1
DINSDAG 14 DECEMBER
1937
H A A R L E M'S D A G B E A D
8
BOKSEN.
Schineling wint van Thomas.
Sclimeling.
In de achtste ronde.
Uit New-York: Voor 18.000 toeschouwers
ïs Maandagavond de Duitsche zwaar gewicht
Max Sclimeling er in geslaagd, van den jeug
digen Amerikaan Thomas door technisch
knock out in de achtste ronde te winnen.
Van de zesde ronde af is Schmeling steeds
in de meerderheid geweest; ondanks dappe
ren tegenstand van den Amerikaan werd deze
in de achtste ronde geslagen.
Deze strijd .heeft een verloop gehad, dat
geheel beantwoordde aan de algemeène ver
wachtingen. De Duitscher was van de twee
de ronde af sterk in de meerderheid, doch
dank zij het moedig boksen van Thomas
duurde het nog tot de achtste ronde ivoordat
het gevecht beslist was.
Thomas.
Thomas ging onmiddellijk nadat de gong
voor de achtste ronde geluid had, tegen den
grond. Hij stond dadelijk op, doch werd op
nieuw en vervolgens nog twee-maal tegen
den vloer geslagen. Volkomen groggy en niet
meer in staat zich behoorlijk te verdedigen,
zich vasthoudend aan de touwen, probeerde
Thomas deze ronde door te komen. Maar
Schmeling nam zijn kans waar; hij sprong
snel op hem toe en trof zijn tegenstander
waar en hoe hij wilde. Toen maakte, onge
veer een halve minuut voor het einde van de
ronde, de scheidsrechter een einde aan den
strijd. Hij stuurde Thomas in zijn hoek en
verklaarde den Duitscher tot overwinnaar
door technisch knock-out.
OLYMPISCHE SPELEN.
EERSTE TERMIJN DER REG EERIN GS -
SUBSIDIE
Uit Tokio: De Japansche regeering heeft als
eerste termijn der subsidie voor de Olympische
Spelen 1940 een bedrag van 750.000 yen ter
beschikking van het organisatiecomité gesteld.
HENGELEN.
HAARLEMSCHE HENGELAARSBOND.
Zondag werd de wedstrijd om den wissel
beker, beschikbaar gesteld door het visehcol-
lege „Nooit Gedacht" te Vogelenzang, gehou
den. Hieraan werd deelgenomen door den
Haarl. Hengelaars Bond, het vischeollege
„Morgenrood" en het vischeollege „Nooit Ge
dacht". De wedstrijd werd gehouden in de
Leidsche Vaart te Vogelenzang om het hoog
ste aantal witvisch. De le prijs, de wissel
beker, werd gewonnen door het vischeollege
„Nooit Gedacht"; 2e prijs H. H. B.; 3e prijs
Morgenrood.
Tevens werd door den H. H. B. een onder
linge wedstrijd gehouden om luxe voorwerpen.
De prijzen werden gewonnen als volgt:
1. Leenaarts, 2. Broekhuizen, 3. Hendriks,
4. Dansik, 5. v. Bakel, 6, Schippers, 7. Mat-
thij, 8. Oxener, 9. G. v. Dijck, 10. Heesemans,
11. Kooijman, 12. Swarts, 13. Verschoor, 14.
D. v. DijK, 15. Wensveen, 16. Brand, 17. v.
Leeuwen, 18. Post, 19. Logmans, 20. v. Veen,
21. Vroom, 22. de Bonte, 23. Dirks, 24. v. Meurs.
Na afloop werden de prijzen door de voor
zitters uitgereikt in het clubgebouw van het
college Nooit Gedacht te Vogelenzang.
„HET WESTERKWARTIER".
Bovengenoemd college hield Zondag een
baaiswedstrijd in de Leidsche vaart.
De prijzen werden behaald als volgt
le prijs K. Houweling, 2e pr. J. Roest, 3e pr.
B. Jansen, 4e pr. G. Hilbrink, 5e pr. B. Hil-
•brink, 6e pr. L. Roest, 7e pr. J. Spanjaard, 8e
pr. C. Jansen, 9e. pr. G. v. Dijk.
De heer K. Houweling verwierf den wissel-
beleer; hij was tevens „held van den dag".
De voorzitter de heer G. van Dijk, reikte
de prijzen uit in het clublokaal van den heer
G. de Vries aan de Brouwersstraat.
HET PROGRAMMA
VOOR ZONDAG.
AFDEELING I.
Eerste klasse.
ExcelsiorRFC
DWSVSV
DFC—Ajax
VUC—ADO
SpartaHFC
Tweede klasse A.
DWVZW
WFCKennemers
OSV—West Frisia
Alcm. VietrixHRC
ZFCSpartaan
Tweede klasse B.
ZeeburgiaEDO
AFC—HFC
RCHVelox
Hilversum.HV C
DOS—BFC
Derde klasse B.
BeverwijkDEC
BloemendaalAhrends
SchotenKinheim
WMSSDZ
Zand voortZeemeeuwen
Vierde klasse D
Gold Star—THB
HalfwegRipperda
SpaarnevogelsDIO
WB—AED
EHSSloterdijk
Vierde klasse E:
OntwaaktNeerland/ia
Heeonskerck-Aalsmeer
LOC—ZRC
Oranje Zwart—ADW
Wilh. Vooruit—ZSGO
Reserve eerste klasse.
Spartaan 2ZFC 2
Haarlem 2Stormvogels 2
Ajax 2—RCH 2
BI. Wit 2Hilversum 2
EDO 2—AFC 2
Reserve tweede klasse B.
WMS 2—Blauw Wit 3
Ajax 3—DEC 2
HFC 2OW O 2
Kennemers 2Zeeburgia 2
VSV 2—DAW 2
Reserve derde klasse C.
Volewijckers 3Schinkelh.
SDW 2-Watergraafsmeer 2
ODE 2Zeemeeuwen 2
Swift 2J. Hanzenkw. 2
AFDEELING H.
Eerste klasse.
DHC't Gooi
FeijenoondCVV
StormvogelsXerxes
Blauw Wit-Haarlem
Hermes-DVS—-HBS
Tweede klasse A.
VDLEmma
Hoek v. Holland—HW
Neptunus—UVS
Tweede klasse B.
Alphen-Hercules
Gouda-Unitas
UWOvermaas
Vriendenschaar—SATV
Derde klasse A.
BMT—Lugdunum
RVC—Hillegom
PostduivenONA
HillinenCeleritas
ASCTonegido
AFDEELING Hl.
Eerste klasse:
Wageningen-PEC
Tubantia—AGOYV
Go ahead-Enschedé
ZACHengelo
NEC-Heracles
Tweede klasse A.
AllmeloZwolsche Boys
Ensch. -Boys—Rigtersbleek
RijsSen VooruitIK.H.C.
Rob ur et VelocitasPhenix
Tweede klasse B.
Zutphania— Quick
Rh edenBe Quick
WVC-SCH
TheoleVitesse
AZCDoetinchem
AFDEELING IV.
Eerste klasse.
Willem IINoad
MWBleijerheide
Tweede klasse A.
De BaronieBreda
HeroR. B. C.
RCSDe Zeeuwen
GoesMiddelburg
ZeelamdiaVlissingen
Tweede klasse B.
ESV—Picus
Tivoli—TSC
Tegel-enATVV
HelmondDe Valk
W ilhelmina-Helmond ia
Tweede klasse C.
Sportclub EmmaKolonia
Groene SterMaurit-s
Sittard—Heerlen
PalemigWaubach
Afdeeling V.
Eerste klasse.
Be Quick—GVAV
HSCLeeuwarden
SneekHoogezand
Veendam-Velocitas
Tweede klasse A.
FrieslandFVC
LSCMSC
AlcidesSteen,wijk
Rood GeelDe Kooi
Tweede klasse B.
AWVGRC
PW-Helpman
Emmen—Bato
BRC,-Noordster
CSportkr.)
SCHOTERWEG 1, TELEFOON 16659.
(Adv. ingez. MedJ
WIELRIJDEN.
Het Wereldkampioenschap
Van der Vijver.
De meening van Jhr. Van den Bercli van
Heemstede.
Het besluit, dat de Union Cycliste Interna
tionale te Zürich heeft genomen en waardoor
aan den Nederlander Van der Vijver het we
reldkampioenschap als sprinter is ontnomen,
was voor het A. N. P. aanleiding aan jhr. Van
den Bereh van Heemstede, voorzitter van de
Nederlandsche Wielren Unie en bestuurslid van
de U. C. I„ zijn meening over deze beslissing
te vragen.
„Mijn persoonlijke meening is," zei hij, „dat
het bestuur de bevoegdheid mist deze zaak te
behandelen en een beslissing er over te ne
men. De U. C. I. is alleen bevoegd zaken in be
handeling te nemen, die de statuten en het
reglement haar opdragen. Of Van der Vijver
terecht of ten om-echte wereldkampioen sprin
ter is, daarover heeft de U. C. I. niet te oor-
deelen. De voorzitter van -de U. C. L verde
digde een ander standpunt in de vergadering
te Zürich. Hij meende, dat al wat niet in sta
tuten of reglement verboden is, ter beoordee
ling van het bestuur staat".
Ter verduidelijking van zijn standpunt zei
de heer Van den Berch, dat de beslissing over
den wedstrijd te Kopënhagen uitsluitend bij
de wedstrijdcommissarissen berust. Zij hebben
uitgemaakt, dat Van der Vijver overwinnaar
was en overeenkomstig deze beslissing heeft de
vice-voorzitter der U. C. I. den Nederlandschen
renner als wereldkampioen gehuldigd.
Tegen deze beslissing kunnen alleen rij
ders protesteeren. Er is geen protest van die
zijde geuit. Dus: de beslissing te Kopenhagen
was onherroepelijk geworden.
Blijkens het resultaat van de vergadering
der U. C. I. heeft deze zich met het standpunt
van haar voorzitter vereenigd.
De heer Van den Berch van Heemstede heeft
zich van stemming onthouden. Hij heeft een
korte verklaring afgelegd, waarin hij protes
teerde tegen het feit, dat het bestuur zich een
bevoegdheid toekende, welke uitsluitend aan
het congres toekomt.
„Had ik tegen gestemd," aldus de heer Van
den Berch, „dan zou ik door aan de stemming
deel te nemen den indruk hebben gewekt, dat
het bestuur wèl de bevoegdheid had deze zaak
in behandeling te nemen. Nu ik van tegenover
gestelde meening ben, meende ik door ont
houding aan de stemming den juisten weg te
bewandelen".
Verder deelde de voorzitter der N. W. U.
mede. dat hij de zaak op het congres te Pa
rijs aan de orde zal stellen.
Het congres is souverein en kan, volgens
den heer Van den Berch, een beslissing nemen
ten gunste of ten nadeele van Van der Vijver.
„Op het oogenblik, denk ik er niet aan als
bestuurslid der U. C. I. mijn ontslag te ne
men", aldus besloot Jhr. van den Berch van
Heemstede.
DAMES-HOCKEY.
DE DISTRICTSWEDSTRIJDEN.
De districtswedstrijden van den Ned. Dames-
Hockey Bond, welke vorige week wegens de
slechte terreingesteldheid niet konden wor
den gespeeld, zullen Zondag 19 December a.s.
op de velden ven S.C.H.C. te Bilthoven wor
den gehouden.
Het porgramma van deze wedstrijden is als
volgt
11.uur: West aZuid.
11.25 uur: West BOost
11.50 uur: Noord-West A.
12.05 uur: ZuidWest B.
12.40 uur: Oost-Noord.
12.55 uur: West AWest B.
13.25 uur: ZuidOost.
13.45 uur: Noord—'West B
14.20 uur: OostWest A.
14.65 uur: NoordZuid.
De wedstrijden, om den Jeanette Walen-
beker voor a.s. Zondag vervallen.
KANOSPORT.
DE KANOSPORT OP DE OLYMPISCHE
SPELEN 1940?
Uit Tokio: Het ligt in de bedoeling van
het Japansche organisatie-comité der Olym
pische Spelen 1940 kanowedstrijden op het
programma te zetten, evenals dat te Berlijn
in 1936 het geval is geweest. Men was echter
nog niet overtuigd, of hiervoor wel belang
stelling bestaat.
De internationale Kano-organisatie (I.R.K.)
heeft zich in dit verband onlangs tot de
aangesloten nationale kanobonden gericht
met het verzoek te willen mededeelen, of men
in beginsel bereid is aan Olympische kano
wedstrijden te Tokio deel te nemen. Zestien
landen hebben principieel hun deelneming
toegezegd. Op de bijeenkomst van het Inter
nationaal Olympisch Comité, welke in het
voorjaar 1938 te Cairo zal worden gehouden,
zal definitief beslist worden of kanowedstrij
den op de Spelen van Tokio zullen worden
georganiseerd.
Het bestuur van den Ned. Kano Bond heeft
medegedeeld, dat men in beginsel bereid is
aan de wedstrijden te Tokio deel te nemen,
doch dat dit antwoord gieheel vrijblijvend
was. Immers, niet de Nederlandsche Kano-
bond kan uitzenden, doch het Nederlandsch
Olympisch Comité is daarvoor het lichaam.
Veel zal er ook van afhangen of het N.O.C.
voor een kano-uitzending gelden beschikbaar
kan stellen en voorts of de N.K.B. in 1940 in
derdaad over ploegen beschikt, welke een
redelijke kans op een goede plaats in de
Olympische wedstrijden zullen hebben.
ENNIS Overdekte Baan
clubs 1 Ian.-1 April '38 6.- p. p. 2 u.
p.w. spelen, alle inl. lessen, baanhuur
CONSTANDSE TELEFOON 16766
(Adv. Ingez. Med.)
UITBREIDINGSPLAN „NOORD".
B. en W. van Haarlem brengen ter open
bare kennis, dat een Commissie uit Ged. Sta
ten van Noord-Holland in verband met de in
gebrachte bezwaren tegen het besluit van den
Raad der gemeente Haarlem van 6 Januari
1937, inzake vaststelling van een uitbreidings
plan voor het gedeelte der gemeente gelegen
ten oosten van den Vonodelweg, ten zuiden
van de Heksloot, ten westen van het Noorder
Buiten Spaarne en ten noorden van de Jan
Gijzenvaart, -op Vrijdag 24 December a.s. des
voormiddags om 10.15 uur ter plaatse een
onderzoek zal instellen, na afloop waarvan
een openbare zitting zal worden gehouden in
het .gebouw der Provinciale Griffie, Dreef
no. 3, alhier. In deze zitting zal aan belang
hebbenden gelegenheid worden gegeven hun
standpunt voor genoemde Commissie nader
toe te lichten.
PRACTISCH CHRISTENDOM.
Heden Dinsdagavond 8 uur, belegt boven
vermelde Gemeenschap een openbare bijeen
komst in „Ons Huis" Ged. Voldergracht 15.
Inleidingen zullen worden gehouden door
de heeren A. Vries en G. Oversteegen.
HET TOONEEL
LOUIS SAALBORN.
Louis Saalborn zal Woensdag 15 December
te Amsterdam in de rol van Dantry in De ar
me Millionnair met welk stuk hij Zaterdag
en Zondag ook in Haarlem komt zijn 30-
jarig tooneeljubileum vieren. In Saalborn be
zitten wij een van onze sterkste karakterspe
lers en het lijkt mij dan ook wel zeker, dat
Amsterdam hem hartelijk zal huldigen. En hij
verdient dit volkomen, want zijn weg is de
laatste jaren niet over rozen gegaan. Maar
Saalborn behoort tot die kunstenaars, die niet
versagen en door hun groote vitaliteit recht
op blijven staan ook bij den grootsten tegen
spoed. En hij heeft veel tegenspoed in zijn le
ven gekend.
Het begon feitelijk reeds in 1925, toen Willem
Royaards zich als leider van „Het Tooneel" te
rugtrok en zijn gezelschap ontbond. Saalborn
was juist op weg naast Royaards de eerste
mannelijke hoofdrol te worden van het beste
tooneelgezelschap, dat Nederland ooit rijk is
geweest, toen de groote regisseur het leider
schap neerlegde en daarmee feitelijk zijn le
venswerk beëindigde.
Voor ons nationaal tooneel beteekende dat
niet minder dan een ramp, en velen wanhoop
ten in die dagen dan ook aan de toekomst van
het gezelschap dat zulk baanbrekend werk
had gedaan, tot Saalborn zich als leider op
wierp en het aandurfde het werk van Royaards
voort te zetten. Hij was er als de beste leer
ling van Royaards ook de aangewezen man
voor. De prominente figuren van Royaards'
gezelschap stelden zich onder zijn leiding en
gezamenlijk zetten zij onder regie van Saal
born het werk van den grooten meester voort.
In de eerste jaren had het nieuwe gezel
schap van Saalborn een onverwacht groot
ook financieel succes. De eene Schlager
volgde op de andere wij behoeven hier maar
Blanke Ballast en De Opstandigen in de be
werking van Defresne te noemen en toen
Saalborn met zijn prachtige opvoering van De
Getemde Feeks kwam, leek het even, of de
glorietijd van Royaards terug zou komen.
Toen kwam met den brand v-an het Paleis
voor Volksvlijt voor Saalborn wel de grootste
tegenslag, want hij verloor daarbij niet alleen
zijn vasten schouwburg maar ook bijna alle
costuums en decors van zijn gezelschap. Maar
onmiddellijk toonde Saalborn, dat hij van
Rooyaards ook zijn energie en onverzettelijke
wilskracht had geërfd. Ondanks alles zette hij
door en den dag na den brand speelde hij in
den Stadsschouwburg te Amsterdam in een
reisdecor De Getemde Feeks.
Weer scheen het, of er na de oprichting
van de Kon. Ver. Het Nederlandsch Tooneel
een tijd van nieuwen bloei zou komen, maar
helaas volgde door het onverantwoordelijke
besluit van den Amsterdamschen Gemeente
raad om twee gezelsschappen in den Stads
schouwburg te laten spel-en al spoedig een
debacle en met het faillissement was het met
het zoo groot opgezette „Nederlandsch Too
neel" gedaan. In dien voor Saalborn zoo zwaren
tijd gaf hij een bewijs van bewonderenswaar
dig doorzettingsvermogen en geestkracht en
kwam hij ondanks alle beslommeringen nog
met een grootsche opvoering van Faust
waar hij zelf de rol van Mephisto speelde
een voorstelling', die toch als geheel ver uit
ging boven de Duitsche Faust-uitvoering in
die zelfde dagen met Moissi en Bassermann in
de hoofdrollen in ons land.
Na die jaren is het met het tooneel voort
durende berg-af gegaan. Maar Saalborn heeft
den moed nooit opgegeven. Zonder eenige sub
sidie, heeft hij doorgezet doorgeploeterd
mogen wij wel zeggen en al heeft hij in deze
moeilijke jaren veel van zijn idealen moeten
prijs geven, men kan toch niet anders dan
bewondering koesteren voor wat hij in de laat
ste jaren dikwijls met zwakke krachten
heeft bereikt.
Heeft hij het zelfs niet bestaan om twee
jaar geleden n-og een zeer behoorlijke opvoe
ring van Driekoningenavond 'te geven en
heeft hij ook niet een groot succes mogen
boeken met Rubber? Dat zijn voorstellingen
min of meer het karakter krijgen van ster-
opvoeringen, komt enkel, doordat hij als spe
ler zoo zeer boven zijn omgeving uitsteekt en
daardoor domineert. Wij letten bij het gezel
schap van Saalborn minder op het ensemble,
dan op den grooten speler, die er de ziel van
is. Zoo is het ook in zijn jubileum-stuk De
Arme Millionnair, dat hij met die prachtige
rol van Dantry geheel beheerscht. Voor Saal
born hopen wij dan ook, dat hij spoedig ook
als regisseur weer de plaats bij ons tooneel
zal innemen, die hij krachtens zijn talent en
zijn energie verdient. Dit kan ons nationaal
tooneel niet anders dan ten goede komen.
Saalborn behoort met Tourniaire tot de
beste leerlingen van Royaards en het is wel
toevallig, dat deze twee tooneelspelers, die de
sterkste herinneringen wekken aan dien
grooten tijd, zoo vlak na elkander jubileeren.
In de eerste jaren van zijn optreden onder
Royaards was de invloed van den Meester
zoo groot, dat het soms zooals in De vijf
Frankforters en De Violiers scheen, als of
er een copie van Royaards op het tooneel
stond. Dat hij een dankbaar en „kneedbaar"
leerling was bewees hij in rollen als Ro
bespierre in Danton's Dood, Peter de Craan
in Maria Boodschap, Maarschalk Lefebre in
Madame Sans Gêne en vooral in die onver-
;etelijke rol van den jongeling in Strindberg's
Droomspel.
Voor de ontwikkeling van Saalborn als
acteur is het misschien wel goed geweest, dat
Royaards zich in 1925 als leider terugtrok en
de toen nog jonge tooneelspeler zich verder
geheel zelfstandig moest ontwikkelen. Dat
De Joego-Slavische minister-president Stojadinowitsj, bezocht tijdens zijn verblijf
in Italië in gezelschap van den Duce cïe Caproni vliegtuigfabrieken te Milaan.
hij een karakterspeler van groot formaat is,
heeft hij in tal van rollen op overtuigende
wijze bewezen. Ik noem hier slechts zijn dok
ter in Blanke Ballast misschien wel de
fijnste en aneest subtiele creatie, ooit door hem
geleverd zijn geestigen en levendigen
pastoor in .Meneer Pastoor bij de Rijken",
zijn sappigen. humoristischen oom in Abie's
Rose Marie, zijn uitbundigen. volbloedigen
Petruccio en den met niet minder brio ge
speelden Biron in Shakespeare's Liefde's Lief
en Leed, den zieligen en op het laatst zoo
grotesken Voigt in De Schoenmaker van
Köpennick, zijn Mephisto, Siiss de Jood en in
de laatste jaren zijn Markies van Ar cis, zijn
oer-komische „bode" in Mijn zoon de Minis
ter en vooral ook Dantry, in De arme Mil
lionnair, in welke rol hij heel den avond het
tooneel vult.
In zeer veel herkennen wij in Saalborn
o.a. in zijn dikwijls vlugge opkomst, zijn plot
seling stil staan en zijn breed gebaar den
leermeester Royaards. Maar er is ook groot
verschil, Saalborn's spel is natuurlijker, spon
taner, dynamischer en minder verstandelijk
dan dat van zijn grooten voorganger.
AI wordt het jubileum niet te Haarlem ge
vierd, zoo verdient Saalborn, die zoo veel voor
ons tooneel heeft gedaan en nog altijd be
hoort tot de weinige werkelijk groote karak
terspelers in ons land, op de avonden, waarop
hij hier zijn jubileum-rol speelt een stamp
volle zaal. Voor een acteur is dat altijd de
meest waardevolle huldiging. En zijn Dantry
is een karakterrol van zoo groote allure, dat
wij Saalborn hierin op zijn best zien. Moge
onze Stadsschouwburg dus bij het optreden
van Saalborn op Zondag en Maandag uitver
kocht zijn.
J. B. SCHUIL.
MUZIEK
KUNSTKRING HEEMSTEDE.
Hans Byvanck en Felix de Nobel hebben
Maandagavond voor den Heemsteedschen
Kunstkring drie Sonates voor viool en piano
voorgedragen en Byvanck bovendien eën So
nate voor viool-solo.
Indien ik deze solo-sonate, die als no. 2 op
het programma voorkwam, het eerst be
spreek, is dat niet omdat ik haar wat den
inhoud betreft ihet belangrijkste der uitge
voerde werken acht, maar wel omdat zij een
genre in de kamermuzieklitteratuur verte
genwoordigt, dat na J. S. Bach, weinig com
ponisten heeft aangetrokken. Dit is begrij
pelijk, want bij al de veelzijdige mogelijkhe
den tot bevrediging van behoefte aan schoon
heid, die de viool in de handen van den
meseterspeler biedt, is zij van huis uit een
melodisch instrument, dat harmonische vul
ling en meerstemmige behandeling slechts
in beperkte mate toelaat en dat evenals een
vrouwenkoor de lagere toonregisters ten
eenenmale mist. Een genie als Bach heeft
die onvolkomenheden grootendeels weten te
camoufleeren, maar met diens 3 Sonates en
3 Partita's voor viool-solo is dan ook wel op
dat gebied, zoo niet het laatste woord gespro
ken, dan toch het tot op heden ongeëvenaar
de bereikt. En, voelt men zelfs in die gran
dioze werken af en toe de beperktheid van
het instrument, hoeveel meer is dit het ge
val in de Sonate van Reger! Max Reger moge
wegens zijn verbluffende vaardigheid in de
behandeling der contrapuntische schrijfwijze
en wegens zijn liefde voor en veelvuldige
aanwending van den gefugeerden stijl ons
destijds als een soort van reincarnatie van
Bach voorgesteld zijn: de alomvattende
grootheid van een Bach bezat bij niet. Na
volger van Bach toont hij zich in sommige
deelen zijner Sonates voor viool-solo; die zijn
zóó door 'het voorbeeld geïnspireerd, dat ze
van een tijdgenoot des grooten cantors af
komstig konden zijn. Het zijn mijns inziens
tevens de beste stukken ©r uit. In die, waar
Reger zich zelf is, waar hij zijn eigen taal
spreekt, doen zich of de bij zijn voorliefde
voor snelle opvolgingen van door chromatiek
en enharmoniek beheerschte harmonische
wisselingen dubbel voelbare ontoereikend
heden der viool gelden, of wel hij neemt zijn
toevlucht tot zoetige tertsen- en sexten-pa
rallellen. Van beide bevat de door Byvanck
gespeelde Sonate op. 91 no. 5 voorbeelden te
over: het Allegro moderato zwelgt in tertsen
en sexten, het Larghetto zou door harmoni
sche aanvulling van klavier of andere in
strumenten aan verstaanbaarheid winnen.
Het Con moto slaagt in de poging tot schert
sen slechts ten deele, de Finale fugeert zoo'n
beetje, als men ten minste het achtereenvol
gens optreden van een thema in tonica en
dominant fugeeren wil noemen. Van de voor
een fuga onmisbare werkelijke polyphonic is
een in sexten meespringende tweede stem
nog een heel eind verwijderd.
Ik mag deze, zooals men ziet, niet zeer be
wonderende beoordeeling niet laten gelden
ten opzichte van Byvanck's vertolking. Die
was in alle opzichten af en ik moet inzon
derheid de schier vlekkelooze zuiverheid zij
ner dubbelgrepen roemen. Daarbij was zijn
toonontwikkeling immer sonoor, bekorend,
zonder eenige ruwheid, zijn voordracht edel.
Al die kwaliteiten heeft Byvanck ook in
het voortreffelijke samenspel met zijn part
ner Felix de Nobel getoond en de pianist
bleef daarin doorgaans niet bij den violist
ten achter. Wel had ik in de vertolking van
Schubert's Duo (sonate) op. 162 gaarne nog
wat meer speelschheid en lichtheid gehoord;
de vele melodische schoonheden er van kwa
men ongerept tot ons.
Brahms' Sonate op. 78 heeft men wel eens
vergeleken met het beeld te Saïs, dat
alleen door de hand van een ingewijde ont
sluierd kon worden. Inderdaad geeft deze
gereserveerde, door-en-door intieme muziek
hoegenaamd geen gelegenheid tot het specu-
leeren op uiterlijk effect. De ontsluiering van
het eerste hoofddeel is naar mijn gevoel den
spelers niet volkomen gelukt: het spel bleef
wat zwaar-op-de-hand. Maar in het Adagio
en de stil-droefgeestige op het „Regenlied"
gebouwde r— Finale werd de vereischte stem
ming mooi getroffen. Eenige onnauwkeurig
heden in de vertolking dér klavierpartij mo
gen niet te zwaar aangerekend worden: be
paald storend waren die niet.
Uiterlijk effect was voor het slotnummer,
de Sonate van Ravel voorbehouden. Na de
kuische kunst van Brahms werkte deze frat-
serige muziek niet alleen als een muzikale
maar ook als een algemeen artistieke disso
nant. Men kan het kipgekakel in het Alle
gretto. de danshuisscène in de Blues, de pie
pende machinerie in het Moto perpetuo ver
makelijk vinden mooi is naar mijn smaak
althans anders. Haast zou ik zeggen dat een
soort van geestelijke aftakeling van den com
ponist zich reeds in dit in 1927 geschreven
werk kenbaar maakt. Maar voor de virtuoze
vertolking der beide spelers heb ik alle res
pect kunnen voelen. Deze moderne muziek
ligt Felix de Nobel bij uitstek goed.
En Byvanck heeft in de verschillende wer
ken bewezen op een der allereerste plaat
sen onder de Nederlandsche violisten recht
te hebben.
Aan elk der spelers werd een orchidee als
hulde aangeboden.
K. [DE JONG.