizen man. Wat de vrijwilligers betreft, die voor Bar celona strijden, bepaalde Attlee zich er toe mede te deelen, dat men hem ter plaatse ge zegd had, dat ze 10,000 man en meer om- vatton. verklaard, vastbesloten te zijn, de indringers te bestrijden. Japan erkent Tsjang Kai Sjek niet meer. In bevoegde kringen wordt te Tokio beves tigd, dat in de kabinetszitting besloten is maarschalk Tsjang Kai Sjek niet meer te erkennen. In overeenstemming hiermede zal de Japansehe regeering steigeren met hem onderhandelingen te voeren. De in Noord en Midden-China ontstane bewegingen ech ter zullen bij de vorming van een nieuwe Chineesche regeering door Japan onder steund worden. Vorming van een pro- Japansche regeering. In politieke kringen te Peking verwacht men, dat ondanks de voortzetting van den oorlog in de eerstvolgende dagen een nieuwe Chineesche anti-communistische regeering gevormd zal worden die niets meer zal heb ben uit te staan met de Kwomintang. De zetel dezer nieuwe regeering en hoofdstad van China zal waarschijnlijk Peking worden. Om deze reden zouden alle militaire Japan sehe acties aan de fronten in Noord-C'hina tijdelijk stopgezet worden, tot de politieke toestand in Noord- en Midden-China opge helderd zal zijn, waardoor de Japanners ho pen verder bloedvergieten te voorkomen, al dus het D.N.B. Prins Asaka legeraanvoerder. Het keizerlijk hoofdkwartier deelt mede, dat luitenant-generaal prins Yasoehiko Asaka, een schoonzoon van den overleden keizer Meiji, belast is met het bevel over de Japansehe troepen aan het front van Nanking. verzachten keel 25 s soos.en borst. (Adv. Ingez. Med.) Habsburgers krijgen hun goederen terug. O.a. het slot Laxenburg bij Weenen. Naar officieel uit Weenen medegedeeld wordt is in den ministerraad van gisteren besloten krachtens de reeds vroeger afgekondigde wet betreffende de opheffing van het verblijfs- verbod voor en de restitutie thans ten uitvoer te leggen. De volgende bezittingen worden te ruggegeven: het slot Laxenburg bij Weenen het slot Muerzsteg bij Stiermarken, de heer lijkheid Orth met het slot Eckartsau, de goe deren Poeggstall, Mannersdorf aan de Leitha, Gebirge en Voesendorf in Neder-Oostenrijk, Krampen in Stiel-marken, en Mattighofen in Neder-Oostenrijk en de meubelen van het slot Neuberg in Stiermarken. De bekende Prater wördt door het rijk aan de gemeente Weenen overgedragen. Wat Delbos en Antonescu bespraken. In het communiqué, dat door het Roe- meensche Telegraafagentschap over de tus- schen Delbos en Antonescu gevoerde bespre kingen is verspreid, wordt gezegd, dat de beide staatslieden den internationalen toe stand, en in het bijzonder die in Midden- Europa, grondig hebben bestudeerd en tevens van gedachtenhebben gewisseld omtrent de vraagstukken, die in het bijzonder de betrek kingen tusschen Frankrijk en Roemenië be treffen. Deze besprekingen, aldus - gaat het communiqué verder, werden gekenmerkt door een geest van eensgezindheid en hartelijkheid, die geheel in den aard is van de Fransch-Roe- meensche betrekkingen. Delbos en Antonescu hebben tot huri vreug de kunnen vaststellen, dat hun standpunten overeenstemden. Zij constateerden, dat de politiek van Frankrijk en die van Roemenië welke geleid worden door hetzelfde ideaal en versterkt door de stevigheid der banden, die elk der beide staten verbindt met zijn gemeen schappelijke bondgenooten of vrienden, en welke trouw bijven aan de beginselen van den Volkenbond, beide kunnen bijdragen tot het scheppen tusschen alle landen van een loyale samenwerking die, gebaseerd op de eerbiedi ging der onafhankelijkheid van elk, de beste waarborg voor den vrede biedt. De beide mi nisters hebben verder den wenseh te kennen gegeven, de Fransch-Roemeensche samenwer king uit te breiden zoowel op het gebied der economische, als op dat der intellectueele en artistieke betrekkingen. Luit.•generaal De Longueville overleden. De gepensionneerde luitenant-generaal De Longueville is in den leeftijd van 70 jaar over leden. In 1914 was De Longueville chef de ca binet van minister De Brocqueville. In 1926 werd hij benoemd tot chef van den generalen staf van het leger. Frankrijk. Aanslag op Delbos voorbereid? Ongeveer een maand geleden is in Frankrijk te Valenciennes een Hongaar gearresteerd, Budai Koleman, een bekend terrorist. Sinds zijn arrestatie was de politie er in geslaagd twee brieven te onderscheppen, die in gewone taal gesteld aan zijn adres te Valencienes en te Saint Amand gezonden waren. Na ontcijfe ring blijken de brieven echter gegevens te be helzen omtrent twee aanslagen, die ontworpen waren en waarvan één in Praag zou hebben moeten worden uitgevoerd op minister Yvon Delbos tijdens zijn rondreis en één op den Algerijnschen gouverneur-generaal Le Beau. De onderteekenaar van de beide brieven, die Koleman geld vroeg voor de uitvoering van den aanslag, is te Praag gearresteerd. Gelijk bekend is, zijn in verband met deze ontdek king speciale maatregelen genomen, toen Delbos uit Pol*» vertrok. Er zijn tharvs verschillende bevelen tot voor geleiding uitgevaardigd tegen de medeplichti gen van Koleman, die den uitvoerders van den aanslag naar het schijnt de noodige aanwij zingen moest overbrengen. Koleman is van Doornik naar Valenciennes overgebracht, waar hij door den rechter van instructie ge hoord zal worden. VREDES NOBELPRIJS OVERHANDIGD. Vrijdagmiddag is in het Nobel-instituut te Oslo de Nobelprijs voor den vrede plechtig overhandigd aan Lord Robert Cecil, in tegen woordigheid van den Koning, den Kroonprins, den voorzitter van het Storting, de leden der regeering en het corps diplomatique, benevens tal van op den voorgrond tredende persoon lijkheden. Dr. Lange, voormalig secretaris van de Interparlementaire Unie, hield een lofrede op het door Lord Cecil tot stand ge brachte werk. Frederick Stang, professor aan de universiteit te Oslo en voorzitter van het Nobelcomité, ging vervolgens over tot de uit reiking van den prijs, dien hij overhandigde aan den Britschen gezant, Dormer, die uit naam van Lord Robert Cecil dank zeide. Laatstgenoemde zal later naar Oslo komen om er zelf het woord te voeren over het vre- desprobleem. Aantal dooden bedraagt tot nu toe 34. Sneeuw en duisternis bemoei lijkten de hulpverleening. Te Castlecary, tusschen Edin burgh en Glasgow, zijn gisteren twee passagierstreinen met elkaar in botsing gekomen. De gevolgen waren ontzettend: twee wagons van een der treinen werden vol komen versplinterd, vermoede lijk hebben 34 personen den dood gevonden. Het aantal ge wonden bedraagt meer dan 40. Sedert 1915 is in Groot-Brittan- nië zulk een ernstig spoorweg ongeluk niet voorgekomen. De express-trein DundeeGlasgow stond bij het station te Castlecary. toen de express EdinburghGlasgow hem achterop reed. De beide voorste wagens van den achtersten trein werden totaal versplinterd. De duis ternis en de sneeuw maakten het. aan vankelijk onmogelijk den gewonden te hulp te komen. De redders werkten eerst bij het schijnsel der brandende wagens en stookten later een vuur van het ver spreid liggende houtwerk. De lijken zijn nog niet geïdentifi ceerd. Toen het ongeluk geschiedde, woedde er een sneeuwjacht. De dokto ren, het personeel der ambulance en de vrijwillige redders moesten zich over de met veel sneeuw bedekte wegen - naar de plaats van het ongeluk be geven. Te middernacht werd brand ontdekt in de verongelukte treinen. De brandweer van Fal kirk werd gewaarschuwd teneinde te voor komen, dat 't vuur zich zou mededeelen aan de lichamen, die, naar men gelooft, zich nog in het puin bevinden. Voor de bescherming der bevolking tegen luchtaanvallen. Gehoorzame, doch nog niet overtuigde medewerking der bevolking. De houding van den middenstand. Heeft verduistering wel zin in de naaste omgeving van een meer? GENèVE, 6 December 1937. (Van onzen correspondent). Et jaar 1937 is niet ten einde gegaan, zonder dat ook in Zwitserland een oefening op groote schaal in verduistering heeft plaats ge vonden, opdat het land in een toe- komstigen oorlog zoo goed mogelijk tegen de gevaren van nachtelijke aanvallen uit de lucht beschermd zou worden. Eerst in geheel Oost- Zwitserland, vervolgens in gansch West- Zwitserland en ten slotte in het grootste ge deelte van het land, Midden-Zwitserland, is op een tevoren natuurlijk bekend gemaakten dag alles in volkomen duisternis gehuld ge weest van des middag vijf uur af tot het be ginnende ochtendgloren op den volgenden morgen. De bedoeling van deze verduisterings oefeningen was, dat de bewoners reeds thans de noodige voorbereidende maatregelen zou den treffen, opdat zij, wanneer te eeniger tijd het gevaar van nachtelijke bommenwerpers werkelijkheid zou worden dan terstond in staat zouden zijn te verhinderen, dat eenige licht straal uit hun woning naar buiten zou door breken en den vijandelijken vliegers een weg wijzer zou zijn. Deze verduisteringsoefeningen vormen uit den aard der zaak slechts een onderdeel van het geheele stel maatregelen, dat Zwitserland voorbereidt om zich tegen den luchtoorlog te beschermen. Men is zich hier bewust van de noodzakelijkheid, dat maatregelen van „pas sieve" bescherming der bevolking tegen lucht aanvallen zullen worden aangevuld door „ac tieve" beschermingsmiddelen in den vorm vooral van afweerkanonnen. die de nadering 60ct. Bij Apoih.en Drogisten (Adv. Ingez. Med.) Weidmann's medeplichtigen verbreken het zwijgen. Jean le Blanc, de medeplichtige van den massamoordenaar Weidmann, die zich bij de politie heeft gemeld, heeft medegedeeld, dat hij in begin 1933 met Roger Million deviezen uit Duitschland heeft gesmokkeld. Zij werden in Duitschland gearresteerd en in de gevange nis leerden zij Weidmann kennen. De drie vonden elkaar in 1937 te Parijs terug en Le Blanc leende aan zijn medeplichtigen dertien duizend franc om een schoonheids instituut op te richten. De zaak mislukte evenwel. Te Nantua hoorde Le Blanc door de radio van de misdaden van Weidmann en hij besloot zich aan te melden bij de politie te Parijs. Hij onderging een langdurig verhoor, dat vanochtend zou worden voortgezet. Daarna zal de rechter van instructie een beslissing teiil aanzien van hem. nemen. De tweede medeplichtige, Roger Million, heeft bekend, dat bij ongewild medeplichtig is geweest aan den moord op Roger Leblond. Hij bevond zich in een kamer naast het ver trek. waar Weidmann zijn slachtoffer neer schoot. Na den moord deelde Weidmann hem mede, dat hij Leblond gedood had om hem te berooven. Million verklaarde zijn aanwezig heid in de villa met te zeggen: dat zij alle drie hierheen waren gegaan om een bioscoop kwestie te bespreken. Million zeide gezwegen te hebben, omdat Weidmann hem had bedreigd te vermoorden, wanneer hij iets zeide. De vriendin van Mil lion, Renée Tricot, zeide. dat haar vriend haar van den moord had verteld, doch ook zij durfde uit angst voor Weidmann niets zeggen. Van de andere misdaden van Weidmann was haar niets bekend. DIENSTTIJDEN VAN SLUIS- EN BRUGPEKSONEEL. In antwoord op opmerkingen in hét Voor- loopig Verslag der Tweede Kamer over de Waterstaatsbegrooting deelt minister van Buuren mede, dat van te lange diensttijden van het sluis- en brugpersoneel niet kan worden gesproken. Intusschen is hij bereid de dienst- en rusttijden aan eenige sluizen en bruggen in nadere beschouwing te nemen. ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLINC Het getrappel van de paardenhoeven kwam nader en daar zag Thijs, die nog steeds achter den boom verscholen lag, een wagen aan komen. Het paard liep langzaam en uit alles bleek, dat de boeven geen haast hadden. En toen zag Thijs ook Dickie. Deze zat angstig tusschen twee mannen in, of liever gezegd, naast hem zat een man en vlak achter hem zat er ook een. Hij keek heel angstig, niet te verwonderen ook. Zoo'n klein kereltje met die boeven. Wacht maar, leelijke hapsnurkers, ik zal jullie wel krijgen! bromde Thijs zacht. Als ik jullie te pakken krijg! De wagen was nu vlak bij den buidel met geld aangekomen. Thijs keek nieuwsgierig toe. Hij ging op zijn buik liggen, anders was de kans, dat de boeven hem in de gaten kregen, niet gering. Hééé! hoorde hij eensklaps een van de mannen uitroepen. Hééé, kijk daar eens! van vijandelijke vliegtuigen zullen moeten belemmeren. Men spreekt ook over het bouwen van veilige kelders, waar de bevolking bij bom- menaanvallen toevlucht zou kunnen zoeken, over het in voorraad houden van duizenden gasmaskers en over andere voorbereidende maatregelen, die reeds thans eenigen indruk geven van de verschrikkingen, die in een toe- komstigen oorlog te wachten staan. Dit jaar heeft men zich echter nog tot het verduisteren bepaald. Eerst heeft men van den zomer op verschillende dagen in de ver schillende steden een bepaalde wijk uitgeko-r zen, waarin van negen tot elf uur des avonds alle lichten uitgedoofd moesten zijn. Daarna is toen de vorige maand de groote algemeene oefening gehouden, waarin een geheele land streek van het intreden der duisternis op den éénen dag tot het aanbreken van het ochtend gloren den volgenden dag in het volstrekte donker moest blijven. De bevolking heeft in haar overgroote meer derheid zich naar de bevelen geschikt. Alleen heeft de politie proces verbaal opgemaakt tegen eenige anti-militairistische predikanten, die hun woning opzettelijk fel belicht hadden. Voor het overige werden de voorschriften van de staatscommissie voor de passieve luchtbe scherming braaf opgevolgd. Van buiten af was geenerlei licht in de woningen en winkels te bespeuren. De auto's en fietsen, voor zoo verre zij zich door de straten voortbewogen, hetgeen slechts met weinige het geval was, waren slechts van een heel zwak blauw lichtje voorzien. De natuur hielp door flinke mist nog ertoe mede Zwitserland op deze drie oefenings avonden inderdaad goed in het donker te hullen. Wil dit nu zeggen, dat deze zoo gehoorzame Zwitsersche bevolking ook algemeen door drongen was van de noodzakelijkheid en het nut dezer oefeningen in verduistering? Dit valt te betwijfelen. Velen zijn er zeker geweest, die minder uit overtuiging dan wel uit een alge meen tuchtgevoel of misschien ook wel uit angst voor moeilijkheden met de politie ervoor gezorgd hebben, dat geen lichtstraal uit hun woning de duisternis verbrak. jpN hoe hebben velen dit dan nog gedaan? JLj Niet,zooals toch bij de organisatoren der ver duisteringsoefeningen de bedoeling was, door het aanbrengen van zwaarpapieien borden of stoffen, die de buitenwereld van iederen -icht- straal afsloten. Velen waren er. die het een voudigste en ook zekerste middel kozen, cm niet de aandacht der politie tot zich te trek ken: zij staken het licht in het geheel niet aan en lieten hun woning geheel in het donker! Op deze wijze overtraden zij weliswaar het duisternis-g.ebod niet, doch zij beantwoordden toch ook niet aan de bedoeling dezer oefe ning, n.l. dat iedereen thans reeds de noodige voorbereidingen zou treffen om op het oogen- blik van werkelijk gevaar terstond gereed te zijn. Vooral van den zomer, toen de verduistering slechts twee uurtjes duurde en dan nog slechts in een bepaalde stadswijk, waren er honderden, die de voorkeur eraan gaven hun woning eenvoudig te verlaten en deze twee uurtjes buiten door te brengen, hetzij in het gewoon verlichte stadsdeel, hetzij met een bezichtiging van het verkeer op straat in de duisternis. En daar ook velen uit het ver lichte deel der gemeente op een fraaien zomeravond gaarne eens een kijkje in de duisternis kwamen nemen, heerschte daar toen een opgewekt verkeer, dat meer deed denken aan een openbare vermakelijkheid dan aan een voorbereiding voor een zoo hoogst ernstige mogelijkheid In November was deze openbare-vermake- lijkheid-stemming geweken. Het weder lokte niet tot wandeltochtjes door de duistere straten. En daar het toch wel heel ongemoe delijk was langer dan 12 uren achtereen in het geheel geen licht te mogen aansteken, gingen de meesten toen toch maar aan het „voorbereiden" en kochten zij zoo goedkoop mogelijke licht-afschermingsmiddelen. In de meeste woningen kon toen dus het licht ge woon blijven branden, zonder dat een vliege nier daardoor wegwijs zou kunnen worden! Anders stond het echter met de winkels. De autoriteiten hadden aanvankelijk ge hoopt, dat ook de middenstand doen zou, wat de huisbewoners in November deden: het licht in de winkels laten branden, doch zorgen, dat het niet naar buiten zou doordringen. Dit werd den winkeliers echter te kostbaar. Te recht inziende bovendien, dat de meeste stede lingen in November ernaar zouden streven nog tijdig zonder duisternis-moeilijkheden thuis te komen en weinig lust tot winkelen zouden hebben, besloot de middenstand de winkels eenvoudig reeds om vijf uur te sluiten Het verlies, dat zij door deze vroegtijdige winkelsluiting zouden lijden, scheen hun ge ringer toe dan de kosten der lieht-afscher- mingsmaatregelen. Door deze houding van den middenstand is dus het doel der verduisteringsoefeningen voor een belangrijk deel niet bereikt. De hoop der staatscommissie was, dat iedereen zulke voorbereidende maatregelen thans reeds zou treffen, dat op den dag des gevaars de ver duistering terstond algemeen zou worden, zonder dat echter het gewone stadsleven daardoor zou worden onderbroken. De mid denstand beroept zich echter erop, dat ook de staat zelf niet alle voorbereidingen in dezen zin getroffen heeft. Zooals de waren huizen en winkels, werden bijv. ook de post kantoren om vijf uur of nog vroeger geslo ten. Ook de staat vond het onnoodig extra- kosten te maken, opdat de vermoedelijk schaarsche bezoekers der postkantoren in de uren der duisternis nog zouden kunnen be diend worden. En men vraagt zich dan ook af, of deze opzet, het handhaven van het ge wone leven ondanks verduistering, niet on- practisch is. Zullen werkelijk in "tijden van vliegersgevaar vele personen de straat op- ~aan? Zooals ik reeds vermeldde, hielp het, mis tige weder ertoe mede de duisternis volko men te maken. Eén groot nadeel had de mist echter voor de verduisteringscommissie. Zij had vliegtochten boven het verduisterde land willen ondernemen om te zien, of het 'n vlieger dan inderdaad onmogelijk zou zijn zijn weg door Zwitserland te vinden Vooral werd een dergelijke proefvlucht noodig ge acht bij steden als Genève, Luzern en Zürich, omdat velen beweren, dat deze steden door haar ligging aan een groot meer toch ter- -tond ontdekt zouden worden, zoodat ver duistering in dit geval niet zou baten. De mist was echter zoo sterk, dat het te gevaar lijk zou zijn geweest een nachtelijke vlieg tocht te ondernemen. Daardoor is echter juist een der ernstige redenen van twijfel aan het nut der verduisteringsoefeningen in een groot deel van het aan meren zoo rijke Zwit serland nog blijven voortbestaan. B. .DE JONG VAN BEEK EN DONK,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 6