Kabinetsformatie blijft de
belangstelling trekken.
Concertgebouw
te Amsterdam.
Ontslag van rechtsvervolging tegen
Ir. Mussert gerequireerd.
VRIJPAG 14 T ANU AR I 1938
HAAREEM'S DAGEEAD
5
EERSTE KAMER.
De spellingskwestie nogmaals aangesneden.
(Vrijzinnig Dem. Bond)
DEN HAAG Donderdag.
Met Prof. Kranenburg (v.d.) dient er
kend, dat een breed opgezet algemeen politiek
debat meer in de Kamer van 100 dan in die
van 50 op zijn plaats is. Intusschen wilde spr.,
nu de overige heeren senatoren waren voorge
gaan, niet achterblijven. Had Mr. v. V e s s e m
(nat. soc.) gisteren als van ouds den lofzang-
van de nat. soc. staatsrechtelijke opvattingen
gezongen, Prof. Kranenburg vond hierin aan
leiding om te constateeren, dat de idealen
van die partij toch wel zeer on-nationaal zijn,
aangezien ze uitgaan naar herleving van den
Bourgondischen machtsstaat.
Prof, Kranenburg bleek zich. over den ver
kiezingsuitslag tè verheugen. Een geduchte
nederlaag voor de nat.-socialisten en een suc
ces voor de V. D. Over de kabinetsformatie is
spr. minder geestdriftig, al juicht hij 't toe. dat
het kabinet erkent een parlementair Kabinet
te zijn. Dit is van
belang voor ieders
verantwoordelij k-
heid. Zoo is dus wel
degelijk de R. K.
Staatspartij meever-
antwoordelijk voor
het van dien kant
zoozeer bestreden
beleid van den Mi
nister van Onder
wijs Dat Dr. Colijn
tijdens z'n forma
tiepogingen gebrek
aan standvastigheid
getoond had was
jammer. Het kie
zersvolk mocht .en
moest vertrouwen op
de vorming van een
kabinet-op-breède-basis. Men had de conse
quenties moeten trekken van 't feit, dat men
Dr. Colijn als nationale figuur vooropstelde.
Plet is in strijd met alle staatkundige ethiek,
ja cynisch, om coalitiepolitiek te voeren met
behulp van stemmen van hen, die daarvan
niets wilden weten. Te vroeg gaf de forma
teur zich over, n.l. reeds toen hij z'n eerste
formuleering voorstelde aan de politieke kop
stukken; daarop de medewerking van links te
vragen, was volmaakt onredelijk. De nationale
staatsmansfiguur had tenslotte den weg van
den politicus ingeslageen, den weg van. den
minsten weerstand. Spr. betwist vervolgens dat
t.a.v. de echtscheidingsvragen de scheidslijn
zou lo.open tussehen rechts en links; zij li opt
daar tussehen Katholiek- en niet-Katholiek.
Van hetgeen 't Kabinet thans in dezen schijnt
te wenschen, valt juist gevaar voor de zede
lijkheid te vreezen, wat ook geldt met betrek- 1
king tot de plannen i.z. verbod van arbeid dooi
de gehuwde vrouw.
Prof. Kranenburg vroeg zich af, of de aan
wezigheid van Minister Steenberghe niet t.a.v.
de financieele en economische koers een ver
andering beteekende, vergeleken bij de koers
ColijnOud. Als Prof. Kranenburg de vraag 1
stelt hoe iemand als de heer ter Haar (c.h.) j
de onlangs gehoorde protectionistische gelui- j
den vindt, klinkt het zonder aarzelen: „aller
beroerdst". De v.d. woordvoerder acht het
verkeerd, dat de uitgaven voor de Defensie
zijn geslikt, zonder dat het Parlement meteen
kon nagaan hoe eventueel aan de dekking dier
uitgaven te komen.
Mr. L. Droo glee ver Fortuyn (lib.)
sloot zich i.z. de kabinetsformatie bij Prof.
Kranenburg aan, om vervolgens zijn droefe
nis er over uit te spreken, dat dit Kabinet
doende is de tegenstellingen toe te spitsen.
Nu men niet meer voldoende kan rekenen op
Volkenbondshulp dient men zich binnen de
grenzen van het mogelijke zelfstandig te kun
nen verdedigen. Spr. meent, dat de Regeering
niet meer dan het noodzakelijke voor de De
fensie vraagt. Het is zeer te betreuren, dat we
momenteel o.m. zoo weinig voor Onderwijs en
voor allerlei sociale doeleinden kunnen uit
geven, doch onder de huidige omstandigheden
moet Defensie voorgaan.
Prof. Anema (a.r.) verdedigde zijn partij
tegen de z.i. onrechtvaardige beschuldiging,
dat zij er op uit was geweest van twee wallen
te eten n.l. eenerzijds versterking der a.r.
fractie en daarnaast stemmen winnen door
te schermen met den naam van den lijstaan
voerder Dr. Colijn, die immers voor aanhan
gers van een „breed" kabinet aantrekkings
kracht had. De partij
had echter geen ander
doel dan opkomen
voor haar beginselen.
Wie op Dr. Colijn
stemde alleen wegens
de breede basis vergat
o.m., dat de anti-revo
lutionairen als zooda
nig zich over eenige
kabinetsformatie niet
hadden uitgelaten.
Bestendiging van de
uitzonderingssituatie
van 1933'37 achtte
spr. bezwaarlijk uit
een oogpunt van een
gezond staatkundig le- <£k£»7'ïïSi
ven. Verdoezeling dei-
onderlinge partij verschillen heeft als eenig
gevolg verwarring en verzwakking. Alles te sa
men was het optreden van een kabinet op po-
sitief-christelijken grondslag, dat wel degelijk
principieele zaken zou durven aan te pakken en
zoo breed mogelijk zou zijn samengesteld, ge-
zein ook het stembusresultaat, het beste. Van
een uitsluiting bij voorbaat was bij den opzet
van den formateur geen sprake. De a.r. zette
nader uiteen, waarom men van links z.i. Dr.
Colijn niets kan verwijten met betrekking tot
diens optreden tijdens z'n formatiepogingen.
Toen links weigerde, had teruggeven van de on-
dracht heusch niet meer bijgedragen tot het
optreden van een kabinet op breede basis.
Door hun overweging hebben de mannen van
links dit onmogelijk gemaakt en juist zij heb
ben de tegenstellingen aangedikt.
Intusschen- bleek spr. ook onder de huidige
omstandigheden liefst zooveel mogelijk toe
spitsing der tegenstellingen vermeden te zien.
Na de koffie kregen we de heeren deBruyn
(R.K.) en Prof. Woltjer (a.r.) te hooren.
van wie de eerste behoefte had om uit te leg
gen waarom hij het huidige kabinet met wel
overwogen vertrouwen tegemoet treedt. Naar
aanleiding van wat gisteren de soc. dem.
woordvoerder de Zeeuw had betoogd, geeft de
heer de Bruyn zich moeite om aan te toonen,
dat er voldoende overeenstemming tussehen
het programma van het kabinet en dat der
R.K. Staatspartij aanwezig is. Ten aanzien
van de R.K. hoofdpunten: beveiliging van den
positief-christelijken grondslag verdediging
van het gezin arbeid voor ons volk orde
ning in het bedrijfsleven, blijkt het met het
kabinet-Colijn in orde te zijn. Ook op 't stuk
van de ordening koestert de heer de Bruyn
met zijn geestverwanten goede verwachtin
gen van dit Ministerie.
Spr. houdt zich ten aanzien van één ge
wichtig onderdeel nadere beoordeeling voor:
de indruk is gewekt, dat hetgeen sociaal
noodzakelijk is en geld kost, voor de eischen
der defensie-uitgaven moet wijken. Intus
schen vertrouwt spr. dat de Regeering nog
een bevredigend antwoord met betrekking-
tot werkloosheidssteun en leerlingenschaal
zal geven.
Prof. Woltjer roerde de staatsrechterlijke
kwestie betreffende de spelling aan, nl. de
gedragslijn door de overheid te dien opzichte
te volgen.
Op spellingsgebied blijkt men bereid tot
een „erkenning-de-facto" wat onvermijde
lijk tot een „erkenning-de-jure" zou moe
ten leiden. In 1934 heeft men een staats
rechterlijke fout begaan door toen niet vol
doende onder de oogen te zien welke taak en
bevoegdheid de overheid heeft ten opzichte
van de schrijfwijze van de taal. Langs een
omweg bracht men veranderingen tot stand,
die men langs wettelijken weg had moeten
in het leven roepen, wat echter niet bereik
baar ware geweest. In elk geval kan spr.
niet inzien, dat Kon. besluiten tot vaststel
ling van examen- en leerprogramma's ge
bruikt mogen worden om een spelling vast te
stellen, die de Regeering zelf niet toepast.
Dit is „détoumement de pouvoir", bevoegd
heids-misbruik. Ei- is nu eenmaal een offi-
cieele spelling en dat is die volgens de Vries
en Te Winkel. Met welk recht eischt dan de
Regeering van menschen, die examen moeten
doen een andere schrijfwijze dan die welke
de Regeering zelf volgt?
Spr. herinnert er aan, dat blijkbaar België
niet de Vries en Te Winkel overboord wil
werpen en verzoekt de Regeering te willen
verklaren, dat zij de spelling beschouwt als
een zaak van 't heele land en zoolang een
uiteindelijke beslissing er nog niet is, vrij
heid van keuze tussehen oude of gewijzigde
spelling te laten.
Vrijdagmorgen komt de Minister-Presi
dent aan het woord en na hem de Minister
van Financiën. Op het betoog van Prof.
Woltjer, dat het Kabinetsbeleid en niet dat
van den Minister van Onderwijs in 't bijzon
der raakte, dient Dr. Colijn te antwoorden.
E. v. R.
Hij behoudt zijn werkkring hoewel
hij de 70 reeds is gepasseerd.
Huisschilder vertelt waaraan hij dit te
danken heeft.
„Ik heb sinds jaren de gewoonte in iederen
kop thee een heel klein beetje Kruschen Salts
te nemen. Ik ben nu 70 jaar geweest en huis
schilder van beroep. Ik kan nog al mijn werk
doen, op hooge ladders of op stellages die bui
ten hooge .gebouwen hangen. Er wordt mij
dikwijls gevraagd hoe het komt, dat ik nog
zoo flink ben en er uitzie als 50. Ik vertel ze
allemaal,dat ik geregeld iederen dag mijn
Kruschen Salts neem". J. S. A.
Vooral bij ouderen zijn de inwendige orga
nen, lever, nieren en ingewanden, dikwijls niet
meer zoo actief als noodig is. Kruschen Salts
spoort deze organen zacht en voortdurend
aan hun taak op natuurlijke wijze te blijven
vervullen, waardoor men zich ondanks het
ouder worden, jeugdig, fit en gezond zal blij
ven voelen. Kruschen Salts is verkrijgbaar
bij alle apothekers en erkende drogisten a
f 0.40, f 0.75 en f 1.60 per flacon. Let op, dat op
het etiket op de flesch, zoowel als op de bui
tenverpakking de naam Równtree Handels
Mij., Amsterdam, voorkomt.
(Adv. Ingez. Med.)
HOLLAND AMERIKA LIJN.
Lochgoil, Vanc. n. Rott. 11 van Tacoma.
Leerdam, Rott. n. N.-Orleans, 13 v. Antw.
en p. Vlissingen.
Bilderdijk, 12 v. Rott. te Philadelphia.
Nalon, Vanc. n. Londen 12 25 m. N. v. L.
End.
Edam, N.-Yoj-k n. Rott. 12 630 m. WZW van
Valencia.
HOLLAND—OOST-AZIë LIJN.
Gaasterkerk (thuisr.) 12 v. Manilla.
Grootekerk (thuisr.) 13 v. Port Said.
HOLLAND—AFRIKA LIJN.
Randfontein (thuisr.) 13 v. Port Sudan.
KON. NED. STOOMBOOT MIJ.
Douro, Amst. n. W.-Indië 13 te Madeira.
Agamemnon, 12 v. Bari te Lixuri.
Stuyvesant, 12 v. Paramaribo n. Amst.
Triton, 12 v. Piraeus n. Thessalonika.
Venus, 13 v. Messina n. Venetië.
Achilles, 12 v, Catania n. Messina.
Ulysses, 13 v. Amst. n. Hamburg.
Aurora, 13 v. Palermo te Amst.
Euterpe, 13 v. Bordeaux te Amst.
Ganymedes, 12 v. Tunis n. Patras.
Perseus, 12 v. Amst. n. Kopenhagen.
Telamon, 12 v. Amst. te Hamburg.
Vesta, 12 van Hamburg n. Amst.
Vulcanus, Lissabon n. Genua p. 12 Gibraltar.
Alkmaar, Chili n. Amst. 10 v. Valparaiso.
KON. HOLLANDSCHE LLOYD
Zaanland, 11 v. B.-Ayres n. Hamburg.
ROTTERDAMSCHE LLOYD.
Blitar (t.) p. 13 (2 n.) Dover.
Brastagi 13 van Hamburg te Bremen.
Kota Baroe (uitr.) 13 v. Suez.
ROTTERDAM—ZUID-AMERIKA LIJN
Alpherat (thuisr.) 12 v. Victoria (Braz.)
STOOMVAART MIJ NEDERLAND
Poelau Bras (thuisr.") 12 van Genua.
Poelau Laut (uitr.) 13 v. Port Said.
Enggano (thuisr.) 12 van Liverpool.
Marnix van St. Aldegonde (uitr.) 11 van
Singapore.
Tawali (thuisr.) 13 te Suez.
Tajandoen (uitr.) 13 te Port Said.
Nicoline Maersk (gech. th.) p. 13 Dungeness.
Geheel verlost van
rheumatische pijnen
Jarenlang had Mevrouw D. geleden aan
rheumatiek, soms zoo erg, dat zij niet op
of neer kon. Van alles had zij geprobeerd
om van de pijnlijke kwaal verlost te worden,
doch zonder blijvend resultaat. Totdat haar
aandacht gevestigd werd op de befaamde
TOGAL-tabletten. Zij heeft een TOGAL-
kuur gedaan en nu kan zy zich weer even
gemakkelijk bewegen als vroeger, terwijl
zy bevrijd is van de enerveerende pynen.
Dit verblijdend resultaat werd verkregen
met TOGAL-tabletten.
Bij alle apothekers en drogisten vanaf f 0.80.
De heilzame werking van Togal berust op de ver
wijdering van onzuiverheden uit het bloed en de
inwendige organen, die de oorzaak zijn van velerlei
pijnen en ongemakken, die door gebruik van
Togal-tabletten wordt bestreden.
(Adv. Ingez. Med.)
MUZIEK
Eerste Abonnementsconcert
onder leiding van den Eersten
Dirigent Eduard van Beinum.
De 50 jaar Concertgebouw hebben een aan
tal abonnementsconcerten gebracht, dat door
vier cijfers moet worden voorgesteld. Maar het
abonnementsconcert van Donderdag 18 Ja
nuari 1938 was een der weinige, die als mijl
palen met oranjekoppen, teekenend de
artistieke loopbaan van een Nederlander als
voorrangsweg, in de reeks fungeeren, en die
voor het muziekleven in ons land historische
beteekenis hebben. Voor het eerst is een Ne
derlander de plaats van Eersten Dirigent naast
Willem Mengelberg waardig gekeurd. Karl
Muck, Pierre Monteux en Bruno Walter wa
ren buitenlanders, van wiè de beide eerstge-
noemden ondanks hun jarenlange werkzaam
heid in ons land, zelfs het nooit de moeite
waard hebben geacht om te trachten, zich
jegens het onder hun leiding gestelde orkest
in onze taal uit te drukken. Evert Comelis en
Cornells Dopper zijn nimmer tot de hoogste
functie bevorderd. Deze onderscheiding is nu
aan Eduard van Beinum ten deel gevallen.
Dat hij anders, door zijn gereedliggende be
noeming tot dirigent van het Residentie-
Orkest, voor Amsterdam dreigde verloren te
gaan moge voor het Concertgebouwbestuur
het beslissende moment geweest zijn: de mi
nutenlange ovatie die de stampvolle zaal hem
gisteravond bij zijn verschijnen bracht, be
wees hoezeer alle Concertgebouwbezoekers
zich over deze benoeming verheugen. Als één
man stonden allen op, en het applaus ein
digde pas toen Van Beinum het teeken gaf
om met de programmatische werkzaamheden
te beginnen.
Wie nog overtuigd zou moeten worden, dat
de beslissing van het Concertgebouwbestuur
de eenige juiste was, kon die overtuiging ter
stond uit de vertolking van Mendelssohn's
„Italienische Symphonie" putten. Die was een
Toscanini waardig: 'volmaakt in haar tech
nische afwerking, sprankelend van vuur en
leven en volkomen vrij van willekeurigheden.
Hier was geen sprake van effectbejag: het
efect kwam vanzelf uit de getrouw naar den
notentekst tot klinken gebrachte partituur en
uit de bezieling die de leider daaraan wist te
geven. Het luisteren wekte instemming, wekte
groeiende geestdrif en deze ontlaadde zich na
het slotaccoord in een nieuwe ovatie, toen drie
reusachtige kransen en meerdere prachtige
bloemstukken als huldeblijken voor den jon
gen meesterdirigent aangedragen werden.
Effectbejag is er wel in Liszt's „Maledic
tion" voor klavier en orkest, die als een soort
van „novum" op het programma prijkte. Ik
ken van Liszt wel een „Bénéaiction de Dieu
dans la Solitude", maar wat hij met deze
„Malediction" bedoeld heeft, is me zoomin
uit de toelichting van het programma als door-
het aanhooren van het werk duidelijk gewor
den. Vrij bombastisch pathos, veel vermin
derde septime- en non-accoorden, een enkel
tamelijk triviaal melodietje en massa's nu
eens donderende, dan weer kriebelende figu
ren konden samen niet den indruk van een
logisch geheel teweegbrengen. De pianist
Franz Osborn speelde de solopartij met veel
vertoon van virtuoziteit en Van Beinum en het
strijkorkest secondeerden natuurlijk perfekt
maai' voor mijn gevoel hebben zij de levens
vatbaarheid van het in de natlatenschap van
Liszt ontdekte en pas in 1915 uitgegeven stuk
niet kunnen aantoonen.
Een ander „novum" en in casu zelfs een
„allereerste uitvoering" was op dezen avond
Hendrik Andriessen's in 1937 geschreven Twee
de Symphonie. Van Beinum, die steeds op de
bres staat voor nieuwe werken, heeft tijdens
zijn leiderschap onzer H. O. V. ook Andries
sen's Eerste Symphonie ten doop gehouden.
De logische, door-en-door vakkundige factuur-
van dit werk heeft toen de overtuiging van
Andriessen's groote bekwaamheid als compo
nist geschonken. Die bekwaamheid is er na
tuurlijk met de jaren niet minder op gewor
den, maar de componist heeft zich hoe langer
hoe meer de uiterst-moderne schrijfwijze
eigen gemaakt, en deze staat niet alleen een
gemakkelijk begrijpen zijner bedoelingen in
den weg, maar stuit ook bij een groot deel der
hoorders op weerstand. Het relatief eenvou
digste en klaarste gedeelte was zeker het 2de
hoofdstuk, de Pavane, dat naast veel chro
matiek ook een rythmisch-praegnante, en
vrijwel diatonisch verloopend thema bevat.
In de beide andere hoofddeelen behooren de
harmonische opklaringen tot de zeldzaamhe
den, die, zooals het stralend C gr. t.-accoord
der 4 hoorns, juist daarom te treffender wer
ken. De instrumentale combinaties in het
werk zijn ten deele hoogst eigenaardig. Een
eenzame fluit, begeleid door 8 contrabassen
welker contra C-snaar in elk der deelen
rijkelijk en soms zeer frappant gebruikt is
mag als voorbeeld van zulke niet-alledaag-
sche combinaties genoemd worden. Deze
symphonie werd vrij goed ontvangen: men
huldigde den aanwezigen componist.
Van Beinum gaf in 't begin van de tweede
helft van den avond een superieure vertolking
van Debussy's geestige „Marche écossaise". En
als slotnummer speelde Franz Osborn met het
orkest Weber's Concertstuk. De pianist ver
oorloofde zich nogal wat vrijheden ten aan
zien van noten en tempo, en nogal wat tech
nische slordigheden in het eerste Allegro,
maar over 't geheel klonk het stuk brillant
en bleek het oude paradepaardje bij voldoen
de ruiterskunst van den berijder nog spring
levend.. Buitengewoon mooi en suggestief
klonk de door de blazers prachtig ingezette
Marsch.
Voor Eduard van Beinum is zijn eerste op
treden als Eerste Dirigent een triomf ge
worden.
K. DE JONG.
Het Blauwe-Zand-incident
Beroep op noodweer terecht gedaan.
Tegen Melchers /T5 boete
geëischt.
e vijfde kamer der arr.
rechtbank te Amsterdam, gc-
r presideerd door mi'. V. G. A.
Boll, behandelde Donder
dag middag de strafzaken tegen Ir. A.
A. Mussert en tegen P. Melchers, de
hoofdfiguren bij het bekende incident
op het Blauwe Zand.
Zooals men zich herinnert bracht ir. Mus
sert geruimen tijd geleden kort voor de ver
kiezingen een bezoek aan eenige van zijn
geestverwanten, die in de volksbuurt wonen,
die vroeger „Het Blauwe Zand" heette. Bij dit
bezoek, dat al spoedig in de buurt bekend was
geworden, ontstond een oploop; ir. Mussert
meende, dat hij bedreigd werd door Melchers
en gaf hem een paar tikken met een zweepje
dat hij bij zich droeg. De chauffeur van de
auto van den leider der N. S. B'. loste een
schot in de lucht. Tenslotte konden de heer
Mussert en zijn fotograaf, die hij bij dit bezoek
had meegenomen, de auto bereiken, die door
enkele steenen werd getroffen. De ruiten wa
ren van geblindeerd glas, zoodat niemand
werd gewond.
De zaak tegen Ir. Mussert, verdacht van
mishandeling en die tegen Melchers, die van
bedreiging wordt verdacht, moest herhaal
delijk worden uitgesteld. De N. S. B.-leider n.l.
was van meening', dat hij niet behoorde terecht
te staan, omdat hij uit noodweer zou heb
ben gehandeld. Hij diende een bezwaarschrift
tegen de dagvaarding in, dat door de raad
kamer der rechtbank gegrond werd verklaard,
zoodat hij buiten vervolging werd gestald
De officier van justitie, mr. B. Kist, ging in
appel; het gerechtshof dacht er anders over:
de beschikking der rechtbank werd vernietigd,
het beroep op noodweer verworpen en de raad
kamer verwees de zaak naar de openbare zit
ting. De hooge raad verwierp de door mr. van
Vessem den rechtskundigen raadsman van
ir. Mussert aangevoex-de cassatiemiddelen,
en vatte 's liofs beslissing aldus op, dat het
hof in elk geval een aanval of dreigend ge
vaar voor een aanval in dezen stand van de
zaak niet voldoende vaststaand heeft geacht.
Uiteindelijk was dus tot in hoogste instan
tie beslist, dat ir. Mussert zich voor de recht
bank diende te verantwoorden, verdacht van
mishandeling. In verband met de herhaalde
bezwaren tegen de dagvaarding door ir. Mus
sert te berde gebracht, stelde de rechtbank
ook de behandeling van de zaak tegen Mel
chers uit tot Donderdag.
De zaken contra ir. Mussert en P. Melchers
werden apart behandeld, ir. Mussert was als
getuige gedagvaard in de zaak tegen Melchers.
omgekeerd trad deze als getuige op in de straf
zaak tegen den leider der N. S, B. In beide
zaken waren elf getuigen a charge opgeroe
pen, de verdediger van verd. Melchers, mr. F.
Heemskerk had acht getuigen a décharge op
geroepen.
Verd. ir. Mussert werd verdedigd door mr.
A. J. van Vessem.
Reeds lang voordat de zitting een aanvang»
nam was het in de buurt van het paleis van
justitie druk.
Een sterke politiemacht was om en in het
gebouw aanwezig, doch nergens werd de orde
op eenigerlei wijze verstoord.
Het was reeds ruim half drie toen de zaak
tegen ir. Mussert begon. Hij was niet langs den
gewonen weg in de zaal gekomen, doch ge
bruikte die via de trap, welke het lokaal van
de rijksveldwacht verbindt met de strafkamer
en welke anders uitfluitend gebruikt wordt om
gedetineerden binnen te brengen.
De president begint mfet een kort verhoor.
„Ik ben," verklaart verd. handgemeen
geraakt en gebruikte mijn zweepje, dat ik bij
mij droeg".
Verdachte1 vertelt verder, dat hij op bezoek
is geweest bij de familie Mastenbroek.
De president stelt enkele vragen.
Verd.: Stelt u pp een aaneengeschakeld ver
haal prijs?
Pres.: Hi zal eerst vragen stellen. Was u bij
de auto, toen Melchers op u af kwam?
Verd.: Ik had ongeveer twee derde van den
weg afgelegd, toen Melchers op mij afkwam en
mij een klap en een trap gaf. Ik gebruikte
toen mijn zweepje. Eerst kreeg ik dus een
klap en later een trap toen ik het zweepje ge
bruikte. Vlak daarna loste mijn chauffeur
een schot.
Het getuigenverhoor neemt dan een aan
vang. Een juffrouw, die in de buurt van het
Blauwe Zand woont geeft een relaas van het
gebeurde. Op een gegeven oogenblik was Mel
chers op ir. Mussert afgekomen. Voor er een
woord gesproken kon worden trok ir. Mus
sert het zweepje.
Pres.: Heeft u niet gezien, dat Melclrers verd.
een klap gaf?
Neen, daar- had de juffrouw niets van ee-
merkt.
Pres.: Verdachte, wat zegt u daarvan?
Verdachte: Wat die juffrouw zegt is onjuist.
Een tweede getuige, een overbuurvrouw van
Zoutberg, heeft evenmin gezien, dat Melchers
geslagen heeft.
De chauffeur van verd.'s auto, C. M. W.
Schut, uit Utrecht, stond tijdens het relletje
voor de auto toen ir. M de deur uitkwam bij
Zoutberg. Getuige Schut was hem tegemoet
geloopen. Ik waarschuwde hem en zeide:
„Past u op". Ik had n.l. een man gezien, die
op verdachte wijze in onze richting kwam.
Pres.: Waren er moeilijkheden te ver-wach
ten?
Getuige: Neen. Toen de leider naar buiten
kwam was het stil.
Pres.: Wat zei Melchers?
Getuige: Hij zei: „ben jij die mooie man,
dan zullen we je een kopje kleiner maken."
Hij greep toen naar het hoofd van verd.1
Mussert. Direct daarop sloeg Melchers naar
Ir. Mussert, deze trok zijn zweepje err sloeg
naar zijn aanvaller. Getuige had toen een
schot gelost om de menschen schrik aan te
jagen.
Getuige C. W. M. Wölcken, de tweede chauf
feur van ir. Mussert. had Melchers weer iets
heel anders hooren zeggen, volgens hem had
deze ir. Mussert gedreigd ,,de hersens in elkaar
te zullen slaan". Hij beweerde pertinent, dat
Melchers eerst had geslagen en toen pas verd.
Mussert.
Melchers als getuige.
Dan komt Melchers voor het getuigenhekje.
De 34-jarige stoker wordt als getuige gehoord.
Hij was dien middag bij zijn zuster op bezoek
geweest, die op het Blauwe Zand woont. Ik
hoorde toen, dat Mussert in de buurt was. en
ik ben 'ns gaan kijken, want ik was nieuws
gierig hoe hij er uit zag. Toen verd. Mussert
bij de auto kwam, had hij terwijl hij in de
houding ging staan zijn hoed afgenomen. Ik
stak den weg over aldus getuige om hem
van dichtbij te gaan bekijken. Ik had absoluut
geen kwade bedoelingen, maar toen ik dicht
bij kwam, haaide hij iets uit zijn zak. Ik dacht
eerst dat het een ploertendooder was. Later
hoorde ik pas, dat het een zweepje was. Toen
had ik al een paar- tikken te pakken. Ik heb
een klap teruggegeven, want Mussert heeft
heelemaal geen recht om me af te rossen.
Pres.: Dus u deed eerst niets?
Getuige Melchers; jreen, ik denk dat hij
angst had, dat hij aangevallen zou worden
maar er was van mijn kant geen enkele aan
leiding om hem aan te vallen. Integendeel, ik
heb nog tegen de menschen gezegd: „Blijf
kalm, 't is maar reclame voor hem".
Het publiek was een beetje onstuimig, zoo
hier en daar werd „rood front" en „arbeid"
geroepen.
Nadat nog enkele getuigen zijn gehoord,
krijgt verd. Mussert gelegenheid zijn aaneen
geschakeld verhaal te geven. Zijn verweer
heeft hij op schrift en langzaam leest hij het
stuk voor; o.a. zet hij de reden van zijn be
zoek aan het Blauwe Zand uiteen.
Vervolgens houdt hij een korte politieke be
schouwing.
„Deze aanslag zou achterwege zijn geble
ven, wanneer dé orde gehandhaafd was ge
worden".
Requisitoir.
Het woord is dan aan mr. B. Kast voor het
uitspreken van zijn requisitoir.
Spr. betwijfelt of ir. Mussert met het zweep
je heeft willen slaan. We mogen niet aan
nemen, dat hij den vooropgezetten wil had.
Zijn handelingen waren gericht op bescher
ming van eigen lijf en veiligheid.
Had ir. Mussert dan de politie niet moeten
waarschuwen, voor het onrecht dat hij voor
zag? Want er is hem onrecht gedaan; wij,
Nederlanders, zijn trotsch op onze vrijheid,
ieder moet kunnen gaan, waarheen hij wil.
Hij heeft misschien onvoorzichtig gehandeld,
doch daarmede heeft hij zijn beroep op nood
weer niet verspeeld. Spr. komt dus tot de con-
cusie, dat het feit is bewezen, doch dat verd.
niet strafbaar' is, omdat hij terecht een be
roep op noodweer heeft gedaan, zoodat de Offi
cier ontslag van rechtsvervolging requireert.
Mr. van Vessem houdt op verzoek van zijn
cliënt geen pleidooi.
Vonnis 27 Januari.
Melchers staat terecht.
Na een korte pauze het is intusschen
half vijf geworden behandelt de rechtbank
de zaak tegen den stoker Melchers, hem is
mishandeling van ir. Mussert tenlaste gelegd.
De eerste getuige is ir. Mussert. Hij ver
klaart, dat verdachte hem heeft gestompt,
waarna hij getuige het zweepje gebruik
te.
Verdediger mr. Heemskerk: wist u, dat uw
chauffeur een revolver bijzich bad?
Getuige: neen, dat was mij omrekend. Ook
wist getuige niet, dat er gefotografeerd zou
worden.
Mr. Heemskerk: is de zweep speciaal voor
u gemaakt?
Getuige Mussert: neen, het is een cadeau
van een onbekende.
De getuigen uit de zaak Mussert worden op
nieuw gehoord, zij blijven bij hun reeds afge
legde verklaringen.
De verdediger had o.m. a decharge opgeroe
pen den journalist H. v. d. Weg, die o.a. eenige
foto's overlegde, waaruit het provoceerend
karakter- der N.S.B.'ers bij hun bezoek aan het
blauwe zand zou blijken.
De officier van justitie mr. B. Kist zegt in
zijn requisitoir dat Melchers makkelijker met
zijn vuisten dan met zijn mond spreekt. We
moeten hoe ernstig de zaak ook is niet
uit het oog verliezen, dat deze Melchers min
of meer slachtoffer is. Spr. requireert een
geldboete van f 15 subs 5 dagen hechtenis.
De verdediger mr. Heemskerk concludeert na
een uitvoerig pleidooi tot vrijspraak, subs
ontslag van rechtsvervolging op grond van
noodweer. Arrest 27 Januari.
WELDADIGHEIDSFONDS
„IIET SCHEMERLAMPJE".
In de Donderdag gehouden bestuursverga
dering' van het Weldadigheidsfonds „Het
Schemerlampej" bleek, dat de jaar-lijksche
Kerst-uitdeeling van dit fonds ditmaal in ge
bouw Zoetestraat 19 heeft plaats gehad.
Een der leden had 100 blikken gehakt en
100 "rikken erwtensoep beschikbaar gesteld en
zoodoende kon aan 150 der armste gezinnen
elk f 3.50 in contanten plus een gave in natura
ter hand worden gesteld.
Binnen V/z uur was alles uitgedeeld; het
was een lust al die gelukkige oudjes ga dé te
slaan.
Het 20-jarig bestaan staat in December 1938
voor de deur. Groote plannen met het oog
hierop worden binnenkort bekend gemaakt.
Gedurende 19 jaar is door dit kwartjes-fonds
aan ruim 2850 gezinnen een bedrag van
f 12.778.69 uitgekeerd.
M. J. LOOYEN f.
Donderdag is op 70-jarigen leeftijd overle
den de heer M. J. Looyen, luitenant-kolonel
der veld-artillerie b. d.
De crematie zal plaats hebben in het cre
matorium te Velsen, Maandag 17 Januari a.s.,
na aankomst van den trein 13.14 uur (halte
Driehuis-Westerveld)
LEZING MEVR. STERCKPROOT.
Mevrouw J. Sterck—Proot zal Dinsdag as. 18
Januari in het gebouw van de R.K. Leeszaal,
Nieuwe Gracht 70, een lezing met lichtbeelden
houden over het onderwerp: „De aesthetische
ontwikkeling van Haarlem's stadsbeeld in den
loop der eeuwen".
(Mocht de te verwachten blijde gebeurtenis
plaats vinden op 15, 16 of 18 Januari, dan zal
de lezing worden uitgesteld tot Dinsdag 25
dezer.