Vijf
origineele blouses Emofhme
Als Uw zoon gaat trouwen....
Het belangrijkste
RADOX
Menu van de week
Recepten
I) ONDERDAG 13 JANUARI
1938
HAAüEEM'S DAGERAT)
10
SOMS rolt ons leven min of meer een
tonig, en als dat misschien te kras k
uitgedrukt, dan: gelijkmatig voort. Wij
leven van den eenen dag in den anderen,
maken ons druk over kleinigheden en vinden
dat wij het toch nog zoo slecht niet hebben.
Wij hebben veel kleine belangetjes, wij heb
ben prettige kennissen, wij vinden ook wel een
beetje dat het zoo behoort te zijn.
Totdat er plotseling iets belangrijks in ons
leven plaats grijpt, iets dat de gelijkmatige
gang opeens totaal doet derailleeren, en dat
ons met ruwe hand wakker schudt uit een
oppervlakkige en vriendelijke zelfgenoegzaam
heid, waarin wij leelijk bezig waren, verward
te raken.
Daarmee verdwijnen met één slag ook alle
kleine belangetjes uit ons gezichtsveld, zij
doen er niet alleen heelemaal niets meer toe,
zij zijn zelfs volkomen verdwenen, en wij kun
nen ons niet meer begrijpen dat wij ons er
ooit druk over hebben gemaakt. Dat groote,
dat gebeurd is, dat is het belangrijkste, daar
draait ons leven omheen, en zelfs alle aar
dige kennissen zijn op den achtergrond ge
komen.
Nu doet zich het merkwaardige voor, dat
uit den wijden kring van kennissen plotseling
de enkele goede vrienden naar voren treden,
dat zijn degenen die het meest van ons hou
den, dat zijn zij, die het belangrijkste met
ons meeleven en die zich kunnen begrijpen
dat wij geen tijd en geen lust meer hebben
in de kleine dingen van iederen dag. nu dit
groote onze aandacht is komen vragen.
Dat geldt zoowel voor zorgen, voor verdriet
als voor vreugde: de ware vriend weet zich
zoo nu en -dan op den achtergrond te hou
den, wanneer hij voelt dat dit van hem wordt
verlangd.
En wanneer dan het leven zich bij het be
langrijke gebeuren heeft aangepast, wanneer
de noodzakelijke nivelleering heeft plaats ge
had, en men tijd heeft om rustig terug te zien
op het gebeurde, dan kan het zijn dat men
tot verrassende conclusies komt over de men-
schen die men tot zijn vriendenkring rekent.
Het belangrijkste dat is het groote ge
beuren in ons leven, dat is een groote vreug
de, een onverwacht verdriet, een zorgenpe-
riode, en dan moet men zich niet willen ver
snipperen om alles van het leventje van alle
dag vast te houden, dan geldt er maar één
belang: de groote gebeurtenis.
Wat en wie men na zoo'n periode niet meer
in de omgeving terugvindt, was dan ook
blijkbaar als een onbelangrijke bijkomstig
heid in ons leven geslopen, en het is niet
waard het er opnieuw in op te nemen.
Werkelijk belangrijke gebeurtenissen ook
als zoodanig te kunnen zien, dat maakt dat
de onbelangrijke en bijkomstige nietigheden
vanzelf tot- hun ware proporties worden te
ruggebracht.
E. E. J.—P.
kleine foutjes tegen de gezondheid
Als we 't druk hebben of ons dit verbeel
den, begaan we iederen dag een groot aan
tal kleine fouten tegen onze gezondheid: we
weten dit heel best, maar we hebben eenvou
dig niet de kracht, er verandering in te bren
gen. Bijv.: we eten te vlug en kauwen niet
goed. Ook beginnen we onmiddellijk na ons
werk met- den maaltijd, inplaats van eerst
even tot rust te komen, waardoor alles beter
verteert en meer het gestel ten goede komt.
Een werkende vrouw mag onder geen enkel
voorwendsel haar lunch maar eens een keer
tje overslaan, bijv., om naar den kapper te
gaan of een boodschap te doen. Even scha
delijk als het te weinig eten is het te veel
eten en vooi'al het dagelijks een klein beetje
te veel eten: dit is erger dan één keer véél
te veel, bijv bij een bijzondere gelegenheid.
Ook misbruik van thee en koffie is al bui
tengewoon schadelijk! Eet niet machinaal en
vooral: lees niet onder 't eten. Probeer sto
ringen onder den maaltijd, bijv. door de
telefoon tot een minimum te beperken.
Eet niet vlak voor 't naar bed gaan. en
gebruik zeker geen volledigen maaltijd:
hierop volgt haast altijd een slapelooze
nacht.
Velen van ons hebben een soort minach
ting voor menschen, die op hun nachtrust
gesteld zijn: we meenen vaak ten onrechte
dat een tekort aan slaap net zoo goed kan
worden aangevuld door een koude douche of
zooiets.
Niets is minder waar: door een onvoldoen
de nachtrust zullen we wel niet onmiddel
lijk ziek worden, maar langzamerhand ra
ken we toch onze geestelijke frischheid kwijt,
we worden overspannen, prikkelbaar, dof. we
kunnen niet meer intens van 't leven genie
ten. Is dat niet zonde en jammer? Boven
dien is er niets, dat zóó leelijk en oud maakt
als gebrek aan slaap!
En daarom: maak dit kleine foutje niet:
als ge u op uw best voelt door steeds om elf
uur of om half elf of zelfs om tien uur naar
bed te gaan. Ga dan op dat uur Bedenk ook,
dat ieder uur vóór middernacht dubbel telt!
Als U van Uw man houdt....
Hecht dan groote waarde aan de stille, ver
trouwelijke avonduren.' Schep een rustige
sfeer in huis. Misschien was hij van plan uit
te gaan. maar door de harmonie en de gezel
ligheid van uw huiskamer, door de liefdevolle
rust van uw wezen werd hij teruggehouden.
Wat een heerlijke overwinning voor een lief
hebbend vrouwenhart. Maarspreek er
niet over!
Beschaam zijn vertrouwen niet. Er zijn
mannen, die zich heelemaal in zichzelf terug
getrokken hebben omdat hun vrouw met
vriendinnen babbelde over hun ..interessant
karakter". Er zijn ook mannen, die het nooit
meer kunnen vergeten, dat hun vrouw een
enkelen keer misbruik maakte van een ver
trouwelijk uur, b.v. om 'n nieuwen hoed los te
krijgen. En er zijn vrouwen, die dit we
tende graag haar heele garderobe zouden
offeren om zijn vertrouwen terug te winnen
als het te laat is!
Weet te luisteren. Iedere man heeft het ver
langen om zijn vrouw deelgenoote te maken
van zijn innerlijk leven, zijn werk. zijn strijd.
Met een enkel woord kunt u het gesprek bren
gen op zijn geliefdkoosd onderwerp.en
soms kunt u hem er met een enkel woord af
brengen, al haar de omstandigheden het
eischen.
Praat niet teveel. Er zijn stiltes, die men
moet breken, maar met zooveel tact, dat dp
ziel van den ander niet gekwetst wordt; er
zijn echter ook stiltes, die men met rust moet
laten.
Gelukkig het menschenpaar, dat na vele
huwelijks-jaren samen zwijgen kan zonder
zich te ergeren of te vervelen.
Als hij ontstemd of nerveus is, tracht dan
niet hem met woorden te kalmeeren: soms
zijn een liefdevol voorkomen van kleine wen-
schen. een rustige houding, en belangstellend
afwachten voldoende. Laat hem de voldoe-
van deze modellen komen u zeker te pas
't Is nog steeds alles blouses wat de klok
slaat. Vlugge, sportieve modelletjes bij een
tweedrokje of wandelpak, gekleede blouses
van de kostbaarste stoffen voor namiddag- en
avonddracht.
Blouses zijn te allen tijde een prettige aan
vulling van onze garderobe; ze geven een ver
rassend element en brengen gemakkelijk va
riatie aan zonder dat onze portemonnaie er
al te zeer door wordt bezwaard. Daarom heeft
iedere verstandige vrouw op 't moment min
stens twee of drie blouses tot haar beschik
king.
Onze teekening laat u een vijftal origineele
modellen zien: Links boven een blouse van
glimmend satijn in goudbruin of een andere
warme tint. Het voorpand eindigt in een slip,
die langs den rug loopend. van voren op den
rok wordt bevestigd door een clip of gesp, die
moet passen bij het sieraad, dat aan den hals
wordt gedragen. Op een zwart zijden rokje, dat
gerust flink lang mag zijn, zal deze blouse een
uitstekend effect maken, b.v. op een concert
of diner.
Daarnaast een zeer elegant model, gedacht
in jade-groene zijde en eveneens gedragen
op een zwarten rok. Drie driehoekjes van
smockwerk aan schouders en taille geven deze
blouse iets heel aparts.
Envoudiger. maar bijzonder aardig van
coupe is de blouse daarnaast, waarvoor wollen
crêpe wel het meest geschikte materiaal is.
De mouwen zetten zich voort in de schouder
stukken en deze loopen uit in smalle slippen,
die om den hals worden geknoopt. In roest-
roode crêpe zal dit modelletje bij 'n sportief
geruit rokje een uitstekend geheel vormen.
Daaronder nog twee betrekkelijk simpele
modellen: Links een blouse van wollen stof
teffen of gestippeld). Een breede platte plooi
omgeeft het vestje en herhaalt zich aan de
schouwers: dit kleedt bijzonder jeugdig.
Rechts een ander, niet minder aantrekkelijk
model in wol. Het schouderstuk loopt van
voren iets puntig uit en hieronder wordt de
ruimte verdeeld.
Stellig brengt een van deze modellen u wel
op een idee om zelf eens iets leuks te maken!
ning. dat hij uit zichzelf die moeilijke stem
ming te boven is gekomen.
Als hij zegt: „Laat de huishouding nu maar
eens de huishouding en ga mee uit", doe bet
dan zonder gezeur en met uw heele hart. Zul
ke avonden zijn kostbaar, menige vrouw heeft
ze, door een misplaatste huisvrouwelijke ijver,
voorgoed uit haar leven zien verdwijnen.
VETWORMPJES?
Meng slechts geregeld wat Radox door Uw wasch-
water en binnen korten tijd zijn ze verdwenen.
Bij apothekers en erkende drogisten a f 0.90
per pak en f 0.15 per klein pakje.
(Adv. Ingez. Med.)
Maandag:
Varkenskarbonaden
Groene kool.
Aardappelen.
Gebraden appelen.
Dinsdag:
Vermicellisoep.
Hutspot.
Klapstuk.
Sinaasappel.
Woensdag:
Ribstuk.
Stoofperen.
Aardappelen.
Flensjes
Donderdag:
Haché (van rest
ribstuk)
Roode kool.
Aardappelen.
Appelmoes.
Vrijdag:
Gekookte kabeljauw.
Aardappelen.
Mosterdsaus
Rijst met bitter
koekjes.
Zaterdag:
Bruine boonen.
Gebakken spek.
Gebakken uien.
Aardappelen.
Tutti frutti.
Zondag:
Pikante selderieknol
Boonensoep.
Kalfsoesters.
Brusselsch lof.
Aardappelen.
Kabinetpudding.
VEGETARISCHE MENU'S.
1. Magere groentesoep boter en suiker.
Gebakken eieren 3. Gevulde eieren
Veldsla met biet (eiboter)
Gebakken Gekookte rijst.
Aardappelen. Kerrysaus.
Chocoladevla. Kropsla.
2. Knolselderijsoep 4. Jachtschotel van
Stamppot van rauwe Sftone»
zuurkool. Griesmeelpudding met
Rij st met krenten en gestoofde vruchten
Gevulde eieren:
Eieren kunnen met verschillende soorten
geurige boter gevuld worden. Ze worden dan
gegeven b.v. bij rijst en kerrysaus of tomaten
saus. met mayonnaise en wat sla, of als hors
d'ouvre.
De eieren moet men zeker 9 a 10 minuten
laten koken, de dooiers moeten kruimig zijn.
Ze worden behalveerd, in de lengte of in de
breedte, bij voorkeur met een draad garen, wat
het beste gaat. Van onderen snijdt men een
klein stukje af, zoodat de eieren goed blijven
staan.
Voor het vulsel begint men met de boter
tot room te roeren, hierbij voegt men de
dooiers, die voorzichtig uit de witten geno
men zijn en door een zeef gewreven worden.
Men heeft nu de eiboter. Hierdoor roert men
naar smaak wat tomatenpuree, fijne ge
raspte oude kaas, fijngehakte peterselie fijn
gehakte selderij en als men ze niet voor vege
tariërs klaar maakt een paar ansjovissen, wat
gerookte zalm, haring e.d. De visch moet dan
ook door de zeef gewreven worden en met de
boter en eidooier vermengd, worden.
Voor 4 eieren neemt men 2 flinke lepels bo
ter en maakt de massa op smaak af, met wat
men er aan toe wil voegen, bovendien wat zout
peper en maggiaroma.
De eiwitten kunnen gevuld worden door
het mengsel er in te spuiten met behulp van
een spuitzakje.
Men kan ook de helften glad maken met een
warm, vochtig gemaakt mes, of hiermee een
versiering er op maken. Als garneering ge
bruikt men een" klein stukje tomaat, een fijn
blaadje peterselie of een paar klappertjes. Het
schaaltje garneert men met wat veldsla of
kropsla.
Pikante selderijluiol:
Een dikke selderij knol wordt dim afgeschild
en mooi afgerond. Dan legt men den knol in
kokend water met een weinig zout. laat hem
driekwart gaar worden, neemt hem eruit en
laat hem afkoelen. Men snijdt er dan van
boven een plakje af en holt den knol voor
zichtig uit. Wat peterselie, uitjes en hardge
kookt ei worden fijngehakt, verder wordt
evenveel koud wild of ander vleesch toege
voegd en alles tezamen met mayonnaise door-
eengemengd. Men vult nu den knol met dit
mengsel, het plakje dat men er afgesneden
had. gaat weer bovenop.
Moeilijke overgang voor een liefhebbende moeder
Ja, ik weet 't wel: vele van mijn lezeressen
glimlachen stil voor zich heen bij het lezen
van dit opschrift en misschien knuffelen ze
even het lieve kereltje, dat in z'n kruippakje
op haar schoot zit.
Maar de tijd vliegt snel en als eenmaal het
oogenblik gekomen is dat ditzelfde kereltje
zegt: „Moeder, ik ga trouwen", dan lijkt het
u ongetwijfeld nog onmogelijk kort geleden
dat u hem in zijn kruippakje op schoot had.
Er komt voor ons allemaal, moeders van
opgroeiende jongens een moeilijke tijd, als het
huwelijk van een van hen, of misschien van
den eenige, een feit wordt, als hij 't ouder
lijk huis verlaat en dit is vooral een belang
rijk punt als een andere vrouw dan zijn
moeder de eerste plaats in zijn leven gaat in
nemen.
Moeilijk? Och kom, zóó sentimenteel zijn we
niet. We weten immers al van hun geboorte
af, dat we onze kinderen niet altijd kunnen
vasthouden, we gunnen hun zoo heel graag
het geluk van een eigen gezinsleven en wij
houden in de meeste gevallen zelf nog zooveel
over!
Dit is schoon en verstandig gezegd en 't is
de volle theoretische waarheid, maar
meestal gaat het in de praktijk een klein
beetje anders: meestal moet er in dat dwaze
onberedeneerde moederhart van ons heel wat
worden overwonnen vóór die overgang glans
rijk is doorstaan en we niet alleen erin berus
ten, maar zelfs naar waarheid kunnen ver
klaren, dat we allemaal erbij gewonnen heb
ben!
Dit komt, omdat er misschien wel geen idea
ler verhouding denkbaar is dan die van een
moeder tot haar opgroeienden of volwassen
zoon.
Ik heb psychologen hooren uitleggen, waar
om dit zoo is en 't leek me alles zeer logisch
en volkomen aansluitend bij de praktijk van
het leven. Immers: tusschen moeder en zoon
bestaat niet die onbewuste - of wilt u liever
„onderbewuste" rivaliteit, die de verhoudingen
moeder-dochter en vader-zoon kunnen aan
kleven.
Als het huwelijk harmonisch is, dan ziet
moeder graag in haar volwassen jongen het
evenbeeld van den vader; is zij in haar huwe
lijk teleurgesteld dan kan hij, die misschien
karaktereigenschappen openbaart, die zij in
haar man mist, haar tot een grooten troost
zijn temeer omdat een vrouw van nature
voor het kind toegeeflijker is dan voor den
echtgenoot.
En van het standpunt van den jongen uit
geredeneerd: wat is er heerlijker dan een
moeder te bezitten, voor wie men zoo'n beetje
zorgen kan en die zelf zoo uitstekend zorgt
en al onze wenschen kleine, stoffelijke
wenschen, die feitelijk kinderachtig, maar
daarom niet minder werkelijk zijn! ver
vult!
En dus.er heeft zich in den loop der ja
ren tusschen moeder en zoon een innige band
gevormd, of beter gezegd: de band, die er reeds
bij de geboorte was, is verdiept en verstevigd
geworden.
Moeder vindt haar zoon, ondanks al z'n ge
breken, die z ij beter kent dan iemand ter we
reld, een fijne kerel, de zoon is bereid zijn
moeder te verdedigen tegen ieder, die ook
maar een kleinigheid op haar te zeggen heeft.
En nu komt daar opeens in het leven van
den jongen die andere vrouw, of liever: ze
komt niet, maar ze i s er, zoodra hij maar één
keer haar naam genoemd heeft en ze is met
een op de eerste plaats in zijn leven.
Misschien valt de keuze van onzen zoon ons
heel erg tegen, misschien zij we ervan over
tuigd, dat het meisje hem niet gelukkig zal
maken, misschien kunnen we honderd en één
onaangename trekjes in haar karakter op
noemen, misschien en dat is haast nog er
ger! vinden we 't een lief meisje, maar niet
voor hem. En toch wordt er nu van ons ge
vraagd, dat we al deze gedachten opzij zetten
en ons bescheiden terugtrekken op onze nieu
we plaats. Zoodra de keuze van onzen zoon
vaststaat moet ook onze keus vaststaan: we
zeuren niet en fronsen niet, maar we kiezen
een houding van welwillendheid en liefdevol
afwachten.
Onze zoon, dien we natuurlijk in ons hart
nog zoo'n beetje als een kind beschouwen (en
hij vindt dit eigenlijk wel aardig!) mogen we
van nu af aan niet meer als een kind behan
delen. Hij is een man geworden en heeft er
recht op, dat we hem als een volkomen gelijke
beschouwen, wiens levenskeus we even ernstig
opvatten als we het indertijd de onze deden.
En als we dan deze houding hebben aan
genomen, wat dan?
Wel, dan komt nog het moeilijkste: de om
gang met „haar".
Laten we dezen omgang, die zeker zijn moei
lijkheden zal meebrengen, niet opvatten als
een bagatel, maar ook niet al te pijnlijk.
Alle begin is moeilijk: juist omdat we zoo
heel graag een goede verhouding willen en
eigenlijk niets liever zouden wenschen dan in
de vrouw van onzen zoon een dochter te zien,
doen we misschien een beetje tè enthousiast
en tè hartelijk. En dan kruipt het jonge meis
je, voor wie van een goede verhouding met
haar schoonmoeder veel afhangt, soms in haar
schulp. Ook kan het zijn, dat we, uit pure
angst om iets te bederven, haar te koel tege
moet treden en dan gaat liet meisje misschien
in deze houding iets zien van de kritiek der
nooit tevreden schoonmoeder.
Maar ik ben ervan overtuigd: als we den
moed niet opgeven en ons ondanks enkele te
leurstellingen toch steeds het ideaal voor
oogen houden: twee kinderen te hebben in
plaats van één, dan zal alles op den duur goed
worden.
Misschien hebben wij, ouderen, er geen
flauw begrip van. hoe verlangend de jeugd,
die zelfstandige, geëmancipeerde, schijnbaar
sterke jeugd is naar toenadering tot ons.
Maar dan moet die toenadering voor hen
ook de moeite waard zijn. Dan moet het meisje
dat de vrouw van onzen zoon zal zijn, ook in
ons vinden een levend mensch, een vriendin,
die haar begrijpt en van wie ze zonder
vooropgezette didactiek iets leeren kan.
We moeten met terzijdestelling van onze
eigen teleurgestelde gevoelens misschien alles
doen wat we kunnen om de natuurlijke kloof
tusschen twee geslachten te overbruggen. En
dit kan alleen wanneer we volledig mensch
zijn en dat jonge vrouwtje, dat in ons leven
komt. niet als een rivale, evenmin als een
klein kind, maar als een mensch beschou
wen en tegemoet treden.
Nu wordt de knol op een grooten ronden
schotel gezet en geheel met mayonnaise be
dekt. Bovenop komt een mooi groen struikje
peterselie, zoodat de knol precies lijkt op een
ananas.
Harde eieren worden gehalveerd, het dooier
wordt eruit gehaald en in de halve witten
doet men hetzelfde vulsel als in den knol.
Tenslotte legt men een garneering van
groene slablaadjes om den knol en hierop af
wisselend een gevulde eihelft en een schijfje
tomaat. Het geheel bestuift men dan nog met
een z.g. „mimosa-garnituur", waaxwoor we de
overgebleven, hardgekookte eidooiers gebrui
ken. We wrijven deze over een grove zeef, zoo
dat vlokjes ontstaan.
FLITSEN UIT DE LICHTSTAD.
De groote lijnen van onze wintermode ken
nen we natuurlijk reeds lang van binnen en
van buiten! Maar misschien interesseeren
ons enkele details, zooals ze op dit moment
te Parijs worden gedragen:
Zwarte, getailleerde mantels, vergezeld van
zeer kleine, puntige vilthoedjes, die eenigs-
zins doen denken aan de kwartiermutsen van
onze miliciens, maar dan voorzien van een
heele bos zwart lint, waarvan soms één lintje
als keelband fungeert.
Op een heel eenvoudig donker mantel
pakje met nauwsluitend jasje draagt de Pa-
risienne een lange „shawl", gemaakt van
twee vossen, uitloopend in de beide staar
ten, die bijna tot den rokzoom reiken (de
eene een tikje korter dan de andere) óf een
geknoopte shawl, bestaande uit één vos,
waarbij zijn kameraad tot een mof is ver
werkt.
Meisjesjurk met lange mouwen
Deze jurk voor een meisje van ongeveer 12
tot 14 jaar, is gebreid van donkerblauwe wol
met een sjaaltje van roode wol.
We hebben noodig 500 gr. blauwe 4 draads
wol en 50 gr. roode 2 dr. Voorts 2 pennen
no. 3y2 en 2 pennen no. 4 (voor het sjaaltje).
We beginnen de jurk van onderen te
•breien en zetten voor den achterkant 130
st. op. We breien eerst 20 pennen recht en
dan 1 pen recht. 1 pen averecht. Als we hier
van 90 toeren hebben minderen we om de
5 pennen voor en achter aan de pen tot we
84 st. over hebben. We zijn nu aan de taille,
breien nog 20 pennen en meerderen nu weer
om de 5 pennen 1 st. tot 90 st. We breien
door tot 40 pennen boven de taille en kanten
voor het armsgat 10 st. af. (4321). Bij
30 toeren boven het armsgat zijn we aan het
jukstuk en breien we alleen nog maar recht.
Na 12 ribbels breien we 22 st. voor den
schouder schuin op, door eerst 16, dan 12,
dan 8, dan 4 st. te breien. De schouder is
natuurlijk aan den halskant het hoogst. De
middelste 26 st. worden afgekant voor den
hals.
Voorpand. Het voorpant breien we tot het
jukstuk in 2 stukken, de linkerhelft is smal
ler dan de rechter. Voor de rechterhelft zet
ten we 90 st. op, voor de linker 50 st. Elk
pand heeft een rechten en een schuinen
kant, waar we afminderen en meerderen als
bij het achterpand. Het jukstuk begint ech
ter 10 pennen eerder dan bij het achterpand.
Zijn we met de beide helften tot het jukstuk
dan leggen we 5 st. van het voorpand naar
achteren daar dit de plooi wordt. De overige
steken van de 2 voorpanden worden op ,1
pen gezet, zoo, dat de plooi over het smalle
pand valt. Hier moeten we 5 dubbele steken
breien. Nu breien we 4 ribbels van het juk
stuk en maken het splitje waar het sjaaltje
onder door komt. We breien 25 st. kanten
20 st. af en breien weer 25 st. Teruggaande
zetten we er weer 1-2 st. bij op en maken het
rechtergedeelte van het voorpand eerst
klaar. Hebben we 5 ribbels boven de nieuw-
opgezette steken dan maken we een knoops
gat van 4 st. breed 2 st. van den kant. Na
nog 5 ribbels kanten we de steken voor den
hals af tot er nog 22 st. voor den schouder
overblijven, breien door tot het jukstuk 17
ribbels lang is en breien den schouder schuin
op.
De linkerhelft is het spiegelbeeld van de
rechter, natuurlijk zonder knoopsgat.
De schouders van de jurk worden aan
elkaar gebreid, de zijnaden en de plooi op
de machine gestikt.
Mouw. Voor de mouw zetten we 25 st. op,
meerderen om de 2 pennen 1 st. tot 50 st..
zetten er nu nog aan weerskanten 10 st. bij
oo en breien 10 nennen. Nu minderen om
de andere pen tot 56 st. en breien door tot
den elleboog, ongeveer 75 toeren. Om dc 4
toer minderen we tot we 40 st. over hebben,
breien 16 pennen recht en kanten af.
De mouw dicht stikken en inzetten met
alle ruimte op den kop van den schouder.
Das. Voor het dasje zetten we 30 st. op,
breien alles recht, maar meerderen iederen
keer voor aan de pen heengaande en min
deren in de teruggaande toeren. Na 120 rib
bels is het dasje af. We knoopen er korte
franje aan. Het dasje wordt achter op de
>nrk vastgehecht.
Voor de 6 gebreide knoopen maken we
lapjes, waarvoor we 15 st. opzetten.
Om de jurk wordt een roode ceintuur ge
dragen.