1 DINSDAG 14 DECEMBER 1937 H A A R L E M'S D A G B E A D 8 BOKSEN. Schineling wint van Thomas. Sclimeling. In de achtste ronde. Uit New-York: Voor 18.000 toeschouwers ïs Maandagavond de Duitsche zwaar gewicht Max Sclimeling er in geslaagd, van den jeug digen Amerikaan Thomas door technisch knock out in de achtste ronde te winnen. Van de zesde ronde af is Schmeling steeds in de meerderheid geweest; ondanks dappe ren tegenstand van den Amerikaan werd deze in de achtste ronde geslagen. Deze strijd .heeft een verloop gehad, dat geheel beantwoordde aan de algemeène ver wachtingen. De Duitscher was van de twee de ronde af sterk in de meerderheid, doch dank zij het moedig boksen van Thomas duurde het nog tot de achtste ronde ivoordat het gevecht beslist was. Thomas. Thomas ging onmiddellijk nadat de gong voor de achtste ronde geluid had, tegen den grond. Hij stond dadelijk op, doch werd op nieuw en vervolgens nog twee-maal tegen den vloer geslagen. Volkomen groggy en niet meer in staat zich behoorlijk te verdedigen, zich vasthoudend aan de touwen, probeerde Thomas deze ronde door te komen. Maar Schmeling nam zijn kans waar; hij sprong snel op hem toe en trof zijn tegenstander waar en hoe hij wilde. Toen maakte, onge veer een halve minuut voor het einde van de ronde, de scheidsrechter een einde aan den strijd. Hij stuurde Thomas in zijn hoek en verklaarde den Duitscher tot overwinnaar door technisch knock-out. OLYMPISCHE SPELEN. EERSTE TERMIJN DER REG EERIN GS - SUBSIDIE Uit Tokio: De Japansche regeering heeft als eerste termijn der subsidie voor de Olympische Spelen 1940 een bedrag van 750.000 yen ter beschikking van het organisatiecomité gesteld. HENGELEN. HAARLEMSCHE HENGELAARSBOND. Zondag werd de wedstrijd om den wissel beker, beschikbaar gesteld door het visehcol- lege „Nooit Gedacht" te Vogelenzang, gehou den. Hieraan werd deelgenomen door den Haarl. Hengelaars Bond, het vischeollege „Morgenrood" en het vischeollege „Nooit Ge dacht". De wedstrijd werd gehouden in de Leidsche Vaart te Vogelenzang om het hoog ste aantal witvisch. De le prijs, de wissel beker, werd gewonnen door het vischeollege „Nooit Gedacht"; 2e prijs H. H. B.; 3e prijs Morgenrood. Tevens werd door den H. H. B. een onder linge wedstrijd gehouden om luxe voorwerpen. De prijzen werden gewonnen als volgt: 1. Leenaarts, 2. Broekhuizen, 3. Hendriks, 4. Dansik, 5. v. Bakel, 6, Schippers, 7. Mat- thij, 8. Oxener, 9. G. v. Dijck, 10. Heesemans, 11. Kooijman, 12. Swarts, 13. Verschoor, 14. D. v. DijK, 15. Wensveen, 16. Brand, 17. v. Leeuwen, 18. Post, 19. Logmans, 20. v. Veen, 21. Vroom, 22. de Bonte, 23. Dirks, 24. v. Meurs. Na afloop werden de prijzen door de voor zitters uitgereikt in het clubgebouw van het college Nooit Gedacht te Vogelenzang. „HET WESTERKWARTIER". Bovengenoemd college hield Zondag een baaiswedstrijd in de Leidsche vaart. De prijzen werden behaald als volgt le prijs K. Houweling, 2e pr. J. Roest, 3e pr. B. Jansen, 4e pr. G. Hilbrink, 5e pr. B. Hil- •brink, 6e pr. L. Roest, 7e pr. J. Spanjaard, 8e pr. C. Jansen, 9e. pr. G. v. Dijk. De heer K. Houweling verwierf den wissel- beleer; hij was tevens „held van den dag". De voorzitter de heer G. van Dijk, reikte de prijzen uit in het clublokaal van den heer G. de Vries aan de Brouwersstraat. HET PROGRAMMA VOOR ZONDAG. AFDEELING I. Eerste klasse. ExcelsiorRFC DWSVSV DFC—Ajax VUC—ADO SpartaHFC Tweede klasse A. DWVZW WFCKennemers OSV—West Frisia Alcm. VietrixHRC ZFCSpartaan Tweede klasse B. ZeeburgiaEDO AFC—HFC RCHVelox Hilversum.HV C DOS—BFC Derde klasse B. BeverwijkDEC BloemendaalAhrends SchotenKinheim WMSSDZ Zand voortZeemeeuwen Vierde klasse D Gold Star—THB HalfwegRipperda SpaarnevogelsDIO WB—AED EHSSloterdijk Vierde klasse E: OntwaaktNeerland/ia Heeonskerck-Aalsmeer LOC—ZRC Oranje Zwart—ADW Wilh. Vooruit—ZSGO Reserve eerste klasse. Spartaan 2ZFC 2 Haarlem 2Stormvogels 2 Ajax 2—RCH 2 BI. Wit 2Hilversum 2 EDO 2—AFC 2 Reserve tweede klasse B. WMS 2—Blauw Wit 3 Ajax 3—DEC 2 HFC 2OW O 2 Kennemers 2Zeeburgia 2 VSV 2—DAW 2 Reserve derde klasse C. Volewijckers 3Schinkelh. SDW 2-Watergraafsmeer 2 ODE 2Zeemeeuwen 2 Swift 2J. Hanzenkw. 2 AFDEELING H. Eerste klasse. DHC't Gooi FeijenoondCVV StormvogelsXerxes Blauw Wit-Haarlem Hermes-DVS—-HBS Tweede klasse A. VDLEmma Hoek v. Holland—HW Neptunus—UVS Tweede klasse B. Alphen-Hercules Gouda-Unitas UWOvermaas Vriendenschaar—SATV Derde klasse A. BMT—Lugdunum RVC—Hillegom PostduivenONA HillinenCeleritas ASCTonegido AFDEELING Hl. Eerste klasse: Wageningen-PEC Tubantia—AGOYV Go ahead-Enschedé ZACHengelo NEC-Heracles Tweede klasse A. AllmeloZwolsche Boys Ensch. -Boys—Rigtersbleek RijsSen VooruitIK.H.C. Rob ur et VelocitasPhenix Tweede klasse B. Zutphania— Quick Rh edenBe Quick WVC-SCH TheoleVitesse AZCDoetinchem AFDEELING IV. Eerste klasse. Willem IINoad MWBleijerheide Tweede klasse A. De BaronieBreda HeroR. B. C. RCSDe Zeeuwen GoesMiddelburg ZeelamdiaVlissingen Tweede klasse B. ESV—Picus Tivoli—TSC Tegel-enATVV HelmondDe Valk W ilhelmina-Helmond ia Tweede klasse C. Sportclub EmmaKolonia Groene SterMaurit-s Sittard—Heerlen PalemigWaubach Afdeeling V. Eerste klasse. Be Quick—GVAV HSCLeeuwarden SneekHoogezand Veendam-Velocitas Tweede klasse A. FrieslandFVC LSCMSC AlcidesSteen,wijk Rood GeelDe Kooi Tweede klasse B. AWVGRC PW-Helpman Emmen—Bato BRC,-Noordster CSportkr.) SCHOTERWEG 1, TELEFOON 16659. (Adv. ingez. MedJ WIELRIJDEN. Het Wereldkampioenschap Van der Vijver. De meening van Jhr. Van den Bercli van Heemstede. Het besluit, dat de Union Cycliste Interna tionale te Zürich heeft genomen en waardoor aan den Nederlander Van der Vijver het we reldkampioenschap als sprinter is ontnomen, was voor het A. N. P. aanleiding aan jhr. Van den Bereh van Heemstede, voorzitter van de Nederlandsche Wielren Unie en bestuurslid van de U. C. I„ zijn meening over deze beslissing te vragen. „Mijn persoonlijke meening is," zei hij, „dat het bestuur de bevoegdheid mist deze zaak te behandelen en een beslissing er over te ne men. De U. C. I. is alleen bevoegd zaken in be handeling te nemen, die de statuten en het reglement haar opdragen. Of Van der Vijver terecht of ten om-echte wereldkampioen sprin ter is, daarover heeft de U. C. I. niet te oor- deelen. De voorzitter van -de U. C. L verde digde een ander standpunt in de vergadering te Zürich. Hij meende, dat al wat niet in sta tuten of reglement verboden is, ter beoordee ling van het bestuur staat". Ter verduidelijking van zijn standpunt zei de heer Van den Berch, dat de beslissing over den wedstrijd te Kopënhagen uitsluitend bij de wedstrijdcommissarissen berust. Zij hebben uitgemaakt, dat Van der Vijver overwinnaar was en overeenkomstig deze beslissing heeft de vice-voorzitter der U. C. I. den Nederlandschen renner als wereldkampioen gehuldigd. Tegen deze beslissing kunnen alleen rij ders protesteeren. Er is geen protest van die zijde geuit. Dus: de beslissing te Kopenhagen was onherroepelijk geworden. Blijkens het resultaat van de vergadering der U. C. I. heeft deze zich met het standpunt van haar voorzitter vereenigd. De heer Van den Berch van Heemstede heeft zich van stemming onthouden. Hij heeft een korte verklaring afgelegd, waarin hij protes teerde tegen het feit, dat het bestuur zich een bevoegdheid toekende, welke uitsluitend aan het congres toekomt. „Had ik tegen gestemd," aldus de heer Van den Berch, „dan zou ik door aan de stemming deel te nemen den indruk hebben gewekt, dat het bestuur wèl de bevoegdheid had deze zaak in behandeling te nemen. Nu ik van tegenover gestelde meening ben, meende ik door ont houding aan de stemming den juisten weg te bewandelen". Verder deelde de voorzitter der N. W. U. mede. dat hij de zaak op het congres te Pa rijs aan de orde zal stellen. Het congres is souverein en kan, volgens den heer Van den Berch, een beslissing nemen ten gunste of ten nadeele van Van der Vijver. „Op het oogenblik, denk ik er niet aan als bestuurslid der U. C. I. mijn ontslag te ne men", aldus besloot Jhr. van den Berch van Heemstede. DAMES-HOCKEY. DE DISTRICTSWEDSTRIJDEN. De districtswedstrijden van den Ned. Dames- Hockey Bond, welke vorige week wegens de slechte terreingesteldheid niet konden wor den gespeeld, zullen Zondag 19 December a.s. op de velden ven S.C.H.C. te Bilthoven wor den gehouden. Het porgramma van deze wedstrijden is als volgt 11.uur: West aZuid. 11.25 uur: West BOost 11.50 uur: Noord-West A. 12.05 uur: ZuidWest B. 12.40 uur: Oost-Noord. 12.55 uur: West AWest B. 13.25 uur: ZuidOost. 13.45 uur: Noord—'West B 14.20 uur: OostWest A. 14.65 uur: NoordZuid. De wedstrijden, om den Jeanette Walen- beker voor a.s. Zondag vervallen. KANOSPORT. DE KANOSPORT OP DE OLYMPISCHE SPELEN 1940? Uit Tokio: Het ligt in de bedoeling van het Japansche organisatie-comité der Olym pische Spelen 1940 kanowedstrijden op het programma te zetten, evenals dat te Berlijn in 1936 het geval is geweest. Men was echter nog niet overtuigd, of hiervoor wel belang stelling bestaat. De internationale Kano-organisatie (I.R.K.) heeft zich in dit verband onlangs tot de aangesloten nationale kanobonden gericht met het verzoek te willen mededeelen, of men in beginsel bereid is aan Olympische kano wedstrijden te Tokio deel te nemen. Zestien landen hebben principieel hun deelneming toegezegd. Op de bijeenkomst van het Inter nationaal Olympisch Comité, welke in het voorjaar 1938 te Cairo zal worden gehouden, zal definitief beslist worden of kanowedstrij den op de Spelen van Tokio zullen worden georganiseerd. Het bestuur van den Ned. Kano Bond heeft medegedeeld, dat men in beginsel bereid is aan de wedstrijden te Tokio deel te nemen, doch dat dit antwoord gieheel vrijblijvend was. Immers, niet de Nederlandsche Kano- bond kan uitzenden, doch het Nederlandsch Olympisch Comité is daarvoor het lichaam. Veel zal er ook van afhangen of het N.O.C. voor een kano-uitzending gelden beschikbaar kan stellen en voorts of de N.K.B. in 1940 in derdaad over ploegen beschikt, welke een redelijke kans op een goede plaats in de Olympische wedstrijden zullen hebben. ENNIS Overdekte Baan clubs 1 Ian.-1 April '38 6.- p. p. 2 u. p.w. spelen, alle inl. lessen, baanhuur CONSTANDSE TELEFOON 16766 (Adv. Ingez. Med.) UITBREIDINGSPLAN „NOORD". B. en W. van Haarlem brengen ter open bare kennis, dat een Commissie uit Ged. Sta ten van Noord-Holland in verband met de in gebrachte bezwaren tegen het besluit van den Raad der gemeente Haarlem van 6 Januari 1937, inzake vaststelling van een uitbreidings plan voor het gedeelte der gemeente gelegen ten oosten van den Vonodelweg, ten zuiden van de Heksloot, ten westen van het Noorder Buiten Spaarne en ten noorden van de Jan Gijzenvaart, -op Vrijdag 24 December a.s. des voormiddags om 10.15 uur ter plaatse een onderzoek zal instellen, na afloop waarvan een openbare zitting zal worden gehouden in het .gebouw der Provinciale Griffie, Dreef no. 3, alhier. In deze zitting zal aan belang hebbenden gelegenheid worden gegeven hun standpunt voor genoemde Commissie nader toe te lichten. PRACTISCH CHRISTENDOM. Heden Dinsdagavond 8 uur, belegt boven vermelde Gemeenschap een openbare bijeen komst in „Ons Huis" Ged. Voldergracht 15. Inleidingen zullen worden gehouden door de heeren A. Vries en G. Oversteegen. HET TOONEEL LOUIS SAALBORN. Louis Saalborn zal Woensdag 15 December te Amsterdam in de rol van Dantry in De ar me Millionnair met welk stuk hij Zaterdag en Zondag ook in Haarlem komt zijn 30- jarig tooneeljubileum vieren. In Saalborn be zitten wij een van onze sterkste karakterspe lers en het lijkt mij dan ook wel zeker, dat Amsterdam hem hartelijk zal huldigen. En hij verdient dit volkomen, want zijn weg is de laatste jaren niet over rozen gegaan. Maar Saalborn behoort tot die kunstenaars, die niet versagen en door hun groote vitaliteit recht op blijven staan ook bij den grootsten tegen spoed. En hij heeft veel tegenspoed in zijn le ven gekend. Het begon feitelijk reeds in 1925, toen Willem Royaards zich als leider van „Het Tooneel" te rugtrok en zijn gezelschap ontbond. Saalborn was juist op weg naast Royaards de eerste mannelijke hoofdrol te worden van het beste tooneelgezelschap, dat Nederland ooit rijk is geweest, toen de groote regisseur het leider schap neerlegde en daarmee feitelijk zijn le venswerk beëindigde. Voor ons nationaal tooneel beteekende dat niet minder dan een ramp, en velen wanhoop ten in die dagen dan ook aan de toekomst van het gezelschap dat zulk baanbrekend werk had gedaan, tot Saalborn zich als leider op wierp en het aandurfde het werk van Royaards voort te zetten. Hij was er als de beste leer ling van Royaards ook de aangewezen man voor. De prominente figuren van Royaards' gezelschap stelden zich onder zijn leiding en gezamenlijk zetten zij onder regie van Saal born het werk van den grooten meester voort. In de eerste jaren had het nieuwe gezel schap van Saalborn een onverwacht groot ook financieel succes. De eene Schlager volgde op de andere wij behoeven hier maar Blanke Ballast en De Opstandigen in de be werking van Defresne te noemen en toen Saalborn met zijn prachtige opvoering van De Getemde Feeks kwam, leek het even, of de glorietijd van Royaards terug zou komen. Toen kwam met den brand v-an het Paleis voor Volksvlijt voor Saalborn wel de grootste tegenslag, want hij verloor daarbij niet alleen zijn vasten schouwburg maar ook bijna alle costuums en decors van zijn gezelschap. Maar onmiddellijk toonde Saalborn, dat hij van Rooyaards ook zijn energie en onverzettelijke wilskracht had geërfd. Ondanks alles zette hij door en den dag na den brand speelde hij in den Stadsschouwburg te Amsterdam in een reisdecor De Getemde Feeks. Weer scheen het, of er na de oprichting van de Kon. Ver. Het Nederlandsch Tooneel een tijd van nieuwen bloei zou komen, maar helaas volgde door het onverantwoordelijke besluit van den Amsterdamschen Gemeente raad om twee gezelsschappen in den Stads schouwburg te laten spel-en al spoedig een debacle en met het faillissement was het met het zoo groot opgezette „Nederlandsch Too neel" gedaan. In dien voor Saalborn zoo zwaren tijd gaf hij een bewijs van bewonderenswaar dig doorzettingsvermogen en geestkracht en kwam hij ondanks alle beslommeringen nog met een grootsche opvoering van Faust waar hij zelf de rol van Mephisto speelde een voorstelling', die toch als geheel ver uit ging boven de Duitsche Faust-uitvoering in die zelfde dagen met Moissi en Bassermann in de hoofdrollen in ons land. Na die jaren is het met het tooneel voort durende berg-af gegaan. Maar Saalborn heeft den moed nooit opgegeven. Zonder eenige sub sidie, heeft hij doorgezet doorgeploeterd mogen wij wel zeggen en al heeft hij in deze moeilijke jaren veel van zijn idealen moeten prijs geven, men kan toch niet anders dan bewondering koesteren voor wat hij in de laat ste jaren dikwijls met zwakke krachten heeft bereikt. Heeft hij het zelfs niet bestaan om twee jaar geleden n-og een zeer behoorlijke opvoe ring van Driekoningenavond 'te geven en heeft hij ook niet een groot succes mogen boeken met Rubber? Dat zijn voorstellingen min of meer het karakter krijgen van ster- opvoeringen, komt enkel, doordat hij als spe ler zoo zeer boven zijn omgeving uitsteekt en daardoor domineert. Wij letten bij het gezel schap van Saalborn minder op het ensemble, dan op den grooten speler, die er de ziel van is. Zoo is het ook in zijn jubileum-stuk De Arme Millionnair, dat hij met die prachtige rol van Dantry geheel beheerscht. Voor Saal born hopen wij dan ook, dat hij spoedig ook als regisseur weer de plaats bij ons tooneel zal innemen, die hij krachtens zijn talent en zijn energie verdient. Dit kan ons nationaal tooneel niet anders dan ten goede komen. Saalborn behoort met Tourniaire tot de beste leerlingen van Royaards en het is wel toevallig, dat deze twee tooneelspelers, die de sterkste herinneringen wekken aan dien grooten tijd, zoo vlak na elkander jubileeren. In de eerste jaren van zijn optreden onder Royaards was de invloed van den Meester zoo groot, dat het soms zooals in De vijf Frankforters en De Violiers scheen, als of er een copie van Royaards op het tooneel stond. Dat hij een dankbaar en „kneedbaar" leerling was bewees hij in rollen als Ro bespierre in Danton's Dood, Peter de Craan in Maria Boodschap, Maarschalk Lefebre in Madame Sans Gêne en vooral in die onver- ;etelijke rol van den jongeling in Strindberg's Droomspel. Voor de ontwikkeling van Saalborn als acteur is het misschien wel goed geweest, dat Royaards zich in 1925 als leider terugtrok en de toen nog jonge tooneelspeler zich verder geheel zelfstandig moest ontwikkelen. Dat De Joego-Slavische minister-president Stojadinowitsj, bezocht tijdens zijn verblijf in Italië in gezelschap van den Duce cïe Caproni vliegtuigfabrieken te Milaan. hij een karakterspeler van groot formaat is, heeft hij in tal van rollen op overtuigende wijze bewezen. Ik noem hier slechts zijn dok ter in Blanke Ballast misschien wel de fijnste en aneest subtiele creatie, ooit door hem geleverd zijn geestigen en levendigen pastoor in .Meneer Pastoor bij de Rijken", zijn sappigen. humoristischen oom in Abie's Rose Marie, zijn uitbundigen. volbloedigen Petruccio en den met niet minder brio ge speelden Biron in Shakespeare's Liefde's Lief en Leed, den zieligen en op het laatst zoo grotesken Voigt in De Schoenmaker van Köpennick, zijn Mephisto, Siiss de Jood en in de laatste jaren zijn Markies van Ar cis, zijn oer-komische „bode" in Mijn zoon de Minis ter en vooral ook Dantry, in De arme Mil lionnair, in welke rol hij heel den avond het tooneel vult. In zeer veel herkennen wij in Saalborn o.a. in zijn dikwijls vlugge opkomst, zijn plot seling stil staan en zijn breed gebaar den leermeester Royaards. Maar er is ook groot verschil, Saalborn's spel is natuurlijker, spon taner, dynamischer en minder verstandelijk dan dat van zijn grooten voorganger. AI wordt het jubileum niet te Haarlem ge vierd, zoo verdient Saalborn, die zoo veel voor ons tooneel heeft gedaan en nog altijd be hoort tot de weinige werkelijk groote karak terspelers in ons land, op de avonden, waarop hij hier zijn jubileum-rol speelt een stamp volle zaal. Voor een acteur is dat altijd de meest waardevolle huldiging. En zijn Dantry is een karakterrol van zoo groote allure, dat wij Saalborn hierin op zijn best zien. Moge onze Stadsschouwburg dus bij het optreden van Saalborn op Zondag en Maandag uitver kocht zijn. J. B. SCHUIL. MUZIEK KUNSTKRING HEEMSTEDE. Hans Byvanck en Felix de Nobel hebben Maandagavond voor den Heemsteedschen Kunstkring drie Sonates voor viool en piano voorgedragen en Byvanck bovendien eën So nate voor viool-solo. Indien ik deze solo-sonate, die als no. 2 op het programma voorkwam, het eerst be spreek, is dat niet omdat ik haar wat den inhoud betreft ihet belangrijkste der uitge voerde werken acht, maar wel omdat zij een genre in de kamermuzieklitteratuur verte genwoordigt, dat na J. S. Bach, weinig com ponisten heeft aangetrokken. Dit is begrij pelijk, want bij al de veelzijdige mogelijkhe den tot bevrediging van behoefte aan schoon heid, die de viool in de handen van den meseterspeler biedt, is zij van huis uit een melodisch instrument, dat harmonische vul ling en meerstemmige behandeling slechts in beperkte mate toelaat en dat evenals een vrouwenkoor de lagere toonregisters ten eenenmale mist. Een genie als Bach heeft die onvolkomenheden grootendeels weten te camoufleeren, maar met diens 3 Sonates en 3 Partita's voor viool-solo is dan ook wel op dat gebied, zoo niet het laatste woord gespro ken, dan toch het tot op heden ongeëvenaar de bereikt. En, voelt men zelfs in die gran dioze werken af en toe de beperktheid van het instrument, hoeveel meer is dit het ge val in de Sonate van Reger! Max Reger moge wegens zijn verbluffende vaardigheid in de behandeling der contrapuntische schrijfwijze en wegens zijn liefde voor en veelvuldige aanwending van den gefugeerden stijl ons destijds als een soort van reincarnatie van Bach voorgesteld zijn: de alomvattende grootheid van een Bach bezat bij niet. Na volger van Bach toont hij zich in sommige deelen zijner Sonates voor viool-solo; die zijn zóó door 'het voorbeeld geïnspireerd, dat ze van een tijdgenoot des grooten cantors af komstig konden zijn. Het zijn mijns inziens tevens de beste stukken ©r uit. In die, waar Reger zich zelf is, waar hij zijn eigen taal spreekt, doen zich of de bij zijn voorliefde voor snelle opvolgingen van door chromatiek en enharmoniek beheerschte harmonische wisselingen dubbel voelbare ontoereikend heden der viool gelden, of wel hij neemt zijn toevlucht tot zoetige tertsen- en sexten-pa rallellen. Van beide bevat de door Byvanck gespeelde Sonate op. 91 no. 5 voorbeelden te over: het Allegro moderato zwelgt in tertsen en sexten, het Larghetto zou door harmoni sche aanvulling van klavier of andere in strumenten aan verstaanbaarheid winnen. Het Con moto slaagt in de poging tot schert sen slechts ten deele, de Finale fugeert zoo'n beetje, als men ten minste het achtereenvol gens optreden van een thema in tonica en dominant fugeeren wil noemen. Van de voor een fuga onmisbare werkelijke polyphonic is een in sexten meespringende tweede stem nog een heel eind verwijderd. Ik mag deze, zooals men ziet, niet zeer be wonderende beoordeeling niet laten gelden ten opzichte van Byvanck's vertolking. Die was in alle opzichten af en ik moet inzon derheid de schier vlekkelooze zuiverheid zij ner dubbelgrepen roemen. Daarbij was zijn toonontwikkeling immer sonoor, bekorend, zonder eenige ruwheid, zijn voordracht edel. Al die kwaliteiten heeft Byvanck ook in het voortreffelijke samenspel met zijn part ner Felix de Nobel getoond en de pianist bleef daarin doorgaans niet bij den violist ten achter. Wel had ik in de vertolking van Schubert's Duo (sonate) op. 162 gaarne nog wat meer speelschheid en lichtheid gehoord; de vele melodische schoonheden er van kwa men ongerept tot ons. Brahms' Sonate op. 78 heeft men wel eens vergeleken met het beeld te Saïs, dat alleen door de hand van een ingewijde ont sluierd kon worden. Inderdaad geeft deze gereserveerde, door-en-door intieme muziek hoegenaamd geen gelegenheid tot het specu- leeren op uiterlijk effect. De ontsluiering van het eerste hoofddeel is naar mijn gevoel den spelers niet volkomen gelukt: het spel bleef wat zwaar-op-de-hand. Maar in het Adagio en de stil-droefgeestige op het „Regenlied" gebouwde r— Finale werd de vereischte stem ming mooi getroffen. Eenige onnauwkeurig heden in de vertolking dér klavierpartij mo gen niet te zwaar aangerekend worden: be paald storend waren die niet. Uiterlijk effect was voor het slotnummer, de Sonate van Ravel voorbehouden. Na de kuische kunst van Brahms werkte deze frat- serige muziek niet alleen als een muzikale maar ook als een algemeen artistieke disso nant. Men kan het kipgekakel in het Alle gretto. de danshuisscène in de Blues, de pie pende machinerie in het Moto perpetuo ver makelijk vinden mooi is naar mijn smaak althans anders. Haast zou ik zeggen dat een soort van geestelijke aftakeling van den com ponist zich reeds in dit in 1927 geschreven werk kenbaar maakt. Maar voor de virtuoze vertolking der beide spelers heb ik alle res pect kunnen voelen. Deze moderne muziek ligt Felix de Nobel bij uitstek goed. En Byvanck heeft in de verschillende wer ken bewezen op een der allereerste plaat sen onder de Nederlandsche violisten recht te hebben. Aan elk der spelers werd een orchidee als hulde aangeboden. K. [DE JONG.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 8