OM EEN KIND verlaten van het paleis Noordeinde te Den Haag, waar de de Koningin hun gelukwenschen hebben aangeboden Te Noordwijk aan Zee had Vrijdag de begrafenis plaats van den bekenden menschenredder Jan van Kan, secretaris van de plaatselijke commissie der Noord- en Zuid Holland" sche Redding Mij. te Noordwijk aan Zee De burgeroorlog in Spanje Het transport der ge wonden, die bij den strijd rond de stad Teruel vielen Thomasvaer en Pieternel tijdens het uitspreken van hun Nieuwjaarswensch in «De Bruiloft van Kloris en Roosje» na afloop van Vondel's «Gijsbreght» op Nieuwjaarsdag in den Stadsschouwburg te Amsterdam De Fransche gezant, baron De Vitrolles, en echtgenoote bij het leden van het corps diplomatique op Nieuwjaarsdag aan H. M. Het gezelschap Zuid-Afrikaansche studenten, dat momenteel een bezoek aan ons land brengt, was Vrijdag de gast van de V V.V. te Amsterdam, waar de gasten op oliebollen onthaald werden Op de Olympische springschans aan den Gudiberg in Duitschland zijn weer de eerste avondwedstrijden gehouden. Een overzicht van de verlichte baan «Diepgaand» werk nabij het postkan toor tegenover paleis Soestdijk voor het verwerken der talrijke telegrammen en telefoongesprekken in de komende blijde dagen FEUILLETON ROMAN VAN NORBERT GARAI. Nadruk verboden. B3) Een oogenblik voelt Danny het verlangen fn izch op komen met de vuist op tafel te slaan en deze beide schavuiten eens te vertel len, hoe hij over hen denkt. Maar dan steekt hij beide handen diep in de zakken van zijn jas, werpt Gordon en Reeves een verachtelij- ken blik toe en verlaat het vertrek. Voor de fabriek ontmoet hij Nicolle. Hij is zoo buiten zichzelf, dat tranen van woede hem in de oogen komen. Zwijgend over handigt hij haar het document, dat de man met de actetasch hem gaf. Van hetgeen er verder gebeurt, dringt de juiste beteekenis niet onmiddellijk tot hem door. Hij hoort Nicolle een kreet van vreugde slaken en ziet, dat zij het stuk geeft aan een heer geeft, die juist voorbij komta Dan wordt hij door Nicolle meegesleurd naar een hoek van de straat, waar zich een politie-agent en een man in een grijs pak bevinden. Hij hoort Nicolle, bijna jubelend zeggen: „Mijne heeren, nu kunt u mij arresteerenen mr. Cover- ley laat u vriendelijk verzoeken nog eenige minuten geduld te willen oefenen. Hij heeft op het oogenblik slechts een kort onderhoud met mr. Gordon...." De deur, welke toegang geeft tot het privé- kantoor, wordt opengeworpen. Een correct gekleede heer met een donkerbruin gelaat en grijs haar stormt naar binnen, op den voet gevolgd door de aoodelijk verschrikte secreta resse, wie het niet gelukt is den brutalen in dringer tegen te houden. Coverley doet de deur achter zich dicht, na de secretaresse naar buiten geschoven te heb ben en kijkt Gordon en Reeves spottend aan. „Ziezoo, heeren, nu zien we elkaar dan ein delijk weer eens terug. Na vier jaar. Een mensch wordt bescheiden in zoo'n langen tijd. Vier jaren heb ik mij niets anders gewenscht dan met jullie beiden nog eens gezellig een boom te kunnen opzetten „Coverleystamelt Gordon ontzet, ter wijl hij een beweging maakt, alsof hij den knop van de electrische schel wil drukken. Maar Coverley's vuisten pakken hem bij zijn revers, sleuren hem uit zijn gemakkelijke bu reaustoel en heffen hem omhoog, zoodat hij struikelend op zijn beenen koomt te staan. Reeves, die intusschen een poging doet om naar de deur te vluchten, wordt bij zijn arm vastgehouden, eveneens naderbij ge sleurd en tenslotte naast den doodsbleeken Gordon tegen den muur geplaatst. „Zoo! Nu kunnen we over een paar zaakjes met elkaar praten. Maar niet tf> luid. alsje blieft, anders wordt die dame hiernaast rebels Met een vlotten sprong neemt Coverley plaats op den hoek van de schrijftafel. Zonder het minste respect, zijn handen onverschillig in de zakken van zijn welgesneden colbert, zit hij daar tegenover den machtigen directeur- generaal. Hij werpt een vluchtlgen blik op de, naast hem op het schrijfbureau liggende tee- keningen, neemt ze daarna op en werpt ze Gordon voor de voeten. „Een goed zaakje, wat? Heeft jullie natuur lijk geweldig geïnteresseerd! Een flinke duit mee te verdienen. Maar ditmaal gaat de vlie ger helaas niet op. Die uitvinding is namelijk ook van mij. En -nze hooggeachte mr. Reeves heeft zijn tweede meineed afgelegd Coverley had stellig verwacht, dat de on verwachte ontdekking in een val te zijn geloo- pen het tweetal totaal van streek zou maken. Maar daarin blijkt hij zich toch te hebben vergist. Slechts Gordon maakt, zooals hij daar staat, bevend van angst en schrik, een jam merlijken indruk. Reeves toont merkwaardi gerwijze niet de minste vrees. Zijn gelaat is als uit steen gehouwen. Met een leegen blik staart hij langs Coverley heen. ,-Als u zoo zeker van uw zaak bent", zegt hij kalm, „waarom dan deze Wild-West-scène? Waarom stelt u zich niet met de autoriteiten in verbinding om een aanklacht tegen ons in te dienen? Nu kunt u ons slechts neerschie ten, maar dat is dan ook alles. Dat weet u zelf heel goed. Anders zoudt u zich de moeite heb ben bespaard hierheen te komen. Coverley heeft in Australië koelbledigheid leeren waardeeren. Reeves imponeert hem. De man mag een schurk zijn, hij toont nu toch nog eenige ruggegraat te hebben. „Ik zou wel eens willen weten", informeert hij, haast nieuwsgierig, „hoe jullie je dat zaakje hebben voorgesteld? Voor de tweede maal den meineed te ontkennen, wat? Was dat de bedoeling?" Hij lacht spottend. „Nu, hooggeachte mr. Reeves „Meineed?" zegt Reeves koel. „Meineed Hebt u bewijzen voor hetgeen u daar beweert?" Coverley is van oordeel, dat dit geen koel bloedigheid meer is, maar een onbeschaamde brutaliteit en een oogenblik verliest hij dan ook zijn zelfbeheersching. Roode kringen dan sen voor zijn oogen. De doodelijke haat, die vier jaar lang zijn denken vergiftigd heeft, laait weer in hem op. „Bewijzen vraagt hij hoonend. „Nog steeds dezelfde gemeene streeken?" Met de loerende beweging van een roofdier laat hij zich van het schrijfbureau glijden en daarna op Reeves toe springend, haalt hij uit voor een geweldigen vuistslag. Maar Reeves vertrekt geen spier van zijn onbewogen gelaat. Hun blikken kruisen elkaar Wederom maakt Reeves' onnatuurlijke kalmte Coverley onzeker. Hij laat den arm zakken en staart den man, dien hij steeds voor een jammerlijk creatuur van Gordon heeft ge houden, aam. Waar heeft Reeves plotseling die psychische kracht vandaan, die verbluffende onverschrokkenheid, welke zoo scherp afsteekt bij de walgelijke lafheid van den machtigen directeur-generaal, die bevend van angst en als verlamd van onzetting tegen den muur leunt? „Uw uitvinding", zegt Reeves kalm, alsof het een zakelijk onderhoud betreft, „is een grootsch werk. Toegegeven. Maar over zoo'n uitvinding zult u toch zeker met niemand heb ben gesproken. Wie weet er dus iets van?" „Bigs!" schreeuwt Coverley, de secretaresse geheel vergetend. „Bigs! Hij heeft de teeke- ningen van mij gekregen en ze in mijn op dracht aan mr. Ward gegeven. En ook mr. Ward zal te allen tijde kunnen zweeren „U hebt goeie getuigen, dat moet ik zeg gen! Een ontslagen employé, die zich op zijn chef wil wreken en Bigs, die een paar uur g'-'eden gearresteerd Is. Hij schijnt geld van u te hebben gekregen en heeft zich aan ver schillende delicten schuldig gemaaakt. En u zelf, mr. Coverley, wordt, meen ik al eenigen tijd wegens verduistering van fabrieksgehei men door de politie gezocht Het schijnt Reeves voldoening te schenken Coverley tot het uiterste te brengen. Hij maakt een spottende handbeweging in de rich ting van de deur. „Ik geloof dus, dat het 't beste is, als u nu maar vertrekt. Wij beschikken over vrij goede advocaten, mr. Coverley. Dat hebt u reeds eerder kunnen constateeren. Ik geef u een uur tijd om u uit de voeten te maken Wederom kruist hij de armen over de borst en in die houding toont hij zich dusdanig meester van de situatie, dat zelfs Gordon zijn moed voelt herleven en het waagt door een hoofdknik Reeves' woorden te bekrachtigen. Neerschieten allebei, denkt Coverley. Hij tast in zijn achterzak, maar tegelijkertijd her innert hij zich, dat hij een doeltreffender schot kan afvuren. „Ik vermoed zoo", zegt hij sarcastisch, „dat van nu af aan de getuigenverklaringen van de heeren Gordon en Reeves door de recht bank niet zoo heel veel waarde meer zal wor den toegekend. Mij is namelijk een en ander meegedeeld over een eigenaardig zaakje verboden verkoop van aandeelen en zoo smokkelarij van deviezen, noemt men dat, geloof ikIk behoef de heeren misschien slechts den naam Scarle te noemen (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 9